Personeelsblad Openbaar Onderwijs aan de Amstel
oktober 2009 Nieuws
aan de Amstel
6
Inhoud
Coverfoto: 1e Montessorischool De Wielewaal
4/5
Alle kinderen in ParnasSys Nieuw leerlingvolgsysteem voor scholen OOadA
8/9
Aan het plein herken je de school De schoolpleinen van de Boekmanschool en de Burght
12/13 Einzelgänger Controller Martijn Stormmesand voorgesteld Nieuws aan de Amstel is het personeelsblad van stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel Het blad verschijnt vier maal per jaar Eindredactie: Stafbureau OOadA Redactie en opmaak: Kees van Veen Redactieadres: Postbus 51356 1007 EJ Amsterdam E-mail:
[email protected] Het blad is ook digitaal beschikbaar www.openbaaronderwijsaandeamstel.nl
12/13 Blind Kinderen van Maas en Waal op onderzoek 14/15 Vijf op een rij Twee leerkrachten over de Nicolaes Maesschool 16/17
GMR-voorzitters Een terug- en vooruitblik van twee vrijwillige bestuurders
18/19 Ko gaat op maat De Stern en de Merkelbach openen ‘Voorschool op maat’ 20/21 Masterclass zet je aan het denken Annet Jongen op weg naar Meesterschap 22/23 Veertig IB’ers op de mat Intern Begeleiders maken kennis met elkaar tijdens tweedaagse
Volgende nummer: december 2009
2
3 6 7 10/11 24
En verder... In beeld Bovelanders Boek? Ik heb al een boek Personeel aan de Amstel Aangeklikt
1 Montessori De Wielewaal e
33
Alle kinderen in ParnasSys [Redactie] De nieuwste varianten van schooladministratiesystemen zijn allemaal webbased. Dat wil zeggen: ergens draait een grote server waarop alle gegevens staan. Je hebt alleen een browser nodig om je administratie te doen. Naast ESIS, CITO en LAR, is er sinds enkele jaren ‘ParnasSys’, een leerlingadministratieprogramma met een geïntegreerd leerlingvolgsysteem. Alle scholen van Openbaar Onderwijs aan de Amstel gaan over op dit programma. Via internet ‘Webbased’ betekent ook dat er geen updates meer geïnstalleerd hoeven te worden. Backups worden automatisch gemaakt. Doordat de software overal beschikbaar is, hebben schoolbesturen nu ook toegang tot bijvoorbeeld de CITO-gegevens en kunnen door een beter overzicht sneller en effectiever prognoses maken. Leerkracht Ook al is het lang nog niet overal de gewoonte, leerkrachten moeten overweg kunnen met een leerlingadminstratieprogramma. Denk aan het kunnen opzoeken van adressen en telefoonnummers, het inzien van kinddossiers, of het bijhouden van absentie, of de verplichte urenregistratie.
4
Het gaat dus niet alleen om administratieve, maar ook om zorggegevens op te nemen in het gehele systeem. ParnasSys maakt groepsoverzichten waarmee in één oogopslag duidelijk wordt waar de knelpunten liggen binnen de groep. Op ouderbezoek geweest? Een leerlingbespreking gehad? Maak thuis of op school nog even een kort verslagje en alles is weer op een professionele manier afgerond en digitaal verwerkt. De aandachtspunten die in het verslag beschreven moeten worden, heeft de IB’er al in het standaardmodel ingezet. De kwaliteit van de verslaglegging kan dus bijna geen punt van discussie meer worden. Een schriftelijk verslag(rapport) of een onderwijskundig rapport voor een andere school is na het invullen van de gegevens van een kind, nog maar een druk op de knop. Digidos exit In een eerder nieuwsbulletin maakten we melding van Digidos, een op basisschool De Scholekster ontwikkeld programma. Is dat nu ingehaald door de werkelijkheid? Directeur Ellen Koops: “Ja, dat kun je zo wel stellen. Digidos was een toegesneden programma voor onze school maar niet webbased. We gaan dus mee in de vaart der volkeren. ParnasSys is een goed alternatief.
Samen met enkele andere scholen besloten we al snel te willen overstappen en we doen dus nu de eerste ervaringen op. De jaarovergang, een beruchte klus in ESIS voor een montessorischool, werkte feilloos en verrassend gemakkelijk en verder valt het op dat door de opbouw en de vormgeving je snel je weg vindt.” Overstappen Je zult je alleen meer moeten aanpassen aan een algemene standaard? “We moeten ons opeens weer melden bij een helpdesk en je hebt geen invloed meer op de opzet van het programma. Dat is even wennen. Een leerlingdossier dat je wilt uploaden kan bijvoorbeeld maar 2 mb groot zijn en in de praktijk is dat veel te weinig. (een ABC-onderzoek ingescand is veel meer dan 2 mb en comprimeren zou dan een oplossing zijn), daar willen we nog uitgebreid naar kijken. We hebben dit ook gemeld, nu maar afwachten. Een wachtwoord dat automatisch bij je naam verschijnt is een beginnerskwaal die snel aangepakt zou moeten worden, maar je hebt dat dus niet zelf in de hand. Ik merkte vanmorgen dat Roel, de groepsleerkracht en ICT’er van onze school die ook het Digidos heeft geprogrammeerd, intussen al de foto’s van de kinderen van zijn groep in ParnasSys heeft gezet. We vullen ParnasSys al heel aardig. We gaan ervoor. Eerst de leerlingadministratie op orde maken voor 1 oktober en op die dag zelf hebben we al een teamtraining om het zorgsysteem in gebruik te gaan nemen. En er met z’n allen praktisch mee aan de slag te gaan. We denken dat we aan het eind van het schooljaar 2009-10 helemaal Parnassys zijn. Door het doen zullen we het snel tot een eigen systeem maken.”
Even oefenen Voor de invoering van ParnasSys staan in het aankomende jaar verschillende trainingen gepland. Eerst voor directieleden, daarna voor IB-ers en administratief medewerkers en uiteindelijk ook voor leerkrachten. Mensen die nu al willen oefenen met het nieuwe programma, vinden binnen ParnasSys een fictieve school met leerkrachten en leerlingen, waarmee je naar hartelust kunt stoeien zonder dat het systeem op tilt slaat. http://www.parnassys.nl/parnassys-demo
55
Hoe het is om een school te sluiten? de ouders er vier jaar in mensen zich een gezamenmenlijkheid ook plotseling in de kers voelen zich
Bove-landers
Rot natuurlijk. Vooral voor de direct betrokkenen: de kinderen, en de personeelsleden. Maar ook rot voor jezelf, want je hebt geloofd dat het voorkomen kon worden. En je hebt gezien hoeveel voor het overleven van de Parel hebben ingezet. Dan voelt het als lijke nederlaag. Waarbij het besluit tot sluiten dat gevoel van gezanog eens om zeep dreigt te brengen. Want de kinderen voelen zich kou staan, de ouders voelen zich in de steek gelaten en de medewerop zichzelf terug geworpen. En toch nemen het bestuur en de algemene directie zo’n besluit. De zich af waarom, want vele van onze pogingen om dit te voorkomen achter de schermen afgespeeld. Een vraag waarop het antwoord kwetsbaar is. Daardoor gaat in berichtgeving van de media de nuan-
omgeving vraagt hebben zich complex en ook ce snel verloren.
De Parel is sinds een aantal jaren in een neerwaartse spiraal terecht gekomen. Het effect daarvan is dat er op dit moment nauwelijks meer nieuwe leerlingen instromen. Daarbij spelen vele factoren een rol. De samenstelling van de bevolking in de buurt is in de loop der jaren sterk veranderd en daar heeft de school maar moeizaam op kunnen inspelen. Het onderwijs voor deze leerlingenpopulatie vereiste daardoor een andere aanpak. Het ontwikkelen daarvan heeft veel voeten in de aarde gehad. Daarbij is de school te lang te sterk naar binnen gericht geweest. In dit overlevingsproces van de Parel staken, zoals te verwachten was, in het team tegenstellingen en wrijvingen de kop op. De inspectie beoordeelde het onderwijs vervolgens als zwak en later als zeer zwak. De omgeving zag de samenstelling van de schoolbevolking eenzijdiger worden en plakte het etiket ‘zwart’ op de school. Ouders op zoek naar een school voor hun kind begonnen de Parel steeds vaker voor bij te lopen. In juli constateerde de inspectie dat de investering in het onderwijs en de organisatie van de afgelopen twee jaar vruchten begon af te werpen. Er was aantoonbare vooruitgang, al waren we er nog niet. Maar het negatieve imago van de Parel bleek daarbij te hardnekkig, waardoor de instroom beneden het minimum is gedaald. De school ging dus stap voor stap kwalitatief vooruit terwijl tegelijkertijd de instroom kwantitatief snel achter uit liep. Ondanks alle inspanningen van de interim directeur en vervolgens de geweldige inzet van Jacqueline Bosma als nieuwe directeur heeft het team dit tij niet voldoende kunnen keren. De school kan een gezonde concurrentie met de scholen in de buurt duidelijk niet meer aan. We sluiten de school dus niet omdat hij te zwak of te zwart is, maar omdat de bodem onder het ingezette proces van verandering en verbetering is weggevallen. Bij voldoende instroom van nieuwe leerlingen zouden we het verbeteringsproces voort hebben gezet. En een ‘zwarte’ school kan bij voldoende belangstelling ook een goede en levensvatbare school zijn. Maar zo is het helaas niet. De terugloop van leerlingen betekent dat de Parel onvoldoende in staat is een positieve toekomst aan de leerlingen, de ouders en het personeel te bieden. De sluiting van de Parel is
6
hiermee dus niet de oorzaak van het verlies aan toekomst, maar de voorwaarde voor het opnieuw kunnen opbouwen van een toekomst. Dat laatste is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Het is de grote uitdaging voor de komende periode en zeker geen simpele opgave. De sluiting zal in twee stappen verlopen. Per 1 augustus 2010 wordt het onderwijs voor de huidige groepen 1 tot en met 6 gestopt. Deze leerlingen starten het nieuwe schooljaar op een andere school. De huidige groep 7 maakt samen nog het volgend schooljaar af, waarna de school formeel wordt opgeheven. Het bestuur garandeert daarbij een nieuwe plek voor leerlingen en medewerkers van de Parel in één van onze scholen. Scholen in de buurt van de Parel met een ander bestuur hebben al toegezegd ook hun medewerking hieraan te gaan verlenen. Voor de herplaatsing maken we in overleg met de ontvangende scholen een integraal plan. Onze inzet is daarbij dat leerlingen en personeel op diverse scholen een plek zullen gaan krijgen. Daarover zal met de ouders en de leerkrachten van de Parel intensief worden overlegd. Het zal duidelijk zijn dat bij de uitvoering van dat plan van alle betrokkenen veel inventiviteit en flexibiliteit gevraagd zal gaan worden. Dat is ook nodig want de toekomst van de kinderen staat hierbij op het spel. We nemen daarvoor flink de tijd, maar voor de meivakantie zal een ieder moeten weten waar hij of zij aan toe is in het nieuwe schooljaar. We laten ons hierbij ondersteunen door een externe deskundige, Ben van Bennekom. Hij zal het herplaatsingproces begeleiden en ondersteunen. En ondertussen zullen we er met zijn allen ook voor moeten zorgen dat ondanks dit alles de kinderen en de medewerkers van de Parel toch een goed jaar zullen hebben. Ik heb daar vertrouwen in, maar het besluit blijft betreurenswaardig.
Hou van mij
Boven in een groene linde zat een moddervette haan
Ted van Lieshout
Het Element
Ken Robinson
Sieb Posthuma Een door uitgeverij Leopold prachtig uitgegeven boek met gedichten zoals ‘Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen’ en ‘Mijn botjes zijn bekleed met deftig vel. Bijna alle gedichten uit de periode 1984 tot 2009 staan er in.
Sieb Posthuma heeft voor het boek ‘Boven in een groene linde zat een moddervette haan’ het Gouden Penseel 2009 ontvangen, de prijs voor het mooist geïllustreerde kinderboek van het afgelopen jaar. Daarna is de tentoonstelling Penselen geopend in het Rijksmuseum. De originele tekeningen uit de bekroonde boeken zijn hier tot en met 7 december te zien. De jury schrijft in het juryrapport: ‘Letterlijk betekent illustratie een verluchting van de tekst, een aanvulling, een uitleg. Dit medium heeft zich ontwikkeld van versierde beginkapitalen in Middeleeuwse boeken via ‘platen’ in wetenschappelijke uitgaven in de zeventiende en achttiende eeuw tot kinderboekenillustraties in de negentiende en twintigste eeuw. De ontwikkeling van reproductietechnieken was steeds van grote invloed en met die technische ontwikkeling veranderde ook de betekenis van de illustratie. Er kan tegenwoordig worden geschilderd en getekend met de muis. Ook fotografie is een geaccepteerd illustratief medium geworden. Tot slot worden niet alleen het oog, maar ook het oor en de tastzin aangesproken, dankzij de nieuwe media en technieken.’
Dit is een boek dat voor iedereen die in het onderwijs werkt, inspirerend is om te lezen. Het boek is een ontmoetingspunt van menselijke ervaringen. Het gaat over dingen die we graag doen (passies), in samenhang met datgene waar we goed in zijn (natuurlijke aanleg). In ‘Het Element’ worden situaties van bekende personen, die in hún element komen, kleurrijk beschreven. De levensverhalen brengen de impact van onderwijs op de levens van een aantal kinderen in beeld. Dat stemt op z’n minst tot nadenken. Wat opvalt is ook dat creativiteit, pragmatisme en andere vormen van intelligentie niet te vatten zijn in IQ-tests en CITO-toetsen. In het laatste hoofdstuk concludeert de auteur dat het onderwijs zich moet aanpassen aan de passie en talenten van de leerlingen/studenten. Ontdek waar kinderen goed in zijn! Mooie aanleiding om eens met elkaar te verkennen... Kijk ook eens op YouTube naar de filmpjes van Sir Ken Robinson.
Boek? Ik heb al een boek!
77
[Redactie} Martien Verheij, huisvestingsmedewerker van OOadA ontdekte het ‘bij toeval’. Toen hij omhoog keek bij de Anne Frankschool zag de schoorsteen van het belendende pand er niet erg standvastig uit. Een schoorsteen van 30 meter hoog, naast het schoolplein. “En als er iets naar beneden komt, dan komt het wel van boven,” verzekert Martien. Onderzoek wees uit dat de stenen van de bovenste drie meter eigenlijk los op elkaar lagen. De schoorsteen werd de volgende dag een kop kleiner gemaakt. Veilig spelen hangt af van vele factoren...
Schoolplein “Aan een schoolplein kun je de schoolorganisatie vaak herkennen,” zegt Martien Verheij. “Een rommelig schoolplein zie je in de school zelf ook terug.” Hij weet als geen ander wat er bij het ontwerpen en het beheer van schoolpleinen speelt. Van wensen van kinderen, ouders en leerkrachten, regels van stad en land, tot puur praktische zaken als ‘stamproosters’, de zandbak of de ontwatering. Bij de renovatie van pleinen zijn talloze gesprekspartners betrokken: ouders vragen om veiliger of afgesloten pleinen, buurtbewoners trachten geluidsoverlast tegen te gaan. Kinderstemmen geen geluidsoverlast Dat laatste is bij De Burght met een protocol beslecht: daarin staan de tijden waarin geen overlast veroorzaakt wordt. Kleuters en schoolkinderen hoeven zich na 1 januari hoe dan ook niet langer in te houden op het speelplein, want vanaf die datum geldt het geluid van kinderstemmen ook wettelijk niet meer als geluidsoverlast. “Kinderen moeten gewoon buiten kunnen spelen”, zegt een woordvoerder van het ministerie.
8
Het plein van de Boekmanschool Bij het ontwerpen van schoolpleinen spelen tallloze details mee. We vroegen de architect die twee pleinen van scholen van onze stichting heeft vernieuwd daarover wat te vertellen. Aanleiding tot herinrichting van het plein van de Boekmanschool was het verdwijnen van het NSO-gebouw op het achterterrein, waardoor er veel meer ruimte kwam om te spelen. Daarnaast was het plein aan nieuwe tegels toe. “Ik wilde eerst kleurvlakken met rubbergranulaat maken, zodat er gelijk een sportveld ontstond,” vertelt Sybolt Meindertsma, de architect. Maar dat bleek te duur, een groot deel van het budget zou in de ondergrond gaan zitten. Nu hebben we toch maar de bestaande tegels hergebruikt en het plein aangevuld met gekleurde exemplaren, zodat er toch een mooi effect ontstaat.” Doordat het schoolgebouw cirkelvormig is en midden op het plein staat, bleven versnipperde ruimtes over. Omwille van het budget moesten de al aanwezige speeltoestellen blijven staan. Een lastige opgave om daar iets moois van te maken. Sybolt: “Een schoolplein heeft structuur nodig. Je wilt bereiken dat kinderen zich verdelen over hoeken of plekken met verschillende activiteiten en gewoon hun gang kunnen gaan. Ieder zijn eigen plekje Elke groep heeft nu een ‘eigen’ deel van het plein. De jongste kinderen kregen er een zandbak en een fietscircuit bij. “De zandbak heeft een ‘interieur’ gekregen van wandjes met ramen om meer beschutting te bieden en fantasiespel te bevorderen. De interne bakranden geven aanleiding om zandtaartjes te verkopen en zorgen dat het zand beter in de bak blijft door intern
transport. Daarnaast komt er een fietscircuit dat de kinderen helpt met richting te bepalen en op te letten, bijvoorbeeld bij de oversteekplaatsen. Er komt een evenwichtsspel, waar ouders gewoon op kunnen zitten wachten als de school uitgaat. De middenbouw kreeg een eigen klimtoestel en een sportveld, geflankeerd door een zes meter lange grote tafel met banken. Die zorgt ervoor dat je samen buiten kunt zitten, eten of zelfs les kunt krijgen. Daarnaast is een lijn waarlangs allerlei spelletjes gespeeld kunnen worden: een steltenparcours, een basket, een baltrechter, hinkelcircuits en een duikelrek. Voor de oudere kinderen is er een apart voetbalveld. Maar deze kinderen willen ook vaak wat meer kletsen of rondhangen. Daarom is er een bamboebos en zijn er ook tafels met banken.” De Burght De gekoppelde schoolpleinen van De Burght waren wel ruim, maar de inrichting liet te wensen over. Vooral de kleuters, die toch een vijfde van hun schooltijd buiten zijn, misten uitdaging. Daarnaast was er behoefte om meer buitenles te geven, dingen te ontdekken, aan theater te doen en als het regent aan beschutting, zodat je niet meteen naar binnen hoeft bij de eerste druppels. Sybolt: “Als thema voor de drie in elkaar overlopende pleinen is gekozen voor ‘burcht en tuin’, geïnspireerd op de naam van de school en de omliggende, vaak zeer weelderige tuinen. De te restaureren muren rondom de pleinen zijn een prima basis om iets van het verleden van de plek te laten herleven. Oude ramen en deuren werden geaccentueerd en de muur nodigt uit om zich te laten beschilderen en voor een portrettengalerij. In de vorm van een kasteel-
muur, de muur van een burcht, worden door kinderen gemaakte tegels als een lint op de muur aangebracht. Kinderen van opeenvolgende jaren kunnen zelfportretten op tegels maken, die in de schooloven worden gebakken. Zo wordt een stukje eigentijdse historie opgebouwd, met een verwijzing naar het verleden.” De pleinen verbonden Als verbindend element loopt er over de drie pleinen een soort kralensnoer. Dat geeft ruimte om te ontdekken en te bewegen: het verloopt van gekleurde bollen en palen tot een evenwichtscircuit voor de kleintjes. Begin en eindpunt zijn een soort schoorsteenhuizen: een plek voor hardnekkig rokende leerkrachten bij de bovenbouw en een huisje voor de kleuters aan de andere kant. Sybolt: “In plaats van het bestaande toestel kwam er een klim- en glijhuis met een winkel erin. Dat sprak meer tot de verbeelding. Ook is er een skatehelling gemaakt. Het midden van de pleinen wordt vrijgehouden voor sport, spel en rennen. Op de hoeken staan palen om snel slagbal te kunnen spelen. Ze zijn ook bruikbaar als bokspringpalen en samen met de benzinepomp onderdeel van een verkeerscircuit.” Nieuwe aanpassingen van schoolpleinen staan op de rol. De derde Dalton, Oscar Carré en Anne Frank komen het eerst aan de beurt.
Aan het plein herken je de schoolorganisatie
99
Kweekvijver directieleden De Federatie Openbaar Onderwijs (gezamenlijke openbare schoolbesturen in Amsterdam) is in september 2008 gestart met een kweekvijver voor aspirant-directeuren. Tijdens het kweekvijvertraject worden mensen opgeleid (soort ESANvooropleiding) en lopen zij korte stages. Alle deelnemers aan het traject worden begeleid door mensen die werkzaam zijn binnen het Amsterdamse PO. Deelname aan dit kweekvijvertraject leidt niet zonder meer tot een baan als directeur, maar biedt wel de mogelijkheid om het aantal mensen dat een leidinggevende baan ambieert te vergroten. Alle personeelsleden van onze stichting zijn hierover schriftelijk geïnformeerd.
Ins- en outs over de ID-regeling Met dit artikel willen wij jullie graag informeren over de in’s en out’s inzake de ID-regeling en de gevolgen die de gewijzigde regeling heeft voor onze ID-medewerkers.
Arbeidsongeschiktheidsverzekering en Loyalis Momenteel zijn wij bezig met aanvullingen op het huidige arbeidsvoorwaardenpakket. Eén van de aanvullingen behelst de afsluiting van een collectief contract bij Loyalis voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Bij het ter perse gaan van dit blad waren de onderhandelingen hierover met Loyalis nog niet afgerond. Wij hopen jullie echter binnen afzienbare tijd nader te kunnen informeren over de arbeidsongeschiktheidsverzekering. [TB]
In september 2009 is het tweede en laatste jaar voor de deelnemers aan het kweekvijver traject van start gegaan. In dit jaar zullen de kandidaten met hun leeronderzoek stage lopen op een school. Daarnaast lopen ze een aantal dagen mee met een (ervaren) directeur.
Om er voor zorg te dragen dat alsnog zoveel mogelijk ID’ers een reguliere baan vinden, met name de ID’ers met een marktprofiel, stelt de gemeente Amsterdam een eenmalige subsidie beschikbaar voor werkgevers die de ID-aanstelling omzetten in een reguliere baan. Daarnaast kunnen scholen gebruik maken van een subsidie van de rijksoverheid voor het aanstellen van conciërges en administrateurs. Stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel (Stichting OOADA) heeft zich voorgenomen zoveel mogelijk van de incidentele subsidies gebruik te maken en daarmee reguliere, onderwijsondersteunende banen aan te kunnen bieden. Het aantal verwachte reguliere banen zal echter niet overeen kunnen stemmen met het aantal ID-banen. Zo is van de rijkssubsidie bekend dat dit niet meer dan één arbeidsplaats per school zal opleveren. Vanaf 1 januari 2008 tot op heden zijn er inmiddels 16 ID-medewerkers ingestroomd in een reguliere functie binnen de school, de meeste bekleden de functie van conciërge of administratief medewerkster. Ook is een ID-medewerker ingestroomd in de functie van leerkracht. Tevens zijn er 11 ID-medewerkers uitgestroomd naar een reguliere functie buiten het onderwijs.
Het streven is dat volgend schooljaar een nieuwe groep kan starten. [TB]
10 10
De gemeente Amsterdam heeft besloten per genoemde datum een zogenaamde ‘subsidiehorizon’ in te stellen. Dit betekent dat de loonkostensubsidie die wij ontvangen jaarlijks met 10% verlaagd wordt. Deze 10% komt boven op de 15% loonkosten die nu al door ons wordt betaald. Dit heeft als gevolg dat wij niet langer kunnen instaan voor het in stand houden van de ID-banen binnen het onderwijs. Op 1 juni 2008 waren er binnen de Stichting 59 mensen in dienst via de Instroom/Doorstroomregeling die werkzaam zijn op onze scholen maar waarvoor wij 85% van de loonkosten vergoed krijgen door de gemeente Amsterdam. Met de invoering van de nieuwe regelgeving heeft Pantar, de instelling die namens de gemeente Amsterdam de ID-regeling uitvoert, een profileringsysteem ingevoerd. Met behulp van deze systematiek wordt bepaald wat de kansen van een ID-medewerker op de arbeidsmarkt zijn. De volgende profileringen worden gebruikt: aanloopprofiel, kernprofiel en marktprofiel. Zodra aan iemand het marktporfiel wordt toegekend betekent dit dat men wordt geacht zelfstandig de reguliere arbeidsmarkt te kunnen betreden en vervalt, negen maanden na toekenning de subsidie aan de werkgever.
Op basis van een intakegesprek en een assessment zijn de deelnemers geselecteerd. Binnen onze stichting hebben zich acht mensen aangemeld waarvan er uiteindelijk drie zijn toegelaten tot de eerste lichting kandidaten.
Blijven er nog vragen over? Bel of mail: 020–5776047, e-mail:
[email protected] Tima Baar, Afdeling P&O Stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel
Wijziging regeling Met ingang van 5 juni 2008 heeft de gemeente Amsterdam besloten het beleid met betrekking tot de In- en Doorstroombanen in Amsterdam te wijzigen. De wijziging is bedoeld om de uitstroom van ID-medewerkers naar regulier werk te bevorderen. Door deze maatregel is de financiering van de ID-banen ingrijpend gewijzigd.
Personeel aan de Amstel
Helaas hebben wij als gevolg van de nieuwe regelgeving met ingang van 1 oktober 2009 drie ID-medewerkers ontslag aangezegd. Deze medewerkers hebben allen, voorafgaand aan het ontslag, een outplacementtraject van ons aangeboden gekregen, echter dit heeft niet mogen resulteren in het vinden van een nieuwe werkgever buiten onze stichting om. Deze voormalige werknemers kunnen op eigen verzoek worden opgenomen in het zogenaamde ‘vangnet’, een werkmaatschappij van de Dienst Werk en Inkomen (DWI), respectievelijk Stichting Pantar. [TB]
11
Einzelgänger
Blind De 15e Montessorischool Maas en Waal onderzocht hoe het is om problemen te hebben met zien. Alle overige zintuigen werden ingezet om beschuitjes te smeren, limonade te schenken, te proeven, schrijven, lopen of sporten. Inmiddels is de school alweer gestart met een nieuw jaarproject over Natuur en Techniek.
[Redactie] Controllers. Zijn dat een soort penningmeesters en hadden ze Marco Borsato misschien eerder moeten waarschuwen? Onze stichting ‘heeft er ook één’: Martijn Stormmesand. Hij kleedt zich echter niet in pak en stropdas en beweegt zich grappend en grollend door het stafkantoor. Het meeste doet hij luidruchtig. Als hij binnenkomt, leest hij een kaartje op de wand: ‘Geef mij een baan die bij mij past en ik hoef nooit meer te werken.’ “Dat zou voor mij kunnen gelden,” denkt hij hardop. “Je beroep moet zo dicht mogelijk je hobby benaderen.” Kennelijk vindt hij zijn werk leuk. Het werkklimaat op het stafbureau ook. Daarvoor doet hij zelf graag een duit in ‘t zakje, maar beschrijft zich verder als iemand met een rationele en een pragmatische kant. “Ik werk graag gekaderd. Als ik daar geen tijd voor heb, kies ik voor de pragmatische benadering. Zeg maar 70 om 30%. De emotionele kant houd ik voor thuis. Daar is het iets van 30, 30, 30.” Maatschappelijk nut Het is duidelijk dat Martijn in cijfers denkt. Maar niet alleen en dat komt ook tot uiting in de functie van controller. “Er is meestal een combinatie van regelgeving, cijfermatig inzicht en maatschappelijke betrokkenheid nodig voor deze functie. Onderwijs heeft een maatschappelijk nut. In het bedrijfsle-
12
ven hebben controllers een andere drijfveer: geld overhouden. De drijfveer in het onderwijs is om al het geld zo effectief mogelijk uit te geven aan onderwijs voor kinderen. Dat geeft mij een prettig gevoel.” Controllers Controllers zijn volgens Martijn aparte mensen. “Je schopt nu eenmaal tegen schenen. De functie van controller is binnen een organisatie een complexe. Je hebt er cijfermatig inzicht én mensenkennis voor nodig. Daarom zijn er misschien zoveel vacatures in de kranten.” Martijn wilde ooit hartchirurg worden, maar op het Atheneum ontdekte hij dat hij geen Bètamens is. Economie ging veel beter en werden het uiteindelijk twee studies: Management, Economie en Recht aan de Hogeschool Holland, en Cultuur, Organisatie en Management aan de Vrije Universiteit. Dat is iets anders dan alleen maar met cijfers goochelen: “Een controller bekijkt of alle elementen van een organisatie met elkaar verbonden zijn en de doelstellingen worden gehaald. Het gaat wel over cijfers, maar net zo goed over communicatie en verantwoording. Bereik je met de middelen de doelstellingen. Een controller is dus geen penningmeester of boekhouder.” Controllers bij een schoolbestuur “In het bedrijfsleven zorgt een controller veel meer voor de beheersmatige kant.
Maar in het onderwijs werkt dat anders. Er is geen winstoogmerk, de kern hier is dat het geld wordt uitgegeven: we richten ons in principe op een resultaat van min 1 euro. Het geld moet echter wel op de goede plaatsen komen. Onderwijsbeleid wordt snel bedacht zonder financiële paragraaf. Binnen het onderwijs is het leggen van verbanden tussen beleid en financiën nog geen gemeengoed. Je moet vaak trekken en duwen, maar dat vind ik wel een uitdaging. Het is tegelijk een eenzame baan. Je bent een ‘Einzelgänger’. De mens achter de controller Wanneer ben je trots op je werk? “Ik ben trots op de jaarrekening en het resultaat dat we behaald hebben. Maar ook
op het feit dat het lukt om directeuren, scholen en stafbureau in een prettige sfeer samen te laten werken. Dat is cruciaal voor een goed lopende organisatie.” Van wie heb je de interesse voor dit vak? “Mijn vader was accountant, maar eerlijk gezegd was hij niet zo sterk in het beheren van zijn eigen geld. Mijn moeder deed dat beter. Maar helemaal vreemd is dit vakgebied nooit geweest.” Wie is de controller in je eigen relatie? “Mijn vrouw,” zegt Martijn stellig. “Ik bemoei me daar niet mee. Als je de hele dag al bezig bent met geld, wil je ’s avonds wel eens wat anders. Ik ben iemand die graag alles netjes heeft in huis en toen bleek dat zij dat veel minder heeft, hebben we de zaken verdeeld. Zij betaalt de rekeningen, ik ruim op. Ik check natuurlijk wel alles, dat begrijp je. Dat is de aard van het beestje.” Wanneer heb je voor het laatst iets voor de eerste keer gedaan? “Dat is een goeie vraag. Ik denk dat dit al weer jaren geleden is. Ik houd wel van regelmaat. Maar als ik dan iets nieuws doe, wil ik ook echt knallen: op safari, parachutespringen of met de Oriëntexpres van Parijs naar Venetië.” Zo ontsnap je uit de de wereld van de cijfers? “Nou ja, het spreekt tot mijn verbeelding. Als je tóch iets aparts wilt beleven, vind ik dát wel een mooie manier.”
13
[Redactie] Vijf jaar werken op een school en al vijf directeuren meemaken. Michiel Jehee maakt dat nu mee. Loes Diekmann werkt veel langer op de school en is ervan overtuigd dat het niet aan het team ligt. Is het dan pech geweest? Of smeden directeurswisselingen juist een band tussen teamleden? Een gesprek over de Nicolaas Maesschool. Na een lange en inspirerende periode onder leiding van Hans Hamstra, kwam de Nicolaas Maes vijf jaar geleden in roeriger vaarwater en
onderging vijf directeurswisselingen. Deze directeuren hebben om uiteenlopende redenen korte tijd gewerkt op de school. Lastig Toen ’de Maes’ nog onder Stadsdeel Oud Zuid resulteerde, besloot de politiek een ‘cultuuronderzoek’ te verrichten op de school. Zoveel directeurswisselingen moesten wel aan het team liggen: dat was te lastig en deed aan blokvorming. De huidige directeur, Francesca Hand, beschrijft haar team als pittige, mondige mensen. Kritisch, maar niet gewond door al die wisselingen. Ze maakte al tien jaar deel uit van het team en was er ook een tijdje waarnemend directeur. Haar aanstelling werd door het team en de MR onmiddellijk toegejuicht. Onderzoek Loes Diekmann: “Met het cultuuronderzoek wilde het toenmalige bestuur meer te weten komen over de onderlinge samenwerking op de school. Daaruit bleek dat we het vaak eens zijn met elkaar en als we het oneens zijn, vinden we altijd weer overeenstemming door allemaal een beetje water bij de wijn te doen. Het team had wel moeite met een te sterke topdown-benadering. Daar zijn wij misschien te eigenwijs. Eigenlijk hadden wij voor die uitkomst zo’n cultuuronderzoek helemaal niet nodig.” Continuïteit Omdat de Nicolaas Maesschool gelukkig een sterk managementteam heeft, behield de school tijdens de directiewisselingen toch zijn continuïteit. MT-leden staan bij ons op school ook nog een deel van de week voor de klas. Daarmee is de afstand tussen leiding en praktijk klein. Wel zagen we dat het MT gaandeweg de jaren steeds meer werk op haar bord kreeg. Samen met Francesca Hand, de nieuwe directeur, wordt daar nu meer balans in gebracht.
Vijf op een rij 14
Nascholingsbereid Hoe wordt een team zo hecht? “We zijn eigenlijk altijd een hecht team geweest,” denkt Loes. “Ook in de tijd van Hans Hamstra was dat al zo. Hij had overal zin in en overal tijd voor. Dat maakt dat je heel gelukkig wordt in je werk. De mensen die toen op school kwamen werden door hemzelf gekozen, dat kon toen nog. Iedereen nam zijn talenten mee en die werden volop ingezet. Het zijn mensen die ook andere dingen dan alleen onderwijs leuk vinden. Mensen met een brede blik, dat maakt het leuk. Het opleidingsniveau van ons team is hoog, de meeste mensen hebben doorgeleerd en weten van wanten. De nascholingsbereidheid is hier groot.”
Cultuur Michiel: “De school heeft enorm veel aan muziek, theater en dans gedaan. Daar is de Nicolaas Maes bekend door geworden. De afgelopen jaren is dat allemaal door het subsidiebeleid verminderd, de buitenschoolse projecten werden gewoon te duur. Maar dat we nemen nu weer op. Ik ben aangesteld als cultuurcoördinator en ben ervan overtuigd dat we heel veel leuke dingen gaan opzetten. Ons schoolorkest staat alweer op poten.” Loes: “Michiel is er goed in om daar achteraan te zitten. Hij heeft theaterwetenschappen gestudeerd en kan zijn netwerk mooi gebruiken.” “We krijgen het druk genoeg,” volgens Michiel, “want het gebouw moet worden gerenoveerd. Het is nog niet zo lang geleden opgeknapt. We zullen ongetwijfeld wel een tijdje in een ander gebouw moeten worden opgevangen. En dan is het een uitdaging om toch allerlei leuke projecten staande te houden.” Loes: “Misschien kunnen we straks wel een nieuwe vleugel naar je vernoemen, ha, ha…” Francesca “Ik ben echt trots op dit team”, zegt Loes. “Na het plotselinge vertrek van onze laatste directeur (voorjaar 2009) waren we verbijsterd, maar hebben zowel ouders als teamleden zich heel professioneel opgesteld. Het bestuur heeft het heel netjes afgehandeld; daar waren we erg tevreden mee.” Mag je stellen dat het MT de school er in die jaren doorheen heeft getrokken? “Nee, dat hebben we echt met z’n allen gedaan. Juist met z’n allen. We zijn als team nu heel blij met Francesca. Ze is in augustus 2009 begonnen, maar kende de school al veel langer. Zij weet op een goede manier leiding te geven aan ons en brengt sfeer.“ “En ze is er goed in hoe ze slecht nieuws moet brengen,” vult Michiel aan. “Oh ja?,” lacht Loes, “Heeft ze je de wacht al aangezegd? Nee, maar zonder dollen, ik hoop wel dat ze het redt. Haar bordje wordt steeds voller, dat merken we allemaal. Iedereen gaat ervan uit dat het een succes wordt. Trouwens, mogen we wel eerst lezen wat je schrijft?”
15
Voorzitter van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van OOadA. André van Oostveen was het, Gidy Marijnen ís het. Een terug- en vooruitblik van twee vrijwillige bestuurders.
André Wat doe je in het dagelijks leven en hoe kwam je er bij om plaats te nemen in de GMR? Ik leef samen met drie kinderen en hun moeder en geef les in het voortgezet onderwijs in Purmerend in maatschappijleer. Kun je drie speerpunten geven die je zelf het allerbelangrijkste vindt voor OOadA? Mijn speerpunt was het inrichten van een goed werkende GMR. Ik hoop, dat dat gelukt is. Aan de nieuwe GMR om mijn (on) gelijk te bewijzen. Hoe open staat het bestuur van OOadA voor de GMR? Ik heb van het bestuur vertrouwen gevoeld jegens de GMR, maar ook respect voor de eigen positie van de GMR. Hoe is de verhouding ouder- personeelsgeleding in de GMR? Op MR-niveau vergader je met de vader van en de juf van. Dat valt op GMR-niveau weg. Aan de andere kant gaat het in de GMR écht om personeelsbeleid dat voor de personeelsgeleding heel belangrijk is. Hoeveel tijd kost het GMR-voorzitterschap? Met dank aan secretaris Kees van Dongen kon ik de tijd beperkt houden, ook al omdat ik besloten had aan het eind van het vorige schooljaar te stoppen. Het lastige is, dat de tijd niet altijd in de hand te houden is, als er sprake is van een conflictsituatie of van bijvoorbeeld een niet functionerende werk-
16
groep. Daarnaast is er natuurlijk nog het werk in de MR en het informeren van de MR. Alles bij elkaar iedere week een dagdeel, als ik een schatting moet maken. Maar ten tijde van de fusie was er snel een verdubbeling van deze hoeveelheid tijd door alle overleggen, die met die fusie samenhingen. Er is trouwens een duidelijke limiet aan de tijd, die het voorzitterschap kost, omdat ik ook nog een baan heb, voorzitter ben van een watersportvereniging en het huishouden ook moet blijven draaien. Doet OOadA voldoende aan publieke verantwoording? In het poldermodel wordt veel overlegd en verantwoord. Voor het bijzonder onderwijs zat de publieke verantwoording ingebed in de eigen confessionele zuil. Het openbaar onderwijs werd direct bestuurd door de overheid. Door het verzelfstandigen van het openbaar onderwijs kreeg het een eigen bestuur, dat echter niet een binding heeft met een ‘openbare zuil’, zoals het confessionele onderwijs. Die openbare zuil heeft geen duidelijke organisatie, maar bestaat uit een vrolijke wirwar van buurtclubjes en verenigingen, vaak sterk afhankelijk van individuele personen, maar als geheel veel te divers en te vergankelijk om organisatorisch op te kunnen bouwen. Ik heb hier vooral als bestuurder in het voortgezet onderwijs, wat ik ook zo’n tien jaar gedaan heb, uitgebreid over gediscussieerd. Als bestuurder was het probleem nog groter. Waaraan ontleent een door coöptatie benoemde bestuurder zijn mandaat? Als MR-lid word je in ieder geval nog gekozen, als bestuurder zit je er omdat je de goede contacten hebt. Als je de huidige politieke ontwikkelingen erbij betrekt, wordt het probleem nog groter: de ontwikkeling van de mondigheid van de gemiddelde burger die helemaal geen behoefte meer heeft aan
mensen, die namens hem praten. Enfin, terug naar publieke verantwoording. Misschien moeten we er maar mee leven, dat er geen heldere eenduidige manier voorhanden is. Soms zal het op buurtniveau moeten, als er iets met een school aan de hand is. Soms op stadsdeelniveau als het om de algemene toetsing gaat. Een open houding en alert inspringen op vragen uit delen van de samenleving is daarbij belangrijk. En het zou heel goed zijn als de GMR zichzelf als publiek orgaan zou willen zien, waaraan het bestuur verantwoording aflegt. Vind je de GMR krachtig genoeg, slagvaardig? Of een GMR krachtig en slagvaardig is, zal blijken als dat nodig is. Als het niet nodig is, is het zinloos machtsvertoon. Zijn de stukken die behandeld worden altijd te begrijpen? Het is niet nodig alles te snappen, integendeel. Het is belangrijker te zien wat er gebeurt. Overigens is het bestuur heel geduldig in het beantwoorden van alle vragen. Heb je wel eens het gevoel gehad achter de feiten aan te rennen? Neen. Enig gevoel voor Kafkaeske processen is daarbij wel heel welkom. Wanneer ben je tevreden? Nooit. Of toch wel, als je eraan gedaan hebt, wat je eraan kon doen.
Mijnheer
de
Voorzitter
Gidy Wat doe je in het dagelijks leven en hoe kwam je er bij om zitting te nemen in de GMR? Ik ben vader van drie kinderen die alle drie op De Kleine Reus naar school gaan. Opgeleid als econometrist, heb ik in binnen en buitenland gewoond en gewerkt, heb ik een eigen bedrijf gehad, dat weer verkocht en heb nu tijd voor gezin en allerlei losse werkzaamheden. Door betrokkenheid bij De Kleine Reus ontdekte ik hoe belangrijk een basisschool is voor de samenhang van een gemeenschap en door die nieuwsgierigheid belandde ik in de MR. Kun je drie speerpunten geven die je zelf het a llerb ela ng rij k ste vindt voor OOadA? • Professionalisering door veel gemeenschappelijk beleid met behoud en versterking van uiteenlopend aanbod van onderwijsmethodes en schoolcultuur, • een bovengemiddeld onderwijsresultaat, en • een krachtig humanresourcesbeleid dat aansluit op de uitgangspunten van het ‘Convenant Leerkracht’ van de commissie Rinnooi Kan. Hoe open staat het bestuur van OOadA voor de GMR?
Wij hebben vooral te maken met de directie van OOadA. Mijn gevoel is dat directie en bestuur de GMR niet alleen serieus neemt maar de bijdrage van de vertegenwoordigers van personeel en ouders ook als toegevoegde waarde beschouwt. Voor een beginnend voorzitter een grote luxe. Doet OOadA voldoende aan publieke verantwoording? Onze scholen hebben allemaal een belangrijke maatschappelijke functie in hun buurt. Daarom is er al veel publieke verantwoording vanuit de scholen en zo moet dat ook. Omdat het bestuur de formele eindverantwoordelijkheid draagt voor alle scholen moet zij zich ook als zodanig presenteren aan de betrokkenen. Dus: het bestuur staat voor professionaliteit in organisatie, financiën en facilitaire voorzieningen, voor continuïteit van onderwijsaanbod en voor een gemotiveerde en hoog gekwalificeerde groep leerkrachten. Zij legt daarover verantwoording af aan overheid, ouders en personeel. Het eerste strategisch plan van OOadA is veelbelovend. Het eerste jaarverslag geeft al veel inzicht. Een onderscheidend eigen gezicht van OOadA zal zich in de loop van de tijd ontwikkelen en dat is prima. Waar moet de GMR komende periode aan werken? Een belangrijk deel van ons werk komt voort uit de activiteiten, plannen en rapporten van de directie. Het gaat dan over periodieke verslagen en beleidsstukken. Belangrijke beleidsonderwerpen voor dit jaar gaan ondermeer over Passend Onderwijs, Professionalisering Leerkrachten, beloningsdifferentiatie en toelatingsbeleid voor scholen. Hierin zijn wij als GMR áctief reagerend. In onze laatste vergadering hebben wij besloten om dit jaar een eigen speerpunt te hanteren en dat gaat over het Convenant Leerkracht. Hiermee zullen wij op eigen ini-
tiatief meedenken over hoe de stichting en de scholen afzonderlijk kunnen bijdragen aan de doelstelling om positie en status van de leerkracht in ons onderwijs te versterken. Vind je de GMR krachtig genoeg, slagvaardig? Zeker als voorzitter moet je nooit tevreden zijn over je eigen resultaat. Een belangrijke voorwaarde voor onze effectiviteit is eendracht met waardering voor afwijkende meningen binnen de GMR groep. Omdat aan deze voorwaarde lijkt te zijn voldaan ben ik erg optimistisch over onze bijdrage. Zijn de stukken die behandeld worden te begrijpen? Als ouders krijgen we soms hele dikke stukken te lezen die niet altijd helder zijn. Toen wij ons functioneren van het afgelopen jaar evalueerden bleek dat ouders wel eens denken ‘Ik snap het niet helemaal maar misschien ben ik de enige’. Dat was dus niet zo. Bovendien bleek dat als een ouder het niet helemaal begreep, niet alleen de leerkrachten maar ook directie en bestuur het dikwijls niet helemaal scherp op een rijtje hadden. We hebben nu afgesproken om bij vragen altijd om helderheid te vragen. Dus ook bij ogenschijnlijk domme vragen. Wanneer ben je tevreden? Blijheid en tevredenheid als GMR lid komt voort uit het gevoel een werkelijke bijdrage te hebben geleverd aan het onderwijs voor onze kinderen. Het voldoen aan de wettelijke procedures en verplichtingen van een GMR is een voorwaarde, maar leidt bepaald niet tot levensvreugde. Als directie en bestuur door ons toedoen beter presteren, gaan wij als vrijwillig betrokkenen tevreden naar huis. Welke vraag vind je dat hier gesteld had moeten worden? Wat vinden je kinderen ervan? Voor die generatie doen we het tenslotte.
17
Afgeslankt Was het ooit al lastig de keuze voor de voorschoolmethoden Pyramide en Kaleidoscoop te omzeilen omdat Ko Totaal niet aan de eisen voldeed, inmiddels zijn er overal ‘afgeslankte’ vormen van deze methodes ontstaan; ze bleken in de praktijk niet haalbaar. Ko wordt zelfs nog buigzamer; het programma had al een redelijke vrije opzet, maar nu ontstaan er nieuwe varianten voor Montessorischolen en voor hele jonge kinderen. Ronald Blikman, directeur van de Merkel-
Ko
bach: “De scholing duurt twee jaar en de leerkrachten gaan er met een gezonde dosis enthousiasme mee aan de slag. Ook de IB’ers en de Remedial Teacher doen mee. Er meldde zich al een leerkracht uit groep 5, omdat ze in de toekomst graag een kleutergroep wil draaien.”
Light-lunch Na een lunch lichtte Henk Boes, portefeuillehouder onderwijs van Zuideramstel tijdens de openingsmiddag de keuze van zijn stadsdeel toe: “We zoeken naar een ‘light-vorm’ van VVE – we zien dat dat nodig is en het is gelukt om iedereen mee te trekken in dit proces.” Daarna liet Djuna Denkers, van het Centrum voor Nascholing, het instituut dat de scholing verzorgt, de aanwezigen aan den lijve voelen hoe cruciaal taal is. Iedereen kreeg setjes woorden die met taal en gebaar aan elkaar uitgelegd moesten worden. Beide directeuren konden zich redelijk verstaanbaar maken.
gaat op maat
Twee scholen van OOadA leven gebroederlijk naast elkaar in hetzelfde gebouw: de Merkelbach en de 12e Montessori De Stern. Ze wonen in een multifunctioneel gebouw, vlak naast het grote winkelcentrum in Buitenveldert. De scholen zijn elkaars concurrenten als het gaat om aan het aantrekken van leerlingen, maar werken samen in de tussen- en naschoolse opvang en de nieuwe Voorschool.
18
Woensdag 9 september 2009 werd de start van de scholingsperiode en de opening van de Voorschool gevierd. Een Voorschool waarin groepsleerkrachten van beide basisscholen, medewerkers van de peuterspeelzaal Villa Fleur en het kinderdagverblijf Pompidoe samenwerken. Dat laatste maakt het nóg aparter: bij deze pilot zullen nieuwe broertjes voor Ko en Puk geboren worden. Er komt een ‘Montessori-Ko’ en voor het kinderdagverblijf (kinderen van 0 tot 4) zelfs een ‘Baby Ko’. “Hoe het programma er uit komt te zien,” zegt Thérèse Heine, directeur van De Stern, “weten we nog niet. Dat moet nog allemaal bedacht worden. Ongetwijfeld wordt het een doorgaande lijn en iets van een ‘taalbad’. Onze twee scholen verschillen van doelgroep, maar de kinderen kunnen extra taalondersteuning heel erg goed gebruiken.”
19
Masterclass zet je aan het denken
[Redactie] 71 Amsterdamse leerkrachten zitten weer in de schoolbanken. Ze volgen een Masterclass van een jaar om ‘door de verbreding van hun professionaliteit beter toegerust te zijn, om hun complexe onderwijstaak in de grote stad uit te voeren’, aldus de projectinformatie.
Annet Jongen is leerkracht aan de Anne Frankschool; ze volgde er een LIO-stage en nu staat ze vier dagen in een kleutergroep. Woensdags doet ze werk als bouwcoördinator. Sinds januari 2009 volgt ze de eenjarige Masterclass. De opleiding versterkt het ‘meesterschap van jonge, talentvolle Amsterdamse leerkrachten die de komende jaren graag leraar willen blijven’. Dat is bijzonder, want de meeste opleidingstrajecten die leraren kunnen volgen, zijn gericht op een andere functie binnen een school.
Houden we jou zo in het onderwijs? “Ik ben iemand die graag leert. Op school heb ik het goed naar mijn zin, maar ik vind het leuk om meer te doen dan lesgeven,” antwoordt Annet, “De Anne Frank is een Montessorischool en het nadeel van dat onderwijs vind ik, dat je nogal vastzit aan je groep. Eenmaal in een bouw kom je er niet zo snel meer uit. Ik zit nu al zes jaar in mijn ‘comfortzone’. Het is wel een erg leuk team. Toen ik als stagiaire binnenkwam, stelde iedereen zich aan me voor. Dat heeft echt indruk op me gemaakt, op alle negen andere scholen gebeurde dat niet. De extra stap die je kunt zetten, wordt hier gezet.” Masterclass De Masterclass wordt georganiseerd door de gemeente, de schoolbesturen en de lerarenopleidingen. De opleiding is op academisch niveau en wil een brug slaan naar de alledaagse praktijk. Projectleider Martin van der Harst: “Deelnemers leren na te denken over hun schoolorganisatie en hun eigen functioneren. Waarom werken we zoals we gewend zijn en hoe kan het nog beter, scherper?” Er zijn vier thema’s en Annet heeft er daar nu drie van achter de rug: Culturele Diversiteit, Veiligheid en School&Omgeving. Na de herfst volgt nog een onderdeel over Taal. School&Omgeving is een voornamelijk informatief deel. Annet: “Er werd ingegaan op onderwijsorganisatie en samenwerking met externe partners, bijvoorbeeld bij Brede scholen. Je komt zo meer te weten over wat er speelt en hoe de samenhang is tussen onderwijs en zorginstellingen. Best nuttig om daar meer over te weten.” Veiligheid Van de vier onderwerpen van de Master-
20
class lijkt ‘Veiligheid’ een nogal oppervlakkig onderwerp? Annet: “Integendeel. Maar de benamingen van de onderwerpen dekken de lading niet altijd. Het ging hier over veiligheid in communicatie. Omdat ik bouwcoördinator ben, houd ik me op school bezig met de overlegstructuur. Ik wilde graag meer en duidelijker overleg en heb dat voor de Masterclass beschreven in een verbeterplan. Zo heeft de opleiding direct te maken met de praktijk op school.” “Het is vooral leuk om analytisch te kijken naar de veiligheid in communicatie. We onderzochten of je op vragen van anderen als kind reageert; vanuit je emotie, als ouder; meer kritisch en belerend, of als volwassene. Er werden situaties gespeeld en dat was heel indrukwekkend. Door die oefening kwam in alle heftigheid een aanvaring met een ouder in het eerste jaar dat ik les gaf weer bij me boven. Dit was voor mij absoluut het interessantste onderwerp van de Masterclass tot nu toe.”
Ik stel me nu meer de vraag wat de populatie voor je school betekent. Dan krijgt het verhaal een andere kleur.” Het vervolg “Toen we met de Masterclass startten dachten sommige collega’s echt aan een Masteropleiding te beginnen. Maar het is meer een opstap naar iets wat er achteraan kan komen. De Masterclass is een verdieping. Eigenlijk hoopte ik een idee te vinden voor een vervolgstudie, maar dat is nog niet gebeurd. Ik heb tijdens de PABO pedagogiek gestudeerd, maar merkte dat ik niet geïnteresseerd ben in een wetenschappelijke opleiding.” Een extra opleiding tijdens de PABO? “Ik vond de PABO maar saai. Ik had er behoefte aan om meer te leren. Mensen vragen me wel eens wat ik dan op een basisschool doe, maar ik vind het leuk om
kennis in praktijk te brengen. De Universitaire PABO zou wel wat voor mij zijn geweest, maar die bestond zes jaar geleden nog niet. Ik zal ongetwijfeld wel weer aan een nieuwe studie beginnen. Maar het moet me wel duidelijk zijn wat ik met zo’n opleiding wil of kan.” Januari 2010 start een nieuwe groep leerkrachten in de Masterclass. Meer informatie: http://www.meesterschap.nu/ Illustraties midden en onder: 1e Montessori De Wielewaal
Culturele diversiteit Hoe ga je met elkaar om als je een probleem wilt bespreken? Benader je een buitenlandse ouder rechtstreeks met de opmerking dat je denkt dat hun kind iets uitgehaald heeft, of kun je meer bereiken door een ‘omtrekkende’ beweging te maken? Culturele diversiteit heeft te maken met communicatie in multiculturele situaties. Is dat zinnig voor iemand op de Anne Frankschool? Annet: “Veel van de besproken situaties gingen over de moslimcultuur, dat is waar. Maar als je daar op doorgaat, realiseer je je dat elke school een meer gemixte populatie heeft. Ook de hoogopgeleide Nederlandse ouders brengen een eigen cultuur met zich mee de school in, waar je als school rekening moet houden.
21
Veertig IB’ers op de mat
“De interne begeleider moet deze keer centraal staan’, dat was mijn uitgangspunt bij het organiseren van de studietweedaagse in Soest waar 40 IB’ers uit het netwerk van OOADA bij elkaar kwamen,” vertelt Harriët Kollen, bovenschools zorgcoördinator van onze stichting. “Deze keer wilde ik graag een andere vorm aandragen. Het moest niet alleen gaan over de taken van een IB’er of leerlingvolgsystemen. Dit keer zou de IB’er zelf het instrument zijn. De dagen stonden in het teken van plezier, ontwikkeling, durf en daadkracht!” De interne begeleider heeft op school een belangrijke schakel functie, deze wordt de komende jaren alleen maar intensiever. Er wordt een steeds groter appèl gedaan op deze ‘duizendpoten’: IB’ers schrijven zorgplannen, sturen de leerlingenzorg aan, coachen en doen aan kwaliteitsbewaking en managementondersteuning. Daarnaast zijn er nog externe taken: breed zorgoverleg, oudergesprekken en allerhande bijeenkomsten met externe instanties. Dit alles bij elkaar vraagt een heleboel van de IB’er, zowel op persoonlijk vlak als professioneel.
22
Op de tweedaagse kwamen 40 verschillende persoonlijkheden bij elkaar met hun eigen achtergrond en ervaringen. Sterke kanten maar ook onzekere kanten werden met elkaar gedeeld. Doel was te ervaren hoe de eigen kwaliteiten optimaal te benutten rondom de begeleiding van leerkrachten naar Passend Onderwijs. Harriët: “Ik heb de tweedaagse ervaren als een inspirerende ontmoeting met gedreven mensen die allemaal hun eigenheid inbrachten. Het potentieel blijkt groot. Openbaar onderwijs aan de Amstel mag blij zijn met zo’n club IB’ers. Ik ben er trots op met deze mensen een vernieuwende koers te varen. Verder op weg naar Passend Onderwijs. Wat vonden de IB’ers er zelf van? Hanneke Waldram, Oscar Carré Sinds het ontstaan van onze stichting zijn we een grote club van 23 scholen. Met vaak twee IB’ers per school betekent dat ons netwerk zo’n 40 mensen telt. Te groot om te ontvangen op bestuursbureau, daarom kan er per telkens maar één IB’er per school meedoen aan het overleg. Op deze manier kan het heel lang duren voor iedereen elkaar kent. Lastig, en daarbij waren de drie
‘oude’ clubjes erg gewend waren aan de kleinschaligheid van zeven of acht scholen bij elkaar. Korte lijnen en bekendheid met elkaars expertise waren grote voordelen van de situatie voor de fusie. Vanuit deze beginsituatie is de gedachte ontstaan dat het tijd werd voor een tweedaagse voor alle IB’ers. Dat schept immers de mogelijkheid om met elkaar bezig te zijn rondom een bepaald thema. Harriet Kollen, de bovenschoolse zorgcoördinator van de stichting, vond al snel meedenkers om de twee dagen inhoud te geven. Een ronde gesprekken met alle IB’ers persoonlijk maakte dat de inhoud goed aansloot bij ieders wensen en verwachtingen. Marlijn Bast, De Witte Olifant: Wij zagen het al helemaal voor ons, een tweedaagse in een mooi hotel met een lekkere lunch en een goed diner! Ja, wij wilden wel een studietweedaagse. En we wilden elkaar natuurlijk leren kennen én ook graag wat leren. Vol verwachting togen we donderdag 17 september voor dag en dauw op pad, richting Soest, naar… de Jeugdherberg…! Sommigen kenden de locatie al vanwege de schoolkampen. En ja hoor, er waren ook echte kinderen geregeld, zodat
wij ons goed konden blijven inleven voor wie wij ons nu ook al weer twee dagen lang zouden gaan inzetten. Thema moest worden: Passend Onderwijs. In de zogenaamde ‘Heidegroep’, die de tweedaagse voorbereidde, kreeg men al last van weerstand: hoezo passend onderwijs? Eérst nu maar eens de rol van de Intern Begeleider centraal stellen. Dat Passend Onderwijs er aan komt weten wij wel, maar hoe kan de Intern Begeleider zijn/haar taak (daarin) goed uitvoeren? Er werd gekozen voor het thema ‘Persoonlijk Leiderschap’, natuurlijk gekoppeld aan Passend Onderwijs. Een beetje bang voor al te zweverig gedoe was men wel. En het was ook even wennen om met 42 IB’ers in een kring te zitten (zodat we elkaar allemaal in de ogen konden kijken) en ons open te stellen voor elkaar. We werden echter vakkundig begeleid door de firma ‘Schutcoaching’ en er zat een goede opbouw in het programma. Elwin Swinkels (De Springstok): Voor het avondprogramma was Bas van Raay gevraagd om ons iets te laten voelen van ‘De Mat’. De mat is een goede, simpele en overdraagbare manier om naar interactie
kijken. In de training liggen twee matten op de grond met elk een groen en rood gedeelte. Wanneer de we moeite hebben met het gedrag van een ander ga je op het rode gedeelte staan, of als je dat accepteert op het groene deel. Het maakt je bewust van je gevoel, je staat vaker op rood dan je denkt… Hanneke Waldram: Terugkijkend ben ik nog steeds vol bewondering voor de openheid van alle aanwezigen en de bereidheid tot meedoen en meedenken waardoor de twee dagen een groot succes waren en naar meer smaken. Het effect zal zeker doorwerken in de intervisiebijeenkomsten die in dit schooljaar ook al gepland zijn. Het heeft een gevoel van saamhorigheid teweeg gebracht. Elwin Swinkels: Voor mij heeft de tweedaagse een duidelijke leervraag opgeleverd en heeft mij aan het denken gezet: wat kan ik goed en waar moet ik beter in worden. Verder waren er veel praktische voorbeelden waar ik iets mee kon. De intervisiegroepen lopen nu weer verder. Je merkt dat er veel herkenning is omdat we tegen dezelfde uitdagingen aanlopen. Dat schept een band.
23
Kan mobiliteit, een andere school, voor jou een probleem worden? Ik heb er wel eens over gedacht en ook wel eens rond gekeken, maar ik werk hier heel fijn. Fijne collega’s, kinderen en ouders. In de jaren dat ik er werk is er een aantal keer een andere directie gekomen, waardoor de school ook weer heel anders werd. Verder zit ik nu sinds een paar jaar in de middenbouw en ben ik langzaam op weg naar de bovenbouw! Nog genoeg uitdaging dus. En als je naar huis gaat, ben je vijf minuten later thuis!
Marjan Gietermans is leerkracht van groep 3A op De Burght. Je zat ooit als kind op deze school. Welke bijzondere herinnering is je uit die tijd bijgebleven? Op het plein stond vroeger een prachtige dikke kastanjeboom. Daarachter werd je tijdens het jongens en meidenpakkertje gevangen gehouden! Alleen voor een zoen mocht je eruit! Helaas is de boom, tijdens mijn begin jaren op de Burght gekapt, omdat hij van binnen helemaal rot was. Het restje van de stam heeft er uiteindelijk nog een paar jaar zielig bij gestaan...
Wat vind je het leukst tijdens je werk? De kinderen natuurlijk. De manier waarop zij reageren en kijken naar dingen. Dat blijft bijzonder! En natuurlijk de grote betrokkenheid van de ouders op deze school. Als je met een thema bezig bent, is er altijd wel een ouder die de boel kan opleuken met een passend uitje, of een leuke les in eigen atelier bijvoorbeeld. Ik ben jaren met de rondvaartboot naar Artis geweest, dankzij een stel ouders! Welk vak zou dringend moeten worden ingevoerd op de basisschool? Ik vind het sociaal pedagogisch klimaat
heel erg belangrijk op een school. Dat is natuurlijk geen vak apart, maar speelt de hele dag door een rol, tijdens al je lessen. Het zou mooi zijn als je in een groot team als het onze, daar de neuzen nog meer één kant op kon krijgen! Wie zou je graag nog een keer willen spreken? Mijn oude juffrouw Bette, uit de eerste klas. Zij is helaas overleden toen ik zelf nog op school zat. Waar heb je nog altijd moeite mee? Dat het werk eigenlijk nooit klaar is. Als je laat in de middag naar huis gaat liggen er altijd nog dingen die niet af zijn. Dat frustreert wel eens! Wat heeft verandering in je leven gebracht? Dan denk ik meteen aan het gebruik van de computer. Ik heb denk ik, een jaar of zeven geleden weer een opfriscursusje gedaan en ik kan me nu niet meer indenken te werken zonder computer. Het maakt het leven een stuk simpeler en ik vraag me geregeld af hoe ik het voorheen zonder deed! In welk restaurant kom je graag terug? In restaurant Jottum in en zijstraat van de Westerstraat, naast café Nol. Ze hebben hier een heerlijk Tapas-menu! Wie klikken we volgende keer aan en waarom? Mireille Otten van de Boekmanschool. Wij zijn sinds de PABO vriendinnen en zij werkt, ondanks dat ze al jaren in Alkmaar woont, nog steeds voor ons bestuur.
Aangeklikt
Is het karakter van de school inmiddels veranderd? Aan ene kant wel, aan de andere kant niet. Er zaten toen echt meer kinderen uit de Jordaan op school. Meer arbeidersklasse. Aan de ander kant was de school toen en nu een afspiegeling van de mensen die er rondom wonen.