BIND middel Personeelsblad Stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel
Jaargang 2 #4, februari 2014
Passend onderwijs
www.ooada.nl
De Leerkracht als Held
VERtekenen
VERleiden
Passend onderwijs Het personeelsblad helemaal in het teken van passend onderwijs. Wij maken van de gelegenheid gebruik om vooral te onderstrepen dat onze schoolteams en ons bestuurskantoor al heel veel doen om straks klaar te zijn voor de toekomst. BINDmiddel is het personeelsblad van Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel jaargang 2 #4, februari 2014
Zo hebben alle scholen een film gemaakt over passend onderwijs
Met dank aan Studio 100 voor foto Mega Mindy
het directieberaad en IB-netwerk komt het geregeld naar voren.
2 VERtekenen
3 VERleiden
4 VERgezicht
6 VERwoorden
Cartoon
Voorwoord
Interview met Sander Dekker
Inhoud
Colofon
Alles wat je moet weten over passend onderwijs
8 VERdiepen
10 VERdelen
11 VERdelen
De gevolgen van passend onderwijs
Leestips passend onderwijs
Onderwijsarrangement: De Opmaatgroep
12 VERbreden
14 VERspreken
Passend onderwijs in andere landen
Column Passend onderwijs: Armageddon?
tegen het licht gehouden. De urgentie van klassenbezoeken en
Maaike Sluijter Intern begeleider en lid van het managementteam van De Springstok
collegiale consultaties wordt steeds meer erkend én ze worden
Ronald Blikman Schoolleider van de Merkelbachschool
vraaggerichter ingezet. We horen over interessante vondsten voor
Annemarie Jongkoen Schoolleider van De Witte Olifant
Er wordt veel gesproken over de diversiteit van het populatie
Marianne Rozendaal Leerkracht en taalspecialist op De Kleine Reus
geld straks snel en goed te verdelen. Er vinden experimenten
Tima Baar Personeelsadviseur OOadA
ook uitgevoerd. Er vinden trainingen voor complexe gesprekken met ouders plaats. Ambulante begeleiding wordt flexibeler en onderwijsarrangementen op scholen en de uitwisseling daarover. en de gevolgen daarvan. We sleutelen aan de manieren om het plaats met onderwijsadviseurs. Kortom: op augustus 2014 zullen wij niet als kippen naar de bliksem staren. Binnen het samenwerkingsverband lopen we voorop.
Taco Stroo Algemeen beleidsmedewerker OOadA
Makkelijk is het nu al niet en makkelijk zal het ook na augustus
Ineke Kersten (gastredacteur) Oprichter Opmaatgroep De Kleine Reus
al heel veel van schoolteams, soms teveel. En ook al gaan we er
Ontwerp Lilian de Jong Toewan Grafische Communicatie
hoeven we niet te verwachten. Toch zijn wij positief gestemd als
Fotografie
Rob Wolthuis
spirit van de teams om het steeds weer beter te doen, om steeds
Eindredactie
Taco Stroo
Druk
Raddraaier BV
niet worden. De diversiteit aan ondersteuningsbehoefte vraagt financieel op vooruit, gouden bergen en legers met versterking we kijken naar de ontwikkeling die scholen doormaken en de maar weer op zoek te gaan naar mogelijkheden binnen het reguliere onderwijs. Ik denk dat het eigenwijze, het creatieve en het innovatieve dat zo eigen is aan OOadA-scholen een cruciale basis zal zijn onder ons passend onderwijs. Daar zijn wij trots op. Laten we vooral met elkaar optrekken, want passend onderwijs,
Zin en onzin over passend onderwijs
18 VERrassen
19 VERanderen
20 VERbeelden
20 VERvolg
Ik wil het kind zién
Mobiliteit
De Springstok
Thema volgende uitgave
Intranet
2
15 VERzinnen
We hebben er personeelsdagen aan besteed met uitwisseling. In Op de scholen staat al veel in de steigers. Zorgparagrafen worden
De redactie
Inhoud Passend onderwijs De Leerkracht als Held
en is er ook een indrukwekkende compilatie van alle 21 scholen.
dat doe je niet alleen. Bindmiddel is gedrukt op papier afkomstig uit verantwoord beheerde bossen Houd jij van schrijven en wil je graag meewerken aan BINDMIDDEL, stuur dan een mail naar
[email protected] of bel: 020 5776044 / 0641487673 Zie voor een digitale versie van het blad: www.openbaaronderwijsaandeamstel.nl
Veel plezier met het lezen van de vierde editie van Bindmiddel. Hartelijke groeten van het College van Bestuur, Marilene Streefland en Herbert de Bruijne 3
scholen meer ruimte bieden om onderwijs in te richten op wat kinderen kunnen nog twee jaar blijven. Leerkrachten krijgen dus niet ineens heel veel nieuwe leerlingen met een ondersteuningsbehoefte in hun groep.’
VERgezicht
Vaak wordt de wet passend onderwijs gezien als een bezuinigingsmaatregel. Is dat ook zo? ‘Nee, de bezuiniging op passend onderwijs is volledig van tafel. Er gaat geen euro af van het landelijke budget voor kinderen met een ondersteuningsbehoefte. Er is voldoende geld om alle 70.000 plekken in het speciaal onderwijs te behouden. Regionaal zijn er wel verschillen. Sommige regio’s krijgen er geld bij, andere leveren in.’
Staatssecretaris Sander Dekker
‘Leerkrachten hebben meer ervaring met passend onderwijs dan ze zelf denken’ Het Nederlandse basisonderwijs is druk bezig met de invoering van passend onderwijs. In Den Haag is de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sander Dekker, verantwoordelijk voor het beleid op het gebied van passend onderwijs. We stelden hem een aantal vragen over deze belangrijke wet. Kunt u kort samenvatten wat passend onderwijs is? ‘Passend onderwijs betekent dat scholen samen de verantwoordelijkheid krijgen om alle leerlingen een passende onderwijsplek te bieden. Voorheen moesten ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze, en heeft de school de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden. Op de eigen school, of op een andere school in het reguliere onderwijs of het speciaal onderwijs.’ Wat zijn volgens u de grote voordelen van passend onderwijs voor scholen? ‘De kern van passend onderwijs is dat we vooral kijken naar wat een kind wél kan, in plaats van wat 4
het niet kan en dat we scholen veel meer ruimte bieden om onderwijs in te richten op wat kinderen kunnen. En dat kan zowel op het regulier als op het speciaal onderwijs zijn. Voor de meeste kinderen biedt het reguliere onderwijs de beste kansen op een goede toekomst. Andere leerlingen komen beter tot hun recht in het speciaal onderwijs. Daarom gaan we uit van het motto: regulier waar het kan, speciaal als het moet.’ Veel leerkrachten zijn bang voor een toestroom van kinderen met extra ondersteuningsbehoeften. Hoe ziet u dat? ‘Die angst is niet nodig. De wereld verandert niet in één klap per 1 augustus 2014. Passend onderwijs wordt stap voor stap opgebouwd. Kinderen die al een goede plek hebben op een school voor speciaal onderwijs kunnen daar na augustus
klas, met een rugzak. Organisatorisch gaan we het redden. Alle samenwerkingsverbanden zijn op tijd opgericht en nu wordt hard gewerkt aan de ondersteuningsplannen. Ik denk dat de basis per 1 augustus zal staan. Sommige samenwerkingsverbanden zullen dan al heel ver zijn, andere starten voorzichtig. Daar is ruimte voor. Als er toch nog een samenwerkingsverband is waar de organisatie nog niet op orde is, dan heb ik de mogelijkheid om in te grijpen. Dat zal ik als het nodig is ook doen.’
Denkt u dat de middelen die beschikbaar gesteld worden afdoende zijn? ‘Het budget voor speciale ondersteuning blijft behouden en daarmee moet het dus te doen zijn. De scholen bepalen gezamenlijk in het samenwerkingsband hoe ze het geld verdelen. Ze hebben dus directe zeggenschap. Een school die bijvoorbeeld specifiek voor kinderen met een vorm van autisme onderwijs wil verzorgen, die kan ook aanspraak maken op het budget dat daar bij hoort.‘
regulier waar het kan, speciaal als het moet Zijn er verschillen tussen grote steden, als Amsterdam en andere delen van Nederland? ‘Jazeker. Iedere regio is natuurlijk net even anders. Daarom wordt passend onderwijs ook per regio georganiseerd. In het dichtbevolkte Amsterdam kunnen scholen of klasjes samengesteld worden voor hele specifieke doelgroepen. In het dunbevolkte Zeeuws-Vlaanderen zul je vaker een oplossing moeten vinden waarbij een leerling, ook met een wat zwaardere ondersteuningsbehoefte op een reguliere school blijft, simpelweg omdat een speciale school te ver weg is. Verder neemt het aantal leerlingen in Amsterdam toe en daarmee ook het budget. In Limburg of Friesland zal het aantal leerlingen de komende decennia juist flink afnemen.’ Hoe ver staan we nu in de aanloop naar passend onderwijs? Denkt u dat scholen klaar zijn voor de invoering van passend onderwijs? ‘Allereerst, leerkrachten hebben veel meer ervaring met passend onderwijs dan ze zelf soms denken. Ook zitten 40.000 leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in een gewone
Hoe kunnen de leerkrachten meer betrokken worden bij de invoering? ‘Ik merk dat leerkrachten zich de laatste tijd steeds meer verdiepen in passend onderwijs. Er is heel veel informatie beschikbaar die leerkrachten op weg helpt, onder meer via de website www.passendonderwijs.nl. Als een leerkracht behoefte heeft om zich bij te scholen omdat passend onderwijs eraan komt en hij of zij zich wil specialiseren, dan is er geld in het samenwerkingsverband beschikbaar en een scala aan opleidingen om uit te kiezen. En het belangrijkste: laat je horen op school! Praat over passend onderwijs met je collega’s en met de schoolleiding. Laat je informeren en oefen invloed uit, direct of via de ondersteuningsplanraad of MR.’ door Maaike Sluijter 5
VERwoorden
Alles wat je moet weten over passend onderwijs
Waarschijnlijk gaan we werken met een model waarin de experts, zoals schoolpsychologen, zoveel mogelijk verbonden zijn aan een school. Deze experts kunnen samen een netwerk vormen voor kennisuitwisseling en zijn flexibel inzetbaar op een andere school binnen de stichting. Dit kunnen heel goed door de school ingehuurde experts zijn, maar ze kunnen ook in dienst zijn van het bestuur.
Schoolondersteuningsprofiel Een schoolondersteuningsprofiel is een document waarin de schooldirecteur uitlegt wat het aanbod van de school voor basisondersteuning en extra ondersteuning is en wat nog in ontwikkeling is. Het schoolondersteuningsprofiel gaan we niet gebruiken als een rekenkundig model om geld te verdelen. Het is wel nodig als scholen aanvullende bekostiging willen aanvragen.
Aansluiten bij de onderwijsbehoeftes van kinderen, daar gaat passend onderwijs over. Daar is wat voor nodig. Oude trage en probleemgerichte structuren moeten worden vervangen door iets beters en de kwaliteit, het repertoire en oplossend vermogen van scholen moeten beter. Het bestuur geeft de kortste samenvatting. Passend onderwijs internationaal
De zorgplicht
Stelselwijziging
De zorgplicht betekent dat het schoolbestuur van de school waar een kind wordt aangemeld verantwoordelijk is voor passende ondersteuning. Dat hoeft niet verplicht op die school te zijn. Het kan ook een andere reguliere school zijn of een S(B)O-school.
De stelselwijziging betekent dat de zorgplicht bij de schoolbesturen komt te liggen en dat het samenwerkingsverband Amsterdam-Diemen daarop toeziet en het geld eerlijk verdeelt. De leerlinggebonden financiering verdwijnt en al het geld voor passend onderwijs gaat via het samenwerkingsverband voor het merendeel direct naar de besturen. De besturen verdelen het weer over hun scholen. In ieder geval zijn de intenties van passend onderwijs gericht op het vereenvoudigen en versnellen van de structuur.
Andere mindset Passend onderwijs is in eerste instantie een verschuiving van probleemgericht denken en labelen naar vanuit onderwijsbehoeftes zoeken naar mogelijkheden. Zonder deze verschuiving zal passend onderwijs meer van hetzelfde blijven.
Onderwijsarrangement Een onderwijsarrangement is een vorm van extra ondersteuning die de school of het schoolbestuur organiseert voor kinderen die (even) niet genoeg hebben aan de basisondersteuning van de leerkracht. Centrale gedachte binnen OOadA is dat die arrangementen in de meeste gevallen gebaseerd zijn op co-teaching: het kind èn de leerkracht hebben er wat aan. 6
Expertise (inclusief externe ondersteuning)
Veel landen, zeker de Scandinavische landen zijn voorstander van ‘inclusief onderwijs’ als de maatschappelijke norm. Zij vinden dat alle kinderen erbij horen, zij gaan uit van de individuele behoeftes van elk kind en laten zich niet weerhouden door allerlei knelpunten in de praktijk. In Nederland domineert nog het medische, defectgerichte denken waardoor het een moeizaam proces blijkt om kinderen met bijzondere ondersteuningsbehoeftes binnen boord te houden. Hoewel het paradigma tussen Nederland en bijvoorbeeld landen als Engeland en Finland verschilt, blijkt de praktijk ten aanzien van differentiatie in de klas toch weer erg op elkaar te lijken. Engeland heeft inclusief onderwijs stevig op de politieke agenda, maar ook daar leunt het systeem vooral op ondersteuning van assistenten en experts. Zelfde verhaal voor Finland. De Finnen scoren in de wereld erg goed op onderwijsresultaten, maar ook daar is van vergaande differentiatie door de groepsleerkracht nog geen sprake. Aangezien de kwaliteit van de leerkrachten in Finland op een hoog (academisch) peil is en zelfs zij nog veel werken met extra ondersteuning door experts, rijst de vraag waar de reële grenzen van differentiatie liggen.
Het geluid van OOadA OOadA ziet passend onderwijs als een opdracht om voor onze kinderen nog meer dan we al doen, te gaan voor een sterke basis. Het gaat om leerkrachten, intern begeleiders, MT-leden, schoolleiders en bestuur. De lat moet omhoog voor iedereen. Alleen dan kunnen we zoveel mogelijk passend onderwijs in de klas verzorgen. Met een sterke basis is ook beter vast te stellen wanneer extra ondersteuning ècht nodig is en wanneer kinderen beter af zijn in het S(B)O. De stelselwijziging is niet de kern van passend onderwijs, maar biedt de mogelijkheden om dat te leveren waar onze kinderen recht op hebben: heel goed onderwijs.
Ambulante begeleiding De ambulante dienst en dus de ambulante begeleiding gaan over twee jaar verdwijnen. De schoolbesturen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de ambulante begeleiders te herplaatsen. Het samenwerkingsverband overweegt deze mensen al versneld te gaan herplaatsen. Tot die tijd zal samen met de ambulante dienst gekeken worden naar een flexibele, vraaggerichte inzet, dus zeker ook in de klas.
Hoe gaat het geld verdeeld worden? De vraag is of we geld op basis van leerlingaantal verdelen of dat we de zwaarte van de populatie (diversiteit) meenemen in een rekenkundig verdeelmodel. We zijn erachter gekomen dat het meenemen van de zwaarte van de populatie tot veel problemen leidt. Voorlopig gaan we dus uit van het verdelen van geld op basis van leerlingaantal. We houden wel een ‘potje’ apart om in te kunnen springen op uitzonderlijke situaties.
Basisondersteuning, extra ondersteuning en speciale ondersteuning Passend onderwijs hanteert drie soorten ondersteuning. De basisondersteuning gaat over de kwaliteit van het team, de kwaliteit van de wijze waarop de school de ondersteuning (zorg) heeft georganiseerd en wat de school aan lichte interventies te bieden heeft. Extra ondersteuning gaat over kinderen die meer nodig hebben dan de basisondersteuning, maar die wèl in het regulier onderwijs zouden moeten kunnen functioneren met wat extra hulp. Speciale ondersteuning richt zich op kinderen die vanwege de complexiteit van de ondersteuningsbehoeftes redelijkerwijs niet in het reguliere onderwijs geholpen kunnen worden en beter af zijn in het S(B)O.
7
De gevolgen van passend onderwijs
VERdiepen
Vanaf 1 augustus 2014 treedt de wet op passend onderwijs in werking. Leuk, maar wat gaan wij er van merken? Laten we dat eens vanuit verschillende invalshoeken proberen te benaderen.
8
Het kind
De ouder
Het schoolteam
Het schoolbestuur
De meeste kinderen hebben een leerkracht nodig die vooral benadrukt wat het wèl kan, maar dat is nog niet altijd zo. Sommige kinderen kunnen uit de reacties van hun meester of juf het idee krijgen dat er iets mis is met hen of dat zij lastig zijn. Vanaf augustus praten alle leerkrachten over wat een kind wèl kan en wanneer iets wèl zal lukken. Het kind zal ook merken dat de meester of juf nog beter dan nu rekening houdt met de verschillen tussen de kinderen en dat het sneller krijgt wat het nodig heeft.
Ouders zullen een duidelijk verschil gaan merken. Zo horen ouders als het goed is vanaf augustus 2014 niet meer wat hun kind heeft, maar wat het nodig heeft. Dit is niet alleen een taalkwestie, maar vooral een positieve benadering van dat wat hun het meest dierbaar is. Er is een groep leerkrachten die nu al erg goed toegerust is om met verschillen tussen kinderen om te gaan, echt denken in mogelijkheden en uitgaan van de behoeftes van een kind. Ouders zullen deze groep zien groeien. Als er extra ondersteuning nodig is of speciaal onderwijs, duurt het nu erg lang voor ouders dat voor hun kind voor elkaar krijgen. Dat zal anders gaan. Er komt een eenvoudiger systeem en de procedure voor verwijzing naar het S(B)O zal veel korter worden. Vaak gaat de samenwerking tussen scholen prima, maar een veel gehoord geluid is dat ouders op afstand gehouden worden met de mededeling dat ze het maar aan de school moeten overlaten. Vanaf augustus geldt de lijn dat ouders gezien worden als belangrijke partners die nauw betrokken worden bij het bedenken van de juiste ondersteuning voor hun kind. Ten slotte zal het vanaf augustus voor ouders veel makkelijker worden om hun kind geplaatst te krijgen als het bijzondere ondersteuning nodig heeft. Vanaf dan heeft de school, waar de ouders als eerste aankloppen, de plicht het kind te plaatsen of om een andere juiste school voor het kind te zoeken. Dat heet de zorgplicht.
De schoolteams binnen OOadA proberen goed onderwijs te verzorgen en zijn druk bezig met de voorbereidingen op passend onderwijs. Tegelijkertijd merken scholen nu al dat het veel van de leerkrachten vraagt en dat men nog geregeld expertise tekort komt. Augustus 2014 levert voor de teams in die zin geen grote verandering op, maar het betekent vooral doorgaan met de stijgende lijn. Augustus markeert in ieder geval het moment waarop het oude denken in problemen, diagnoses, standaardoplossingen en externe attributie niet langer geldig is. Nu kan het nog voorkomen dat leerkrachten niet staan te springen om kinderen te begeleiden die bijzondere ondersteuning nodig hebben. Zij vinden dat zij daar niet voor opgeleid zijn en dat deze kinderen niet thuishoren in het reguliere onderwijs. Deze algemene stelling zal niet meer geaccepteerd worden. Van alle leerkrachten wordt een gedrevenheid verwacht om per situatie eerst op zoek gaan naar mogelijkheden in het reguliere onderwijs èn om zichzelf beter te willen toerusten. Alleen met die houding is het praten over grenzen mogelijk en in het belang van het kind. Qua middelen en procedures zullen scholen wel een duidelijk verschil gaan merken. Het wordt eenvoudiger, flexibeler en meer vraaggericht. Scholen krijgen meer autonomie. Dat er geen kinderen meer naar het speciaal onderwijs mogen en dat er een vloedgolf aan kinderen uit het SO naar het reguliere onderwijs komt is een mythe. Hetzelfde geldt voor het idee dat scholen er financieel op achteruit gaan.
OOadA denkt decentraal. Passend onderwijs gebeurt vooral in de klas en niet aan de vergadertafel. Toch speelt het bestuur ook een rol in het mogelijke succes van passend onderwijs en het vormgeven van de zorgplicht. De belangrijkste drie rollen voor het bestuur zijn: 1) koers blijven bepalen en samen met de scholen zoeken naar oplossingen voor vraagstukken die zeker zullen opduiken; 2) schoolteams in staat stellen om hun werk goed te kunnen doen; 3) samen met de scholen een kindgerichte en adequate ondersteuningsstructuur opbouwen, bijwerken en onderhouden.
door Taco Stroo 9
Leestips
passend onderwijs VERdelen
passend onderwijs komt er veel op ons af. Er is veel over te doen, veel over te lezen. Kranten staan er vol van, er zijn talloze websites, boeken en artikelen over te vinden…. Wat kan de leerkracht doen?
Start bij het begin Passend onderwijs begint bij het kennen en in kaart brengen van de onderwijsbehoeften van elke leerling in je groep; het is een belangrijk aspect van handelingsgericht werken. Een goed boek waarin staat beschreven hoe je dat aanpakt is Handelingsgericht werken, een handreiking voor het schoolteam van Noëlle Pameijer en Tanja van Beukering. Handelingsgericht werken gaat over omgaan met verschillen, het is een werkwijze die de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding voor alle leerlingen beoogt te verbeteren. Het maakt adaptief onderwijs en doeltreffende leerlingbegeleiding concreet.
Samen naar School. Met de 1-zorgroute wordt op groeps-, school- en bovenschools niveau het onderwijs passend gemaakt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen.
Een stapje verder gaat het boek van Erik van Meersbergen en Peter de Vries: Handelingsgericht werken en passend onderwijs. Het is een boek uit de praktijk met talloze voorbeelden.
Het boek Goed Onderwijs van Hans van Dael, kan van harte aanbevolen worden: een boek met allerhande voorbeelden hoe je eigen dagelijkse onderwijskwaliteit te meten en te verbeteren. Het staat als het goed is in de orthotheek van je school.
De onderwijsbehoeften zijn in kaart gebracht, de toetsresultaten zijn geanalyseerd; het zijn belangrijke ingrediënten voor een groepsplan. De cyclus van handelingsgericht werken met groepsplannen is de kern van het boek De 1-zorgroute, uitgegeven door de CED-groep. De 1-zorgroute is de opvolger van Weer 10
In 2010 startte De Kleine Reus met een heel eigen variant van passend onderwijs; de Opmaatgroep. Dat werd zo’n succes, dat de bedenker van dit concept, Ineke Kersten, het in de jaren daarna op verschillende scholen in en rond Amsterdam heeft ingevoerd. Het is niet ingewikkeld, niet duur en er is snel resultaat te zien. Dit onderwijsarrangement biedt niet alleen aandacht voor de leerling, maar ook de leerkracht, de stamgroep én de school zelf worden er beter van.
VERdelen
Met de invoering van
Onderwijsarrangement: De Opmaatgroep
Wijnand Gijzen gooit daar nog een schepje bovenop met zijn boek 1 stap verder met 1-zorgroute. In dit boek is het handelen van een leerkracht in de groep direct gekoppeld aan het opbrengstenbeleid van de school. Gijzen legt in dit boek ook uit hoe je als school en daarmee als leerkracht de administratieve last van het groepsplan flink kunt verminderen. Passend onderwijs valt of staat met de leerkracht die voor de groep staat.
De leerlingen van de Opmaatgroep beginnen iedere schooldag in hun eigen klas. Daar vieren ze verjaardagen, doen ze mee met gym en spelen ze met hun klasgenoten. Maar zodra hun stamgroep ’s ochtends aan het werk gaat, komen zij naar het lokaal van de Opmaatgroep. Daar krijgen ze in een prikkelarme omgeving individueel onderwijs dat aansluit bij hun niveau, leerstijl en intelligentie. Voor iedere leerling stelt de Opmaatleerkracht een eigen programma op, dat qua aanbod, leerstijl en ondersteuning aansluit op de individuele behoeftes. Dit programma, de evaluatie ervan en de vervolgstappen zijn voor ieder kind vastgelegd in een ontwikkelingsperspectief.
GROEP-IN-SCHOOL De Opmaatgroep is geen tussenvoorziening, maar een groep-in-school; een trainingsklas waar kinderen vaardigheden leren waarmee ze vervolgens weer mee kunnen doen in hun eigen stamgroep. Dat kan gaan om het leren volgens een eigen leerlijn, extra aandacht voor concentratie en werkhouding of hulpmiddelen om samen met anderen in een groep te kunnen leren. Kortom: alles wat het kind nodig heeft om het beste uit zichzelf te halen. Het verblijf in de Opmaatgroep is per definitie tijdelijk.
PER DEFINITIE TIJDELIJK
En ten slotte: het boek Passend onderwijs voor begaafde leerlingen van Sylvia Drent en Eleonoor van Gerven, een aanrader.
Niet alleen de leerlingen krijgen in deze periode ondersteuning; de Opmaatgroep richt zich ook op de leerkracht, de stamgroep en de ouders. De stamgroep leert en ervaart dat iedereen anders kan en mag zijn. De leerkracht werkt door middel van co-teaching intensief samen met de Opmaatleerkracht. De ouders worden nauw betrokken bij alles wat er over hun kind besloten wordt. Zij krijgen er een ontspannen kind voor terug, dat weer met plezier naar school gaat. Meer informatie over Opmaatgroepen en passend onderwijs: www.opmaatvoorpassendonderwijs.nl
door Annemarie Jongkoen
door Ineke Kersten 11
Speciaal onderwijs, doubleren, voorschoolse educatie en CITO-toetsen. In het Nederlandse onderwijs maar al te bekende begrippen. Maar hoe zit het in andere landen? Hoe ‘passend’ is het onderwijs daar geregeld? We keken naar Japan, Polen en de Verenigde Staten.
Verenigde Staten In de Verenigde Staten gaan kinderen 13 jaar lang verplicht naar school. Hun schoolloopbaan start op hun 5e met een jaar ‘kindergarten’, vergelijkbaar met de Nederlandse kleuterschool. Daarna stromen ze door naar de ‘elementary school’. Deze kent vijf klassen of ‘graden’. In de VS zijn er naast openbare basisscholen (door de overheid gesubsidieerd), ook privé-basisscholen, gefinancierd door bijvoorbeeld de kerk . Alle kinderen hebben leerplicht, maar de invulling van het onderwijs kan per school en staat enorm verschillen. Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen heeft de regering in 2001 een wet vastgesteld die ‘No Child Left Behind’ heet. In die wet is onder andere vastgelegd dat scholen jaarlijks hun leerlingen moeten toetsen op bepaalde vaardigheden. Ook is hierin opgenomen dat alle kinderen zoveel mogelijk naar de reguliere basisschool gaan, ook wel inclusief onderwijs genoemd. Mocht een kind ondersteuning
nodig hebben, dan kan dit gegeven worden in de vorm van extra instructie of een eigen leerprogramma. Bij hoge uitzondering gaan kinderen naar een speciale school, maar de reguliere school blijft altijd eindverantwoordelijk. Op de meeste scholen is er een klassikaal systeem. De kinderen zitten de hele dag in hetzelfde lokaal, met meerdere vaste docenten. Zij geven vakken als rekenen en taal of begeleiden individuele leerlingen. Verder zijn er vaak gespecialiseerde docenten voor muziek en kunst. Onder president Obama is de nadruk ook komen te liggen op het belang van de voorschoolse educatie. De meeste scholen bieden nu speciale voorschoolprogramma’s aan. Met name jonge kinderen uit armere gezinnen moeten goed worden voorbereid op hun basisschooltijd. Meer weten over inclusief onderwijs? Het boek ‘Inclusief onderwijs. Dilemma’s en uitdagingen’ van Hans Schuman geeft meer informatie.
Polen Alle leerlingen gaan na de basisschool naar het gymnasium. In Nederland ondenkbaar, in Polen heel normaal. Kinderen in Polen starten op de basisschool als ze 7 jaar worden. Hier zitten ze 6 jaar lang, dus tot en met hun 13e. Tijdens de eerste 3 jaar leren de kinderen schrijven, lezen en rekenen. Ook komt techniek en het aanleren van sociale vaardigheden aan bod. De 3 jaar daarop komen vakken als natuur, geschiedenis, wetenschap en kunst centraal te staan. Na de 6 jaar op de basisschool worden alle kinderen getoetst om in te schatten wat hun niveau is en te kunnen voorspellen wat hun onderwijskundige behoeften voor het vervolgonderwijs zijn. Alle leerlingen stromen na de lagere school door naar een ‘gymnazjum’, dat 3 jaar
duurt. Pas na deze 3 jaar kunnen de leerlingen kiezen: of doorstromen naar een lyceum (3 jaar) of naar een 2-jarige vakopleiding. Voor kinderen die echt niet kunnen meekomen in het reguliere onderwijs, vanwege bijvoorbeeld een (lichamelijke) beperking, bestaan er speciale scholen. Dit onderwijssysteem bestaat sinds 1 september 1999 in Polen. De hervormingen die in dat jaar zijn doorgevoerd, hadden als doel het algemeen onderwijsniveau in het land te verhogen. De nadruk kwam te liggen op technisch en hoger onderwijs om zo voor schoolverlaters de positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Een Vlaamse radio-uitzending over de succesvolle hervormingen in het Poolse onderwijssysteem: http://bit.ly/1jpxYt6
VERbreden
Passend onderwijs in andere landen
Japan Strikte omgangsvormen en manieren. Zij staan in Japan hoog in het vaandel en nemen een belangrijke plaats in het Japanse onderwijs in. Kinderen op de basisschool, Shôgakko genoemd, krijgen naast wiskunde, Japans, kunst en muziek, ook verschillende taken, zoals het schoonmaken van de gang of de klas. En verder zijn ook kalligrafie en het schrijven van Haiku’s centrale vakken. Kinderen zijn leerplichtig van 6 tot en met 15 jaar. Van hun 6e tot hun 12e gaan ze naar de Shôgakko. Sinds 1947 staat in de Japanse wet dat onderwijs gegarandeerd wordt voor iedereen, ongeacht geloof, sekse, ras en sociale status. Opvallend is dat de wet verbiedt dat er enig verband is tussen onderwijs en politiek/godsdienst. Scholen die een bepaald geloof uitdragen zoals in Nederland, komen dus niet voor in Japan. De Japanse basisscholen nemen geen toetsen af. In principe gaat elk kind automatisch door naar het volgende jaar. Wel kunnen ouders vragen of hun kind nog een jaar over mag doen, als ze vinden dat het nog niet klaar is voor het toelatingsexamen voor de middenschool, Chûgakkô genoemd. In Japan zijn er scholen voor speciaal onderwijs voor kinderen met een (zware) lichamelijke beperking, zoals blinde en dove kinderen. Verder zijn er op reguliere scholen speciale, kleine klassen voor leerlingen met lichtere lichamelijke beperkingen. En ten slotte volgen kinderen met bijvoorbeeld taal- en spraakproblemen, autisme of ADHD lessen op de reguliere school, maar krijgen zij ook een paar keer week instructies in een aparte klas. Een interessante documentaire over het Japanse onderwijs is te vinden op: http://bit.ly/1f8BDrT door Maaike Sluijter
12
13
Passend onderwijs: Armageddon?
Onderwijsmensen, ik vind het prachtig volk. Ze kunnen geen ‘nee’ zeggen en ze hebben vaak geen idee waar ze ‘ja’ tegen zeggen. Gevolg? Ze laten ijverige overheidsdienaren alle maatschappelijke problemen op hun bordje flikkeren, werken zich als bezige bijen een slag in de rondte, ze protesteren af en toe over werkdruk, volle groepen, ontbrekende handen in de klas, gaan dan weer door met keihard werken en kreunen zich de zomervakantie of langverwachte burn-out in. Ze zouden wat meer moeten denken als de kleine ondernemer. Die weet verrekte goed wanneer hij ‘nee’ moet verkopen en wanneer hij gretig ‘ja’ moet zeggen. Kun je dat niet, dan ben je in no time failliet. De ondernemer neemt alleen een bepaalde opdracht aan als hij kan inschatten wat ervoor nodig is om deze te laten slagen. Lukt dat niet, dan wordt het een ‘nee’. Lukt het wel, dan een ‘ja’. Ik ben zo bang dat de onderwijsmensen met passend onderwijs ongeacht hun ‘ja’ of ‘nee’ gewoon weer alles gaan proberen uit te voeren zonder in beeld te hebben wanneer het wel of niet kan lukken. Door hun grote hart voor de kinderen verliezen ze een belangrijke vraag wel eens uit het oog: Wat heb ìk nodig om dat kind echt goed te kunnen begeleiden? Onderwijsmensen, laat augustus 2014 geen armageddon zijn. Zorg dat passend onderwijs het Grote Keerpunt voor alle kinderen in Nederland wordt. Laat het geen verhaal over geld en stoornissen worden, maar grijp het aan om je wat meer te gedragen als een kleine ondernemer. Met dezelfde passie, maar veel gerichter op de vraag wat concreet nodig is om succesvol te zijn èn waar gewoon de grens ligt. Dus misschien heeft u wel meer aan een stage bij een kleine ondernemer dan weer met elkaar een flipover vol te kalken. Grote kans dat het dan geen armageddon wordt, maar het begin van een nieuw tijdperk.
14
Column
VERzinnen
VERspreken
door Geert Jan de Breij, columnist In het jaar 1999 was de ether zwanger van het woord ‘millennium’. Een gigantische catastrofe stond ons te wachten, omdat het hele digitale systeem in elkaar zou sodemieteren. Alleen de NS bleken er last van gehad te hebben.Gelukkig waren er nog die rare Maya’s die ons koude rillingen bezorgden, omdat hun scheurkalender na 21 december 2012 geen nieuw blaadje meer had: game over voor de aarde. Er gebeurde niets; we hadden het verkeerd geïnterpreteerd. En nu maken we ons op voor het echte armageddon en, jawel, we hebben een datum: 1 augustus 2014. Daar zetten nu alle doemdenkers hun geld op. Geen openscheurende aardkorst, geen allesvernietigende meteoriet, geen dodelijk virus, nee, dan treedt de wet op passend onderwijs in werking. Oei…
n e n i z n i z n o Fact-checking
over passend onderwijs
Passend onderwijs: het maakt de tongen los. Hele en halve waarheden en soms zelfs pertinente onzin: er bestaan nogal wat misverstanden over passend onderwijs. Tijd om enkele veelgehoorde uitspraken eens op waarheidsgehalte te checken.
Het speciaal onderwijs
verdwijnt
zin o f onz i n?
Momenteel zitten er ongeveer 70.000 kinderen op het speciaal onderwijs. Na de invoering van de wet op passend onderwijs blijft er (financieel) ruimte om deze 70.000 plaatsen in het speciaal onderwijs in stand te houden. Het speciaal onderwijs verdwijnt dus niet. Er is echter wel een belangrijke kanttekening bij deze: het aantal plekken in het speciaal onderwijs zal níet worden uitgebreid. En dit terwijl het aantal kinderen dat speciaal onderwijs volgt, de afgelopen jaren sterk is toegenomen: tussen 2003 en 2011 steeg het aantal kinderen in het speciaal onderwijs van 54.000 naar 70.000. Deze groei deed zich echter vrijwel uitsluitend voor binnen het voortgezet onderwijs (14.000 extra leerlingen). Hoe dan ook, de groei van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs zal met de invoering van de wet op passend onderwijs linksom of rechtsom moeten worden gestopt. Mede hierom kunnen ook de afspraken over wanneer een leerling wordt toegelaten tot het speciaal onderwijs, veranderen.
20% zin
80% onzin
15
Met passend onderwijs gaan wij er in Amsterdam financieel op achteruit
100% onzin
f o n i z ? n i z on Elke school heeft vanaf 1 augustus een zogenaamd schoolondersteuningsprofiel (SOP). Hierin geeft de school aan welke onderwijsondersteuning ze aan leerlingen kan bieden. Het kan zijn dat een leerling zich aanmeldt die niet binnen dit SOP valt, met andere woorden: de school kan deze leerling niet de onderwijsondersteuning bieden die het nodig heeft. De school hoeft deze leerling dan geen plek te geven. Wanneer deze situatie zich voordoet, is het echter wel de verantwoordelijkheid van de betreffende school (eigenlijk van het schoolbestuur) om binnen het samenwerkingsverband een andere plek te vinden en het kind en de ouders een zo passend mogelijk aanbod te doen. Dit wordt de zorgplicht genoemd. Ouders hoeven op deze manier niet zelf alle scholen af om hun kind ergens onder te brengen. In een eind januari aan de Tweede Kamer gerichte brief wordt door de minister van OCW het volgende opgemerkt: ‘Bij de vervulling van de zorgplicht moet goed rekening worden gehouden met de zorgbehoefte van het kind en met de voorkeuren van de ouders, maar ook met de
16
VERvolg VERzinnen
Het was oorspronkelijk de bedoeling 300 miljoen euro te bezuinigen op de extra ondersteuning in het onderwijs. Deze maatregel is in april 2012 echter van tafel geveegd. Ook een voorgenomen bezuiniging van 50 miljoen euro op het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs gaat niet door. Onder aan de streep blijft er na de invoering van de wet op passend onderwijs landelijk gezien dus nog hetzelfde bedrag beschikbaar voor extra ondersteuning in het onderwijs. Wel is het zo dat het geld voor extra ondersteuning vanaf 1 augustus anders wordt verdeeld over het land. Momenteel is het zo dat regio’s waar meer leerlingen een indicatie hebben, meer geld krijgen. Vanaf 1 augustus zal het geld evenredig worden verdeeld over alle regio’s aan de hand van de totale leerlingaantallen (de zogenaamde “verevening”). Dit betekent dat de regio’s waar nu gemiddeld meer leerlingen een indicatie hebben, er financieel op achteruit gaan. Regio’s waar tot nu toe gemiddeld minder leerlingen een indicatie hebben, gaan er daarentegen vanaf 2015 financieel op vooruit. De regio Amsterdam behoort tot deze laatste groep, waardoor er in Amsterdam de komende jaren dus juist meer geld beschikbaar komt voor extra ondersteuning.
zi n of o n z i n?
Mijn school is straks verplicht om elk kind dat zich meldt, een plek te geven
mogelijkheden die een school heeft de leerling passend onderwijs te bieden. Van een school kan hierbij niet het onmogelijke worden gevraagd.’
20% zin
80% onzin
zin o f onz i n?
Het aantal kinderen dat extra ondersteuning nodig heeft, zal explosief groeien in het reguliere onderwijs Eén van de doelen van passend onderwijs is om meer leerlingen onderwijs te kunnen laten volgen in het reguliere onderwijs. Met andere woorden: doel is om inderdaad meer leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in het reguliere onderwijs te behouden, meer dan nu het geval is. Het gaat dan zeker niet om álle leerlingen, daar het speciaal onderwijs in dezelfde omvang als nu kan blijven bestaan. Ook zal het niet betekenen dat leerlingen die nu op het speciaal onderwijs zitten, massaal zullen ‘terugstromen’ naar het reguliere onderwijs. Het is echter zeer aannemelijk dat een verwijzing naar het speciaal onderwijs na 1 augustus lastiger is te bewerkstelligen dan nu het geval is. Hierdoor zullen meer kinderen, met extra ondersteuning, in het reguliere onderwijs blijven. Er is overigens geen maximum per klas afgesproken met betrekking tot het aantal kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Dit is afhankelijk van wat is gesteld in het schoolondersteuningsprofiel en eventueel welke afspraken daarover zijn gemaakt binnen het samenwerkingsverband. Landelijk zit er momenteel gemiddeld 1,5 rugzakkind in een klas.
‘Explosief’ is dus wat zwaar uitgedrukt, maar dat het aantal leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte zal groeien op onze scholen, lijkt evident.
30% zin 70% onzin
door Ronald Blikman 17
Juni 2013 is het tweede nummer verschenen van ons personeelsblad Bindmiddel met als thema: mobiliteit. We hebben voor dat thema gekozen, omdat OOadA waarde hecht aan mobiliteit. Het is ook een van de speerpunten in ons strategisch meerjaren beleidsplan. We hebben geprobeerd een inspirerende en motiverende bijdrage te leveren rondom dit thema door middel van vier interviews met leerkrachten die van school of functie zijn gewisseld. Een van de geïnterviewde leerkrachten was zelfs haar eigen bedrijf gestart. Herbert de Bruijne heeft een mooi artikel geschreven onder de kop: De kracht van verandering. Joep van Deudekom heeft verteld over zijn carrièreswitch: van het onderwijs naar het cabaret. Ook hebben we jullie een kijkje laten nemen in branches buiten het onderwijs. We hebben drie mensen uit de gezondheidszorg, politie en de media gevraagd naar hun ervaringen met mobiliteit. Vervolgens is vol trots het mobiliteitsplan gelanceerd en is de procedure beschreven. Helaas hebben al deze wervende items niet geleid tot een massale aanmelding bij het mobiliteitsbureau. Dat valt wel te verklaren. Het nummer van Bindmiddel lag pas in juni 2013 bij jullie op de deurmat. En ja, dan is het te laat om je nog actief bezig te gaan houden met het zoeken naar een andere school en/of functie. Daar gelaten of je jezelf al de vraag hebt gesteld: wil ik naar een andere school? En welke dan? In welke functie? En als het een andere functie betreft, hoe zit het dan met mijn opleidingsmogelijkheden? Je hebt immers al genoeg aan je hoofd met de zomervakantie zo pal voor de deur. Daarom hebben we besloten het thema mobiliteit opnieuw onder jullie aandacht te brengen in deze -alweer- vierde uitgave van het personeelsblad. Hopelijk word je door dit artikel geprikkeld en ga je naar de link openbaaronderwijsaandeamstel.nl/personeelsbeleid/mobiliteit om daar het ‘formulier mobiliteit aanvraag’ in te vullen en te mailen naar
[email protected]. Ik zie je inschrijving graag tegemoet.
door Tima Baar
Streep de woorden uit de onderstaande woordenlijst op de onderzetter door en plaats de letters die over zijn in de hokjes hieronder. De woorden staan horizontaal, verticaal, diagonaal, van links naar rechts en omgekeerd. Veel succes op weg naar mobiliteit!
BAPO BouwcoÖrdinator CarriÈre DirectIE Diversiteit Functie Functiemix Gluren GROEI Jobhopper Kasplant KLAS Leraar LOL Loopbaan Motivatie Nascholing Ontwikkeling OOADA Passend onderwijs Promotie Rekenspecialist Salaris School Switch Uitdaging VAST Veiligheid Veranderen Verkassen Werkplezier Wortelschieten Zorg
VERanderen
VERrassen
Mobiliteit
Maak de woordzoeker op de met Bindmiddel meegeleverde onderzetter
De oplossing van de woordzoeker op de onderzetter is:
Ik wil het kind zién Ze praat bevlogen over kinderen. Duizendpoot Vanessa Bounin heeft een praktijk als kindercoach, Kidscoach, is vestigingsmanager bij da School (bijles, zie foto) en leerkracht op de Notenkraker. Het belangrijkste is dat een kind goed in zijn vel zit, anders komt het niet tot leren. Passend onderwijs? De school volgt het KBA-traject. Vanessa schrijft mee in het plan. Haar hoofdstuk is klaar! De term passend onderwijs doet haar hart niet kloppen. Geen enkele term trouwens die langskomt en van bovenaf gedropt is. Leerkrachten willen er in essentie zijn voor elk kind, passend onderwijs is al de basis, constateert ze nuchter. door Marianne Rozendaal 18
Intranet Wat? Op www.openbaaronderwijsaandeamstel.nl/intranet kunnen jullie alles terugvinden op het gebied van personeelsbeleid. Zo kunnen jullie kennis nemen van de vigerende regelgeving zoals de gesprekkencyclus, de LB-functie (functiemix), het Arbobeleid en de verzuimregeling. Alle formulieren die worden gebruikt zijn daar te downloaden. Daarnaast zijn er antwoorden te vinden op de meest gestelde vragen, denk daarbij aan vragen over zwangerschaps- en bevallingsverlof, ouderschapsverlof of vragen met betrekking tot het Fietsplan. Ook kunnen jullie altijd de laatste CAO op Intranet vinden.
Waarom? We hopen door het actief inzetten van Intranet jullie snel te informeren over nieuwe regelingen of aanpassingen van bestaande regelingen en toegang te verlenen tot de diverse formulieren. En, last but not least, jullie snel van nieuwswaardigheden te kunnen voorzien. Wanneer? Met ingang van 1 februari 2014 is het Intranet opengesteld voor alle personeelsleden. Hoe? Alle scholen krijgen voor hun personeel een inlogcode toegewezen. Hiermee log je in op het Intranet van OOadA: www.openbaaronderwijsaandeamstel.nl/intranet 19
www.despringstok.nl De Springstok
en VERder ... Thema volgende uitgave: Kwaliteit
Verschijning: juni 2014 Kopij vòòr 1 mei 2014 naar
[email protected]
Fotografie door Maaike Sluijter
VERbeelden