Plate-Forme « Mineurs en exil » Platform « Kinderen op de vlucht » C/o Service droit des jeunes Rue Marché aux Poulets 30 – 1000 Bruxelles Kiekenmarktstraat 30 – 1000 Brussel Tel. : 02/209.61.62 – Fax. : 02/209.61.60 E-mail :
[email protected] -
[email protected]
De Nieuwsbrief stelt zich ten doel de actoren van de NBBM sector maandelijks te informeren over het dagelijkse gebeuren in de sector. Ook projecten van verenigingen hierin actief, worden er nader belicht. Hij geeft iedereen de mogelijkheid om zich regelmatig op de hoogte te houden van de huidige toestand. Het abonnement is gratis. Het Platform „Kinderen op de vlucht“ ziet toe op de bescherming van rechten en belangen van Niet Begeleide Buitenlandse Minderjarigen (NBBM) in België. Het verbindt zich ertoe om het belang van het Kind te bevorderen als ook alle rechten toegekend door het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. Het Platform „Kinderen op de vlucht“ pleit voor: 1° Het verdedigen van de rechten van niet begeleide buitenlandse minderjarigen aankomend in of reizend door Europa en meer bepaald in België. 2° Het beschermen van deze kinderen. 3° Het bevorderen van hun welzijn en ontwikkeling. 4° Het in acht nemen van het standpunt van NBBM over hun behoeften; 5° het bevorderen van hun deelname in de voorbereiding van beleidsmaatregelen en praktijken die hun verder bestaan effectief gaan beïnvloeden.
Vertaling : Odette Klaes Inhoud : I. II.
Onthaalcentrum ESPERANTO in de kijker Europese en internationale actualiteit a.
III.
IV.
IOM– een Europees programma – de hervorming van de wetgeving ter bescherming van de rechten van NBBM A. UNHCR en SCEP: verslag over het onderzoek aangaande verschillende voogdijsystemen Wetgeving a. Koninklijk Besluit van 3 augustus 2007- recht op terugbetaling van gezondheidszorg voor NBBM (K.B. 17 augustus 2007) b. De koninklijke besluiten van 3 augustus 2007 (K.B. 21 augustus 2007) die een schoolpremie invoeren voor het schooljaar 2007 en de Omzendbrief van FOD Maatschappelijke Integratie van 24 augustus 2007 betreffende het toekennen van een schoolpremie door het OCMW aan steungerechtigde vreemdelingen. Rechtspraak a.
V.
Arbeidsrechtbank Brussel – 23 augustus 2007 – territoriale bevoegdheid van de OCMW’s wat betreft de terugbetaling van de huurwaarborg, de eerste maand huur en de installatiepremie van een NBBM die een opvangcentrum verlaat en zijn intrek neemt in een privé huurwoning Publicaties
a.
VI.
Services droit des Jeunes te Brussel - praktische gids over NBBM in België - administratieve, juridische en sociale situatie -met de steun van het “Fonds Houtman” (ONE - Office de la Naissance et de l’Enfance) september 2007 b. het Platform « kinderen op de vlucht » - Akten van de studiedag van 23 mei 2006 over de opvang van NBBM + minimale normen van opvang van NBBM c. CODE (Coordination des ONG pour les droits de l’enfant - Coördinatie van NGO’s voor de Rechten van het Kind) – kort overzicht van de situatie van NBBM in België - juli 2007. d. SSI (International Social Service) en UNICEF: « Niet-begeleide minderjarigen : bescherming, opvang en rechten bij de aankomst in het onthaalland » - juni 2007 Agenda a. b.
VII. VIII.
18-19-26-27/10 et 2-3/11 : Vluchtelingenwerk Antwerpen – theaterstuk Illegak Beauty 10-11 oktober 2007 – Internationaal colloquium te Poitiers (Frankrijk) – De migratiestroom van niet-begeleide minderjarigen in Europa. Vacatures a. Mentor Escale - ANIMATOR en een MAATSCHAPPELIJKE BEGELEIDER, contract “ACS” (C1) Goed om te weten a. b. c. d.
Afgifte van een BIVR door de gemeente Mentor Escale- - Nieuw e-mail adres Vzw Aïcha - lokalen te huur Vzw Aïcha - vanaf 17 september 2007 – muzikale opvoeringen, hiphop, breakdance, toneelkunst, plastische kunsten, beklimming...
1
I. Onthaalcentrum ESPERANTO in de kijker Deze maand geeft Denis Xhrouet, directeur van het onthaalcentrum ESPERANTO, antwoord op onze vragen over zijn instelling dat jonge slachtoffers van mensenhandel opvangt. 1. Wanneer is de instelling opgericht? In november 2002 2. Wie financiert ze en onder welke bevoegdheid valt ze? De Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO) financiert ze voor ¾ van haar begroting en één vierde ervan wordt gedragen door de Franse Gemeenschap als „bijzonder pedagogisch project“ (Projet pédagogique particulier - PPP). 3. Wat is uw taak en wat zijn uw doelstellingen? Onze missie: wij zijn een instelling van de Bijzondere jeugdbijstand in de Franse Gemeenschap (Aide à la jeunesse). Wij vangen op, beveiligen en stabiliseren de minderjarigen die volgens de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het gebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van de buitenlandse slachtoffers van mensenhandel zijn. Wij zorgen voor een regelmatig verloop betreffende het juridische statuut van de jongere met het oog op zijn sociale integratie, op zijn toekomstproject rekeninghoudend met de jongere en zijn cultuur. Ons hoofddoel is het imago en de gemoedstoestand van de jongere versterken om hem in gelegenheid te stellen de band weer op te nemen. Dit doel ontwikkelt zich rond vijf met elkaar nauw vervlochten acties: -
-
eerste opvang Het gaat erom de jongere op te vangen in de verblijfplaats, hem het huishoudelijke reglement nader te belichten en hem aan de groep voor te stellen. Er worden onderhoudsgesprekken gevoerd om de situatie van de jongere in te schatten. beveiligen Het gaat erom de lichamelijke en materiële integriteit van de minderjarige te garanderen. Zorgen voor een gestructureerd leefklimaat, een precieze en vaste uurrooster als richtpunt. Erop letten dat de jongere geen contact meer krijgt met de uitbuiters. Wij gaan hem dus bij zijn uitstappen laten begeleiden door een opvoeder. In het begin althans.
-
nabeschouwing en juridische begeleiding Tijdens de eerste maand gaat men controleren of de jongere beschouwd moet worden als slachtoffer van internationale mensenhandel. Dit gebeurt door middel van onderzoeksgesprekken. Hij wordt ook ingelicht over zijn rechten en zijn plichten. Hij krijgt een advocaat toegewezen en krijgt ondersteuning tijdens zijn procedure
-
de sociaal pedagogische begeleiding Zij maakt het mogelijk om de jongere te helpen met zijn levenskeuze en om hem hiervoor de geschikte begeleiding te geven. Het gaat er eveneens om de jongere helpen zich bewust te worden van zijn behoeften en waarde dit om zijn autonome ontwikkelingsgang in de hand te werken. Deze bestaat uit drie fasen: o het individuele en collectieve gedrag van de jongere nagaan; o een individueel educatief programma opstellen in functie van de opmerkingen; o een hulpprogramma afperken en toezien op de administratieve voortgang ervan, met de hulp van een psycholoog, een psychomotorische verzorger en een verpleegster.
-
integratie Ze hangt af van de competentie van de jongere, hoe die zich gaat ontluiken en hoe die zich gaat vooropstellen, van zijn dynamiek in de samenleving, zijn deelname in de activiteiten van het plaatselijke netwerk en zijn oriëntatie naar een partnerinstelling eens hij stabiel is geworden. De integratie is drieledig: o De opleidingen: ze gebeuren hoofdzakelijk via de insituatiestelling. Ze zijn verschillend en begunstigen de kennis van de franse taal: algemene cultuur, studie van het milieu, handenarbeid, tuinbouw, muziek, audiovisuele, actualiteit, houtbewerking en mechanica, en ook de zeden en gewoonten. 2
o o
De gemeenschapsactiviteiten: ingesteld als band met de verschillende leden van de groep: sportactiviteiten, opleidingen, jongerenverenigingen, workshops. De externe activiteiten: ze laten de jongeren toe hun verworven kennis toe te passen aan verschillende situaties. Ze harmoniëren zich met het integratieproces: externe verblijven, arbeid en contact met het beroepsleven, vrijetijdsactiviteiten.
4. Hoeveel minderjarigen telt het centrum? Wij kregen toestemming om 15 jongeren simultaan op te vangen. Het gebeurt ook dat wij de begeleiding garanderen van jongeren die extramuraal in autonomie gaan leven. 5. Zijn het alleen slachtoffers van mensenhandel? Nee, ook jongeren waarvoor er vermoedens van mensenhandel zijn, maar nog niet bewaarheid zijn, verblijven hier ook. In dit geval onderzoeken wij de verschillende mogelijkheden, rekeninghoudend met de vragen van de jongere. 6. Hoeveel personen stelt het centrum tewerk? We tellen 21.5 personen die voltijds werken. 7. Welke zijn, naast onderdak verlenen, de specifieke projecten van het centrum? De alfabetisering van de jongeren. Deze gebeurt ter plaatste. Wij moeten coherent blijven, willen we de jongeren bescherming en veiligheid garanderen. Zodra de relatie met de jongere berust op onderling vertrouwen en er een gelegenheid bestaat om naar school te gaan of een opleiding buiten het centrum te volgen, gebeurt dat zo snel mogelijk. 8. Zijn er andere projecten? Wij hebben een gemeenschappelijk tehuis waar 4 jongeren in autonomie leven, begeleid door twee opvoeders. Een overstapmogelijkheid naar het volledig autonoom leven. 9. Welke problemen doen zich frequent voort? Het meest frequente probleem vloeit voort uit het feit dat de jongeren hun verhaal vermommen om zich veilig te stellen. Ze komen dan voor de moeilijkheid te staan ons hun echte verhaal te moeten prijsgeven. Een zeer lastige taak vooral voor jongeren van Afrikaanse oorsprong, vaak geconfronteerd met hekserij gebruiken die het hen haast onmogelijk maakt hun verhaal te doen. En dan zijn er de emotioneel zwaar beladen verhalen waarmee wij voortdurend geconfronteerd worden. 10. Beschrijf kort de situatie van een NBBM, die u bijzonder en positief heeft getroffen Ik denk aan die jonge Roemeense meisjes die één voor één bij ons belandden en die door dezelfde uitbaters onder druk stonden. Zij zijn erin geslaagd om het netwerk te ontmantelen en de politie toe te laten deze baatzuchtige lui op te pikken. 11. Wat zou volgens U „de ideale opvang“ zijn voor een NBBM? Ik blijf bij de idee dat kleine structuren, die een warm en troostvol gehoor hebben voor deze jongeren, de ideale oplossing zijn. De misverstanden die zich soms voordoen tussen de jongeren, kunnen in dergelijke structuren sneller besproken en uit de weg geruimd worden. 12. Wat is uw boodschap aan de instanties betreffende NBBM? Welke wens koestert u? Steun en hulp kunnen blijven bezorgen aan NBBM die recentelijk in de Europese Unie zijn aangekomen. Bij ons zijn het vooral jonge meisjes uit de oostbloklanden. Wij hebben het nare gevoel dat ze door iedereen in de steek gelaten worden. 13. Wat is er boeiend aan uw werk? Die praktische steun die wij aan deze jongeren verlenen en de mogelijkheid om voor zichzelf te leren zorg dragen. Adres: Centrum Esperanto PB. 25 6500 Beaumont Tel/fax. : 078/15.38.91 - 0473/400.066
3
II. Europese en internationale actualiteiten A. IOM (International Organization for Migration) – een Europees programma – de hervorming van de wetgeving ter bescherming van de rechten van NBBM OIM lanceert een nieuw programma in Europa ter verbetering van de huidige wetgeving. Het heeft ten doel de rechten ter bescherming van de niet-begeleide buitenlandse minderjarigen die zich in de Europese ruimte bevinden, te bevorderen. Dit programma, gefinancierd door de Europese Commissie, voorziet in het creëren van een netwerk van deskundigen en van overheidsvertegenwoordigers uit België, Oostenrijk, Bulgarije, Tsjechië, Hongarije en Roemenië met het doel een handboek opstellen en advies verstrekken over opvang en behandeling van NBBM. Deze hervorming van de wet zou gesteund moeten zijn op bepaalde principes, in het bijzonder beslissingen nemen in functie van de belangen van het kind, de NBBM zo spoedig mogelijk doorsturen naar minder beperkende plaatsen en naar een duurzame omgeving. Rekeninghoudend met het feit dat de verdediging van de belangen van de kinderen soms op de wetgeving inzake migratiebeleid van een land kan vastlopen uit vrees voor een toenemende migratiestroom wanneer men de NBBM een eigen statuut gaat toekennen, zal dit programma zich vooral moeten toespitsen op coördinatie en samenhang inzake beslissingen over de niet-begeleide buitenlandse minderjarigen, de maatschappelijke diensten, het voogdij- en identificatiesysteem voor kinderen, de methode om hun leeftijd te bepalen, en ook over het opvangbeleid in Europa. Deze deskundigen en nationale overheden gaan het probleem van de geïsoleerde kinderen, bijzonder vatbaar voor mensenhandel en die uit de opvangcentra verdwijnen, aandachtig onderzoeken. Bron : http://iom.int/jahia/Jahia/pbnEU/cache/offonce/lang/fr?entryId=14830 B. UNHCR en SCEP: voogdijsystemen.
verslag
over
het
onderzoek
aangaande
verschillende
Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) en het Separated Children European Program (SCEP) brachten verslag uit over een onderzoek aangaande de verschillende voogdijsystemen voor niet-begeleide buitenlandse minderjarigen, van toepassing in de lidstaten van de Europese Unie. Dit onderzoek zal gevolgd worden door een « kwaliteitscontrole » van de voogdijsystemen in sommige landen. Het verslag (in het engels) staat op de website: www.nbm.be.
II. Wetgeving A. Koninklijk Besluit van 3 augustus 2007 betreffende het recht op terugbetaling van gezondheidszorg voor NBBM (K.B. 17 augustus 2007) Vanaf 1 januari 2008, gaan sommige NBBM, op strikte voorwaarde dat ze school lopen, recht krijgen op een ziekteverzekering als “titularis”. Dit staat vermeld in de wet van 13 december 2006. Het K.B. van 3 augustus 2007 tot uitvoering van de wet voorziet: «De dienst voor administratieve controle (van de RIZIV) stelt de bewijsmiddelen vast voor de hoedanigheid van gerechtigde en voor de situaties die hen toelaten deze hoedanigheid te verwerven ». Zie: www.moniteur.be B. De koninklijke besluiten van 3 augustus 2007 (K.B. 21 augustus 2007) die een schoolpremie invoeren voor het schooljaar 2007 en de Omzendbrief van FOD Maatschappelijke Integratie van 24 augustus 2007 betreffende het toekennen van een schoolpremie door het OCMW aan steungerechtigde vreemdelingen
4
Deze koninklijke besluiten hebben tot doel aan de gezinnen, vanaf de maand augustus 2007, een aanvullende kinderbijslag toe te kennen bestemd voor het ondersteunen van specifieke kosten in het begin van het schooljaar. Sommige minderjarigen hebben recht op een schoolpremie voor het schooljaar 2007-2008. Deze premie is toegestaan aan kinderen die in de loop van het kalenderjaar tussen 6 en 17 jaar oud zijn. Komen dus in aanmerking voor het schooljaar 2007-2008, de kinderen geboren tussen 1 januari 1990 en 31 december 2001. De kinderen die 18 jaar of ouder zijn en die verder willen studeren, hebben geen recht op deze premie. De premie wordt berekend volgens de leeftijd die het kind bereikt in het kalenderjaar 2007 en bedraagt: - 51.00 € voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar (geboren tussen 1 januari 1996 en 31 december 1995) - 71.40 € voor kinderen van 12 tot en met 17 jaar (geboren tussen 1 januari 1990 en 31 december 1995) De betaling van de premie voor deze leeftijdscategorie is niet van beperkte duur. Helaas, deze premie wordt niet aan alle NBBM toegekend. - NBBM die in een gezin gehuisvest zijn en voor wie één van de leden van het gezin kinderbijslag ontvangt : in dit geval betaalt het kinderbijslagfonds automatisch de premie uit samen met de kinderbijslag van juli 2007. - NBBM die in een gezin gehuisvest zijn en voor wie één van de leden van het gezin een financiële steun ontvangt van een OCMW en het kinderbijslagfonds geen kinderbijslag uitkeert : in dit geval betaalt het OCMW de premie uit. Dit hangt echter af van twee voorwaarden: de begunstigden hebben in juli 2007 nog recht op de financiële steun vermeerder met een toeslag gelijkwaardig aan de gewaarborgde kinderbijslag en zijn nog gerechtigd op bovenvermelde steun in september 2007. - NBBM die in opvangcentra of LOI’s gehuisvest zijn, kunnen geen aanspraak maken op deze premie. De schoolkosten zijn in principe ten laste van deze centra. - NBBM die zelfstandig wonen (dus niet gehuisvest zijn in een gezin waarvan één van de leden kinderbijslag van het kinderbijslagfonds of een financiële steun van een OCMW voor hem ontvangt) hebben geen recht op deze premie, zelfs wanneer zijzelf een financiële steun ontvangen van een OCMW. Nochtans, ze hebben dezelfde schoolkosten als die andere NBBM. Men kan echter een verzoek om aanvullende financiële steun bij een OCMW indienen om deze specifieke kosten te dekken. De koninklijke besluiten staan op de website www.moniteur.be, en de omzendbrief op www.mi-is.be. Bron : www.vmc.be
III. Rechtspraak A. Arbeidsrechtbank Brussel – 23 augustus 2007 – territoriale bevoegdheid van de OCMW’s wat betreft de terugbetaling van de huurwaarborg, de eerste maand huur en de installatiepremie van een NBBM die een opvangcentrum verlaat en zijn intrek neemt in een privé huurwoning Hierna, de beslissing van de rechtbank: De territoriale bevoegdheid van OCMW’s wordt bepaald door de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door OCMW’s. Op grond van artikel 1, 1ste alinea,1°, is bevoegd het OCMW „van de gemeente op wier grondgebied zich een persoon bevindt die bijstand behoeft”. De termen „ zich bevinden “ betekenen „ gewoonlijk verblijf houden“. Het zijn dus elementen van zuiver rechtsfeit die in staat stellen om te bepalen welk OCMW territoriaal bevoegd is om tussen te komen : het gaat erom concreet te bepalen waar gewoonlijk en werkelijk de persoon die steun aanvraagt woont op het moment dat hij zijn verzoek indient. Er kunnen zich verschillende praktijkgevallen voordoen: -
wat betreft de huurwaarborg: o in de meeste gevallen eist de verhuurder de betaling van de huurwaarborg op het moment dat beide partijen de huurovereenkomst ondertekenen, dus voor bewoning van de gehuurde plaats. In dit geval is het OCMW van de gemeente waar de 5
-
-
hulpbehoevende persoon verblijf hield voor zijn verhuizing bevoegd om deze huurwaarborg toe te staan; o als de betaling van de huurwaarborg door de verhuurder pas na de bewoning van de gehuurde plaats wordt geëist en als de hulpbehoevende persoon zich pas na zijn verhuizing tot het OCMW wendt, is in dit geval het OCMW van de nieuwe huisvesting van deze persoon bevoegd om de huurwaarborg toe te staan. wat betreft de eerste huursom zijn dezelfde regels van toepassing: o Ofwel vraagt de hulpbehoevende persoon de betaling van deze eerste huursom voor zijn verhuizing aan. In dit geval is het OCMW van de gemeente die hij verlaat bevoegd; o Ofwel vraagt de hulpbehoevende persoon de betaling van deze eerste huursom na zijn verhuizing aan. In dit geval is het OCMW van de gemeente van de nieuwe huisvesting bevoegd; wat betreft de installatiepremie zijn de regels anders: zolang de hulpbehoevende persoon niet in zijn nieuwe huisvesting woont, kan hij geen aanspraak maken op de installatiepremie. Het bevoegde OCMW is dat van de gemeente van de nieuwe huisvesting.
Commentaar: Deze beslissing heeft de verdienste dat het de regels van territoriale bevoegdheid van OCMW’s klaar en duidelijk stelt op het gebied van uitbetaling van de huurwaarborg, de eerste maand huur en de installatiepremie aan een NBBM (of van om het even welke buitenlander, die geen code 207 heeft) die een opvangcentrum verlaat om verblijf te houden in een privé huurwoning. In de nieuwsbrief n°14 van juni 2007 staat de analyse vermeld van de “Union des Villes et Communes de Wallonie, de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest en Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) over deze zaak. De rechtbank heeft deze analyse in denk- en handelwijze gevolgd. De beslissing staat vermeld op de website van het platform www.nbm.be.
IV. Publicaties A. Service droit des Jeunes te Brussel - Praktische gids over NBBM in België administratieve, juridische en sociale situatie (met de steun van het “Fonds Houtman (ONE - Office de la Naissance et de l’Enfance) - september 2007 Dit werk telt 780 pagina’s en is vierdelige: Het eerste deel betreft de wet over de voogdij. Na een kort overzicht van de feiten die tot de goedkeuring van deze Wet hebben geleid en een opsomming van de internationale bronnen waarop ze gebaseerd is, komen de verschillende functies en bevoegdheden van de Dienst Voogdij en de voogden aan bod en wordt de procedure ter aanstelling van een voogd en de aanwendbare en “eventueel aanwendbare” middelen inzake onderzoek en duurzame oplossingen voor de niet-begeleide buitenlandse minderjarigen klaar en duidelijk belicht. Het tweede deel gaat over de bestaande opvangstructuren voor NBBM, de verschillende soorten onderdak voor de al dan niet asielzoekers en het nieuwe opvangmodel, momenteel onderwerp van discussie tussen de Federale overheid en de Gemeenschappen, enerzijds, en over de detentie van NBBM in gesloten centra en de vrijlatingprocedure, anderzijds. Het eindigt met het toekomstplan dat voorziet in de opvang van deze NBBM in open observatie- en oriëntatiecentra (OOC). Het derde deel handelt over de verschillende mogelijkheden die de NBBM recht tot verblijf geven in België: de asielprocedure, de verblijfsvergunning volgens de Omzendbrief van 15 september 2005 of volgens artikel 9, alinea 3 van de Wet van 15 december 1980, de procedure voor de slachtoffers van mensenhandel en de gezinshereniging. Komen eveneens aan bod aan het eind van dit deel de terugkeerprocedures voor NBBM en de andere mogelijke procedures die bij de rechter in kortgeding kunnen worden ingediend. Het vierde en laatste deel gaat over de maatschappelijke hulpverlening specifiek voor NBBM, over hun verschillende sociale rechten zoals recht op onderricht, op jeugdbijstand, op maatschappelijke hulpverlening, op gezondheidszorg, op gezinstoelagen en op werk.
6
Aan het einde van het werk bevinden zich verschillende schema's, voorbeelden van verzoekschriften en een lexicon van termen in het vakgebied. Dank zij de steun van het “Fonds Houtman (ONE), worden gratis exemplaren van deze gids, op aanvraag, aangeboden aan de personen hierna 1 : -
de leden van het Platform« Kinderen op de vlucht »
-
de voogden aangesteld door FOD Justitie (Dienst Voogdij)
-
de advocaten vrijwillig(st)ers die een NBBM opleiding genoten.
-
de opvangcentra voor NBBM (de federale, communautaire en andere)
-
de Services droit des Jeunes
-
de diensten van Jeugdbijstand
-
de diensten die met NBBM werken onder mandaat van CBJ of een Jeugdrechter
-
de scholen die onthaalklassen organiseren
-
de jeugdrechters en de jeugdparketten
-
de arbeidsrechtbanken en arbeidsauditoraten
-
de vrederechters
Het bestelformulier is ter beschikking op de website www.sdj.be of www.nbm.be. U kunt het document opladen. B. het Platform « kinderen op de vlucht » - akten van de studiedag van 23 mei 2006 over de opvang van NBBM + voorstellen over de minimale opvangnormen voor NBBM Het Platform « Kinderen op de vlucht » publiceert de akten van de studiedag georganiseerd op 23 mei 2006 in het « Huis van de internationale verenigingen » over de opvang van NBBM, naast haar aanbevelingen betreffende de minimale normen van opvang, bijgewerkt in september 2007, als gevolg van de goedkeuring van de Opvangwet van 12 januari 2007. De aanbevelingen en de akten bevinden zich op de website: www.nbm.be in « Documenten ». C. CODE (Coordination des ONG pour les droits de l’enfant - Coördinatie van NGO’s voor de Rechten van het Kind) – kort overzicht van de situatie van NBBM in België - juli 2007 CODE staat voor coördinatie van NGO’s voor de rechten van het kind. Zij ziet toe op de goede toepassing van het internationaal verdrag over de rechten van het kind in en door België. Zij heeft onlangs verschillende analyses gepubliceerd waarvan het zeer interessant kort overzicht van de situatie van de NBBM in België. De analyse is gestuurd op de fundamentele rechten van de kinderen en ontleedt de laatste wijzigingen van de wet over NBBM, de problematiek van de leeftijdsbepaling, de opvangprocedure van NBBM, de voogdij, het verblijf en de duurzame oplossing, de gezondheidszorg en de leerplicht De analyse is beschikbaar op www.lacode.be in « Dossiers ». D. SSI (International Social Service) en UNICEF: « niet-begeleide minderjarigen : bescherming, opvang en rechten bij de aankomst in het onthaalland » - juni 2007 SSI (International Social Service) en UNICEF publiceren artikel n°3 uit een reeks van 6 (die nog vóór december 2007 worden gepubliceerd, over het globale beleid, de juridische en sociale aspecten en de praktijk ter bescherming van NBBM) over de protectie, de opvang en de rechten van niet-begeleide minderjarigen meteen na hun aankomst in het onthaalland.
1
Zolang de voorraad strekt. 7
Hierin wordt met nadruk vooropgesteld dat, bij het bediscussiëren van hun bescherming en opname in het onthaalland, men dient rekening te houden met het moeilijke verhaal en de daarbij horende wanhoop die deze minderjarigen cumuleren sinds hun vertrek uit familie en thuisland. Situatie, verleden en behoeften van het kind dienen meteen na zijn aankomst te worden ingeschat. Identiteit en situatie moeten zorgvuldig vertolkt worden. Bovendien is het aanstellen van een voogd fundamenteel wil men deze niet-begeleide minderjarige de nodige garanties geven tijdens de aanvankelijke identificatie- en evaluatieprocedures. Bovendien, wanneer asielaanvraag of andere juridische procedures worden ingediend, heeft het kind eveneens recht op een specifieke wettelijke vertegenwoordiger tijdens deze procedures. Bij hun aankomst hebben NBBM recht op basisdiensten en, naargelang hun situatie, om asiel aan te vragen. Naast hun opname moeten zij namelijk garantie krijgen van opvoeding, medische zorgverlening en maatschappelijke steun. Deze zijn cruciaal voor hun welzijn en hun bescherming in het onthaalland, en horen meteen na hun aankomst en hun evaluatie te worden verleend. Ten slotte heeft iedere NBBM recht om een asielprocedure te doorlopen, ongeacht zijn leeftijd. De procedures moeten zich wel conformeren aan de kinderen. De kinderen krijgen dus een officiële vertegenwoordiger toegewezen en garanties inzake rechtsgeding. In dit verband is het dan ook essentieel dat alle betrokken partijen een opleiding krijgen over de vragen rond bepaling van het statuur van NBBM, namelijk over de aanpak die het kind en zijn cultuur voorop moet stellen en ook over de rechten van het kind. Na deze voorafgaande maatregelen en nadat de voorlopige ten laste name en bescherming van het kind zijn toegekend, moeten de betrokken overheden het grotere belang en de ten laste name van het kind op lange termijn waarnemen en verordenen. Deze procedure mag zeker niet uitgesteld worden, dat zou irrationeel zijn. Integendeel, men moet zich volledig inzetten en ervoor zorgen dat de twee opties die zich voordoen, nader bestudeerd worden, namelijk de reïntegratie van het kind in zijn familie en zijn thuisland en de duurzame integratie van het kind in het onthaalland. Er moet een volledige evaluatie van de huidige en toekomstige situatie van het kind in het thuisland en het onthaalland uitgevoerd worden en ook een evaluatie van de situatie en de verlangens van zijn familie in het thuisland. Dit moet het mogelijk maken om het grotere belang en de behoeften van het kind vast te stellen. Bron: ISS maandblad nr. 5/2007, mei 2007, pagina 6 – www.iss-ssi.org in « Newsletters »
V. Agenda A. 18-19-26-27/10 en 2-3/11 - Vluchtelingenwerk Antwerpen – theaterstuk “ Illegal Beauty ” Het Vluchtelingenteam organiseert een theaterstuk “ Illegal Beauty ”, een stuk over en door mensen in precair verblijf. Een multimediaal theaterspektakel gebracht door een mix van Belgen en nieuwkomers, met én zonder papieren. Een spektakel vol humor en drama. Over Lisa en Arben, twee jonge Antwerpenaren die elkaar vinden in de jungle van de stad. Over twee jonge mensen die zotverliefd zijn, in een wereld die zelf zot lijkt te draaien. Over de Romeo en Julia van het noorden. Over De Liefde en De Wet. En over hoe die tot wanhoopsdaden drijft... Première: 18/10, 20u (zaal Rubens, Statiestraat 175, Berchem) Voorstellingen: vrijdag 19/10, 20u (CD RIX, de Gryspeerstraat 86, Deurne) Vrijdag 26/10, 19.30u (zaal Rataplan, Wijnegemstraat 27, Borgerhout) Zaterdag 27/10, 20u (CC Sint-Andries, Sint-Andriesplaats 24, Antwerpen) Vrijdag 2/11 en zaterdag 3/11, 20u (CC Merksem, Nieuwdreef 135, Merksem). Informatie en reservatie op www.de8.be. Tickets: € 7 (€ 5 VVK)
8
B. 10-11 oktober 2007 – Internationaal colloquium te Poitiers (Frankrijk) – De migratiestroom van niet begeleide minderjarigen in Europa. De Universiteit van Poitiers en MIGRINTER (Migrations internationales, espaces et sociétés) organiseren een internationaal colloquium omtrent de migratie van niet-begeleide minderjarigen in Europa. Het migreren van kinderen en jongeren is een recent migratieverschijnsel. De institutionele reacties hierop zijn zeer uiteenlopend en zelfs ambigu, en combineren repressieve normen voor migratiestroomcontrole met een beschroomde toepassing van de internationale beschermingsnormen van het kind. De niet-begeleide minderjarigen krijgen in de meeste Europese landen een tweeledige behandeling: als kind genieten ze bescherming maar als buitenlander in onregelmatige situatie worden ze uitgewezen. Drie grote thema's komen aan bod: De opvangmodaliteiten van NBBM in Zuid Europa; De niet-begeleide minderjarigen die zonder enige bescherming in Europa verblijven; De contexten van oorsprong van de migrerende minderjarigen en de potentiële migranten. Informatie: http://www.mshs.univ-poitiers.fr/migrinter/index.htm of
[email protected]
VI. Vacature Vzw MENTOR ESCALE is op zoek naar een ANIMATOR en een MAATSCHAPPELIJKE BEGELEIDER, “gesubsidieerde contractuele agent” contract, (niveau C1 – Hoger Secundair Onderwijs) Informatie: ACTIRIS, cel « werkaanbiedingen » (project n° 71.011 / Réf. functie : 63.475 et 63.477)
VII. Goed om te weten A. Afgifte van een BIVR (Bewijs van inschrijving in het Vreemdelingenregister) door de gemeente Wanneer DVZ aan een NBBM een BIVR toekent na een of verschillende AV (Aannkomstverklaring) en de gemeente soms verschillende weken of maanden wacht tot het effectief toekennen van dit verblijfstitel, kan hij, in afwachting van het effectief verkrijgen van dit document, aan de gemeente een bijlage 15 vragen die zijn verblijf dekt voor een door de gemeente welbepaalde duur. Dit belet dat de minderjarige zonder verblijfsdocument verkeert gedurende de periode nodig om het BIVR te krijgen. Dit kan nuttig zijn voor een aanvraag bij het OCMW, op school, voor de aanvraag van kinderbijslag, enz. B. Mentor Escale – Nieuw e-mail adres Nieuw e-mail adres :
[email protected] C. Aïcha vzw – lokalen te huur VZW Aïcha stelt lokalen ter beschikking van iedere betrokken persoon of vereniging. Deze lokalen bevatten een kleine zithoek/onthaalkamer, een toilet, een kleine keuken, een grote ruimte met parketvloer en een grote wandspiegel (ideaal voor dans), micro’s, luidsprekerboxen, geluidsversterkers, kussens, opklapstoelen en tafel. Voor een vast inhuren of naar gelegenheid. Mogelijkheid om gratis in te huren, onder bepaalde voorwaarden, voor artistieke opleidingen of activiteiten. Contact: Aïcha vzw Jean Volders laan, 11 1060 Brussel Tel: 02/241.99.92
9
E-mail:
[email protected] D. Aïcha vzw– vanaf 17 september 2007 – muzikale opvoeringen, hiphop, breakdance, toneelkunst, plastische kunsten, beklimming... « Aïcha workshops » hervatten op 17 september 2007, toegankelijk voor jongeren van 14 tot 20 jaar. Informatie en inschrijving: Aïcha vzw Jean Volders laan, 11 1060 Brussel Tel: 02/241.99.92 E-mail:
[email protected]
1