BOEKBESPREKINGEN
LEVIE, G., Droit Europeen des Assurances, Brussel, Bruylant, 1992, 278p. Zoals haast elke tak van het recht heeft oak het verzekeringsrecht een Europese dimensie gekregen, ofschoon het Verdrag van Rome van 25 maart 1957 geen specifieke bepalingen terzake het verzekeringsrecht bevat. De richtlijnen, verordeningen en aanbevelingen inzake het verzekeringswezen die de afgelopen 30 jaar het levenslicht zagen, voornamelijk inzake de vrijheid van vestiging en het vrij verkeer van diensten, vragen om een overzichtelijke en bevattelijke samenvatting. De Heer Guy LEVIE, professor aan de Universite Catholique de Louvain en tevens verbonden aan de afdeling "Verzekeringen" van de Europese Commissie, heeft zich van deze opdracht uitstekend gekweten. De auteur heeft het hoek ingedeeld in chronologische orde. In een eerste hoofdstuk wordt kart een historisch overzicht geschetst van de Europese Gemeenschappen, de gevolgen van het ondertekenen van de akte van de Europese Unie in 1986 en de problemen die dienden en dienen opgelost te worden. Vervolgens behandelt de auteur de richtlijnen van de eerste generatie, welke gebaseerd worden op het beginsel van vrijheid van vestiging en welke ondermeer betrekking hebben op de herverzekering, de schadeverzekeringen, de rechtsbijstandsverzekering en de levensverzekering. In een derde hoofdstuk wordt dan de weerslag van enkele arresten van het Hof van Justitie terzake de directe werking van artikelen 52 en 59 van het EEG-Verdrag besproken (o.a. het arrest Binsbergen uit 1972 en het arrest Wezemael uit 1979). De auteur vervolgt dan met de richtlijnen van de tweede generatie terzake het vrij verkeer van diensten. In dit hoofdstuk wordt ook aandacht besteed aan de voor het verzekeringswezen relevante bepalingen van het Europees Verdrag van 27 september 1968 terzake de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen. In een laatste hoofdstuk werpt de auteur een blik op de toekomst en behandelt hij de lege ferenda de invoering van een enkelvoudige Europese toelating. Ofschoon het hoek geen bibliografie bevat en enkel een opsomming geeft van de relevante Europeesrechtelijke bepalingen, heeft de auteur er wei zorg voor gedragen om zijn bronnen in voetnoot te vermelden. In zijn inleiding stelt prof. LEVIE dat dit hoek eigenlijk bedoeld is voor studenten. Deze bescheidenheid siert de auteur, maar mag ons niet misleiden. Het hoek roept inderdaad hier en daar enkele algemene beginselen van het Europees recht (bijvoorbeeld het eerste hoofdstuk) en het verzeke-
464
ringsrecht (bijvoorbeeld de beschrijving van de Londense verzekeringsmarkt) in herinnering. Nochtans gaat de auteur voldoende in detail bij het bespreken van de richtlijnen (tweede en vierde hoofdstuk) en arresten (derde hoofdstuk) die precies de Europeesrechtelijke dimensie in het verzekeringsrecht brengen. Hierdoor is het boek een welgekomen aanvulling in de bibliotheek van eenieder die zich voor het verzekeringswezen en het verzekeringsrecht interesseert.
Wouter Den Haerynck, advocaat TIBERGHIEN, A.(ed.), Tiberghien 92. Handboek voor fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1992, 1208 p. Wie durft een onervaren fiscaal ontdekkingsreiziger de woeste en haast ondoordringbare fiscale wildernis insturen zonder behoorlijke bagage? Dat zou ongehoord zijn nu de 13e editie van "de Tiberghien" is verschenen, die overigens ook voor de meer ervaren fiscale globe trotters die even het fiscale noorden kwijt zijn, een prachtig werkinstrument is. In een inleiding en negen verschillende onderdelen ontvouwen de "nestor der fiscalisten" en een schare bekwame merle-auteurs de boeiende maar complexe wereld der belastingen. Dit prachtige standaardwerk bundelt zowat het hele fiscale spectrum : naast een inleiding met o.m. enkele algemeenheden, een historisch overzicht van de belastingen, enkele beginselen van belastingrecht en de administratieve inrichting, worden de inkomstenbelastingen, registratie-, hypotheek-, successie-, zegel- en griffierechten, BTW, douane en accijnzen, niet-rijksbelastingen en IBR behandeld. Weinig (niet al te specifieke) vragen blijven in dit werk dus onopgelost. Daarenboven is de kwaliteit van dit werk recht evenredig met het kwantitatieve aspekt ervan en staat de ruimte die een bepaalde belasting in het boek inneemt, in verhouding tot het belang en de relevantie ervan. Tegelijk naslagwerk en leerboek, introductie en opfrissing, vormt dit boek, met zijn logische opbouw en heldere structuur, geschreven in een heldere taal, zonder in details te vervallen en tach diepgaand, een zeer nuttige uitrusting in handen van zowel de leek als de specialist. Het boek overstijgt ook het zuiver inleidende en dat maakt dit werk ook tot een echt handboek, geschikt voor jurist, economist, student,
465
specialist en alwie met belastingrecht in aanraking komt of wil komen. Het boek is bovendien rijk gedocumenteerd met talrijke verwijzingen naar rechtspraak, rechtsleer, voorbeelden, casussen en bibliografieen, zodat de lezer die zich in een bepaald aspect wenst te verdiepen, nog genoeg stof tot studie vindt. Een begin van oplossing vindt men op die manier voor haast elk probleem in dit praktijkgerichte hoek, waarin ook veel aandacht uitgaat naar de procedure. En wat zou zo'n werk zijn zonder een uitgebreid trefwoorden-register? De enige spelbreker in deze fiscale harmonie is de Regering geweest. Zij heeft enkele belangrijke beslissingen genomen (o.m. de herschikking van de BTW-tarieven en de codificatie van het W.I.B.) op ogenblikken dat deze uitgave reeds in een vergevorderd stadium van voltooiing was. Zij zijn bijgevolg jammer genoeg niet in deze uitgave opgenomen. De uitgever heeft er wel voor gezorgd dit spijtig tekort te ondervangen met behulp van twee bijlagen : de ene bevat de overeenstemmingstabel tussen het (oud) W.I.B. en het W.I.B. 1992; de andere bevat een overzicht van de nieuwe BTW-tarieven. Wie al zeker wil zijn van een bijgewerkte versie kan zich overigens nu reeds abonneren op het eerstvolgende handboek voor fiscaal recht, dat sinds 1991 immers een jaarlijks opnieuw verschijnende uitgave vormt. Men vergeve het de uitgever echter maar met moeite dat hij de antwoordkaart in dit prachtige werk mee heeft ingebonden. Dit schoonheidsfoutje mag er u overigens niet van weerhouden een fiscale knapzak te maken met dit fiscaal handboek.
Wim DeBruyn
Burgerlijk Wetboek, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 1992, 485 p. De Maklu-uitgave van het B.W. is aan de zevende druk toe. De in deze uitgave opgenomen teksten van het Burgerlijk Wetboek (21 maart 1804) zijn bijgewerkt tot 31 augustus 1992. In het bijzonder werden de nieuwe bepalingen opgenomen inzake voorlopig bewind over de goederen toebehorend aan een meerderjarige. De artt. betreffende huishuur en de burgerlijke meerderjarigheid werden voordien reeds aangepast. In bijlage bevat deze pocket een aantal handige hulpmiddeltjes die menig leek en jurist in spe reeds uit de penarie hebben geholpen zoals bv. een artikelsgewijze weergave van alle wetswijzigingen van het B.W. sedert 1830. Ook het alfabetisch trefwoordenregister kan wonderen doen
466
als men door het bos de bomen niet meer ziet. Hierin staat praktisch elk juridisch begrip opgesomd, gevolgd door het (de) relevante artikel(en). Opgelet! Dit register geldt enkel als leidraad ... de uiteindelijke oplossing van een casus is eerder te vinden in het B.W. zelf! Toch durf ik deze pocket-uitgave aanraden aan eenieder die op zoek is naar een handig, overzichtelijk, overal meeneembaar B.W.!
Hilde Van Outryve VAN. NESTE, F., Hoe Ethisch is bet Recht, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1991, 168p. In dit vlot leesbare boek brengt de auteur ons in contact met wat de eigenlijke taak is van het recht nl. het scheppen van vrijheid voor de individuele burger en ordening voor de gemeenschap in haar geheel. Doorheen het hele hoek is de spanning voelbaar tussen deze twee polen, wat ook aanleiding geeft tot twee strekkingen in de benadering van de rechtsethische problemen, nl. een subjectivistische en een objectivistische. Tussen deze twee polen zal VAN NESTE trachten het juiste midden te vinden, zoals ook KANT dat reeds ten dele heeft gedaan in zijn Grundlinien der Philosophie des Rechts. Na een korte beschrijving van de begrippen vrijheid en ordening, tracht de auteur deze ethische vraagstelling te concretiseren door een aantal probleemgebieden uit de rechtspraktijk aan te halen, zoals het personeri- en familierecht, het contractenrecht, het eigendomsrecht, de rechten en vrijheden, ... Vervolgens gaat hij vanaf bet vijfde boofdstuk ook meer in op een aantal ethisch geladen begrippen uit bet recht, zoals goede trouw en billijkheid. Tenslotte bescbouwt hij de moraliteit van het recht vanuit natuurrecbtelijk standpunt o.m. via de zienswijze van een aantal grote natuurrecbtsfilosofen als ARISTOTELES, GROTIUS, HOBBES, om aldus te komen tot bet Anerkennungsprinzip van HEGEL, waar tenslotte het hele hoek om draait. "Hoe ethiscb is het recht" is, zoals reeds gezegd, een vlot leesbaar boek, dat zich ook al omwille van zijn beperkt aantal bladzijden in een keer laat uitlezen. Het is een zeer goed instrument voor iemand die zich wat wil verdiepen in het waarom van het recbt en dit waarom ook in de praktijk wil bescbouwen. De auteur gaat mijns inziens bewust niet al te diep in op de verschillende besproken recbtsgebieden uit de praktijk, wat de vlotheid van bet boek enkel maar ten goede komt. Wel betreur ik het ontbreken van een bibliografie, met een aantal werken waarin men zicb verder zou kunnen verblijden of zich zou kunnen verdiepen in deze materie.
]ohan Thollembeek
467
EECKMAN, P., Merkpalen. Uit de geschriften van Professor Beckman over merkenrecht en mededingingsrecht, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 1992, 268 p. Dit boek is zowel een hommage als een collage. Enerzijds is het een eerbetoon aan Prof. Dr. Paul EECKMAN, hoogleraar aan de U.I.A. en de V.U.B., die op het einde van het academiejaar 1991-'92 op emeritaat ging. In zijn voorwoord tot het hoek, omschrijft Prof. Henri SWENNEN de emeritus als een toegewijd docent en een groot specialist op het domein van het intellectuele eigendomsrecht. De vakbekwaamheid van Prof. EECKMAN blijkt reeds uit het omvangrijk aantal publicaties van zijn hand. De initiatiefnemers tot dit hoek hebben er daarom ook voor gekozen om een aantal van Eeckmans bijdragen met betrekking tot het merkenrecht en het mededingingsrecht te bundelen om zodoende het belang van zijn werk in de verf te zetten. Inhoudelijk valt het hoek uiteen in twee delen. Het eerste deel bevat een aantal artikels van Prof. EECKMAN en het tweede gedeelte, een aantal noten onder rechtspraak van het Benelux Gerechtshof en van het Europees Hof te Luxemburg. Om van de uitgave een afgewerkt geheel te maken, schreef EECKMAN, speciaal ter gelegenheid van dit hoek, een bijdrage over de ontwikkelingen die nog te verwachten zijn na de eerste Europese Richtlijn tot harmonisatie van het merkenrecht. Het interessante aan het boek is dat het een overzicht geeft van de belangrijkste ontwikkelingen op het domein van het merkenrecht en het mededingingsrecht. Vanzelfsprekend werd hierbij aan de Europese dimensie niet voorbijgegaan. De collage van teksten die werd gemaakt, duidt aldus de merkpalen aan en kan zo aan eenieder die op dit vakgebied actief is, een aangename en interessante lectuur bieden. Ten slotte dient ook de omvangrijke bibliografie te worden veemeld. Zij biedt een overzicht van de wetenschappelijke publicaties van Prof. EECKMAN. Het betreft zowel artikels, bijdragen en noten, als overzichten van rechtspraak en boekbesprekingen.
]o Vanbelle
DUSESOI, ). en KOEKELKOREN, E. Medische terminologie voor juristen, Antwerpen, Maklu, 1992, 174p. Voor aile juristen die zich buigen over schadeclaims en gerechtelijke dossiers en hun hoofd breken over de medische terminologie, heeft Maklu nu een handig werk ter beschikking.
468
De drieledige structuur vergemakkelijkt het gebruik aanzienlijk. Het resultaat is een efficient hulpmiddel voor wie zich als leek over de materie moet buigen. In het eerste deel behandelen de auteurs de verschillende beeldvormende onderzoeksmethodes die de medicus gebruikt om tot exacte en bruikbare gegevens te komen, welke het dossier staven. Deel twee bevat een opsomming van registratietechnieken, welke een beter inzicht moeten geven in een bepaalde toestand. Deze resultaten zijn een aanvulling van de hierboven bereikte gegevens. Het derde deel tenslotte geeft een weerslag van de courantste terminologie met hun respectieve betekenis. De auteurs vertrekken vanuit een opsomming van algemene termen en behandelen vervolgens stap voor stap per specifiek onderdeel het menselijk lichaam. De duidelijke illustraties maken dit deel bevattelijker voor de gebruiker. Uitgeverij Maklu vult met dit werk ongetwijfeld een leemte. De auteurs willen een welomlijnd lekenpubliek aanspreken. Voor deze laatsten is het dan ook, mede dankzij de volledige en goede registers, een handig werkinstrument.
Luc De Houwer Het Wetboek van Koophandel en aanvullende wetten, bewerkt door Eric Dirix, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu Uitgevers, 1993, 597p. Reeds sinds 1986 brengen de MAKLU Uitgevers een pocketeditie van het Wetboek van Koophandel op de markt. In deze, door Eric Dirix bewerkte, vijfde uitgave werd de tekst aangepast aan de diverse wetswijzigingen die zich in het handelsrecht hebben voorgedaan sinds 1991. Naast bet Wetboek van Koophandel vindt U in deze uitgave ook nog een aantal aanvullende wetten die in de praktijk vaak toepassing vinden, zoals de Chequewet, de Jaarrekeningenwet, de Transparantiewet, de nieuwe Wet op de Handelspraktijken, enz .. Kortom, dankzij deze uitgave heeft U tach een aantal van de belangrijkste wetten uit het handelsrecht bij de hand. Tevens heeft het geheel een overzichtelijke structuur. Dankzij het pocketformaat, is dit boek ook praktisch gemakkelijk hanteerbaar en kan men het zonder al te veel moeite overal meenemen. Als nadeel aan deze uitgave moeten wij helaas dezelfde kinderziekten aanstippen die elke vorm van wetgeving die in gebonden vorm wordt uitgegeven aantasten, nl. het feit dat, door de frequente wijzigingen in een aantal sectoren van het handelsrecbt, de inhoud van bet boek na een aantal jaren verouderd is. Tevens heeft het opteren voor een pocketformule ook tot gevolg dat er geen annotaties bij de wetteksten werden aangebracht, wat voor praktijkjuristen soms wel een gemis kan zijn.
469
Tevens werden, om bet geheel niet te overladen, een aantal artikelen uit bepaalde wetten niet in deze uitgave opgenomen. Concluderend kunnen wij stellen dat bet bier gaat om een handig werkinstrument. Voor een grondige studie van een bepaald domein van bet handelsrecht raden wij U echter een volledig en geannoteerd wethoek aan.
]ohan Thollembeek CLAASSENS, H., Het Europa van de Verzekeringen, Antwerpen, Maklu, 1992. "Het Europa van de verzekeringen", geschreven door professor H. COUSY (K.U.L.) in samenwerking met professor G. LEVIE (U.C.L.) is een meertalige uitgave die op duidelijke wijze het colloquium van 11 en 12 oktober 1991, te Leuven, betreffende de richtlijnen van de derde generatie, voorstelt en becommentarieert. De auteurs wijden op een volledige en overzichtelijke manier uit over deze richtlijn, die bedoeld is om de daadwerkelijke uitoefening van de vrije dienstverlening inzake schade- en levensverzekering te vergemakkelijken. Zowel de leek als de ingewijde krijgen zo een helder beeld van deze "Europese Makelij". Verscheidene rechtsgeleerden geven hun standpunt weer en bespreken als bet ware via het systeem van vraag en antwoord de problemen aangaande de controle op de verzekering, de bescherming van de consument, de levensverzekering en de distributie en branchevervaging. Dit veelzijdig werk is een aanrader vooral wie dit onderwerp wil aanschouwen door een kritische bril.
Yannick Boedts THEWES, M. en SPIELMAN, D. (eds.), Annates du Droit Luxembourgois 1, Brussel, Bruylant, 1991, 324p.
De "Annales du droit Luxembourgois" is een rechtstijdschrift dat sinds 1991 verschijnt. Het opzet van het werk bestaat erin terug te blikken op de nieuwe ontwikkelingen binnen bet Luxemburgse recht van dat j aar en een aantal hete hangijzers van dit Luxemburgse recht te bespreken.
470
Men tracht dit doel op een zo volledig mogelijke wijze te bereiken door enerzijds commentaren op rechtspraak op te nemen en anderzijds door bet publiceren van rechtsleer. Bovendien worden er in dit tijdschrift een aantat universitaire thesissen opgenomen, die zonder publicatie zouden zijn verloren gegaan zijn voor de rechtspraktijk. De "Annates du droit Luxembourgois 11 trachten ook een internationaat gericht tijdschrift te zijn. Zo verschijnen overzichten van rechtspraak van bet E.G.-recht en ook aan de rechten van de mens wordt aandacht besteed. Het nummer van 1991 bestaat uit twee grate delen. Een eerste deel handelt over "Le registre public maritime Luxembourgois". Er wordt dieper ingegaan op onderwerpen ats de inschrijving van schepen in bet Groot-Hertogdom-Luxemburg en de atgemene juridische problemen binnen bet maritiem bedrijf. Tot slot komt ook de registratie van schepen aan bod. Het tweede deel is een atgemeen deel. Het bestaat uit noten en tijdschriftartikels, overzichten van rechtspraak en een bibliografie. De inhoudelijke kwatiteit van de teksten is verzekerd door het feit dat het tijdschrift gedragen wordt door een aantat grate juristen binnen het Luxemburgse recht, die zetelen in bet wetenschappelijk en redactiecomite. Men kan dan ook stellen dat de 11Annates du droit Luxembourgois" een verrijking betekenen voor de Luxemburgse rechtsliteratuur. Koen Verhaegen
De Nieuwe FBW, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1992, 2 de-
len. Er was ats jurist of aankomend jurist onmogelijk aan te ontsnappen op de hoogte te zijn van zijn bestaan: 'La nouvelle FBW est arrivee'. Vlaanderens nieuwste wetboek heeft geen onopgemerkt entree gemaakt op de juridische boekenmarkt. Want ats u de mailings en advertenties voor dit nieuwe wetboek heeft gelezen, dan weet u : leven zonder dit wetboek zou geen (juridisch) leven meer zijn. Onze verwachtingen waren dan ook hoog gespannen toen dit werk uiteindelijk op onze recensietafel belandde. Een vluchtig doorbladeren laat ons kennis maken met twee fraai ogende delen die uitblinken door hun handige hanteerbaarheid.
471
Beide delen hebben een soepele kaft en blijven openliggen op de gekozen bladzijden. Bovendien bevindt zich in elk deel vooraan een overzichtelijke inhoudstabel. Ook inhoudelijk laat deze jonge wetboek-spruit niets te wensen over : ondanks zijn compactheid bevat dit wetboek een aantal wetteksten, waarvan de FBW-FBU gebruiker slechts kan dromen; zijn realiteit is veel harder : hij moet zes onpraktische boekdelen meesleuren. Zo vinden we in het deel publiek recht, naast basiswetten als Grandwet, Bijzondere Wetten, Arbitragehofwet enzovoort, nog tientallen andere wetten en besluiten i.v.m. milieu, intercommunales, rijkspersoneel, taalgebruik, gewetensbezwaarden, vreemdelingen, procedurereglement Raad van State enz .... Elke rechtstak wordt tenslotte afgesloten met de internationale verdragen die in die sector thuis horen. Voor de sector publiek recht zijn dat: bet E.V.R.M., bet E.E.G.-verdrag, het I.V.B.P.R. (door sommigen ook BUPO-verdrag genoemd) en bet verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten. Voor elke sector staat bovendien een handige inhoudstabel van aile teksten die in die tabel voorkomen. Naast de sektor publiek recht zijn er nog: burgerlijk recht, gerechtelijk recht, strafrecht, handels- en economisch recht (onderverdeeld in handelsrecht, economisch recht, consumentenrecht, financieel recht en intellectuele rechten), fiscaal recht (inkomstenbelastingen, BTW, successierechten, registratierechten en met zegel gelijkgestelde taksen) en sociaal recht (natuurlijk bestaand uit arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht). Dit wetboek is bovendien -ondanks de schare wetteksten en de compactheid- ook nog geannoteerd. Weliswaar niet zo uitgebreid als de prestigieuze TWS-reeks (waarnaar vaak wordt verwezen) maar toch ruim voldoende om aan eerste problemen tegemoet te komen. Wat opzoekingen betreft is er tenslotte het registerboekje; inderdaad, afzonderlijk uitgegeven. Het bevat een chronologisch en een (zeer uitgebreid) alfabetisch register en verschaft het wetboek in zijn geheel zonder twijfel een (nog) betere hanteerbaarheid. Jammer genoeg hebben wetboeken de vervelende neiging nogal vlug te verouderen. Daarom verschijnt dit vastbladig wetboek elk jaar opnieuw (stof wordt telkens bijgehouden tot 1 januari), wat er voor zorgt dat men een mooi (ogend) wettenarchief kan opbouwen en men niet telkens wanneer er een nieuwe losbladige aanvulling komt, met pijn in het hart enkele honderden of zelfs duizenden aan uitgevoerde bladen
472
vertikaal moet klasseren. Het bespaart ons allen ook dat verfoeilijke bijwerkingsklusje. Om de jurist te velde overigens niet helemaal aan zijn lot over te Iaten tussen twee wetboeken door, verzorgt Kluwer Rechtswetenschappen ook een veertiendaags informatieblad waarin aile recent verschenen belangrijke wetten en besluiten zijn opgenomen. Aldus blijft men tach permanent op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Blijft dan nog de prijs. Men hoort nogal eens zeggen dat bet wethoek duur is. Dat is relatief. Als u bekijkt wat een gewoon (!) losbladig wetboek jaarlijks kost aan aanvullingen, dan is 12 000 frank heus niet overdreven, zeker niet als u bekijkt hoeveel 'gevulder' dit wetboek wei is. De 14-daagse aanvullingen kosten 4 000 frank per jaar. Voor studenten is er een korting van 50 %, wat dit wetboek zonder twijfel ook binnen hun bereik brengt. Jammer is wei dat bet (meestal) niet zal mogen gebruikt worden op bet examen omwille van de annotaties. Wij zijn echter overtuigd : na de degustatie van dit wetboek hebben we er ons juridisch hart aan verpand. Wim DeBruyn
473
TAALTIPS
t
TAALTIP 1: ADRESSERING (3) DE SCHK(JFW.(JZE VAN STRAATNAMEN 2
Algemeen: Aile straatnamen dienen gespeld te worden overeenkomstig de huidige spelling van het Nederlands. Aileen de in straatnamen voorkomende familienamen behouden hun vaak van het moderne Nederlands afwijkende verouderde spelling. Voornamen of initialen worden uiteraard niet aan de familienaam vastgehecht : De Beriotstraat, Raeymaeckersvest, Maria Theresiastraat, J.P. Minckelersstraat, ... Aaneenschrijven : In de regel schrijft men straatnamen zoveel mogelijk aan elkaar : Raadhuislaan, Gemeenteplein, Groenenhoek, Hogeweg, Bredestraat, Hogeweg, Oudesteenweg, Geldenaaksevest, Parijsstraat, Diestsestraat, Halfmaartstraat, Driesleutelsstraat, Tweekleinwegenstraat, Tiengebodengang, Vijfwegen ... In twee of meer woorden schrijven : In een behoorlijk aantal gevallen schrijft men straatnamen evenwel niet in een woord : 1) Namen die gevormd worden met "Markt'' of met waternamen (hydroniemen) en namen van gebouwen : Oude Markt, Grote/Kleine Markt ... Lange Rei, Kromme Leie, Oude Delft, Lopende Diep ... Bloemse Hoeve, Engelse Beurs, Oude Burg ...
( 1) De volgende taaltips werden opgesteld door de Eenheid Nederlandse Rechtstaal van de Rechtsfaculteit ; hiervoor danken wij hen van harte. ( 2) Omdat de spelling van straatnamen een vrij ingewikkelde materie is, hebben we ons in deze taaltip beperkt tot een paar typische probleemgevallen en hebben we vooral veel voorbeelden gegeven. Als u evenwel meer te weten wilt komen over dit probleem, kunnen we u doorverwijzen naar de "Leidraad bij de straatnaamgeving en -wijziging" van A. STEVENS (NAAMKUNDE. Mededelingen van bet instituut voor naamkunde te Leuven en van bet PJ. Meertens-Instituut te Amsterdam, Afdeling Naamkunde, leuven, Onomastica Neerlandica, Bijlage LXVIII, 1981).
474
2) Namen gevormd uit een telwoord en een meervoudig substantief dat geen woord is als "weg, straat, laan, plein ... (dat dus geen echte plaatsaanduiding" is): Vier Uitersten, Tien Geboden ... , maar Vijfwegen, ... 3) De plaatsnaam bestaat uit een lidwoord, een voorzetselaanloop of een met het bepaalde lidwoord samengetrokken voorzetsel (ter-, ten-, (een adjectief) en een substantief; soms wordt van deze spelling afgeweken wanneer aaneenschrijven gebruikelijk geworden is. Het Torentje, Het Eitje, De Dries, De Noteschelp, 't Plein, 't Veer, 't Vlietje, 't Speelhof, De Oude Landen, Op de Vliet, Achter de Oude Minderbroeders, Tussen 't Pas, Ter Boelhage, Ten Berg, Ten Hoge, Ten Wijngaard, en ook: Ter Borchtlaan, Ter Elstlaan, Ten Bogaardeplein... , maar : Terbank, Termunkdreef, Tereken 4) De delen van de plaatsnaam worden gescheiden door een voorzetsel of een met het lidwoord samengetrokken voorzetsel. Het al of niet met het lidwoord samengetrokken voorzetsel wordt met een kleine letter geschreven : Hof ter Neppen, Straatje zonder Eind, Hoogste van Brugge TAALTIP 2: ADRESSERING (4) HET GEBRUIK VAN HET KOPPELTEKEN
Na een CIJFERTEKEN: bijv. Jozef 11-straat, 11-Novemberlaan, 1-Meistraat, Albert !-promenade, Leopold 11-laan... In namen die met 's (atkorting van "des") beginnen: bijv. 's-Meiersstraat, 's-Herenelderen, 's-Gravenvoeren... (vergelijk met 's-Gravenhage, 's-Gravenbrakel enz). Na SINT of ST.: bijv. Sint-Annalaan, St.-Jozefplein ... Wanneer het eerste deel van een samengestelde plaatsnaam (meestal een ADJECTIEF of TELWOORD) niet op de hele samenstelling slaat, maar slechts een deel ervan bepaalt. Alleen in onduidelijke of ongewone samenstellingen verbindt men bet eerste bestanddeel van de plaatsnaam me't de volgende delen d.m.v. een koppelteken. Deze regel wordt vooral toegepast wanneer bet tweede woord met een klinker begint. Bijv. Drie-Engelenberg, Blijde-Inkomststraat, Heilig-Bloedstraat, OnzeLieve-Vrouweplein, Politieke-Gevangenenlaan, Zwarte-Arendlaan, Christus-Koninglaan ...
475
Het eerste deel van de plaatsnaam verwijst hier immers niet naar de hele samenstelling (Engelenberg, Inkomststraat enz.); het bepaalt aileen het eerste deel van de samenstelling (drie engelen, Blijde Inkomst enz.). Er is dus ook een verschil tussen de Langebrugstraat (d.i. -een straat die naar een lange brug leidt of die herinnert aan een plaats die "Lange Brug" heette) en de Lange Brugstraat (een lange straat die naar een brug leidt). Let ook op de schrijfwijze van bijv. O.L.V.-plein. In plaatsnamen gevolgd door een ONVERBUIGBAAR ADJECTIEF dat de eerste component bepaalt : bijv. Coupure-Links, Heer-weg-Noord, Herebaan-Oost ... (vergelijk met Brussel-Noord enz). In plaatsnamen gevolgd door een al dan niet samengesteld substantief dat de eerste component bepaalt : bijv. Kursaal-Oosthelling, Gelieren-Neerzij, Gelieren-Hoogzij ... Benamingen voor de in de laatste jaren omgedoopte dorpsstraten als bijv. Baarle-Dorp of Zoersel-Dorp worden tegenwoordig haast altijd aaneengeschreven (Baarledorp, Zoerseldorp). Dan zijn er ook nog enkele plaatsnamen die gevormd worden met al dan niet adellijke familienamen (bijv. Waldeck-Pyrmontlaan, BailletLatourlei) of plaatsnamen waarvan de delen gescheiden zijn door een voorzetsel, en die men, naar het voorbeeld van Heist-op-den-Berg d.m.v. een koppelteken tot een hechtere eenheid zou kunnen smeden. In dit laatste geval is het beter om dat niet te doen, daar een of meer koppeltekens in dergelijke gevallen het schriftbeeld belasten (Straatje zonder Eind, Sint-Jan in de Meers, Hof van Boechout, ... )
476