Nummer 1, januari Welkom bij het e-zine van Stade Advies

St@dium e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

Nummer 1, januari 2011

Welkom bij St@dium, het e-zine van Stade Advies Ingaande 2011 verschijnt ons Ezine St@dium voortaan tweemaal per maand. Over enkele maanden zal ook de ‘outfit’ van St@dium’ worden vernieuwd, tegelijk met de vernieuwing van onze website www .stade.nl . Met dit e-zine brengen we u op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen en wetenswaardigheden in de maatschappelijke sector en van onze mogelijkheden om u hierin bij te staan. Niet alle artikelen en nieuwsflitsen zullen op u, uw organisatie of uw functie van toepassing zijn. Toch zijn wij er van overtuigd dat u zeker steeds een aantal wetenswaardigheden of trends aantreft die voor u interessant zijn. Natuurlijk stellen we het op prijs uw reactie te ontvangen. Heeft u ideeën, opmerkingen, suggesties of aanmerkingen? Mail deze naar de redactie. Dit kunt u doen via de knop 'Contact'. Het kan zijn dat u deze St@dium ontvangt zonder dat u zich hiervoor aangemeld heeft. Mocht u dit e-zine niet meer willen ontvangen, dan kunt u dit laten weten via de knop 'Aan- en afmelden'. Wilt u meer weten over onze diensten en producten, kijk dan ook op onze website www.stadeadvies.nl. Als u vragen heeft, dan kunt u vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen. Telefonisch zijn wij bereikbaar tijdens kantooruren op nummer (030) 23 61 861. U kunt ons ook een email sturen via de knop 'Contact', dan nemen wij zo snel mogelijk contact met u op.

Erik Vermathen, Directeur

St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven

1/18

1.

Cursusoverzicht eerste halfjaar 2011-01-11

Thema en titel BCF (Beleidsgestuurde Contractfinanciering)

Datum

Resultaatgericht financieren

maandag 7 februari 2011

Aanbesteden

dinsdag 8 maart 2011

Maatschappelijk rendement bij wijkontwikkeling

maandag 14 maart 2011

Praktijksessie resultaten formuleren

donderdag 7 april 2011

Integrale kostprijsberekening

dinsdag 10 mei 2011

Onderhandelen in subsidierelaties

donderdag 12 mei 2011

Resultaatgericht financieren


Maatschappelijk rendement


Onderhandelen in subsidierelaties

dinsdag 7 juni 2011

Jeugd en jongeren Vervolgtraining bij vermoeden kindermishandeling

woensdag 15 december 2010

Training ambulant jongerenw erk

maandag 24 januari 2011

Meldcode kindermishandeling

woensdag 26 januari 2011

Praktijksessie aanpak jongeren op straat

dinsdag 1 februari 2011

Training bij vermoeden kindermishandeling

maandag 7 maart 2011

Jongerenparticipatie

maandag 11 april 2011

Ambulant jongerenwerk



maandag 18 april 2011

Jongeren in de openbare ruimte Vervolgtraining bij vermoeden kindermishandeling

dinsdag 26 april 2011 maandag 9 mei 2011


maandag 16 mei 2011

Jongerenparticipatie

maandag 6 juni 2011

Jongeren op straat

maandag 6 juni 2011


woensdag 29 juni 2011

Ondernemend organiseren Workshop ”In de krant”


Schuldpreventie Jongeren en geld

dinsdag 19 april 2011

Volwassenen en geld


Pitstop schuldpreventie

donderdag 16 juni 2011

Wonen (voor bewonersorganisaties in Utrecht e.o) Activeren van bewoners

donderdag 3, 10 en 17 maart 2011

Het maken van een projectplan

dinsdag 22 maart 2011

Maken van wijkanalyses

donderdag 24 maart 2011

Herstructureren voor bewoners


Training huisbezoeken

dinsdag 19 april 2011

NIMBY


Gebiedsbeheerplannen


Maken van wijkanalyses

dinsdag 21 juni 2011

NIMBY voor bestuurders

vrijdag 24 juni 2011


2/18

2.

Productief Partnerschap als speerpunt in Welzijn Nieuwe Stijl

Risicofactoren en procesversnellers in de relatie opdrachtgever - opdrachtnemer -Johan Vermeulen, adviseur Stade AdviesIn het kader van de regioconferenties Welzijn Nieuwe Stijl die VWS, VNG en de Mogroep in september 2010 hebben georganiseerd heeft Stade Advies een workshop Productief partnerschap tussen opdrachtgever en opdrachtnemer verzorgd. Voor die workshop is een factsheet met do’s en don’ts opgesteld. Bij afronding van de workshops heeft Stade Advies de deelnemers gevraagd uit de eigen praktijk kort een voorbeeld van een ‘ best practice’ dan wel ‘ worst case’ te beschrijven. Dat heeft 116 voorbeelden uit de lokale praktijken van deelnemers aan de workshop opgeleverd. Vertegenwoordigers van gemeenten omschreven 29 ‘ worst cases’ en 36 ‘best practices’ . Deelnemers uit de sfeer van maatschappelijke organisaties gaven inzicht in 23 ‘ worst cases’ en 28 ‘best practices’ . In dit artikel geeft Stade Advies een dwarsdoorsnede van de voorbeelden uit de lokale praktijken geordend aan de hand van de risicofactoren of aandachtspunten die Stade Advies in de factsheet heeft opgenomen. Stade Advies dankt de deelnemers aan de workshops voor de inkijkjes in hun lokale praktijken. Hierna volgt een gedeeltelijke weergave van het artikel. U kunt het volledig lezen op www .stade.nl. 1. Draagvlak bij de politiek Welzijn Nieuwe Stijl gaat uit van productief partnerschap in een ontwikkelingsperspectief tussen overheid en maatschappelijke organisaties. Het vraagt om een andere oriëntatie op subsidierelaties. Vroeg of laat moet de lokale politiek er ook iets mee. Vroeg is beter: besteed aan de voorkant van veranderingstrajecten met de maatschappelijke organisatie aandacht aan informatievoorziening en meningsvorming in de raad(-s commissie). Best Practices Interactief traject om te komen tot een maatschappelijke agenda, met instellingen, gemeente (College en Raad), maar vooral ook groepen burgers. Intensief en lang traject. Resultaat: -

Een geaccepteerde sociale agenda Een besef dat interactie nodig is Uitvoering sociale agenda door ‘Wmo-proof’ organisaties.

Worst cases Ambtelijk zijn er goede contacten tussen gemeente en welzijnsinstelling. De budgetsubsidie op basis van prestaties levert een goede basis. Maar bestuurlijk (deel van College en Raad) is het vertrouwen wankel door ervaringen uit het verleden. De wethouder heeft de organisatie uitgenodigd om samen een nota samenleving te ontwikkelen. De organisatie zou meer kansen kunnen pakken om de gemeente te adviseren over de meerjarenvisie. Wethouders bepalen wat er op activiteitenniveau gebeurt. College neemt geen besluiten over Wmo-doelen. Gevolg is chaos waarin je nooit weet of je het goed doet. Bij de Raad is er geen bewustzijn over het belang van Welzijn. Ook ontbreken resultaatgerichte afspraken. Acties zijn: presentatie aan de Raad (kennisoverdracht) en ontwikkelen van kerntaken en projecttaken (en stellen van prioriteiten) waarbij de wethouder en


3/18

de raad worden meegenomen. Perspectief is constructief overleg op ambtelijk/bestuurlijk niveau en een gezamenlijke uitbouw naar een meer zakelijke en professionele relatie.

2. Taakverdeling, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Een projectleider in een overheidsorganisatie die is belast met het vorm en inhoud geven aan relatieverbetering met maatschappelijke organisaties dient te beschikken over toereikende bevoegdheden. Hij of zij is verantwoordelijk voor een succesvolle implementatie. Als de implementatie stagneert door trage besluitvorming of interne belangentegenstellingen gaat het momentum verloren. Het is dan vaak lastig het proces weer op de rails te krijgen. Gemeente en maatschappelijke organisaties moeten beschikken over een eenduidig begrippenkader en gedeelde inzichten inzake taak- en verantwoordelijkheidsdeling. In veel praktijken voorziet de systematiek van Beleidsgestuurde Contractfinanciering hierin. Voor maatschappelijke organisaties is het van belang om de afspraken over prestaties en resultaten intern te borgen door middel van het toepassen van vormen van intern contractmanagement.

Best Practices

Worst cases

Op basis van aanbod in 2009 formuleert de gemeente een duidelijke vraag voor 2011. MO zet dit PvE om in een offerte, als passend antwoord op de vraag binnen gemeentelijk budget, die als partners wordt besproken met elkaar. O.b.v. kwartaalrapportages worden de uitvoeringsafspraken gemonitord en evt. bijgesteld of vertaald naar een volgende subsidieperiode.

Gemeente wil dat de MO meer resultaatgericht offreert en anticipeert op de ontwikkelingen. Maar de gemeente heeft geen duidelijke opdrachtformulering die zij vooraf bespreekt met de organisatie. Gevolg: de gemeente is ontevreden over de offerte en beide partijen hebben een ander beeld van de gewenste resultaten in de lokale samenleving.

Onderscheid gemaakt tussen meerjarig contract voor basisaanbod en jaarlijks contract voor interventieaanbod om zo beter te kunnen aansluiten op de wijkontwikkelingen. Instelling en gemeente ontwikkelen in 2010 (pilot) samen een productenboek en stellen vast wat basis- en wat interventie-aanbod is. Monitoringgegevens pilot zorgen voor bijsturing afspraken. De verantwoording wordt transparant. Meer zeggenschap van inwoners door raadskeuzes. Voortaan kan in de gemeenteraad worden gezien wat door welke organisatie wordt gedaan op welk beleidsveld en hoeveel dat kost.

Gemeente en MO spreken niet dezelfde taal, hebben verschillende verwachtingen over de resultaten die ze willen bereiken. Totale miscommunicatie. We gaan opnieuw aan tafel, een nieuwe start, met een discussie over kerntaken.

Gemeente en welzijnsorganisatie willen optimaal samenwerken tbv burgers en hebben een gezamenlijk traject BCF doorlopen. In het vervolg daarop houden beide partners jaarlijks een bijeenkomst met brede gemeentelijke vertegenwoordiging om maatschappelijke en beleidsmatig ontwikkelingen te delen. Het heeft geleid tot elkaar beter kennen, duidelijkheid in de verwachtingen van de opdrachtgever en vertrouwen in een goede praktijkvertaling door de

Beperkt draagvlak voor invoering BCF, er is geen gemeentelijk beleid, de berekening kostprijs moet weer opnieuw. Er wordt nu ingezet op draagvlak vergroten, partnerschap ontwikkelen en interactief beleidsontwikkeling welzijn


4/18

MO. Gemeente en MO hebben samen geconstateerd dat de bestaande verantwoordingssystematiek weinig oplevert. Er is gezamenlijk tijd en energie gestoken in het uitdenken van een alternatief. Dat is gelukt met behulp van BCF en heeft geleid tot tevredenheid bij beide partners en een goed gebruik van verantwoordingscijfers en documenten. Gemeenten en organisatie hebben een meerjarenovereenkomst afgesloten waarin ook overleg op ambtelijk en bestuurlijk niveau is vastgelegd. De totstandkoming daarvan is in partnership tussen meerdere MO’s en gemeente mogelijk gemaakt. Het accent is gelegd op het boeken van resultaat door ontschotting en verbinding en onderling vertrouwen. Er is duidelijkheid ontstaan over producten van de MO en de verantwoordelijkheidsdeling tussen MO en gemeente. Een organisatie voor maatschappelijke dienstverlening heeft met de gemeente een BCFtraject doorlopen. Er is een productenboek opgesteld, er zijn periodieke rapportages en tussentijds overleg vastgesteld. De verhouding is constructief in productief partnerschap. Er wordt nu gewerkt richting meerjarenafspraken. Organisatie heeft haar offerte interactief opgesteld op basis van input vanuit de werkvloer. Er is vervolgens geïnvesteerd in draagvlak in de organisatie. De offerte is doorvertaald in interne contracten met de uitvoerders, zodat de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk belegd zijn. In een studiedag zijn de presentaties van de uitvoerders bijgewoond door de gemeentelijke accounthouder.

Nieuwe beleidsmedewerker gemeente moet zich bewijzen. Gaf opdracht voor een project dat slechts beperkt draagvlak had in de raad en met argusogen werd bekeken. Moeizame fase in project: beleidsmedewerker gemeente zat er bovenop, wilde zich met de uitvoering bemoeien en vaak en veel informatie. Gewenst is: taak- en rolverdeling opnieuw benoemen en naleven.

3. Strategisch beleid Het is lastig vorm te geven aan partnerschap in een opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie indien het beleid op strategisch niveau onvoldoende is geformuleerd. Idealiter komen opdrachtgever en maatschappelijke organisaties ieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid, maar op basis van een gedeelde visie op de lokale situatie tot een concretisering van dit beleid (beoogde resultaten) en tot interventie strategieën waarmee de beoogde resultaten bereikt worden. Methodes van interactieve beleidsvorming bewijzen daarbij goede diensten. Het strategisch beleidskader van de gemeente geeft richting aan productontwikkeling en innovatie bij de maatschappelijke organisatie. Het is belangrijk dat beide partners afspraken maken over de manier waarop flexibiliteit in de uitvoering en reacties op nieuwe ontwikkelingen worden gewaarborgd. Best Practices

Worst Cases

Netwerk van WWZ-partners heeft gezamenlijk een missie/visie opgesteld onder regie van de gemeente en zorgkantoor. Feitelijk definiëren alle partijen de opdracht gezamenlijk.

Weinig afstemming als het gaat om producten in relatie tot beleid. Organisatie neemt nu initiatief tot: - Beleidsontwikkeling - Toerusten van productgericht werken - Werken aan professionaliteit


5/18

-

Gemeente heeft geen uitgekristalliseerd beleid. Prestatieafspraken met de MO zijn nu niet helder. Nu een open discussie, waarin alles bespreekbaar is, ook capaciteit en financiën. Doel: meerjarensubsidie-afspraken.

Onderzoek bij gemeente naar ontwikkeling visie en beleid. Beoogd is: productief partnerschap, met helder beleid, heldere producten, vertrouwen en zicht in financiën. De contractafspraken zijn financieel volledig dichtgetimmerd. Het afnemen van extra of andere diensten is onmogelijk door een constante discussie over kwaliteit en kwantiteit van te leveren diensten. Bij ieder nieuw initiatief gaat de discussie direct over geld. Ook bij ‘ calamiteiten’ moet eerst financiële ruimte gevonden worden. Er zijn geen concrete outputgegevens beschikbaar die de discussie kunnen sturen. Er moeten nodig goede productafspraken gemaakt worden.

Er is een vrije ruimte ingevoerd in de subsidieverlening. De vrije ruimte wordt niet eens volledig benut, maar het geeft zo veel rust en mogelijkheden. Bevalt bij iedereen. Mogelijk gaan we nog meer ruimte geven en niet alles dichttimmeren. Van een dichtgetimmerd afsprakenkader naar een kwartaalafspraak tussen gemeentelijke wijkteams en uitvoeringsorganisatie. Directe actie waar nodig en tussentijdse bijstelling van prioriteiten. Er is een betere wisselwerking tussen beleid en flexibele inzet zodat de kaders actueler zijn. Actueel ouderenbeleid ontbrak. In projectmatige samenwerking met veel partijen is een integrale beleidsnota ontwikkeld, die op zijn beurt weer aanleiding vormde tot het ontstaan van nieuwe producten bij de welzijnsorganisatie. Gemeente en maatschappelijke dienstverlening en welzijn hebben een gezamenlijke analyse gemaakt van de problematiek in de verschillende wijken en keuzes gemaakt voor een aanpak: social worker team en interventieteam met veel mandaat op het niveau van de uitvoering. De organisaties zijn hiervoor niet aanvullend gefinancierd! De gemeente heeft samen met mantelzorgers, steunorganisaties, zorginstellingen, ouderenbonden de vraag geformuleerd en de kenmerken van het gewenste aanbod omschreven. Zo is breed draagvlak ontstaan voor de organisatie die de ondersteuning levert. Ook bij tussentijdse evaluatie worden andere partijen betrokken. Gemeente erkent dat het beleid niet deugt. En heeft (professionele en vrijwilligers-) organisaties kunnen mobiliseren om samen een nieuw vertrekpunt te realiseren. Door het voorleggen


6/18

van varianten van beleid (meningsvorming) en vervolgens het stemmen op de varianten. Uitkomsten zijn betrokken bij vaststellen van beleid. Veel draagvlak bij organisaties voor beleid. Gemeente beschikt weliswaar over een aantal monitorgegevens en heeft eigen beleid, maar voor de invulling van het beleid per wijk, wordt nauw overleg gevoerd met de betrokken maatschappelijke organisaties en bewonersorganisaties. Gaat in de richting van decentrale beleidsontwikkeling. Gemeente wil in het kader van bezuinigingen een gezamenlijke analyse maken van de prioriteiten in de lokale samenleving met de maatschappelijke organisaties. Samen stellen zij prioriteiten in het aanbod. Gemeente heeft duidelijke resultaten geformuleerd. Resultaatformulering in termen van ‘baat voor de klant’ dan wel ‘ veranderingen bij de doelgroep’ (BCF). Het gemeentelijke accounthouderschap is verankerd in de gemeentelijke organisatie. Zowel gemeente als organisatie hebben een goed kennisniveau als een gedeelde visie op wat moet gebeuren.


7/18

3.

Subsidie voor debat over pedagogische civil society in uw gemeente

Wilt u in uw gemeente een discussie of debat voeren over de manier waarop burgers in vrijwillig verband verantwoordelijkheid nemen voor een pedagogische klimaat waarin kinderen goed kunnen opgroeien? Gemeenten, Centra voor Jeugd en Gezin, welzijns- en vrijwilligersorganisaties en burgers kunnen veel van elkaar leren over het benutten van de eigen kracht van ouders, jongeren en hun omgeving. Elkaar beter leren kennen en samen discussiëren over wensen en mogelijkheden is daarbij een belangrijke stap. ZonMW stelt een subsidie beschikbaar van maximaal € 1.200,- per gemeente. Ook kunt u via de website www.vrijw illige-inzet.nl ook een gratis debattoolkit aanvragen met daarin o.a. stellingen en tips voor gespreksleiders, organisatoren en inleiders. Gemeenten kunnen tot 1 mei 2011 via de website www.vrijw illige-inzet.nl een aanvraag doen. Stade Advies is in meer dan 30 gemeenten betrokken bij de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin. Een praktisch voorbeeld hoe burgers betrokken kunnen zijn bij opvoeden en opgroeien vindt u op www .stade-advies.nl/oudersontmoetingsplekken.


8/18

4.

Negen tips voor een voorspoedig 2011

-Frank van MarwijkHet nieuwe jaar is begonnen. Voor velen is dit het moment om met vertrouwen vooruit te blikken en met goede moed aan iets nieuws te beginnen. Het begin van een nieuw jaar gaat gepaard met vele goede voornemens op privé- en zakelijk gebied. Om met frisse inspiratie en hernieuwde werklust aan de slag te kunnen gaan, zou het goed zijn als u het al oude, dat niet goed was, volledig achter u kon laten. Helaas is de praktijk anders. De kredietcrisis heeft pijnlijke sporen nagelaten waar we ook de komende tijd nog veel mee te maken zullen krijgen. U begint dit jaar mogelijk met minder mensen en minder middelen, maar hopelijk niet met minder zin. Maar mocht het zijn dat u de moed hebt laten zakken, dan volgen hier een aantal tips om het nieuwe jaar toch sprankelend te beginnen. Kunt u geen kant meer uit? De nasleep van de kredietcrisis heeft in 2010 behoorlijk zijn tol geëist. Dit ging gepaard met praktische problemen zoals ontslagen, beperkte financiële middelen en hoge werkdruk. Maar behalve dat had het ook zijn weerslag op de w erkvreugde en soms ook op de gezondheid van managers en medewerkers. U hebt zich altijd met plezier ingezet voor de ontwikkeling van werk en organisatie. U was het ook gewend dat uw goede ideeën met enthousiasme werden opgepikt en uitgevoerd. En met dit arbeidsethos lag de toekomst voor u open. Er waren vele mogelijkheden om te groeien binnen of buiten uw huidige organisatie. Dit beeld is echter totaal veranderd. Uw werk bestaat er nu voor een groot deel uit de zaken draaiende te houden met de beperkte middelen die u hebt. U wordt regelmatig geconfronteerd met tegenvallers. Dit alles zorgt er misschien voor dat u het helemaal niet zo leuk meer vindt om naar uw werk te gaan. Maar alternatieven zijn er niet zoveel. Andere organisaties kampen met dezelfde problemen. Er is – ook voor u – weinig ruimte op de arbeidsmarkt. Dit alles geeft u het gevoel dat u de controle bent verloren en dat u geen kant meer uit kunt. Uw werk geeft u geen uitdaging. Het enige wat u nog kunt is er het beste van maken. Het is maar hoe u er naar kijkt Voelt u zich ontmoedigd door bovenstaande tekst? Besef dan dat het misschien de depressieve woorden zelf waren die uw gevoel hebben beïnvloed. Veel van wat we ervaren berust niet per se op de werkelijkheid. Gevoelens en soms zelfs ‘feiten’ beleven we op een bepaalde wijze vanwege onze perceptie – de manier waarop we onszelf, anderen en de omgeving waarnemen en interpreteren. We worden het meest gegrepen door de zaken die elk moment onze directe aandacht vragen. Deze zaken hebben invloed op ons actuele denken, onze gevoelens en op de manier waarop we reageren. Er zijn veel mensen die meteen in zak en as zitten als ze tegenslag ervaren. Er zijn anderen die het gemakkelijk valt om een en ander te relativeren. Wat u doet, beïnvloedt uw ervaring Het verschil zit vooral in de instelling van deze mensen. Het is mogelijk om te leren grote problemen met goede moed en vertrouwen te benaderen. Het is ook mogelijk om weer voldoening te krijgen in het werk wat u nu doet. U kunt niet alle praktische gevolgen van de kredietcrisis beïnvloeden, maar wel invloed uitoefenen op de manier waarop u deze problemen beleeft en hoe u ermee omgaat. Hiervoor hoeft u alleen uw instelling – uw gedachten over de zaken die u op dit moment zoveel bezig houden – te veranderen. En deze instelling kunt u veranderen door de mensen om u heen en uw omgeving anders te benaderen. Wat u doet heeft immers direct effect op wat u denkt en voelt. 1. Praat over uw werk Toen u ooit met uw huidige werk begon, sprak u daar enthousiast over. Het werk bood vele uitdagingen die u nu wellicht als vanzelfsprekend ervaart. Waarschijnlijk doet u nog steeds deze interessante dingen die u alleen zelf niet meer zo opvallen. Als u daar opnieuw enthousiast over spreekt met anderen, wordt die beleving ook voor uzelf weer actueel. Praten met anderen heeft invloed op wat u denkt en wat u vindt. Misschien hebt u wel eens gemerkt dat u meer nieuwe ideeën kreeg als u met anderen sprak. Op dezelfde manier kan praten over u werk u beter doen beseffen wat u allemaal doet en ook nieuwe inspiratie geven. U ziet opnieuw wat er bijzonder is aan wat u doet door uw reflectie en door de reacties die u krijgt.


9/18

2. Focus op wat u wél hebt Als uw werk niet gaat zoals u wilt en uw inspanningen leiden tot minder resultaat in plaats van meer, kan dat u ontmoedigen. Een natuurlijke menselijke neiging is dan te klagen over wat er zo slecht is en af te geven op mensen of omstandigheden die daar de oorzaak van zijn. Dit maakt het er niet beter op. Als in Amerika iemand een moeilijke tijd doormaakt of problemen heeft, gebruiken de Amerikanen vaak de uitdrukking: count your blessings. Daarmee bedoelen ze dat u een opsomming maakt van alle goede dingen die u hebt in het leven en in uw carrière . Misschien had u andere verwachtingen. Misschien denkt u meer aan wat u niet hebt en ervaart u vooral tegenslag. Maar als u beseft wat u wel hebt en dat vergelijkt met kansen en mogelijkheden die anderen misschien niet hebben, valt een hoop ellende in het niet. 3. Spreek in mogelijkheden en kansen Formuleer uw wensen in positieve bewoordingen. Vertel vooral wat u wilt en niet wat u allemaal niet wilt. Dit maakt het voor medewerkers ook een stuk duidelijker wat ze kunnen doen. We zijn immers beter in iets doen dan in iets niet doen. Hetzelfde geldt voor mogelijkheden en kansen. Als de middelen beperkt zijn, hebt u misschien de neiging om met anderen te spreken over wat er niet kan. Beter is het om te zeggen wat er wel kan. Dus in plaats van te zeggen: ‘In de eerste week van juni wordt er geen verlof toegekend’ kunt u beter zeggen: ‘Tot eind mei en vanaf de tweede week van juni kan er vakantie worden opgenomen’. Laat door uw handelen zien dat u gelooft in mogelijkheden. Richt u daarmee op de doelen die u in gedachten hebt. Door uw acties - en niet alleen woorden - zet u dingen in gang. Dit geeft u ook de controle weer terug in plaats van het gevoel dat het u allemaal maar overkomt. 4. Besmet anderen met uw enthousiasme Als manager hebt u een belangrijke voorbeeldfunctie. Als u enthousiasme laat blijken over uw bedrijf en de projecten waaraan u werkt, heeft dat positief effect op anderen. Dit zal de sfeer en werkvreugde vergroten en daarmee de productiviteit. Neem u voor met plezier naar uw werk te blijven gaan. Waardeer de werkzaamheden die u doet en hoe u die doet. Als u uw werk weet te appreciëren bereikt u immers betere resultaten dan dat u dat met tegenzin uitvoert. Bovendien worden anderen besmet door uw positieve uitstraling. 5. Vertrouw op uzelf en op uw personeel Veel zakenrelaties zijn in deze tijd gebaseerd op onderling wantrouwen: ‘Ik moet het eerst maar zien!’ Als u vertrouwen aan uw medewerkers laat blijken, verandert uw houding naar hen. Zorg dat u positieve verwachtingen laat blijken. Daardoor zullen uw medewerkers u en elkaar meer gaan vertrouwen. Uw verw achtingen zullen dan ook bewaarheid worden. Laat blijken dat u gelooft in de kracht en het vermogen van uw personeel. Niet alleen in woorden, maar ook in gedrag. Bied uw medewerkers ook in deze tijd de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen middels doelgerichte supervisie en training. Deze investering verdient zich zeker terug. Niet alleen omdat uw medewerkers hun vaardigheden verbeteren. Maar vooral ook omdat u ermee laat blijken dat u vertrouwt op de kracht en het kunnen van uw medewerkers. 6. Ga bij fouten uit van positieve intenties Als de dingen niet lopen zoals u wenst, ga er dan niet vanuit dat dit te maken heeft met onwil van uw medewerkers. Geef tijd en oplossingsgerichte aandacht aan problemen. Probeer de oorzaak helder te krijgen en geef suggesties voor verbetering. Geef positieve feedback als er aan de problemen gewerkt wordt en u het effect van de veranderingen bemerkt. Als u uw medewerkers doorgaans vriendelijk tegemoet treedt, zorgt u ervoor dat de sfeer in uw bedrijf verbetert. Geef meer waardering voor het ‘gewone’ werk. Dit heeft ook effect op uzelf. Als u uw medewerkers meer gaat waarderen, wordt u meer opmerkzaam op wat ze allemaal goed doen. En bij meer waardering worden er minder fouten gemaakt. 7. Richt uw aandacht op sterktes We zijn geneigd mensen vooral te beoordelen op hun zwaktes. Daar zouden ze aan moeten werken. Focus op zwakte maakt onzeker. Verbeteren van zwakke punten is aandacht richten op iets waar men niet goed in is. Richt uw aandacht daarentegen op datgene waar iemand goed in is! Dit wordt dan zijn specialiteit! Hij wordt er nog beter in. Bovendien vergroot u daarmee zijn algemene zelfvertrouwen, waardoor (als bijwerking) de zwaktes verbeteren.


10/18

8. Investeer in uw bedrijf en in uw mensen Durf ook in deze krappe periode geld uit te blijven geven aan vernieuwing en verbetering. Daarmee laat u zien (aan anderen en aan uzelf) dat u écht gelooft in waarmee u bezig bent. Waar u voor staat blijkt immers uit uw gedrag. Dit heeft effect op uw eigen vertrouwen en dat van anderen. Een gevoel van gezamenlijk vertrouwen zorgt dat u nieuwe projecten sneller en succesvol kunt lanceren. Heb vertrouwen in positieve resultaten - uw positieve opstelling zorgt voor positieve resultaten. 9. Blijf werken met plezier Norman Vincent Peale, de schrijver van ‘De Kracht van Positief Denken’ schreef eens: ‘Elke dag als u ’s ochtends opstaat, hebt u twee keuzes: 1. U kunt de dag energiek en met een goed humeur beginnen 2. U kunt de dag lusteloos en sikkeneurig beginnen Dit lijken geen reële keuzes, maar dat zijn het wel. Ons gevoel wordt niet bepaald door de uiterlijke omstandigheden, maar door wat we denken over die omstandigheden. Als u ervoor kiest om uw humeur weinig te laten beïnvloeden door tegenslag, houdt u het het langst vol.’ Neem u voor met plezier naar uw werk te blijven gaan. Waardeer de werkzaamheden die u doet en hoe u die doet. Als u uw werk weet te appreciëren bereikt u betere resultaten dan dat u dat met tegenzin uitvoert. Hebt u het niet naar uw zin op uw werk? Verander dan uw houding ten opzichte van uw baan en herontdek wat u er eerder zo leuk aan vond. Bron: www.managersonline.nl


11/18

5.

Stelselherziening Jeugdzorg

Hoe kan de decentralisatie en stelselherziening van de jeugdzorg gestalte krijgen? En op welke manier kunnen jeugdgezondheidszorg (JGZ) en jeugdzorg elkaar versterken? De VNG overlegt hierover intensief met haar leden, het ministerie van VWS, brancheorganisaties en andere betrokkenen. Standpunt Centrum Jeugdgezondheid Eind december 2010 verscheen het 'Standpunt versterken samenwerking JGZ en Bureau Jeugdzorg' van het RIVM/Centrum Jeugdgezondheid. Dit rapport geeft adviezen om de hulp aan kinderen met opvoeden opgroeiproblemen te verbeteren door een versterkte samenwerking van JGZ-organisaties en bureau Jeugdzorg. Klankbordgroep JGZ-adviseurs De VNG is van mening dat ideeën voor verbeterde samenwerking in het licht moeten worden gezien van de aanstaande stelselherziening jeugdzorg. Binnenkort start de VNG met een ambtelijke klankbordgroep van gemeentelijke JGZ-beleidsadviseurs, die zich over uiteenlopende vraagstukken in de jeugdgezondheidszorg zal buigen. Aanmelden Beleidsadviseurs op terrein van JGZ kunnen zich aanmelden bij Gertrude van Driesten, beleidsmedewerker publieke gezondheid bij de VNG . Bron: www.vng.nl


12/18

6.

Breng het gezicht van de wijkprofessional terug in de samenleving

“We zijn doorgeslagen”, als dus cultuurfilosoof Jos van der Lans in een ronde tafelgesprek met meer dan dertig Utrechtse wijkprofessionals. Hij constateert dat de professional in de wijk jarenlang verwaarloosd is. Maar gelukkig staan we op een keerpunt. Naar aanleiding van een aantal portretten van Utrechtse wijkprofessionals vond op dinsdag 24 november in Wijkbureau Oost/Noordoost een ronde tafelgesprek plaats met Jos van der Lans. Cyriel Thomas, adviseur bij Stade Advies, was gespreksleider. Er zijn in Utrecht veel wijkprofessionals werkzaam. Wijkbureaus van de gemeente staan al twintig jaar midden in de wijk. Woningcorporaties hebben steeds meer medewerkers in de wijk. Opbouwwerkers zijn getransformeerd tot sociaal makelaars. Jos van der Lans schetste voorafgaand aan de discussie over de rol van de wijkprofessional een beeld van de geschiedenis en de toekomst van het sociaal werk. Pion in een schaakspel De laatste decennia zijn organisaties in welzijn, zorg, wonen, veiligheid, gezondheid en overheid groter geworden en meer op afstand georganiseerd. Van der Lans: “Ook de wijkprofessional heeft zich teruggetrokken in zijn organisatie, ver van de dagelijkse werkelijkheid. Hij is een pion geworden in een veel groter schaakspel. In een buurthuis kon niet langer direct worden ingespeeld op wat goed was voor de buurt, want dat paste niet meer in het jaarprogramma.” Die professional heeft de wijk verwaarloosd. “Bewoners ervaren dat ook zo. Ze zien afstandelijkheid, de afwezigheid. Je moet bellen en een aantal keren een toets indrukken voordat je iemand bereikt. Veel geld ging zitten in de organisatie.” Terug naar zachte waarden als dialoog en toewijding De ontwikkeling nu is dat wijkprofessionals op mensen af moeten gaan en hen waar nodig ondersteunen om zelf in actie te komen. Van der Lans ziet ook dat zachte waarden weer belangrijk zijn: dialoog, hartstocht en passie, de tijd nemen, kleinschaligheid. Waarden die de wijkprofessionals in de interviews ook noemden. “We moeten iets terugbrengen in de samenleving, een gezicht, iemand die de communicatie weer op gang brengt.” Om dit te kunnen doen is het nodig dat de wijkprofessional kan handelen, mandaat heeft, niet neutraal is maar dwingender, persoonlijk… er op af gaat. De burgers moeten leidend kunnen zijn, en niet de organisaties waar de professionals werken. Dat is wat van der Lans noemt het ‘kantelen naar leefwereld’, de wijk en hoe mensen daar wonen. De vraag is: hebben wij de professional in huis die dat kan? Hierover ging de discussie tussen wijkprofessionals. Het nieuwe type professionaliteit komt in het nieuws als ‘stadsmarinier’, ‘sociale wijkteams’, ‘wijkcoaches’, ’eigen kracht conferenties’ of zoals in Utrecht ‘sociale makelaars’. Ruimte maken De meeste mensen worden bij het oplossen van hun problemen geholpen binnen de eigen sociale omgeving, het netwerk, de familie. Daarnaast kunnen ook hulpverlening, de relatie met de hulpverlener en de verwachtingen van de hulpvrager bijdragen aan oplossingen. Dat blijkt uit onderzoek. Maar professionals legden bij het oplossen van problemen tot voor kort vooral de nadruk op de methode hulpverlening. Jos van der Lans besluit zijn kijk op de toekomst af met het volgende pleidooi: “Weg met de functiedifferentiatie bij wonen, zorg en welzijn. De mensen moeten centraal staan, in hun kracht. De wijkprofessional moet het inschakelen van sociale netwerken voorop zetten. Het zijn systeembouwers in de wijk. Ze hebben een dienstbare open houding en stellen de eigen kracht van bewoners bij oplossingen voorop”. Cursussen voor wijkprofessionals Stade Advies organiseert een aantal op de praktijkgerichte cursussen om die wijkprofessional beter toe te rusten: • Maatschappelijk rendement bij wijkontwikkeling (maandag 14 maart 2011) • Maken van wijkanalyses(donderdag 24 maart 2011) Activeren van bewoners (drie dagdelen op donderdag 3, 10 en 17 maart 2011)


13/18

•

Het maken van een projectplan (dinsdag 22 maart 2011)

Inschrijven en voor informatie, ook voor incompany mogelijkheden: Elly Barkel, (030) 23 61 803 [email protected]


14/18

7.

Nieuwjaarsessay autoritatieve aanpak van hangjongeren

De Raad voor Maatschappelijk Ontwikkeling (RMO) heeft als nieuwjaarsessay uitgegeven het boekje ‘Op stap met de burgemeester, ‘De autoritatieve aanpak van hangjongeren in Wijk bij Duurstede’ . In dit boekje wordt een aanpak van hangjongeren beschreven als voorbeeld van uitwerking van het RMO advies ‘Tussen flaneren en schofferen’ (2008). Met de autoritatieve aanpak van hangjongeren wordt een aanpak bedoeld waarin een combinatie gevonden wordt tussen het geven van ruimte en ondersteuning enerzijds, en het uitoefenen van toezicht en stellen van grenzen anderzijds. In Wijk bij Duurstede wordt deze aanpak op een bijzondere manier vorm gegeven door een burgemeester die zelf persoonlijk op probleemsituaties, jongeren en bewoners afstapt. In het boekje wordt heel concreet beschreven hoe dit er in de praktijk uitziet en wordt ook meer van een afstand gekeken wat de voor- en nadelen van deze aanpak zijn. Het boekje is van Mirjam Schottelndreier en Micha de Winter en te downloaden op www .adviesorgaan-rmo.nl. Training ‘Jongeren op straat Stade Advies heeft in 2009 een training over de aanpak Jongeren op Straat verzorgd voor de gemeente Wijk bij Duurstede. Hierin is een basis gelegd voor de aanpak zoals deze uitgevoerd wordt. De gemeente Wijk bij Duurstede heeft ook een coördinator voor de aanpak Jongeren op Straat. De burgemeester zegt aan hem veel steun te hebben, ‘het is iemand die alles weet over hoe je met elkaar een goed gesprek hebt’. Stade Advies biedt op 1 februari en 6 juni 2011 een training aan over de aanpak van Jongeren op Straat voor gemeenten, welzijnsorganisaties, politie en corporaties. Ook kan deze incompany voor een of meerdere gemeentes verzorgd worden. Voor meer informatie kunt u terecht bij Albert Veuger, [email protected] (06) 10939299.


15/18

8.

Gouden regels bij bewonersparticipatie

Bewoners en corporatie moeten samen werken aan prettige buurten. Ze hebben energie en ideeën genoeg. Hoe organiseer je bewonersparticipatie goed en voer je het handig uit? De SEV stimuleert in samenwerking met de Nederlandse Woonbond vernieuwing op het gebied van bewonersparticipatie in het experimentenprogramma Bewoners en invloed. Hier wordt gewerkt aan verjongen, verkleuren, verlichten, verdiepen en verbreden van participatie. Tien gouden regels voor bewoners en corporaties. Samen fris aan de slag. Tien gouden regels voor bewoners en corporaties 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10)

Heb een duidelijk doel en een duidelijke boodschap wanneer je bewoners betrekt bij beleid Laat onderwerpen aansluiten bij de alledaagse belevingswereld Zorg voor een goede follow-up, werk zo aan wederzijds vertrouwen Ga conflicten niet uit de weg Maak bewoners mede-eigenaar van een probleem Benut de kwaliteit van bestaande informele sociale netwerken in de wijk Koppel informele participatie steviger aan formele participatiestructuren Weg met de vergadercultuur! Beperk vergadertijd Besteed weinig tijd aan notulen, leg afspraken duidelijk vast en benut sociale media Zet je in voor dingen die je leuk vindt

Bron: www.sev.nl


16/18

9.

Bijeenkomst Handreiking Professioneel Ondersteunen

Samen kwaliteit bepalen: Wanneer doe je het goed? Wie bepaalt dat? En wat is nu eigenlijk kwaliteit? In de Handreiking Professioneel Ondersteunen van Movisie staan kwaliteitsstandaarden en – kenmerken die professionals in de sociaalagogische dienstverlening verder kunnen helpen. In 2011 organiseert de regiegroep van Professionaliteit Verankerd drie bijeenkomsten. De bijeenkomsten worden deels informatief en deels interactief opgezet en zijn bedoeld voor (midden)managers, kwaliteitsfunctionarissen, opleidingsfunctionarissen, (kader)leden van beroepsverenigingen en voor (hoofden van) beroepsopleidingen. Deze bijeenkomsten zijn op: • 25 januari 2011 van 14.00 tot 16.30 in Utrecht • 27 januari 2011 van 14.00 tot 16.30 in Eindhoven • 1 februari 2011 van 14.00 tot 16.30 in Zwolle De handreiking is een instrument om de kwaliteit van professionele ondersteuning onder woorden te brengen. MOVISIE heeft samen met vertegenwoordigers van cliënten, professionals, managers, beleidsmakers en beroepsopleiders vijf kwaliteitsstandaarden benoemd. Deze zijn: • • • • •

Respectvol bejegenen, Eigen regie versterken, Integraal benaderen, Ontwikkelingsgericht ondersteunen, Resultaatgericht ondersteunen.

Onder iedere kwaliteitsstandaard vallen kwaliteitskenmerken passend bij de rollen van kwetsbare burger, de actieve burgers en vrijwilligers, de mantelzorger, de professional en de organisaties. Deze handreiking biedt de betrokken partijen handvatten om intern en onderling concrete afspraken te maken over de kwaliteit van de professionele ondersteuning bij de uitvoering van de Wmo, met ruimte voor eigen invulling op lokaal niveau. De handreiking sluit aan bij Welzijn Nieuwe Stijl en is goed te gebruiken om nadere invulling te geven aan kwaliteitsbeleid in organisaties. U kunt zich voor een van deze bijeenkomsten aanmelden via www .movisie.nl/handreikingprofessioneelondersteunen


17/18

10.

Buurtalliantie Manifestatie: Samen verantwoordelijk voor het succes van de buurt

Meer dan 1000 professionals uit de praktijken van wonen, werken, zorg, welzijn, onderwijs, sport, cultuur en media komen tijdens de Manifestatie Buurtalliantie op 10 februari 2011 in Den Haag samen met bestuurders, gemeente ambtenaren en actieve buurtbewoners uit het land. Het programma met workshops, debatten, lezingen, talkshows, netwerksessies en een projectenmarkt biedt concrete handvatten om in deze tijd van bezuinigingen de urgente vraagstukken in de wijken en buurten samen slim en effectief aan te gaan. Daarnaast is er een groot aanbod van excursies naar innovatieve Haagse samenwerkingsprojecten en buurtprogramma's. Hoofdthema's Hoofdthema's van de Manifestatie 2011 zijn verduurzaming, ontkokering/partnerschap, burgerparticipatie en maatschappelijke rendement. Hoe werk je efficiënt en slagvaardig samen, hoe organiseer je dat en wie neemt de regierol? Hoe betrek je vanaf het begin bewoners bij een buurtgerichte interventie? Hoe verduurzaam je met minder geld je succesvolle project? En, Hoe meet je het effect van de ingezette interventies in jouw buurt? Praktische vraagstukken Er komen ook meer praktische vraagstukken aan de orde als: Wat betekenen wijkcoaches en wijkteams voor de veiligheid? Hoe kom je samen functioneel achter de voordeur? Hoe stimuleer je de wijkeconomie? Wat kan de rol in de buurt zijn van e-communities? Hoe werken sport en cultuur als bindmiddel? Wat is de rol van MVO's in de buurt? en Hoe introduceer je moestuinen in je wijk? Daarnaast gaat het ook nog over maatschappelijke kosten/baten analyses, over sociale stijging en innovatieve methodes om draagvlak in de wijk te creëren. Er wordt terugkeken op vier jaar Eropaf! en er wordt kennis gedeeld over Best persons en Best practices. Meer informatie Website Buurtalliantie


18/18

Nummer 1, januari Welkom bij het e-zine van Stade Advies

Recommend Documents