Notulen van de commissievergadering Bestuur van de gemeente Hengelo d.d. 14 juni 2012 Voorzitter Griffier Aanwezig
Portefeuillehouders
Verslag
De heer K. Mulder Mevrouw G.J. van den Berg De heer E. Alkema (CU), de heer I. Cetinkaya (D66), mevrouw J.M.J. DoornbosGeerdink (BurgerBelangen), de heer W. Dragt (CDA), de heer G. Genc (PvdA), de heer W.L.M. van den Heuvel (SP), de heer S.M.A. Horsthuis (VVD), de heer G. Knegt (Pro Hengelo), de heer A. Otten (VVD), mevrouw E.Y. Prent (PvdA) en de heer R. Theunissen (GroenLinks). De heer F. A. M. Kerckhaert (burgemeester) De heer W. Mulder (wethouder, BurgerBelangen) De heer E. Lievers (wethouder, D66) De heer F. P. van den Muijsenberg (Kantoorprofs)
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur.
2.
Vaststellen van de agenda De agenda wordt ongewijzigd goedgekeurd.
3.
Stukken ter informatie Er zijn geen vragen of opmerkingen over deze stukken.
4.
Verslag vergadering 10 mei 2012 en bijhorende actielijst Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd. De actielijst wordt geactualiseerd.
5.
Mededelingen van het college De heer Otten meldt moeite te hebben met de manier van beëindiging van het cameratoezicht aan de Emmaweg. De burgemeester had daarover tijdens de vorige commissievergadering mededeling moeten doen, zodat er dan de mogelijkheid was geweest van invloed op de besluitvorming. Inhoudelijk heeft hij geen opmerkingen over het besluit, de manier van communicatie en het passeren van de commissie getuigt niet van openheid. Dat had anders en beter gekund. De heer Knegt vraagt aan de heer Kerckhaert waarom hij zo heeft gehandeld en waarom hij niet even formeel de raadscommissie tijdig heeft geïnformeerd. De heer Van den Heuvel laat weten dat hij het besluit van de heer Kerckhaert kan ondersteunen. Hij vraagt welke nadere maatregelen nu worden genomen en wanneer deze worden ingevoerd. Mevrouw Doornbos had er de voorkeur aan gegeven het cameratoezicht te laten voortduren, totdat een compleet jaar kon worden beoordeeld. Ze laat weten benieuwd te zijn naar de resultaten. Ze merkt uit contacten met de buurt dat men vond dat erg gefocust werd op de problemen bij het café, terwijl er ook andere elementen waren die medeverantwoordelijk waren voor de overlast. De heer Dragt merkt op dat is gebleken dat het cameratoezicht succesvol was, zowel preventief als repressief, en op de inhoudelijke kant op een geschikt moment graag terug te willen komen. Mevrouw Prent geeft aan dat de opmerkingen nu overwegend gaan over het spel tussen college en raad. De essentie ligt echter bij wat er na dit besluit moet gebeuren. Ze heeft nog contact gehad met de buurtbewoners van de Emmaweg, waar men inziet dat de camera's hebben bijgedragen aan het inzichtelijk maken en verminderen van de problemen. De buurt ziet echter ook dat de echte oplossing moeten komen vanuit de handhavingsfeer, dus vindt dan ook dat na het weghalen van de camera's dit echt aangepakt moet worden. De heer Kerckhaert antwoordt dat de procedure inderdaad anders had gekund, maar dat hij er de voorkeur aan heeft gegeven eerst te overleggen met het bewonerscomité en de mening te kennen van de politie en het Openbaar Ministerie. De mening van de raad kende hij al en hoefde hij dus niet nogmaals te vragen. Na een paar keer verlenging leek het tijd het cameratoezicht te stoppen. De belangrijkste vraag is wat er nu gaat gebeuren. Hij meldt dat de politie en de buurt goede afspraken met elkaar hebben gemaakt: intensief toezicht en duidelijke meldingen. Vanuit de gemeente is daarbij de vraag toegevoegd of de buurtbewoners directe gesprekken hebben
Commissie Bestuur
1/11
aangeknoopt met de paar horecazaken die de overlast veroorzaken. Toen dat niet het geval bleek te zijn, heeft de burgemeester besloten het initiatief te nemen om de bewoners en ondernemers aan tafel te krijgen, waarbij de centrale vraag zal zijn wat de ondernemers zelf kunnen doen om de door de buurt ervaren overlast terug te dringen. Deze directe aanpak heeft tot op heden ontbroken. 6.
Actualiteiten en vragen van de commissie De heer Dragt meldt dat hij zich zorgen maakt over het functioneren van Stadstoezicht in Hengelo. Hij vraagt of het college kan aangeven wanneer de dienst weer kan functioneren zoals het hoort, want Stadstoezicht krijgt steeds meer belangrijke taken. Er moet dus een stevige en professionele organisatie staan. Hij heeft drie vragen: (1) welke maatregelen neemt het college om het functioneren van Stadstoezicht zo snel mogelijk op peil te brengen?; (2) welke maatregelen worden genomen om de wegvallende capaciteit vanwege ziekte te compenseren?; (3) naar welke duurzame oplossing wordt gestreefd en wanneer gaan we die bereiken? De heer Lievers antwoordt dat er bij Stadstoezicht 18 fte in dienst zijn, waarvan er 3 langdurig ziek en 4 BOA-bevoegden kortstondig ziek zijn. Van deze laatste zullen in juli-augustus 3 man weer aan het werk zijn. Van de personen die nu operationeel zijn, zijn er 7 BOA-bevoegd. Er worden nu 2 fte ingehuurd voor donderdagavond en zaterdag, vooral gericht op parkeerovertredingen. Hij vervolgt met de opmerking dat in het Bedrijfsplan was vastgesteld dat budgetneutraal een kwaliteitsverbetering moest worden bereikt. Een aantal mensen kon in dat proces niet mee, in grote mate is dit de groep die langdurig ziek is. Enkelen daarbij zullen niet aan de eisen kunnen gaan voldoen en met hen wordt gesproken over een andere passende baan binnen de organisatie. Zolang ze niet herplaatst zijn, tellen deze mensen mee in de formatie. Hij verwacht dat het nog zeker twee jaar kan duren voordat het probleem geheel zal zijn opgelost. Om die reden wordt nu gesproken met de politie om te kijken of die enige aanvullende taken kan gaan doen. Hij verwacht dat Stadstoezicht op korte termijn aan de taken kan voldoen met de nu operationele krachten, degenen die binnenkort vanuit ziekte terugkeren, plus degenen die alsnog aan de gestelde eisen kunnen voldoen. Indien dit niet het geval is, zal hij hierover rapporteren aan de raad. De heer Dragt laat weten de gestelde termijn van twee jaar uitzonderlijk lang te vinden. De intentie zo snel mogelijk verder te professionaliseren spreekt echter zeer aan.
7.
Regionale samenwerking De heer Kerckhaert begint met de opmerking dat hij een verschil wil maken tussen de bijeenkomst van de Regioraad van 20 juni as. en van 4 juli as. Hij merkt op dat op 20 juni as. de amendementen van Hengelo op de verantwoording bij de Innovatiesprong Twente in overwegende mate overgenomen lijken te worden. Vanuit Hof van Twente en Almelo komen soortgelijke moties. Ook komt er steeds meer steun voor het uitsmeren van de gelden voor het Twentebureau voor Toerisme over vijf jaar in plaats van drie jaar. De agenda van 4 juli is problematischer, met enkele lastige onderwerpen. Op de Begroting 2013 ligt een motie van de gemeente Dinkelland die het bespreken waard is. Verder staat op de agenda een onderzoek naar de logistieke draaischijf die de regio Twente moet zijn, waarvoor wethouder Bron de verantwoordelijkheid heeft. Verder ligt er de vraag een begrotingspost "Onvoorzien" te besteden aan het Shared Services Netwerk Twente. De heer Horsthuis vraagt wat het betekent indien hier wordt besloten akkoord te gaan met de motie op de begroting, maar deze motie het uiteindelijk in de Regioraad niet haalt. Betekent dit dan dat Hengelo de begroting afwijst? De heer Mulder laat weten dat vijf punten bij het PhO Financiën ter tafel zijn gekomen. Er is een amendement van de gemeente Dinkelland op de Begroting 2013, dat weinig steun ondervond bij de wethouders Financiën. De motie behelst dat om de bezuinigingen bij gemeente voor een deel op te vangen ook de afdracht aan de regio wordt verminderd, zodat de regio een extra bezuiniging moet doen. De meeste wethouders vonden dat als een dergelijke operatie al nodig is, dan niet de kaasschaafmethode moet worden gebruikt om bezuinigingen op te vangen, maar dat gekeken moet worden welke taken eventueel niet langer worden uitgevoerd. De heer Knegt vraagt of de wethouders Financiën dan al hebben gekeken op welke taken bezuinigd kan worden en vraagt daarnaast welk standpunt het college heeft ingenomen. De heer Mulder antwoordt dat er verder niet naar de taken is gekeken, het is nu aan het Regiobestuur om hiermee om te gaan. Het college heeft zich nog niet over de materie gebogen, omdat het PhO Financiën pas enige uren voor deze vergadering plaatsvond. Hij verwacht dat indien de meerderheid van de Regioraad vindt dat ook de Regio Twente moet bezuinigen, dat er
Commissie Bestuur
2/11
dan een opdracht aan het Regiobestuur komt om met een concreet voorstel te komen. Dat kan overigens ook door een begrotingswijziging in de loop van het jaar en/of het afstoten van taken op een later tijdstip en zal verder afhangen van de snelheid waarmee dat geëffectueerd kan worden. De heer Knegt concludeert dat het college dus geen standpunt heeft en ook niet de tijd heeft om voor de vergadering van de Regioraad van 4 juli as. een standpunt aan de raad kan voorleggen. De heer Mulder laat weten dat indien de Regioraad meent dat bezuinigd moet worden, de portefeuillehouders dan bij voorkeur een kerntakendiscussie zien op basis waarvan tussentijds een begrotingswijziging wordt doorgevoerd. De heer Horsthuis geeft de suggestie dat indien er bezuinigd moet worden de diverse colleges bijeenkomen voor een kerntakendiscussie en het bespreken van de bezuinigingsmogelijkheden. Via een snelle brainstormsessie kan dan een breed gedragen besluit worden genomen. Mevrouw Prent laat weten dat er nu niet consequent wordt gehandeld met hetgeen de gemeente voor ogen heeft met de Regio. Gemeenten willen een aantal zaken centraliseren naar de Regio Twente, vooral faciliterende taken (personeel, belastingen). Ook bedrijfsmatig worden steeds meer zaken samen gedaan. Door het gezamenlijk opereren worden besparingen gerealiseerd. Juist op het moment dat nog een Veiligheidsregio moet worden opgebouwd, wordt nu gesproken over bezuinigingen. Ze beveelt aan dat de regio eerst goed vorm moet krijgen en pas daarna kijken welke bezuinigingen er mogelijk zijn. Ze wijst er op dat het college heeft laten weten dat de regio haar ombuigingstaakstelling heeft gerealiseerd. De heer Horsthuis reageert met de opmerking het met mevrouw Prent eens te zijn, maar dat het dan goed is dat alvast wordt geïnventariseerd wat de taken van de regio zijn. De heer Knegt merkt op dat hij niet heeft gepleit voor bezuinigingen, maar slechts heeft gevraagd of het college hierover al een standpunt heeft. Hij laat weten het niet chique te vinden over veertien dagen de begroting vast te stellen en tegelijkertijd te bepalen dat er op een wat later tijdstip een begrotingswijziging komt. Men zal eerst moeten vaststellen of men wil bezuinigen; indien dat zo is, kan de voorliggende begroting niet worden vastgesteld. De heer Kerckhaert geeft aan dat in 2010 een takendiscussie is gehouden, die heeft geleid tot een bezuiniging van 2,5 miljoen in 2011. In de huidige begroting zit een extra bezuiniging van ongeveer € 100.000,- omdat de prijscompensatie niet is doorberekend. Dat alles overwegende adviseert het college in stemmen met de Begroting 2013. Het enige nieuwe feit dat zich voordoet is het amendement van de gemeente Dinkelland, dat zeer recent is binnengekomen en dus heeft het college nog niet de gelegenheid gehad daarover een standpunt in te nemen. De portefeuillehouders zijn in elk geval van mening dat het voorstel van Dinkelland te ongericht is. De huidige stand is dus dat eerst moet worden afgewacht of in de regioraad wordt beslist dat zo'n bezuiniging nodig is. Als dat laatste het geval zou zijn, is de gebruikelijke weg die zoals de portefeuillehouders hebben ingenomen, namelijk kijken welke taken geheel of gedeeltelijk kunnen worden afgestoten. 8.
1e Beleidsrapportage 2012 (12G200831) De heer Horsthuis heeft een aantal opmerkingen: - Hengelo zou van de Essent-gelden projecten met een bovenlokaal karakter opstarten en de provincie zou met eenzelfde bedrag de projecten ondersteunen. Hij vraagt hoeveel projecten niet of met uitstel zijn gestart. Hij vraagt wat er gaat gebeuren met de projecten die niet zijn gestart en dus na 1 juli geen co-financiering meer mogelijk is; - Op pagina 37 wordt meegedeeld dat de komende jaren veel ervaren medewerkers uitstromen en dat de ambtelijke organisatie wordt aangepast. Hij verzoekt het college de raad breed te informeren over de impact van deze ontwikkelingen; - Vorig jaar gaf de 1e Berap een tekort aan van 1,1 miljoen; dit jaar is het tekort van de 1e Berap 9 ton. Hij vraagt welke stappen het college gaat ondernemen om het te beïnvloeden deel van dat tekort lager te laten zijn; - Uit de junicirculaire van de overheid blijkt dat de gemeente het met fors minder geld moet gaan doen, namelijk 1,3 miljoen minder in 2012 en 1.1 miljoen in 2013. Hij vraagt of de raad al een doorkijk kan worden gegeven van de impact van deze korting; - Er was in 2011 een tegenvaller in de opbrengst van de parkeertarieven van € 450,000,-; dit jaar is het te verwachten tekort vijf ton. Hij vraagt het college te onderzoeken welk parkeertarief het beste past bij Hengelo om de inkomsten te maximaliseren. Hij stelt voor de parkeeropbrengsten lager te gaan begroten om niet jaarlijks op deze post een tegenvaller van deze grootte te krijgen;
Commissie Bestuur
3/11
- De VVD heeft al meerdere malen vraagtekens gezet bij de lange afschrijftermijn bij het Rioolfonds, waarvoor een degelijke onderbouwing ontbreekt; - Welke tegenvallers zijn er in de tweede helft van 2012 te verwachten? Er wordt steeds opgemerkt dat de begroting reëel is en dat de bezuinigingen haalbaar zijn, maar dat staat haaks op de signalen die de raad krijgt en de getallen die nu voorliggen. Het betekent waarschijnlijk voor 2012 een flinke aanslag op de Algemene Reserve. Mevrouw Prent zegt het een helder en concreet stuk te vinden, waarbij op de portefeuille Bestuur naar voren komt dat de programmasturing behoorlijk op orde lijkt. Ten aanzien van de Participatie is het goed dat moderne communicatiemiddelen worden ingezet, die blijkbaar goed aanslaan. De versoberingsvoorstellen en voortgang daarop zien er goed uit, wat niet wegneemt dat er een zorgelijke financiële situatie bestaat. De PvdA kan zich vinden in de lijn van de beleidsrapportage. De heer Alkema meldt dat bij de tegenvallers het dividend van de Bank Nederlandse Gemeenten nu € 200.000,- bedraagt en nog niet gestructureerd is, terwijl het wel degelijk structureel lager zal zijn de komende jaren. Hij vraagt hoe het college hiermee denkt om te gaan. Op de tweede plaats vraagt hij naar de verandering in de ambtelijke organisatie, waaruit de komende tijd een aantal mensen gaan vertrekken en anderen een andere werkplek kunnen krijgen. Ten aanzien van dat laatste wil hij graag weten hoeveel trajecten er momenteel lopen bij het zogenaamde HOP. De heer Knegt geeft aan dat wordt afgekoerst op een behoorlijke tegenvaller van bijna negen ton, waarvan € 690.000,- nog bij te sturen zou zijn. Hij vraagt het college aan te geven welk deel van dat bedrag zij daadwerkelijk denken bij te kunnen sturen en hoeveel dus het daadwerkelijke tekort zal zijn. Daarnaast merkt hij op dat de Berap al een tijdje geleden is opgesteld en wil hij graag weten welke andere tegenvallers er in de tussentijd bijgekomen zijn. De heer Van den Heuvel laat weten dat in het raadsvoorstel niet staat vermeld welke posten niet meer bijgesteld kunnen worden, zodat het tekort mee kan vallen. Hij vraagt dat in het raadsvoorstel alsnog te doen. Op pagina 32 staat bij Integrale Veiligheid nog een bedrag van € 130.000,- aan bezuiniging open. Hij vraagt welke consequenties dat heeft voor het veiligheidsbeleid. De heer Cetinkaya merkt op dat jaarlijks de parkeeropbrengsten te hoog worden ingeschat en dus is er jaarlijks een tegenvaller. Hij vraagt het college aan te geven waarop die hoge verwachtingen telkens zijn gebaseerd. Op de tweede plaats vraagt hij in hoeverre het realistisch is te verwachten dat per 1 juli as. daadwerkelijk kan worden begonnen met de projecten via de Essent-gelden. Hij wil ook graag weten of er naast de projecten voor het Hart van Zuid en het Twentekanaal nog andere projecten zijn. Hij vraagt wat de gevolgen zijn voor de financiële ondersteuning van de provincie als de projecten niet tijdig starten. Tot slot merkt hij op dat de Berap in maart van het jaar is geschreven en dus al voor een deel achterhaald is. Hij vraagt of het proces niet zodanig kan worden ingericht dat met actuelere cijfers kan worden gewerkt. Mevrouw Doornbos geeft aan dat haar partij afwacht hoe het college de structurele tekorten gaat invullen. De gemeente is goed op weg met de bezuinigingsopdracht, al zijn er nog wel enige risicofactoren zoals het Warmtenet en het leerlingenvervoer. Ze vraagt te laten kijken naar de vervoersopdracht aan de taxichauffeurs, omdat daar efficiënter gewerkt kan worden. De heer Theunissen deelt mee er op te vertrouwen dat het college er in slaagt een belangrijk deel van het geprognosticeerde tekort van negen ton weg te werken. Hij geeft een compliment op het vlak van de bedrijfsvoering. Hij laat weten dat bij het hoofdstuk Participatie (pagina 27) wordt gesproken over burgerinitiatieven, maar als wordt gekeken naar de omschrijving lijken het eerder 'overheidsinitiatieven" te zijn. Er staat ook dat nu er steeds minder geld beschikbaar is er een noodzaak is wijkgericht te werken. Samenwerken van en met burgers is echter altijd belangrijk, niet alleen in tijden van bezuiniging. Het college zou dit uitgangspunt meer mogen benadrukken. Tot slot staat er een opmerking dat hoogbegaafde leerlingen zijn gevraagd mee te denken over verlichting, maar men had even goed de gewone mensen die in die straat wonen om hun mening kunnen vragen. De heer Dragt stelt dat Hengelo in een slechte financiële positie verkeert: "er is malheur". Dit college kiest voor een minder pro-actief financieel beleid. Dat maakt dit soort tussenbalansen interessant. Als men weinig buffers creëert kan men immers snel voor onaangename verrassingen komen te staan. Voor dit jaar bedraagt de onaangename verrassing negen ton. Over de bezuinigingen staat in veel werkwoorden beschreven dat de gemeente daar goed bezig is en veel zal realiseren. Veel commissieleden laten weten er vertrouwen in te hebben dat het college het Commissie Bestuur
4/11
probleem gaat oplossen, maar als wordt gekeken naar de begroting 2011 is de conclusie dat 20% van de aangekondigde bezuinigingen niet in dat jaar zijn gerealiseerd. Dat betreft dus een kleine miljoen euro. Daarbij kan ook nog de kanttekeningen worden gemaakt dat daar waar "bezuinigingen" wel werden gehaald het vooral belastingverhogingen en lastenverzwaringen betrof. Voor 2012 valt er in elk geval moed te putten uit het feit dat flink gewerkt wordt aan Hart van Zuid en dat de intergemeentelijke samenwerking ("coalition of the willing") goed verloopt. Bij de ambtelijke reorganisatie is snelheid en flexibiliteit geboden, maar eerder bleek bij Stadstoezicht al dat het zeker twee jaar gaat duren voor een probleem is opgelost. Tot slot laat hij weten de opmerkingen over participatie van de heer Theunissen te delen. Hij vindt dat de vernieuwing die dit college op dit punt had aangekondigd tot op heden is uitgebleven. De heer Mulder antwoordt: - Niet alleen Hengelo, maar heel Nederland en heel Europa heeft te maken met "malheur". Elke gemeente heeft nu grote moeite de begroting rond te krijgen of haar taakstellingen te halen omdat heel Europa in een diepe crisis zit en het eind daarvan nog niet in zicht lijkt te zijn. Een aantal zekerheden, blijken dat ineens niet meer te zijn. In de junicirculaire worden ongekende kortingen op het Gemeentefonds aangekondigd; dit jaar is dat een korting van een kwart miljard euro. Daarnaast blijft de compensatie die de gemeente ontvangt voor de uitkeringen ver achter bij hetgeen ooit is afgesproken toen deze kosten gedecentraliseerd werden. Er komen ook nieuwe regelingen voor de compensatie van de btw-verhoging die in de loop van dit jaar naar verwachting zullen leiden tot nieuwe tegenvallers. Cynisch zou men kunnen zeggen dat het goede nieuws nog in de 1e Berap staat. - Terecht wordt opgemerkt dat er ook dit jaar weer een tekort is in de 1e Berap, maar er mag bij worden gezegd dat het tekort in een 1e Berap sinds jaren niet zo laag is geweest. Vorig jaar bedroeg het tekort 1,1 miljoen, de jaren daarvoor bedroeg het tekort vele miljoenen. Een begroting wordt altijd ver voor het nieuwe jaar gemaakt, zo wordt er momenteel al gewerkt aan de begroting voor 2013. Tegen de tijd dat in november de begroting wordt vastgesteld, kan een aantal uitgangspunten al veranderd zijn. In essentie is elke begroting op het moment van vaststellen al verouderd. Het is dus altijd noodzakelijk een begroting bij te stellen. Er is nu een lijst opgemaakt van posten die te beïnvloeden zijn voor een totaalbedrag van bijna 1 miljoen, waarvan een bedrag van zes ton te realiseren moet zijn. - Het Bureau Pauw laat een softwareprogramma de junicirculaire doornemen om voor elke gemeente inzichtelijk te maken wat het totaal aan maatregelen van de rijksoverheid voor de individuele gemeente betekent. Pas over enige dagen weet het adviesbureau een betrouwbaar overzicht te geven wat de maatregelen voor de gemeente Hengelo betekenen. Pas daarna kan de ambtelijke dienst met de cijfers aan de slag. Normaliter zou deze circulaire de basis moeten zijn voor alle gemeenten om de begroting 2013 samen te stellen. Nu is de situatie zo uitzonderlijk dat allerlei maatregelen met terugwerkende kracht over het bestaande jaar worden ingevoerd. De heer Horsthuis zegt dat uit de losse pols kan worden geconstateerd dat de bezuiniging op het gemeentefonds en dan ook voor deze gemeente ongeveer 0,5% bedraagt. Dat betekent dat ook het 2e halfjaar vele tegenvallers te melden zijn en het tekort over het hele jaar dus wel eens kan oplopen naar 1,5 tot 2,0 miljoen euro. De heer Mulder antwoordt dat de junicirculaire pas amper 30-31 uur eerder is verschenen en dat het adviesbureau haar rekenwerk nog moet doen. Op basis van die 0,5% zou er een bedrag van ongeveer € 1.250.000 uitkomen aan nieuwe tegenvallers, maar vanwege de effecten op andere uitkeringen kan het bedrag mee- of tegenvallen. Er zal eerst nauwkeurig moeten worden uitgerekend alvorens met een betrouwbaar bedrag naar buiten kan worden gekomen, maar ruwweg klopt de redenatie dat het tekort door de circulaire voor 2012 zal uitkomen op een bedrag van 1,5 tot 2,0 miljoen euro. De heer Mulder vervolgt: - Onder de projecten van de Essent-gelden vallen inderdaad alleen de projecten van de Kanaalzone en Hart van Zuid, waarvoor nu onomkeerbare stappen moeten worden ondernomen. Er wordt overlegd met de provincie over de verplaatsing van Stork en de grondexploitatie. Binnenkort zullen alle benodigde stappen zijn doorlopen, kan de provincie overgaan tot het overmaken van de subsidies en kan de gemeente aan de slag. Met Stork is wethouder Bron in de afrondende fase, zodat hier tijdig kan worden begonnen. De sluitingstermijn voor projecten was eigenlijk december 2011, maar een paar projecten hebben uitstel gekregen tot juli 2012. Daaronder deze projecten in Hengelo. Alle projecten zijn dus in de juiste termijnen ingediend.
Commissie Bestuur
5/11
De heer Cetinkaya zegt dat de provincie vorig jaar 77 miljoen beschikbaar heeft gesteld voor de Innovatiedriehoek, waarvan Hengelo een behoorlijk deel ontvangt voor Hart van Zuid. Hij vraagt hoe dat zich verhoudt ten opzichte van de Essent-gelden De heer Mulder antwoordt dat deze gelden voor een groot deel worden ingezet voor de verplaatsing van Stork. Hij kondigt aan dat iedereen over twee weken bij een speciale sessie over Hart van Zuid wordt bijgepraat. De heer Mulder vervolgt: - In de commissie Fysiek is al uitgebreid gesproken over de tegenvallende parkeeropbrengsten, waar ook is gesproken over mogelijkheden een en ander te optimaliseren en het tekort van vijf ton voor 2012 te verkleinen. Het restant moet worden opgenomen als een taakstelling voor de begroting van 2013 en daarop volgende jaren. - De afschrijftermijn voor het Rioolfonds is 50 jaar, wat realistisch is te noemen als wordt bedacht dat recentelijk is besloten tot vervanging van riolen die er meer dan zestig jaar hebben gelegen. - Het college gaat er van uit dat de tegenvaller bij het dividend van de Bank Nederlandse Gemeenten structureel is. Daarbinnen zat echter ook een meevaller, omdat de indexes een wat hoger rendement te zien gaven. Het verschil bedraagt € 130.000,- waarvoor voor dit jaar een oplossing met worden gevonden. - De peildatum voor de 1e Berap is de maand maart en dat kan niet veel eerder, omdat tegelijkertijd met het schrijven voor de Berap moet worden gewerkt aan de Jaarrekening. - Op 4 juni heeft de rijksoverheid ook opgelegd dat de lagere overheden hun overschotten bij de schatkist moeten parkeren, het zogenaamde "verplicht schatkistbankieren". Dit gaat tegen een ridicuul lage rente, zodat de gemeenten rente-inkomsten die ze nu kunnen inzetten gaan missen. Hengelo heeft een tamelijk laag vermogen, zodat het renteverlies zal meevallen. Voor de Regio Twente met een vermogen van ongeveer 60 miljoen euro zal het betekenen dat ze jaarlijks één miljoen euro aan rente-inkomsten gaan missen en dus een structureel tekort van één miljoen gaat krijgen. De Regio dacht ook aan het lenen van geld aan de Veiligheidsregio tegen een voor beide partijen aantrekkelijk tarief, waardoor via het verplicht schatkistbankieren ook de Veiligheidsregio in de problemen is gekomen. Ook de Bank Nederlandse Gemeenten ziet haar tegoeden waarschijnlijk richting schatkist verdwijnen, zodat ook de dividenduitkeringen aan de gemeenten onder druk komen te staan. Het is nu wachten hoe het verplicht schatkistbankieren uitgewerkt gaat worden, maar de signalen zijn niet hoopgevend. - Hopelijk kan in de 2e Berap worden gemeld dat vele gaten in de begroting die nu worden gemeld dan zijn gedicht, maar het is al zeker dat in de 2e Berap nieuwe gaten moeten worden gemeld. de heer Knegt merkt op dat hij heeft gevraagd voor welk bedrag het college denkt het te beïnvloeden tekort van € 690.000 uit de 1e Berap weggewerkt te hebben. de heer Mulder antwoordt dat de gemeente haar zaken goed onder controle heeft en te verwachten dat het tekort dichter dan ooit bij nul euro uitkomt, maar dat nu juist het beleid van de rijksoverheid de grootste risicofactor is. Van dag tot dag komt er nieuwe rampspoed uit Den Haag. Er moet rekening worden gehouden met tekorten van 1,5 tot 2,0 miljoen. Vooruitlopend op de situatie is in de Kadernota die recent is opgestuurd voorzien in een tekort voor 2013 van 7,2 miljoen euro, plus 1,0 miljoen euro en daarboven 2,0 miljoen euro extra; een totaal tekort van 10 miljoen euro is een realistisch scenario. Voor dat bedrag moet het college dekkingen vinden en na de zomer met de raad in discussie gaan. De heer Lievers antwoordt: - De bezuiniging in de ambtelijke organisatie moet één miljoen euro in 2013 opleveren, oplopend naar vijf miljoen euro in 2015. Momenteel is een bezuiniging van 2,0 miljoen gerealiseerd, wat neerkomt op 35,6 fte. Verder is nog 70 fte in beeld, zodat het uiteindelijk om een totaal van 100 fte zal gaan. Hij zegt toe in het najaar te rapporteren over de voortgang, middels een IBR. Bij die bijeenkomst zal hij dan ook mededeling doen over het aantal trajecten dat nu loopt over interne verplaatsing, omdat hij daarover momenteel geen inzicht heeft. - Bij het leerlingenvervoer is een structurele overschrijding van € 200.000,-. Over dit onderwerp heeft op 13 juni overleg plaatsgevonden. Een van de problemen is dat het een open-eindregeling is, maar de insteek is niet om twee ton extra te begroten om de begroting kloppend te krijgen, maar om te kijken of binnen de begroting een oplossing kan worden gevonden. Daarbij wordt onder meer gekeken naar het taxivervoer, naar andere afstandcriteria en naar verandering in de opstapplaatsen. Ook hier zal hij in het najaar komen met concrete voorstellen, dit in elk geval in samenspraak met Almelo en Enschede. - Er is aangegeven of er een combinatie mogelijk is tussen Stadstoezicht en Ontwikkelplein. Een Commissie Bestuur
6/11
van de opties is daarbij te kijken of mensen vanuit Stadstoezicht herplaatst kunnen worden als conciërge bij een school of beheerder bij een welzijnsinstelling - Hij meent dat een aantal leerlingen (niet perse hoogbegaafde) zijn gevraagd mee te denken over de verlichting De heer Kerckhaert antwoordt: - Op het terrein Integrale Veiligheid was er een beleidsinspanning van € 385.000,-. Tot in het najaar van 2011 waren alle signalen dat het beleid, dat via rijksbijdragen wordt gefinancieerd, ongewijzigd zou worden gecontinueerd. Alles is echter in 2012 weggevallen, zodat er dit jaar onvoldoende middelen voor dit beleid zijn. In september volgt het document waarin staat welke maatregelen zijn genomen om in te krimpen naar een budget van € 180.000,-. - De participatie van burgers blijft groot. Hengelo heeft een actieve bevolking en de bereidheid activiteiten te ontplooien neemt niet af. Er zijn hierover talrijke voorbeelden te noemen. Er is dus wel degelijk veel burgerinitiatief en dat mag zeker geen overheidsinitiatief genoemd worden. - Het raadsvoorstel wordt aangepast op de manier die de heer Van den Heuvel in zijn reactie gaf. 2e termijn De heer Horsthuis vraagt bij de presentatie over de organisatie niet alleen te kijken naar het aantal fte's en het organisatieschema, maar ook naar de consequenties die werken met 100 fte minder heeft ofwel hoeveel kwaliteit moet hiervoor worden ingeleverd. De heer Lievers antwoordt bij de IBR over de reorganisatie aan de consequenties aandacht te besteden. Hij merkt op dat het inderdaad een punt van zorg is. Enerzijds vertrekken ervaren ambtenaren, anderzijds is er een vacaturestop en verder wordt het inhuren van externe capaciteit aan banden gelegd. Dat betekent onherroepelijk dat de kwalitatieve rek er in de organisatie uit is. De heer Dragt geeft aan dat het dan goed is in de presentatie aan te geven op welke cruciale plaatsen in de organisatie er problemen gaan ontstaan, zodat met de raad kan worden overlegd op welke manier hiervoor een oplossing kan worden gevonden. Het kan niet zo zijn dat cruciale, strategische formatieplaatsen onbezet blijven en daarmee de organisatie ernstig verzwakt wordt. De heer Knegt vraagt of de Kadernota nog wel van toepassing is nu in de junicirculaire zo veel zaken worden gewijzigd. De heer Mulder antwoordt wordt dat er in de Kadernota rekening is gehouden met een bedrag van 5 miljoen euro minder met een bandbreedte van 1 miljoen euro. Het moet nu worden afgewacht uit de berekeningen van de junicirculaire of deze aanname te optimistisch of te pessimistisch was. De heer Alkema laat weten graag het overzicht te ontvangen van het aantal trajecten dat loopt om daarmee al direct een goed overzicht te hebben De heer Lievers zegt toe dit te betrekken bij de bijeenkomst in het najaar. De heer Theunissen merkt op de mening te delen dat Hengelo een actieve stad is, maar dat in de passage burgerinitiatieven en vrijwilligerswerk erg door elkaar worden gehaald. De voorzitter concludeert dat het als bespreekvoorstel naar de raad kan worden gestuurd. 9.
Algemene Reserve (12G200840) De heer Alkema vraagt wat de wethouder met dit voorstel wil, wat het toevoegt aan wat de raad al doet en al weet. De heer Horsthuis vraagt de wethouder uit te leggen waarom de twee algemene reserves (nrs 1101 en 1102) moeten worden samengevoegd tot één algemene reserve, nrs 1102. Ten aanzien van de tweede vraag uit het voorstel merkt hij op dat dit impliceert dat de raad akkoord zal gaan met een Algemene Reserve die twee ton lager is dan er momenteel aan Algemene Reserve is. Hij vraagt of het de bedoeling is deze ruimte in te zetten in een niet sluitende resultatenrekening over 2012. Dit jaar zal worden afgesloten met een serieus tekort, maar de Algemene Reserve moet dienen om dat gegeven te camoufleren. Het derde punt, de Algemene Reserve op termijn te laten groeien naar 50% van het weerstandvermogen, is te vrijblijvend en te nietszeggend. De heer Knegt merkt op dat het al een tijd bekend is dat het zorgwekkend is dat de Algemene
Commissie Bestuur
7/11
Reserve zo laag is. Met dit voorstel zitten de gemeente echter nog boven het gestelde minimum, zodat het blijkbaar zo slecht nog niet gaat. Het roept vragen op: Is het nu wel of niet zorgwekkend? Waarom is dat minimum zo laag? Wat is wel een verstandig minimum? De accountant heeft onlangs terecht een pleidooi gehouden de Algemene Reserve snel fors te verhogen. Het minimum zou dus flink verhoogd moeten worden. Zijn partij overweegt een motie van die strekking in te dienen. Het is onmogelijk snel te voldoen aan het derde voorstel, de Algemene Reserve te brengen naar 50% van het weerstandsvermogen. Het zou een goed streven zijn dat over 10-15 jaar gerealiseerd te hebben, wat zou betekenen dat er jaarlijks een bepaald bedrag toegevoegd moet worden. Hij mist in het stuk een dergelijke strategie. Het maakt het voorstel "onder de maat". De heer Van den Heuvel laat weten met de algemene lijn van het voorstel te kunnen instemmen, want het is duidelijk dat de Algemene Reserve aanzienlijk moeten worden verbeterd. Bezwaarlijk in het voorstel is wel de omschrijving "te allen tijde" in voorstel 2. Dat kan niet zo hard worden gesteld, want in noodgevallen moet een beroep worden gedaan op de Algemene Reserve en moet deze dus tijdelijk lager kunnen uitvallen. Het is logisch in het voorstel geen termijn te stellen, wanneer een en ander gerealiseerd moet zijn. De komende jaren moet er zwaar worden bezuinigd en is er zeker geen ruimte om de Algemene Reserve aan te vullen. De heer Knegt merkt op dat hij heeft gevraagd over 10-15 jaar de reserve op pijl te hebben en ook te begrijpen dat er nu en ook de komende jaren geen sprake van kan zijn. Als er echter een raadsbesluit ligt is de verplichting opgelegd om bij economisch betere tijden het aanvullen van de Algemene Reserve als een van de hoogste prioriteiten te behandelen. De heer Van den Heuvel merkt op dat beide het op dit punt met elkaar eens zijn. Probleem blijft wel dat niemand weet hoelang de crisis nog duurt en dus kan ook geen tijdpad worden opgesteld wanneer en voor welke bedragen de reserve weer kan worden aangevuld. De heer Van den Heuvel vervolgt met de opmerking dat samenvoegen van beide algemene reserves betekent dat er sneller gevuld wordt, want een niet-rentedragend deel wordt toegevoegd. Hij vraagt hoe groot het niet-rentedragende deel is om inzicht te hebben in het effect dat de samenvoeging heeft. De heer Cetinkaya merkt op dat over het weerstandvermogen is opgemerkt (pagina 1) dat in Hengelo de streefwaarde is bepaald op C (ratio >1,0) met ratio >o,8 als absolute ondergrens voor een periode van één jaar. Hij vraagt of de verwachting is dat de ratio binnenkort gaat dalen. Het weerstandvermogen is momenteel 30 miljoen euro, dus de Algemene Reserve zou volgens het voorstel minimaal 7,5 miljoen moeten bedragen. Daaraan voldoet de gemeente nu, weliswaar maar net. Als er nog verliezen zijn, waar komt dan de dekking vandaan? Tot slot, merkt hij op dat binnen de 30 miljoen euro van het weerstandvermogen ook 9 miljoen van het Grondbedrijf zit. Indien we deze 9 miljoen euro uit het weerstandvermogen halen, resteert een bedrag van 21 miljoen euro en hoeft de Algemene Reserve dus maar 5,25 miljoen euro te zijn. Met een Algemene Reserve momenteel van 7,5 miljoen zit de gemeente dan op 37,5%, dus ruim voldoende. Hij vraagt of deze loskoppeling geoorloofd is en zo ja, wat dan de consequenties zijn voor het Grondbedrijf. Mevrouw Doornbos zegt dat de daling van de Algemene Reserve is begonnen in 2009 en daarna weer een licht stijgende lijn te zien laat. Er is geen tijdpad aangegeven wanneer de reserves weer op peil moeten zijn. Ze geeft aan dat niet ten koste van alles moet worden gestreefd naar het weer vullen van de Algemene Reserve. Het is belangrijk andere zaken in de gemeente in stand te houden, dus de ondergrens van 25% kan overschreden worden als er maar direct naar wordt gekeken hoe dat bijgevuld kan worden. De heer Dragt vraagt of mevrouw Doornbos zich realiseert dat ze daarmee het financieel beleid ondergeschikt maakt aan al het andere dat in de gemeente gebeurt. Hij vraagt of voor haar alles steeds bespreekbaar, ook als onder die grens van 25% wordt gekomen. Mevrouw Doornbos antwoordt dat ze telkens de vraag over nut en noodzaak stelt. De insteek blijft toe te werken naar een Algemene Reserve van 50% van het weerstandvermogen. Ze zegt dat ze niets kan bedenken om onder die 25% te willen gaan. De heer Knegt merkt op dat het begrotingstekort dit jaar een paar miljoen kan bedragen. Hij vraagt of dat dan van BurgerBelangen uit de Algemene Reserve mag komen. Mevrouw Doornbos antwoordt dat de 25% wordt aangehouden en moet worden gekeken hoe het Commissie Bestuur
8/11
begrotingstekort kan worden gedekt. Wellicht dus door extra bezuinigingen. Mevrouw Doornbos vervolgt met de vraag te willen vernemen wat moet worden verstaan onder een niet-beklemde reserve. De heer Theunissen geeft aan de uitgangspunten logisch te vinden en dat er naar moet worden gestreefd de reserve zo snel mogelijk te vullen, waarbij hij erkent dat dit nu en de komende jaren nog niet mogelijk zal zijn. De heer Dragt deelt mee dat al 1,5 jaar werd gewacht op de notitie over de Algemene Reserve en er nu een notitie ligt die pas over enige jaren in praktische uitvoering kan komen. Hij kwalificeert de notitie als vlees, noch vis, van een penningmeester die of zichzelf of zijn collega's niet vertrouwt. Er wordt een minimum neergelegd dat de helft is van wat eigenlijk gewenst is, er is geen tijdpad en er wordt een discutabele bandbreedte neergelegd. Dus is de vraag: Wat wil de wethouder met deze nota? Mevrouw Prent laat weten geen aanvulling te hebben op alle al gestelde vragen. De heer Mulder antwoordt: - De Algemene Reserve is een spaarpot, die als hij ruim gevuld is om drie redenen kan worden aangewend: er staat vermogen op de bank dat rente en dus dekkingsmiddelen oplevert, als er nieuwe en goede ideeën opkomen zijn er voldoende middelen om deze direct te betalen en als het wat slechter gaat kunnen er de tekorten mee worden afgedekt. - Bij het weerstandvermogen worden alle bestemmingsreserves geteld waarvan de bestemming niet al helemaal vastligt, zoals dat bij onderwijs en volkshuisvesting het geval is. In beginsel is ook deze reserve te "ont-bestemmen" en toe te voegen naar de Algemene Reserve. Dat kan een mogelijkheid zijn als de Algemene Reserve onder de 25% zakt. De laatste jaren is de beschikbare weerstandscapaciteit verlaagd, terwijl de Algemene Reserve iets is gestegen, zodat de onderlinge verhouding gewijzigd is. - Uitgangspunt is een minimum van 25% van het weerstandvermogen voor de Algemene Reserve, met aanvullend als streven te laten groeien naar 50%. Er zou dan een automatisme moeten komen dat een positief resultaat altijd naar de Algemene Reserve wordt overgeboekt. De heer Horsthuis merkt op dat dit dan een onderdeel van het voorstel moet zijn en dat dit niet het geval is. De heer Mulder bevestigt dat dit niet in het voorstel staat. Hij geeft aan dat een groeiscenario eigenlijk momenteel niet in beeld is. Men heeft er terecht al op gewezen dat de komende jaren een aanvulling van de reserves onmogelijk zal zijn, omdat er eerst allerlei bezuinigingen moeten worden doorgevoerd. Er is geen enkele ruimte om geld over te houden en via een bepaald tijdpad te komen tot een verhoging naar 50% van het weerstandvermogen. De heer Horsthuis zegt dat de uitspraak om zo met de financiën om te gaan voldoende is; daar heeft hij geen raadsvoorstel bij nodig. De raad kan immers jaarlijks bepalen waar en tot welke hoogte gelden aan de Algemene Reserves worden toegevoegd. De heer Mulder antwoordt dat het hier een principebesluit betreft. Dat betekent dat dit en volgende colleges er altijd naar zullen streven deze weg in te gaan, maar kan ook betekenen dat er situaties zijn om daarvan af te wijken, om de vulling van de reserves minder of juist meer te laten zijn dan het tijdpad aangeeft. Het moet dus flexibiliteit hebben en dus niet als strikte regel hebben dat iets perse moet, maar doet zoveel mogelijk als mogelijk is. Alleen die 25% is een harde ondergrens. De heer Mulder vervolgt naar aanleiding van vragen van de heren Horsthuis, Knegt, Dragt en Cetinkaya en mevrouw Doornbos: - Er is één reservepot van 5 miljoen euro die rentedragend is en een reserve van 2,5 miljoen die niet-rentedragend is. Dat wordt dus één begrotingspost met een algemene reserve van 7,5 miljoen euro. Het is een puur technische handeling. Het betekent dus dat er mee rente wordt ontvangen. - Beklemde reserve is een soort geoormerkte bestemmingsreserve; die nu 1-2 miljoen bedragen. - Het percentage van 25% is gebaseerd op een kansberekening, waarbij als simpele formule "de helft van de helft" is geformuleerd, om te berekenen wat men absoluut nodig heeft bij een mogelijke calamiteit. - Het heeft zin om van een bestemmingsreserve naar een Algemene Reserve te halen als beide Commissie Bestuur
9/11
toch onderdeel zijn van het weerstandvermogen, want als de Algemene Reserve te laag wordt zou men ad-hoc bij de bestemmingsreserves moeten kijken op welke manier een probleem opgelost kan worden. Als men tijdig heeft overgeboekt naar de Algemene Reserve is dat geld per direct beschikbaar. - Het bedrag van 9 miljoen euro van het Grondbedrijf kan worden losgekoppeld, maar dat kan betekenen dat als men een aparte reserve voor het Grondbedrijf moet aanhouden deze reserve hoger moet zijn dan als het onderdeel uitmaakt van een totaal conglomeraat van reserves. Vandaar dat in Hengelo daar van wordt afgezien. De voorzitter concludeert dat dit stuk als bespreekstuk doorgaat naar de raad. PAUZE (22.00-22.10 uur) 10.
Motiemarkt De heer Genc laat weten het een prima initiatief te vinden om burgers invloed te laten uitoefenen en dat de ervaringen in Enschede vertrouwen geven dat het ook in Hengelo met succes kan worden toegepast. Hij noemt als optie het idee te integreren in het Trefpunt. De heer Alkema merkt op dat elke burger nu al bij elke partij kan aankloppen om een bepaald onderwerp voor te leggen en via een motie onder de aandacht van de raad en het college te brengen. Hij geeft aan dat vaak het probleem is dat partijen elkaar alleen maar vinden door te kijken of ze wel of niet bij de coalitie horen. Het is echter belangrijk dergelijke onderwerpen vanuit de burger op een a-politieke manier in discussie te brengen. Hij laat weten dat zijn fractie het standpunt nog niet heeft bepaald. De heer Horsthuis noemt het een goed instrument om de burger te betrekken bij afwegingen rond de begroting. In Enschede is de motiemarkt als positief ervaren, reden om nu als experiment in Hengelo voor te stemmen. Hij deelt de mening van de heer Alkema dat de moties altijd via de politieke partijen moet lopen, maar zoveel mogelijk moet zijn ontdaan van politieke lading. De heer Knegt vindt het een positief initiatief, maar wel iets dat geld kost en tijd vergt. Hij vreest dat er vele voorstellen van burgers puur vanuit budgettaire overwegingen moeten worden afgewezen in deze tijden van bezuinigingen. De motiemarkt zal dan contraproductief werken. Hij stelt voor het idee te bewaren tot financieel betere tijden omdat er dan een succes van gemaakt kan worden. De heer Van den Heuvel begrijpt de bedenkingen van de heer Knegt, maar de consequentie is dan dat goede ideeën wellicht jarenlang blijven liggen. Zijn partij omarmd het voorstel, maar pleit er voor de burgers meer voorbereidingstijd te gunnen om een goede motie op te stellen. De heer Cetinkaya zegt dat de ervaringen in Enschede positief zijn en een goed middel is om meer burgers te betrekken bij het raadswerk. De raadsleden kunnen nu optimaal gebruik maken van de kennis buiten de politieke en ambtelijke organisatie. Het is mogelijk dat meerdere partijen een idee adopteren en daarna de motie gaan opstellen. Dat kunnen zowel partijen van de coalitie als van de oppositie zijn. Hij denkt dat met erg weinig middelen een hoog resultaat kan worden gehaald. Mevrouw Doornbos stelt dat de motiemarkt belangrijk is omdat het de burgers niet alleen in de gelegenheid stelt mee te doen, maar vooral om mee te denken. Uit de evaluatie in Enschede blijkt dat belangrijke elementen zijn: individueel contact, aandacht, begrip en mogelijkheden tot discussie met raadsleden. Ze vindt dat de invoering van de Motiemarkt het Trefpunt overbodig maakt, want de Motiemarkt heeft als toegevoegde waarde dat er duidelijke afspraken met burgers worden gemaakt. Ze merkt tot slot op dat de Motiemarkt niet moet gaan uitmonden in onderlinge competitie, zoals de heer Alkema al naar voren heeft gebracht. De heer Knegt laat weten dat dit wel kan worden gehoopt, maar onvermijdelijk de praktijk zal zijn. Elk voorstel of idee zal snel langs de lijnen van coalitie en oppositie worden opgepikt. De heer Theunissen vindt het een leuk idee, kan zich de scepsis bij de heer Knegt op de praktische uitvoering voorstellen, maar het voorstel toch het voordeel van de twijfel te willen geven. De heer Dragt deelt de opvatting dat het een goed idee is en "een experimentje waard". Hij vraagt om een reactie op het reële probleem dat de heer Knegt aandroeg, namelijk dat er geen cent te besteden is en een eerste Motiemarkt dus een mislukking wordt als burgers komen met voorstellen
Commissie Bestuur
10/11
die geld kosten. Dat zou natuurlijk anders liggen als burgers alleen komen met voorstellen waarmee het weerstandvermogen en de algemene reserve van de gemeente worden verbeterd. De voorzitter concludeert dat er een duidelijke voorkeur is om de Motiemarkt te gaan houden, waarbij het Enschede model kan worden nagevolgd, maar dat er vraagtekens zijn de termijn waarop het moet worden ingevoerd. De heer Eeftink (Griffie) merkt op de twijfel over het moment van invoering bij het raadsvoorstel nog te zullen ingaan. Hij brengt verder naar voren vraagtekens te hebben bij het verplichtende karakter dat in de Enschedese methodiek zit. Zodra een partij het gesprek aangaat met een burger, legt men zichzelf de verplichting op dit te laten uitmonden in een motie. Dat zou moeten worden geformuleerd als een inspanningsverplichting. Het overleg is namelijk niet vrijblijvend, maar een partij moet wel op basis van voortschrijdend inzicht kunnen heroverwegen. Tot slot merkt hij op het ook eens te zijn met de opmerking dat de burger iets meer voorbereidingstijd moet worden gegund. De vergadering gaat akkoord met zijn opmerkingen voor het opstellen van het raadsvoorstel. 11
Begroting 2013 Crematorium Twente (12G200832) De heer Otten vraagt naar de stand van zaken voor het nieuwe crematorium van Oldenzaal en hij vraagt of dit nieuwe crematorium in Oldenzaal straks ook valt onder het Openbaar Lichaam Crematoria Twente. De heer Mulder antwoordt dat zeer binnenkort met de bouw van het crematorium Oldenzaal wordt begonnen. Het crematorium wordt voor 50% bezit van het Crematoria Oost-Twente BV, waarvan het Openbaar Lichaam Crematoria Twente de enige aandeelhouder is, en voor 50% van Monuta. De voorzitter concludeert dat het voorstel als hamerstuk naar de raad kan.
12.
Begroting 2012 GBT en toetreding Almelo tot GBT (12G200833) De heer Otten merkt op dat de gestage groei van het GBT en het daardoor beschikbaar komen van extra inkomsten voor Hengelo een groot compliment waard is. De aanpak kan als voorbeeld dienen voor andere gemeenten. De voorzitter concludeert dat het voorstel als hamerstuk naar de raad kan.
13.
Rondvraag en sluiting De heer Dragt vraagt om toezending aan de raad van de brief van de Provincie die de gemeente binnenkort zal ontvangen, waarin de Provincie het college laat weten hoe ze het interbestuurlijke toezichtregime dient in te vullen. De voorzitter vraagt deze vraag de vraag buiten de vergadering met de griffier af te stemmen. De voorzitter sluit de vergadering om 22.30 uur.
Commissie Bestuur
11/11