Notitie Taakbeleid ASOJ
1. Doel taakbeleid Het taakbeleid is gericht op een evenwichtige spreiding van de op te dragen werkzaamheden en werkdruk over het schooljaar van werknemers behorend tot eenzelfde functiecategorie. 2. Normjaartaak Met inachtneming van de normjaartaak van 1659 uur voert de werkgever taakbeleid dat gericht is op een evenwichtige spreiding van de werkzaamheden en werkdruk over het schooljaar, de schoolmaand en de schooldag van werknemers behorende tot de functiecategorie directie, onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel. 3. Procedure vaststelling taakbeleid a. Het taakbeleid wordt door de werkgever vastgesteld in overleg met de personeelsgeleding van de MR, door middel van DGO, bij afwijking van de raamovereenkomst na overleg met de MR. b. In het taakbeleid is eveneens opgenomen welke niet-lessentaken in welke omvang in mindering op de maximale omvang van de taak worden gebracht. 4. Werktijdfactor In plaats van het begrip “werktijdfactor” gebruikt de ASOJ in advertenties het begrip fulltimeequivalent (FTE), omdat dit begrip beter is ingeburgerd. De cao's maken onderscheid tussen OP, OOP met lesgevende taken en OOP zonder lesgevende taken. OOP met lesgevende taken zijn leerkrachtenondersteuners, functies vanaf schaal 7. Klassenassistenten vallen hier niet onder. Zij hebben verzorgende en organisatieondersteunende taken. De ASOJ hanteert benoemingen met een werktijdfactor van één cijfer achter de komma omdat meer cijfers achter de komma een schijnzuiverheid aangeven. De werktijdfactor wordt bepaald door de directie. In uitzonderlijke gevallen kan er een werktijdfactor van twee cijfers achter de komma gehanteerd worden, waarbij het tweede cijfer een 0 zijn of een 5 mag zijn. Dit wordt globaal uitgewerkt in een werktijdenregeling. De ASOJ streeft naar een evenwichtige werkdrukverdeling over de week. De werktijdverdeling conform artikel 2.4 van de cao-po en artikel 2.2 van de cao-vo is de minimumbenadering. Er wordt naar gestreefd om alle dagen gelijk te belasten. Dat betekent bij een fulltime-aanstelling (fte = 1,0 werktijd) een verdeling van 0,2 werktijd per dag. Bij een halftime-aanstelling is dat 0,1. Wanneer een dag iets korter is, bijv. de woensdagmiddag, dan worden de niet-gewerkte uren als 'nog te verrekenen' opgenomen op het taaktoedelingsformulier (bijv. voor methodeontwikkeling, ouderavonden, ouderbezoek, kampen e.d.). Bij vervangingen geldt dat wanneer de te vervangen persoon een werktijdfactor heeft van meer dan twee cijfers achter de komma de vervanging ook zo mag worden ingevuld.
1
OP en OOP met lesgevende taken a. De normjaartaak wordt aangegeven in 'te werken uren': 1.659. b. Bij een evenwichtige verdeling over 40 schoolweken wordt er per week 36 uur en 52 minuten gewerkt (36,86 uur). Daarnaast moet een aantal uur besteed worden aan deskundigheids-bevordering/professionalisering e.d. c. 36 uur en 52 minuten : 5 dagen = gemiddeld 7 uur en 22 minuten per dag. d. Bovenstaande is uitgewerkt op het taaktoedelingsformulier (apart Excelbestand). OOP zonder lesgevende taken a. Bij de ASOJ gaat het hier voornamelijk om conciërges, administratie, klassenassistenten en psychologen/orthopedagogen. b. De normjaartaak wordt voor deze groep aangegeven in het aantal verlofuren volgens de volgende berekening: 52,14 weken x 36,86 uur per week = 1922 uur per jaar -/- 1659 uur (normjaartaak) = 263 uur verlof per jaar. Hier bovenop komt het leeftijdsverlof en er moet rekening worden gehouden met een verrekening van de feestdagen. Dit staat goed uitgewerkt in de cao-po artikel 8.5 en cao-vo artikel 8.2. c. De ASOJ streeft ernaar om tijdens de vakanties gedurende langere periodes de scholen te sluiten. Dit betekent dat alleen aan het begin en aan het einde van een vakantie de scholen zijn opengesteld. Onder normale omstandigheden werkt het OOP 42 weken per jaar. d. Het OOP neemt het opgebouwde vakantieverlof dus in deze periode van 10,14 weken op (52,14 -/- 10,14). Extra opgebouwde uren worden op andere momenten ingepland. Teveel opgenomen verlofuren worden gecompenseerd door verlenging van de werkweek. e. Voor deze groep OOP'ers is een apart taaktoedelingsformulier ontwikkeld (apart Excelbestand).
5. Taakverdeling De taakverdeling vindt plaats op basis van functies en de daarbij behorende taken zoals bijv. directiefunctie en taken, leraarfunctie en taken, administratieve functie en taken, conciërgefunctie en taken enz. Een omschrijving daarvan ligt vast in het Functieboek. Door middel van overleg met de medewerkers (leraren en ondersteunend personeel) moet een lijst worden opgesteld van de relevante taken en de mogelijkheid tot uitvoering ervan. Na overleg met de medewerker wordt vastgesteld welke medewerker welke specifieke taak het beste kan uitvoeren. Ieders betrokkenheid bij dit proces zal de verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de school doen toenemen. De taakomschrijvingen moeten bij alle collega’s bekend zijn evenals de uitkomst van de resultaten van het bovengenoemde overleg. Deze taakomschrijvingen zijn uitgangspunt voor de R&O-gesprekken. Daarop kan het takenpakket jaarlijks worden bijgesteld. Tevens wordt het duidelijk waarin medewerkers goed of niet goed functioneren. Bij taaktoedeling aan leraren worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: a. er is sprake van een omvang van de jaartaak gelijk aan 40 weken, ongeacht de duur van de lesgevende activiteiten in een cursusjaar; b. voor de lessentaak geldt een maximum van 930 klokuren per jaar bij een volledige betrekking, behoudens het bepaalde in c. Voor de leraar die niet in een normbetrekking werkzaam is, geldt het gestelde naar evenredigheid; c. voor een bepaalde termijn kan de leraar per week voor ten hoogste 10% extra lessen c.q. lesvervangende taken (ex 3e) worden belast. Dit wordt dan gecompenseerd in de vorm van vermindering van de lesgevende c.q. lesvervangende taak in een, zo mogelijk, direct aansluitende periode waarin daadwerkelijk lesgevende activiteiten plaatshebben; d. in noodsituaties kan de werkgever, ter bevordering van een onbelemmerde voortgang van het onderwijs, onder kennisgeving aan het personeelslid afwijken van het onder 2 bepaalde.
2
6. Positie van de school Alle scholen van de ASOJ zijn zorgscholen. Zij hebben als hoofdtaak o.a. het weer terugschakelen van de leerlingen naar het reguliere basis- en voorgezet onderwijs. In die zin hebben de scholen veel structuurkenmerken die ook in het reguliere onderwijs te vinden zijn. Op de scholen wordt o.a. om bovengenoemde reden gewerkt met vaste lesroosters. Deze lesroosters dienen om de leerlingen de benodigde structuur te bieden, maar ook om een evenwichtige spreiding van de op te dragen werkzaamheden over het schooljaar te bereiken. Het bestuur streeft ernaar om de normjaartaak zo evenwichtig te verdelen dat iedere medewerker gemiddeld 36 klokuren en 52 minuten per week werkt. Dit betekent vervolgens dat ernaar wordt gestreefd dat er bij een normbetrekking gemiddeld maximaal 930: 40 = 23,25 = 23 klokuren en 15 minuten lessentaken kunnen worden opgedragen (VO: maximaal 26 lessen van 50 minuten). Op de meeste scholen wordt gewerkt met lessen die variëren in lengte tussen de 45 en 60 minuten.
7. Lestijd De totale lestijd voor de leerlingen wordt dus verdeeld in lesuren van 45-60 minuten. Deze lesuren worden aan de leraren toegedeeld tot een maximum van 23 klokuren en 15 minuten per week. Leraren kunnen, net als in het voortgezet onderwijs, tussenuren toegewezen krijgen. Een collega-leraar verzorgt op dat moment de les en de leraar met het tussenuur heeft gedurende deze periode tijd voor de niet-lessentaken. Onder lestijd worden de lessentaken verstaan die de Inspectie in de praktijk bij de toetsing van de activiteitenplannen hanteert. Dit betekent bijvoorbeeld dat korte pauzes tussen de lessen onder verantwoordelijkheid van een leraar als lestijd worden beschouwd. Om te voorkomen dat er discussie ontstaat over de overschrijding van de maximale lessentaak zullen er voldoende lessen vakonderwijs worden ingevoerd. Indien in incidentele gevallen de maximale lessentaak wordt overschreden, wordt in overleg tussen de betrokkene en de directie bepaald op welke wijze de overschrijding wordt gecompenseerd (bijv. in tijd of in geld). 8. Materiële voorwaarden Om de niet-lessentaken goed uit te kunnen voeren in de school tijdens werktijd is het noodzakelijk zijn dat de materiële voorwaarden die voldoen aan de eisen van de arbowet, in orde zijn. 9. Taakopvatting Het verdelen van lessentaken en het toekennen van formatieve niet-lessentaken is geen eenvoudige zaak. Veel zal afhangen van de taakopvatting van het team, de mentaliteit, solidariteit, betrokkenheid en onderwijskundige en pedagogische visie van de medewerkers van de school. Het is zeer belangrijk een gezamenlijke teamverantwoordelijkheid voor het totale schoolgebeuren op te bouwen. Daarom zal iedere medewerker van de school zich moeten afvragen: is de school waaraan ik verbonden ben mijn school? hoe staat het met mijn betrokkenheid bij het totale schoolgebeuren? zie ik een bepaalde taak liggen en meen ik de mogelijkheid te hebben dienaangaande een bijdrage te leveren? op welke wijze wordt zo goed mogelijk naar de andere teamleden informatie gegeven over mijn werk, mijn bijzondere taak of opdracht en mijn verantwoordelijkheid? op welke wijze is evaluatie, d.w.z. controle, consultatie en overleg over taken mogelijk, om de verantwoordelijkheid goed te kunnen dragen en verbeteringen aan te brengen? Als teamleden van de school zijn de schoolmedewerkers (directieleden, leraren en onderwijsondersteunende medewerkers) samen verantwoordelijk voor het geheel en voor elkaar. Zij moeten daarop ook aangesproken kunnen worden. De onderwijsgevenden moeten bereid zijn binnen hun formatieve niet-lessentaken een deel van de algemene taken binnen de school op zich te nemen zoals:
3
-
-
het voorbereiden en begeleiden van excursies, sportevenementen en buitenschoolse activiteiten; het voorbereiden en begeleiden van binnenschoolse activiteiten; het evalueren van teamactiviteiten en het ontwikkelen van nieuwe activiteiten; het ontwikkelen en bijstellen van het schoolwerkplan, samenwerken met ten dienste staande organisaties en instituten (bijv. de jeugdinrichting en/of organisaties voor jeugdhulpverlening); het begeleiden van het gehele leerproces.
10. Visie op de werkweek voor leraren In het licht van het bovenstaande betekent het dat het beste gewerkt kan worden op de werkplek, onder voorbehoud dat het werk daar ook het beste gedaan kan worden. Toegespitst op de school betekent dit: dat het werk zoveel mogelijk op school gebeurt. Als het personeelslid naar huis gaat, is het werk klaar en heeft hij/zij de spanningen gedurende de werkdag af kunnen bouwen; dat het schoolgebouw voldoende ruimtes heeft om ongestoord te kunnen werken; dat werktijden niet rigide vastgesteld dienen te worden. Het onderhouden en bevorderen van relaties in de ruime betekenis geformuleerd, in het licht van het bovenstaande, vraagt veel tijd in de school. 11. Maximum lessentaak en spaarverlof Als definitie voor lestaken wordt gehanteerd de definitie zoals de Inspectie de lestijd voor een leerling bij de toetsing van het activiteitenplan gebruikt en zoals betrokkene die verzorgt. De maximum lessentaak is 930 klokuren per jaar. Het bevoegd gezag stelt de totale werktijd van een voltijder vast op 1659 uur, tenzij de voltijder gebruik wenst te maken van jaarverlof, dan wel spaarverlof. Het bevoegd gezag voert een terughoudend beleid inzake jaar- en spaarverlof omdat zij de werkdruk gedurende een langere periode niet onnodig wil opvoeren. Het verlof kan alleen worden toegekend als er geen sprake is van verdringing. 12. Invulling van de werktijd Voor een voltijder geldt een totale werktijd van 1659 uur en de daarbij in de onderstaande tabel genoemde normen voor lessentaak, deskundigheidsbevordering en niet-lessentaak.
Normjaartaak speciaal onderwijs Werktijd totaal 1659 uur per jaar
Te verdelen in: deskundigheidsbevordering 166 uur per jaar
maximum lessentaak 930 uur per jaar
minimale nietlessentaak 563 uur per jaar
23 uur en 15 min. per week x 40 weken
14 uur en 5 min. per week x 40 weken
13. Werktijden In de werktijdenindeling zijn reeds gemaakte afspraken in overeenstemming gebracht met de veranderde regelgeving. Dit gebeurt op schoolniveau. 14. Lessentabel en taaktoedelingsformulier Uit overleg en evaluaties met de leraren worden de gegevens gedestilleerd door de directie voor de conceptlessentabel. In de conceptlessentabel wordt de onderstaande informatie gegeven: het aantal lessen per leraar; welke lessen de leraar verzorgt; aan welke klassen de leraar lesgeeft;
4
Op het taaktoedelingsformulier wordt aangegeven: - hoeveel tijd de leraar van de aanstelling (1659 klokuren per jaar) besteedt aan lessentaken (maximaal 930 klokuren per jaar); - hoeveel tijd er vervolgens nog resteert voor niet-lessentaken, welke dit zijn en hoeveel tijd hiervoor beschikbaar is.
15. Niet-lessentaken Deze paragraaf over de niet-lessentaken is een voorbeeld. De structuur ervan is beproefd op meerdere scholen. Het geeft een door het bestuur gewenste richting aan. In het schoolgebonden deel van het Personeelsbeleidsplan kan iedere school, met instemming van de Medezeggenschapsraad, schoolgebonden aanpassingen maken. Jaarlijks wordt de lijst met nietlessentaken geëvalueerd en bijgesteld. Met iedere leraar en technisch assistent wordt vervolgens het taaktoedelingsformulier ingevuld. a. Niet-lessentaken Voor niet-lessentaken is per jaar 563 uur beschikbaar. Per werkweek is dit gemiddeld maximaal (563:40) 14 uur en 5 minuten. Om te voorkomen dat er discussie ontstaat over de overschrijding van de niet-lessentaak is er een overzicht gemaakt van de tijdseenheden die aan de nietlessentaak worden besteed. Indien in incidentele gevallen de maximaal besteedbare nietlesgebonden tijd wordt overschreden, dan wordt in overleg tussen de betrokkene en de directie bepaald op welke wijze de overschrijding kan worden gecompenseerd (bijv. in tijd of in geld). b. Voor- en nawerk Binnen de niet-lessentaken wordt het voor- en nawerk gedaan. We gebruiken hiervoor de beperkte definitie van het CO-BGZ/Stg. Vervangingsfonds (Taakbelasting en taakverdeling 1995 p.55): “die activiteiten die direct te maken hebben met de te geven lessen: de planning en de opzet van de les, het maken of verzamelen van les- en oefenstof en het klaarzetten ervan, het nakijkwerk en dergelijke”. klopt dit nog? Onder voor- en nawerk worden oudergesprekken, leerlingbegeleiding, deskundigheidsbevordering e.d. nadrukkelijk niet gerekend. Het CO-BGZ/Stg. Vervangingsfonds gaat uit van ca. 25 procent van de 930 lesuren per jaar voor voor- en nawerk. Daarom wordt voor alle lessen de beschikbare tijd voor voor- en nawerk op 25 procent van de lessentaak van 930 uur per jaar gesteld, d.w.z. 232,5 uur bij een volledige betrekking. Voor de overige nietlessentaken blijft dan per jaar 563 - 232,5 = 330,5 uur per jaar over. niet-lessentaken voor- en nawerk rest overige niet-lessentaken
563,0 232,5 330,5 uur per jaar
c. Overige niet-lessentaken De overige niet-lessentaken verschillen sterk van school tot school. Dit houdt onder andere in dat op sommige scholen bepaalde niet-lessentaken niet worden uitgevoerd, terwijl hier op andere scholen juist erg veel tijd aan wordt besteed. Denk hierbij bijvoorbeeld aan excursie, overblijfwerkgroepen of diverse vormen van leerlingenoverleg. Hieronder wordt in 6 categorieën aangegeven welke overige niet-lessentaken er zijn en behoren te zijn. In de tweede kolom doet de directie een voorstel over het aantal uren per cursusjaar dat aan dit onderdeel besteed kan worden. In de derde kolom kan de naam van het personeelslid worden ingevuld dat verantwoordelijk is voor de realisatie ervan. 16. Deskundigheidsbevordering Voor deskundigheidsbevordering is per jaar 166 uur beschikbaar. In het nascholingsplan worden ieder jaar de teamgebonden en individuele nascholingsplannen vastgelegd. Het bijhouden van vakliteratuur valt onder deskundigheidsbevordering. Iedere medewerker wordt geacht 1 uur per week gedurende 40 schoolweken de vakliteratuur bij te houden. Indien mentoraat van nieuwe collega’s van toepassing is, geldt dit ook als deskundigheidsbevordering.
5
Arbeidstijden en akkoordverklaring Werktijden personeel met ingang van 1 augustus 20… bij wtf. 1,0: Maandag
12.40 – 16.15 uur
03 uur en 35 min.
Dinsdag*
08.40 – 17.30 uur
08 uur en 20 min.
Woensdag*
08.40 – 16.15 uur
07 uur en 05 min.
Donderdag*
08.40 – 16.15 uur
07 uur en 05 min.
Vrijdag*
08.40 – 16.15 uur
07 uur en 05 min.
(*minus 30 min. pauze!) Totaal vastgelegde werktijden op school wekelijks: Overige te verantwoorden werktijd
33 uur en 10 min. 03 uur en 42 min.
Totale werkweek:
36 uur en 52 min.
Betekent bij wtf. 1,0: 45 werkweken x 36 uur en 52 min. = 1659 uren = normjaartaak. Te besteden aan deskundigheidsbevordering/scholing/etc. = 10% normjaartaak: 166 uur per schooljaar
6
Overzicht werktijden
NAAM
:
WERKTIJDFACTOR : JAARTOTAAL
FTE :
BAPO-VERLOF
:
BENOEMING
UREN FTE/
:
UREN
tijdelijk/vast, per
BEZOLDIGINGSBASIS IN UREN PER WEEK: * LESGEBONDEN UREN UUR
:
* NIET LESGEBONDEN UREN UUR * DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING PER JAAR
:
:
UUR
WERKTIJDEN: (bij wtf. 1,0) *MAANDAG
:
12.40 – 16.15
*DINSDAG
:
08.40 – 12.55 en 13.25 - 17.30
*WOENSDAG :
08.40 – 12.55 en 13.25 - 16.15
*DONDERDAG:
08.40 – 12.55 en 13.25 - 16.15
*VRIJDAG
08.40 – 12.55 en 13.25 - 16.15
* verantwoorden:
3 UUR en 42 min.
OPMERKINGEN:
Handtekening:
-
Datum:
dir. dossier personeelslid
7