TAAKBELEID STICHTING EBVO DE PASSIE 2013-2014
Juni 2013 Na instemming GMR vastgesteld door bevoegd gezag
Inhoudsopgave 1.
ALGEMEEN................................................................................................................................................ 3
1.1
BEGRIPPEN ......................................................................................................................................... 3
1.2
JAARLIJKSE EVALUATIE EN VASTSTELLING ................................................................... 3
2.
STICHTINGSNIVEAU .......................................................................................................................... 4
2.1
LESDEFINITIE ................................................................................................................................... 4
2.2
OPSLAGFACTOR ................................................................................................................................ 5
2.3
VERGADERTIJD EN OPEN DAG................................................................................................. 5
2.4
MENTORAAT ....................................................................................................................................... 5
2.5
TAAKDIFFERENTIATIE ................................................................................................................. 6
2.6
DAGOPENINGEN/MENTORKWARTIEREN .......................................................................... 6
2.7
EXAMENWERKZAAMHEDEN ....................................................................................................... 7
2.8
PROFESSIONALISERING ............................................................................................................. 7
2.9
STARTENDE DOCENT ..................................................................................................................... 8
2.10
MEDEZEGGENSCHAP ................................................................................................................. 8
2.11
BEDRIJFSHULPVERLENING (BHV) .................................................................................... 8
2.12
TREKKINGSRECHT ...................................................................................................................... 9
3
PERSOONLIJKE TAKENKAART .................................................................................................... 10
4
TAAKBELEID ONDERWIJS ONDERSTEUNEND PERSONEEL (OOP) ........................ 11
4.1
NORMJAARTAAK ............................................................................................................................ 11
4.2
ARBEIDS- EN RUSTTIJDEN ...................................................................................................... 12
4.3
OVERSCHRIJDING VAN DE NORMJAARTAAK ................................................................ 12
4.4
VAKANTIEVERLOF ......................................................................................................................... 12
4.5
WERKOVERLEG ............................................................................................................................... 13
4.6
PROFESSIONALISERING ........................................................................................................... 13
4.7
REGISTRATIE UREN ..................................................................................................................... 13
4.8
MEDEZEGGENSCHAP (MR) ....................................................................................................... 13
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
2
1. ALGEMEEN De Passie bestaat uit vier scholen, die elk hun eigen taakbeleid mogen vaststellen. De Passie heeft er evenwel voor gekozen om een aantal elementen van het taakbeleid voor alle scholen gelijk te houden, omwille van de rechtszekerheid van de medewerkers. Medewerkers zijn immers formeel bij de Stichting EBVO in dienst en kunnen werkzaam zijn bij of voor meerdere scholen. Het taakbeleid bij de Passie is daarom opgedeeld in een stichtingsniveau en een schoolniveau. In de Cao-VO is aangegeven dat de werkgever een taakbeleid moet formuleren en welke werkzaamheden moeten worden opgenomen in het taakbeleid. In onderstaande tabel is aangegeven welke elementen zijn opgenomen in het taakbeleid en welke op stichtingsniveau dan wel schoolniveau zijn vastgelegd. a. b. c. d. e. f. g. h.
Lesdefinitie honorering van het voor- en nawerk (opslagfactor plus omschrijving inhoud) maximum aantal lessen per week professionalisering omschrijving en normering in tijd van overige taken analyse en oplossingen werkdruk onderwijsondersteunend personeel invoeren en bewaken van structureel werkoverleg onderwijsondersteunend personeel en scholing jaarlijkse evaluatie van het taakbeleid
Stichtingsniveau Stichtingsniveau Stichtingsniveau Stichtingsniveau Schoolniveau Stichtingsniveau Stichtingsniveau Inleiding
Op schoolniveau zijn die taken opgenomen die voortkomen uit het vestigingsplan en die samenhangen met de plaatselijke manier van werken. In hoofdstuk 3 zijn deze afspraken neergelegd. De wijze waarop de normjaartaak door de werknemer wordt ingevuld, wordt vastgelegd in een persoonlijke taakkaart. Hoofdstuk 4 gaat hier op in. In hoofdstuk 5 wordt ten slotte een uitwerking gegeven van het taakbeleid en nascholing voor het onderwijsondersteunend personeel. 1.1
Begrippen
Cao-VO CMT GMR MR NJT OOP OP PGMR PMR VMT WTF WMO 1.2
: : : : : : : : : : : :
Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Voortgezet Onderwijs centraal management team gemeenschappelijke medezeggenschapsraad locale medezeggenschapsraad normjaartaak onderwijs ondersteunend personeel(slid) onderwijzend personeel(slid) personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad personeelsgeleding van de locale medezeggenschapsraad vestigingsmanagementteam werktijdfactor Wet op de Medezeggenschap in het Onderwijs
Jaarlijkse evaluatie en vaststelling
Het taakbeleid wordt, voor zover het de stichtingsbrede afspraken betreft, jaarlijks geëvalueerd en vastgesteld door het CMT, na instemming door de PGMR. Het taakbeleid op schoolniveau wordt jaarlijks geëvalueerd en vastgesteld door de diverse VMT’s en ter instemming voorgelegd aan de plaatselijke PMR. Het taakbeleid wordt vastgesteld voor de periode van een schooljaar.
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
3
2. STICHTINGSNIVEAU Op stichtingsniveau zijn die taken omschreven die geldend zijn voor alle OP medewerkers van de Passie. 2.1
Lesdefinitie
Een vakles is een ingeroosterd moment waarop aan een groep leerlingen kennis wordt overgedragen, begeleiding of ondersteuning in dienst van het onderwijskundig proces wordt gegeven, dan wel de prestaties van een of meer leerlingen aan een onderzoek worden onderworpen. Wanneer er gesproken wordt over een lesgevende taak, gaat het om de vaklessen exclusief voor- en nawerk. Schooljaar De normjaartaak van een docent bedraagt 1659 klokuren in een schooljaar. Lesweken Een schooljaar telt 38 lesweken voor de docent die lesgeeft aan niet-examenklassen 30 lesweken voor de docent die lesgeeft aan examenklassen1. Lesuren In een lesweek worden maximaal 27 vaklessen gegeven van 45 minuten of een equivalent bij andere lestijden2. Een fulltime docent, die binnen het geldende taakbeleid met het maximum aan lesgevende taken is belast, kan aanspraak maken op een lesroostervrij dagdeel per week. Inzet van het trekkingsrecht op lestaken tast deze aanspraak niet aan. De startende docent heeft recht op een reductie van zijn lesgevende taak met 20% gedurende het eerste jaar van de aanstelling. Maximaal 21,6 lessen bij fulltime dienstverband, zie paragraaf 2.7. Een docent die gedurende 38 weken, 27 vaklessen verzorgt, komt (vooropgesteld dat alle lessen doorgaan) uit op 770 uur. Onderwijsconcept Amsterdam De Passie Amsterdam wijkt op een aantal punten af van het stichtingsbeleid in verband met hun vernieuwde onderwijsconcept, wat in 2011 is gestart en in 2012 wordt gecontinueerd. Over de uitvoer hiervan en wijzigingen is nauw contact met de lokale MR. De wijzigingen ten opzichte van het stichtingsbrede taakbeleid worden ingevoerd in het lokale taakbeleid van Amsterdam. Waar Amsterdam afwijkt van het stichtingsbrede taakbeleid wordt dit specifiek aangegeven.
1
30/38 lesweken wordt als uitgangspunt genomen en is het gemiddelde van de lesweken over de jaren. In dit taakbeleid wordt uitgegaan van 27 vaklessen van 45 minuten. Bij andere lestijden wordt de berekening aangepast. 2
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
4
2.2
Opslagfactor
De opslagfactor is een verdeelsleutel voor de verschillende taken die direct te maken hebben met het verzorgen van het onderwijs, namelijk: • Lesvoorbereiding • Correctie/nazorg • Contacten met ouders • Berekening/verwerking cijfers • Voorbereiding rapportenvergaderingen/leerlingbesprekingen • Incidentele hulp (vakinhoudelijk/pedagogisch) • Werk voor vakwerkplan (vaststellen leerdoelen, lesplan aanpassen, onderwijsprogramma verwerken in lesprogramma, methodekeuze, etc.) • Leer- en hulpmiddelen • Vergaderingen die direct te maken hebben met het verzorgen van en de voorbereidingen op het onderwijs • Organisatiedagen, als bedoeld in de Wet Onderwijstijd VO, waarop de hierboven genoemde werkzaamheden plaatsvinden De opslagfactor is vastgesteld op 0,6. Dat betekent dat per 45 minuten les er een opslag plaatsvindt van 27 minuten. Startende docent De beginnende docent ontvangt het eerste onderwijsjaar meer tijd in voor- en nawerk door middel van reductie lesgevende taken. Deze regeling is uitgewerkt in paragraaf 2.7 Startende docent.
2.3 Vergadertijd en open dag Tijd voor vergaderingen (niet vallen onder paragraaf 2.2) en open dagen wordt op stichtingsniveau vastgesteld. De vergadertijd is op nul klokuren gesteld. Vergaderingen worden in overleg met de lokale PMR zoveel mogelijk beperkt. Voor de open dag worden 5 klokuren per medewerker op jaarbasis gefaciliteerd. Met deze klokuren zijn de open dagen niet meer facultatief en wordt iedere medewerker geacht om aanwezig te zijn.
2.3
Mentoraat
In algemene zin vallen de volgende taken onder het mentoraat: • individuele begeleiding van leerlingen • voeren van mentorgesprekken met leerling • geven van studieles aan de mentorklas • het voeren van gesprekken met ouders op ouderavonden • administreren van gesprekken en afspraken Op schoolniveau worden waar nodig extra afspraken over het mentoraat vastgelegd, afgestemd op de inhoud van het zorgplan, goedgekeurd door de lokale MR. Urentoedeling Mentoren krijgen 2 uur per leerling en een vaste voet van 30 uur voor de overige activiteiten. Op schoolniveau kan hiervan worden afgeweken.
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
5
2.4
Taakdifferentiatie
Het doel van taakdifferentiatie is; 1. Tegemoet komen aan situaties waarin medewerkers aan een bepaalde taak structureel meer tijd kwijt zijn dan op basis van de standaardwaardering zou moeten. 2. Kunnen leveren van maatwerk waardoor de draaglast beter wordt verdeeld. 3. Voorkomen van extra administratieve last bij het berekenen van de extra toe te rekenen uren. Uitgangspunt: 1. De sectormanager krijgt een budget in uren ter beschikking om binnen zijn sector te verdelen. In overleg met de docent (dat standaard in het taakkaartoverleg plaatsvindt) worden uren toegekend. Achteraf legt de sectormanager verantwoording af van de gemaakte keuzes aan de vestigingsleiding, met een rapportage aan de personeelsgeleding van de lokale MR. 2. Het budget is afhankelijk van het aantal leerlingen in de vestiging/sector. Hierbij gaan we er vanuit dat leerlingen met een rugzak als gewone leerlingen meetellen, omdat voor hun begeleiding vanuit een andere financiering wordt betaald. 3. Per leerling is op jaarbasis 0,5 klokuur beschikbaar voor differentiatie. Criteria op grond waarvan extra uren kunnen worden toegekend: Criteria Vakken zoals Nederlands en geschiedenis in de bovenbouw Grote klassen Veel verschillende klassen Niet-parallelklassen
Nieuwe klas/vak-combinaties Combinatiegroepen
Zware mentortaak
Argumentatie Gewoonlijk grote lesgroepen waarvoor de docent een veel grotere hoeveelheid leerlingenwerk moet beoordelen dan gemiddeld. Lesgroepen met meer dan 25 leerlingen. Docenten van bijvoorbeeld één-uursvakken moeten veel verschillende lesgroepen leren kennen en begeleiden. Lesgroepen met verschillende programma’s waarvoor de docent niet op een zelfde voorbereiding kan teruggrijpen. Lesgroepen waarvoor de docent niet kan teruggrijpen op voorbereiding in het vorige schooljaar. Lesgroepen waarin tegelijkertijd twee of meer verschillende klas/vak-programma’s worden aangeboden. Bewerkelijke mentorgroepen met veel leerlingen die extra begeleiding vragen
Er wordt geen puntenschaal en vastgestelde compensatietijd meer toegevoegd, om de sectormanager de mogelijkheid te geven om maatwerk te leveren in de compensatie voor docenten met een meer dan gemiddelde taakbelasting. Een belangrijk gegeven is dat de taakbelasting altijd moet worden gezien in relatie tot de werktijdfactor. De bandbreedte voor het aantal toe te kennen uren per collega is 0-60 uur. 2.5
Dagopeningen/mentorkwartieren
Dagelijks voorbereiden en houden van de dagopening. Urentoedeling Docenten die dagopeningen doen, krijgen hiervoor per dagopening 20 minuten, dit is inclusief voorbereidingstijd.
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
6
2.6
Examenwerkzaamheden
Onder examenwerkzaamheden wordt verstaan: het afnemen van examens, het nakijken van examens of 1e/ 2e correctie van examens en het registreren en interpreteren van de resultaten (surveillancetaak is uitgewerkt op schoolniveau). Urentoedeling Bij de urentoedeling is er een koppeling aan de regeling Lesweken in par. 2.1. In een examenklas worden 8 weken minder lessen ingeroosterd en uitgegaan van 30 lesweken. De tijd die daarmee gemoeid is (aantal Lessen (inclusief v/n werk x 8 lesweken) wordt toegekend als tijd voor examenwerk. Collega’s die wel examenklassen hebben maar geen CE examen afnemen, komen voor deze uren niet in aanmerking. Dat wordt op de taakkaart gecorrigeerd. 2.7
Professionalisering
Geldend beleid deskundigheidsbevordering Onder deskundigheidsbevordering wordt het volgende verstaan: (verplichte) scholingsactiviteiten waarmee vakinhoudelijke, didactische en pedagogische competenties worden versterkt die nodig zijn voor het uitvoeren van de functie als docent bij de Passie. Onder scholing vallen o.a. de volgende activiteiten: 1e of 2e graads opleiding tot docent, externe trainingen/cursussen, bezoek congressen, etc. Nieuw beleid professionalisering De huidige omschrijving van de deskundigheidsbevordering blijft van kracht (zie pagina 6). In deze paragraaf is een aanvulling met betrekking tot de inzet van de uren. De Passie vindt een professionele cultuur, met professionele werknemers van groot belang. Daarom wordt de term deskundigheidsbevordering te vervangen door de term professionalisering. Voor de Passie is het uitgangspunt dat een docent niet alleen bekwaam is, maar dit ook deelt met collega’s. Daarnaast vindt de Passie het belangrijk dat door de professionalisering de ingezette ontwikkelingen op stichtings- en schoolniveau worden doorgezet en geïmplementeerd. Voor professionalisering zet de Passie 75 klokuren in. Voor parttimers geldt dat de omvang naar rato wordt vastgesteld. Bij een benoeming boven werktijdfactor 1 geldt maximaal 75 klokuren. 30 klokuren voor de professionalisering ligt in eerste instantie bij de medewerker. De invulling van het begrip professionalisering willen wij graag samen met het personeel realiseren. In dat verband wordt een werkgroep bestaande uit leden van de directie, GMR en andere personeelsleden gevraagd invulling aan dit begrip geven. In het kader van professionalisering wordt gedacht aan: o het onderhouden en verbeteren van eigen competenties via de gesprekkencyclus; o het delen van de eigen competenties en deskundigheid met collega’s; o het deelnemen aan door de school georganiseerde studiedagen; o het deelnemen aan activiteiten buiten de school om de eigen competenties te versterken Het vaststellen van de persoonlijke professionaliseringsdoelen zal in overleg met de leidinggevende plaatsvinden en heeft een relatie met de stichtings- en schooldoelen. Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
7
Voor scholingsmomenten die binnen de lestijd vallen (denk aan de professionaliseringsmiddagen, identiteitsdag, studiemiddagen), wordt geen extra tijd toegekend, omdat hiervoor de contacturen wegvallen. Er wordt van werknemers verwacht dat zij aanwezig zijn bij verplichte scholing, dus ook als je deeltijder bent. Realiteit is dat werk voor een andere school of combi werkprivé het soms echt niet mogelijk maakt om aanwezig te zijn bij een scholing. Werknemer dient zich tijdig voorafgaand aan de scholing met een geldige reden af te melden bij leidinggevende. 2.8
Startende docent
Onder een startende docent wordt verstaan de docent met een eerste reguliere aanstelling (exclusief LIO- of vervangingsaanstelling) in een leraarsfunctie ongeacht de omvang van de betrekking. Urentoedeling De startende docent heeft recht op een reductie van zijn lesgevende taak: 1e jaar 20% reductie lesgevende taak (Cao-VO 2011-2012, Artikel 7.3) Deze tijd stelt docenten in de gelegenheid om meer tijd te besteden aan voor- en nawerk en tevens aan activiteiten die vallen onder het begeleidingsplan startende docenten zoals scholing en intervisiebijeenkomsten. 2.9
Medezeggenschap
Werknemers die lid zijn van de PMR of GMR ontvangen een vast aantal klokuren van de jaartaak waarmee zij in de gelegenheid worden gesteld onderling beraad te voeren en overleg te hebben met andere personen over aangelegenheden waarbij zij in de uitoefening van hun taak zijn betrokken, alsmede voor kennisneming van de arbeidsomstandigheden in de organisatie. Onder dit vaste deel van de jaartaak vallen ook de scholing en vorming die zij in verband met de vervulling van hun taak nodig achten. Conform Cao-VO 2011-2012 kennen we de volgende uren toe aan MR- en GMR-leden: PMR-lid of PGMR-lid 100 PMR-lid èn voorzitter PMR 250 PMR-lid èn lid GMR 160 PMR-lid èn lid GMR èn voorzitter GMR 310 P(G)MR-lid en vicevoorzitter of secretaris extra 50 GMR-lid tevens voorzitter 250 Voor de vicevoorzitter en voor de secretaris extra 50 De tijd die nodig is voor de overlegvergaderingen met de werkgever komt nog bovenop de boven genoemde uren. Verder ontvangen (G)MR-leden desgewenst de gelegenheid om maximaal 5 dagen per jaar te besteden aan scholing en vorming. We willen de Cao-VO blijven volgen. Uiteraard heeft elke medewerker de mogelijkheid om in het overleg over de taakkaart aan te geven dat hij/zij met minder uren genoegen wil nemen omdat hij/zij daadwerkelijk minder tijd kwijt is aan deze taak. 2.10
Bedrijfshulpverlening (BHV)
Werknemers die actief zijn in de schoolhulpverlening/BHV krijgen jaarlijks 10 uur ten behoeve van scholing en oefening.
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
8
2.11
Trekkingsrecht
Conform Cao-VO ontvangt elke docent in het kader van Trekkingsrecht 24 uur naar rato van de WTF3, waarmee de docent naar eigen inzicht zijn werkdruk kan verlagen door invulling te geven aan deze klokuren. De docent kan jaarlijks voor 15 maart aangeven of hij/zij gebruik maakt van dit trekkingsrecht of dat hij/zij de klokuren omzet in een financiële vergoeding. Wanneer de docent kiest voor de financiële vergoeding dan blijft in dat geval op de persoonlijke jaartaakkaart 24 uur naar rato over, in te zetten door de leidinggevende.
3
Dit trekkingsrecht doet recht aan de regeling ‘Trekkingsrecht werkdruk’ opgenomen in de Cao-VO 2011-2012 artikel 7.2. Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
9
3
Persoonlijke takenkaart
Verantwoording afleggen over beschreven activiteiten (niet alleen in tijd): Om het taakbeleid te kunnen evalueren kan van de werknemers een tijdsverantwoording gevraagd. Elke collega krijgt aan het begin van het schooljaar een uitgewerkte persoonlijke takenkaart. Input voor deze kaart wordt gevormd door de werktijdfactor waarvoor iemand is aangesteld en de hierboven vastgestelde gegevens. Bij de berekening wordt uitgegaan van een heel schooljaar, lopend van 1 augustus t/m 31 juli. In een schoolseizoen zijn 12 weken (60 vakantiedagen) opgenomen, daarnaast zijn er 40 werkweken ingedeeld. De 40 werkweken bestaan uit 30 lesweken voor een docent die lesgeeft aan examenklassen en 38 lesweken voor de overige docenten. Bij een tekort aantal uren (groter dan 20) op jaarbasis zal de leidinggeven in overleg met de collega komen tot een juiste, bij organisatie en persoon passende invulling. Bij overschrijding met meer dan 20 uur wordt in overleg met de leidinggevende naar een oplossing gezocht, waarbij de lesurentoedeling zo mogelijk onaangetast blijft.
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
10
4
Taakbeleid Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP)
Onder onderwijs ondersteunend personeel vallen de volgende functies: OOP • • •
Bestuursniveau Controller Strategisch beleidsadviseur Bestuurssecretaresse
OOP Bedrijfsprocessen • Financieel specialist • Personeelsfunctionaris • Roostermaker • Systeem- en netwerkbeheerder • Applicatiebeheerder • Medewerker PSA • Administratief medewerker • Conciërge • Secretariaat • Medewerker receptie OOP Zorg en Onderwijs • Leerlingbegeleider • Mediathecaris • TOA • Assistent mediathecaris • Verzuimcoördinator * Onderwijsassistenten vormen een uitzondering. Voor hen kan de normjaartaak gelden zoals bij onderwijsgevend personeel, óf die van het OOP. Eén en ander is afhankelijk van de taakomschrijving. Wanneer een onderwijsassistent lesgevende taken heeft en dus ook lesgebonden taken zoals registratie, correctie, ouderavonden etc. verricht, lijkt behandeling als OP logisch. Bij meer ondersteunende taken lijkt behandeling als OOP helderder. In onderling overleg met leidinggevende wordt hierover een beslissing genomen. 4.1
Normjaartaak
Voor het OOP gelden de volgende uitgangspunten: - de normjaartaak heeft een omvang van 1659 uur; - een schooljaar bestaat uit 41,5 werkweken; - een werkweek bestaat uit 40 uur; - een werkweek bestaat uit 5 werkdagen van maandag t/m vrijdag. In overleg met leidinggevende kan in uitzonderlijke gevallen van deze uitgangspunten worden afgeweken. Om een goed overzicht te hebben over de wijze waarop normjaartaak wordt ingevuld is het van belang dat de werknemer en leidinggevende beschikken over: -
een duidelijk zichtbaar werkrooster; een jaaragenda waarin vermeld staat wanneer vergaderingen, ouderavonden, scholingsbijeenkomsten, evenementen en vakanties plaatsvinden; een inzichtelijk taakbeleid.
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
11
Op basis van bovenstaande gegevens kan aan het begin van het schooljaar het aantal extra werkdagen (bijvoorbeeld de open dag of de ouderavonden) voor het OOP reeds ingeroosterd worden (dit betreft de extra werkdagen die binnen de normjaartaak vallen, anders geldt de regeling zoals beschreven onder paragraaf 4.3). 4.2
Arbeids- en rusttijden
De uitwerking van de arbeids- en rusttijden wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemer vastgesteld en bindend verklaard. 4.3
Overschrijding van de normjaartaak
Wanneer een werknemer zijn normjaartaak overschrijdt worden deze uren ‘tijd voor tijd’ opgenomen, altijd in overleg met de leidinggevende. Wanneer het niet mogelijk is uren ‘tijd voor tijd’ op te nemen worden de te veel gewerkte uren (aantoonbaar opgenomen in een urenregistratie) standaard aan het eind van het schooljaar uitbetaald. Medio juni worden de uren doorgegeven en besproken met de leidinggevende. De leidinggevende draagt er zorg voor dat de uren worden uitbetaald met het salaris van de maand juli. De urenregistratie wordt per schooljaar verwerkt. Overwerk Onder overwerk wordt verstaan: opgedragen door de leidinggevende/werkgever. Het gaat dan om uren die aansluitend aan de wekelijkse arbeidsduur vallen en langer duren dan een half uur. Compensatieregeling van overwerk is opgenomen in de Cao-VO 2011-2012 artikel 6.3. In de tabel is de compensatieregeling opgenomen. Tabel 1. Compensatieregeling overwerk conform Cao-VO 2011-2012
4.4
Vakantieverlof
De regeling omtrent het vakantieverlof voor de functiecategorie onderwijsondersteunend personeel is opgenomen in de Cao-VO. Een OOP’r heeft op basis van een normbetrekking 426 uur vakantieverlof per jaar. Anders dan de regeling voor de functiecategorieën directie en leraren is het vakantieverlof inclusief de algemeen erkende feestdagen, deze feestdagen zijn opgenomen in bijlagen van de Cao-VO. Naast de 426 uur vakantieverlof bestaat er recht op extra verlof vanaf 55 jaar. De compensatieregeling bij aangewezen vakantieverlof bedraagt 24 klokuren.
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
12
Uitgangspunt is dat het OOP vakantieverlof opneemt tijdens de schoolvakanties (let op: afhankelijk van het aantal te werken weken). 4.5
Werkoverleg
Minimaal 1 keer in de maand vindt er werkoverleg plaats met leidinggevende. In onderling overleg kan hiervan worden afgeweken, in dit geval komt de leidinggevende met een passend alternatief. 4.6
Professionalisering
Onder professionalisering wordt het volgende verstaan: activiteiten waarmee vakinhoudelijke en persoonlijke competenties worden versterkt die nodig zijn voor het uitvoeren van de functie als OOP’er bij de Passie. Onder professionalsering vallen o.a. de volgende activiteiten: trainingen (in- en extern), cursussen, opleidingen, netwerkbijeenkomsten, etc. Urentoedeling Over de tijd die nodig is voor professionalisering maakt de medewerker een passende afspraak met zijn directe leidinggevende. De tijd moet gerelateerd zijn aan het Persoonlijk Ontwikkelingsplan van de werknemer. Over de besteding van de toegekende uren wordt in het functioneringsgesprek door de medewerker verantwoording afgelegd. Wanneer een parttimer een professionaliseringsmiddag bezoekt op één van de dagen dat hij/zij normaalgesproken vrij is, kunnen er wel uren voor professionalisering worden opgenomen in de jaartaak van de werknemer. 4.7
Registratie uren
De werknemer registreert, gedurende het gehele schooljaar, de gewerkte uren met behulp van een door de werkgever aangereikt urenregistratiesysteem. Daarmee hebben zowel werknemer als leidinggevende zicht op de wijze waarop de werknemer wordt ingezet, het aantal te veel gewerkte uren (op initiatief van werknemer) en overuren (in opdracht van werkgever) en of de werknemer op jaarbasis te veel of te weinig uren maakt. Van belang is dat deze registratie over een langere periode plaatsvindt om ook eventuele “piekbelasting” mee te nemen en de registratie na afloop van die (vooraf afgesproken) periode te evalueren met leidinggevende. 4.8
Medezeggenschap (MR)
Werknemers die lid zijn van de PMR of GMR ontvangen een vast aantal klokuren van de jaartaak waarmee zij in de gelegenheid worden gesteld onderling beraad te voeren en overleg te hebben met andere personen over aangelegenheden waarbij zij in de uitoefening van hun taak zijn betrokken, alsmede voor kennisneming van de arbeidsomstandigheden in de organisatie. Onder dit vaste deel van de jaartaak vallen ook de scholing en vorming die zij in verband met de vervulling van hun taak nodig achten. Conform Cao-VO 2011-2012 kennen we de volgende uren toe aan MR- en GMR-leden: PMR-lid of PGMR-lid 100 PMR-lid èn voorzitter PMR 250 PMR-lid èn lid GMR 160 PMR-lid èn lid GMR èn voorzitter GMR 310 P(G)MR-lid en vicevoorzitter of secretaris extra 50 GMR-lid tevens voorzitter 250 Voor de vicevoorzitter en voor de secretaris extra 50 Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
13
De tijd die nodig is voor de overlegvergaderingen met de werkgever komt nog bovenop de boven genoemde uren. Verder ontvangen (G)MR-leden desgewenst de gelegenheid om maximaal 5 dagen per jaar te besteden aan scholing en vorming. We willen de Cao-VO blijven volgen. Uiteraard heeft elke medewerker de mogelijkheid om in het overleg over de taakkaart aan te geven dat hij/zij met minder uren genoegen wil nemen omdat hij/zij daadwerkelijk minder tijd kwijt is aan deze taak.
Taakbeleid 2013-2014 Stichting EBVO de Passie; juni 2013
14