Kaderstellend taakbeleid O2A5 2015-2016 Datum:
09-04-2015
Auteur:
Geke Lexmond, Leeuwendaal Onderwijs b.v.
i.s.m. werkgroep CAO-PO en klankbordgroep CAO-PO
Status:
t.b.v. bestuur, GMR, directeurenoverleg en Raad van Toezicht
Notitie bestemd voor
Directie / Bestuur / GMR / Raad van Toezicht
Route: Bespreking in staf, eerste concept (toezending; 26 maart 2015) Bespreking in staf, definitief concept (toezending: 9 april 2015)
30 maart 2015
Voorlopige vaststelling in bestuur (toezending 23 april 2015 gelijk met versie GMR)
28 mei 2015
Informatiebijeenkomst PGMR
9 april 2015
Instemming in GMR (toezending 23 april 2015)
3 juni 2015
Advies in directeurenoverleg (toezending 23 april 2015 gelijk met versie GMR)
21 mei 2015
Bespreking in Raad van Toezicht (toesturen 23 april 2015 gelijk met versie GMR)
11 juni 2015
Definitieve vaststelling in bestuur, gehoord hebbende Directieoverleg en GMR (toesturen 17 juni 2015)
25 juni 2015
Informatiebijeenkomsten personeel
9 april 2015 en 14 april 2015
Studiebijeenkomst alle personeelsleden
10 juni 2015 (voorstellen aan directie)
13 april 2015
Publicatie Kenmerk:
Definitief concept
Versie:
Inhoudsopgave Tekstueel concept
09-04-2015
Kaderstellend taakbeleid O2A5
Definitieve versie 9 april 2015
2 van 21
Inhoudsopgave 1
Inleiding 1.1 Wijzigingen cao po-2014-2015
4 4
2
Arbeidsduur en werktijden 2.1 Werktijdfactor nieuwe medewerkers
6 6
2.2
Werktijdfactor zittend personeel
6
2.3
Schoolweken leerlingen en werkweken medewerkers
6
2.4
Basis- of overlegmodel model
6
2.4.1 2.4.2 2.4.3
6 7 7
Basismodel (tekst cao primair onderwijs) Overlegmodel (tekst cao primair onderwijs) Basis- of overlegmodel bij O2A5
3
Werktijdenregeling
8
4
Taakbeleid 4.1 Taakbelasting
9 9
5
4.2
Taakomvang
10
4.3
4.2.1 Taakomvangbeleid OP Taakverdeling
10 10
4.4
Taaknormering
10
4.5
Duurzame inzetbaarheid
12
4.6
Professionalisering
13
4.7
4.6.1 Leraren- en schoolleidersregister Compensatie
13 14
4.8
Taakformulier en 40-urige werkweek
14
Bijlagen 5.1 Voorbeelden omrekenen werktijdfactor
15 15
5.2
Voorbeelden weekrooster
16
5.3
Voorbeelden jaarrooster
17
5.4
Afkortingenlijst
18
5.5
Begripsbepaling
18
5.6
Lerarenregister
18
5.7
Cao primair onderwijs 2014-2015 artikelen werkverdeling
19
3 van 21
1
Inleiding Begin juli 2014 hebben de PO-raad en de vakbonden een onderhandelaarsakkoord afgesloten met o.a. afspraken over werkdrukverlaging en levensfasebewust personeelsbeleid. O2A5 legt in kaderstellend taakbeleid de hoofdlijnen vast voor de werkverdeling, werktijden en aanstellingsomvang, de duurzame inzetbaarheid en de professionalisering. Dit kaderstellend taakbeleid treedt op 1 augustus 2015 op alle scholen in werking. Bovenschools taakbeleid geeft duidelijkheid aan alle medewerkers die bij O2A5 in dienst zijn over wat er van hen verwacht wordt als ze bij één van onze scholen werken. De zaken, die we hieronder schetsen zijn bindend voor alle scholen. Binnen deze kaders blijft er ruimte voor scholen om hun schoolspecifieke taakbeleid voldoende aan te passen aan de eigen omstandigheden, zonder het gezamenlijk kader tekort te doen. Alles tot in detail regelen zou betekenen dat elke school een volledig gelijkvormig taakbeleid zou moeten invoeren, wat niet de bedoeling is. Kort samengevat beogen we met de kaders voor het taakbeleid: een duidelijke en eenduidige bepaling van de werktijd en de 40-urige werkweek; een uitwerking van de cao po 2014-2015 hoofdstuk 2A: arbeidsduur en formatiebeleid; een uitwerking van de cao po 2014-2015 hoofdstuk 8A: duurzame inzetbaarheid; een uitwerking van de cao po 2014-2015 hoofdstuk 9: professionalisering; een uniforme basis te hebben voor het taakbeleid op schoolniveau. Daarbinnen zijn er voldoende mogelijkheden om maatwerk per school en maatwerk per teamlid toe te passen. Eén en ander ter besluitvorming van de schooldirecteur in overleg met het team en de MR van de school; meer de werkzaamheden op school zelf te laten plaatsvinden (plaats- en tijdgebonden werken). Hiermee wordt gemakkelijker een situatie gecreëerd waarbij collegiale uitwisseling en ondersteuning mogelijk is. Tevens wordt de bereikbaarheid vergroot ook voor externe contacten, zoals met ouders. 1.1
Wijzigingen cao po-2014-2015
De formele arbeidsduur van de werknemer die is aangesteld in een volledige betrekking bedraagt 40 uur per week. De maximale werktijd per jaar is 1659 uur. De werknemer met een 40-urige werkweek heeft een werktijdfactor 1. Tot 1 augustus 1998 werd de benoeming uitgedrukt in uren per week. De week was verdeeld in 4 x 8,5 uur en 1 x 6 uur (woensdag). Die systematiek is bij de invoering van de werktijdfactor losgelaten. De medewerker kreeg een jaartaak en de uren moesten zo evenwichtig mogelijk verdeeld worden over het schooljaar. Het doel van de invoering van de normjaartaak was om een flexibeler inzet van het personeel mogelijk te maken Er zijn nu eenmaal drukke weken (sinterklaas, kerst) en minder drukke weken in een schooljaar. De extra uren die in een drukke week gemaakt werden, zouden dan in een minder drukke week gecompenseerd kunnen worden. Dat compenseren in de minder drukke weken lukt echter niet of nauwelijks. Daarom hebben de cao-partners afgesproken af te stappen van de jaartaak en de 40-urige werkweek weer in te voeren. De maximale jaartaak blijft 1659 uur. Het vakantieverlof wordt in de cao po 2014-2015 voor iedereen uitgedrukt in uren per jaar, 428 uur bij een volledig dienstverband. De feestdagen vallen in deze 428 uur. Voor het onderwijzend personeel is dit trouwens al jaren in de cao vastgelegd. Een personeelslid heeft inclusief de feestdagen recht op 428 / 40 = 10,7 weken vakantie per jaar en werkt dus 52,1 – 10,7 = 41,4
4 van 21
weken. In de praktijk werken de leerkrachten nu al ruim 40 weken. Naast de studiedagen zijn ook enkele dagen in de laatste week van de zomervakantie werkdagen. Voor de invulling van de weektaak kan de school kiezen tussen het basismodel en het overlegmodel. Het basismodel gaat uit van een maximale lessentaak van 930 klokuren op jaarbasis, in het overlegmodel is de maximale lessentaak losgelaten. In hoofdstuk 4 gaan we in op de keuze die O2A5 heeft gemaakt. Ook zijn er nieuwe afspraken gemaakt over professionalisering. De bepalingen rondom de 10% deskundigheidsbevordering zijn vervallen. Medewerkers krijgen (met uitzondering van schoolleiders) 2 uren per werkweek (deeltijd naar rato) voor hun professionele ontwikkeling. Deze uren hoeven niet per week te worden besteed, maar mogen ook geclusterd worden. De werkgever stelt op schoolniveau (brinnummer) gemiddeld € 500,- per fte beschikbaar die de werknemer in staat stelt invulling te geven aan zijn professionalisering. Het is niet zo dat elke werknemer aanspraak kan maken op een budget van € 500,- , het gaat om een gemiddelde. Tot slot is invulling gegeven aan levensfasebewust personeelsbeleid ofwel duurzame inzetbaarheid. Dit was al een voornemen in 2009. O2A5 is blij met het individuele basisbudget voor alle medewerkers en hoopt dan ook dat iedereen dit budget gaat inzetten ten behoeve van die duurzame inzetbaarheid. Samengevat Met ingang van 1 augustus 2015 gelden voor alle medewerkers van O2A5 de volgende caoafspraken - een 40-urige werkweek - een rooster met 41,4 werkweken - 428 uren vakantieverlof (dit is inclusief het verlof op de feestdagen) - 40 uur individueel budget duurzame inzetbaarheid - gemiddeld 2 uur per week individualisering professionalisering (uren mogen geclusterd worden) Voor parttimers gelden deze bepalingen naar rato van de betrekkingsomvang. Hun werkzaamheden worden ook over 41,4 weken verspreid.
5 van 21
2
Arbeidsduur en werktijden 2.1
Werktijdfactor nieuwe medewerkers
De betrekkingsomvang van medewerkers die vanaf 1 augustus 2015 bij de stichting in dienst treden, of die vanaf 1 augustus een andere betrekkingsomvang willen, bedraagt 0,2 per dag. Bij een vacature voor drie dagen geldt een werktijdfactor van 0,6 en bij een vacature voor een hele week een wtf van 1. Voor incidentele vervangingen van één dag of minder geldt een minimale betrekkingsomvang van 5 uur, uitgedrukt in werktijdfactor 0,125. 2.2
Werktijdfactor zittend personeel
De werktijdfactor van het zittend personeel wordt per 1 augustus 2015 omgezet in uren per week volgens de formule wtf x 40 uur. Ter illustratie: wtf 0,8536 (ma t/m do, jaartaak: 1416 uur) 0,8536 x 40 uur = 34,14 uur 14 x 60 minuten = 8 minuten Vanaf 1 augustus 2015 heeft de medewerker met een werktijdfactor van 0,8536 een werkweek van 34 uur en 8 minuten gedurende 41,4 weken per jaar. In hoofdstuk 5, Bijlagen, zijn voorbeelden uitgewerkt. 2.3
Schoolweken leerlingen en werkweken medewerkers
Het leerlingenrooster is niet gelijk aan het werkrooster van de medewerkers. De leerlingen gaan effectief tussen de 37 en 39,2 weken naar school. De wijziging van de Wet schooltijden maakt het mogelijk dat scholen kiezen voor gelijke lestijden voor alle leerlingen met roosters van 940 uur per jaar. Maar er zijn ook nog scholen met een rooster van 1000 uur bovenbouw en 880 uur onderbouw. Het aantal lesgevende uren per week varieert tussen de 24 en 26 uur. Bij een lesrooster van 940 uur en 25 lesgevende uren per week (continurooster) is het aantal schoolweken: 940 / 25 = 37,60. Op een school met nog 1000 lesuren in de bovenbouw en 26 lesuren per week is het aantal effectieve schoolweken 1000 / 26 = 38,5. Door de invoering van de 40-urige werkweek zijn er voor de medewerkers tussen de 2,5 en 4 lesvrije werkweken beschikbaar. 2.4
Basis- of overlegmodel model
De nieuwe cao geeft scholen ruimte invulling te geven aan het taakbeleid en de invulling van de lessentaak. Er zijn twee modellen in de cao opgenomen. 2.4.1
Basismodel (tekst cao primair onderwijs)
In het basismodel blijft de maximale lessentaak van 930 uur gehandhaafd. De 10% deskundigheidsbevordering komt te vervallen. Hiervoor in de plaats krijgen de medewerkers het recht om gemiddeld 2 uur per week te besteden aan individuele professionalisering. De directeur en het team maken afspraken over de overige werkzaamheden die op de school uitgevoerd moeten worden. De school die voor het basismodel kiest, heeft geen opslagpercentage voor de lessentaak. Alle voorkomende werkzaamheden moeten uitgevoerd worden in 41,4 weken.
6 van 21
Er is geen compensatieverlof meer. Een leerkracht die meer dan 930 lesuren is ingeroosterd, heeft het recht op enig moment minder lesuren te geven dan het rooster aangeeft. Hij werkt wel tijdens die lesvrije uren aan zijn overige taken op school, anders komt hij niet aan de 40 uur per week. 2.4.2
Overlegmodel (tekst cao primair onderwijs)
In het overlegmodel is geen sprake meer van de maximale lessentaak. In plaats daarvan geldt de opslagfactor. De opslagfactor ligt volgens de cao tussen de 35% en 45%. Dit percentage wordt berekend over de lessentaak. O2A5 kiest voor een opslagpercentage van 35. Welke taken onder de opslagfactor vallen, is beschreven in hoofdstuk 4. Het gaat om lesgebonden taken. Voorbeeld: De opslagfactor is 35%. De leerkracht heeft een volledige aanstelling, dus een werkweek van 40 uur. De leerkracht verzorgt 26 lesuren per week. 35% van 26 is 9 uur. Er blijven nog 5 uur over voor andere taken en professionalisering. N.B. De uren die onder de opslagfactor vallen, zijn ook gemiddelden. In de ene week zullen er meer lesgebonden taken zijn dan in een andere week. De 10% deskundigheidsbevordering komt te vervallen. Hiervoor in de plaats krijgen de medewerkers het recht om 2 uur per week te besteden aan professionalisering. De directeur en het team maken afspraken over de overige werkzaamheden die op de school uitgevoerd moeten worden. Er is geen sprake van compensatieverlof en alle medewerkers hebben een rooster van 41,4 weken waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden. Indien de school kiest voor het overlegmodel, dan moet de helft +1 van alle personeelsleden ermee akkoord gaan. 2.4.3
Basis- of overlegmodel bij O2A5
O2A5 kiest voor het overlegmodel omdat dit het meest overeenkomt met het beleid zoals dat nu op de scholen wordt uitgevoerd. Onze scholen maken nu ook al gebruik van de opslagfactor. Dit is het nl. percentage voor de lesgebonden taken. Wij hanteren hiervoor 35%. In hoofdstuk 4 gaan we in op de taken die onder de opslagfactor vallen. Van compensatieverlof is door de invoering van de 40-urige werkweek in beide modellen geen sprake meer. Het voordeel van het overlegmodel is dat de inzet van uren voor de zomervakantie in overleg tussen werknemer en directeur wordt vastgesteld. Het model biedt maximale flexibiliteit. Kiest de school toch voor het basismodel, dan geldt voor het voor- en nawerk (de lesgebonden taken) een percentage van 35. Door als O2A5 te kiezen voor het overlegmodel geeft O2A5 de scholen maximale ruimte om invulling te geven aan het taakbeleid. Elke school bepaalt hoe aan het overlegmodel vormgegeven kan worden. Dat kan betekenen dat de school kiest voor het basismodel, al dan niet met enkele aanpassingen. In overleg met het team legt de directeur in het jaarplan vast: - de werkzaamheden die binnen de school worden uitgevoerd, -
de verdeling werkzaamheden over de beschikbare uren binnen de formatie.
7 van 21
3
Werktijdenregeling De inzet van medewerkers vindt plaats met als uitgangspunt dat de medewerkers de weektaak grotendeels op school invullen. Dit gebeurt aan de hand van een aanwezigheidsrooster dat elke school zelf opstelt. In de bijlage (hoofdstuk 5) zijn enkele voorbeelden hiervoor opgenomen. Het onderwijsondersteunend personeel zonder les- en of behandeltaken vullen hun werkzaamheden volledig plaats- en tijdgebonden in. Het aanwezigheidsrooster geldt voor alle medewerkers van de betreffende school. Per werknemer legt de school daarnaast in een individueel rooster vast op welke werkdagen en tijdstippen hij/zij aanwezig is. Het gaat hierbij om de vaste vergaderdagen, studiedagen, lesvrije werkdagen en ouderavonden. Medewerkers van O2A5 zijn in overleg met de directeur minimaal een half uur voor aanvang van de lessen tot een uur na afloop van de lessen van de bovenbouwgroepen op school aanwezig. O2A5 adviseert de scholen om in de schoolgids op te nemen dat het team na lestijd op afspraak bereikbaar is voor ouders. Aanwezigheidsrooster OOP zonder lesgebonden taken. OOP-ers zonder lesgebonden taken voeren hun taken op school uit. Met de leidinggevende worden afzonderlijke aanwezigheidsroosters afgesproken. Hetzelfde geldt voor de medewerkers op het bestuursbureau. Met de leidinggevende wordt het aanwezigheidsrooster afgesproken.
8 van 21
4
Taakbeleid De verplichting om taakbeleid te voeren vloeit voort uit de CAO PO. In artikel 2A.7 worden de verplichtingen van de werkgever uitgebreid beschreven. Taakbeleid is de optimale afstemming tussen het takenpakket van de school enerzijds en de capaciteiten en de beschikbare tijd van de werknemers anderzijds. Het doel van taakbeleid kan als volgt kort worden samengevat: Het bereiken van onderwijskundige, strategische en organisatorische doelen. De juiste personen op de juiste plaats inroosteren. Het werk binnen de school evenredig verdelen. De algemene kaders van taakbeleid worden vastgesteld door het bestuur. Het bestuur mandateert de directie en draagt haar op om binnen de in deze regeling aangegeven kaders het taakbeleid op de eigen school tot stand te brengen en te implementeren. Dit taakbeleid geldt voor alle personeelsleden die bij O2A5 zijn aangesteld. Er wordt bij de verdeling van werkzaamheden geen verschil gemaakt tussen vast en tijdelijk personeel. Bij de toedeling van extra taken wordt rekening gehouden met de faciliteiten en verantwoordelijkheden die medewerkers hebben binnen de school (directeur, intern begeleider, e.d.). Taken worden zoveel mogelijk verdeeld in relatie tot de belangstellingssfeer en persoonlijke kwaliteit van betrokkenen. De taakverdeling wordt schriftelijk vastgelegd. De verdeling van taken geschiedt voor een jaar en wordt voor de zomervakantie voorafgaand aan het schooljaar waarin de taakverdeling van toepassing is, opgesteld en aan elk personeelslid uitgereikt. In de volgende paragrafen geven we aandacht aan de verschillende onderdelen van taakbeleid.
4.1
Taakbelasting
Met taakbelasting wordt bedoeld: de zwaarte van de taak en/of taakonderdelen, waarbij zowel de omvang als andere criteria worden betrokken; de taakbeleving van het individu, welke onder andere in het functioneringsgesprek met POP-elementen aan de orde komt. Het taakbelastingbeleid is erop gericht de taakinhoud af te stemmen op de belastbaarheid van de werknemers. Daarnaast is het taakbelastingbeleid erop gericht om de beleefde stressfactoren op te sporen en daar waar mogelijk weg te nemen en dat gebeurt door middel van werkbesprekingen en middels het functioneringsgesprek met POP-elementen. Mogelijke oplossingen voor de beleefde werkdruk: het bevorderen van de bekwaamheid, hiervoor wordt onder andere ingezet competentieontwikkeling, scholing en diverse vormen van begeleiding bijvoorbeeld intervisie; het geven van extra ondersteuning van een bepaalde werknemer bij de uitoefening van zijn taken; tijdens het schooljaar en/of met ingang van het nieuwe schooljaar herverdelen van de werkzaamheden; bevorderen van de mobiliteit; verbeteren van de arbeidsomstandigheden;
9 van 21
creëren van een andere werkomgeving door de onderlinge verstandhouding te verbeteren of een andere werkomgeving elders bij O2A5 te creëren; mediation; uitzien naar of creëren van een andere werkkring buiten de school of de organisatie.
Al deze alternatieven zijn uitgewerkt in de verschillende onderdelen van het personeelsbeleid: het scholingsbeleid, het mobiliteitsbeleid, het aanstellingsbeleid, enz.
4.2
Taakomvang
O2A5 stelt op grond van het strategisch beleidsplan jaarlijks vast welke doelen worden nagestreefd in de kaderbrief. Elke school stelt op grond van de strategische doelen en de school specifieke doelen het schoolplan op. In het jaarplan worden de doelen van het komende schooljaar vastgelegd. De nagestreefde doelen bepalen de aard en omvang van de taken. Elke school stelt zelf de taken vast waarbij onderscheid gemaakt wordt in taken behorend bij de LA-functie en taken behorend bij de LB-functie. 4.2.1
Taakomvangbeleid OP
Bij het vaststellen van het taakomvangbeleid voor het OP wordt onderscheid gemaakt tussen: de lesgevende taak professionalisering opslagfactor/lesgebonden taken overige taken De normering van de lesgebonden taken of de opslagfactor wordt per school uitgedrukt in een percentage van de lessentaak. O2A5 hanteert bij zowel het basismodel als het overlegmodel een percentage van 35. Met andere woorden 35% keer de lessentaak (voor een fulltime dienstverband is dit gemiddeld 26 uur per week) is gelijk aan de lesgebonden taken (voor- en nawerk). In paragraaf 4.4.1. is vermeld wat onder lesgebonden taken of opslagfactor valt. Voor individuele professionalisering is gemiddeld 2 uur per werkweek beschikbaar. Het resterende aantal uren is bestemd voor andere taken. Voor deeltijdaanstellingen geldt alles naar rato. In de bijlage is een weekrooster met een toelichting opgenomen. 4.3
Taakverdeling
Het taakverdelingbeleid is erop gericht de taken evenredig te verdelen over de werknemers, daarbij rekening houdend met de omvang van de aanstelling van de betrokkene. Verder wordt, voor zover de organisatie het toelaat, rekening gehouden met persoonlijke factoren. De directeur informeert de werknemers van de school over de vrijgekomen andere taken. De werknemers worden in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. De directie heeft echter het recht bij meer kandidaten voor dezelfde taak uiteindelijk een keuze te maken op basis van kwaliteiten en taakomvang van de betrokkene. Ook kan de directie, op grond van de competentie van een werknemer, de betreffende werknemer benaderen voor een bepaalde taak. De overige lesgevende en lesgebonden taken worden in overleg tussen de leidinggevende en de betreffende werknemer vastgesteld en vastgelegd. 4.4
Taaknormering
Het takenpakket van een fulltime OP-er bestaat uit lesgevende taken, lesgebonden en overige taken en professionalisering. Op een school met het basismodel heeft de medewerker met een fulltime dienstverband maximaal 930 uur lesgevende taken. Op de school die het overlegmodel
10 van 21
heeft gekozen, geldt een opslagpercentage van 35 op de lesgevende taken. Dit percentage geldt ook voor de scholen met het basismodel. O2A5 legt in het kaderstellend taakbeleid vast wat onder de diverse onderdelen van het takenpakket minimaal wordt verstaan. Lesgevende taken Tot de lesgevende taken behoren: het geven van onderwijs; het geven van vakonderwijs; Lesgebonden taken (basis- en overlegmodel) Lesgebonden taken zijn: het voorbereiden van lessen en werkzaamheden; het maken van een dag-, week-, jaarplanning, roosters en activiteitenplan; overleg met collega’s overleg met individuele leerlingen; overleg met ouders (waaronder rapportbesprekingen); overleg met collega’s over de leerlingen (waaronder leerling-besprekingen); overleg met extern deskundigen over leerlingen, de groep of het eigen functioneren; het maken van (groeps)handelingsplannen; analyseren van toetsen; maken van trendanalyse; het corrigeren van het werk van de leerlingen; het administreren van de vorderingen van de leerlingen en de groep; het maken van rapporten; overleg met intern begeleider/collega’s overdracht aan collega’s; het dagelijks bijhouden van het klassenmap/logboek; voorafgaand aan de les in de klas aanwezig zijn. pleinwacht Voor deze taken geldt een vaste opslag van 35 procent van de lesgevende taak. Vaste overlegmomenten, studiedagen en lesvrije werkdagen De directeur stelt in overleg met het team vóór de zomervakantie voor het nieuwe schooljaar de vergadermomenten, de lesvrije werkdagen en de studiedagen vast waarop iedereen aanwezig is en legt dit vast in het jaarrooster van de school. De directeur legt het totale aantal lesvrije werkdagen (het verschil tussen het leerlingenrooster en 41,4 weken) van de individuele medewerker in zijn of haar jaarrooster vast. Professionalisering Zie paragraaf 4.6 Vervangingsaanstellingen Wanneer sprake is van langdurige vervanging bij ziekte (vanaf 3 weken), vervanging zwangerschaps- en/of ouderschapsverlof, of een andere vorm van langdurig verlof (langer dan 3 weken) dan neemt de vervanger alle taken van de afwezige over.
11 van 21
Overige taken Elke school stelt zelf vast welke overige taken uitgevoerd moeten worden. O2A5 schrijft geen normering voor. De taken worden in onderling overleg verdeeld. Komt het team er in gezamenlijk overleg niet uit, dan deelt de directeur taken toe. Ieder jaar wordt de taakverdeling geëvalueerd. Elke O2A5-school heeft een eigen onderwijsconcept. De directeur bepaalt in overleg met het team en op basis van de beschikbare formatie of er aanvullend uren beschikbaar gesteld worden voor medewerkers bovenop de opslagfactor.
4.5
Duurzame inzetbaarheid
Met ingang van 1 oktober 2014 is de bapo-regeling vervallen. Ervoor in de plaats is de regeling duurzame inzetbaarheid gekomen die voor alle medewerkers geldt. Deze regeling bestaat uit drie elementen. Elke medewerker krijgt een basisbudget van 40 uur per jaar naar rato omvang dienstverband. Startende leerkrachten krijgen een bijzonder budget Oudere werknemers krijgen vanaf hun 57e een bijzonder budget. Het basisbudget mag gebruikt worden voor: - studieverlof -
oriëntatie op mobiliteit (stages, op een andere school kijken)
-
coaching
-
peerreview
-
niet plaats- en/of tijdgebonden werkzaamheden
In overleg met de directeur kan ook worden gekozen voor besteding aan andere doelen die bijdragen aan duurzame inzetbaarheid van de werknemer. Het basisbudget mag niet gebruikt worden als vrij opneembaar verlof, tenzij de medewerker 57 jaar of ouder is. In principe is het streven om de uren duurzame inzetbaarheid te laten plaatsvinden buiten de lesgevende uren. Mocht sprake zijn van oriëntatie op mobiliteit, waarbij het alleen onder schooltijd mogelijk is om dit bestedingsdoel te realiseren, dan is dit na bespreking met en instemming van de directeur onder lestijd mogelijk. De medewerker bespreekt voorafgaand aan het nieuwe schooljaar met de directeur hoe de uren per dagdeel (dagdeel is minimale inzet) ingezet gaan worden. O2A5 vindt het belangrijk dat de medewerkers dit individuele recht ook echt gaan inzetten voor duurzame inzetbaarheid. Het basisbudget mag maximaal 3 jaar gespaard worden voor een afgesproken doel. De spaarafspraak wordt schriftelijk vastgelegd en vastgelegd in het personeelsdossier. Op bestuursniveau worden de middelen gereserveerd. Alleen als de medewerker spaart voor studieverlof en het dienstverband wordt beëindigd voordat het verlof is opgenomen, worden de uren uitbetaald. De startende leerkracht (schaal LA1 tm LA3) krijgt een extra budget van 40 uur. Hij maakt met de directeur afspraken over de inzet ervan. Dit extra budget mag niet gespaard worden of ingezet worden als vrij opneembaar verlof. Medewerkers van 57 jaar en ouder hebben recht op een bijzonder budget van 130 uur extra per jaar. Deze 130 uur kunnen op dezelfde manier ingezet worden als de 40 uur duurzame inzetbaarheid. Medewerkers van 57 jaar en ouder mogen het bijzonder budget echter ook inzetten voor verlof. Doet de medewerker dit, dan betaalt hij een eigen bijdrage van 50% over dit bijzonder
12 van 21
budget. Medewerkers tot en met schaal 8 betalen een eigen bijdrage van 40%. De medewerker van 57 jaar en ouder mag de 40 uur duurzame inzetbaarheid ook gebruiken voor verlof. Over die 40 uur betaalt hij geen eigen bijdrage. N.B. Voor de medewerkers die op 30 september 2014 gebruik maakten van de bapo-regeling geldt een overgangsregeling. Als men op 30 september nog geen gebruik maakte van de bapo, dan kan geen gebruik worden gemaakt van de overgangsregeling. De overgangsregeling is met voorbeelden in de bijlage opgenomen. 4.6
Professionalisering
O2A5 brengt onderscheid aan tussen collectieve en individuele professionalisering. Onder collectieve professionalisering verstaat O2A5: teamscholing onderwijsinhoudelijke teambijeenkomsten algemene studiedagen werkbesprekingen i.v.m. schoolontwikkeling keuzeproces, invoering en implementatie nieuwe methode Individuele professionalisering is: collegiale consultatie wederzijds klassenbezoek intervisie gesprekkencyclus (functionerings-, POP- en beoordelingsgesprekken) cursus of training opleiding (gerelateerd aan het beroep) externe advisering het krijgen van coaching en begeleiding lezen van vakliteratuur ontwikkeling en voorbereiding van specialismen. In de artikelen 9.9 tot en met 9.11 van de cao staat beschreven hoe de introductie en begeleiding van startende leerkrachten, de loopbaanontwikkeling naar vakbekwaamheid en de professionalisering van directieleden wordt ingericht. O2A5 volgt hierin de cao. De artikelen zijn in de bijlage opgenomen. 4.6.1
Leraren- en schoolleidersregister
Lerarenregister Registerleraar.nl is nu een vrijwillig register waarmee leraren laten zien dat ze goed opgeleid zijn en hun vak bijhouden. Het register en de nascholing worden straks verplicht. Ook de omschrijving van het beroep en de professionele ruimte die een leraar nodig heeft worden wettelijk vastgelegd. O2A5 past dit kaderstellende taakbeleid (onderdeel professionalisering) aan zodra het wetsvoorstel invoering lerarenregister is aangenomen. Zie verder de bijlage. Schoolleidersregister Alle directeuren van O2A5 zijn verplicht zich in te schrijven in het schoolleidersregister en zich te laten (her)registreren, zoals beschreven in artikel 9.12 van de cao. De directeur-bestuurder spreekt met elke schoolleider/directeur af wanneer de (her)registratie uiterlijk moet plaatsvinden en wat de schoolleider/directeur nodig heeft om zich te kunnen laten (her)registeren. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
13 van 21
4.7
Compensatie
De compensatieregeling zoals die was opgenomen in de voorlaatste cao (cao 2013) in artikel 2.1 lid 7, bestaat niet meer. Op de school die gekozen heeft voor het basismodel, is de maximale lessentaak van de medewerker met een fulltime dienstverband 930 uur. Op dagen of dagdelen dat hij/zij vrijgeroosterd wordt van lesgevende taken, terwijl zijn groep wel les krijgt, werkt nu aan zijn overige taken. 4.8
Taakformulier en 40-urige werkweek
De directie van de school maakt voor de zomervakantie met de individuele medewerker schriftelijke afspraken over de werkdagen, het aantal lesuren en lesgebonden taken, de professionalisering en de overige taken. De overige taken worden zoveel mogelijk in gezamenlijk overleg verdeeld. Het persoonlijk taakformulier wordt met de werknemer besproken in het functioneringsgesprek. Aan de hand van dit gesprek kan voor de betrokken werknemer een bijstelling van de taken in tijd, omvang en samenstelling plaatsvinden, dan wel kan aan hem of haar scholing, begeleiding, ondersteuning en dergelijke worden aangeboden. De invoering van de 40-urige werkweek is nieuw en in de praktijk zal moeten blijken of alle voorkomende werkzaamheden daadwerkelijk in gemiddeld 40 uur en 41,4 werkweken kunnen worden uitgevoerd. In overleg met de klankbordgroep stelt O2A5 daarom voor het jaar 2015-2016 als leerjaar te benoemen en in elk geval tot en met de kerstvakantie tijd te schrijven. Na de kerstvakantie inventariseren we of alle werkzaamheden binnen de daarvoor gestelde tijd kunnen worden uitgevoerd en gaan we, indien nodig, bijstellen. Het bestuursbureau ontwikkelt hiervoor een eenduidig en eenvoudig in te vullen excelbestand.
14 van 21
5
Bijlagen 5.1
Voorbeelden omrekenen werktijdfactor
bovenbouw 1010 lesweken 40 werkweken voor medewerkers lesuren/week leerlingen aantal lessen wtf jaartaak 26 38,85 15 0,6266 22 0,9190 25,75 39,22 14,75 0,6220 22 0,9278 25,5 39,61 14,5 0,6176 22 0,9370
1040 1525 1032 1539 1025 1555
gelijke schooltijden 1000 uur (bovenbouw) 26,25 38,48 15,75 14,75
0,6516 0,5896
1081 978
26,06 23,58
26 23
4 35
0,6065 0,8086 0,2145 0,1532
1006 1341 356 254
24,26 32,34 8,58 6,13
24 32 8 6
16 20 35 8
gelijke schooltijden 940 uur 25 37,6 24,75
38
15 20 5,25 3,75
nieuwe cao 41,4 werkweken weektaak uren 25,06 36,76 24,88 37,11 24,70 37,48
per jaar minuten 25 4 36 46 24 53 37 7 24 42 37 29
In het blauwe gedeelte is de huidige situatie weergegeven (voorbeelden). De werktijdfactor is bepaald door het aantal lesuren per week te vermenigvuldigen met het aantal lesweken van de leerlingen en vervolgens te delen door 930. Lesuren per week X lesweken leerlingen 930 De werktijdfactor vermenigvuldigd met 1659 geeft de jaartaak aan. Deze jaartaak wordt in ongeveer 39 à 40 weken gemaakt, afhankelijk van het leerlingenrooster. Bij de lesweken van de leerlingen worden nog ongeveer 5 dagen opgeteld: de studie- en vergaderdagen. Op die manier gerekend is het aantal werkweken voor de medewerkers wat hoger dan voor de leerlingen. Voorbeeld: De jaartaak van 1040 uur (bovenste regel) uitgevoerd in 40, geeft een weektaak van 26 uur. Het paarse gedeelte laat de nieuwe situatie zien. De werktijdfactor blijft gelijk, de jaartaak verandert niet, maar het aantal te werken uren wordt vanaf 1 augustus 2015 verdeeld over 41,4 weken. Het aantal te werken uren per week is nu geen 26, maar 25. Het voorbeeld maakt inzichtelijk dat een medewerker met een aanstelling voor 3 dagen (waaronder de woensdag), met een werktijdfactor van rond de 0,6240 in de huidige situatie veel uren per week moet maken. Een (deels) vrije woensdagmiddag is alleen mogelijk als op de andere dagen 9,5 à 10 uur gewerkt wordt, of als een deel van het werk op andere dagen wordt uitgevoerd. In de nieuwe situatie wordt het aantal uren per week iets minder, maar zijn er meer dagen waarop gewerkt moet worden.
15 van 21
5.2
Voorbeelden weekrooster
lesdag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 8:15-8:30 8:30-12:00 12:00-12:30 pauze pauze 12:30-13:00 13:00-13:30 13:30-15:00 15:00-16:00 16:00-16:30 16:30-17:00 17:00-17:30
lessen groen lesvrij plaatsgebonden blauw niet plaatsgebonden blanco
26 9,25 4,75
lesdag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 8:15-8:30 8:30-12:00 12:00-12:30 pauze pauze 12:30-13:00 13:00-13:30 pauze 13:30-15:00 15:00-16:00 16:00-16:30 16:30-17:00 17:00-17:30
lessen groen lesvrij plaatsgebonden blauw niet plaatsgebonden blanco
26 9,75 4,25
lesdag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 8:15-8:30 8:30-12:00 12:00-12:30 pauze pauze 12:30-13:00 13:00-13:30 pauze 13:30-15:00 15:00-16:00 16:00-16:30 16:30-17:00 17:00-17:30
lessen groen lesvrij plaatsgebonden blauw niet plaatsgebonden blanco
26 10,75 3,25
lesvrije dag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 8:30-12:30 12:30-13:00 13:00-17:00
16 van 21
5.3
Voorbeelden jaarrooster
N.B: de studiedagen zijn als voorbeeld opgenomen. Ze zijn nog niet vastgelegd!!! Vakantierooster 2015-2016 wk 28-09-15
02-10-15
40
05-10-15
09-10-16
41
12-10-15
16-10-15
42
19-10-15
23-10-15
43
26-10-15
30-10-15
15
02-11-15
06-11-15
45
09-11-15
13-11-15
46
16-11-15
20-11-15
47
23-11-15
27-11-15
30-11-15 07-12-15
maandag
dinsdag
w oensdag donderdag
vrijdag
5,50
5,50
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
48
5,50
5,50
4,00
5,50 O2A5dag
04-12-15
49
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
11-12-15
50
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
14-12-15
18-12-15
51
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
21-12-15
25-12-15
52
28-12-15
01-01-16
1
04-01-16
08-01-16
2
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
11-01-16
15-01-16
3
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
18-01-16
22-01-16
4
5,50 studiedag
4,00
5,50
5,50
25-01-16
29-01-16
5
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
01-02-16
05-02-16
6
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
08-02-16
12-02-16
7
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
15-02-16
19-02-16
8
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
22-02-16
26-02-16
9
voorjaarsvakantie
29-02-16
04-03-16
10
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
07-03-16
11-03-16
11
5,50
5,50 studiedag
5,50
5,50
14-03-16
18-03-16
12
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
21-03-16
25-03-16
13
4,00
5,50 goede vrijd.
01-04-16
14
5,50 2e paasdag
5,50
28-03-16
5,50
4,00
5,50
5,50
04-04-16
08-04-16
15
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
11-04-16
15-04-16
16
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
18-04-16
22-04-16
17
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
25-04-16
29-04-16
18
meivakantie
02-05-16
06-05-16
19
09-05-16
13-05-16
20
5,50
4,00
5,50
5,50
16-05-16
20-05-16
21
5,50
4,00
5,50
5,50
23-05-16
27-05-16
22
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
30-05-16
03-06-16
23
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
06-06-16
10-06-16
24
5,50
5,50
4,00
5,50 studiedag
13-06-16
17-06-16
25
5,50
4,00
5,50
5,50
20-06-16
24-06-16
26
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
27-06-16
01-07-16
27
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
04-07-16
08-07-16
28
5,50
5,50
4,00
5,50
3,50
11-07-16
15-07-16
29
18-07-16
22-07-16
30
25-07-16
29-07-16
31
01-08-16
05-12-16
32
08-08-16
12-08-16
33
aantal w eken leerlingen
15-08-16
19-08-16
34
aantal w erkw eken
herstvakantie
studiedag
kerstvakantie
5,50 pinksteren
studiedag
rooster leerlingen
zomervakantie
1001,00 uren 1 uren
totaal nog in te vullen
22-08-16
26-08-16
35
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
29-08-16
02-09-16
36
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
aantal lesvrije w erkdagen
05-09-16
09-09-16
37
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
groen
12-09-16
16-09-16
38
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
blauw
19-09-16
23-09-16
39
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
26-09-16
30-09-16
40
5,50
5,50
4,00
5,50
5,50
198,00
214,50
156,00
225,50
207,00
Totaal
38,8 41,4 13
studiedag/plaatsgebonden werkdag werkdag niet plaatsgebonden
1.001,00
17 van 21
5.4
Afkortingenlijst
CAO CAO PO 2014-2015 (G)MR (P)(G)MR OP OOP Wtf, wtf 5.5
Begripsbepaling
Dag
Effectief aantal schoolweken Jaarrooster leerlingen Lesgebonden taak bij overlegmodel Lesgevende taak
Schooltijden Weekrooster leerlingen Werkdag
Reguliere werkdag
5.6
Collectieve arbeidsovereenkomst Collectieve arbeidsovereenkomst Primair Onderwijs 2014-2015 (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad (Personeelsgeleding) (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel werktijdfactor
Elke dag die volgens het schema van werkzaamheden dan wel het lesrooster een werkdag is van de instelling. Een dag kan worden verdeeld in twee halve dagen. Het aantal uren op de jaarrooster van de leerlingen gedeeld door het aantal uren op het weekrooster van de leerlingen De uren waarin de leerlingen onderwijs volgen in de periode 1 oktober tot 1 oktober Zie opsomming in paragraaf 4.4.1. Tot de lesgebonden taken rekenen we alle taken die rechtstreeks voortvloeien uit het verzorgen de van lessen van de leerlingen. Het verzorgen van lessen van de leerlingen conform het leerlingenrooster, waarbij aan de leerlingen kennis wordt overgedragen of begeleiding en ondersteuning wordt gegeven. De uren waarin de leerlingen onderwijs volgen De uren waarin de leerlingen onderwijs volgen van maandag tot en met vrijdag Dag, niet zijnde een zaterdag, een zondag of een in de Algemene Termijnwet genoemde erkende feestdag of een daarmee bij of krachtens wet gelijkgestelde dag. Werktijd waarop de werknemer is ingeroosterd
Lerarenregister
Het wetsvoorstel invoering lerarenregister ligt ter behandeling in de Tweede Kamer. Het doel is dat alle leraren met ingang van 2017 zoveel als mogelijk voldoen aan de wettelijke bekwaamheidseisen en dat zij gestructureerd werken aan het bekwaamheidsonderhoud, in het kader van het komen tot beter onderwijs. De invoering van het vereiste van registratie en nascholing, waarmee de leraar zijn bekwaamheid zichtbaar maakt, wordt gecombineerd met het omschrijven van het beroep van leraar en met het verankeren van de professionele ruimte van de leraar in de onderwijswetten. Zo wordt namelijk duidelijk op welke onderwijsgevenden in de school de genoemde vereisten betrekking hebben en wordt gemarkeerd dat de leraren in hun beroepsuitoefening voldoende zeggenschap toekomt. Leraren hebben een grote verantwoordelijkheid voor het geven van goed onderwijs, waarbij een beroep wordt gedaan op hun professionele kwaliteiten. Met deze wettelijke verankering krijgen leraren enerzijds erkenning van hun professionele ruimte en leggen zij anderzijds via het register verantwoording over het onderhoud van hun bekwaamheid af. Dit wetsvoorstel
18 van 21
legt daarmee tevens een basis voor een dialoog over beroepskwaliteit, binnen de beroepsgroep als geheel en binnen het leraren/docententeam op school. Deze drie onderling samenhangende componenten – registratie & nascholing, omschrijving van het beroep, professionele ruimte – zijn te zien als een middel om de bekwaamheid en het bekwaamheidsonderhoud op een hoger plan te tillen. Het personeels- en professionaliseringsbeleid van scholen en instellingen kunnen die ontwikkeling mede stimuleren. De professionaliseringsactiviteiten van de leraar kunnen ook mede een basis vormen voor het jaarlijkse ontwikkelgesprek tussen de leraar en diens leidinggevende. Daarmee kan de beroepskwaliteit van leraren toenemen en de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. 5.7
Cao primair onderwijs 2014-2015 artikelen werkverdeling
2A.8. Keuze tussen basismodel en overlegmodel 1. De werkgever verdeelt de te verrichten werkzaamheden op basis van de bepalingen in de artikelen 2A9 t/m 2A.11 (basismodel). 3. Indien aan de daarvoor geldende voorwaarden is voldaan, kan een werkgever in afwijking van lid 1 besluiten bij de verdeling van de werkzaamheden gebruik te maken van de bepalingen in de artikelen 2A.12 t/m 2A.14 (overlegmodel). 4. De splitsing van de werkverdeling in een basismodel en een overlegmodel zal voor 1 augustus 2018 door cao-partijen worden geëvalueerd. Basismodel 2A.9. Inzetbaarheid 1. De werkgever en het team maken afspraken over het totaal aan overige werkzaamheden die binnen de school moeten worden uitgevoerd. Daarbij houden zij rekening met de totale beschikbare formatie en de (on)mogelijkheden om binnen de beschikbare formatie de gewenste taken uit te kunnen voeren. 2. De werkgever stelt vervolgens met instemming van de PMR, als uitvoering van de met het team gemaakte afspraken, alle schooltaken (inclusief het voor- en nawerk) en de normering van deze taken in uren vast. 3. De werkgever maakt jaarlijks vóór de zomervakantie met de individuele werknemer schriftelijk afspraken over het aantal lesuren of lesgebonden en/of behandeltaken, de tijd voor voorbereiding en nazorg, professionalisering en overige taken. 4. De werkgever maakt met het onderwijsondersteunend personeel zonder lesgebonden en/of behandeltaken schriftelijke afspraken over de te vervullen taken en de professio-nalisering, een en ander met inachtneming van het tweede lid. 5. In het gesprek bedoeld in het derde dan wel vierde lid wordt in overleg tussen de werkgever en werknemer ook bepaald wat voor het komend (school)jaar de werkdagen zijn waarop de werknemer voor les- en overige taken wordt ingeroosterd. Voor tussen-tijdse wijzigingen is eveneens overeenstemming tussen werkgever en de betrokken werk-nemer noodzakelijk. 6. Indien het overleg zoals bedoeld in het vijfde lid niet leidt tot overeenstemming, wordt de inzetbaarheid bepaald aan de hand van de bepalingen in artikel 2A.11. 2A.10 Maximale lessentaak 1. De lesuren of lesgebonden en/of behandeltaken bedragen op jaarbasis maximaal 930 uur bij een voltijdbetrekking. 2. De werkgever kan in afwijking van het eerste lid, in onderling overleg en met schriftelijke instemming van de werknemer, telkens per jaar binnen de maximale werktijd van 1659 uur, meer
19 van 21
lesuren of lesgebonden en/of behandeltaken dan 930 uur overeenkomen. Deze afwijking is niet mogelijk bij startende leerkrachten of indien dit leidt tot verdringing van werkgelegenheid. 3. Het bepaalde in dit artikel wordt bij deeltijders naar rato van de werktijdfactor toegepast. 4. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing op onderwijsonder-steunend personeel zonder lesgebonden en/of behandeltaken.
2A.11 Voltijd- en deeltijdbetrekkingen 1. Indien het overleg zoals bedoeld in artikel 2A.9 lid 5 niet leidt tot overeenstemming, wordt voor de inzetbaarheid van werknemers een beschikbaarheidregeling gehanteerd conform de volgende tabel. Vóór de toepassing van het schema wordt de werktijdfactor rekenkundig afgerond op één cijfer achter de komma. Inzetbaarheid per week: Werktijdfactor maximaal aantal dagdelen Tot en met 0,1 2 Tot en met 0,2 2 Tot en met 0,3 3 Tot en met 0,4 4 Tot en met 0,5 5 Tot en met 0,6 6 Tot en met 0,7 7 Tot en met 0,8 8 Tot en met 0,9 9 > 0,9 10
maximaal aantal dagen 1 2 3 3 3 4 4 5 5 5
2. De werkgever spant zich in om de werknemer met een deeltijdbetrekking, indien de werknemer dit wenst, zoveel mogelijk aaneengesloten in te roosteren. Daarbij houdt de werkgever rekening met de door de werknemer aangegane verplichtingen, waaronder zowel verplichtingen bij een andere werkgever als verplichtingen in de privésfeer. 3. De werknemer is niet verplicht op een voor hem niet-reguliere werkdag te komen voor nietlesgebonden taken, behalve als er sprake is van incidentele, onvoorziene werkzaam-heden van onderwijskundige of schoolorganisatorische aard. 4. De dagen van de week waarop deeltijders hun werkzaamheden moeten vervullen worden, na overleg met de werknemer, eenmaal per jaar voorafgaand aan het schooljaar door de werkgever vastgesteld. Wijzigingen gedurende het jaar zijn mogelijk in overleg met de werknemer. Overlegmodel 2A.12 Invoering overlegmodel op bestuursniveau 1. In het kader van een wijziging van het bestaande taakbeleid kan een werkgever ervoor kiezen bij de werkverdeling gebruik te maken van de bepalingen in de artikel 2A.13 en artikel 2A.14. 2. De werkgever legt een voorgenomen besluit om over te stappen naar het overlegmodel ter instemming voor aan de PGMR. Dit voorgenomen besluit bevat in ieder geval een stemprocedure voor de instemming op schoolniveau van de medewerkers zoals bedoeld in artikel 2A.13 lid 4. 3. De overstap naar het overlegmodel mag niet leiden tot verlies van werkgelegenheid.
2A.13 Invoering overlegmodel op schoolniveau 1. Invoering van het overlegmodel geschiedt per school. 2. Per school wordt een invoeringsplan opgesteld, waarin in ieder geval zijn opgenomen: a. welke taken onder de opslagfactor vallen;
20 van 21
b. het beleid op grond waarvan de individuele opslagfactor wordt toegekend. 3. Het vast te stellen beleid wordt daarbij gebaseerd op onder meer de criteria groeps-grootte, zorgleerlingen en belastbaarheid en ervaring van werknemers. 4. Het plan van invoering behoeft instemming van de PMR én van de meerderheid van het personeel. 5. De keuze voor het overlegmodel dient iedere drie jaar opnieuw ter instemming aan de PMR en het personeel van de school voorgelegd te worden. Bij het niet opnieuw verkrijgen van de vereiste instemming gelden de bepalingen in de artikelen 2A.9 t/m 2A.11 van deze cao (basismodel). 2A.14. Inzetbaarheid 1. De werkgever en het team maken afspraken over het totaal aan overige werkzaamheden die binnen de school worden uitgevoerd. Daarbij houden zij rekening met de totale beschikbare formatie en de (on)mogelijkheden om binnen de beschikbare formatie de gewenste taken uit te kunnen voeren. 2. De werkgever stelt vervolgens met instemming van de PMR, als uitvoering van de met het team gemaakte afspraken, alle schooltaken (inclusief het voor- en nawerk) en de normering van deze taken in uren vast. 3. Aan het geven van les en het verzorgen van lesgebonden en/of behandeltaken is voor- en nawerk verbonden. Deze uren worden uitgedrukt in een opslagfactor. De opslagfactor wordt vastgesteld tussen 35 % en 45 % van de lesuren of de lesgebonden en/of behandel-taken. 4. De werkgever maakt jaarlijks vóór de zomervakantie met de individuele werknemer schriftelijk afspraken over de werkdagen, het aantal lesuren of lesgebonden en/of behandeltaken, de opslagfactor, professionalisering en overige taken. De individuele opslagfactor wordt vastgesteld op basis van met de PMR vastgesteld beleid. 5. De werkgever maakt met het onderwijsondersteunend personeel zonder lesgebonden en/of behandeltaken schriftelijke afspraken over de werkdagen, de te vervullen taken en de professionalisering, een en ander met inachtneming van het eerste lid.
21 van 21