Kaderstellende Notitie Onderwerp
Kaderstellende notitie Maatschappelijke Stages, onderdeel van de programmalijn Perspectiefrijk Brabant.
Samenvatting
In het bestuursakkoord ‘Vertrouwen in Brabant’ heeft de provincie haar ambities omschreven voor de periode 2007-2011. Binnen de programmalijn ‘Perspectiefrijk Brabant’ is deze ambitie onder andere uitgewerkt tot: “Jongeren willen wij ‘verbinden’ met Brabant en de Brabantse samenleving”. Bij het ‘verbinden’ van jongeren gaat het om maatschappelijke betrokkenheid: voelen jongeren zich betrokken bij de Brabantse samenleving en voelt de Brabantse samenleving zich betrokken bij haar jongeren? In de uitwerking van het bestuursakkoord is vervolgens vastgelegd dat de provincie hiervoor wil investeren in het onderwerp maatschappelijke stages. De maatschappelijke stage is een instrument om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke betrokkenheid van en met jongeren: de jongere maakt kennis met (een bepaald aspect van) de samenleving, de samenleving komt in contact met de jongeren. Deze bestuursperiode wil de provincie de brede invoering van de maatschappelijke stages voor alle leerlingen van het voortgezet onderwijs ondersteunen en stimuleren. 1.
Inleiding
Op 20 april 2007 is door Provinciale Staten het Bestuursakkoord 2007-2011 ‘Vertrouwen in Brabant’ vastgesteld. Op 5 oktober 2007 stelde Provinciale Staten vervolgens de Uitwerking van het bestuursakkoord vast. In deze uitwerking is een nadere invulling gegeven aan de zes programmalijnen. Voor de programmalijn ‘Perspectiefrijk Brabant’ wordt ingezet op een aantal thema’s waaronder ‘maatschappelijke stages’. Op 11 januari 2008 heeft de commissie ZWC de planning voor de programmalijn Perspectiefrijk Brabant vastgesteld (ZWC 0636). Het thema Maatschappelijke stages maakte onderdeel uit van deze planning. Conform de planning is op 22 februari 2008 in de commissie ZWC de startnotitie ‘Maatschappelijke Stages’ besproken. Daarbij is besloten tot het laten uitwerken van een kaderstellende notitie, die nu voorligt. Bij de uitwerking van deze kaderstellende notitie is uitgegaan van de twee beleidslijnen die waren opgenomen in de startnotitie: I. Het genereren van maatschappelijke stageplaatsen; II. Het ondersteunen van scholen bij de invoering van maatschappelijke stages.
Deze kaderstellende notitie is bedoeld als toets voor Provinciale Staten, op weg naar de beleidsuitvoering. De volgende vragen worden gesteld: - Kunt u instemmen met de concrete uitwerking van de twee beleidslijnen? - Kunt u instemmen met de voorgestelde aanpak voor het meetbaar maken van de effecten (zie de prestatie indicatoren bij paragraaf 4)? 2.
Probleemstelling
Op welke manier wil de provincie Noord-Brabant een bijdrage leveren aan de Maatschappelijke Stages in het voortgezet onderwijs om de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren te vergroten? Het rijk heeft besloten om het lopen van een maatschappelijke stage met ingang van het schooljaar 2011/2012 verplicht te stellen voor alle leerlingen op het voortgezet onderwijs. Dit betekent dat iedere leerling vanaf dat moment een maatschappelijke stage moet lopen van minimaal 72 uur (de school mag kiezen wanneer en hoe de uren worden ingezet). Voor het organiseren van de maatschappelijke stages stelde het rijk voor de scholen in 2007 een bedrag van € 13,6 miljoen beschikbaar. In 2008 is € 5 miljoen extra beschikbaar. Dit bedrag loopt vervolgens op tot een totaal van € 100 miljoen in 2011. De ondersteuning door de provincie dient om de scholen in Brabant tot 2011 te ondersteunen om toe te werken naar een situatie waarin iedere leerling een maatschappelijke stage loopt. Maatschappelijk effect Het ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de doelstelling van de maatschappelijke stage als volgt omschreven in haar plan van aanpak: “Doel van de maatschappelijke stage is dat alle jongeren tijdens hun schooltijd kennis maken met én een onbetaalde bijdrage leveren aan de samenleving.” De maatschappelijke stage geeft leerlingen de mogelijkheid om buiten de school te leren en daarbij op een andere manier kennis te maken met de samenleving en met bepaalde groepen in deze samenleving, waar ze anders misschien niet zo snel mee in contact komen. Het stelt de leerlingen in staat om zich meer betrokken te voelen bij de maatschappij, op een praktische manier te leren welke normen en waarden belangrijk zijn in onze samenleving en zich verantwoordelijk te voelen voor een stukje van de samenleving. Probleemanalyse In Brabant kennen we een sterk netwerk van vrijwilligersteunpunten. Van de 68 gemeenten in Brabant hebben er 51 een vrijwilligersteunpunt. Deze steunpunten hebben contacten met een groot aantal maatschappelijke organisaties en kunnen scholen aanbieden om te bemiddelen bij het vinden van stageplaatsen. Eventueel kunnen de steunpunten ook de voorbereiding en 2/6
begeleiding van leerlingen op zich nemen. Om de vrijwilligersteunpunten goed toe te rusten voor deze nieuwe taak is in de vorige bestuursperiode in opdracht van de provincie een digitale handleiding ontwikkeld. Deze handleiding is nu gereed en wordt op korte termijn beschikbaar gesteld aan de vrijwilligersteunpunten. Voor de scholen voor voortgezet onderwijs betekent de wettelijke verplichting van de maatschappelijke stage met ingang van het schooljaar 2011/2012, dat zij zich de komende periode hierop moeten voorbereiden. Om een beeld te krijgen van de huidige stand van zaken rondom maatschappelijke stages bij het voortgezet onderwijs heeft de provincie een nulmeting laten uitvoeren.1 Uit deze nulmeting blijkt dat ongeveer tweederde van de in totaal 206 scholen voor voortgezet onderwijs in Brabant ervaring heeft met het organiseren van stages (het gaat hierbij niet uitsluitend om maatschappelijke stages). Van de scholen die reeds bezig zijn met maatschappelijke stages, is er slechts een enkele school die haar leerlingen al een maatschappelijke stage van 72 uur laat lopen. Kortom: nagenoeg alle voortgezet onderwijs scholen in Brabant moeten nog toewerken naar een situatie waarin vanaf schooljaar 2010/2011 alle leerlingen een maatschappelijke stage van minimaal 72 uur kunnen lopen. 95% van de scholen geeft aan knelpunten te ervaren of te voorzien rondom het realiseren van de maatschappelijke stages. De top drie van knelpunten is: a. Gebrek aan aanbod maatschappelijke stageplaatsen (60%) b. Tijdgebrek docenten (54%) c. Overlap met beroepsoriënterende stages (44%) Beleidsruimte Hoewel het primaat voor het realiseren van de maatschappelijke stages bij de scholen en gemeenten ligt, heeft de provincie in de uitwerking van het Bestuursakkoord aangegeven een bijdrage te willen leveren aan de ontwikkeling van dit beleid. De inzet van de provincie is met name gericht op het ondersteunen van de scholen omdat zij veel werk op zich af zien komen met de wettelijke verplichting van de maatschappelijke stage vanaf het schooljaar 2011/2012. De ondersteuning van de provincie beperkt zich in de tijd tot de jaren 2008, 2009 en 2010 om scholen ‘startklaar’ te maken. Vanaf 2011 moeten de scholen in staat zijn om de maatschappelijke stages te organiseren voor hun leerlingen en zijn er ook meer financiële middelen vanuit het rijk beschikbaar.
Deze nulmeting is uitgevoerd door stichting Zet, in samenwerking met K2 (beide provinciale steunfuncties). 1
3/6
3.
Beleidsbepaling
Beleidsvisie Gezien de top drie van knelpunten die naar voren is gekomen uit de nulmeting onder scholen richt de inzet van de provincie zich op twee doelstellingen: I. Het genereren van maatschappelijke stageplaatsen; II. Het ondersteunen van scholen bij de invoering van maatschappelijke stages. Uit de nulmeting blijkt dat de scholen een gebrek aan aanbod van maatschappelijke stageplaatsen verwachten (knelpunt a). De vrees voor het ontstaan van een overlap en dus de verdringing van beroepsoriënterende stages (knelpunt c) hangt hier in feite mee samen. De provincie kan een ondersteunende rol spelen door de mogelijkheden en voordelen van het aanbieden van maatschappelijke stages bij zoveel mogelijk partijen onder de aandacht te brengen. Het organiseren, voorbereiden en begeleiden van een maatschappelijke stage voor alle leerlingen brengt een flinke hoeveelheid werk met zich mee, zeker in de opstartfase (knelpunt b). Om concrete ondersteuning te kunnen bieden en te voorkomen dat iedere school voor zich het wiel moet uit vinden, kan de provincie voor de periode tot 2011 een aantal provinciale consulenten maatschappelijke stage aanstellen. Deze consulenten helpen de scholen op weg bij de organisatie van de maatschappelijke stages en beschikken over alle relevante informatie. Beleidsprestaties I. Het genereren van maatschappelijke stageplaatsen Het doel van deze beleidsinzet is om zoveel mogelijk instellingen en bedrijven te enthousiasmeren en stimuleren om maatschappelijke stageplaatsen aan te bieden. Wij stellen voor om hier invulling aan te geven middels een communicatietraject. De communicatie is erop gericht instellingen en bedrijven te informeren over de maatschappelijke stage en maakt (onder andere door het presenteren van aansprekende voorbeelden) duidelijk welke voordelen het aanbieden van maatschappelijke stageplaatsen hen kan bieden. II. Het ondersteunen van scholen bij de invoering van maatschappelijke stages. Uit de uitgevoerde nulmeting blijkt dat 95% van de voortgezet onderwijs scholen aangeeft knelpunten te ervaren of te voorzien rondom de maatschappelijke stages. Om de scholen te ondersteunen in de opstartfase stellen wij voor om drie provinciale consulenten (voor ieder 0,5 fte.) aan te stellen, voor de periode tot 2011. Deze consulenten bieden concrete ondersteuning aan scholen, leggen en onderhouden contacten met vrijwilligersteunpunten en stagebieders en dragen zorg voor het uitwisselen van best practices in de provincie.
4/6
Voordelen van deze inzet: De provinciale inzet is concreet en zichtbaar voor de scholen De consulenten bieden scholen vraaggerichte ondersteuning De consulenten beschikken over informatie, lespakketten en best practices Ervaringen die op een bepaalde plek worden opgebouwd kunnen snel worden uitgewisseld door de samenwerking van de drie consulenten Positie GS/PS Het beleid zal door Gedeputeerde Staten worden uitgevoerd binnen het door u te bespreken voorliggende kader. 4.
Beleidsuitvoering
Realisatie Wij stellen voor om het beleid uit te laten voeren door Stichting Zet. Zij kunnen zorgdragen voor de tijdelijke beschikbaarheid van de consulenten en een bijdrage leveren aan de communicatie richting instellingen die stages kunnen bieden. Randvoorwaarden Het onderwerp maatschappelijke stages is in de uitwerking van het bestuursakkoord opgenomen onder het speerpunt Voortijdig Schoolverlaten van de programmalijn ‘Perspectiefrijk Brabant’. Voorstel is om de volgende middelen beschikbaar te stellen voor de inzet op het terrein van maatschappelijke stages. Inzet I. Consulenten II. Communicatie Totaal: € 500.000
2008 € 65.000 € 5.000 € 70.000
2009 € 195.000 € 20.000 € 215.000
2010 € 195.000 € 20.000 € 215.000
Toelichting op de bedragen: € 65.000 betreft 3 consulenten voor ieder 0,5 fte* voor de periode september t/m december 2008 € 195.000 betreft 3 consulenten voor ieder 0,5 fte voor het jaar 2009 en 2010 * Een andere verdeling van de fte’s is uiteraard ook mogelijk, bijvoorbeeld één consulent voor 1,0 fte en één consulent voor 0,5 fte.
5/6
Sturen en bijstellen
Wij willen Stichting Zet vragen om te zorgen voor de, tijdelijke, beschikbaarheid van drie consulenten en het verzorgen van een bijdrage aan het communicatietraject. Er is een aantal redenen om voor Stichting Zet te kiezen als uitvoerder van dit beleid: - Stichting Zet heeft, als enige instelling, op reguliere basis overleg met alle (51) vrijwilligerscentrales- en steunpunten in Brabant, die een belangrijke rol vervullen bij het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op het terrein van maatschappelijke stages; - Stichting Zet heeft specifieke expertise op het terrein van vrijwilligersbeleid; - Als onderdeel van het werkplan 2008 biedt stichting Zet, in opdracht van de provincie, reeds ondersteuning aan vrijwilligerscentrales- en steunpunten rondom het thema maatschappelijke stages; - Door de consulenten te laten werken vanuit Stichting Zet kunnen ze gebruik maken van de contacten en expertise die Stichting Zet reeds heeft opgebouwd in Brabant op het maatschappelijk terrein. De consulenten beschikken op deze manier over een groot netwerk om vragen van scholen te helpen oplossen. Wanneer wordt ingestemd met de voorstellen in deze kaderstellende notitie, worden er met Stichting Zet afspraken gemaakt over de wijze van inzet van de consulenten en de randvoorwaarden voor de communicatie. Het streven is dat de consulenten met ingang van het schooljaar 2008/2009 aan de slag gaan. We denken hierbij in ieder geval aan de volgende prestatie-indicatoren: I. Het genereren van maatschappelijke stageplaatsen het uitvoeren van een communicatietraject in 2008, 2009 en 2010, gericht op instellingen in Brabant die stageplaatsen kunnen aanbieden; de communicatie is gericht op het geven van praktische informatie over de maatschappelijke stage en bevat aansprekende voorbeelden van maatschappelijke stageprojecten; met de communicatie worden ten minste 500 instellingen in Brabant bereikt. II. Het ondersteunen van scholen bij de invoering van maatschappelijke stages. de beschikbaarheid van provinciale consulenten voor maatschappelijke stages voor in totaal 1,5 fte (drie keer 0,5 fte); de consulenten doen in 2008/2009 alle scholen voor voortgezet onderwijs in Brabant een aanbod voor ondersteuning; minimaal 50% van de scholen voor voortgezet onderwijs hebben eind 2010 gebruik gemaakt van de diensten van de provinciaal consulenten. Verantwoording Over de beleidsuitvoering leggen wij verantwoording af in de midterm review en door middel van de reguliere cyclus van planning en controle. 6/6