Gemeente Steenwijk
Nota prioritering Integrale Handhaving augustus 2002 DEFINITIEF
Tweede nota ten behoeve van een integraal en effectief beleid voor handhaven in de fysiek ruimte
Gemeente Steenwijk
Nota prioritering Integrale Handhaving DEFINITIEF
Tweede nota ten behoeve van een integraal en effectief beleid voor handhaven in de fysiek ruimte
dossier S1307-66-001 datum 29 augustus 2002 registratienummer HHa/RT/ON -A 20011167 versie 4
© DHV Milieu en Infrastructuur BV Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Milieu en Infrastructuur BV, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV Milieu en Infrastructuur BV is gecertificeerd volgens NEN ISO 9001.
DHV Milieu en Infrastructuur BV
INHOUD
BLAD
1
INLEIDING
3
2
KARAKTERISERING
4
3
KLEURENBRIL
5
4
WAT ZIE JE DOOR DE BRIL?
6
5
GEBIEDSGERICHTE PRIORITEITEN
11
6 6.1 6.2 6.3
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Inleiding Conclusie Aanbevelingen
19 19 19 19
7
COLOFON
22
BIJLAGE SAMENVATTING STARTDOCUMENT
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
-2-
DHV Milieu en Infrastructuur BV
1
Wat is ‚Handhaving’? Alle acties en activiteiten van de gemeente die: -
een vrijwillige naleving van de regels tot gevolg hebben door o.m. informatie en toezicht
-
het vaststellen van de mate van naleving door onder meer controle en inspectie
-
het (na constatering van overtredingen) voeren van nader overleg en het zonodig
INLEIDING
„De bescherming en bevordering van de kwaliteit en veiligheid van de omgeving is een voortdurende zorg van de gemeentelijke overheid“. Met deze zin begint het „Startdocument effectief handhaven in de fysieke ruimte“ en wordt een stuk verantwoordelijkheid aangeduid die de gemeente heeft bij de handhaving van de regelgeving. Het Startdocument is de ouverture van een compositie van drie documenten die samen het integrale beleid van de gemeente Steenwijk voor handhaving in de fysieke ruimte verantwoorden. De twee andere documenten betreffen de ‚Nota prioritering Integrale handhaving’ en de ‚Monitor Integrale Handhaving’.
dreigen met sancties, teneinde de overtreding ongedaan te maken
-
het afdwingen van de naleving door het t oepassen van sancties
De voorliggende Nota Prioritering Integrale Handhaving is het tweede document. Deze nota bouwt voort op het eerder genoemde ‚Startdocument’. Een samenvatting van het ‚Startdocument’ is in een bijlage bij deze nota gevoegd.
aanzien van handhaving en de ambities die de gemeente zich voor ogen stelt ten aanzien van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving. In het startdocument zijn de taken verantwoord die de gemeente heeft. Gegeven het feit dat dit een groot aantal activiteiten omvatten en gelet op het criterium dat het handhavingsbeleid van de gemeente duidelijk, consistent, consequent en doeltreffend moet zijn, moeten er keuzes gemaakt worden (zie Startdocument) ten aanzien van de activiteiten. Dit betekent dat er prioriteiten zijn gesteld ten aanzien van de handhavingsactiviteiten. De wijze waarop de prioriteiten zijn gesteld zijn in deze nota verantwoord. Hierbij zijn telkens de overwegingen gegeven die hebben geleid tot een bepaalde prioriteitsstelling. Tenslotte is aangegeven hoe op grond van de gemaakte prioriteiten handhaving zijn beslag moet krijgen.
Deze nota geeft het kader aan waarbinnen de handhaving van de gemeente Steenwijk vorm moet krijgen. Het kader berust op het taakbewustzijn ten
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
-3-
DHV Milieu en Infrastructuur BV
2 Door een brede interne gemeentelijke werkgroep is de gemeente gekarakteriseerd als ‘landstad’
KARAKTERISERING
Keuzes maken ten aanzien van handhaving heeft alles te maken met de ambities die de gemeente zich stelt ten aanzien van de kwaliteit van de leefomgeving. Kortom: hoe is de gemeente Steenwijk te karakteriseren en wat of wie wil de gemeente zijn? Het antwoord op deze vraag is een sturend principe voor de gemaakte prioriteitstelling. Om de gemeente Steenwijk te karakteriseren moeten de volgende kernbegrippen of kwaliteitseisen vertaald worden: - veiligheid - recreatie - monumentenzorg - ecologische hoofdstructuur - parkeren en reizen - streekfunctie winkels, wonen en bedrijven - leefbaarheid kleine kernen.
De kwaliteitseisen zijn vertaald naar een nadere karakterisering van de gemeente Steenwijk.
Landstad Steenwijk Steenwijk is een moderne gemeente met respect voor landschappelijk en cultureel erfgoed.
Met ‘modern’ wordt gedoeld op de gewenste ruimte voor ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Het ‘respect voor landschappelijk en cultureel erfgoed’ geeft uitdrukking aan het uitgangspunt dat voornoemde ontwikkelingen mogelijk zijn zolang landschappelijke en culturele waarden voldoende beschermd blijven.
Deze kwaliteitseisen zijn overigens ook sleutelwoorden in het collegeprogramma 2001-2006.
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
-4-
DHV Milieu en Infrastructuur BV
3
Bedrijven Woningbouw
KLEURENBRIL
De kwaliteitseisen uit het tweede hoofdstuk zijn vergeleken met de functies die in de figuur hiernaast met kleuren zijn gesymboliseerd. Het gaat daarbij om de functies ‘bebouwing, stedelijke ontwikkeling’ (rood), ‘bedrijvigheid’ (grijs), ‘natuur’ (groen) en ‘water’ (blauw). De vergelijking van de kwaliteitseisen met deze functies geeft een volgend beeld: Veiligheid = rood / grijs
Natuur
Water
Recreatie = blauw / groen Monumenten = rood EHS = groen / blauw Parkeren / reizen = rood
Veiligheid is met name aan de orde in de ‘bebouwde omgeving’ en op de ‘bedrijventerreinen’; de zorg voor monumenten is een zorg over de gebouwde monumenten, etc…
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
Streekfunctie = grijs / rood Kleine kernen = grijs / rood
Na de vergelijking is ervoor gekozen om in het vervolg van het proces, om te komen tot prioriteiten in de handhaving, het zwaartepunt op de blauwe en groene kleur te leggen.
Vanuit het perspectief van haar ambities vindt de gemeente dat al deze functies de nodige aandacht en bescherming verdienen. De belangen voor de ‘grijze’ en ‘rode’ functies, oftewel de belangen met betrekking tot wonen en werken, zijn functies die ‘per definitie’ de nodige aandacht krijgen (economie, veiligheid). Werken en wonen zijn weliswaar belangrijke functies, maar gezien de ambities van de gemeente zijn de functies ‘natuur’ en ‘water’ evenzo en misschien wel meer cruciale functies. De handhaving in Nederland richt zich traditioneel op de functies ‘rood’ en ‘grijs’. Omdat groen en blauw zo cruciaal voor de ambities van de gemeente zijn is ervoor gekozen om, voor het stellen van de prioriteiten in de handhavingsactiviteiten, expliciet aandacht te geven aan de ‘groenblauwe’ functies. Dit is gedaan door alle gemeentelijke handhavingstaken in relatie tot het belang van deze functies te beoordelen. Deze beoordeling door de ‘blauwgroene’ bril geeft zicht op welke handhavingsactiviteiten van groot belang zijn voor een afdoende bescherming van de ‘blauwgroene’ functies (o.m. kwetsbare gebieden). Voorgenomen is om aan deze handhavingsactiviteiten een hoge prioriteit toe te kennen. Dit doet niks af aan het feit dat veiligheid, precentwerking en overlast ook in de afweging zijn meegenomen. 29 augustus 2002, versie 4
-5-
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Prioriteitenstelling: Elke hoogste prioriteit heeft het cijfer 1; elke lagere prioriteit een oplopend nummer (2, 3, 4…)
4
WAT ZIE JE DOOR DE B RIL?
Bij het uitvoeren van de handhavingstaken moeten de ‘groenblauwe’ functies met voorrang behandeld worden. Daarvoor moeten de gemeentelijke handhavingsactiviteiten (zie bijlage 4 van het Startdocument) in de context van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving onder de loep worden genomen en bekeken op hun groen blauwe inhoud. Hierna zijn per type regelgeving de prioriteiten verantwoord en de overwegingen die daarbij zijn gemaakt. In het volgende hoofdstuk worden de gestelde prioriteiten in de context van ‘het gebied’ geplaatst.
Een groen blauwe bril
Uitgangspunt is dat alle handhavingstaken in de uitvoering aan bod komen. Aantasting van de blauwgroene functies (vaak wat kwetsbare gebieden) leidt vaak tot onherstelbare schade . Het principe van de ‘mate van onomkeerbaarheid’, m.n. bij deze functies, is leidend in de
Gemeentelijke verordeningen De Boswet (kapverordening), een deel van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) (relevante onderdelen voor groen en blauw o.m. het dumpen van afval en het houden van een standplaats zonder vergunning), de Kampeerverordening en de Wet op de openluchtrecreatie zijn te typeren als ‘omgevingsgerichte’ regelgeving. De Vaarverordening, de Beleidsregels vaarverordening Steenwijk, de Pleziervaartuigenverordening en de Ligplaatsenverordening zijn gebruiksgerichte typen regelgeving. De marktverordening en de parkeerverordening zijn buiten de prioriteitsstelling gelaten omdat deze autonoom georganiseerd zijn. De daarbij behorende capaciteiten van de parkeerwachters zijn in de berekening van de benodigde en beschikbare capaciteit voor de prioriteitsstelling van handhavingsactiviteiten buiten beschouwing gelaten. Evenzo is de capaciteit van de havenmeester buiten beschouwing gelaten.
prioriteitstelling Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
-6-
DHV Milieu en Infrastructuur BV
WRO (buitengebied) Prioriteit
Overwegingen Onderdelen WRO met betrekking tot het buitengebied
1
Sloopverordening/ kapverordening (Boswet)
Vb. illegaal kappen van bomen (of houtwallen)
2
Monumentenverordening / Monumentenwet
3
Overtreding aanlegvergunningenstelsel
Vb. aanleg van een verhoging (wal) in strijd met bestemmingsplan
4
Bouwen zonder bouwvergunning
5
Illegaal gebruik gronden
6
Illegaal gebruik gebouwen
Vb. bouwen van een woning in strijd met bestemmingsplan
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
$ De prioriteitstelling voor de handhaving binnen de regelgeving van de WRO is benaderd door de impact van de verschillende regelgeving te spiegelen tegen de mate waarin voorkomende ingrepen in de ruimte ‘onomkeerbaar’ zijn en/of het landschap dan wel het cultuurhistorisch erfgoed ‘onherstelbaar’ aantasten $ Hetgeen uit de Boswet (kapverordening) voortvloeit is ook een taakstelling vanuit de WRO. Dit omdat het overtreden van de Boswet consequenties (gevelde bomen) heeft voor de omgeving. Daarnaast werd geconcludeerd dat het (illegaal) uitbreiden van kampeerterreinen ook in het licht van de WRO kan worden gezien (gebruik gronden). Het gaat immers in beide gevallen om onjuist gebruik van de omgeving. Derhalve zijn de Boswet en de Wet op de openluchtrecreatie bij de prioritering onder de WRO geschaard. $ Vanwege het belang van recreatie in het beleid van Steenwijk komt illegaal recreëren expliciet terug in de definitieve prioriteitsstelling (zie piramide hoofdstuk 5).
29 augustus 2002, versie 4
-7-
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Woning wet, bouwverordening en bouwbesluit Prioriteit 1
2
Woningwet, bouwverordening en bouwbesluit Bouwen zonder bouwvergunning (veiligheid/ gezondheid)
Bouwen zonder bouwvergunning (bruikbaarheid/ energie/ nietscheiden bouwafval)
Overwegingen $ De onherroepelijkheid van een overtreding, als ook de onomkeerbaarheid van de gevolgen daarvan is leidend criterium bij de prioritering. $ De criteria voor de beoordeling op risico’s voor veiligheid en gezondheid hebben prioriteit gekregen. Energie en afval krijgen ook binnen andere regelgeving de nodige aandacht. $ Het bouwen zonder bouwvergunning wordt doorgaans tijdens het regulier toezicht geconstateerd. Daarom is het bouwen zonder bouwvergunning samen te voegen met het regulier toezicht tot één handhavingsonderwerp “bouwen zonder vergunning“. $ Het niet scheiden van bouwafval wordt beschouwd als een onderdeel van het regulier toezicht. $ Toezicht zal met name zich moeten richten bij de oplevering. ‘Toont u maar aan dat het bouwwerk volgens de normen en voorschriften is gebouwd’.
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
-8-
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Wet bodembescherming Prioriteit 1
Vb. toepassen van puin in een oprit
Bodem Wet bodembescherming
Wet milieubeheer Prioriteit
Wet milieubeheer (Wm)
1
Inrichting zonder Wm-vergunning
2
Inrichting met Wm-vergunning: cat.2 en 31
3
Inrichting met Wm-vergunning: cat.4
4
Inrichting met Wm-vergunning: cat.1
Overwegingen $ Het bouwstoffenbesluit (BSB) is als afgeleide van de Wet bodembescherming beschouwd. $ Bodemverontreiniging vormt een risico voor mens en omgeving en daarom is het onderwerp bodem betrokken bij de prioritering.
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
Overwegingen $ Op grond van de Wet milieubeheer worden randvoorwaarden aan de ontwikkelingen van bedrijven gesteld, voor zover het gaat om milieubelasting van de omgeving als ook externe veiligheid $ Categorie 2 en 3 inrichtingen zijn bij de prioritering samengenomen omdat voor deze inrichtingen vergelijkbare problemen aan de orde zijn bij het reguliere toezicht. $ Bedrijven die ‘pro-actief’ zijn en die hun bedrijfsvoering ten aanzien van de milieubelasting en externe veiligheid goed in de hand hebben en waarover goede verantwoording plaatsvindt krijgen een lagere prioriteit dan bedrijven die minder/geringe aandacht hebben voor deze aspecten. $ De ervaring leert dat categorie-4-bedrijven zich ‘pro-actief’opstellen ten aanzien van het willen naleven van de milieuregels.
29 augustus 2002, versie 4
-9-
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Overige regelgeving Voor de finale beoordeling zijn de volgende typen handhavingsactiviteiten onderscheiden: WRO (blauw + groen) Wet milieubeheer (cat. 2, 3 en 4); Monumenten Slopen Bouwen zonder bouwvergunning Illegaal recreëren APV Overige WRO Varen
De verschillende wettelijke handhavingstaken zijn binnen het wetgevend kader, dan wel een vergelijkend kader gewogen. Dit heeft geleid tot voornoemde prioriteitstelling. Een aantal typen regelgeving lijken er wat buiten te vallen maar zijn pas in de finale beoordeling meegewogen. Het gaat hier om de volgende typen regelgeving: -
-
-
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
APV voor zover het niet ‘blauwgroene’ functies betreft (o.m. evenementen, plaatsen reclame- of uithangborden, muziekvertoningen, terrasvergunningen, vuurwerk afsteken, standplaatsvergunningen, loslopen en poepen van honden, wegsleepregeling e.d.).. ‘Vaarregelgeving’, zoals de Vaarverordening, de Beleidsregels vaarverordening Steenwijk, Pleziervaartuigenverordening, de Ligplaatsenverordening Kampeerregelgeving , zoals de Kampeerverordening en de Wet op de Open Luchtrecreatie.
Finale beoordeling In de verdere uitwerking van de prioriteitstelling zijn de gestelde prioriteiten onderling vergeleken. De vergelijking van de verschillende prioriteiten per regelgeving en de achterlig gende gedachten met betrekking tot de doelen van de regelgeving zijn per gebiedsfunctie beoordeeld (zie hoofdstuk 5). Deze beoordeling is uitgevoerd vanuit het perspectief dat ‘veiligheid’ de hoogste prioriteit heeft. Vervolgens gelden (in afnemende urgentie) de criteria van onomkeerbaarheid, zaken die niet te herstellen zijn, de kwetsbaarheid van het gebeid of de locatie, de kans op precedentwerking en tenslotte de overlast voor derden. Voor de finale beoordeling: - zijn de APV-regels, voor zover ze niet betrekking hebben op de ‘blauwgroene’ functies, geschaard onder de handhavingstaken die aangeduid worden met ‘Overige WRO’ - is de Vaarregelgeving aangeduid met Varen. - is de Kampeerregelgeving aangeduid met Illegaal recreëren.
29 augustus 2002, versie 4
- 10 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
5 Monumenten zijn apart benoemd ivm belang van de bescherming van het cultureel erfgoed
‘Overige WRO’ omvatten alle regels van APV en WRO die niet direct aan groene of blauwe functies zijn te koppelen;
GEBIEDSGERICHTE PRIORITEITEN
De prioritering wordt afgerond door de geprioriteerde handhavingsonderwerpen te bezien in de context van de gebiedsfuncties (gebiedsgerichte differentiatie). De volgende aandachtsgebieden zijn onderscheiden: a) Natuurgebied en agrarisch gebied met bijzondere waarden; b) Overige agrarisch gebied; c) Centrum; d) Overig woongebied; e) Bedrijventerrein; f) Recreatiegebied.
Natuurgebied en agrarisch gebied met bijzondere waarden 1. 2. 3. 4. 5.
Illegaal recreëren Varen (vaarverordening, etc) Overige WRO Monumenten WRO
Overwegingen m.b.t. natuurgebied en agrarisch gebied met bijzondere waarden Deze bijzondere gebieden dienen zo min mogelijk negatieve invloed te ondervinden van recreanten en andere bezoekers.
Per gebied is vastgesteld welke handhavingstaken de hoogste prioriteit hebben. Nummer 1 heeft de hoogste prioriteit. Hoe hoger het nummer hoe lager de prioriteit
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
- 11 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Overig agrarisch gebied 1. WRO 2. Wet milieubeheer (cat 2,3 en 4) 3. Illegaal recreëren 4. APV 5. Varen (vaarverordening, etc.) 6. Overige WRO 7. Bouwen zonder bouwvergunning 8. Slopen 9. Monumenten
Stads - en dorpscentra 1. Slopen 2. Monumenten 3. Bouwen zonder bouwvergunning 4. APV 5. WRO 6. Varen (vaarverordening, etc.) 7. Overige WRO 8. Wet milieubeheer (cat 2,3 en 4)
Overwegingen
Overwegingen
$ Teneinde te voorkomen dat ruimte in strijd met o.m. het Bestemmingsplan Buitengebied gebruikt wordt heeft de WRO de hoogste prioriteit. Voorts zijn het kappen van houtwallen hier een aandachtspunt. $ Recreatie en met name het illegaal recreëren zijn aandachtspunten in dit gebied. $ Varen is vrij hoog geprioriteerd omdat de vaarwegen, waarvoor de gemeente toezichtstaken heeft, in de vaarverordening zijn genoemd
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
$ De centra van onze dorpen en steden zijn uniek en worden gekarakteriseerd door bebouwing. Het slopen dan wel uitvoeren van bouwwerkzaamheden zijn aandachtspunten. $ Varen is hoger geprioriteerd dan “overige WRO” omdat de vaarwegen genoemd in de vaarverordening zowel binnen de dorpsgebieden alsmede in het overig agrarisch gebied tot één aandachtsgebied behoren.
29 augustus 2002, versie 4
- 12 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Overig woongebied 1. Bouwen zonder vergunning 2. Wet milieubeheer (cat. 2,3 en 4) 3. APV 4. WRO 5. Overige WRO 6. Illegaal recreëren 7. Slopen 8. Wm cat. 1
Bedrijventerrein 1. Wet milieubeheer (cat 2,3 en 4) 2. WRO 3. Bouwen zonder bouwvergunning 4. Slopen 5. Overige WRO 6. Scheiden bouwafval 7. APV 8. Wm cat. 1
Overwegingen
Overwegingen
$ In de overige woongebieden zijn aandacht voor aanpassing en toevoeging van bebouwing in relatie tot in ieder geval veiligheid en gezondheid prioriteit 1 $ Aandacht voor bedrijvigheid en de risico’s die dat heeft voor de omliggende bebouwing heeft prioriteit.
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
$ Op bedrijventerreinen staan nagenoeg alleen bedrijven. Daarop richt zich primair het toezicht in verband met de beoordeling van de naleving van de milieuvergunningen en het beheersen van milieubeïnvloeding en externe veiligheidsrisico’s $ Bebouwing in afwijking met het bestemmingsplan en het bouwen zonder bouwvergunning zijn aandachtspunten met betrekking tot bedrijven die willen uitbreiden.
29 augustus 2002, versie 4
- 13 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Recreatiegebied 1. WRO 2. Wet milieubeheer (cat 2,3 en 4) 3. Illegaal recreëren 4. Overige WRO 5. APV 6. Bouwen zonder bouwvergunning 7. Slopen 8. Monumenten Overwegingen $ In de recreatiegebieden geldt dat gelet moet worden op het feit dat conform het bestemmingsplan en conform de vergunningen gerecreëerd wordt. Vanuit dat perspectief zijn typen regelgeving geprioriteerd. $ Varen is niet in de prioritering meegenomen omdat de gemeente geen reguliere toezichtstaken heeft in recreatiegebieden op grond van de gemeentelijke vaarverordening (toezicht is m.n. taak van o.m. politie)
Op de volgende pagina zijn de gebiedgerichte prioriteiten in een tabel weergegeven.
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
- 14 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Handhavingsonderwerp
Natuurgebied / agrarisch gebied met bijz. waarden
Overig agrarisch gebied
Stads- en dorpscentra
Overig woongebied
Bedrijventerrein
Recreatieterrein
WRO
-
1
5
4
2
1
Wet milieubeheer, categorie 2, 3 en 4 (inclusief bedrijven ‘zonder’ vergunning en Wet bodembescherming)
-
2
8
2
1
2
Slopen
-
8
1
7
4
7
Monumenten
4
9
2
-
-
8
APV voor wat betreft het groene en blauwe kleurspoor
-
4
4
3
7
5
Bouwen zonder bouwvergunning
-
7
3
1
3
6
Varen (vaarverordening etc.)
2
5
6
-
-
-
Illegaal recreëren
1
3
-
6
-
3
Overige WRO
3
6
7
5
5
4
Scheiden bouwafval
-
-
-
-
6
-
Wet milieubeheer, categorie 1
9
9
9
8
8
9
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
- 15 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Vertaling naar capaciteit Op dit moment zijn 10,5 formatieplaatsen gereserveerd voor handhavingstaken. Bestaande handhavingscapaciteit
Formatie
Type handhaver
Toelichting
Niveau
1
Bouw- en woningtoezicht
8
1
Bouw- en woningtoezicht
9
1
Milieu
7
1
Milieu
9
1
Inspecteur Openbare Ruimte (BOA)
Openbare ruimte / APV
7
1
Inspecteur Openbare Ruimte (BOA)
Openbare ruimte / recreatie en varen
7
1
Jurist
10
Administratie
5
1
Senior handhaving
11
2
Extra formatie voor handhaving
0,5
Opgenomen in begroting
8
10,52 Ta Totale handhavingscapaciteit
Voor het invullen van de handhavingstaken conform de prioriteitstelling wordt vooralsnog uitgegaan van voornoemde capaciteit.
2
Bestaande operationele capaciteit inclusief extra capaciteit van 2 formatieplaatsen, volgend uit de begroting van de gemeente Steenwijk
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
- 16 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Op de volgende pagina is een algemeen beeld gegeven van de prioriteitstelling in een piramidefiguur. De piramide geeft uitdrukking aan de prioriteiten in handhavingstaken in relatie tot de beschikbare capaciteit. Hoe hoger de taak in de piramide is geplaatst hoe hoger de prioriteit is z’n totaliteit gesteld is. Deze piramide kan niet als maatstaf voor de prioriteitstelling gelezen worden. Daar dient de eerder gegeven tabel van bladzijde 15 voor! Deze ‘kleurentabel’ geeft richting aan de reguliere inzet van capaciteit in de gebieden voor de verschillende handhavingstaken. Uit de kleurentabel is af te lezen dat de impact die een te handhaven ingreep op de omgeving heeft, beoordeeld in het licht van de ‘mate van onomkeerbaarheid’ en de kans dat deze ingreep voorkomt, leidend zijn geweest bij het stellen van prioriteiten in handhavingstaken in de gebieden. NB Het schema is richtinggevend voor de prioriteitstelling maar kan soms, binnen de gebieden, op detailniveau nog anders uitpakken (vb. varen in Giethoorn krijgt hogere prioriteit dan tabel aangeeft).
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
Voorts wordt bij de kleurentabel opgemerkt dat de prioriteitstelling niet leidt tot het uitsluiten van bepaalde taken. In een nader te stellen handhavingsprogramma zullen alle taken worden ingepland op basis van de prioriteitstelling.
Er zijn handhavingszaken die qua impact en kans dat deze voorkomen gerekend kunnen worden tot een restcategorie en die, als deze voorkomen, dan ad-hoc worden opgepakt. De prioritering hierbij is afhankelijk van het gebied waarin een te handhaven ingreep voorkomt. Voorbeeld Aan de orde is de vraag waarom niet in het ‘overig woongebied’ op monumenten en slopen is geprioriteerd. Deze vraag gaat er allereerst vanuit dat er monumenten in het overig woongebied zouden zijn. Als dat al zo is, dan zal , bekeken door de ‘blauwgroene bril’, de sloop van een karakteristiek pand, dat verscholen in het buitengebied aanwezig is, wel ‘jammer’ zijn maar de impact zal gering zijn. Het zal de aantrekkelijkheid en uitstraling van de gemeente waarschijnlijk niet aantasten. Dit ligt echter anders als een monumentaal pand in het historisch oude centrum zo maar gesloopt wordt. Dit heeft een grote impact op het stadsgezicht.
De prioriteitstelling is te karakteriseren op basis van de mate van impact en kans op voorkomen van ongewenste gebeurtenissen. Hoe groter de impact en hoe groter de kans dat zo’n gebeurtenis voorkomt, hoe hoger de handhavingstaak die hiermee verband houdt is geprioriteerd.
29 augustus 2002, versie 4
- 17 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Prioriteitenpiramide integrale handhaving Legenda
1 1.
2
7
3
4
5
6
8
9
10
11
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
WRO Wm, cat. 2,3 en 4 Slopen Monumenten APV groen en blauw Bouwen zonder vergunning Varen Illegaal recreëren Overige WRO Niet scheiden van bouwafval Wet milieubeheer (Wm) cat. 1
De piramide geeft door haar vorm ook uitdrukking aan de beschikbare capaciteit. De huidige capaciteit is 10,5 formatieplaatsen. Met deze capaciteit moet de prioriteitstelling naar de handhavingstaken vertaald worden. De uren die hiervoor nodig zijn, zijn voor een groot deel bekend, uitgaande van de landelijke kentallen. Steenwijk kiest er echter voor om zelf kentallen te ontwikkelen, omdat zij integraal de handhavingstaken oppakt.
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
- 18 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
6 6.1
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Inleiding In dit afsluitende hoofdstuk wordt aangegeven wat van belang wordt geacht om tot een effectieve handhaving in de gemeente Steenwijk te komen.
6.2
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
Conclusie
tegengaan van het toebrengen van onherstelbare schade aan de omgeving. Voor een belangrijk deel is dit in fysieke zin uit te drukken en wordt dit geregeld in de WRO en aanverwante verordeningen (prioriteit 1, 3,4 en 5 in de piramide). Voor een ander deel betreft dit het toezicht en de controle bij bedrijven om milieubelasting van de omgeving tegen te gaan en om de risico’s met betrekking tot externe veiligheid te reguleren (prioriteit 2 in de piramide).
Met de voorliggende Nota Prioritering Integrale Handhaving is een belangrijke basis gelegd voor een effectief integraal handhavingsbeleid. Een belangrijk resultaat is duidelijkheid in de prioriteiten in de verschillende handhavingstaken voor de verschillende deelgebieden binnen de gemeente Steenwijk. 6.3
Een belangrijke vervolgstap is het vertalen van de prioriteiten naar de uitvoering. In de volgende paragraaf worden aanbevelingen gedaan om tot een effectieve uitvoering van het handhavingsbeleid te komen.
Vanuit het perspectief van de ambities die samenhangen met het realiseren van ‘Landstad Steenwijk’ is gekozen voor het beschermen van de groene en blauwe functies als ook de gebiedsspecifieke kenmerken en objecten (monumenten). Op grond van de prioriteitstelling mag verwacht worden dat de handhaving van de gemeente Steenwijk zich primair zal richten op het
Nu prioriteiten zijn gesteld dienen deze eerst te worden vastgesteld. Vervolgens is het van belang de prioriteitsstelling te vertalen naar de handhavingsorganisatie. Deze vertaling kan plaatsvinden door de handhavingsactiviteiten te baseren op de prioriteitstelling en deze vervolgens te monitoren.
Aanbevelingen
29 augustus 2002, versie 4
- 19 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
De monitor zal dan betrekking moeten hebben op zowel het proces (handhavingsorganisatie) als de handhavingspraktijk (effecten). Uitgangspunt hierbij is de huidig beschikbare capaciteit met de daarbij reeds toegekende maar tot nu toe nog niet nader ingevulde extra capaciteit van 2 fte (totaal 10,5 fte). Met het verkregen inzicht uit de monitor c.q. evaluatie zal vervolgens moeten worden bezien of aanpassing van de prioriteitstelling of personele capaciteit noodzakelijk is. Om de handhaving goed te kunnen programmeren is het van belang dat er ervaringscijfers worden ontwikkeld. Voor een deel van de handhavingstaken bestaan er al kengetallen en ervaringscijfers. Echter voor een groot deel nog niet. Het feit dat de afdeling BWTM van de gemeente Steenwijk een tijdschrijfsysteem heeft ingevoerd, betekent dat er gewerkt kan worden aan het opbouwen van programmeringsinformatie. Van groot belang is dat het tijdschrijfsysteem zorgvuldig en consequent wordt gebruikt door de handhavingsmedewerkers.
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
Naast het genereren van programmeringsinformatie is het ook van belang een monitoringssysteem op te zetten dat inzicht kan geven in de resultaten van het handhavingsbeleid. Het uitgangspunt van het handhavingsbeleid is immers dat de doelen van het beleid gehaald worden. Voor de effectiviteit van het handhavingsbeleid is het van belang te weten of het beleid ook tot de gewenste resultaten heeft geleid. Ook is van belang te weten of de ingezette capaciteit daadwerkelijk in vervolg op de prioriteitstelling zijn ingezet of dat tussentijds andere overwegingen tot een andere inzet hebben geleid. Wij bevelen aan om direct na vaststelling van onderliggende nota de monitor vast te stellen. Dit betekent allereerst dat het doel en de randvoorwaarden concreet gesteld moeten worden. Vervolgens dienen in de monitor de indicatoren te worden vastgesteld waarmee de beleidsdoelen beoordeeld kunnen worden. Vooralsnog wordt hierbij gedacht aan: • de ambities van de gemeente versus de gehanteerde prioriteitenstelling • capaciteit versus effectiviteit • capaciteit versus efficiëntie.
29 augustus 2002, versie 4
- 20 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Voorts moet worden vastgesteld hoe de monitor wordt gecommuniceerd, oftewel: hoe de basisgegevens en indicatoren verwerkt kunnen worden tot aansprekende rapportages. Wanneer op korte termijn een monitor wordt vastgesteld en wanneer in aansluiting daarop de prioriteitstelling wordt vertaald naar concrete handhavingsactiviteiten binnen de cluster Toezicht en Handhaving, dan kan op een gedegen en voor ieder goed volgbare wijze vanaf 1 januari 2003 te verantwoordden handhaving zijn beslag krijgen.
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
- 21 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
7
COLOFON
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
: : : : : : : : : :
Gemeente Steenwijk Nota Integrale handhaving fysieke ruimte S1307-66-001 22 pagina's drs. ing. R.V. Tommel ing. H. Haarsma drs. ing. R.V. Trommel ing. H. Haarsma 29 augustus 2002
29 augustus 2002, versie 4
- 22 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
BIJLAGE 1
SAMENVATTING STARTDOCUMENT Aanleiding De bescherming en bevordering van de kwaliteit en veiligheid van de omgeving is een voortdurende zorg van de overheid. De beleidsvelden volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer richten zich sterk op de zorg voor de omgeving. Op dit moment opereren in de gemeente Steenwijk de genoemde beleidsvelden afzonderlijk voor wat betreft toezicht op en handhaving van de regelgeving, dat zich gezamenlijk richt op de fysieke openbare ruimte. Mede als gevolg van het rapport van de Inspectie Ruimtelijke Ordening over de handhaving van de voormalige gemeente Brederwiede, waarin de gemeente sterk werd bekritiseerd, bleek de noodzaak van een eenduidig en effectief gemeentelijk handhavingsbeleid. Om het toezicht en de handhaving (verder handhaving genoemd) zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten is een integraal
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
handhavingsbeleid voor de fysieke openbare ruimte een belangrijke voorwaarde. De basis c.q. uitgangspunten voor een integraal, eenduidig en effectief beleid voor de handhaving is daartoe gelegd in het “Startdocument effectief handhaven in de fysieke ruimte”. Van sectoraal naar integraal Om tot een adequaat integraal handhavingsbeleid te komen dient de gemeentelijke organisatie hierop toegerust te zijn. Het Startdocument geeft inzicht in de handhavingsactiviteiten die op basis van de wetgeving uitgevoerd moeten worden en welke consequenties dit heeft voor de gemeentelijke organisatie in termen van personele capaciteit en kwaliteit. Als brug naar het integrale handhavingsbeleid worden in het Startdocument mogelijke uitgangspunten voor het integrale handhavingsbeleid geformuleerd.
29 augustus 2002, versie 4
- 23 -
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Deze uitgangspunten dienen vastgelegd te worden om het uiteindelijke integrale handhavingsbeleid te kunnen ontwikkelen. In het Startdocument wordt daarom nog niet ingegaan op de prioriteitsstelling. Wel wordt aangegeven op welke wijze deze prioriteitsstelling kan plaatsvinden (hoofdstuk 2). Hiervoor worden een voorbeeldmodel (bijlage 4) en een methodiek aangedragen. In algemene zin wordt in het Startdocument het kader voor het integrale handhavingsbeleid aangegeven dat in de vervolgfase wordt uitgewerkt. Organisatorische consequenties Voor het bepalen van de organisatorische consequenties van een integraal handhavingsbeleid, in termen van personele capaciteit en kwaliteit, zijn eerst alle handhavingstaken binnen de gemeente Steenwijk geïnventariseerd (bijlage 1). Vervolgens zijn de handhavingstaken geselecteerd die zich richten op de fysieke ruimte. Voor deze geselecteerde handhavingstaken is zoveel als mogelijk aangegeven wat de personele consequenties zijn wanneer deze taken op beheersniveau (het uitvoeringsniveau waarbij er geen achterstanden in de uitvoering ontstaan) worden uitgevoerd. Bij de personele consequenties is onderscheid gemaakt tussen technische inzet en Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
administratief/juridische inzet. De technische inzet bestaat uit het fysieke toezicht op de wet- en regelgeving tot en met de eerste aanschrijvingsbrief aan de overtreder. De administratief/juridische inzet bestaat enerzijds uit de administratief ondersteunende werkzaamheden. Anderzijds bestaat deze uit de werkzaamheden die nodig zijn om de overtredingen uiteindelijk ongedaan te maken, door middel van bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke maatregelen. Duidelijk werd dat niet voor alle handhavingstaken ervaringscijfers of kengetallen beschikbaar zijn om zodoende een volledige capaciteitsberekening te kunnen maken. Bij een berekening van de handhavingstaken, waarvoor wél cijfers beschikbaar zijn, bleek dat bij een adequate uitvoering van deze taken de bestaande personele capaciteit niet toereikend was. De berekening van de benodigde personele capaciteit is gebaseerd op landelijke kengetallen, ervaringscijfers van vergelijkbare gemeenten en ervaringscijfers van DHV. Voor de handhavingstaken waarvoor geen kengetallen of ervaringscijfers beschikbaar zijn, zijn inschattingen gemaakt.
29 augustus 2002, versie 4
-2-
DHV Milieu en Infrastructuur BV
Bij de berekening is echter nog niet uitgegaan van een integrale aanpak van de handhaving. Bij integrale handhaving kan de personele capaciteit efficiënter worden ingezet dan bij een sectorale handhavingsorganisatie. Keuzes maken Ook wanneer de efficiencyvoordelen van een integrale handhavingsorganisatie bij de berekening worden meegenomen zal er nog steeds sprake zijn van een tekort aan personele capaciteit. Wanneer het tekort niet kan worden aangevuld met formatieplaatsen, dienen er keuzes gemaakt te worden. Immers, de personele capaciteit is ontoereikend om alle handhavingstaken adequaat uit te voeren. Er dienen prioriteiten in de uit te voeren handhavingstaken gesteld te worden. In hoofdstuk 2 van het Startdocument wordt een aanzet gegeven hoe prioriteiten kunnen worden gesteld. In bijlage 4 wordt een concreet voorbeeldmodel gepresenteerd voor prioritering. Zo kunnen prioriteiten in handhavingstaken gesteld worden voor een bepaald gebied (centrum, natuurgebied etc.) in de gemeente Steenwijk.
Gemeente Steenwijk/ HHa/RT/ON-A 20011167
29 augustus 2002, versie 4
-3-