Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Resultaten Taskforces
5
2.1 Taskforce overlast openbare ruimte
5
2.2 Taskforce huisvesting arbeidsmigranten
7
3. Resultaten per cluster 3.1 Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken
9 9
3.1.1 Prioriteiten algemeen
9
3.1.2 Specifieke activiteiten
19
3.2 Cluster B: Openbare ruimte
22
3.2.1 Prioriteiten algemeen
22
3.2.2 Specifieke activiteiten
30
3.3 Bestuurlijke (keten)aanpak en vrijplaatsen 4. Ontwikkeling kwaliteit en professionaliteit
32 33
Pagina 2/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
1. Inleiding In 2012 hebben toezicht en handhaving weer in belangrijke mate bijgedragen aan het behalen van doelstellingen uit het Politiek Akkoord, de begroting 2012 en andere beleidsdoelstellingen. Handhaving in de taskforces (H2) Er zijn goede resultaten geboekt door inzet van de taskforces Overlast en Huisvesting Arbeidsmigranten. Voor de taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten betekent dit dat de taskforce in 2012 is opgeheven en het werk in de lijnorganisaties is belegd. Hoewel de resultaten van de taskforce Overlast positief zijn blijft er genoeg werk te verzetten. In het Centrum is de aanpak op onderdelen herzien en uitgebreid naar twee andere overlastveroorzakende groepen. In de Colijnstraat en omgeving wordt de bestaande aanpak voortgezet. Zie hoofdstuk 2. Bebouwde omgeving (H3, §3.1) Bij het bouwtoezicht op de bouwplaats is bij 54% van de inspecties geen overtreding geconstateerd. Bij 33% van de inspectie is een overtreding geconstateerd, die op eerste aanwijzing van de inspecteur is verholpen. In 11% was een aanschrijving en hercontrole nodig om te voldoen en in 2% van de gevallen kwam de constructieve veiligheid of brandveiligheid dusdanig in gevaar dat de bouw tijdelijk is stil gelegd. Het blijkt van groot belang dat de inspecteurs op het juiste moment (in de bouwfase) een inspectie uitvoeren. Het gehanteerde toezichtsprotocol vormt hiervoor een goede basis. De integrale Wabo-controles zijn in 2012 uitgebreid, om in 2013 volledig integraal te gaan controleren op bouw-, brandveiligheids- en milieuregels in de gebruiksfase. In de branches die zijn bezocht is het spontane naleefgedrag niet hoog. Bij 36% van de geïnspecteerde locaties is geen overtreding geconstateerd. Wel is het naleefgedrag 2% hoger dan in 2011. Positief is dat de bereidheid tot naleving hoog is en dat in de meeste gevallen een waarschuwing en een hercontrole voldoende is om overtredingen te laten herstellen. In 17% van de gevallen is het nodig om een handhavingszaak door te zetten om naleving af te dwingen. Uit de sectorale controles brandveiligheid bij locaties met een gebruiksvergunning blijkt dat in 40% van de gevallen direct wordt nageleefd. Vergeleken met 2011 is het naleefgedrag verbeterd met 12%. Na een waarschuwing en een hercontrole wordt in 97% van de geïnspecteerde locaties aan de regels voldaan.
De milieueisen worden beter spontaan nageleefd: uit de sectorale controles milieu volgt dat 62% van de inrichtingen de regels naleeft. In 2011 was dit 66%. Het naleefgedrag wordt negatief beïnvloed door het grote aantal thematische controles in 2012. Voor deze controles is een specifiek aantal branches en activiteiten geselecteerd, waarvan de verwachting is dat de naleving minder goed is. Dit blijkt in de praktijk ook zo te zijn, waarmee de keuze voor deze themacontroles gerechtvaardigd is. Na een waarschuwing en hercontrole wordt in 98% van de gevallen voldaan. De doelstelling uit het Integraal Handhavingprogramma 2011-2015 van 70% spontane naleving blijkt, vooral voor de thema’s bouw en brandveiligheid, ambitieus. De bereidheid tot naleving is hoopgevend: een waarschuwing is in de meeste gevallen voldoende om naleving te bewerkstelligen. In 2013 wordt ten aanzien van een aantal branches gerichte en specifieke handhavingscommunicatie ingezet met als doel het beïnvloeden van het spontane naleefgedrag. Per 2013 wordt het concept ‘vernieuwend toezicht’ volledig toegepast in de gebruiksfase van gebouwen. Ook wordt in 2013 de evaluatie ‘vernieuwend toezicht’ afgerond. In 2012 zijn zo’n 250 controles uitgevoerd door de politie bij horeca-inrichtingen, waaronder coffeeshops en prostitutiebedrijven. Dit heeft geleid tot 39 bestuurlijke handhavingsmaatregelen. Één theehuis is gesloten na een Bibob-onderzoek en een belwinkel is gesloten voor 12 maanden vanwege daarin aangetroffen drugs. Eén café heeft na een aanschrijving vanwege schijnbeheer zelf de deuren gesloten. De naleving in de kinderopvang is in zijn algemeenheid redelijk te noemen. In 72% van de inrichtingen die in 2012 zijn bezocht worden de kwaliteitseisen direct nageleefd. Dit is echter niet binnen de doelstelling van 80% directe naleving. In 2011 was in 84% van de gevallen nog sprake van spontane naleving. Vooral de kinderopvang en buitenschoolse opvang springen er in negatieve zin uit, gastouders in positieve zin. Vaak bleken Verklaringen Omtrent het Gedrag onjuist te zijn (bijv. onjuiste functieomschrijving) en bleken risico-inventarisaties en pedagogisch beleid niet aanwezig of op orde. Een waarschuwing blijkt voldoende om te komen tot 100% naleving. Ook in 2013 wordt voorlichting gegeven aan en gecommuniceerd met de doelgroep over de geldende eisen. In hoofdstuk 3, §3.1, zijn de resultaten ten aanzien van de bebouwde omgeving weergegeven. Pagina 3/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Openbare ruimte (H3, §3.2) De 5 thema’s met prioriteit staan centraal bij de uitoefening van toezicht in de openbare ruimte. Ten aanzien van deze thema’s wordt, op steeds professionelere wijze en al dan niet in taskforceverband, een stevige bijdrage geleverd aan het verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid van alle wijken. De doelstellingen uit de Meerjarenbegroting en het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015 zijn in 2012 grotendeels behaald. De betalingsbereidheid op plaatsen met betaald parkeren stabiliseert. In 2012 is een betalingsbereidheid gemeten van 81% (in 2011 was dit 82%). Onderzoek heeft inzicht gegeven in de gebieden met een lage betalingsbereidheid, de zogenaamde hotspotkaart. Aanpassing van de werkwijze aan de hand van deze kaart zal naar verwachting de betalingsbereidheid ook in de lastige gebieden positief beïnvloeden. Bij een aantal grootschalige evenementen, waaronder de Kerstmarkt, Dordt in Stoom en Koninginnedag, is onder regie van Toezicht een integrale controle uitgevoerd. De resultaten van de gehouden controles bewijzen de meerwaarde ervan. Ook ten aanzien van de (week)markten, het havengerelateerde toezicht, toezicht op het kappen van bomen en het tijdelijk gebruik van de openbare ruimte is de uitvoering conform de raming geweest. De projectmatige aanpak van onrechtmatig in gebruik genomen gemeentegrond vergt meer inzet en capaciteit dan verwacht. Hierop wordt in 2013 geanticipeerd. In de Hollandse Biesbosch ging de aandacht in 2012 uit naar een vijftal speerpunten die (veilige) recreatie en bescherming van de natuur bevorderen. In §3.2 zijn de resultaten van toezicht en handhaving in de openbare ruimte opgenomen.
De Veiligheidsmonitor is een landelijke monitor en de gemeente is niet gekend in de wijzigingen in de vragenlijst. Om voor deze indicatoren toch te kunnen beschikken over een eindmeting in Dordrecht worden de vragen volgens de oude definities in het regionale Omnibusonderzoek van 2013 (OCD) opgenomen. In het jaarverslag over 2013 kunnen deze cijfers betrokken worden. Bestuurlijke aanpak criminaliteit (H3, §3.3) Onder het RIEC-convenant en het convenant vrijplaatsen is samengewerkt met andere overheden in de aanpak van criminaliteit op de thema’s mensenhandel, vastgoedfraude, hennepteelt en toepassing Wet Bibob. In Dordrecht, maar ook in andere gemeenten in de regio, is de bestuurlijke aanpak van criminaliteit in 2012 steviger verankerd. De samenwerking op de diverse thema’s heeft tot een aantal goede en maatschappelijk relevante resultaten geleid. Zie §3.3 Kwaliteit en professionaliteit (H4) In 2012 is geïnvesteerd in het behouden en verhogen van de kwaliteit en professionaliteit van uitvoerende diensten en de handhavingsorganisatie als geheel. Dit in een context waar nieuwe wet- en regelgeving, andere uitvoeringskaders, nieuw beleid en bezuinigingsopgaven zorgen voor de nodige dynamiek en uitdagingen. Veel van de voor 2012 benoemde ontwikkelpunten zijn opgepakt en geheel of gedeeltelijk uitgevoerd. Een aantal punten is in 2012 opgepakt, maar wordt in 2013 afgerond. Voor het Parkschap Nationaal park de Biesbosch en voor Stadsbeheer geldt dat de ontwikkeling van kwaliteit en professionaliteit de komende jaren in een bredere context wordt opgepakt. Hoofdstuk 4 geeft in tabelvorm de voortgang van de ontwikkelpunten weer.
Indicatoren openbare ruimte Met de vaststelling van de programmabegroting 2013 zijn nieuwe nulwaarden en streefwaarden bepaald van diverse indicatoren van drie programma’s, te weten Veiligheid, Leefbaarheid en Stedelijk beheer, Verkeer en Vervoer. Voor zover deze waarden ook als indicator zijn gebruikt voor de doelstellingen uit het handhavingsprogramma zijn de gewijzigde waarden in dit jaarverslag overgenomen. Daarnaast is in de jaarrekening 2012 aangegeven dat het door wijzigingen in de vragenlijst van de Veiligheidsmonitor 2012 niet meer mogelijk is alle indicatoren te actualiseren. Pagina 4/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
2. Resultaten taskforces Programmabegroting 2011 en Meerjarenbegroting 2012-2014: ‘We introduceren twee taskforces. De eerste heeft als doel om overlastgevers aan te pakken. Wij staan een integrale ketenaanpak voor in samenwerking met andere instanties, die met de doelgroepen te maken hebben, zowel in de preventieve, curatieve en repressieve zin. Kortom, een gecombineerde zachte en harde aanpak. Deze is sterk actiegericht met nadruk op toezicht en handhaving, maar gaat eveneens gepaard met het aanbod van voorzieningen voor de doelgroep. Daarbij willen wij voldoende maatschappelijke opvang voor kwetsbare groepen bieden, maar concentratie van deze voorzieningen tegengaan. We willen voorkomen, dat door strengere handhaving alleen de overlast binnen de stad verschuift. Ook voeren we in dit kader concrete acties uit, zoals een tijdelijke toezichtspost in het gebied Kasperspad/Vrieseplein.’
Dit hoofdstuk geeft de resultaten van de Taskforce Overlast openbare ruimte en de Taskforce Huisvesting arbeidsmigranten.
2.1 Taskforce Overlast openbare ruimte De Taskforce Overlast in de Openbare Ruimte is gestart in de zomer van 2010. De Taskforce richt zich op het verminderen van de overlast die veroorzaakt wordt door twee groepen van overlastgevers in twee gebieden: • Verslaafde dak- en thuislozen in het Centrum, en; • Overlastgevende en mogelijk criminele personen in de Colijnstraat e.o. De Taskforce heeft het doel om de beleving van overlast (cijfers Veiligheidsmonitor) en het aantal meldingen van overlast te laten dalen. Het eindresultaat van de Taskforce wordt eind 2013 opgemaakt. Overlastbeleving en politiemeldingen Om te bepalen of doelstellingen worden behaald wordt o.a. de overlastbeleving gemeten. In de benoemde gebieden is de overlastbeleving, afgemeten aan de scores op de schaal 'sociale overlast', met tenminste 0,2 punt afgenomen (zie tabel 1). De doelstellingen voor 2012 zijn daarmee gehaald. Tabel 1: Doelstellingen Taskforce Overlast – overlastbeleving (OCD 2012) Overlastbeleving
Nulmeting 2011
Streefwaarde 2012
Behaald 2012
Weeshuisplein
3,0
2,8
1,9
Beverwijcksplein
4,6
4,4
3,9
Kasperspad
4,8
4,6
4,2
4,2
4,0
2,9
Centrum:
Colijnstraat
Toelichting: hoe hoger de score hoe meer overlast bewoners in de buurt ervaren (schaal loopt van 1-10). N.B.: de meting dateert van maart 2012.
Naast de overlastbeleving wordt ook de werkelijke overlast gemonitord. Hiertoe wordt het aantal meldingen van overlast bij de politie als maatstaf genomen, zie tabel 2. Het aantal meldingen in de Colijnstraat is afgenomen, wel was het in de zomermaanden onrustig. In het Centrum is in de zomer een toename van overlastmeldingen in de ‘hot spot’ gebieden. Deels te verklaren door veel meldingen door / over het Leger des Heils aan het Kromhout. Nauwe samenwerking met politie en Toezicht en de inzet van particuliere beveiligers hebben eraan bijgedragen dat de rust is teruggekeerd. Daarnaast is een toename van het aantal overlastmeldingen waargenomen in gebieden waarvoor geen gebiedsaanwijzing is ingesteld. Het gaat met name om het Noorderhoofd en Otto Dickeplein. Uit gesprekken met bewoners en professionals blijkt dat de overlast van dak- en thuislozen verminderd is. Daarnaast zijn andere overlastgerelateerde problemen (gaan) spelen. Zo wordt o.a. een toename van drugsoverlast en verloedering ervaren door bewoners. Tabel 2: Doelstellingen Taskforce Overlast - politiemeldingen Nulmeting 2010 Centrum
328
“hotspot gebieden” Colijnstraat
748
Streefwaarde 2012
Behaald 2012
278
176
-15%
-46%
374
383
-50%
-49% Pagina 5/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Stand van zaken Centrum Er is gestart met 108 dossiers – zoals het uitgangspunt was bij de start van de Taskforce Overlast. In 2012 is er ruimte gekomen om 35 andere cliënten te bespreken en toe te leiden naar de zorg – uiteindelijk kwamen hiervoor 33 personen in aanmerking. In tabel 3 een overzicht van de stand van zaken aangaande de persoonsgerichte aanpak in het Centrum. Tabel 3: Stand van zaken persoonsgerichte aanpak Centrum eind 2012 Aantal overlastgevers
Aantal overlastgevers
Afgesloten (geen
bij start aanpak
in traject
overlastmeldingen meer)
Lijst 2010 (ook wel ‘lijst van 100’ genoemd) Nieuwe instroom (01/01-2012) (max. 35)
108
61
47
33
23
10
Stand van zaken persoonsgerichte aanpak Colijnstraat De aanpak in de Colijnstraat is gericht op de overlastgevende en mogelijke criminele personen die zich ophouden in de wijk (de zogenaamde ‘groep van 140’). De aanpak bestaat enerzijds uit het doen van een sociaal aanbod, gericht op toeleiding naar zorg- en hulpverlening. Indien cliënten niet openstaan voor het sociale aanbod worden zij toegeleid naar handhaving. Tabel 4: Stand van zaken persoonsgerichte aanpak Colijnstraat eind 2012
Lijst 2010 (ook wel lijst van 140 genoemd)
Aantal overlastgevers
Aantal overlastgevers
Afgesloten (geen
bij start aanpak
in traject
overlastmeldingen meer)
179
56, waarvan 32
123, waarvan 60
handhaving en 24
gemonitord worden
zorgtraject
Conclusie en vervolgaanpak Hoewel de resultaten positief zijn, is ook duidelijk dat we er nog niet zijn. Zo is er in de binnenstad, naast de overlast van dak- en thuislozen, ook sprake van verloedering en onveiligheidsgevoelens. In de Colijnstraat en omgeving is nog steeds sprake van drugsoverlast. Om deze problemen adequaat aan te pakken is verdere inzet gewenst. Voor de aanpak van overlast in 2013-2014 betekent dit het volgende: • Voor het Centrum is de aanpak op een aantal punten herzien. Zo zal de persoonsgerichte aanpak uitgebreid worden naar twee andere overlastgevende groepen, te weten: 1) jeugd en 2) overlastgevende en mogelijk criminele personen. Uitgangspunt hierbij is dat overlastgevers die hun gedrag willen veranderen kansen krijgen. Ook wordt ingezet op communicatie met en participatie van bewoners, bijvoorbeeld door het organiseren van tuintafelgesprekken. De inzet van het interventieteam, de mobiele toezichtspost, cleanteams en de buurtbeheergroep wordt voortgezet. • In de Colijnstraat wordt de huidige aanpak voortgezet. Enerzijds wordt ingezet op de aanpak van de individuele overlastgever; zorg- leer- en werktrajecten worden opgezet, met als doel overlastgevers te bewegen tot ander gedrag en kansen te bieden op een betere toekomst. Anderzijds blijven de gebiedsgerichte maatregelen van kracht, zoals de inzet van twee mosquitos in de voetbalkooi, preventief fouilleren, wegafsluitingen om drugsrunners te hinderen en cameratoezicht.
Pagina 6/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012 Programmabegroting 2011 en
2.2 Taskforce Huisvesting arbeidsmigranten
Meerjarenbegroting 2012-2014: ‘De tweede taskforce is gericht op adequate huisvesting van arbeidsmigranten en het tegengaan van overlast door o.a. illegale bewoning. De gemeente pakt de regierol voor de huisvesting van de arbeidsmigranten. Hierbij hoort een strengere aanpak van huisjesmelkers, eigenaren van verwaarloosde panden, overbewoning en overlastveroorzakende kamerverhuur. Ook hier zoeken we een integrale ketenaanpak met werkgevers, uitzendbureaus, woningbemiddelaars, huiseigenaren, omwonenden en de arbeidsmigranten zelf. Handhaving op illegale situaties en toezicht op vergunde panden zijn vervolgens het sluitstuk van de aanpak.’
In 2010 is deze taskforce door het college ingesteld. De taskforce richt zich op adequate huisvesting van arbeidsmigranten en het tegengaan van overlastsituaties in en vanuit kamerverhuurpanden. Naast het op orde brengen van de voorzieningen en het beïnvloeden van gedrag maakt handhaving op illegale situaties en toezicht op vergunde panden onderdeel uit van de aanpak. Taskforce opgeheven, taken in lijnorganisatie In oktober 2012 is de eindrapportage opgeleverd en heeft college besloten de taskforce te beëindigen. De situatie is op orde: achterstanden in de handhaving zijn weggewerkt, de regelgeving is up to date en er is inzicht in het ontstaan en oplossen van problematiek. Tegelijkertijd blijft ten aanzien van dit thema aandacht nodig. Problemen kunnen terugkeren en ontwikkelingen in Europa kunnen aanleiding zijn voor extra druk op de lokale woningmarkt. De uitvoerende taken zijn overgedragen aan de betrokken lijnorganisaties. Om deze taak met de nodige prioriteit en intensiteit uit te kunnen voeren is voor de jaren 2013 en 2014 extra budget beschikbaar gesteld. Handhaving Eén van de doelstellingen van de taskforce was dat de achterstand in de handhaving structureel verdwenen is per oktober 2012. Daarbij dient: a. De organisatie voldoende bemensd te zijn om na melding van illegale situaties binnen 2 weken een 1e inspectie uit te voeren; b. Het handhavingstraject zodanig te zijn opgezet dat maximaal na 4 maanden een sanctie is opgelegd. Concluderend kan worden gesteld dat per 1 oktober 2012 de situatie rond illegale panden onder controle is, de bemensing voldoende en de doorlooptijd van de handhavingsprocedure is ingekort van 11 maanden naar minder dan 4 maanden. In de periode van de taskforce zijn 112 dwangsommen opgelegd, 14 dwangsommen verbeurd voor een totaalbedrag van € 473.750,-, 7 lasten onder bestuursdwang opgelegd en 3 maal is een pand gesloten door uitvoering van bestuursdwang. Vanaf de start van de taskforce zien we dat het aantal panden dat illegaal verhuurd wordt gestaag afneemt en dat een gering aantal panden in de wacht staat (figuur 1, zie volgende pagina). Dit ondanks het feit dat veel geïnvesteerd is in het achterhalen van illegale kamerverhuurpanden. Ook is de mate van overtreding van de regelgeving afgenomen. Waar in 2010 bij illegale kamerverhuurpanden nog regelmatig meer dan 8 personen werden aangetroffen in één pand, worden nu meestal slechts 3 of 4 personen aangetroffen. Tabel 5: Status van voorraad panden in de handhaving per 1 oktober 2012 Situaties Panden in de wacht (nieuwe aanmeldingen)
Aantal 7
Pand bezocht, niemand aangetroffen, herinspectie over 4 weken
38
Pand bezocht, niemand aangetroffen, herinspectie over 3 maanden
15
Illegale situatie aangetroffen, handhavingstraject
35
Illegale situatie met last onder dwangsom, wacht op inspectie voor inningsbesluit
28
Overtreding beëindigd, herinspectie na 3 maanden
31
Geen overtreding meer geconstateerd, tweede herinspectie na 6 maanden Totaal
32 186
Pagina 7/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012 Figuur 1: aantal kamerverhuurpanden in de handhaving en in de wacht
Toezicht op vergunde panden Per oktober 2012 telt Dordrecht 282 legale kamerverhuurpanden, ruim 1400 ‘bedden’. In twee jaar tijd zijn alle vergunde panden ten minste één maal geïnspecteerd. Circa 1 op de 3 particuliere panden bleek niet te voldoen aan wet- en regelgeving. Hierbij ging het zowel om brandveiligheid als om het huisvesten van te veel personen. Bij panden van corporaties bleek circa 1 op de 10 niet te voldoen. Toezicht op deze vorm van huisvesting is en blijft derhalve zinvol om te zorgen dat de kamerverhuurpanden als goede huisvesting blijven dienen voor arbeidsmigranten, zonder voor overlast te zorgen. Aanpak overlastgevende panden met kamerverhuur Ook de aanpak van overlastgevende panden met (mogelijk) kamerverhuur heeft binnen de taskforce de nodige aandacht gekregen. Er zijn goede werkafspraken gemaakt waarmee theoretisch de alles onder controle is. In de praktijk blijken overlastgevende panden niet altijd gemakkelijk of binnen korte tijd opgelost te kunnen worden. Een aantal redenen hiervoor zijn a. dat bij incidentele overlastgevallen of –meldingen niet altijd sprake is van structurele overlast, b. een oorzaak voor overlast weggenomen kan zijn (bijv. illegale kamerverhuur) terwijl een ander er voor in de plaats komt (bijv. overlastgevend gezin), of c. de overlast keert terug na een periode van rust als gevolg van een bestuurlijke interventie. Over de periode van de taskforce zijn de volgende cijfers verzameld: Tabel 6: Cijfers overlastgevende panden in looptijd taskforce 1e helft 2011
2e helft 2011
1e helft 2012
2e helft 2012
Totaal
40
7
6
4
57
6
3
3
0
12
33
4
2
0
39
In bestuurlijk traject
1
0
0
0
1
Nog niet opgelost & nog niet in
0
0
1
4
5
Totaal meldingen Opgelost binnen 3 maanden Opgelost na > 3 maanden
bestuurlijk traject Pagina 8/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
3. Resultaten per cluster Binnen de gemeentelijke handhaving worden de volgende drie clusters onderscheiden: • Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken • Cluster B: Openbare ruimte • Cluster C: Uitkeringen en Leerplicht De resultaten over 2012 worden in dit hoofdstuk per cluster weergegeven. Voor Cluster A in § 3.1 en voor Cluster B in § 3.2.1 Voor cluster C: Uitkeringen en leerplicht wordt in dit jaarverslag geen inhoudelijke informatie opgenomen.2
3.1 Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken Binnen de gemeente worden in of vanuit inrichtingen, gebouwen en bouwwerken diverse activiteiten ontplooid, die bepaalde risico’s met zich meebrengen voor gebruikers, bezoekers en omgeving. Deze activiteiten worden genormeerd door bouw- (incl. bestemmingsplan en monumenten), brandveiligheid- en milieuregels. Hierbinnen zijn prioriteiten en doelen voor toezicht en handhaving vastgesteld. Zie § 3.1.1. Daarnaast is er een aantal activiteiten onderscheiden waarbij sprake is van afwijkende vorm van gemeentelijke toezicht en handhaving vanwege meer specifieke aandacht voor veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. Zie § 3.1.2. 3.1.1 Prioriteiten algemeen In het gebruik van een bouwwerk worden drie levensfasen onderscheiden: de oprichtingsfase, de gebruiksfase en de beëindigingfase. Toezicht is met name gericht op de gebruiksfase van risicovolle activiteiten. Als risicovolle activiteiten zijn aangemerkt gebouwen waarin veel (eventueel minder zelfredzame) mensen tegelijk aanwezig zijn, gebouwen die een publieke of openbare functie hebben en/of waar calamiteiten grote gevolgen kunnen hebben. Daarnaast is toezicht ingezet in de bouwfase van risicovolle objecten. Minder aandacht is uitgegaan naar sloop- of beëindigingfase van activiteiten. De prioriteitstelling binnen dit cluster is opgenomen in bijlage 3 van het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015. Het budget voor dit cluster is in 2012 als volgt ingezet: Tabel 7: Overzicht raming en uitputting budget 2012 Onderdeel
Realisatie (€) 2012
Oprichtingsfase
374.609
450.842
Gebruiksfase
743.594
809.965
Beëindigingfase
104.016
77.644
Prioriteiten en overig toezicht
154.230
94.940
Calamiteiten, meldingen en verzoeken
429.862
459.520
25.543
503
1.831.854
1.892.961
Rechtsbescherming Totaal Toezicht en Handhaving
1
Raming (€) 2012
Meer gedetailleerde informatie is opgenomen in het jaarverslag 2012 van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (voor Cluster A, onderdeel A. Prioriteiten
algemeen) en in het jaarverslag 2012 van het Toezichtsbedrijf (voor cluster B, onderdeel A. Prioriteiten algemeen). 2
Voor verslaglegging hierover wordt verwezen naar p. 8 en p. 14 van het Jaarverslag Leerplicht 2011-2012 van het Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten
(via www.drechtsteden.nl) en naar p. 29-49 van de Jaarstukken 2012 Drechtsteden (www.drechtsteden.nl, zoek op jaarstukken) voor Sociale Dienst Drechtsteden. 3
De realisatie is zo laag omdat de ureninzet voor rechtsbescherming is verantwoord op de concrete handhavingszaken en daarmee niet afzonderlijk inzichtelijk. Pagina 9/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
De volgende controles zijn in 2012 uitgevoerd: Vernieuwend toezicht: De handhavingsprioriteiten in cluster A werden sectoraal bepaald binnen de taakvelden milieu, bouwen en brandveiligheid. Op 9 november 2010 heeft het college echter ingestemd met een nieuwe, integrale prioriterings- en programmeringssystematiek. Met deze systematiek, ook wel aangeduid met ‘vernieuwend toezicht’, wordt geen onderscheid meer gemaakt in sectorale wetgeving, maar zijn alle activiteiten die in gebouwen voorkomen, op basis van samengestelde risico’s per activiteit geprioriteerd. Per 1 januari 2013 wordt deze werkwijze volledig gehanteerd. Tot die tijd wordt deels op basis van de nieuwe systematiek en deels op basis van de oude, sectoraal georiënteerde werkwijze gewerkt. Dit is zichtbaar in de resultaten en verantwoording over 2012.
Tabel 8: Realisatie aantallen controles prioriteiten algemeen Cluster A Onderdeel
Raming 2012
Realisatie 2012
A. Oprichtingsfase Controle bouwfase Opleveringscontrole brandveilig gebruik Opleveringscontrole milieu
200
287
Geen aantal geraamd
23
67
36
B. Gebruiksfase Periodiek geïntegreerd toezicht gebruiksfase Periodiek toezicht kamerverhuur / woningonttrekking (incl. hh) Periodiek toezicht brandveilig gebruik
110
159
Geen aantal geraamd
Onderdeel Taskforce HAM
83
142
145
92
80
144
2
2
132
102
Controles bestuurlijke prioriteit
12
8
Bestuurlijke aanpak criminaliteit
32
2
Funderingsherstel
Geen aantal geraamd
21
Energieprogramma Drechtsteden
Geen aantal geraamd
23
Ad hoc prioriteiten
Geen aantal geraamd
-
6
6
218
225
Periodieke toezicht milieu Themagericht toezicht gebruiksfase milieu BRZO C. Beëindigingfase Controle sloopactiviteiten (incl. asbest) D. Prioriteiten en overig toezicht
Toezicht APV-vergunningen (grote evenementen) Toezicht bodemkwaliteit (incl. mobiele brekers)
2
7
10
17
Behandelen klachten/handhavingsverzoeken milieu
668
576
Behandelen klachten/handhavingsverzoeken bouw
90
146
Behandelen klachten/handhavingsverzoeken brandveilig gebruik
10
3
Handhaving n.a.v. klachten en handhavingsverzoeken
38
39
Toezicht divers Inventarisaties – ad hoc E. Calamiteiten, meldingen en verzoeken
Bestuurlijke handhaving APV / bijzondere wetten Daadwerkelijke uitvoering bestuursdwang
40
39
Geen aantal geraamd
-
Geen aantal geraamd
Onderdeel van HH-zaak
F. Rechtsbescherming Behandeling zienswijzen, bezwaar/beroep
Pagina 10/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Toelichting per onderdeel Op de diverse onderwerpen waarop toezicht wordt gehouden volgt hieronder een korte toelichting, waarbij ingegaan wordt op (afwijkende) resultaten en in hoeverre de doelstelling uit het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015 is behaald. A. Oprichtingsfase Controle bouwfase Het toezicht op bouwuitvoering is een wettelijke plicht van het college. Bij inspecties ter plaatse zijn bij 54% van de gecontroleerde bouwwerken geen tekortkomingen geconstateerd. In 33% van de gevallen is er wel een tekortkoming, maar wordt deze op eerste aanwijzing van de inspecteur ongedaan gemaakt. De overtreding is dan hersteld voordat de inspecteur de bouwplaats verlaat. Bij 11% van de uitgevoerde inspecties waren de geconstateerde tekortkomingen dusdanig dat de bouwonderneming wordt aangeschreven, waarna na een korte hersteltermijn een hercontrole is uitgevoerd. Bij 2% van de uitgevoerde inspecties was de overtreding dusdanig dat de constructieve- en/of brandveiligheid in gevaar komt. Middels inzet van bestuursrechtelijke handhaving is de bouw tijdelijk stilgelegd, totdat de bouwonderneming de overtreding ongedaan heeft gemaakt. Het naleefgedrag is met 54% directe naleving fors lager dan de doelstelling van 70% spontane naleving uit het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015. Wel is een aanwijzing van de inspecteur voldoende om dit naleefgedrag op 87% te krijgen. Het blijkt van groot belang dat de inspecteurs op het juiste moment (in de bouwfase) een inspectie uitvoeren. Het gehanteerde toezichtsprotocol vormt hiervoor een goede basis. Positief is dat het maar in een zeer gering aantal gevallen nodig is gebleken een handhavingstraject in te zetten om naleving af te dwingen. Doel uit IHP 2011-2015: Het bewaken en bevorderen van een veilige, leefbare, gezonde en duurzame woon-, werk- en leefomgeving. Indicatoren: 1.
70% leeft direct na
2.
25% na een waarschuwing en een hercontrole
3.
In max. 5% is bestuurlijke handhaving nodig
Opleveringscontroles Het aantal gerealiseerde opleveringscontroles blijft achter bij de raming. Opleveringscontroles vinden alleen plaats na een ingediende melding of een aangevraagde en afgegeven vergunning en zijn daarmee vraag gestuurd. De meest voor de hand liggende verklaring voor het achterblijven van meldingen en vergunningen is de economische recessie. Pagina 11/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
B. Gebruiksfase Vernieuwend toezicht (geïntegreerd toezicht gebruiksfase) In 2012 zijn in de gebruiksfase geïntegreerde controles bouw, milieu en brandveilig gebruik uitgevoerd bij de volgende branches: - Horeca - cafés en restaurants - Onderwijsfunctie – middelbare scholen - Industrie - Uitgeverij en drukkerijen - Industrie - Transport – en distributiebedrijven - Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Op verzoek van de gemeente is in 2012 tevens een integrale controle uitgevoerd bij de Merwehal aan de Baanhoekweg. Tabel 9: Naleefgedrag vernieuwend toezicht per branche Branche
Aantal initiële
% hercontroles
% handhaving
controles in 2012
Het bewaken en bevorderen van een veilige, leefbare, gezonde en duurzame woon-, werk- en leefomgeving. Indicatoren: 1.
70% leeft direct na
2.
25% na een waarschuwing en een hercontrole
3.
In max. 5% is bestuurlijke handhaving nodig
afgerond
Horeca / café’s
28
79%
19%
86%
Horeca / restaurants
24
71%
17%
92%
Middelbare scholen
8
75%
25%
75%
Transport en distributie
13
31%
0%
77%
Zorginstellingen
7
71%
0%
29%
Bedrijven in Merwehal
4
0%
75%
25%
84
64%
17%
80%
Totaal
Doel uit IHP 2011-2015:
% toezicht
In 2012 zijn 84 eerste controles uitgevoerd. Slechts bij 36% van deze eerste controles zijn geen tekortkomingen geconstateerd (zie ook tabel 9). Het naleefgedrag in 2012 is daarmee met 2% verbeterd ten opzichte van vorig jaar. Desondanks is het spontane naleefgedrag beduidend lager dan de algemene naleefindicator (70% direct voldoende naleving) die in het jaarprogramma 2012 is opgenomen. In 2013 wordt bezien in hoeverre gerichte communicatie bijdraagt aan het verhogen van het naleefgedrag. Veel voorkomende overtredingen bij de geïntegreerde controles betreffen het Bouwbesluit 2012. Het gaat vooral om de volgende tekortkomingen: noodverlichting, vluchtwegaanduiding, vluchtwegen en brandcompartimentering. Daarnaast zijn ook milieuovertredingen aangetroffen op het gebied van onderhoud en keuring van installaties en voorzieningen. In 2012 zijn dertien lasten onder dwangsom opgelegd naar aanleiding van integrale controles. In zeven gevallen betrof het een café of restaurant en in twee gevallen een middelbare school. De inzet van bestuurlijke handhaving heeft effect gehad. Bij de horecabedrijven is het niet nodig geweest de dwangsom te innen en waren de tekortkomingen bij de eerste dwangsomcontrole opgeheven. Bij de middelbare scholen zijn de termijnen nog niet verlopen. De Merwehal was dusdanig onveilig dat er in eerste instantie is overgegaan tot een gebruiksbeperking. Voor het vervolgtraject zijn aan drie (van de vier) ondernemers in de hal lasten onder dwangsom opgelegd.
Pagina 12/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Toezicht brandveilig gebruik Net als voorgaande jaren zijn in 2012 controles brandveilig gebruik uitgevoerd bij locaties met een gebruiksvergunning. Een inrichting heeft een gebruiksvergunning nodig als sprake is van risicovol gebruik. Het gaat hierbij om kinderdagverblijven, basisscholen, dagopvang van gehandicapten, gevangenissen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, hotels en pensions. Voor deze doelgroep is een standaard controlefrequentie van eenmaal per drie jaar. Op verzoek van Brandweer Dordrecht zijn de frequenties voor woon/zorg verhoogd naar eenmaal per jaar en voor logies naar eenmaal per twee jaar. In het jaarprogramma is vastgelegd dat 83 sectorale controles brandveilig gebruik zouden worden uitgevoerd. In 2012 zijn 92 eerste controles uitgevoerd. Bij 60% van deze eerste controles was een of meerdere hercontroles noodzakelijk (zie ook figuur 2). Het naleefgedrag is verbeterd ten opzichte van vorig jaar In 2011 was in 72% van de gevallen een vervolgactie nodig. Desondanks is het percentage hercontroles behoorlijk hoger dan de raming voor brandveilig gebruik (40%) en de algemene naleefindicator (30% vervolgacties / 70% direct voldoende naleving) uit het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015. Het is nog te vroeg en de stijging is te gering om te concluderen dat de verbetering van het spontane neleefgedrag het gevolg is van toezicht en handhaving. Wel heeft de verdere implementatie van vernieuwend toezicht (tot 100% van de beschikbare capaciteit per 2013) tot gevolg dat meer aandacht uit zal gaan naar brandveiligheidsaspecten tijdens de gebruiksfase van gebouwen. De verwachting is dat het naleefgedrag daarmee verder verbeterd. In samenwerking met de regionale Brandweer wordt, ook in 2013, bezien op welke wijze, naast het uitvoeren van inspecties, kan worden ingezet op beïnvloeding van het naleefgedrag (o.a. door communicatie).
Doel uit IHP 2011-2015: Het bewaken en bevorderen van een veilige, leefbare, gezonde en duurzame woon-, werk- en leefomgeving. Indicatoren: 1.
70% leeft direct na
2.
25% na een waarschuwing en een hercontrole
3.
In max. 5% is bestuurlijke handhaving nodig
De geconstateerde tekortkomingen zijn zeer verschillend. Veelal gaat het om zaken als defecte brandwerende deuren, die zijn vastgezet (met name bij scholen) en brandmeld- en ontruimingsinstallaties die niet periodiek worden onderhouden. Conform de handhavingstrategie worden de geconstateerde tekortkomingen vastgelegd en worden de exploitanten aangeschreven om de tekortkomingen ongedaan te maken. Bij scholen worden vaak herhaalde overtredingen geconstateerd, terwijl bij hotels en gezondheidzorg het naleefgedrag wel is verbeterd. Pagina 13/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Toezicht milieu periodiek en thema (inclusief handhaving) Het naleefgedrag van de gecontroleerde bedrijven vanuit het periodiek milieutoezicht en de themacontroles is in vergelijking met voorgaand jaar enigszins verslechterd. Vorig jaar was vanuit 34% van de eerste controles een hercontrole noodzakelijk. In 2012 is dit in Dordrecht verhoogd tot 38%, waarmee het percentage in de regio Zuid-Holland Zuid is geëvenaard. De doelstelling van 70% directe naleving uit het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015 wordt met 62% naleving niet gehaald. Dit wordt mede veroorzaakt door het groot aantal themacontroles dat dit jaar is uitgevoerd. Bij zowel de themacontroles EV, themacontroles Scheepsafvalstoffenbesluit als de themacontroles wasplaatsen bij autopoetsbedrijven was veelvuldig opvolging nodig om tot naleving te komen (zie ook tabel 6). De keuzes voor de gerichte themacontroles blijkt daarmee een terechte, omdat het naleefgedrag op deze specifieke branches en onderwerpen slecht(er) is. Voor de reguliere milieucontroles is er geen aanleiding voor aanpassing van beleid of uitvoering in 2013.
Doel uit IHP 2011-2015: Het bewaken en bevorderen van een veilige, leefbare, gezonde en duurzame woon-, werk- en leefomgeving. Indicatoren: 1.
70% leeft direct na
2.
25% na een waarschuwing en een hercontrole
3.
In max. 5% is bestuurlijke handhaving nodig
In 2012 zijn themacontroles milieu uitgevoerd in diverse branches. In tabel 10 (zie volgende pagina) de resultaten hiervan.
Pagina 14/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Tabel 10: overzicht resultaten themagerichte controles milieu Thema
Onderwerp
Aantal controles
Horeca
geluidsoverlast
17 geselecteerde horecazaken in
Alle gecontroleerde bedrijven hielden zich aan de regels, er
Dordrecht, 54 in de regio ZHZ
zijn geen overschrijdingen gemeten.
BRZO Wasplaatsen
veiligheid milieuregels
Andere acties
Resultaat
2 in Dordrecht, 13 in de regio
Bij de 2 bedrijven in Dordrecht zijn geen overtredingen
ZHZ
geconstateerd.
4 in Dordrecht
Slechts 1 bedrijf voldeed aan de regelgeving en heeft een
autopoetsbedrijven
vloeistofdichte wasplaats. De drie andere bedrijven zijn aangeschreven, in 1 geval is na een herinspectie een bestuurlijk handhavingstraject gestart.
Natte koeltorens
Scheepsafvalstoffen
Legionella-
1 in Dordrecht
preventie
(Sportboulevard)
milieuregels
besluit
Geen overtredingen.
7 geselecteerde bedrijven in
98% van de bezochte bedrijven blijkt niet of niet volledig op
Dordrecht, 42 in de regio ZHZ
de hoogte van de verplichtingen en voldoet niet. De bedrijven zijn aangeschreven en naleving wordt gemonitord.
PGS 15
veiligheid
beschermings-
3 bedrijven in Dordrecht, 12 in
Bij een aantal bedrijven in de regio zijn tekortkomingen
de regio ZHZ
geconstateerd aan o.a. de verplichte UitgangsPunten-
niveau 1
Documenten (UPD’s). In 2013 wordt vervolg gegeven aan dit project en zal dit op orde moeten zijn.
Vuurwerkverkoopinrichtingen
veiligheid
e
6 inrichtingen in Dordrecht zijn
Vooraf is aan alle
Bij de 1 inspectie zijn bij alle 6 de inrichtingen
twee keer gecontroleerd. 3
inrichtingen een
tekortkomingen geconstateerd. Na een aanschrijving en 2
daarvan nog een derde keer,
checklist voor
controle waren alle tekortkomingen weggenomen. Drie
alle 36 inrichtingen in de regio
zelfcontrole
bedrijven zijn een derde keer geïnspecteerd, waarbij
ZHZ meerdere keren
gestuurd
eveneens geen tekortkomingen meer zijn geconstateerd.
e
Pagina 15/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
C. Beëindigingfase Controle sloopactiviteiten Op basis van afspraken vastgelegd in het “Handboek ketentoezicht asbest en bouw- en sloopafval Zuid-Holland Zuid” wordt goed samengewerkt tussen de Politie, ISZW (Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorheen Arbeidsinspectie), Toezicht Dordrecht, Provincie Zuid-Holland en de Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid (OZHZ). In 2012 zijn ca. 100 sloopmeldingen gecontroleerd, waarbij in 8 gevallen sprake was van ernstige overtredingen (zie figuur 5). Hiervan is de politie in kennis gesteld (opmaak proces-verbaal) of heeft de ISZW een boeterapport opgelegd. De volgende overtredingen zijn tijdens controle sloopuitvoering geconstateerd: - sloopwerkzaamheden uitgevoerd zonder sloopmelding en asbestinventarisatie; - asbestinventarisatie komt niet overeen met werkelijkheid; - sloopwerkzaamheden niet uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf; - start sloopwerkzaamheden niet gemeld; - bouwkundig slopen zonder asbest vrijgaverapport.
Doel uit IHP 2011-2015: Het bewaken en bevorderen van een veilige, leefbare, gezonde en duurzame woon-, werk- en leefomgeving. Indicatoren: 1.
70% leeft direct na
2.
25% na een waarschuwing en een hercontrole
3.
In max. 5% is bestuurlijke handhaving nodig
Het naleefgedrag is met 91% spontane naleving goed te noemen. Wel zijn overtredingen die worden geconstateerd direct als ernstig aan te merken. Naast de bestuurlijke aanpak wordt dan ook strafrechtelijke of met een bestuurlijke boete opgetreden. Mede gezien de gekozen (integrale) aanpak is er geen reden om in 2013 beleid en/of uitvoering aan te passen.
Pagina 16/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
D. Prioriteiten en overig toezicht Controles bestuurlijke prioriteit: Aanpak belwinkels / internetcafés De belwinkels in Dordrecht zijn in 2012 multidisciplinair bezocht, waarbij OZHZ controleerde op strijdigheden met bestemmingsplan en ernstige overtredingen van het Bouwbesluit. Bij 8 van de 10 belwinkels is in september een controle bestuurlijke prioriteit uitgevoerd. Uit vooronderzoek bleek dat twee belwinkels niet meer in gebruik waren. Bij 6 van de 8 adressen is strijdigheid met het bestemmingsplan vastgesteld. Vijf bedrijven hebben een waarschuwingsbrief ontvangen. Begin 2013 verstrijken de gestelde termijnen en worden hercontroles uitgevoerd. Bij één bedrijf is drugs aangetroffen, waarna een sluiting is opgelegd. Bestuurlijke aanpak criminaliteit In 2012 zijn twee controles uitgevoerd in het kader van de bestuurlijke aanpak van criminaliteit. De uitvoering is vraag gestuurd en om deze reden is er een onderbesteding op dit deelbudget. Voortgang funderingsherstel Aan het begin van het jaar waren begeleidingsbureaus namens de gemeente Dordrecht in gesprek met 22 eigenaren over het herstel van de fundering van hun woningen. Van de genoemde eigenaren waren acht eigenaren uiteindelijk niet bereid hun medewerking te verlenen aan het funderingsherstel en tegen deze acht is een handhavingprocedure gestart in de vorm van het opleggen van een last onder bestuursdwang. In drie gevallen is besloten tot effectuering van de opgelegde last onder bestuursdwang door een aannemer opdracht te geven tot herstel van de fundering op kosten van de eigenaren. Het daadwerkelijk opleggen van een last onder bestuursdwang heeft geleid tot bezwaar- en beroepsprocedures. Ook zijn een vijftal zogenaamde ‘verzoeken om handhaving’ ingediend. Tot 10 juli was de Subsidieverordening funderingsherstel van kracht. Na deze tijd ingediende verzoeken worden niet meer in behandeling genomen door de gemeente en dit betekent ook dat de gemeente vanaf dat tijdstip geen nieuwe handhavingsprocedures meer opstart tegen eigenaren die niet vrijwillig meewerken aan het herstel van de fundering. Of het einde van de Subsidieverordening ook betekent dat de beleidsregels voor funderingsherstel en cascoherstel niet meer van kracht zijn, is in onderzoek. Energieprogramma Drechtsteden Binnen de Drechtstedengemeenten worden sinds 2011 specifieke controles uitgevoerd met betrekking tot energiebesparing. Naast de lopende trajecten is gekozen om in 2012 branchegerichte controles op het gebied van energiebesparing bij middelbare scholen uit te voeren. De zorginstellingen in de Drechtstedenregio zijn in 2011 branchegericht gecontroleerd. In 2012 zijn de plannen van aanpak binnengekomen (waarin de zorginstelling aangeeft wanneer de energiebesparende maatregelen worden genomen) en beoordeeld. Net als in 2011 zijn opnieuw energiecontroles uitgevoerd bij en plannen van aanpak beoordeeld van diverse grootverbruikers. Vanaf 2013 zullen de eerste energiebesparende maatregelen worden uitgevoerd en zijn hercontroles voorzien.
Pagina 17/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
E. Calamiteiten, meldingen en verzoeken Klachten en meldingen milieu Van de 668 behandelde klachten en meldingen op het gebied van milieu in de regio Zuid-Holland Zuid ging 42% over geluidsoverlast. Van deze klachten gaat 43% over geluidsoverlast vanuit de horeca en dan met name over muziek. In Dordrecht zijn ten aanzien van 7 horecabedrijven in totaal 67 meldingen binnengekomen. Op deze klachten is gereageerd. De eerste stap is dat ter plaatse een meting wordt verricht, waarna bepaald kan worden of de normen worden overschreden: In 2 gevallen is geen overlast vastgesteld door een meting; 2 zaken hebben een last onder dwangsom opgelegd gekregen. Bij een volgende constatering wordt een bedrag verbeurd; In 2 gevallen is een eerder (in 2011) opgelegde dwangsom verbeurd. De verbeurde dwangsom wordt geïnd; In 1 geval heeft een horecazaak akoestische maatregelen getroffen (geluidsisolatie). De overige geluidsklachten gingen over geluidsoverlast van laden en lossen en van installaties zoals koelunits of andere ventilatoren. 15% van het totaal aantal klachten ging over geuroverlast. Veel van deze klachten (65%) kon na onderzoek niet worden gekoppeld aan een bedrijf in onze regio. De vermoedelijke veroorzaker komt dan uit de richting van Moerdijk of is mobiel, zoals een binnenvaartschip waar het ruim wordt gelucht. Klachten en meldingen bouw Het merendeel van de klachten/meldingen gaat over bouwen zonder vergunning. Omdat het aantal bouwwerken dat zonder vergunning mag worden gebouwd sterk is toegenomen onder gewijzigde wetgeving vallen veel bouwwerken die worden gemeld in het schaduwgebied van het vergunningvrij bouwen. Van de klachten/meldingen over strijdigheden met de technische voorschriften Bouwbesluit valt op dat deze gaan over overlast en hinder naar de omgeving. Voorbeelden hiervan zijn de uitmondingen rookafvoeren ten opzichte van toevoeropeningen van verse lucht en de afvoer van hemelwater die niet op eigen terrein plaatsvindt. Naar aanleiding van klachten zijn de volgende strijdigheden met wet- en regelgeving in 2012 vastgesteld: Tabel 11: Overzicht geconstateerde strijdigheden n.a.v. klachten en meldingen bouwregelgeving 2012 Wabo (omgevingsvergunning), hieronder valt het zonder vergunning:
Aantal
Bouwen van een bouwwerk
48
Gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan
15
Slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument Woningwet, strijdigheid met: Technische voorschriften Bouwbesluit Procedurele voorschriften Bouwbesluit voor bouw, gebruik en slopen
6 Aantal: 30 3
Bezwaar en (hoger) beroep In 2012 zijn 58 bezwaarschriften ingediend tegen handhavingsbesluiten. 18 maal is beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar en 7 maal is hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank. De uitkomsten van deze procedures zijn als volgt: • bezwaren: 2 gegrond, 12 ongegrond, 29 niet-ontvankelijk, 6 ingetrokken. Nog in behandeling: 9. • beroepen: 2 gegrond, 7 ongegrond. Nog in behandeling: 9. • hoger beroepen: 4 ongegrond, 1 ingetrokken. Nog in behandeling: 2. Pagina 18/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
3.1.2 Specifieke activiteiten Naast de algemene handhavingsopgave ten aanzien van alle inrichtingen, gebouwen en bouwwerken, is er een aantal activiteiten onderscheiden waarbij sprake is van afwijkende vorm van gemeentelijke toezicht en handhaving vanwege meer specifieke aandacht voor veiligheid, gezondheid en leefbaarheid.
Doel uit IHP 2011-2015:
Openbare orde en veiligheid Binnen de bestuurlijke handhaving in het kader van de openbare orde en veiligheid is in 2012 het volgende is gerealiseerd.
Voorkomen van verstoring van de openbare orde en veiligheid en/of aantasting van het woon- en
Tabel 12: overzicht resultaten bestuurlijke handhaving openbare orde en veiligheid Onderwerp
Raming aantal controles
leefklimaat 1.
2. 3.
1. Coffeeshops
96 (8 coffeeshops 1 x per maand)
en overtredingen van o.a. de
2. Overlastgevende- of
Geen raming, adequaat reageren op
AHOJG-criteria
drugspanden
meldingen
Beëindigen structurele overlast
3. Prostitutiebedrijven
42 (iedere vergunde inrichting 6 x per
Adequaat reageren op klachten en overtredingen
5.
Veiligheid zeehavenfaciliteiten
92 -
Controles cf. raming uitgevoerd. Zie verslaglegging bij Taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten, §2.2
23
jaar)
Adequaat reageren op klachten of signalen van mensenhandel
4.
Opmerkingen
controles
Adequaat reageren op klachten
en overtredingen van o.a. Wav
Realisatie aantal
Er zijn 3 vergunde seksinrichtingen in Dordrecht. Deze zijn tenminste 6 x gecontroleerd. 1 (vermoedelijk) illegale seksinrichting is 5 x bezocht
4. Horeca (overig) 5. Zeehavenbeveiliging (Port Security)
104 (2 bedrijven per week reguliere controle) 15 (4 locaties met permanente beveiliging 1 x per 8 maanden, 9 locaties met incidentele beveiliging 1 x per jaar)
138 15
Gemiddelde beoordelingscijfer is 6,4. Dit is lager dan interne normering van 7,1 (= voldoende beveiligingsniveau) en lager dan het Rotterdamse gemiddelde van 6,99
bevorderen (tegen terrorisme)
N.B.: De overlastgevende- of drugspanden worden onderscheiden van panden waar (illegale) kamerverhuur plaatsvindt en waarop door de Taskforce Huisvesting arbeidsmigranten wordt ingezet. De huisvesting van arbeidmigranten kan wel worden gezien als een risicofactor voor het optreden van overlast vanuit een woning.
Bestuurlijke maatregelen horeca, incl. coffeeshops en seksinrichtingen In 2012 is in 39 gevallen bestuurlijk opgetreden naar aanleiding van geconstateerde overtredingen bij horeca-inrichtingen, coffeeshops en prostitutiebedrijven. In 32 gevallen is een waarschuwingsbrief verzonden (één volgt in 2013) en in 6 gevallen is een bestuurlijke maatregel getroffen. Eén theehuis is gesloten na een bibob-onderzoek, en een belwinkel is voor 12 maanden gesloten nadat er drugs zijn aangetroffen. Eén café heeft na een aanschrijving vanwege schijnbeheer zelf de deuren gesloten. Verder is 3 keer een last onder dwangsom opgelegd. De geconstateerde overtredingen hebben betrekking op afwezigheid leidinggevende (11x), exploitatie zonder vergunning (10x), sluitingstijden (7x), overlast (4x) en drugsgerelateerd (3x). “Verzuip jij je toekomst?!”: In 2012 heeft “Verzuip jij je Toekomst?!” (VjjT) diverse acties uitgevoerd om de eigen verantwoordelijkheid van
diverse belanghebbenden te stimuleren. Zo zij er gesprekken geweest met scholen, sportverenigingen en het ziekenhuis. Met de scholen zijn afspraken gemaakt om te gaan voldoen aan het landelijke keurmerk ‘De alcoholvrije school’. Jongerenwerkers en wijkagenten van Dordrecht hebben een training ten aanzien van risicovol alcoholgebruik bij jongeren gevolgd. Ook raadsleden zijn o.a. bij een bijeenkomst van raadslid.nu geïnformeerd over de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW). VjjT heeft meegedacht en –gewerkt in de regionale werkgroep die de implementatie van de DHW voorbereid. Met vertegenwoordigers van de Dordtse detailhandel is een gesprek geweest over de mogelijkheden om naleving van de leeftijdsgrenzen bij alcoholverkoop te verbeteren.
Pagina 19/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Kinderopvang Toezicht wordt uitgeoefend op de kwaliteitseisen van kinderopvang. Deze kwaliteitseisen hebben geen betrekking op brandveiligheid, bouw en/of milieuregelgeving. In 2012 is het volgende gerealiseerd. Tabel 13: Overzicht realisatie controles en resultaten kinderopvang 2012 Onderwerp Kinderdagopvang (0-4)
Buitenschoolse opvang (4-12) Gastouderbureaus
Gastouders Peuterspeelzalen Totaal
Doel uit IHP 2011-2015: Bevorderen van kwalitatief hoogwaardige kinderopvang Indicatoren: 1.
In minimaal 80% wordt direct volledig nageleefd.
Aantal controles geraamd
Aantal controles gerealiseerd
Geen
Wel
overtredingen
overtredingen
47 risicogestuurd
34 risicogestuurd, onaangekondigd
15 (44%)
19 (56%)
2 na melding
6
6 (100%)
0 (0%)
2 binnen drie maanden na start exploitatie
-
-
-
65 risicogestuurd
49 risicogestuurd, onaangekondigd
21 (43%)
28 (57%) 0 (0%)
3 na melding
13
13 (100%)
3 binnen drie maanden na start exploitatie
-
-
-
5 risicogestuurd
3
2 (67%)
1 (33%) -
1 na melding (alleen op TK A)
-
-
1 binnen drie maanden na start exploitatie
-
-
-
steekproef gastouders 30% op TK B
61
57 (93%)
4 (7%)
35 na melding (zowel op TK A als TK B)
18
18 (100%)
0 (0%)
46 reguliere inspecties
0
-
-
276
184
132 (72%)
52 (28%)
Toelichting algemeen De naleving in de kinderopvang is in zijn algemeenheid redelijk te noemen. In 72% van de inrichtingen die in 2012 zijn bezocht worden de kwaliteitseisen direct nageleefd (zie figuur 6). Dit is niet binnen de doelstelling van 80% directe naleving die in het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015 is opgenomen. In 2011 was in 84% van de gevallen nog sprake van spontane naleving. Vooral de kinderopvang en buitenschoolse opvang springen er in negatieve zin uit, gastouders in positieve zin. Bij instellingen waar overtredingen zijn geconstateerd volstond een aanwijzing en een hercontrole om tot volledige naleving te komen. Er is in 2012 geen dwangsom of bestuursdwang toegepast en er zijn ook geen bestuurlijke boetes opgelegd. Ook in 2013 wordt voorlichting gegeven aan en gecommuniceerd met de doelgroep over de geldende eisen. Daarbij wordt ook stilgestaan bij de top 3 van veelvoorkomende overtredingen, te weten: een onjuiste inhoud van de VOG: bijv. foutieve functieomschrijving; risicoinventarisaties veiligheid en gezondheid niet aanwezig of op orde; pedagogisch beleid niet op orde. Toelichting kinderdagopvang Slechts 44% van de instellingen voor kinderdagopvang leeft bij de onaangekondigde risicogestuurde inspecties de regels direct volledig na. Op basis van de afgeronde rapportages van de 34 kinderdagverblijven voldeden 15 kinderdagverblijven aan de kwaliteitseisen en werden er bij 19 overtredingen geconstateerd. In totaal ging het om 81 tekortkomingen. Bij 67 tekortkomingen leidde dit tot een handhavingstraject. Bij 14 tekortkomingen is geen handhavingstraject ingezet omdat de overtreding door de organisatie zelf al was hersteld na afronding van de rapportage. Van de 67 tekortkomingen zijn er in 2012 61 hersteld na inzet van handhaving, bij 6 tekortkomingen loopt het handhavingstraject nog door in 2013. Voor deze “overloop” geldt dus dat de inspectie is uitgevoerd in 2012 en de handhaving is ingezet in 2012, maar doorloopt in 2013. Pagina 20/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Toelichting buitenschoolse opvang In 43% van de bezochte instellingen wordt bij de onaangekondigde risicogestuurde inspecties direct nageleefd. De doelstelling van 80% directe naleving wordt niet gehaald. Op basis van de afgeronde rapportages van de 49 buitenschoolse opvanglocaties voldeden 21 locaties aan de kwaliteitseisen en werden er bij 28 locaties in totaal 76 overtredingen geconstateerd. Bij 42 tekortkomingen leidde dit tot een handhavingstraject, met als resultaat dat alle tekortkomingen in 2012 zijn hersteld. Bij 34 tekortkomingen is geen handhavingstraject ingezet, omdat de overtreding door de organisatie zelf al was hersteld na afronding van de rapportage. Toelichting gastouderbureaus en gastouders Van de 3 geïnspecteerde gastouderbureaus voldeden er 2 direct aan de kwaliteitseisen. Bij één gastouderbureau zijn 2 tekortkomingen geconstateerd. Deze tekortkomingen zijn in 2012 hersteld na inzet van handhaving. In 2012 is besloten om van het totale aantal ‘bestaande’ gastouders 30% te inspecteren op basis van een steekproef. Van de 215 gastouders zijn er daarom 66 geïnspecteerd op toetsingskader B (bij de gastouder thuis). Hiervan zijn 61 rapportages in 2012 afgerond. Van de gastouders voldeed 93% bij de onaangekondigde inspecties direct aan de gestelde kwaliteitseisen. Bij 7% van de gastouders zijn overtredingen geconstateerd. In totaal ging het om 12 tekortkomingen. Bij 4 tekortkomingen leidde dit tot een handhavingstraject. Bij 8 tekortkomingen is geen handhavingstraject ingezet omdat de overtreding door de gastouder zelf al was hersteld na afronding van de rapportage. Van de 4 tekortkomingen zijn er in 2012 4 hersteld na inzet van handhaving. Toelichting peuterspeelzalen In 2012 zijn alle peuterspeelzalen geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). Vanuit het Rijk is de verplichting gesteld om voor 31 december 2012 alle peuterspeelzalen te registreren in het LRKP. De registratie vond plaats op basis van de inspectierapporten van 2011. In verband met het proces van harmonisering, waarbij de peuterspeelzalen worden omgezet naar kinderopvang, is besloten om in 2012 een beperkt aantal te inspecteren. Dit is door middel van een steekproef uitgevoerd in het 4e kwartaal van 2012. Omdat deze rapportages zijn afgerond in 2013, tellen deze niet mee in het jaarverslag 2012. Figuur 6: naleving bij toezicht kwaliteit kinderopvang
Pagina 21/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
3.2 cluster B: Openbare ruimte Binnen de openbare ruimte zijn leefbaarheid en veiligheid de speerpunten uit het Politiek akkoord 2010-2014. Vooral de aanpak van overlast door gedrag van individuen of groepen en het waarborgen van een goede bereikbaarheid en verkeersveiligheid staan centraal. Er zijn vijf thema’s met prioriteit en twee onderwerpen die naast deze thema’s ook prioriteit hebben, zie § 3.2.1. Daarnaast zijn er specifieke activiteiten/gebieden waarbij handhaving wordt ingezet, zie § 3.2.2. A. Top vijf prioriteiten 1 2 3 4 5
Overlastgevende groepen en personen Hondengerelateerde overlast
3.2.1 Gemeentebrede prioriteiten algemeen Binnen alle gemeentelijke taken die vallen onder toezicht in de openbare ruimte zijn vijf thema’s met prioriteit en een tweetal overige prioriteiten benoemd (zie kantlijn). Uitgangspunt bij de inzet op de prioriteiten is de integrale aanpak. Medewerkers worden geacht op alle prioriteiten te acteren.
Rommel op straat
Toelichting per thema
Bekrassen, bekladden,
A.1 Overlastgevende groepen en personen In het kader van de speerpunten uit het politiek akkoord is in 2012 extra ingezet op overlastgevende groepen dak- en thuislozen en jongeren die overlast veroorzaken. Zie voor de inspanningen en resultaten in Taskforce-verband ook § 2.1.
(overig) vandalisme Overlast door verkeer
B. Overige prioriteiten 1
Fiscalisering/betaald
Tabel 14: Overzicht aantallen strafbeschikkingen Overlast 1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
2012
2012
2012
2012
Totaal
Centrum
28
100
48
42
218
Oost
2
1
1
2
6
West
2
7
4
8
21
parkeren Thema
2
Evenementen
Overlast
In het gebied Centrum is in 2012 de nodige aandacht uitgegaan naar het Beverwijcksplein, het Bethlehemplein, de Boogjes/Spuiplein, de omgeving van het DAC, Azijnplaats, Muijs van Holystraat, Rozenhof, Willem Dreeshof en het Wantijpark en Merwesteijnpark. Op deze plaatsen lijkt de overlast inmiddels redelijk onder controle. Dankzij extra inzet van Toezicht rond de school Waterbeekstraat / Blekersdijk is ook hier de overlast verminderd. Wel blijft aandacht nodig. Bij de dag- en nachtopvang van het Leger des Heils aan de Dubbeldamseweg Noord en het Kromhout is extra toezicht gehouden tijdens de aanlooptijden, gericht op het tegengaan van overlast. In de Kloostertuin en bij De Waag is ingezet op het terugdringen van jeugdoverlast. Dit speelt vooral in de zomermaanden.
Pagina 22/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Het alcoholverbod is door Toezicht in nauwe samenwerking met de politie gehandhaafd. In 2012 heeft Toezicht in dit kader 138 bekeuringen geschreven. Door Toezicht en politie zijn daarnaast 128 waarschuwingen voor een gebiedsontzegging en 88 daadwerkelijke gebiedsontzeggingen (APV) opgelegd. Daarnaast is aan drie personen die herhaaldelijk de orde verstoorden een gebiedsverbod op basis van de ‘Voetbalwet’ opgelegd. Aandacht ging in 2012 tevens uit naar overlast rond coffeeshops en horecazaken, onder andere in de Voorstraat Noord. Bij het Centraal Station, het Leerpark en de Colijnstraat is, naast intensieve surveillance, gebruik gemaakt van cameratoezicht. In gebied Oost wordt, ook tijdens periodieke schouwrondes van politie, gemeente en jongerenwerk geconstateerd dat de overlast is gereduceerd. Bij de hotspots Pearl Buck-erf en Boris Pasternak-erf is de overlast sterk afgenomen. Ook vanwege verhuizing van een notoire overlastgever. Over de jongerenontmoetingsplaats (JOP) komen weinig meldingen van overlast binnen. Wel oogt de locatie vervuild door zwerfvuil en graffiti. In gebied West heeft de Colijnstraat en omgeving (Mesdagstraat, Breitnerstraat) de nodige aandacht gekregen van het Interventieteam (zie ook § 2.1). Vanwege een ‘waterbedeffect’ wordt het Interventieteam ook buiten de Colijnstraat ingezet. Bij de voetbalkooi is dagelijks gecontroleerd. Overdag was er veel activiteit, maar geen overlast. Na 22.00 uur werd niemand meer aangetroffen. Ten aanzien van een overlastgevende groep op het J.P. Heijeplein is goed samengewerkt met politie, jeugdwerkers en gemeente. Daarbij is de mobiele post regelmatig in de directe omgeving ingezet en later ook op het Gouverneursplein. Ingezet is op zichtbaarheid en aanspreekbaarheid. De overlast is inmiddels door gezamenlijke inspanningen afgenomen. Delen van Krispijn en de Colijnstraat zijn aangewezen als gebied waar een alcoholverbod geldt en een gebiedsontzegging (APV) kan worden opgelegd. In 2012 is aan drie personen die herhaaldijk de orde verstoorden een gebiedsverbod opgelegd op basis van de ‘Voetbalwet’. Er is 4 keer een preventief-fouilleeractie uitgevoerd, waarbij in totaal 26 slag- en/of steekwapens zijn aangetroffen.
A.1 Doel uit IHP 2011-2015: Een bijdrage leveren aan het verminderen van ervaren overlast en verloedering. Indicatoren: 1.
het percentage mensen dat vindt dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt daalt van 16% (2009) naar 14%.
2.
de schaalscore overige overlast daalt van 1,9 (2009) naar 1,7.
3.
Doelstelling en indicatoren (zie kantlijn) In het integraal Handhavingsprogramma 2011-2015 zijn per handhavingsthema doelstellingen en indicatoren opgenomen. Uit de Integrale Veiligheidsmonitor volgt dat: 1. Het percentage inwoners dat vindt dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt is gedaald tot 9% (meting 2012); 2. De schaalscore overige overlast is gelijk gebleven, namelijk 1,9 (meting 2011); 3. De schaalscore verloedering fysieke woonomgeving is gedaald tot 4,4 (meting 2011). De drie indicatoren geven aan dat de doelstelling: ‘een bijdrage leveren aan het verminderen van ervaren overlast en verloedering’ wordt behaald. Dit blijkt ook uit de metingen die het OCD uitvoert in het kader van de Taskforce overlast openbare ruimte. Uit het regionale Omnibusonderzoek 2013 zal moeten blijken wat de ontwikkeling over 2012 is van de indicatoren 2 en 3. De forse inzet die in 2012 is geleverd (input) en de resultaten die over 2012 zijn behaald (output) rechtvaardigen de conclusie dat toezicht en handhaving in dit thema in belangrijke mate bijdragen aan de vastgestelde doelstelling (outcome).
de schaalscore verloedering fysieke woonomgeving daalt van 4,9 (2009) naar 4,4.
Pagina 23/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
A.2 Overlast door honden In alle gebieden zijn de hotspots voor hondenoverlast in 2012 intensief gecontroleerd. Tabel 15: Overzicht aantallen strafbeschikkingen Hondengerelateerde Overlast A.2 Doel uit IHP 2011-2015: Het terugdringen van ervaren
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
2012
2012
2012
2012
Totaal
Centrum
36
29
39
20
124
Oost
35
21
42
12
110
West
12
9
19
10
50
Thema
overlast door honden(bezitters) Indicatoren: 1.
De schaalscore verloedering
Honden
fysieke woonomgeving daalt van 4,9 (in 2009) naar 4,4. 2.
75% hondenbezitters is tevreden over uitlaatvoorzieningen en gebruiken ze.
3.
95% van de inwoners is op de hoogte van de regels van het hondenbeleid.
4.
75% vindt overlast door honden(poep) beheersbaar en
In het eerste halfjaar is in de handhaving van hondenoverlast terughoudend opgetreden. Dit omdat het hondenbeleid is aangepast en hondenbezitters tot mei 2012 hieraan konden wennen. In deze periode stond het bekend maken van de regels bij uitgevoerd toezicht centraal. In gebieden waar niets veranderd was en bij excessen is in deze periode wel repressief opgetreden. Vanaf mei is op alle locaties weer repressief opgetreden. De aanscherping van het hondenbeleid, gecombineerd met toezicht heeft in het derde kwartaal geleid tot een significante afname van het aantal hotspots. Het aantal meldingen over hondenoverlast is daarentegen wel gestegen. Deze meldingen hebben te maken met een aantal hardnekkige hotspots. Deze hotspots krijgen in 2013 nadrukkelijk de aandacht.
acceptabel. 5.
75% is tevreden over de afhandeling van hun melding
80% van de strafbeschikkingen (zie tabel 15) is uitgeschreven voor het niet aangelijnd hebben van een hond en 20% voor het niet verwijderen van uitwerpselen van de hond.
overlast door honden.
In gebied Centrum zijn het Nieuwkerksplein en het Merwesteijnpark hardnekkige hotspots, waar met periodes iedere dag is gecontroleerd, zowel in burger als in uniform. Deze gebieden blijven onder de aandacht. In gebied Oost hebben de hotspots Flamingopad, Pearl Buck-erf, Chico Mendesring en Wittenstein extra aandacht gehad. In gebied West is overlast van honden vooral in Oud Krispijn en Crabbehof een blijvend aandachtspunt. Onder andere in de Bosboom Toussaintstraat, Emmastraat, Dubbeldamseweg-Zuid en de Jacob Marisstraat is intensief gecontroleerd. Doelstelling en indicatoren (zie kantlijn) Uit de Integrale Veiligheidsmonitor volgt dat de schaalscore verloedering fysieke woonomgeving is gedaald tot 4,4 (meting 2011). Uit het regionale Omnibusonderzoek 2013 zal moeten blijken wat de ontwikkeling over 2012 is van deze indicator. Uit een meting eind 2010 is gebleken dat 89% van de inwoners op de hoogte is van het hondenbeleid (indicator 3). De volgende meting vindt in 2014 plaats. Indicatoren 2, 4 en 5 worden in deze meting meegenomen. Over deze laatste drie zijn derhalve nog geen gegevens bekend. Uit hetgeen nu bekend is kan voorzichtig worden geconcludeerd dat toezicht en handhaving bij het terugdringen van overlast veroorzaakt door honden effect heeft. Gezien de geringe pakkans verdient het echter de voorkeur om vooral te investeren in goede voorzieningen, kenbare regelgeving en gedragsbeïnvloeding. In 2012 is daarom uitvoerig gecommuniceerd over beleid en regelgeving. Pagina 24/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
A.3 Rommel op straat In alle gebieden zijn de hotspots voor rommel op straat in 2012 intensief gecontroleerd. Tabel 16: Overzicht aantallen strafbeschikkingen Rommel op straat 1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
2012
2012
2012
2012
Totaal
Centrum
76
54
49
24
203
Oost
25
7
15
12
59
West
87
60
57
55
259
Thema
Rommel
A.3 Doel uit IHP 2011-2015: Een bijdrage leveren aan het terugdringen van overlast door rommel in het openbaar gebied. Indicatoren: 1.
De schaalscore verloedering fysieke woonomgeving daalt van 4,9 (in 2009) naar 4,4.
2.
Alle hotspots worden met rapportage afgehandeld; oplossingspercentage 85%.
In gebied Centrum is een voortdurend punt van aandacht de fietsenoverlast rond het Centraal Station. Er is over 2012 een
duidelijke vermindering zichtbaar van zowel het aantal verkeerd geparkeerde fietsen als het aantal weesfietsen. Het blijft echter een aandachtslocatie. Rond de afsluiting van de ondergrondse containers in de binnenstad is de nodige inzet gepleegd, vooral gericht op bewustwording en inventarisatie. Het Leerpark is door de grote concentratie van jeugd een blijvende aandachtslocatie. Voor dit thema betreft het vooral de ‘snoeproute’ tussen het Eemsteynplein en het Leerpark. Hiervoor is diverse malen bekeurd. De bewustwording is echter nog niet dusdanig dat deze locatie kan worden afgevoerd. Vanuit het parkmanagement wordt hiervoor regelmatig aandacht gevraagd in de diverse nieuwsbrieven. Op drie locaties (Soemba-, Flores-, en Boeroestraat) is een pilot gestart t.a.v. de handhaving van het aanbieden van minicontainers, met name het aanbieden op verkeerde dagen en tijden. Na een waarschuwingsperiode van twee weken is handhavend opgetreden en diverse bekeuringen geschreven. Een gedragsverandering in de genoemde straten is zichtbaar aan het worden. Ten aanzien van de winkeluitstallingen in de binnenstad is door Toezicht ingezet op overlastexcessen. In gebied Oost is in 2012 met name in de omgeving van de Eisingahof intensieve inzet gepleegd. Als gevolg hiervan is het aantal klachten over zwerfvuil en bijvuil bij ondergrondse containers verminderd. In Stadspolders, het Maaskant-erf, is het onjuist plaatsen van containers een aandachtspunt geweest. Dit geldt overigens voor heel Dordrecht. In 2013 wordt bezien of hieraan (extra) prioriteit zal worden gegeven. Tegen het op de inzamelplaats laten staan van vuilcontainers is opgetreden in de Eikenlaan en Planetenlaan. In gebied West heeft de projectmatige aanpak in de Colijnstraat e.o. zijn vruchten afgeworpen. Overlast en aantasting van de leefbaarheid door afval is sterk verminderd mede dankzij de preventieve en repressieve aanpak door Toezicht in samenwerking met o.a. HVC en Woonbron. De aanpak wordt gecontinueerd. Het passengebruik wordt onder de loep genomen en er worden huisbezoeken uitgevoerd. Qua afvalbeeld is de Colijnstraat e.o. inmiddels te vergelijken met een gemiddelde andere Dordtse wijk. Doelstelling en indicatoren (zie kantlijn) Uit de Integrale Veiligheidsmonitor volgt dat de schaalscore verloedering fysieke woonomgeving is gedaald tot 4,4 (meting 2011). Uit het regionale Omnibusonderzoek 2013 zal moeten blijken wat de ontwikkeling over 2012 is van deze indicator. Het oplossingspercentage van de hotspots ligt (net als in 2011) ook in 2012 op ongeveer 80% (indicator 2). De doelstelling van 85% wordt daarmee bijna behaald. Pagina 25/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
A.4 Bekrassen en bekladden en (overig) vandalisme In navolging van het aangescherpte graffitibeleid is in 2012 actief ingezet op de aanpak van graffiti. Meldingen en waarnemingen van ‘tags’ zijn opgepakt en van de ‘tags’ zijn foto’s gemaakt. Vervolgens wordt de graffiti verwijderd. De politie doet aan de hand van door Toezicht gemaakte foto’s een voorselectie van meldingen die worden omgezet in een aangifte. Graffiti waar een duidelijke “Tag” is die te koppelen is aan een persoon komen in aanmerking voor aangifte. In 2012 zijn in het gebied Centrum 358 meldingen van nieuwe gevallen van graffiti gedaan. In 2011 waren dit er 431. Door burgers zijn 16 nieuwe gevallen gemeld. Voor bekrassen en/of bekladden van straatmeubilair zijn 3 processen-verbaal opgelegd. In één geval volgde een Halt-verwijzing. De betrokken persoon heeft ter plekke het straatmeubilair schoongemaakt, onder toeziend oog van de ouders en betrokken toezichthouder. Voor wildplakken zijn 6 bestuursrechtelijke trajecten ingezet. Na telefonisch of persoonlijk contact waarbij het beleid ten aanzien van ‘plakken’ is uitgelegd en in een enkel geval een brief zijn de wildgeplakte posters verwijderd. In gebied West is ook in 2012 inzet gepleegd op de (parkeerterreinen) Weeskinderendijk, Vlietweg en omgeving. Dit in verband met auto-inbraken en vernielingen. De aanpak ‘niets-erin / niets-eruit’ is onderdeel van de totale inzet geweest. De situatie is over 2012 beheersbaar te noemen. Ook zijn controles uitgevoerd op de winkelsluitingstijden. Winkels die het niet nauw namen met de zondagssluiting zijn frequenter bezocht.
A.4 Doel uit IHP 2011-2015: Een bijdrage leveren aan het terugdringen van vernielingen door bekrassen, bekladden en (overig) vandalisme. Indicatoren: 1.
De schaalscore verloedering fysieke woonomgeving daalt van 4,9 (in 2009) naar 4,4.
2.
Doelstelling en indicatoren (zie kantlijn) Uit de Integrale Veiligheidsmonitor volgt dat de schaalscore verloedering fysieke woonomgeving is gedaald tot 4,4 (meting 2011). Uit het regionale Omnibusonderzoek 2013 zal moeten blijken wat de ontwikkeling over 2012 is van deze indicator. Ook in 2012 zijn vernielingen over het algemeen binnen 24 uur doorgegeven aan Buurt Service Team (indicator 2). Niet altijd is dit haalbaar, omdat eigenaren zelf vernielingen niet altijd opmerken of doorgeven. Dan zijn we afhankelijk van eigen waarneming, wat niet altijd binnen 24 uur te realiseren is. Voor zover bekend wordt van elke schade groter dan € 250 aangifte gedaan (indicator 3). De indicatoren worden gehaald en er wordt een bijdrage geleverd aan de doelstelling. Opgemerkt wordt dat wildplakken, waarbij een organisatie bekend is, effectiever aangepakt kan worden dan bijvoorbeeld graffitispuiters of personen die vernielingen aanbrengen, waarbij de pakkans zeer gering is. In het laatste geval kan, als een dader bekend is, schadeverhaal bijdragen aan gedragsbeïnvloeding.
Vernielingen worden binnen 24 uur gemeld bij BST met de opdracht schoon te maken
3.
Van elke vernieling (schade < € 250) wordt aangifte gedaan, schade wordt zoveel mogelijk verhaald op dader.
Pagina 26/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
A.5 Overlast door verkeer Tabel 17: Overzicht aantallen Mulders, strafbeschikkingen Overlast door verkeer 1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
2012
2012
2012
2012
Totaal
Centrum
1361
1199
713
1165
4438
Oost
299
442
298
376
1415
West
95
114
272
417
898
Thema
Verkeer
In gebied Centrum was de aandacht onder meer gericht op parkeeroverlast rond coffeeshops en parkeerexcessen in de Voorstraat. Ook de blauwe zone in Reeland en overige parkeerexcessen in Reeland en de Staart zijn gehandhaafd. In een pilotproject in de Indische buurt (Soemba-, Flores, en Boeroestraat) is de aanpak van verkeersoverlast meegenomen. Verkeersoverlast in en rond het Leerpark heeft de blijvende aandacht. Er zijn de nodige veranderingen (geweest) in de inrichting van het Leerpark, waardoor aandacht voor de verkeerssituatie voorlopig nog nodig is. In gebied Oost is het foutparkeren rondom het ziekenhuis en de Sportboulevard voortvarend aangepakt. Door nieuwe maatregelen (zoals een blauwe zone medio 2013) en intensief toezicht wordt ingezet op het verder terugdringen van parkeeroverlast. Op en rond het Van Eesterenplein en de Bieshof wordt veel fout geparkeerd. Vanaf het laatste kwartaal is en wordt hier verbaliserend opgetreden. Het (brom)fietsen in winkelcentrum De Bieshof blijft een aandachtspunt voor de toezichthouders. Op het Johanna Naber-erf is de parkeerproblematiek in 2012 toegenomen. Dit heeft niet zozeer met voorzieningen maar veel meer met gedrag te maken. Met name in de avonduren is hier repressief opgetreden. In gebied West is in juni 2012 gestart met de uitvoering van een pilot om de parkeeroverlast van grote voertuigen in Kil I, Kil II en businesspark Amstelwijck terug te dringen. Er is vooraf aan de uitvoering door de gemeente uitvoerig met de ondernemers in dit gebied gecommuniceerd en flyers zijn gemaakt. In het derde kwartaal is gestart met handhaving. In Amstelwijck worden relatief weinig overtredingen geconstateerd. In Kil I en II is geschreven voor excessen, zoals het parkeren voor inritten, op onveilige plekken of in groenstroken. In winkelcentrum Crabbehof lijken, mede door de inzet van Toezicht, de overtredingen van fietsers en scooters in het wandelgebied af te nemen. Zowel in Oud- als Nieuw-Krispijn zijn goede afspraken gemaakt met de
wijkopzichter en wijkagent over parkeeroverlast en aanpak. Excessen worden bekeurd. A.5 Doel uit IHP 2011-2015: Een bijdrage leveren aan het verminderen van verkeersoverlast Indicatoren: 1.
De schaalscore verkeersoverlast daalt van 4,7 (2009) naar 4,2.
Doelstelling en indicatoren (zie kantlijn) Uit de Integrale Veiligheidsmonitor volgt dat de schaalscore verkeersoverlast is gedaald tot 4,4 (meting 2011). Uit het regionale Omnibusonderzoek 2013 zal moeten blijken wat de ontwikkeling over 2012 is van deze indicator. Gezien de grote aantallen boetes die binnen dit thema worden opgelegd, is aannemelijk dat toezicht en handhaving bijdragen aan het verminderen van de verkeersoverlast. Ook de ervaringen met (tijdelijk) intensief toezicht in probleemgebieden, al dan niet gecombineerd met andere maatregelen leren dat toezicht en handhaving bijdragen aan het naleven van de verkeersregels en het tegengaan van verkeersoverlast. Pagina 27/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
B.1 Fiscalisering (betaald parkeren) Tabel 18: Overzicht aantallen naheffingen Betaald parkeren 1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
2012
2012
2012
2012
Totaal
Centrum
5228
4643
3304
4512
17687
Oost
237
229
153
198
817
West
55
294
0
308
657
Thema
Fiscaal
B.1 Doel uit IHP 2011-2015: Een bijdrage leveren aan het verhogen van de betalingsbereidheid van automobilisten Indicatoren: 1.
De betalingsbereidheid is in 2014 gelijk aan of hoger dan 90%. Op vergunninghouderssector niet lager dan 80%. Op straatniveau niet lager dan 70%. Te bereiken als volgt:
Toezicht op betaald parkeren draagt bij aan een goede bereikbaarheid van de stad. In gebied Centrum heeft een mix van controlevormen voor (fiscale) parkeerhandhaving in 2012 bijgedragen aan de betalingsbereidheid en het voorkomen van parkeeroverlast. Uit het Parkeeronderzoek 2012 volgt dat de betalingsbereidheid min of meer gelijk is gebleven in vergelijking met 2011. In 2011 was de betalingsbereidheid 82% en in 2012 81%. In het parkeeronderzoek is een hotspotkaart opgesteld van locaties waar sprake is van relatief slecht betalingsgedrag. Deze hotspotkaart is verwerkt in de aanpak voor controle op betaald parkeren 2013. In gebied Oost wordt op het Gezondheidspark toegezien op betaald parkeren. Een terugkerend dilemma is daarbij het gebruik van de parkeerstrook voor spoedeisende hulp bij het ASZ Dordwijk. Naheffingsaanslagen worden regelmatig ongedaan gemaakt, omdat er een aannemelijke reden was voor het feit dat niet betaald werd (spoed). Eind 2012 is het parkeerterrein aan de Weeskinderendijk toegevoegd aan het gebied voor betaald parkeren. Het parkeerterrein ligt in gebied West.
- 2011 minimaal 80% - 2012 minimaal 85% - 2013 minimaal 90%
Doelstelling en indicatoren (zie kantlijn) De 81% betalingsbereidheid betekent dat de doelstelling voor 2012 zoals opgenomen in het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015 niet is behaald. De betalingsbereidheid blijft echter wel op niveau. In 2013 zal moeten blijken of aanpassingen in de wijze waarop gecontroleerd wordt leiden tot verdere toename van de betalingsbereidheid. Vooral de gebieden die slecht scoren op betalingsbereidheid zullen intensiever gecontroleerd worden.
Pagina 28/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
B.2 Doel uit IHP 2011-2015: Bevorderen publieksveiligheid en nalevingsgedrag van organisatoren. Indicatoren: 1.
Aantal geconstateerde overtredingen.
B.2 Evenementen In 2012 is toezicht uitgeoefend en/of ondersteuning geleverd bij een groot aantal evenementen. Bij vier evenementen, te weten Koninginnedag inclusief Dancetour, Big Rivers, Dordt in Stoom en de Kerstmarkt, is in 2012, naast regulier toezicht, een integrale schouw gehouden. De schouw uitgevoerd onder coördinatie van Toezicht, in een integraal team van Toezicht, politie, brandweer en OZHZ. Een vertegenwoordiger van de organisatie neemt deel aan de schouw. Hierbij zijn in totaal 71 overtredingen van de (veiligheids-)voorschriften geregistreerd. Daarvan zijn er 14 geconstateerd tijdens Koninginnedag en Dancetour, 13 tijdens twee dagen van Dordt in Stoom en 44 tijdens de drie dagen van de Kerstmarkt. Tijdens Big Rivers zijn (op een paar kleine puntjes na) geen overtredingen geconstateerd. De overtredingen die zijn geconstateerd hadden betrekking op illegaal of verkeerd geplaatste kramen / verkopers, niet goed geplaatste of afgeschermde aggregaten, het belemmeren van rijroutes voor nood- en hulpdiensten, de afwezigheid van (juiste) blusmiddelen, de aanwezigheid van brandgevaarlijke middelen als (waxine)kaarsen en kachels en het niet afdekken van stroomkabels. Nagenoeg alle overtredingen zijn na eerste aanzegging door de organisator verholpen. Er is een enkele bekeuring uitgeschreven wegens het niet naleven van voorschriften. Het aantal gesignaleerde afwijkingen van de verstrekte vergunningen is significant, vooral bij de Kerstmarkt. Dit bevestigd de waarde van de integrale controle. Naast het toezicht op de naleving van vergunningvoorschriften zijn bezoekers en deelnemers van evenementen bekeurd voor onder ander wildplassen, foutparkeren, ordeverstoringen, en dergelijke. In 2012 is in een gezamenlijk project van Veiligheidsregio, Brandweer, GHOR, politie en gemeenten gewerkt aan regionaal multidisciplinair veiligheidsbeleid bij evenementen. In 2013 zal dit beleid worden geïmplementeerd.
Pagina 29/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
3.2.2 Specifieke activiteiten Naast de gemeentebrede prioriteiten is er een aantal specifieke zaken/gebieden waarop toezicht wordt uitgeoefend. Het gaat om havens, markt(gerelateerde) activiteiten, (illegaal) kappen van bomen en toezicht in de Hollandse Biesbosch. Doel uit IHP 2011-2015: Markten: bevorderen van een zo eerlijk mogelijke handel bij markten, ambulante handel, etc. Havens: bevorderen van naleving regels van veiligheid en economie, o.a. de havenverordening, APV, scheepvaartverkeerswet. Kappen bomen: het bewaren en bewaken van hoeveelheid en
Markten, havens, kappen bomen en (tijdelijk) gebruik openbare en gemeentegrond Binnen het thema markten omvat de weekmarkten, buitenstandplaatsen, ambulante handel en venten. Het thema havens richt zich op zowel de zeehavens als de binnenhavens. Ten aanzien van de houtopstanden wordt gelet op het illegaal kappen van bomen of het niet naleven van de herplantplicht. Ook wordt toegezien op het tijdelijk gebruik van de openbare ruimte (bijv. bij wegwerkzaamheden) en projectmatig op onrechtmatig in gebruik genomen gemeentegrond. In 2012 is het volgende gerealiseerd. Tabel 19: Overzicht aantal controles en resultaten markten, havens, kappen bomen, (tijdelijk) gebruik openbare ruimte en gemeentegrond Onderwerp
controles Markten
kwaliteit van de houtopstanden Indicatoren: 1.
Aantal geconstateerde overtredingen.
Aantal geraamde
Overige inspanningen /
416 op markten;
Op iedere marktdag wordt
850 controles op markten (di/vr/za);
16 op standplaatsen,
‘permanent’ gecontroleerd (op
20 controles op standplaatsen, ambulante handel en
ambulante handel, venten;
wisselende tijdstippen maar in
venten; Dagelijks op volksfeesten, kermissen.
Dagelijks bij volksfeesten,
ieder geval elk uur)
Resultaten: 24 Waarschuwingsbrieven, 2 schorsingen
kermissen Havens
Kappen bomen
Resultaten 2011
bijzonderheden
en/of juridische procedures, 4 vergunningen ingetrokken
365 x (= iedere dag) in het
Uitvoering door Havenbedrijf
Controles conform planning. Het generatorverbod is,
havengebied
Rotterdam. Er is geen
gezien een aantal knelpunten m.b.t. de
2 x / jaar Vlijhaven
surveillance van 22.00-07.00 uur
walstroomvoorzieningen, soepel gehandhaafd.
Ca 40 controles per jaar
Alle opgelegde herplantplichten
De controles zijn conform planning uitgevoerd. Resultaat:
en geweigerde vergunningen zijn
1e controle, 28 stuks: 1 voldeed niet.
gecontroleerd, evenals meldingen
2e controle: 10 stuks, 1 voldeed niet (zaak loopt nog).
van illegale kap.
3 x melding van illegale boomkap: 1 had vergunning, 1 was geen vergunning nodig (kap was rechtmatig) en bij 1 was sprake van ‘ontsiering’ (zaak loopt nog).
Cirkeldiagram onrechtmatig grondgebruik:
Nog af te handelen dossiers 23%
Geen onrechtmatig grondgebruik 13% Gebruikersovereenkomst 17%
Tijdelijk gebruik
Totaal ca 1.200 controles:
Betreft ca 500 vergunningen per
De controles zijn conform planning uitgevoerd.
openbare ruimte
binnenstad: dagelijks,
jaar.
Resultaat controles: geen afwijking waardoor Stadsbeheer
grote bouwplaatsen: min. In oude staat hersteld 25%
Verkocht 10% Verhuurd 4% Verjaard 8%
handhavend moest optreden.
1x per week, overige: min. 2x controle Onrechtmatig in
Projectmatige aanpak op
Aanleiding van de projectmatige
gebruik genomen
alle (vermoedelijk)
aanpak is het collegebesluit dd.
Dit onderdeel bleek omvangrijker dan verwacht. Eind 2011 zijn 115 (eerste) brieven verstuurd. Voor de
gemeentegrond
onrechtmatig in gebruik
25-10-2011.
status van deze zaken, zie cirkeldiagram in de kantlijn.
genomen gemeentegrond.
Tijdens de aanpak zijn er vanaf begin 2102 ca. 200
De schatting was ruim 100
vermeende illegale situaties bijgekomen, waardoor er nu
locaties.
315 dossiers bestaan. De aanpak vergt veel (juridische) capaciteit, zowel door omvang als complexiteit.
Pagina 30/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
Hollandse Biesbosch (Parkschap) Uitvoering van de taken binnen dit gebied valt onder verantwoordelijkheid van het Parkschap Nationaal Park de Biesbosch. Er is geen directe sturing door de gemeente op prioriteiten en inzet. In die zin is wijkt dit onderwerp af van andere handhavingstaken. Inhoudelijke zijn er raakvlakken met toezicht in de openbare ruimte en is sprake van samenwerking met (o.a.) Toezicht en de Politie. In het 1. 2. 3. 4. 5.
compartiment Hollandse Biesbosch (onderdeel van het Nationaal Park de Biesbosch) hebben de volgende zaken prioriteit: Kampvuren en barbecueën. Loslopende honden. Snel varen motorboten en jetski’s. Onzedelijk gedrag. Oneigenlijk gebruik van de padenstructuur.
In 2012 is het volgende gerealiseerd. Tabel 20: Overzicht aantal controles en resultaten Hollandse Biesbosch Onderwerp
Inzet en aantal geraamde PV’s, etc.
Doel uit IHP 2011-2015: Bevorderen van de veiligheid van
Overige inspanningen /
Resultaten 2012
bijzonderheden Voor alle thema’s geldt:
De voorlichtingscampagne die in
Voor alle thema’s geldt:
bezoekers en het behoud van de
Kampvuren en barbecueën
365 dagen per jaar wordt gericht
2012 gehouden zou worden over
In totaal hebben er 680 controles
natuur en een goed recreatief
toezicht uitgeoefend in het betreffende
dit onderwerp, waarin ook
plaatsgevonden. Hondenoverlast,
gebruik mogelijk maken.
gebied. Dit richt zich op de thema’s
achtergelaten afval en illegale
achterlaten afval, oneigenlijk gebruik
Indicatoren:
met prioriteit, waarbij vooral in de
dumpingen aan de orde komen, is
van paden en kampvuren zijn de meest
1.
Aantal geconstateerde
zomermaanden overtredingen
niet gerealiseerd en wordt in 2013
voorkomende overtredingen.
overtredingen.
voorkomen. In totaal wordt zo’n 3000
uitgevoerd.
Er zijn 37 waarschuwingen gegeven en
uur (waarvan 1800 uur BOA’s) aan
O.a. in het Biesboschcentrum is
34 pv’s uitgedeeld.
toezicht ingezet. Op jaarbasis worden
een brochure voorhanden. In 2010
Vergeleken met voorgaande jaren valt
20-30 pv’s verwacht t.a.v. alle
is juiste bebording aangebracht,
te constateren dat het aantal
prioriteiten.
waarmee handhavend optreden
overtredingen niet afneemt. Er zal werk
goed mogelijk is.
gemaakt moeten worden met het plan
Snel varen motorboten en
Vooral inzet door de KLPD (ook op
het gebied in de late avond en nacht
jetski’s
verzoek).
afsluitbaar te maken.
Onzedelijk gedrag
Vooral in de zomermaanden
Oneigenlijk gebruik van de
Het aanbrengen van fysieke
padenstructuur
voorzieningen, zoals ‘zakpalen’ in
Loslopende honden
gerichte controles.
de fietspaden.
Pagina 31/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
3.3
Bestuurlijke (keten)aanpak en vrijplaatsen Voor een effectieve gecombineerde bestuurlijke en strafrechtelijke interventie op zogenaamde vrijplaatsen of bij vormen van (georganiseerde) criminaliteit wordt samengewerkt met andere overheidsdiensten, ook wel aangeduid als ‘ketenaanpak’. De basis voor deze samenwerking ligt in convenanten. In verschillende samenstellingen wordt samengewerkt met de (vreemdelingen)politie, het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst, de Sociale Dienst Drechtsteden, de FIOD, de SIOD, het UWV, de Arbeidsinspectie en andere gemeenten. In bepaalde gevallen kunnen semi- of niet overheidsdiensten convenantdeelnemer zijn. De samenwerking wordt vormgegeven rond specifieke thema’s. In 2012 is deelgenomen aan de volgende thema’s: Thema
Kader
Werkingsgebied
Trekker
Mensenhandel (overige uitbuiting)
Convenant RIEC
Regionaal
OM/Vreemd. politie
Rol gemeente Deelnemer
Vastgoedfraude
Convenant RIEC
Regionaal
Belastingdienst
Deelnemer
IT Huisvesting arbeidsmigranten
Convenant LSI
Gemeente Dordrecht
Gemeente Dordrecht
Trekker
Gecoördineerde aanpak hennep
Convenant RIEC
Regionaal
RIEC
Deelnemer
Normalisatie woonwagenlocaties
Convenant ‘vrijplaatsen’ Drechtsteden
Gemeente Dordrecht
Gemeente
Trekker
Toepassing Wet Bibob
Wet Bibob / Convenant RIEC
Regionaal
RIEC/gemeenten
Uitvoerder
Budget (€) in 2012: onbekend
Toelichting vrijplaats: In dit verband wordt onder een vrijplaats verstaan: ‘locaties en/of groepen waar een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij structurele fraude van wezenlijke betekenis is. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaalculturele hindernis.’
Mensenhandel is één van de thema’s die door middel van informatie-uitwisseling en samenwerking met verschillende partners regionaal aangepakt wordt. Dit is geborgd in een ketenoverleg mensenhandel binnen de RIEC-structuur. In het project Vastgoedfraude worden doorlopend diverse casussen behandeld die zich in de verkennende fase, de analysefase of interventiefase bevinden. De aanpak is per casus verschillend, waarbij het zwaartepunt kan liggen op de fiscale aanpak, bestuurlijke aanpak of juist de strafrechtelijke aanpak. Binnen de Taskforce huisvesting arbeidsmigranten is samen met het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding (RCF Rotterdam) geïnvesteerd in onderzoek en aanpak van mogelijke vormen van fraude gerelateerd aan arbeidsmigranten en de huisvesting ervan. De samenwerking werpt zijn vruchten af. In 2013 zal het project worden afgerond met een eindrapportage. In 2012 is de integrale ‘aanpak hennep’ voortgezet in goede samenwerking en informatiedeling. Er is tevens geïnvesteerd in het betrekken van alle gemeenten bij de gecoördineerde aanpak. In Dordrecht zijn 56 hennepplantages ontmanteld in 2012. Het normalisatieproject woonwagenlocaties is in 2012 voortgezet met een lagere intensiteit. Dit vanwege goede resultaten. Aan de Wet Bibob is in 2012 uitvoering gegeven conform het vastgestelde beleid. In 11 gevallen is advies gevraagd aan het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Zuid-Holland Zuid (RIEC ZHZ) en in 5 gevallen aan het landelijk Bureau Bibob. Dit leidde in 4 gevallen tot een weigering van de aangevraagde vergunningen, op grond van de Wet Bibob. In 1 geval werd de aanvraag ingetrokken voordat het landelijk Bureau Bibob een advies kon uitbrengen. In 2013 treedt de gewijzigde Wet Bibob in werking, als gevolg waarvan ook de gemeentelijke beleidslijn wordt aangepast. In 2012 zijn het RIEC ZHZ en het RIEC Rotterdam-Rijnmond gefuseerd tot het RIEC Rotterdam. Pagina 32/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
4. Ontwikkeling kwaliteit en professionaliteit In het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015 zijn kwaliteitseisen opgenomen. Er wordt naar gestreefd om per 2015 aan deze eisen te voldoen. De nulmeting in het integraal Handhavingsprogramma, die de staat van de kwaliteit en professionaliteit van de handhavingsorganisatie per eind 2010 weergeeft, is het startpunt voor de jaarlijks in te zetten ontwikkelingen die de kwaliteit en professionaliteit van de handhavingsorganisatie moeten bevorderen. In het jaarplan 2012 is aangegeven welke ontwikkelingen zijn of worden ingezet om de onderdelen die niet groen scoren (nog beter) op orde te brengen. Onderstaande tabel geeft aan in hoeverre de diverse verbeterpunten zijn gerealiseerd. Voor een toelichting op de onderdelen A. tot en met G. en de nummering binnen deze onderdelen wordt verwezen naar bijlage 8 van het Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015. Toelichting kleuren: Behaald
A. Rapportage en evaluatie
Inspanning
Resultaat
Cluster B: Openbare ruimte Inspanning
Resultaat
1 Probleemanalyse
Op orde (OZHZ, GGD) of in 2012 geen inspanningen (Politie)
2 Verantwoording van inzet, prestaties en resultaten
OZHZ: Per 2012 worden aantallen, Behaald. resultaten en (nalevings)-effecten ook voor bouw- en brandveiligheid bijgehouden
Toezicht: Verslaglegging wordt in 2012 verder verbeterd door nog meer aan te sluiten bij systematiek van het uitvoeringsprogramma
Politie: In 2012 worden verbeterpunten afgesproken t.a.v. de systematiek van verslaglegging van aantallen en resultaten OZHZ: In 2012 wordt een ISO-audit uitgevoerd
SB: In 2012 wordt de output en outcome beter inzichtelijk gemaakt
Deels behaald. In 2013 besluit over taakuitvoering i.r.t. Toezicht
Toezicht: In 2012 wordt de brancheorganisatie benaderd voor een eventuele benchmark
Behaald. Publicatie benchmarkgegevens volgt in 2013
Deels behaald Niet behaald
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken
3 Vergelijking en auditing
B. Strategisch beleidskader 4 Prioriteitenstelling en meetbare doelstellingen
Deels behaald. Verslag over aantallen is adequaat. Nog afspraken over resultaten en effecten Behaald.
GGD: Behaald. Onderwijsinspectie zet in 2012 vergelijkend onderzoek onder Dordrecht heeft in overzicht gemeenten voort. Dordrecht was status A (A=voldoet aan eisen) in 2011 nog niet meegenomen Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken Inspanning Op orde (OZHZ, GGD) of in 2012 geen inspanningen (Politie)
Resultaat
Behaald.
Cluster B: Openbare ruimte Inspanning SB: In 2012 wordt een 0-meting gedaan t.b.v. het ontwikkelen van indicatoren HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
Resultaat Nog niet behaald. In 2013 besluit over taakuitvoering i.r.t. Toezicht
Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014
Pagina 33/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
C. Operationeel beleidskader 5 Nalevingsstrategie
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken Inspanning OZHZ: In 2012 wordt integrale nalevingsstrategie opgesteld o.b.v. startnotitie die in 2011 is opgesteld GGD: Het 1e kwartaal van 2012 wordt de nieuwe nalevingsstrategie aangeboden aan het college
Resultaat Niet behaald. Projectmatige (brede) aanpak. Vertraging o.a. door aanhaken Provincie.
Cluster B: Openbare ruimte Inspanning SB: In 2011-2015 bezien in het licht van SB als regisseur, waarbij uitvoeringstaken worden beperkt.
HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
Behaald.
6 Toezichtstrategie
Politie: In 2012 wordt gerichter gestuurd op uit te voeren toezicht vanuit een (ongeschreven) toezichtsstrategie Zie 5 Nalevingsstrategie
7 Sanctiestrategie
Zie 5 Nalevingsstrategie
Zie 5 Nalevingsstrategie
8 Gedoogstrategie
Zie 5 Nalevingsstrategie
Zie 5 Nalevingsstrategie
D. Planning en control 9 Borging personele en financiële middelen
10 Uitvoeringsprogramma handhaving
Deels behaald. Er wordt meer en gerichter gestuurd. Dit kan nog beter.
Inspanning
Politie: In 2012 vindt tussentijdse afstemming en bijsturing regelmatig plaats
Nog niet behaald. In 2013 besluit over taakuitvoering i.r.t. Toezicht
Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014
Zie 5 Nalevingsstrategie
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken Politie: In 2012 wordt bezien wat het effect van de vorming van de nationale politie is op de capaciteit voor bestuurlijk toezicht
Resultaat
Resultaat Behaald. Dit heeft in 2012 de nodige aandacht gekregen. De uitwerking van de nieuwe politieorganisatie moet echter nog vorm krijgen. Blijft daarom een aandachtspunt.
Behaald.
Cluster B: Openbare ruimte Inspanning SB: In 2011-2015 bezien in het licht van SB als regisseur, waarbij uitvoeringstaken worden beperkt HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
Resultaat Nog niet behaald. In 2013 besluit over taakuitvoering i.r.t. Toezicht
Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014 Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014
Pagina 34/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
11 Organisatorische condities
MO/GGD: In 2012 wordt, in de BC Brede Doorlichting, bezien of bestuurlijke HH naar GGD kan
Deels behaald. Voldoende draagvlak voor voorstel in BC Brede Doorlichting, maar nog geen vervolg door andere prioriteiten.
12 Kwaliteitsborging Op orde (OZHZ, GGD) of in 2012 geen inspanningen (Politie)
SB: In 2011-2015 bezien in het licht van SB als regisseur, waarbij uitvoeringstaken worden beperkt HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
Nog niet behaald. In 2013 besluit over taakuitvoering i.r.t. Toezicht
Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014
Toezicht: In 2012 wordt verkend of kwaliteit mensen (niet processen) betere borging / labelling behoeft
Behaald. Onderdeel van het bedrijfsplan 2013-2016
SB: In 2011-2015 bezien in het licht van SB als regisseur, waarbij uitvoeringstaken worden beperkt
Deels behaald. In 2013 besluit over taakuitvoering i.r.t. Toezicht
HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
E. Voorbereiden 13 Protocollen en werkinstructies
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken Inspanning Resultaat OZHZ: In 2012 doorontwikkelen landelijk model ‘toezichtsprotocol’ / keuze definitief te hanteren protocol maken Politie: In 2012 wordt voor prostitutiebedrijven de werkwijze herijkt en waar nodig verbeterd
Behaald. Er wordt bij vernieuwend toezicht gewerkt met integraal toezichtsprotocol Deels behaald. In afwachting van inwerkingtreding van de nieuwe Wet regulering prostitutie
Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014 Cluster B: Openbare ruimte Inspanning Resultaat
SB: In 2011-2015 bezien in het licht van SB als regisseur, waarbij uitvoeringstaken worden beperkt HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
Deels behaald. In 2013 besluit over taakuitvoering i.r.t. Toezicht
Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014
Pagina 35/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
14 Interne en externe afstemming
15 Protocollen voor communicatie, informatiebeheer en -uitwisseling
GGD: Niet behaald. In 2012 wordt de mogelijkheid van gezamenlijke inspecties met In 2013 realiseren OZHZ of onderling signaaltoezicht onderzocht OZHZ: In 2012 worden samen met JKC Behaald. protocollen opgesteld voor behandeling van verzoeken HH en Wob-verzoeken
SB: In 2012 worden de activiteiten t.b.v. verbetering samenwerking SB – OZHZ afgerond. Hotspotoverleggen vervolgen (Toezicht) SB: In 2011-2015 bezien in het licht van SB als regisseur, waarbij uitvoeringstaken worden beperkt
Behaald.
Nog niet behaald.
HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
F. Uitvoeren 16 Uitvoeringsondersteunende voorzieningen
17 Preventieve controles (alleen cluster A)
Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014 Cluster B: Openbare ruimte Inspanning Resultaat
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken Inspanning Resultaat OZHZ: In 2012 wordt een verbeterslag SquitXO gemaakt, ook t.a.v. toezicht en handhaving GGD: In het 2e kwartaal van 2012 wordt het GIR (backoffice toezicht en handhaving kinderopvang) geïmplementeerd Politie: In 2012 volgen van de landelijke ontwikkeling in het kader van vorming van nationale politie en te hanteren ICT-applicaties OZHZ: In 2012 wordt 'vernieuwing toezicht' voor tenminste 60% van budget toegepast. Per 2013 volledige toepassing. GGD: In 2012 wordt de mogelijkheid van gezamenlijke inspecties met OZHZ of onderling signaaltoezicht onderzocht
Behaald.
HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014
Behaald.
Behaald. Dit is een autonome ontwikkeling die enkel wordt gevolgd.
Behaald. Uitrol verloopt cf. planning.
N.V.T.
N.V.T.
Niet behaald. In 2013 realiseren
Pagina 36/37
Jaarverslag Integrale Handhaving 2012
G. Monitoren 18 Monitoring
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken Inspanning Resultaat OZHZ: In 2011 is monitoring voor bouwen brandveiligheid verbeterd, dit komt tot uitdrukking in het jaarverslag 2011
Behaald.
Cluster B: Openbare ruimte Inspanning Resultaat Toezicht: Monitoring wordt in 2012 verder verbeterd door maraps en jaarverslag in te richten naar het uvp SB: In 2012 wordt interne (SB) monitoring beter geborgd in het licht van het handhavingsprogramma
Politie: In 2012 worden afspraken gemaakt over monitoring van resultaten en effecten
Deels behaald. Verslag over aantallen is adequaat. Nog afspraken over resultaten en effecten
HBB: Na oprichting van één Parkschap in 2011 wordt toezicht en handhaving in 2012 herijkt
Behaald.
Deels behaald. Monitoring is verbeterd, maar nog niet op adequaat (gewenst) niveau
Deels behaald. In 2012 beleidsnotitie ‘Veiligheid en handhaving Biesbosch’ vastgesteld. Implementatie volgt in 2013-2014
Pagina 37/37