BIJLAGE 1
Jaarverslag handhaving 2012 Waterschap Rijn en IJssel
1
Titel rapport
: Jaarverslag handhaving 2012
2
Inhoud 1 Inleiding ...............................................................................................................................4 1.1 Voorwoord .....................................................................................................................4 1.2 Leeswijzer .....................................................................................................................4 2 Ontwikkelingen ....................................................................................................................5 2.1 Aanpassing Omgevingswet en Activiteitenbesluit ..........................................................5 2.2 Invoering Overheidsloket Waterwet ...............................................................................5 3 Beleidsdoelen handhaving ..................................................................................................7 3.1 Missie en visie ...............................................................................................................7 3.2 Hoofddoelen handhaving ...............................................................................................7 3.3 Prestatie-indicatoren ......................................................................................................8 4 Projecten en overige activiteiten handhaving 2012 ..............................................................9 4.1 Handhavingsbeleidsplan Rijn-Oost waterschappen .......................................................9 4.2 Toezicht Lozingenbesluit open teelt en veehouderij .......................................................9 4.3 Toezicht op indirecte lozingen .....................................................................................10 4.4 Toezicht op Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009 .......................................................10 4.5 Overleggen en samenwerken met partners .................................................................11 4.6 Communicatie .............................................................................................................11 4.7 Heffingen .....................................................................................................................12 4.8 Toezicht op lozen vanuit overstorten en IBA’s .............................................................12 5 Controles en naleefgedrag ................................................................................................13 5.1 De handhavingstaken ..................................................................................................13 5.2 Controles 2012 en enkele doelgroepen nader belicht ..................................................13 5.2.1 Eigen werken/RWZI’s ...........................................................................................14 5.2.2 Cross-compliance controles .................................................................................14 5.2.3 Evenementen .......................................................................................................14 5.2.4 Scheepvaart .........................................................................................................14 5.2.4 Besluit bodemkwaliteit ..........................................................................................15 5.2.4 Grondwater...........................................................................................................15 5.3 Prestatie-indicatoren 2012 ...........................................................................................15 5.4 Bestuursrechtelijke handhaving en naleefgedrag 2012 ................................................16 5.5 Strafrechtelijke handhaving 2012 .................................................................................16 5.6 Calamiteiten ................................................................................................................16 6 Conclusies.........................................................................................................................17 Bijlage 1 ...............................................................................................................................18 Bijlage 2 ...............................................................................................................................19 Bijlage 3 ...............................................................................................................................20 Bijlage 4 ...............................................................................................................................21
3
1 INLEIDING 1.1 Voorwoord 2012 is een bewogen jaar geweest als het gaat om toezicht en handhaving door het waterschap. In dit jaarverslag leest u wat wij het afgelopen jaar op dit gebied hebben gedaan. Daarnaast hebben wij in 2012 het Bewijs van Goede Dienst uitgereikt gekregen van de Kamer van Koophandel Centraal Gelderland. Dit certificaat laat zien dat we actief aan de slag zijn met het verbeteren van dienstverlening aan bedrijven. Ook de beleving van het toezicht wordt als ‘voldoende’ ervaren. Het verminderen van de administratieve lasten bij het toezicht kan het resultaat nog verder verbeteren. Op basis van de uitkomsten van het Bewijs van Goede Dienst en dit jaarverslag gaan we door met het professionaliseren van onze organisatie. De samenwerking met partners zowel intern als extern, loopt hier als een rode draad doorheen. We hebben hiermee belangrijke stappen gezet voor de toekomst. Om ons heen krijgen Regionale uitvoeringsdiensten concrete vormen en blijft de wetgeving veranderen. Samen met de Rijn-Oost waterschappen hebben we handhavingsbeleid opgesteld en werken we samen aan het Kennispunt Water om een betrouwbare partner in de toekomst te blijven. Ook de komende jaren is samenwerking op veel fronten een belangrijk aandachtspunt. 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 gaan we in op actuele ontwikkelingen die invloed hebben gehad op de toezicht en handhaving in 2012. Hoofdstuk 3 geeft onze visie en missie weer. Ook vindt u hier de hoofddoelen op het gebied van handhaving van ons waterschap. Organisatorische ontwikkelingen en uitgevoerde handhavingsprojecten en –activiteiten staan centraal in het vierde hoofdstuk. In hoofdstuk 5 leest u meer over onze controles en hoe de doelgroepen de regels naleven. Tenslotte trekken we in hoofdstuk 6 conclusies en benoemen we onze belangrijkste aandachtspunten voor 2013.
4
2 ONTWIKKELINGEN In dit hoofdstuk gaan we in op de belangrijkste actuele beleidsontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de uitvoering van onze toezicht- en handhavingstaken. Hierbij gaat het om zowel interne als externe ontwikkelingen. 2.1 Aanpassing Omgevingswet en Activiteitenbesluit Vanuit Den Haag wordt gewerkt aan een herziening van het totale omgevingsrecht in Nederland. Het is de bedoeling om de veelal sectorale wet- en regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht te bundelen en te vereenvoudigen. Gewerkt wordt aan een Wet omgevingsrecht, waarin verschillende wet- en regelgeving geïntegreerd wordt. De planning is erop gericht deze wet medio 2013 in werking te laten treden. In 2012 hebben we dit proces actief gevolgd, met name de discussie omtrent één bevoegd gezag en de mogelijke consequenties hiervan. De verwachting was dat op 1 juli 2012 alle voorschriften met betrekking tot agrarische activiteiten in het Beluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) worden opgenomen. Uiteindelijk is dit uitgesteld tot 1 januari 2013 en hebben we aansluiting gezocht bij een Unie-werkgroep die een landelijk communicatietraject opzet. Het waterschap is vertegenwoordigd in deze Unie-werkgroep. 2.2 Invoering Overheidsloket Waterwet Vanaf 1 april 2012 kunnen burgers en bedrijven op ieder moment van de dag een aanvraag om een Watervergunning of melding doen bij het waterschap via het Omgevingsloket Online Water. Ook de vergunning (of een besluit tot afwijzing) wordt via het loket digitaal aan de aanvrager toegestuurd. Ongeveer 8% van de aanvragen/meldingen komen vanaf deze datum binnen via het loket. 2.3 Regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) Bij de vorming van een Regionale Uitvoeringsdienst in Overijssel hebben gemeenten en provincie besloten twee netwerkorganisaties op te richten. De waterschappen binnen Rijn Oost zijn samenwerkingspartner van deze organisaties. In de bedrijfsplannen vermeld de RUD Overijssel dat op diverse terreinen kennispunten worden ingericht. Aan de deelnemende waterschappen is verzocht een Kennispunt Water in te richten. Om een dergelijk kennispunt te realiseren zijn 5 werkgroepen aan de slag geweest met het streven om het Kennispunt Water 1 januari 2013 operationeel te hebben. Deze werkgroepen zijn: - Vorm en organisatiestructuur Kennispunt Water, effecten en procesbeschrijvingen - Benodigde ICT - Produktencatalogus - Risicoanalyse en selectietool - Kwaliteit (kennis/kunde/capaciteit). De provincie Gelderland krijgt zeven RUD’s. Deze RUD’s zullen pas 1 april 2013 daadwerkelijk operationeel zijn. In Gelderland is gekozen voor specialisatie, naast de basistaken. Zo gaat bijvoorbeeld de Omgevingsdienst Regio Nijmegen de complexe vergunningverlening uitvoeren voor alle zeven RUD’s en de Omgevingsdienst Regio Arnhem de complexe handhaving. Om eenduidigheid te krijgen tussen te verschillende RUD’s zijn zogeheten zaaktype-beschrijvingen opgesteld die de RUD’s gaan hanteren. Wat betreft de taken rond het specialisme water is in een eerder stadium aangegeven dat dit specialisme niet op provinciaal niveau robuust genoeg is. Hiervoor moet de samenwerking met de waterschappen als robuuste partner gezocht worden. Naast gesprekken met de ‘kwartiermaker’ van de Omgevingsdienst Regio Veluwe IJssel (verantwoordelijk voor het maken van afspraken met partners), zijn ook afspraken gemaakt met de directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem. 5
2.4 Toezicht Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009 en afhandeling meldingen In 2012 zijn wijzigingen in de eerste lijns toezicht op de Keur van het Waterschap Rijn en IJssel 2009 en de afhandeling van meldingen en calamiteiten doorgevoerd. Hierdoor vindt er een directere afstemming bij het toezicht op de keur plaats tussen de medewerkers in het veld (onderhoud) en de handhavers van het waterschap. In 2013 gaan we door met het optimaliseren van de afstemming binnen het waterschap. 2.5 Bestuurlijke strafbeschikking Vanaf mei 2012 maken we gebruik van het handhavingsinstrument bestuurlijke strafbeschikking (BSB). Hiervoor zijn we met het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) een convenant aangegaan waarin de samenwerking met het CJIB over de afdoening en inning van de strafbeschikkingen is vastgelegd. De BOA’s van het waterschap zijn inmiddels uitgerust met bonnenboekjes, en is eind 2012 de eerste BSB uitgeschreven en ingevoerd in de transactiemodule. Voor toegang tot en het gebruik van de transactiemodule maken we gebruik van de zogenaamde eHerkenning. Hiervoor is een aanvraag en informatieverstrekking voor de eHerkenning gedaan en hebben we inmiddels toegang gekregen tot de transactiemodule via eHerkenning. Daarnaast hebben we voor het verkrijgen van de startsubsidie een aanvraag gedaan bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De eerstvolgende geplande actie is het geven van voorlichting over de BSB begin 2013.
6
3 BELEIDSDOELEN HANDHAVING 3.1 Missie en visie In september 2012 heeft het bestuur nieuw handhavingsbeleid vastgesteld. Dit beleid is vastgelegd in het Handhavingsbeleidsplan 2012 Waterschap Rijn en IJssel. Het beleid is opgesteld in samenwerking met de Rijn-oost waterschappen (zie paragraaf 4.1). In het handhavingsbeleid beschrijven we onze missie en visie op het gebied van handhaving: Missie De opdracht van de waterschappen in Rijn Oost is te zorgen voor schoon water (watersysteem en kwaliteit), voldoende water (watersysteem) en voor veilig wonen en werken (veiligheid). We voeren deze taken uit voor én samen met de maatschappij. Dit gebeurt vanuit een brede kijk en tegen aanvaardbare kosten. We houden daarbij rekening met agrarische, economische, ecologische en recreatieve belangen. Ons werk draagt ertoe bij dat iedereen op een veilige, gezonde, prettige en duurzame manier met water kan leven. Als waterschap willen we professioneel, betrouwbaar en deskundig werken en zo onze positie als lokale en regionale waterautoriteit waarmaken. Met onze middelen en mogelijkheden werken we aan een duurzame ontwikkeling van het stedelijk en landelijk gebied. Deze missie brengen we in de praktijk door het geven van voorlichting, het stellen van voorschriften en het toezicht op naleving. Visie Het verder ontwikkelen van de veiligheid in het watersysteem is een belangrijke opgave voor de waterschappen in Rijn Oost. We houden daarbij rekening met het veranderende klimaat. De klimaatsverandering heeft gevolgen voor de manier waarop we onze gebieden beveiligen, het water vasthouden en beheren. We bevorderen de samenhang, de afstemming en de doelmatigheid in de afvalwaterketen; hierdoor is een betere waterkwaliteit mogelijk tegen lagere kosten. Samenwerking met gemeenten is een voorwaarde. Ons handhavingsbeleid is daarom op dezelfde wijze opgebouwd en overeenkomstig met het handhavingsbeleid dat gemeenten hanteren. Ten aanzien van onze opdracht voor schoon water voldoet dit beleid aan de wettelijke eisen die mede vanuit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gesteld. In lijn met de missie en visie kiezen we ervoor eerst in gesprek te gaan met de overtreder voordat daadwerkelijk handhavend wordt opgetreden (bestuursrechtelijk dan wel strafrechtelijk). Het plan beschrijft het beleid ten aanzien van de toezichts- en handhavingstaken op gebied van Schoon water (kwaliteit), Watersystemen (voldoende water) en Waterkeringen (veilig werken en wonen). Daarnaast werken alle waterschappen in Rijn Oost met één sanctiestrategie: ‘Handhavings- en gedoogstrategie Fysieke Leefomgeving Overijssel 2009’. 3.2 Hoofddoelen handhaving Door te handhaven willen we bereiken dat mensen de regels zo goed mogelijk naleven. Zeker als het gaat om lozingen die een groot negatief effect kunnen hebben op de kwaliteit van het oppervlaktewater of de werking van de zuiveringsinstallatie. In het Toezicht- en handhavingsprogramma 2012 hebben we dan ook hoofddoelen aangegeven. Deze hoofddoelen zijn gebaseerd op het oude handhavingsbeleid uit 2004. Het belangrijkste doel van handhaving is: een zo hoog mogelijk naleefgedrag voor lozingen met een hoge prioriteit. Bij lozingen met minder invloed ligt onze doelstelling iets lager. Bij lozingen met een zeer hoge prioriteit: 1. Het naleefgedrag met betrekking tot de vergunde normen bedraagt tenminste 85%. 2. Het naleefgedrag met betrekking tot de meet- en registratieverplichtingen bedraagt 100%.
7
Bij alle overige lozingen: 1. Het naleefgedrag met betrekking tot de vergunde normen bedraagt 75%. 2. Het naleefgedrag met betrekking tot de meet- en registratieverplichtingen bedraagt 100%. Voor de volgende uitvoeringsjaren stellen we mogelijk ook doelen voor de overige toezichten handhavingstaken. 3.3 Prestatie-indicatoren Voor 2012 hebben we onze missie, visie en hoofddoelen uitgewerkt in een aantal prestatieindicatoren. Deze zijn afgeleid uit ons Waterbeheerplan. 1. We versturen twee nieuwsbrieven over handhaving en vergunningverlening aan onze doelgroepen 2. Voor de Gelderse Handhavingsweek organiseren we de invulling van het blauwe kleurspoor. 3. We controleren vanuit handhaving één op de tien verleende Watergunningen die betrekking hebben op de Keur van het Waterschap Rijn en IJssel 2009.
8
4 PROJECTEN EN OVERIGE ACTIVITEITEN HANDHAVING 2012 Onze organisatie is voortdurend in beweging. In dit hoofdstuk beschrijven we enkele organisatorische ontwikkelingen die van invloed zijn op onze werkzaamheden. Ook beschrijven we de projecten waar we in 2012 aan hebben gewerkt en de overige activiteiten die we hebben uitgevoerd. 4.1 Handhavingsbeleidsplan Rijn-Oost waterschappen Waterschap Rijn en IJssel maakt deel uit van deelstroomgebied Rijn-Oost. Samen met de andere waterschappen in dit gebied hebben we het Waterbeheerplan 2010-2015 opgesteld. De doelen uit dit plan houden natuurlijk niet op bij de grens van ons grondgebied. Daarnaast hadden we naar aanleiding van een audit van de provincie Gelderland voor de afgelopen jaren een verbeterplan opgesteld. Leidraad hierbij was het continue verbeteren van de uitvoering van de taken. Inmiddels voldoen we aan alle punten van het verbeterplan waarbij vooral een procesmatige aanpak van de toezichts- en handhavingstaken onze aandacht had. In het kader van bovenstaande is in 2011 nieuw handhavingsbeleid opgesteld. De actualisatie van het oude handhavingsbeleid ‘Handhaving op orde’ en onze risicoanalyse maken hiervan deel uit. Dit nieuwe handhavingsbeleid vormt de basis voor eenduidig toezicht en handhaving voor de thema’s Schoon water (waterkwaliteit), Watersystemen (voldoende water), Waterkeringen (veilig werken en wonen) en Overige taken (grondwater en vaarwegbeheer). Bij het nieuwe beleid is aangesloten bij de Overijsselse handhavingsstrategie. Het eindproduct, oftewel het definitieve handhavingsbeleidsplan 2012 is op 11 september 2012 door het Algemeen bestuur vastgesteld Vooruitlopend op het nieuwe handhavingsbeleid waren voor verschillende doelgroepen toezichtsplannen opgesteld. Hiermee waarborgen we een uniforme uitvoering van de handhavingstaken en verhogen we de kwaliteit hiervan. Om de totale toezichts- en handhavingsorganisatie daadwerkelijk te laten handelen conform het handhavingsbeleid en de toezichtsplannen moeten in 2013 de werkprocessen en protocollen worden geactualiseerd. 4.2 Toezicht Lozingenbesluit open teelt en veehouderij Eind 2011 hebben we de uitvoering van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (LOV) geëvalueerd. Aan de hand van deze evaluatie hebben we voor 2012 een toezichtsplan Agrarische Activiteiten opgesteld met als doel uniform toezicht op agrarische wet- en regelgeving. Dit moet naast kwaliteitsverbetering ook tijdwinst op gaan leveren. In aansluiting op het toezichtsplan zijn voor 2012 naast interne zaken ook projecten in het kader van toezicht benoemd. . In hoofdlijnen hebben we in 2012 de volgende activiteiten uitgevoerd: - Implementatie wijziging Activiteitenbesluit. In eerste instantie was de inwerkingtreding op 1 juli 2012 voorzien. Echter is dit vertraagd en wordt op 1 januari 2013 het Lozingenbesluit open teelten en veehouderij (LOV) opgenomen in het Activiteitenbesluit. Wij vinden het belangrijk dat vooraf communicatie met de sector plaats gaat vinden over de wijzigingen. Vanuit de Unie wordt een landelijk communicatie-traject opgezet. Het waterschap is vertegenwoordigd in deze Unie-werkgroep en we hebben een concept nieuwsbrief opgesteld. Door de vertraagde invoer van het Activiteitenbesluit is deze nog niet verzonden. - Project ‘absorberende onderlaag bij snijmaiskuilen’. Dit project is in 2011 gestart en samen met 13 waterschappen uitgevoerd. Het project heeft een vervolg gekregen in 2012. Dit vervolg heeft als voornaamste doel om het gebruik van deze onderlaag meer bekendheid te geven onder de agrariërs. Dit wordt getrokken door LTO, met medewerking van het waterschap. In ons beheersgebied doen 6 agrariërs mee aan het vervolgproject.
9
- Aandacht voor de problematiek erfafspoeling. Doel van dit project is om te bepalen of er erfafspoeling plaatsvindt binnen een bepaald gebied en zo ja, in welke mate dit dan is en hoe groot het probleem is voor de waterkwaliteit. Hiermee geven we ook invulling aan de gebiedsgerichte controle en inzet van toezicht in stroomgebieden waar niet voldaan wordt aan de waterkwaliteitsnormen. In het stroomgebied van het Waalse Water zijn 55 bedrijven geselecteerd die we hebben bezocht en gecontroleerd op erfafspoeling. Daarnaast monitoren we de waterkwaliteit. Eind 2012 hebben we het project erfafspoeling in het stroomgebied van het Waalse Water afgerond (gebiedsgericht toezicht). De resultaten van de bedrijfsbezoeken geven ons aanleiding om een vervolg aan het project te geven en de overige bedrijven in het stroomgebied ook te controleren. Reden hiervoor is het geringe naleefgedrag (8 overtredingen bij 55 controles) en de constatering dat na het opheffen van de overtredingen de waterkwaliteit nog niet toonbaar verbeterd is in het gebied. Reden om in 2013 verder te kijken binnen dit stroomgebied naar de problematiek. - Toezicht op Wet gewasbescherming en biociden (Wgb). In 2012 hebben we gedurende het voorjaar in de vroege ochtenduren surveillances uitgevoerd. In totaal hebben we hierbij 20 percelen gecontroleerd. In 2 gevallen was dit precies op het moment dat er met gewasbeschermingsmiddelen werd gespoten. Uit de controles bleek dat de voorschriften voor het uitvoeren van de bespuitingen goed werden nageleefd. We hebben dus hiervoor geen overtredingen geconstateerd. Wel hebben we in 6 gevallen een boeterapport opgesteld in verband met doodgespoten slootkanten. De Voedsel en Waren Autoriteit zorgt hier voor de verdere afhandeling. - Projectmatig toezicht bij boomtelers. Om een duidelijk beeld te krijgen van de bedrijfsactiviteiten van deze sector, en dan met name de afvalwaterstromen en andere gevolgen op het oppervlaktewater zijn we gestart met een uitgebreide inventarisatie. Uiteindelijk hebben we in totaal 108 adressen bezocht. Conclusie van het onderzoek is dat er vanuit de sector weinig risico’s te verwachten zijn voor het oppervlaktewater. Dit heeft o.a. te maken met de ligging van de bedrijven en de percelen. Maar ook met de positieve houding van de sector richting het milieukeur. Bij 18 bedrijven zijn ‘overtredingen’ geconstateerd. Deze bedrijven worden in 2013 opnieuw bezocht. - Registratie glastuinbouw. In 2012 zijn de bedrijven met een glasopstand groter dan 2500 m2 gecontroleerd op de registratieverplichting. Bij slechts één controle bleek dat de verbruiksnormen niet geregistreerd zijn conform de bepalingen uit het Besluit glastuinbouw. De volgende geplande activiteiten zijn niet uitgevoerd en krijgen in 2013 een vervolg: - Projectmatig toezicht bij loonwerkers. Dit project is doorgeschoven in verband met de vertraagde inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit. - Bijwonen werkoverleggen onderhoudsmedewerkers en stimuleren oog- en oorfunctie. Wel hebben we andere activiteiten uitgevoerd om de samenwerking binnen het waterschap te verbeteren (zie paragraaf 4.5 en 5.3). 4.3 Toezicht op indirecte lozingen In 2011 is gestart met een evaluatie van de dienstenovereenkomsten en de hierbij behorende werkafspraken. Mede met de komst van Regionale uitvoeringsdiensten en het oprichten van een Kennispunt Water (zie paragraaf 2.4) hebben we in 2012 conform huidige werkafspraken de zogenaamde ‘panklare’ adviezen op het gebied van indirecte lozingen aangeleverd. 4.4 Toezicht op Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009 Ervaring leerde dat de 1e lijns toezicht op de naleving van de Keur van het Waterschap Rijn en IJssel 2009 verschillend wordt uitgevoerd. De kennis van toezicht zowel inhoudelijk als procedureel ontbreekt soms in de 1e lijns toezicht. Dit zorgt voor onbegrip en willekeur in de handhaving.
10
Als prestatie-indicator voor 2012 is opgenomen dat we vanuit handhaving één van de tien verleende Watervergunningen die betrekking hebben op de keur van het Waterschap Rijn en IJssel (2009) controleren (zie paragraaf 5.3). De hiervoor opgedane ervaringen hebben uiteindelijk geleid tot het maken van nieuwe proces-afspraken rond het toezicht op de Keur. Ook hebben we een gastles gegeven over toezicht en handhaving voor de interne opleiding BBL. 4.5 Overleggen en samenwerken met partners We hebben in 2012 deelgenomen aan de Gelderse handhavingsweek. Samen met de overige Gelderse waterschappen hebben we invulling gegeven aan het blauwe kleurspoor. De Gelderse Handhavingsweek heeft van 1 tot 7 oktober plaatsgevonden. Wij hebben samen met Waterschap Vallei en Veluwe het thema IBA’s verzorgd. Daarnaast hebben wij meegedaan met de gezamenlijke controles in het kader van operatie nachtuil. Hierbij zijn verschillende controles voor andere taakvelden uitgevoerd met de collega handhavers van andere bevoegde gezagen. Ook hebben wij een voorlichtingsbijeenkomst bijgewoond over het Besluit lozen buiten inrichtingen georganiseerd door Rijkswaterstaat. Wij zijn ‘agendalid’ bij het lokale handhavingsoverleg van gemeenten en op verzoek en indien nodig schuiven we ook daadwerkelijk aan tafel aan. We streven er naar om met elke gemeente en provincie minimaal drie keer per jaar fysiek overleg te hebben. Dit kan tijdens het handhavingsoverleg, maar ook bij een gezamenlijke handhavingsactie of een bezoek aan de gemeente. Door het gehele jaar heen hebben we actief deelgenomen aan verschillende regionale (handhavings) overleggen of gezamenlijke handhavingsacties. Bij de regionale overleggen (vakberaad handhaving Arnhem, regionaal handhavingsoverleg Regio Achterhoek en het provinciale handhavingsoverleg) zijn wij steeds aanwezig geweest. Op 1 november 2012 hebben wij samen met de gemeente Duiven een praktijkdag voor milieuincidenten voor de ‘Milieu-samenwerking Regio Arnhem’ (MRA) georganiseerd. Voor het eerst hebben wij deelgenomen aan een project met de Rijn-Oost waterschappen ‘Onderling toezicht RWZI’s’. Onze toezichthouders hebben bij waterschap Groot Salland 4 RWZI’s gecontroleerd. Ook bij waterschap Velt en Vecht zijn 4 RWZI’s bezocht. Toezichthouders van de waterschappen Groot Salland en Reest en Wieden hebben bij ons waterschap 8 RWZI’s gecontroleerd. De controles over en weer zijn als zeer leerzaam en prettig ervaren. Ook bij de medewerkers van de zuivering. In 2013 worden er opnieuw controles op deze wijze uitgevoerd. 4.6 Communicatie In 2012 hebben we veel gedaan aan communicatie en voorlichting. Zo hebben we twee voorlichtingen georganiseerd voor de agrarische sector. Eén over het Project ‘absorberende onderlaag bij snijmaiskuilen’ en één voor de LTO vakgroep Akkerbouw over gewasbeschermingsmiddelen in relatie met de waterkwaliteit. Op 26 juni hebben we in navolging van de voorgaande jaren medewerking verleend aan de demonstratieochtend van Agrowin te Winterswijk. Deze ochtend is speciaal bedoeld voor agrariërs en loonwerkers die bespuitingen uitvoeren met gewasbeschermingsmiddelen. De bijdrage van het waterschap bestond uit de uitleg van de regelgeving met betrekking tot het spuiten, zoals teeltvrije zones en middelgebruik in combinatie met spuitdoppenkeuze. Verder kon men o.a. twee zelfrijdende veldspuiten met twee verschillende spuittechnieken bekijken, stond er een opstelling met persoonlijke beschermingsuitrustingen, diverse gewasbeschermingsmiddelen en ongeveer 35 diverse (on)kruiden voor het onderdeel herkenning. Het bijwonen van de demonstratieochtend telt mee voor de verlenging van Bewijs van Vakbekwaamheid om gewasbeschermingsmiddelen te mogen toepassen. De bijdrage van het waterschap werd door de deelnemers als zeer positief ervaren.
11
4.7 Heffingen Begin 2012 is een samenwerking opgestart met waterschap Groot Salland. Met ondersteuning van dit waterschap willen we het werkproces rond heffingen de bijbehorende controles optimaliseren en zo meer grip krijgen op grotere lozers van afvalwater. Inmiddels is een nieuwe wijze van werken ingevoerd waardoor er een betere bewaking van het proces is. Alle definitieve heffingsadviezen 2011 en de meetbeschikkingen voor 2013 zijn tijdig verstrekt aan het belastingenkantoor Lococensus. Ook waarderen bedrijven de nieuwe werkwijze omdat deze werkwijze duidelijkheid geeft. Met betrekking tot het lozen van bronneringswater hebben we onderzocht of hiervoor zuiveringsheffing kan worden geheven. In zowel de verordening zuiveringsheffing als in de verordening verontreinigingsheffing is geregeld dat ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan het zuiveren of het lozen op het oppervlaktewater een directe belasting wordt geheven (artikel 3 van de desbetreffende verordening). Eind 2012 heeft het bestuur ingestemd dit met ingang van 2013 door te voeren. 4.8 Toezicht op lozen vanuit overstorten en IBA’s Door de komst van het Besluit lozen buiten inrichtingen in 2011 is voor lozingen vanuit de gemeentelijke riolering en IBA’s de vergunningplicht komen te vervallen. Alle lozingen vanuit gemeentelijke rioleringssystemen op oppervlaktewater moeten worden vastgelegd in het GRP (gemeentelijk rioleringsplan). Tevens moeten, als de gemeenten geen ontheffing hebben van de zorgplicht op basis van artikel 10.33 Wet milieubeheer, de lozingen vanuit een IBA op oppervlaktewater opgenomen worden in het GRP. Door verschuiving van het wettelijk kader zijn de kaders waarop we toezien in een verbreed GRP vastgelegd. In 2012 is het toezicht beperkt geweest tot het beoordelen en adviseren van concept GRP’s. We hebben dit jaar vooral eerste ervaringen opgedaan met deze nieuwe kaders. Voor 2013 werken we de wijze van toezicht verder uit.
12
5 CONTROLES EN NALEEFGEDRAG In dit hoofdstuk beschrijven we onze activiteiten op het gebied van toezicht en handhaving. Eerst geven we een overzicht van de handhavingstaken. Vervolgens gaan we in op de controles en de projecten die we hebben uitgevoerd, voor zover deze nog niet zijn beschreven in hoofdstuk 4. 5.1 De handhavingstaken Als waterschap houden we toezicht op verschillende activiteiten die van invloed zijn op de kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater. Ook houden we toezicht op het onttrekken van grondwater. De volgende wetten en regelgeving zijn hierop van toepassing: - Waterwet - Activiteitenbesluit - Besluit lozen buiten inrichtingen - Lozingenbesluit open teelt en veehouderij - Besluit Glastuinbouw - Besluit bodemkwaliteit - Besluit huishoudelijk afvalwater - Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden - Scheepvaartreglement - Keur van het Waterschap Rijn en IJssel 2009 Daarnaast houden we indirect toezicht. Zo kunnen we ons adviesrecht op grond van de Wabo goed uitoefenen. Het indirect toezicht heeft betrekking op inrichtingen die via de gemeentelijke riolering lozen op onze zuiveringstechnische werken (RWZI) en die de werking hiervan kunnen beïnvloeden. Bij deze niet-inrichtingsgebonden handhavingstaken houden we toezicht op de volgende activiteiten: - IBA’s - Snelheidscontroles vaartuigen - Overstortvergunningen - Aansluitvergunningen - Bodemsaneringen, bronneringen - Teeltactiviteiten Verder verzamelen onze handhavingsmedewerkers gegevens voor onze heffingen. Waar mogelijk combineren we handhavingscontroles met controles op deze heffingen. Lococensus - de organisatie die voor ons de waterschapslasten heft en int - schakelt hiervoor onze medewerkers in. 5.2 Controles 2012 en enkele doelgroepen nader belicht In 2012 hebben we de controles uitgevoerd volgens onze eigen risicoanalyse. Deze risicoanalyse geeft prioriteit aan de uit te voeren controles in relatie tot de beschikbare capaciteit en middelen. Conform deze analyse lag de focus bij de inzet van capaciteit en middelen op objecten die grote gevolgen kunnen hebben voor het milieu (waterkwaliteit). In het handhavingsprogramma 2012 zijn we ervan uitgegaan dat in 2012 1606 controles plaatsvinden volgens onze risicoanalyse. In totaal hebben we in het afgelopen jaar 1644 controles gedaan. De uitvoer is dan ook in overeenstemming met de vooraf geplande controles. De inzit van de capaciteit heeft zich tegen het einde van het jaar vooral gericht op het nakomen van de afspraken uit de DVO’s met gemeenten/provincie en de projectmatige aanpak van het toezicht bij agrarische bedrijven.
13
Controles gericht op waterkwantiteit zijn er meer uitgevoerd dan vooraf ingeschat. Vanuit de eerstelijns toezichtsrol van de buitendienst voor de Keur van het Waterschap 2009 zijn meer verzoeken geweest om hen te ondersteunen bij het handhavingsproces. Daarnaast zijn ook meer controles uitgevoerd met betrekking tot de regelgeving rond het onttrekken van grondwater. Naast de reguliere geplande controles hebben wij 4 verzoeken om handhaving gehad. In alle gevallen is gecontroleerd op het naleven van de wetgeving. Bij één verzoek is daadwerkelijk handhavend opgetreden. Bijlage 1 geeft een totaaloverzicht van de controles die we in 2012 per groep hebben gepland en uitgevoerd. 5.2.1 Eigen werken/RWZI’s Naar aanleiding van een aantal meldingen van problemen op de RWZI’s Olburgen, Ruurlo en Holten is intensief samengewerkt om de oorzaken en/of veroorzakers van de problemen te achterhalen. Het influent en effluent van de RWZI’s wordt hierbij intensief gemonitoord. Aan de hand hiervan onderzoeken en inventariseren we vervolgens bedrijfsterreinen waarbij uiteindelijk verschillende bedrijven zijn gecontroleerd en het te lozen afvalwater is bemonsterd. Voor wat betreft toezicht hebben we vooral ingezet op controle van de registratie en meetverplichtingen die in de vergunningen zijn opgenomen. Mede omdat de lozingen van de RWZI’s naar verwachting bij de 4e tranche van het Activiteitenbesluit hieronder gaan vallen en omdat in 2012 nieuw handhavingsbeleid is opgesteld, hebben we afgezien van het opstellen van een toezichtsplan. Wel hebben we voor het eerst deelgenomen aan een project met de Rijn-Oost waterschappen ‘Onderling toezicht RWZI’s’ (zie paragraaf 4.6). 5.2.2 Cross-compliance controles Agrarische bedrijven die in aanmerking willen komen voor Europese inkomenssteun (crosscompliance) moeten voldoen aan de voorschriften uit het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (LOV). Het waterschap voert sinds 2011 deze controle niet meer uit maar meldt wel geconstateerde overtredingen door bij eigen controles. In 2012 hebben wij twee keer een doormelding gedaan aan de EU-desk. 5.2.3 Evenementen In 2012 hebben we onderzocht hoe de vergunningverlening omtrent het organiseren van evenementen binnen het beheersgebied van het waterschap is geregeld. Hierbij trekken we de conclusie dat de bevoegde gezagen, de gemeente waar het evenement plaatsvindt, wisselend met het wettelijk kader omgaan. Bij de ene gemeente volstaat een melding, bij de andere moet een vergunning worden aangevraagd. De rode draad bij de regulering komt wel overeen: namelijk veiligheid en het voorkomen van overlast. Het reguleren van lozingen, zowel op riolering als op oppervlaktewater, hebben geen prioriteit. In 2013 krijgt dit een vervolg om het reguleren van deze lozingen kwalitatief te verbeteren. 5.2.4 Scheepvaart De recreatievaart op de Oude IJssel is het afgelopen jaar fors toegenomen. Dit komt mede door de aanleg van een botenhelling in de zwaaikom aan de Stokhorstweg in Doetinchem. Vooral in de weekenden en avonduren is het bij mooi weer bijzonder druk op en langs het water. Naar aanleiding van diverse klachten van geluidsoverlast en te hard varen hebben we het toezicht in 2012 geïntensiveerd. Het zichtbaar aanwezig zijn met de controleboot op het water of met een dienstauto op de dijk heeft al een preventieve werking. Aan de hand van de ervaringen van 2012 en omdat de recreatievaart toeneemt, moet voor 2013 het toezicht op de Oude IJssel worden uitgebreid en verbreed.
14
Hierbij willen we partners in het toezicht betrekken (KLPD en de toezichthouders van de aan de Oude IJssel grenzende gemeenten). In het verlengde van de Nota Woonbotenbeleid uit 2011 hebben eind 2012 een inventarisatie gemaakt van alle verleende vergunningen en gebruiksovereenkomsten van aanwezige woonboten op de Oude IJssel. In 2013 gaan we deze controleren. 5.2.4 Besluit bodemkwaliteit Het waterschap heeft in juli besloten vooralsnog geen gebiedsspecifiek beleid voor het verondiepen van zandwinplassen vast te stellen. Gezien de onzekerheden en de maatschappelijke gevoeligheid kiezen we vooralsnog voor het generieke kader uit de handreiking voor het herinrichten van diepe plassen en het Besluit bodemkwaliteit. Wel hebben we gekozen voor de beleidsvrijheid om een nadere invulling te geven aan het generieke kader en deze vast te leggen in beleidsregels. Hiermee stellen we geen gebiedsspecifiek beleid op maar geven we sturing aan de elementen die belangrijk zijn voor het waterschap. Het betreft met name het beschrijven en bewaken van het functionele karakter van de herinrichting, de monitoring van de waterkwaliteit en de verantwoordelijkheid van de eigenaar en initiatiefnemer. De beleidsregels moeten nog worden opgesteld. Ook hebben we om de handhavingstaak goed te kunnen uitoefenen geïnvesteerd in het verkrijgen en uitbreiden van kennis en ervaring bij het beoordelen en afhandelen van meldingen in het kader van Bbk. Veel tijd is gestoken in: - Nieuwe initiatieven natuurontwikkeling zandwinplassen; - Interne afstemming tussen de verschillende afdelingen van ons waterschap; - Wob-verzoek en bezwaarafhandeling over de bevoegd gezagrol rond de plas Hambroek; - Diverse meldingen in het kader van Bbk; - Aanvullend vervolgonderzoek (eindsituatie onderzoek) inzicht in de waterbodemkwaliteit van Hambroek. 5.2.4 Grondwater Voor de controles in het kader van het grondwater hadden we in 2011 een toezichtplan gemaakt. Basis hiervoor was het toezichtplan van de provincie Gelderland en de bijbehorende risicoanalyse. In 2012 hebben we dit plan in de praktijk gebracht waarbij de ingezette lijn van de afgelopen jaren is vervolgd. Hierbij onderscheiden we toezicht op grote projecten, bronneringen, industriële en agrarische onttrekkingen. Bij de uitvoering van controles hebben we ons vooral geconcentreerd op de grote(re) grondwateronttrekkingen. De kleine(re) onttrekkingen hebben we voornamelijk alleen administratief gecontroleerd. Daarnaast voeren we de controles vooral integraal uit, waarbij we naast de onttrekking ook de lozingssituatie beoordelen. 5.3 Prestatie-indicatoren 2012 In paragraaf 3.3 beschreven we de prestatie-indicatoren voor 2012. Eén daarvan was het opstellen van twee nieuwsbrieven. In het kader van het erfafspoelingstraject Waalse water hebben we de deelnemers met een algemene brief geïnformeerd. Ook is een informatie bijeenkomst georganiseerd over het project absorptieonderlaag maiskuilen. Een concept nieuwsbrief is opgesteld over de wijzigingen van het Activiteitenbesluit. Door de vertraagde invoer van het Activiteitenbesluit is deze nog niet verzonden. De tweede prestatie-indicator betrof het voor de Gelderse Handhavingsweek, samen met de overige Gelderse waterschappen, invulling geven aan het blauwe kleurspoor. De Gelderse Handhavingsweek heeft van 1 tot 7 oktober plaatsgevonden. Specifiek hebben wij in samenwerking met waterschap Vallei en Veluwe een thema-ochtend georganiseerd over IBA’s. Daarnaast hebben wij meegedaan met de controles in het kader van operatie nachtuil.
15
De provincie Gelderland organiseert deze operatie waarbij zowel binnen als buiten kantooruren controles gelijktijdig door verschillende bevoegde gezagen worden uitgevoerd. Ook hebben wij een voorlichtingsbijeenkomst bijgewoond over het Besluit lozen buiten inrichtingen georganiseerd door Rijkswaterstaat. De laatste prestatie-indicator ging over het één van de tien verleende Watervergunningen die betrekking hebben op de keur van het Waterschap Rijn en IJssel (2009) laten controleren door de handhavers. De ervaring die wij hiermee opdoen, levert een kwalitatieve impuls voor de inhoudelijkheid van de vergunningen. Daarnaast is een gevolg van deze actie een verbeterde wisselwerking binnen het waterschap betrokken medewerkers. Vanuit de buitendienst zijn in het kader van de 1e lijns toezicht verschillende verzoeken geweest om hen te ondersteunen bij het handhavingsproces. De hiervoor opgedane ervaringen hebben uiteindelijk geleid tot het maken van nieuwe procesafspraken rond de toezicht op de Keur. Dit resulteert in een directere afstemming en overdracht van handhavingszaken vanuit de 1e lijns toezicht naar handhaving. De schakel vanuit waterbeheer is bij het toezicht er tussen uitgehaald. 5.4 Bestuursrechtelijke handhaving en naleefgedrag 2012 Uit controles blijkt dat onze doelgroepen zich meestal goed aan de regels houden. Om dit zo te houden, blijven toezicht en handhaving belangrijk. Zo kunnen we schade aan het milieu zoveel mogelijk voorkomen. We hebben hiervoor verschillende bestuursrechtelijke instrumenten. Door onze werkzaamheden goed te registreren, kunnen we ook het komende jaar weer de juiste prioriteiten stellen. In bijlage 4 staat aangegeven hoe de verschillende groepen de regels naleven. Het ‘naleefgedrag’ noemen we dit. We kijken hierbij naar de uitgevoerde controles en geconstateerde overtredingen. Over het algemeen kunnen we concluderen dat de doelgroepen binnen ons grondgebied zich goed aan de regels houden. Met dit goede naleefgedrag voldoen we aan onze hoofddoelen van handhaving. Een en ander vertalen we door in de risicoanalyse en de programmering van de handhavingstaken voor het komende jaar. Bedrijven die de regels goed naleven, zullen we dan minder intensief controleren. Tabel 3 in bijlage 2 geeft een overzicht van de bestuursrechtelijke handhaving per doelgroep. Tabel 4 vermeldt de aantallen van de afgelopen jaren. 5.5 Strafrechtelijke handhaving 2012 In 2012 hadden we drie actieve buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in dienst. Zij zijn bevoegd om bij een overtreding een proces-verbaal op te stellen, maar dit gebeurt niet bij iedere overtreding. In welke gevallen de boa een proces-verbaal opstelt, staat beschreven in het Handhavingsbeleidsplan 2012. Het Openbaar Ministerie beslist of een proces-verbaal overgaat in strafvervolging. Ook zijn de boa’s van het waterschap sinds dit jaar bevoegd om een bestuurlijke strafbeschikking uit te schrijven (zie paragraaf 2.6). Tabel 5 in bijlage 3 geeft aan waarop de processen-verbaal of bestuurlijke strafbeschikking betrekking hadden. 5.6 Calamiteiten In 2012 hebben we tijd en mensen ingezet voor het afhandelen van calamiteiten en klachten. Het ging om calamiteiten binnen én buiten een inrichting. Als we geen veroorzaker konden aanwijzen of als er sprake was van een overmachtssituatie, hebben we deze zaken niet aangemerkt als overtreding. Natuurlijk hebben we wel ons best gedaan de gevolgen van deze calamiteiten zoveel mogelijk te beperken. Over de calamiteitenzorg stellen wij een afzonderlijk jaarverslag op. 16
6 CONCLUSIES In dit hoofdstuk geven we de belangrijkste conclusies van dit jaarverslag weer en geven we aan welke conclusies en daarmee onderwerpen we betrekken bij het opstellen van het toezicht- en handhavingsprogramma 2013. De belangrijkste conclusies over het uitvoeringsjaar 2012 zijn: - Het aantal uitgevoerde controles komt overeen met de planning. De gepleegde inzet hierbij is efficiënt geweest en heeft bijgedragen aan het bevorderen van het naleefgedrag. Met uitzondering van het toezicht op grondwater voldoen wij aan de gestelde doelen uit het jaarplan 2012. - Het toezicht op de agrarische bedrijven is projectmatig uitgevoerd. Dit wordt als positief ervaren. - Met het oog op de invoering van de Regionale omgevingsdiensten werken we nauw samen met de waterschappen in Rijn-Oost om het Kennispunt Water in te richten. - De samenwerking met onze partners wordt als positief ervaren. - Het nieuwe handhavingsbeleid in Rijn-Oostverband is bestuurlijk vastgesteld. - Vanaf mei 2012 maken we gebruik van het nieuwe handhavingsinstrument bestuurlijke strafbeschikking (BSB). - We hebben geïnvesteerd in het vergroten van onze kennis en kunde op het gebied van wetgeving (wijziging Activiteitenbesluit). - We hebben geïnvesteerd in het optimaliseren van het werkproces bij de toezicht op de Keur van het Waterschap Rijn en IJssel 2009. - We hebben meerdere keren voorlichting gegeven aan met name de agrarische sector. Uit de reacties van de aanwezigen blijkt dat zij dit erg op prijs stellen. Op grond van deze conclusies betrekken we de volgende onderwerpen bij de uitvoering van toezicht en handhaving in 2013: - Met de resultaten van de controles uit 2012 stellen we prioriteiten bij op basis van de probleem- en risicoanalyse. Voor het toezicht op de regelgeving rond grondwater wordt extra tijd in de planning opgenomen om een hoger naleefgedrag te bevorderen. - We blijven het agrarische toezicht projectmatiger uitvoeren. Het in 2011 opgestelde toezichtsplan agrarische bedrijven is hiervoor de basis. Daarnaast gaan we actief communiceren met de sector over het gewijzigde Activiteitenbesluit. - We blijven nauw samenwerken met de andere waterschappen en overheden. We vragen hierbij vooral aandacht voor het borgen van de watertaken in de RUD-ontwikkelingen. - Aan de hand van het nieuwe handhavingsbeleid passen we de KAM processen en protocollen aan. - We blijven het toezicht op de Keur van het waterschap verbeteren. We gaan door met het optimaliseren van de afstemming binnen het waterschap. - We gaan de wijze van toezicht op de verbrede GRP’s uitwerken. - We gaan het toezicht op de Oude IJssel uitbreiden en verbreden. - Vanaf 2013 gaan we het lozen van grondwater belasten. - We gaan een vervolg geven aan de inventarisatie om de lozingen kwalitatief te verbeteren bij evenementen. - Om goed naleefgedrag te bevorderen, blijven we ook weer voorlichting geven aan onze doelgroepen. Specifiek gaan we voorlichting geven over het gebruik van het nieuwe handhavingsinstrument de bestuurlijke strafbeschikking.
17
BIJLAGE 1 In tabel 1 staat hoeveel controles het Waterschap Rijn en IJssel in 2012 per doelgroep heeft uitgevoerd. Tabel 2 vergelijkt deze prestaties met de voorafgaande jaren. Geplande en uitgevoerde controles 2012 Groep Industrie Agrarisch Eigen werken Overig (IBA’s, overstort- en aansluitvergunningen, bronneringen, Besluit bodemkwaliteit) Diffuse bronnen Totaal
Geplande controles 351 1.007 69 179
Uitgevoerde controles 355* 1040 44 205
1 1.606
1 1.644
Projectmatig
Geplande Uitgevoerde controles controles Keur 250 controles 280 Grondwater 200 controles 302 Scheepvaart 175 controles NB** Heffingen nader te 90 bepalen*** Tabel 1: Overzicht van geplande en uitgevoerde controles in 2012 *
** ***
Hierbij gaat het om controles bij inrichtingen die betrekking hebben op zowel directe als indirecte lozingen. Ook zijn hierin de extra controles opgenomen die we met de overige handhavingspartner (bijvoorbeeld tijdens de Handhavingsweek 2011). Deze controles zijn niet apart geregistreerd omdat controles integraal worden uitgevoerd en geregistreerd zijn onder het toezicht op de Keur. in de planning voor 2012 aangegeven te investeren in het optimaliseren van het werkproces en bijhorende controles rond heffing. We hebben dan ook op voorhand geen controles ingeschat, omdat inzicht in beschikbare externe ondersteuning op dat moment nog onbekend was.
Geplande Uitgevoerd Prestatie controles 2005 3.431 2.999 87 % 2006 3.257 2.932 90 % 2007 2.519 2.424 96 % 2008 2.483 2.093 84 % 2009 2.200 2.535 100% 2010 1.982 2.103 100% 2011 1.816 1.994 100% 2012 1.606 1.644 100% Tabel 2: Overzicht van behaalde prestaties op het gebied van toezicht Opmerking: de geplande controles zijn door de jaren heen afgenomen. De bestaande risicoanalyse zorgt voor een reëlere planning in relatie tot de beschikbare fte’s binnen WRIJ.
18
BIJLAGE 2 In tabel 3 ziet u welke bestuursrechtelijke sancties we in 2012 per doelgroep hebben uitgevoerd. Tabel 4 vergelijkt deze prestaties met de afgelopen jaren.
Groep
Vooraankondiging Oplegging bestuurlijke bestuurlijke maatregel maatregel Industrie 29 1 0 Agrarisch 100 12 0 Eigen werken 3 0 0 Overig 137 0 1 Diffuse bronnen 0 0 0 Grondwater 16 1 0 Keur 31 4 0 Totaal 316 18 1 Tabel 3: Bestuursrechtelijke sancties per taakveld in 2012
Totalen
Waarschuwingen
Waarschuwing
Vooraankondiging
Oplegging bestuurlijke maatregel
Bestuurlijke maatregel verbeurd / geëffectueerd 0 0 0 0 0 0 0 0
Verbeurd verklaarde dwangsomm en 0 0 0 0 0 0 0 0
Toepassing bestuursdwang
2005 161 1 1 0 2006 195 35 5 3 2007 139 32 2 0 2008 189 9 0 0 2009 116 5 0 0 2010 75 17 0 0 2011 254 21 1 1 2012 316* 18 1 0 Tabel 4: Bestuursrechtelijke sancties voorgaande jaren * Ten opzicht van voorgaande jaren zijn bij de agrarische sector meer waarschuwingen gegeven tegen het voorkomen van verontreiniging van het hemelwater afkomstig van het verharde erf. Daarnaast zijn meer waarschuwingen gegeven tegen het visueel verontreinigen van oppervlaktewater bij het lozen van bronneringswater.
19
BIJLAGE 3 Tabel 5 geeft aan hoeveel processen-verbaal en bestuurlijke strafbeschikkingen we per branche hebben opgelegd. Het proces-verbaal van bevindingen/monstername maakt deel uit van een proces-verbaal dat de politie of een andere instantie heeft opgemaakt. In 2012 is dit niet gedaan.
Groep Industrie Agrarisch Keur Totaal
Aantal opgelegde PV’s 2012 proces-verbaal (PV) PV van bevindingen/monstername 1 4 5
-
Bestuurlijke strafbeschikking 1 1
Tabel 5: Aantal opgelegde processen-verbaal en bestuurlijke strafbeschikkingen in 2012
20
BIJLAGE 4 Tabel 6 geeft het naleefgedrag per doelgroep weer over 2012. We bepalen dit door het aantal hercontroles en bestuursrechtelijke maatregelen af te zetten tegen de eerste controles bij een doelgroep. Tabel 7 vergelijkt het naleefgedrag van 2012 met de afgelopen jaren.
Groep
Aantal uitgevoerde controles 355 1040 44 205 1 302 280
Aantal afgegeven waarschuwingen
Naleefgedrag (% zonder waarschuwing) 92 89 93 44 100 95 nb* 86
Industrie 30 Agrarisch 112 Eigen werken 3 Overig 137 Diffuse bronnen 0 Grondwater 17 Keur 35 Totaal / gemiddeld naleefgedrag Tabel 6: Naleefgedrag: uitgevoerde controles versus gegeven waarschuwingen
nb*: niet bepaald. We hebben meer controles uitgevoerd dan geregistreerd. Hierdoor is het naleefgedrag niet te bepalen. De schriftelijke waarschuwingen hebben we wel geregistreerd.
Groep
Naleefgedrag afgelopen jaren
Jaar 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Industrie 98 97 94 89 94 95 93 92 Agrarisch 92 89 89 90 98 96 88 89 Eigen werken 5 98 96 91 95 93 90 93 Overig* 88 98 95 86 95 98 79 44 Diffuse bronnen* nb nb nb nb nb 100 100 100 Grondwater* nb nb nb nb nb 96 95 95 Keur nb* 83 69 nb* nb* nb* nb* nb* Totaal / gemiddeld 92 91 91 90 96 96 91 86 naleefgedrag Tabel 7: Afgerond gemiddeld naleefgedrag in procenten over de afgelopen jaren Overig*: Tot en met 2009 was deze groep onderverdeeld in drie categorieën: riolering, bronneringen/saneringen en Besluit bodemkwaliteit (3). In 2010 zijn deze onderdelen samengevoegd vanwege overeenkomende kenmerken en meer uniformiteit in registratie van werkzaamheden. De cijfers voor 2010 vormen een gemiddelde van de eerdere drie categorieën. Voor de cijfers per categorie wordt verwezen naar de eerder vastgestelde jaarverslagen handhaving WRIJ. Het gemiddelde naleefgedrag over de jaren heen is niet aangepast. Met name door de controles gericht op grondwater integraal uit te voeren, is meer gecontroleerd op de lozing. Hierbij blijkt dat het naleefgedrag lager is dan vooraf ingeschat, met name betreft dit overtredingen op gebied van registratie en visuele verontreiniging. In 2012 daalt zelfs tot het naleefgedrag tot 44%. In de prioritering en tijdsinzet voor 2013 wordt hiermee rekening gehouden. Diffuse bronnen*: Deze groep wordt pas sinds 2010 actief onderscheiden. In eerdere jaren waren deze objecten opgenomen binnen de groep Industrie. Daarom is het naleefgedrag over de eerdere jaren niet bepaald. Grondwater*: niet bepaald. Grondwater is pas vanaf 2010 een bevoegdheid van WRIJ. Daarom is het naleefgedrag over de eerdere jaren niet bepaald. nb*: niet bepaald. Vanwege de beperkte registratie van keurcontroles en eventuele overtredingen op grond van de keur kunnen we geen realistisch percentage aangeven van het naleefgedrag.
21