Nota INTEGRALE HANDHAVING
Gemeente Alblasserdam
Juni 2007
Inhoudsopgave Pag. 1. Inleiding
3
2. Het begrip handhaving
4
2.1. Algemeen 2.2. Privaatrechtelijke handhaving 3.
Handhavingstrategie
3.1. 3.2.
Uitgangspunten Actiepunten
5
4. Bestuurlijke en ambtelijke inbedding 4.1. 4.2.
6
Bestuurlijke inbedding Ambtelijke inbedding
5. Professionalisering van de handhaving
7
6. Resultaat van handhaving
8
6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 7. 7.1. 7.2.
Preventie Repressie Bestuursrechtelijke sancties Bestuursrechtelijk of strafrechtelijk handhaven Samenwerking
11
Intern Extern
8.
Handhaving anno 2007
13
9.
Handhavingsniveau en handhavingscapaciteit
15
10. Evaluatie
16
11. Afronding
16
Bijlage risicomatrix handhaving
17
GEMEENTE ALBLASSERDAM
2
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
1. INLEIDING Op 6 februari 2003 heeft de raad de nota Handhaving in Alblasserdam, een stap op weg naar een adequaat handhavingsbeleid in Alblasserdam op het terrein van de bouwregelgeving en ruimtelijke ordening c.a. vastgesteld. Bedoelde nota beperkte zich tot een handhavingsbeleid op het gebied van de ruimtelijke ordening en de bouwregelgeving. Wel was er aandacht voor handhaving voor aanpalende werkvelden. In diezelfde vergadering heeft de raad de Handhavingsnotitie APV vastgesteld. Deze handhavingsnotitie richtte zich op het aanpakken van een aantal door de raad vastgestelde speerpunten binnen de APV. De nu voorliggende nota heeft een meer integrale benadering met betrekking tot handhaving. Die keuze is gemaakt om te voorkomen dat er binnen elk beleidsterrein een eigen handhavingsklimaat ontstaat. Doelstelling is dat de gemeente zich naar buiten toe presenteert als een organisatie die zo veel mogelijk consequent handhaaft en handhaving niet afhankelijk laat zijn van opportunistische factoren of capaciteit die niet beschikbaar is. Daarnaast zijn er bij het opzetten van een beleid omtrent integrale handhaving doelmatigheidsvoordelen te behalen. Binnen de ambtelijke organisatie kunnen bijvoorbeeld meer handhavingstaken worden ondergebracht in een bepaalde functie. De rapporten die op landelijk niveau zijn opgesteld door de commissie Oosting en Alders naar aanleiding van de rampen in respectievelijk Enschede en Volendam en het project dat op landelijk niveau is gestart in de vorm van een servicepunt handhaving hebben de aandacht voor handhaving in de gemeentelijke bestuurspraktijk en de noodzaak van een beleidsmatige aanpak van handhaving versterkt. Duidelijk is gebleken dat het niet naleven en niet handhaven van regels kan leiden tot ernstige calamiteiten en de gemeente dus risico’s loopt bij het niet consequent handhaven van de wettelijke voorschriften. Er zal echter binnen de bestaande ambtelijke capaciteit een keuze moeten worden gemaakt met betrekking tot handhaving van regels en voorschriften. Prioriteiten zullen moeten worden gelegd bij de regelgeving waar de grootste risico’s (bijvoorbeeld veiligheids – en financiële risico’s) aan zijn verbonden. Deze nota beoogt op een bondige wijze helderheid te scheppen omtrent de handhavende taak binnen de gemeente. Ook wordt zo concreet mogelijk zichtbaar gemaakt waaruit de handhavende taak van de gemeente bestaat, hoe daaraan vorm gegeven wordt en kan worden en wat daarvoor vereist is. De nota beoogt algemene uitgangspunten te formuleren voor beleidsmatige keuzen die er voor de uitvoering van het gemeentelijk handhavingsbeleid moeten worden gemaakt. Het moet worden gezien als een basisdocument. In de nota zijn algemene criteria geformuleerd. Geprobeerd is om een praktisch toepasbare nota te maken. Het vaststellen van deze nota is een aangelegenheid van de raad op grond van zijn kaderstellende bevoegdheid. Op basis van deze nota kan vervolgens het college met de uitwerking beginnen door het vaststellen van bijvoorbeeld (meer)jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s op de verschillende beleidsthema’s. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat in de nader op te stellen uitvoeringsprogramma’s aandacht wordt besteed aan de voortgang van de te verrichten werkzaamheden gericht op verbetering van het gemeentelijk handhavingsbeleid. Hierbij wordt aangesloten op de Planning & Controlcyclus.
2. HET BEGRIP HANDHAVING 2.1. Algemeen Handhaving is inherent aan het bestaan van regels. Een overheid die de verantwoordelijkheid neemt voor het stellen van regels op verschillende terreinen dient ervoor te zorgen dat naleving van die regels, voor zover dat niet op vrijwillige basis gebeurt, wordt bewerkstelligd.
GEMEENTE ALBLASSERDAM
3
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
Handhaving is in het verleden nogal eens als “sluitstuk” betiteld. Het accent lag toen veelal op nieuw beleid en nieuwe regelgeving, hetgeen verklaart waarom lange tijd minder aandacht aan handhaving is gegeven. Inmiddels is het besef ontstaan dat handhaving geen sluitstuk is, maar een prominente plaats dient in te nemen. De definitie van handhaving kan worden samengevat in de volgende eenvoudig gestelde zin: Elke handeling van overheidswege die er op gericht is de naleving van geldende rechtsregels te bevorderen”. De doelstelling van integrale handhaving is: Het voorkomen van situaties die in strijd zijn met de wettelijke regels (preventief) dan wel het na het ontstaan daarvan (doen) beëindigen van situaties die in strijd met de wettelijke regels zijn (repressief). Meer uitgebreid kan worden gesteld dat handhaving als doel heeft het verbeteren van de kwaliteit en de herkenbaarheid van het gemeentelijk bestuur en het voorkomen van risico’s door het toezien op naleving van regels. Als doelen gelden daarbij: - het voorkomen van overtredingen; - bevorderen van naleving van regels; - het beëindigen van overtredingen; - herstel van de schade als gevolg van overtredingen en herstel in de oorspronkelijke situatie. 2.2 Privaatrechtelijke handhaving Onder het hierboven aangeduide begrip handhaving valt in de regel het gebruik van publiekrechtelijke handhavingsinstrumenten zoals bestuursdwang en last onder dwangsom. De gemeente (dus niet het bestuursorgaan) heeft daarnaast de bevoegdheid om een illegale situatie te beëindigen door gebruik te maken van haar toekomende privaatrechtelijke bevoegdheden. Meestal is het handhavend optreden dan ontleend aan het eigendomsrecht of omdat een gesloten overeenkomst niet wordt nagekomen. Privaatrechtelijke handhaving heeft het voordeel dat er slagvaardig kan worden opgetreden. Privaatrechtelijke handhaving is met name aan de orde bij: - toezicht op de naleving van de voorwaarden die zijn opgenomen in overeenkomsten met de gemeente (bijvoorbeeld koopovereenkomsten); - toezicht op het zonder toestemming (illegaal) gebruiken van gemeentegrond. De gemeente zal deze privaatrechtelijke instrumenten moeten inzetten. De risico’s die de gemeente hierbij loopt in geval er niet of in onvoldoende mate wordt gehandhaafd bestaan uit: 1. mogelijke aansprakelijkheidstellingen omdat de gemeente risico - aansprakelijk is; 2. mogelijk eigendomsverlies doordat de gebruiker een beroep op verjaring doet.
3. HANDHAVINGSTRATEGIE 3.1 Uitgangspunten In paragraaf 2 zijn de doelen van handhaving benoemd. Handhaving moet en mag geen “dweilen met de kraan open” worden. Handhaving moet worden ingebed in het cyclus van het beleidsproces en voorkomen is beter dan achteraf sanctioneren. Dat moet de gemeentelijke strategie zijn. Het mag duidelijk zijn dat de gemeente ook niet alles zelf kan. De inwoners kunnen en moeten daarin een eigen bijdrage leveren. Aan de samenwerking met andere overheidsinstanties wordt in paragraaf 7 aandacht besteed. Tegen deze achtergrond worden de volgende uitgangspunten geformuleerd:
GEMEENTE ALBLASSERDAM
4
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
1. De gemeente Alblasserdam vervult, al dan niet, gemeenschappelijk met andere gemeenten of overheidsorganen, de aan haar in de wet opgedragen handhavingstaken op een, afhankelijk van de risico-inschatting, verantwoord niveau; 2. In het kader van het voorkomen van overtredingen zal actieve informatie worden verstrekt over de inhoud van regelgeving die door de gemeente wordt uitgevoerd; 3. De gemeentelijke overheid zorgt er voor dat zij zelf geen overtredingen begaat; 4. Als een handhavingstraject wordt ingezet, wordt deze in beginsel ook doorgezet tot dat het beoogde doel van de sanctie is bereikt; 5. De kosten van toezicht en handhavingstrajecten zullen zoveel als mogelijk is op grond van de wettelijke mogelijkheden worden verhaald op de overtreder; 6. Het bestuur kan mede op basis van de risicomatrix een keuze maken in de te onderscheiden handhavingsniveau’s.
3.2 Actiepunten Op basis van de uitgangspunten die hierboven zijn beschreven kunnen een aantal actiepunten worden opgesteld. Deze actiepunten zijn: 1. Bij het vaststellen van gemeentelijke regelgeving (bestemmingsplannen, gemeentelijke verordeningen) wordt standaard in de toelichting vermeld in hoeverre is gekeken naar de handhaafbaarheid van de betreffende regelgeving; 2. Actieve bekendheid aan regelgeving, die door de gemeente wordt uitgevoerd zal worden nagestreefd (bijvoorbeeld door het ontwikkelen van foldermateriaal); 3. Over het handhavingsbeleid in het algemeen zal actief worden gecommuniceerd en in het kader van het voorkomen van overtredingen zullen genomen handhavingsbesluiten worden gepubliceerd op de in de gemeente gebruikelijke wijze; 4. Bij legalisering van illegale activiteiten zullen de daadwerkelijke kosten van toezicht in het kader van de leges voor het besluit tot het legalisering bij de overtreder in rekening worden gebracht (hiervoor dient de Tarieventabel van de Legesverordening aangepast te worden); 5. In het kader van een efficiënte uitvoering van een handhavingstraject zal er een standaardprocedure moeten worden ontwikkeld. Processen, instructies e.d. zullen beschreven moeten worden en zal geïnvesteerd moeten worden in de omvang (en kwaliteit) van het ambtelijk apparaat; 6. Met het oog op een efficiëntere werkwijze binnen het gemeentelijk handhavingsbeleid is het wenselijk dat er een integrale wijze van werken wordt nagestreefd; 7. De gemeente zal de mogelijkheid onderzoeken om een (centraal) telefoonnummer bekend te maken bij wie inwoners van de gemeente mogelijke overtredingen kunnen melden, die door hen worden gesignaleerd.
4.
BESTUURLIJKE EN AMBTELIJKE INBEDDING
4.1.
Bestuurlijke inbedding
Bestuurlijke afspraken zijn een belangrijk item in de handhavingsnota. Niet alleen de coördinatie maar ook de prioriteitstelling is in handen van het bestuursorgaan. 4.1.1.
Verantwoordelijkheid en bevoegdheid gemeentelijke bestuursorganen
De bestuurlijke inbedding kan als volgt worden weer gegeven: • • •
Een lid van het college is coördinerend portefeuillehouder handhaving en verantwoordelijk voor het algemeen handhavingsbeleid, voorgesteld wordt dit bij de portefeuillehouder ‘veiligheid’ neer te leggen ; De overige leden van het college zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de regels binnen hun portefeuilles; Het college heeft een collegiale verantwoordelijkheid op het terrein van handhaving . Zij stelt prioriteiten.
GEMEENTE ALBLASSERDAM
5
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
De gemeenteraad treedt kaderstellend op ten aanzien van het handhavingsbeleid. 4.1.2.
Hardheidsclausule
In deze beleidsnota is een aantal beleids- en uitvoeringsregels geformuleerd die tot doel hebben te komen tot een efficiënte en effectieve handhaving. Het zijn uiteraard algemene uitgangspunten voor het handelen. Dit impliceert dat er altijd bijzondere omstandigheden kunnen zijn die in een concreet geval tot een andere aanpak dan beschreven in deze nota leiden. 4.2
Ambtelijke inbedding
4.2.1. Ambtelijk handhavingcoördinator Ter ondersteuning van het algemene handhavingsbeleid is het noodzakelijk, onafhankelijk van de keuze van het handhavingsniveau dat verderop in deze nota is uitgewerkt, om een handhavingcoördinator aan te stellen. De omvang van deze taak is ongeveer 0,2 fte. Binnen deze uren zijn de volgende taken toe te dichten aan deze functionaris: - het bewaken van de uitgangspunten die in het kader van het integraal handhavingsbeleid zijn geformuleerd; - adviseren van medewerkers in de organisatie die met concrete handhavingsacties zijn belast. Voorgesteld wordt de coördinator Integrale Veiligheid met deze werkzaamheden te belasten. Aan de coördinator worden geen uitvoerende handhavingstaken opgedragen. 4.2.2.
Uitwerking van deze nota in handhavingsplannen c.q. jaarwerkplannen
Voornemens omtrent een concrete handhavingsaanpak (bijvoorbeeld het aanpakken van een eventueel bestaande handhavingsachterstand of een voornemen om bij bepaalde objecten of op bepaalde thema’s te gaan handhaven) zal worden opgenomen in de uitvoeringsprogramma’s ((meer) jaarwerkplannen) waarmee in 2007 een start wordt gemaakt in de organisatie. Daar waar mogelijk zal aansluiting gezocht worden bij de Milieudienst Zuid-Holland Zuid waar de gemeente Alblasserdam bij is aangesloten en waar wordt gewerkt met een jaarplan.
5. PROFESSIONALISERING VAN DE HANDHAVING Op basis van de ervaringen met onder andere Volendam en Enschede zijn landelijk ontwikkelingen ingezet om te komen tot verbetering van de professionalisering van de handhaving. De VROM-inspectie toetst de feitelijke gemeentelijke uitvoering van de wet- en regelgeving op het terrein van de ruimtelijke ordening. In dat kader is door VROM inspectie een audit gehouden inzake de kwaliteit van de uitvoering van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht. Het gevoerde handhavingsbeleid was een onderdeel van deze audit. In februari 2006 is in de gemeente een inspectie - onderzoek uitgevoerd naar de uitvoering van de bouwregelgeving. Uit deze controle is het volgende naar voren gekomen. Toezicht en Handhaving Bouwen en RO
Onvoldoende
GEMEENTE ALBLASSERDAM
•
Voor de uitvoering van het toezicht een op een risicoanalyse gebaseerd toezichtsbeleid vaststellen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de handreiking die VROM in 2004 heeft opgesteld. Daarnaast dient handhavingsbeleid te worden ontwikkeld en vastgesteld, waarin een sanctiebeleid, een stappenplan en een gedoogbeleid worden uitgewerkt.
6
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
Toezicht en Handhaving milieu
Gedeeltelijk adequaat
•
In overleg met de Milieudienst Zuid-Holland Zuid het toezichtbeleid op onderdelen nader uitwerken. De VROMInspectie is bereid te participeren in het overleg. • Indien de Milieudienst Zuid-Holland Zuid de ambitie heeft om de sanctiestrategie te wijzigen dan wordt de milieudienst aanbevolen om hierover vooroverleg te voeren met de VROM-Inspectie en dit in samenwerking met de bestuurlijke en strafrechtelijke handhavingpartners en de provinciale regisseur te doen.
Het niet adequaat zijn uit zich vooral in het onvoldoende actief ingevuld zijn van de toezichts- en handhavingstaken. De oorzaken hiervan zijn echter toe te schrijven aan het ontbreken van beleid, aansturing en / of capaciteit. De uitvoering van het bouwtoezicht is naar behoren, maar kan qua verslaglegging nog worden verbeterd. Een functie-scheiding tussen vergunningverlening en toezicht op persoonsniveau kan bijdragen aan een beter gewaarborgde toezichtcapaciteit en zal verder leiden tot het verminderen van integriteitrisico’s. Tenslotte is er onvoldoende inzicht in de mate waarin de gemeente handhavend optreedt tegen geconstateerde overtredingen. De VROM-Inspectie concludeert dat de gemeente een verhoogd risico loopt op onvoldoende naleving van de bouwregelgeving en van bestemmingsplannen. De toepassing van de beleidscyclus kan dan ook verder worden verbeterd door het vaststellen van toezichts- en handhavingsbeleid en het ter beschikking stellen van voldoende mensen en middelen om de toezichts- en handhavingstaken adequaat uit te voeren. Handhavingsbeleid van de gemeente zal zich langs deze lijnen verder ontwikkelen in de richting van programmatisch handhaven en bij concrete handhavingsacties zal een integrale wijze van werken worden nagestreefd.
6.
RESULTAAT VAN HANDHAVING
6.1.
Preventie
Het verhogen van het bewustzijn bij inwoners omtrent het gewenste naleefgedrag en het (daarmede) voorkomen van overtredingen van de regelgeving. 6.2.
Repressie
Het beoogde resultaat kan zijn het VRIJWILLIG BEËINDIGEN VAN DE ILLEGALE SITUATIE toelichting: Het meest optimale resultaat is als betrokkene na signaleren zelf direct de illegale situatie beëindigt. ALSNOG LEGALISEREN VAN DE SITUATIE toelichting: Het gemeentelijk bestuursorgaan dient, alvorens het traject te vervolgen, te bezien of alsnog legalisatie mogelijk is. Indien dat mogelijk is wordt op die wijze een einde gemaakt aan de illegale situatie.
GEMEENTE ALBLASSERDAM
7
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
GEDOGEN VAN DE SITUATIE toelichting: Er kunnen omstandigheden zijn dat naleving van de regelgeving niet of niet direct verlangd kan worden. In de situaties dat legalisatie niet mogelijk is en overheidsmaatregelen te zwaar geacht worden kan worden overgegaan tot het gedogen van de situatie. Gedoogsituaties zullen ‘transparant’ gemaakt dienen te worden. Per situatie zal door het bestuur steeds gemotiveerd moeten worden aangegeven waarom hiervoor gekozen is en onder welke voorwaarden. Voorts dient de gedoogsituatie schriftelijk te worden vastgelegd met inachtneming van de daarvoor geldende regels. Uitgangspunten van het gemeentelijk gedoogbeleid zijn: -
handhavingsachterstanden worden in beeld gebracht en de overtreder ontvangt een brief waaruit blijkt dat er sprake is van een gedoogsituatie en dat het bestuursorgaan te zijner tijd zal optreden; gedogen vindt alleen plaats in een situatie wanneer handhaving van de norm apert onbillijk is; er wordt uitsluitend gedoogd op grond van een gedoogbesluit waarin het gedoogde gedrag zoveel mogelijk wordt gereguleerd; gedogen vindt alleen plaats wanneer dat in tijd en omvang beperkt is.
HET NIET VRIJWILLIG BEËINDIGEN VAN DE SITUATIE DOOR HET INZETTEN VAN BESTUURLIJKE MAATREGELEN
toelichting: Het gemeentelijk bestuursorgaan kan dwingen tot het naleven van de wettelijke regels door het inzetten van bestuurlijke maatregelen zoals het opleggen van een last onder dwangsom en/of het toepassen van bestuursdwang. De dwangsom beoogt betrokkene er toe door een financiële prikkel te bewegen alsnog te voldoen aan de last. Bij bestuursdwang zorgt de overheid zelf voor herstel van de illegale situatie, op kosten van de overtreder. Van geval tot geval zal bezien moeten worden welk middel het meest aangewezen is.
6.3 Bestuursrechtelijke sancties De keuze tussen een last onder dwangsom en bestuursdwang kan als regel aan de hand van de volgende punten worden gemaakt: • last onder dwangsom kan makkelijker worden toegepast als prikkel om overtreders te bewegen alsnog aan de wet te voldoen, met name bij overtredingen van gewenst gedrag; • wanneer bestuursdwang in relatie tot de aard en omvang van de overtreding een te zwaar middel is of moeilijk uitvoerbaar is kan de dwangsom een goed middel vormen. De handhavingsinstrumenten bestuursdwang en last onder dwangsom zijn bedoeld om een overtreding ongedaan te maken of verdere overtredingen dan wel herhaling van de overtreding te voorkomen. We spreken dan van reparatoire sancties. Naast deze twee middelen heeft het college soms ook de mogelijkheid een besluit in te trekken om de handhaving van wettelijke bepalingen en de voorschriften verbonden aan vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen te waarborgen. Een intrekkingsbesluit heft echter een met de wet strijdige situatie niet op. Op basis van toekomende bestuursbevoegdheden kan het gemeentebestuur de instrumenten bestuursdwang en last onder dwangsom hanteren. Een relatief nieuw handhavingsinstrument is de bestuurlijke boete. Een bestuurlijke boete is een boete die zonder tussenkomst van de rechter aan een overtreder kan worden opgelegd. Qua aard kan de bestuurlijke boete vergeleken worden met de strafrechtelijke boete. De bestuurlijke boete komt al in meer dan zestig wetten voor en is in opmars. Per 1 maart 2005 heeft de Voedsel en Warenautoriteit een bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete ontvangen ter handhaving van de Drank- en Horecawet.
GEMEENTE ALBLASSERDAM
8
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
Er zijn voorstellen om de bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke boeten uit te breiden met bijvoorbeeld de handhaving van de regels van de Algemene Plaatselijke Verordening. In dit kader worden genoemd de bestuurlijke boete foutparkeren en andere lichte verkeersovertredingen en bestuurlijke boete overlast openbare ruimte. Over deze wetsvoorstellen heeft de Tweede Kamer op 20 juni jl. gestemd en zijn amendementen aangenomen die erin voorzien dat de invordering van de bestuurlijke boeten plaatsvindt met overeenkomstige toepassing van de wettelijke bepalingen inzake de invordering van gemeentelijke belastingen. Criteria voor het toepassen bestuursrechtelijke sancties Bij de toepassing van een bestuursrechtelijk sanctiemiddel moet worden gekeken naar het beoogde effect en de proportionaliteit (redelijke verhouding tussen het middel en de zwaarte van de overtreding) van het sanctiemiddel. Uit een oogpunt van efficiëntie zal waar mogelijk worden gekozen voor de oplegging van een dwangsom. Het opleggen van een last onder dwangsom verdient de voorkeur in onder meer de volgende gevallen: - wanneer er sprake is van kortdurende of incidentele overtredingen waarbij de gevolgen van de overtreding nog niet onomkeerbaar zijn geworden; - wanneer er sprake is van een overtreding die regelmatig wordt herhaald; - wanneer het opleggen van bestuursdwang een te zwaar middel is in relatie tot de overtreding (proportionaliteit); - bij overtreding van gedragsvoorschriften waarbij praktisch alleen de overtreder kan bewerkstelligen dat de overtreding wordt beëindigd; - wanneer de kosten voor bestuursdwang erg hoog zijn; - wanneer de kans groot is dat de kosten die verbonden zijn aan de toepassing van bestuursdwang niet kunnen worden geïnd; - wanneer het moeilijk is de bestuursdwang ten uitvoer te leggen. Het toepassen van bestuursdwang wordt sterk overwogen in de overige gevallen en speciaal wanneer herstel van de overtreding wordt beoogd. Ingeval er een wettelijke intrekkingsbevoegdheid bestaat deze zal worden toegepast en zal het intrekkingsbesluit worden vergezeld van een besluit tot toepassing van bestuursdwang dan wel het opleggen van een last onder dwangsom. In geval van een last onder dwangsom wordt aan een overtreder alsnog bestuursdwang aangezegd als deze (opnieuw) de betreffende overtreding niet opheft.. 6.4 Bestuursrechtelijk of strafrechtelijk handhaven Regels die bestuursrechtelijk kunnen worden gehandhaafd zijn ook in de regel strafrechtelijk te handhaven. Onderstaande tabel geeft een aantal argumenten om tot een weloverwogen keuze te komen tussen strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving. Het belangrijkste is dat met het instrument het gewenste effect wordt behaald en dat dit op de meest efficiënte manier gebeurt. Argumenten voor de keuze voor het toepassen van bestuursrechtelijke of strafrechtelijke sancties: Bestuursrechtelijk 1. Geringe verwijtbaarheid 2. Eerste keer 3. Oogmerk is schadeherstel (herstel van de geschonden norm) 4. Het Openbaar Ministerie kan in deze situatie niet effectief optreden 5. Bewijsproblemen in het strafrechtelijk traject
Strafrechtelijk 1. Opzet (dus verwijtbaar) 2. Recidive 3. Oogmerk is het straffen van de dader (onomkeerbare overtredingen) 4. Het bestuur kan in deze situatie niet effectief optreden 5. Vrees dat het bestuursrecht niet of nauwelijks in een effect zal resulteren in verband met veelal lange en voortslepende procedures 6. Kosten van bestuursdwang zijn niet verhaalbaar bijvoorbeeld in geval van faillissement
6. Lage prioriteit binnen het Openbaar Ministerie
GEMEENTE ALBLASSERDAM
9
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
Het opleggen van een strafrechtelijke sanctie sluit de mogelijkheid van een bestuursrechtelijke sanctie niet uit. Ingeval er een illegale situatie wordt geconstateerd zal er – zoals nu ook gebeurd maar niet op basis van vaste afspraken - aangifte worden gedaan bij de politie die vervolgens proces-verbaal opmaakt.
7. SAMENWERKING Op het gebied van handhaving kan en moet op een aantal beleidsterreinen worden samengewerkt. 7.1 Intern Binnen de gemeentelijke organisatie is het uitvoeren van wettelijke regels opgedragen aan verschillende afdelingen. Het is wenselijk intern goed af te stemmen en daar waar mogelijk te komen tot een integrale aanpak, d.w.z. een goede combinatie te zoeken tussen de van toepassing zijnde wetten. Deze nota beoogt de aandacht op deze integrale aanpak te vestigen. Bij de aanpak van concrete handhavingssituaties moet daarom intern overleg en samenwerking worden gezocht. In het kader van handhaving is het noodzakelijk / wenselijk dat er tussen onderdelen in de organisatie overleg is. Hierbij wordt gedacht aan het introduceren van een afstemmingsoverleg met de verschillende organisatieonderdelen. Per afdeling zal daarbij een contactpersoon/aanspreekpunt aangewezen worden.. Deze vormen van overleg zijn wenselijk uit een oogpunt van inhoudelijke afstemming. Zij kunnen bijdragen aan een versnelling en een effectievere handhavingsaanpak. Dit kan worden o.a. worden gerealiseerd door voortgangsrapportages en terugkoppeling van hetgeen het vervolg is van de aanpak van illegale situaties die worden aangedragen. De handhavingscoördinator kan hieraan een bijdrage leveren. 7.2 Extern Op het terrein van de uitvoering en handhaving van de milieuwetgeving werkt de gemeente samen met de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. Toezicht en opsporing van overtredingen op het gebied van de bijstandswetgeving zal m.i.v. 01 januari 2007 worden uitgevoerd door de Sociale Dienst Drechtsteden (SSD). Indien het nodig is dat er een opsporingsonderzoek plaatsvindt met een proces-verbaal wordt een beroep gedaan op de sociale recherche van de SDD. Deze vormen van samenwerking (uitvoering van milieuwetgeving en de wetgeving op het gebied van sociale zaken) geschieden op basis van gemaakte afspraken. Het is wenselijk deze afspraken periodiek te evalueren. Onderzoek zal moeten uitwijzen of (sub) regionale samenwerking op terreinen kan bijdragen tot verbetering. Hierbij moet gedacht worden: - de mogelijkheid van het versterken van de ambtelijke capaciteit door het gezamenlijk aanstellen van functionarissen bijvoorbeeld toezichthoudende functionarissen; - het ondersteunen en faciliteren van gemeentelijke handhavingsacties bijvoorbeeld door het gezamenlijk ontwikkelen van instrumenten; - samenwerking op het gebied van de uitvoering van het handhavingsbeleid. . Op het gebied van de strafrechtelijk handhaving moet in sommige situaties samenwerking maar bovenal afstemming plaatsvinden met politie en openbaar ministerie. Nadrukkelijk wordt gemeld, dat de aard van de bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving volstrekt anders is: de bestuurlijke handhaving ziet op herstel van de rechtsorde (het alsnog voldoen aan de regels) terwijl de strafrechtelijke (ook) beoogt de betrokkene te straffen. Dat laatste is nadrukkelijk niet de motivatie voor bestuurlijk handelen.
GEMEENTE ALBLASSERDAM
10
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
Overigens is afstemming met de politie essentieel omdat de politiefunctionarissen een belangrijke toezichthoudende rol hebben op overtredingen die in beginsel door middel van een bestuursrechtelijke sanctie kunnen worden gehandhaafd. Naast de politie kan ook samenwerking met andere handhavende instanties wenselijk zijn (bijvoorbeeld het Waterschap, de Provincie of de Voedsel - en Warenautoriteit op het gebied van de Drank - en Horecawetgeving). Van geval tot geval zal bezien moeten worden of en zo ja in welke mate die samenwerking gewenst is. Hieromtrent worden geen afspraken over structurele samenwerking te worden gemaakt. Wel zal het onderwerp “handhaving’ een vast agendapunt vormen tijdens een regulier overleg.
8. HANDHAVING OP DIT MOMENT (2007) Uit de risicomatrix die is opgenomen in de bijlage bij deze nota blijkt het volgende. Handhaving Bouwwetgeving In 2003 is het bouwbeleidsplan gemeente Alblasserdam opgesteld. Het bouwbeleidsplan is mede naar aanleiding van een in 2002 uitgevoerde VROM inspectie opgesteld. Destijds is er voor gekozen dit plan niet ter besluitvorming voor te leggen. In november 2005 heeft de Inspectie VROM een onderzoek naar de uitvoering van de VROM-taken uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek is om antwoord te geven op de vraag of de gemeente Alblasserdam op een adequaat niveau uitvoering geeft aan haar VROM-taken. Zowel wettelijke- als niet wettelijke verplichte taken zijn door de Inspectie beoordeeld. Het rapport bevat naast de bevindingen en de beoordeling, verbeterpunten waar het de wettelijke (met name uitvoeringsgerichte) VROM-taken betreft en aanbevelingen voor de niet-wettelijke verplichte taken (met name gericht op vaststellen beleid, programma’s en administratieve organisatie). Het Bouwbeleidsplan is opgesteld vanuit de missie: dat bouwen niet kan zonder gemeentelijke bemoeienis. Deze missie is gestoeld op de gemeentelijke taak in het afwegen van het individuele versus het collectieve belang, de vangnetrol voor de bouwkwaliteit en het bewaken van de directe relaties met andere beleidsvelden zoals Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Milieu. Deze missie is vervolgens vertaald naar een visie op Bouw- en Woningtoezicht in Alblasserdam. De visie is gebaseerd op een prioriteitstelling ten aanzien van de verschillende risico’s die de gemeente Alblasserdam loopt bij het uitoefenen van het Bouw- en Woningtoezicht. De visie sluit aan op de risico matrix. Een deel van de wijze van taakuitvoering ligt voor wat betreft de intensiteit relatief vast. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vergunningprocedures (uiteraard is de gemeente wel afhankelijk van het aantal – onbeïnvloedbare - aanvragen). Echter, niet voor alle taken is dit zo strak omlijnd en is niet altijd duidelijk welke intensiteit nagestreefd wordt of moet worden. Voor deze taken dient een beleidsmatige keuze gemaakt te worden in ‘hoe hoog de lat wordt gelegd’. In het kader van BWT geldt dit bijvoorbeeld voor de toezicht- en handhavingsactiviteiten. De handhavende taak van het beleidsveld Bouw- en Woningtoezicht is tot op heden in praktijk gebaseerd op het ‘piepsysteem’. Met andere woorden, handelen wanneer er een signaal uit de omgeving komt. Dit systeem betekent dat er voor het grootste gedeelte reactief wordt gehandhaafd. Handhaving Ruimtelijke ordeningswetgeving Op dit beleidsterrein wordt op dit moment gehandhaafd volgens het piepsysteem. Dat geldt ook bijvoorbeeld voor de privaatrechtelijke handhaving van name bij het beëindigen van het zonder toestemming in gebruik nemen van gemeentegrond. Er is geen structurele ruimte binnen de formatie voor de daadwerkelijke handhaving.
GEMEENTE ALBLASSERDAM
11
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
Handhaving Brandweertaken De werkzaamheden binnen dit taakveld zijn als volgt onder te verdelen: 1. Advisering bouwvergunning 2. Gebruiksvergunningen 3. Overige werkzaamheden De uitvoering van deze taken is opgenomen in het Brandweerbeleidsplan. De onder 1 genoemde werkzaamheden worden uitgevoerd in het kader van de vergunningprocedure zoals die is neergelegd in de Woningwet. Ten aanzien van de onder 2 genoemde werkzaamheden wordt opgemerkt dat de verlening van de GV is gebaseerd op de Bouwverordening bijlage 3 en 4 en het Bouwbesluit hoofdstuk 2. Regionaal is afgesproken dat aanvullend op deze twee onderdelen ook op het regionaal vastgestelde Beleid Bestaande Bouw (BBB) wordt getoetst. De onder 3 genoemde overige werkzaamheden betreffen o.a. het geven van voorlichting, advisering op het gebied van milieu – en APV vergunningen, uitvoeren van preventieve controles en vastleggen van (regionaal) beleidsplan bluswater. Handhaving Milieu Vergunningverlening en handhaving van milieutaken zijn neergelegd bij de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. Provinciale milieuverordening Ten aanzien van de Provinciale milieuverordening zijn de volgende taken uitbesteed: • Het verlenen van ontheffing Wet milieubeheer Ten aanzien van de Wet Milieubeheer zijn de volgende taken uitbesteed: • • • • • • • • •
Behandeling aanvraag van vergunning (afdeling 8.1.1.) Wijziging of intrekking van een vergunning (afdeling 8.1.2.) Behandeling melding (artikel 8.41) Uitvoering met betrekking tot afvalstoffen (hoofdstuk 10) Uitvoering handhaving (hoofdstuk 18 en artikel 13.1 lid 2) Behandelen van bedenkingen en zienswijzen Behandelen van en beslissen op bezwaarschriften Vertegenwoordigen gemeente Alblasserdam i.h.k.v. beroepsschriften Toepassen voorschriften en uitvoeringsbesluiten voortvloeiend uit de Wet Milieubeheer en daaruit voortvloeiende AMVB.
Bouwstoffenbesluit Ten aanzien van het Bouwstoffenbesluit wordt capaciteit ingezet om “incidenten” af te handelen. Hier wordt de controle en handhavingstaken uitgeoefend volgens het piepsysteem. Er is niet echt sprake van structureel handhavingstoezicht. Wet luchtverontreiniging en Wet verontreiniging oppervlaktewateren •
Het verstrekken van adviezen ter uitvoering
GEMEENTE ALBLASSERDAM
12
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
Overig •
Toepassing van de bij of krachtens de volgende wetten gegeven voorschriften: o Wet Geluidshinder o Kernenergiewet o Wet milieugevaarlijke stoffen o Bestrijdingsmiddelenwet 1962 o Meststoffenwet o Wet bodembescherming o Destructiewet
•
Het sluiten van overeenkomsten Intentieverklaring Uitvoering Milieubeleid Metaal/ en Elektronische Industrie (hoofdstuk III onder 4.f.)
Handhaving APV en Bijzondere Wetten Als er op het terrein van APV en Bijzondere Wetten handhavend wordt opgetreden dan is dat volgens het zgn. piepsysteem en geschiedt de handhaving tussen de lopende werkzaamheden door. De aanpak van de handhaving is beschreven in het Plan van Aanpak Handhavingsprioriteiten APV. Hierin is een uitwerking opgenomen van de aanpak van de speerpunten zoals die door de raad zijn vastgesteld in 2003. Op grond hiervan worden meerdere keren per jaar handhavingscontroles uitgevoerd. Zo worden op een aantal speerpunten (naleving hondenpoepbeleid, parkeren van grote voertuigen in de bebouwde kom en overlast groepen jongeren) Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA’s) van de Stichting Veiligheid en Toezicht ingezet. Bij het controleren van de horeca worden de handhavingcontroles (zoveel mogelijk) in samenwerking met de politie en de brandweer uitgevoerd. Het Besluit Eisen Inrichtingen Drank- en Horecawet wordt gecontroleerd door VVH / BWT. Dit gebeurt aan de hand van een concrete aanvraag voor een Dranken Horecawetvergunning.
Handhaving Sociale Dienst Door de sociale dienst worden diverse controles uitgevoerd. Vanaf 01.01.2007 worden deze werkzaamheden in regionale samenwerking uitgevoerd door de Sociale Dienst Drechtsteden. Het betreft: • Controles om antwoord te krijgen op de vraag of uitkeringsgerechtigden voldoen aan de criteria van de Wet werk en bijstand, de IOAW en de IOAZ. • Controles gericht op de naleving van respectievelijk het Besluit bijstandverlening Zelfstandigen en het Besluit vangnetregeling huursubsidie uitgevoerd. • Controles of vreemdelingen voldoen aan de Wet inburgering nieuwkomers en het Boetebesluit nieuwkomers uitgevoerd. • Controles inzake de uitvoering (dus voor het toezicht op de uitvoering en de handhaving) van de Wet Voorziening Gehandicapten. • Opleggen van sancties bij het niet-naleven van de sociale zekerheidswetgeving. Handhaving Onderwijs / Kinderopvang Wat betreft de controle van de leerplichtwet is er in regionaal verband samenwerking. De werkzaamheden worden uitgevoerd door het regionaal bureau leerplicht. Binnen de organisatie wordt daarnaast aandacht besteed aan de controle op de daadwerkelijke naleving van de leerplichtwet. Verder worden controles uitgevoerd betreffende de naleving van de Wet kinderopvang en wordt zonodig handhavend opgetreden.
GEMEENTE ALBLASSERDAM
13
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
Handhaving Burgerzaken De controle op daadwerkelijke bewoning vindt plaats op basis van het zgn. piepsysteem. Controle geschiedt door een ambtenaar van VVH / BWT op basis van een signaal door burgerzaken.
9. HANDHAVINGSNIVEAU EN HANDHAVINGSCAPACITEIT
Onderscheid kan worden gemaakt in de volgende handhavingsniveaus, waarbij aansluiting is gezocht bij de risicomatrix. Reactief uitvoerinsgniveau: Kan gelijkgesteld worden aan de “enge”interpretatie van de wet- en regelgeving. Dit niveau komt in grote lijnen overeen met het huidige handhavingsniveau. Actief uitvoeringsniveau: Dit niveau kan gelijkgesteld worden aan een ruime interpretatie van de wet- en regelgeving. Alle regelgeving ongeacht prioriteit wordt gehandhaafd. Pro-actief uitvoeringsniveau: Dit niveau is eveneens een ruime interpretatie van de wet- en regelgeving. Binnen dit niveau kan op basis van de risicomatrix wel een prioritering worden aangegeven. Op basis hiervan kan worden besloten dat uitsluitend de regelgeving wordt gehandhaafd die in de risicomatrix is aangegeven met een hoge en gemiddelde prioriteit; Het pro-actieve niveau kan gelijk gesteld worden aan het niveau dat de VROM -inspectie voor ogen heeft ten aanzien van bouw- en milieuwetgeving. In de beleidsbegroting 2007 – 2010 heeft het gemeentebestuur aangegeven dat het wil komen tot een pro-actief handhavingsniveau. Voor de berekening van de handhavingscapaciteit moet onderscheid worden gemaakt tussen toezicht (het informatie verzamelen omtrent de daadwerkelijke naleving van de regelgeving) en het daadwerkelijke sanctioneren van een overtreding.. In het onderstaande overzicht is een inschatting gemaakt van de capaciteit die noodzakelijk is om het pro-actieve handhavingsniveau te behalen. Tevens is aangegeven welke formatie beschikbaar is en welke formatie door externen wordt geleverd.
1.
2. 3. 4.
5. 6. 7. 8.
Handhavingsactiviteit Bouwen en Wonen
Noodzakelijk 3.995
Aanwezig 2.245
Verschil 1.750
Brandweer Milieu Algemene plaatselijke verordening en bijzondere wetten Sociale Dienst Onderwijs / Subsidies Burgerzaken
1.350
500
850
300
100
200
100 50
50
Overig Totaal
50 5.845
50 2.945
Opmerking Aanwezig is na invulling vacature inspecteur MZHZ
SDD 100 Bouwen en Wonen voert uit Buitenruimte 2.900
Handhavingscapaciteit uitgaande van niveau 3
GEMEENTE ALBLASSERDAM
14
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
10. EVALUATIE
Jaarlijks zullen de uitvoeringsprogramma’s geevalueerd worden door het aanbieden van een integraal evaluatierapport. Voor het moment van aanbieding zal aansluiting gezocht worden bij de Begrotingscyclus.
11. AFRONDING In het voorgaande is geprobeerd inzicht te verschaffen in de taken die een gemeente moet handhaven. Tevens is aangegeven hoe handhaving kan worden opgepakt en met name welke consequenties er zijn als handhaving wordt geïmplementeerd zoals beschreven. Er is geprobeerd de nota kort en bondig te houden. De nadruk bij het handhavingsbeleid ligt immers niet zo zeer op ‘beschrijven’ maar op ‘doen’ alsmede op het beschikbaar stellen van voldoende middelen voor dat doel.
GEMEENTE ALBLASSERDAM
15
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
Risicomatrix met prioriteitstelling De begrippen in deze risicomatrix kunnen als volgt worden verklaard: - Effecten: een inschatting van de omvang van de effecten van de overtreding beoordeeld naar de aspecten: Fysieke veiligheid, Sociale kwaliteit, Financieel economisch, Natuur, Volksgezondheid en Bestuurlijk imago. - Kans: Een inschatting van de omvang van de kans op overtreding. - Risico: Een inschatting van de omvang van het risico van de overtreding. - Prioriteit: De inschatting van de omvang van de effecten, de kans en het risico leidt tot een inschatting van de prioriteit die aan de overtreding moet worden gegeven.
Risicomatrix gemeente Alblasserdam Handhavingsactiviteit Wie Effecten
Risico Kans
1.
BOUWEN EN WONEN
1.1 1.1.1
Bouwen in afwijking van de vergunning Bouwwerken niet zijnde woningen
1.1.2 1.2. 1.2.1 1.2.2 1.3.
1.4 1.5 1.6
1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.7.
1.7.1 1.7.2 1.7.3. 1.7.4 1.7.5 1.8 1.9
1.10
Prioriteit
VVH / BWT
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Woningen en monumenten Bouwen zonder vergunning
VVH / BWT
Gemiddeld Groot
1
Bouwwerken niet zijnde woningen Woningen en monumenten Overschrijding instandhoudingstermijn tijdelijke bouwvergunning Niet voldoen aan eisen welstand Sloopactiviteiten Aanlegactiviteiten/ activiteiten in strijd met Bestemmingsplan (strijdig gebruik) Buitengebied, Natuurgebied Bebouwde kom en centrum Woongebied Vereisten bestaande bouw en nieuwbouw (o.a. Bouwverordening en Bouwbesluit) Bouwwerken niet zijnde woningen Eigen gebruik woningen voor 1946 Eigen gebruik woningen overig Huurwoningen corporaties Huurwoningen, particulier verhuurder Inrichtingseisen Drank- en Horecawet Overeenkomsten/ bijv. naleving alg. Verkoopvoorwaarden voor bouwterreinen Huisvestingswet
VVH / BWT VVH / BWT VVH / BWT
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Groot Groot Klein Groot Gemiddeld
2 1 2
VVH / BWT VVH / BWT
Gemiddeld Klein Gemiddeld Groot
Gemiddeld Groot
2 1
RMO / RO RMO / RO RMO / RO
Gemiddeld Groot Groot Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Klein Klein
1 2 3
VVH / BWT VVH / BWT VVH / BWT VVH / BWT VVH / BWT VVH / BWT Brandweer
Gemiddeld Klein Klein Klein Klein Groot
Gemiddeld Gemiddeld Klein Klein Gemiddeld Groot
2 2 3 3 2 1
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
VVH / BWT
Gemiddeld Groot Gemiddeld Klein Groot Groot
Groot
1.11
Illegale onderverhuur / Kamerbewoning
2.
BRANDWEER
Handelen in strijd met gebruiksvergunning / Gebruiksbesluit 2.1.1 Gebouwen met een publieksfunctie a. horecagebouwen, buurthuis, wijkcentrum, theater, clubgebouw e.d. b. winkel met gevaarlijke stoffen/opslag vuurwerk 2.1.2.a Gebouwen met onderwijsfunctie basisscholen/ voortgezet onderwijs 2.1.2.b Gebouwen met onderwijsfunctie kinderdagverblijven/ peuterspeelzalen/ naschoolse opvang 2.1.3 Gebouwen met woonfunctie Bejaardenoord+gezins- vervangend tehuis 2.1.4 Gebouwen voor wegverkeer tankstations met LPG 2.1.5 Gebouwen met woonfunctie Kamerverhuur en pension 2.1.6.a Gebouwen met een publieksfunctie a. gebedshuis >250 pers. 2.1.6.b Gebouwen met een publieksfunctie a. sporthal 250 – 1000 pers. b. zwembad 2.1.7.a Bedrijfsgebouwen a. gebouwen zoals loodsen/opslagplaatsen >1000m2 b. bedrijven met brandveiligheidsinstallaties 2.1.7.b Bedrijfsgebouwen met opslag gevaarlijke stoffen 2.1.8 Gebouwen voor wegverkeer autogarages > 2.500 m2 2.1.9 Gebouwen met een publieksfunctie a. gebedshuis 50-250 pers. b. manege 2.1.10 Bedrijfsgebouwen a.kantoren 50-250 pers. b.fabrieken 50 – 250 pers. 2.1.11.a Gebouwen voor wegverkeer autogarages <2.500 m2 2.1.11.b Gebouwen voor wegverkeer tankstations zonder LPG
VVH / BWT
Gemiddeld Groot
Groot
1
Brandweer
Groot
Groot
Groot
1
Brandweer
Groot
Gemiddeld Gemiddeld
2
Brandweer
Groot
Groot
Groot
1
Brandweer
Groot
Groot
Groot
1
MZHZ
Groot
Groot
Groot
1
Brandweer
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Brandweer
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Brandweer
Groot
1
Brandweer
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
MZHZ
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Brandweer
Groot
1
Brandweer
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Brandweer
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Brandweer
Klein
Gemiddeld Klein
3
MZHZ
Groot
Groot
1
Brandweer
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Brandweer
Klein
3
2.1.
2.1.12
2.1.13
Gebouwen met een publieksfunctie a. gymzaal/ balletstudio < 250 pers. b. winkelgebouwen 50 – 250 pers. Bedrijfsgebouwen a. gebouwen zoals
GEMEENTE ALBLASSERDAM
17
Groot
Groot
Groot
Groot
Groot
Gemiddeld Klein
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
2.1.14
2.1.15 2.1.16 2.1.17 2.1.18
loodsen/opslagplaatsen <1000m2 b. bedrijfsverzamelge- bouwen Gezondheidszorggebouwen tandartsen, huisartsenpraktijk/gezondheidsdiensten Brandveiligheidsvoorschriften overig Tijdelijke vergunningen activiteiten horeca Niet gebruiksvergunning plichtige bouwwerken of activiteiten Vrijhouden bluswater voorzieningen
3
MILIEU
3.1
Bouwstoffenbesluit handhaving Wet bodembescherming adviesuren milieudienst Wet milieubeheer (incl. Wet milieugevaarlijke stoffen en Intentieverklaring Uitvoering Milieubeleid Metaal – en Elektrotechnische Industrie) Wet luchtverontreiniging/ Besluit Luchtkwaliteit
3.2 3.3
3.4
4.
4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.1.8
4.1.12
5.
SOCIALE DIENST
5.1 5.2
Wet werk en bijstand IOAW IOAZ Besluit bijstandverlening Zelfstandigen Besluit vangnetregeling huursubsidie Wet inburgering nieuwkomers Wet voorzieningen gehandicapten
5.3 5.4
Klein
Brandweer
Gemiddeld Groot
Brandweer
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Brandweer
Groot
Gemiddeld Groot
1
MZHZ
Groot
Gemiddeld Groot
1
MZHZ
Groot
Gemiddeld Groot
1
MZHZ
Groot
Groot
Groot
1
MZHZ
Groot
Gemiddeld Groot
1
VVH VVH VVH VVH VVH VVH VVH VVH
Groot Groot Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Klein Gemiddeld
Groot Groot Groot Klein Klein Gemiddeld Klein Gemiddeld
Groot Groot Gemiddeld Klein Klein Gemiddeld Klein Gemiddeld
1 1 2 3 3 2 3 2
VVH VVH VVH
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Klein Klein Klein Klein Klein Klein
2 3 3
VVH
Klein
3
SSD SSD
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2 2
SSD SSD
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2 2
Groot
1
ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (APV) EN BIJZONDERE WETTEN Horeca-exploitatievergunning Evenementenvergunning Reclamevergunning Kapvergunning Inritvergunning Ontheffing geluidsapparatuur openlucht Standplaats- en ventvergunningen Overige vergunningen, ontheffingen kennisgevingen en verboden APV Wet op de kansspelen Ontheffing Winkeltijdenwet Wet op de Openluchtrecreatie (vervalt per 1-1-2008) Hondenoverlast
4.1.9 4.1.10 4.1.11
Gemiddeld Klein
3
Brandweer
GEMEENTE ALBLASSERDAM
18
Gemiddeld Klein
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
6.
ONDERWIJS / SUBSIDIES
6.1
Leerplichtwet
6.2 6.3 6.4
Veiligheid speeltoestellen Wet Kinderopvang Subsidieverordening
7.
BURGERZAKEN
7.1
Gemeentelijke basis administratie/o.a. Controle daadwerkelijke bewoning
8.
OVERIGE ZAKEN
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
8.6 8.7
Bur.Leer plicht Buitenruimte RMO RMO
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
2 2 2
Burgerzaken
Klein
Gemiddeld Gemiddeld
2
Verkeersbesluiten Wegafsluitingen Controle aanleg kabels en leidingen (telecommunicatieverordening) Vergunning aansluiting riolering
RMO Buitenruimte Buitenruimte
Klein Klein Klein
Klein Klein Klein
Klein Klein Klein
3 3 3
Buitenruimte
Klein
Klein
Klein
3
Bescherming groenvoorzieningen; (overhangend en verkeersonveilig groen) Ontheffing asverstrooiing openbare plaatsen Beheer van gronden in eigendom van de gemeente
Buitenruimte
Klein
Klein
Klein
3
Burgerzaken? Klein
Klein
Klein
3
GEMEENTE ALBLASSERDAM
Buitenruimte
19
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld
NOTA INTEGRALE HANDHAVING
2