Nó. 619 17 Dec. ■ 1935
VADERS WIEGELIED» Nadruk verboden
ADR. NUGTEREN
G. J. DE MUNNIK
ppS ppgÉffel^iiiipïM 1. Je leest en 2. Als Va-der 3. Of als de
'if
m
i
m
^
s f
t
PfS
„Moedervreugd" wordt uit - ge - beeld, in zijn mak - ke - lij - ken stoel, noemt: ,, Een flin - ke keel op - zet'.
ff^f
§3
hoort zoo vaak een wie -ge - lied - je, na een dag van moeizaam wer-ken peu - ter juist als Pa wil sla - pen,
iJ^
Sä i
't Is steeds voor zijn en op Va dan lijkt
waar - in de weer neer-valt dat wat men
T=^
£=3
^-^ #*£
ipp«
^^ ^^^
^^^
T-T
^
moe-ders, dat het is ge - schre-vcn, knie- ën zit de klei - ne kleu - ter, ui - ter -lijk ont-stemd te we - zen
m
dus zijn wij. heeft Va-der maar net als
^m
£3=j3 * W 7=f T va-ders wer-ke-lijk mis-deeld! Maar'k weet beslist, ook va-ders zingen somtijds. Maar zóó, dat and'ren't zingen hooren F«
^
soLzoonwonde ijkge-voel! Dan stree-len zachtkens zijn ver-eel-te knuisten het kin-der-kop-,e. Ze Ter Sh j töch'het bed. Loopt mopprend rond, maar kijkt terwijl naar Moeder, hoe die het kle.-ne
^
m
fe
f
^^^
)i: ;•
endehandjes ke - rel-tje weer
#
^^^^^^^^^^^m.
Ik pre-sen - te'er U : „Va - ders wie - ge - lied!" En däär-om nu eens anders dan ge - woon-lijk. die gróó-te man. soms zélf nog kind te zijn. .. Dan blijkt de groo - te for-sche. stoe-re wer - ker al bromt hij he-vig op den rust-ver - stoor-der. Tóch was-ie heel in - wen - dig on - ge - rust!
niet, klein, sust, I
3
'S!f?-
£inij- n
J^L
t
i
mm
^
^P
Een vader toont niet aan de buitenwereld als moeder dat-ie van zijn peuter houdt, maar als de puk soms anders is dan anders dan heeft hij 't juist als Moeder gauw benauwd! Naar buiten lijkt hij koud en stug te wezen, maar weet hij zich een keertje onbespied, leeft hij zich uit en zingt, maar dan met daden, een zacht ontroerend „Vaders wiegelied!"
En soms (als hij alleen is in de kamer. En zéker weet. geen mensch ziet wat-ie doet) Dan duikt zijn hoofd in 't kioderledikantje, en knuffelt daar zijn ..eigen jongen" goed. Dan fluistert hij óók kleine lieve woordjes, dan is-ic trotsch. als hij een lachje ziet. dan fluistert hij in 't kleine roze oortje zijn jubel uit als 't mooiste wiegelied...
^
Niet alleen leggen wij in onzen studio het geluid van Uw stem of instrument op een Gramophone-plaat voor eeuwen vast maar ook groote werken door koren en orkesten.
Van 1 tot 3 personen F. 3.50 en hooger naar groot te van het gezelschap. Succes ver-
NVWILLEM Het
R.K. Matrozen knapenkoor Sprenger's Microphone!
voor
SPRENGER'S STUDIO
Passage 46 - Den Haag - Telel. 113778 Red. en Adm. Oalgewater 22. Leiden. Tel. 760. Postrekening «880
VerschUnt wekelyks — Prys per kwartaal f. ï.9r>
» ■'■'■ l
CINEMA EN THEATER!
f
SHIRLEY TEMPLE FOTO FOX I
.
-.
-■:
■
-
■
■
.
.
1. Patricia Ellis, Joe E. Brown en William Gargan in de Warner Bros-film „Op de planken". 2. Adrienne Arnes, Ralph Bellamy en Robert Armstrong in de Remaco-film „Gigolette". Drie aardige meisjes. Francis Langford, Alice Faye en Patsy Kelly in de humoristische film „Elken avond acht uuf". 4. Jack Oakie, Lyda Roberti en Henry Wadsworth in de groote Paramountfilm „The Big Broadcast of 1936". 5. De artistieke leider der Paramount, Ernst Lubitsch. brengt een bezoek aan de studio's. Van links naar rechts Henry Heribrun, George Raft, Loretta Young en Ernst Lubltsch.
DE LUX PRIJSVRAAG Nu wij weer de lange avonden hebben, zijn onze lezers blij, als er eens een prijsvraag in de krant staat, vooral als hier mooie prijzen aan verbonden zijn. Hieraan voldoet zeker wel de Lux Toilet Zeep populariteitswedstrijd, met niet minder dan f 4.000.— aan prijzen! Wij kunnen deze prijsvraag dan ook ten zeerste bij onze lezers aanbevelen, daar deze bijzonder interessant is. Bij sommige prijsvragen maken alleen diegenen een goede kans, die bedreven zijn in cijfers, bij andere hebben de woordkunstenaars weer een streepje voor! Maar bij den Lux Toilet Zeep populariteitswedstrijd komen beide categorieën tot hun recht. Men moet natuurlijk met Lux Toilet Zeep kennis gemaakt hebben, maar deze kennismaking is, naar onze ervaring, steeds overgegaan in büjvende vriendschap. Elders in ons blad zult u deze prijsvraag aantreffen; wij raden u aan uw krachten hier eens aan te besteden en wenschen u veel succes! FIIM-ENTHOUSÏ ASTEN B. A. M. W. te VLAARDIN. GER.AMBACHT. De hoofdrollen in „Tugboaé Annie" werden gespeeld door Wallace Beery en Marie Dressler. In „Kom je ook bij de Marine?" vervulde James Cagney de hoofdrol. Wij weten niet, welke acteur U bedoelt.
Zii werd veel lichter
nadat zij een eenvoudige methode gevonden had om de maat van haar heupen, buste en taille te verminderen. Nam ruim 16 pond ai zonder gymnastische oefeningen. Voelt zich in ieder opzicht beter en gezonder. Mevrouw D. E. B. schrijft: .Mijn man is arts. hij zag met voldoening hoe, mijn gewicht verminderde". Als arts zal deze echtgenoot er zeer zeker bijzonder op gelet hebben, welk middel zijn vrouw ter veimagering gebruikte. In dit geval zal hij er zeer zeker geen bezwaar tegen hebben gehad. Zij gebruikte Kruschen Salts, de veilige methode, die door zooveel deskundigen wordt aangeraden. Wanneer ongezonde gewichtstoename U voor Uw tijd oud dreigt te maken, wanneer Uw enkels, nek en heupen te zwaar beginnen te worden en ook Uw te breede taille U het dragen van modieuse costuums onmogelijk maakt - tenzij gij U er belachelijk mee zoudt willen maken - dan is ook voor U de tijd gekomen om een Kruschen kuur te beginnen. Laat U dan nog heden wegen, begin morgen met een dagelijksche dosis Kruschen Salts en wanneer U de eerste flacon hebt opgebruikt, laat U dan nog eens wegen. Gij zult dan een buitengewoon prettige verrassing beleven. Lees deze brief: .„Zepen maanden gehden woog ik ruim 65 Kg., terwijl Ik slechts 1 M. 50 lang ben. Daar ik steeds zwaarder werd, besloot ik een proef met Kruschen Salt t nemen. Direct bemerkte ik, hoe mijn gewicht begon af te nemen. De eerste week meteen '/apond, terwijl daarna ledere week mijn gewicht verder verminderde. Ik voel mij nu in leder opzicht gezonder en beter. Ik at minder snoeperijen, doch deed geen bijzondere gymnastische oefeningen. Hieronder vindt Ü mijn maten voor en na de Kruschen kuur:
J. W. te ROTTERDAM. Enny Meunier kunt U schrijven p.a. Ver. Rotterdarasch Hofstad Tooneel, Schouwburgstraat. Den Haag.Jopie Koopmans adres is p.a. Ufa, Heerengracht 592, Amsterdam. Fientje de la Mar: Beethovenstraat 82, Arasterdam. VOORHEEN G. J. te DEVENTER. Frits van Tztlle..:. 70 cM. iiuste 90 cM. Dongen is getrouwd met Marianne Heupen 93 cM. van Dam. Zijn echigenoote speelt Gewicht 130 pond niet voor de film. De plaat kunt U desgewenscht ruilen. A. P. C. te ROTTERDAM. De film „Ehestreik"^ is door de Nederlands'che keuring verboden. „Ich war Jack Mortimer" en „A.B.C, der Liefde" zijn Tobis-films, „Vrouwen om den zonnekoning ^en „Een ideaal echtgenoot" zijn Luraina-films en „Laatste Liefde is een Monopole-film. Zij zullen in Rotterdam vertoond worden.
Buste
S5 cM.
Heupen Gewicht
90 cM. 114 pond
ONZE
Ik heb Kruschen Salts aan veel mijner kennissen aangeraden, steeds met hetzelfde goede resultaat. Mijn man is arts, hij zag met voldoening hoe mijn gewicht verminderde. Ik nam lederen morgen mijn dagelijksche dosis Kruschen Salts in een glas warm water op de nuchtere maag. Desgewenscht kunt U deze brief publiceeren. Met hartelljken dank. Mevrouw D. E. B. te E. Ook U kunt de maat van Uw taille en heupen verminderen en Uw gewicht doen afnemen. Ook U kunt weer een slank en lenig liguur hebben en bovendien Uw geheele gezondheid verbeteren. Bedenk dit wel, Kruschen is een volkomen veilig middel. Het is geen medicijn, maar een ideale combinatie van zes verschillende minerale zouten. Wie een normaal gewicht heeft, kan onmogelijk door Kruschen Salts vermageren. Ongezonde overmatige vetaanzetting ontstaat door onvoldoend werkende afvoerorganen. Kruschen nu spoort de afvoerorganen aan tot krachtiger werking, waardoor de afvalstoffen uit het lichaam worden verwijderd en de ongezonde vetaanzetting zal afnemen. Tegelijkertijd wordt het bloed gezuiverd, waardoor gevaarlijke stoffen als het urinezuur, dat de oorzaak is van jicht, ischias en iheumatische pijnen worden verwijderd. Een Kruschen kuur zal U daarom niet alleen Uw jeugdig, slank figuur teruggeven, maar tevens Uw geheele gezondheidstoestand verbeteren. De ooqen staan weer helder, de energie keert terug, hoofdpijn en stijfheid in de gewrichten verdwijnen, in het kort men voelt zich jaren jonger. KRUSCHEN SALTS il uitsluitend verkrijgbaar bij alle apotheken en erkende drogisten i PI. 0.90 en Fl. 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Let vooral op, dat op het etiket der flesch, zoowel alt op de buitenverpakking, de naam Rowntree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt.
WEKELIJKSCHE
VRAAG
Vraag driehonderd zeven en vijftig
VO©ß SLiCIHITS t% CENT noodig om deze annonce uitgeknipt in open envelop als drukwerk aan ons op te zenden, ontvangt U uitvoerige brochures over het
VAN
THANS 67 cM.
Taille
N. v. d. V te WASSENAAR. Het staat nog niet vast, wanneer de filmschool van Loet C. Barnstijn geopend wordt. Shirley Temple was vier jaar toen ze begon te filmen. De gevraagde fotos worden gezonden. Dolly Mollinger beantwoordt haar brieven zelf.
HERSTEL
.':-.
üw HAARGROEI
Vermeldt uw naam en adres op de achterzijde der envelop en adresseert aan:
Dr. H. NANNING's Pharm. Fabriek N.V., DEN HAAG
Wat beteekent de uitdrukking „modus vivendi"? Wij stellen als hoofdprijs een lot van de loterij der Joodsche Invalide en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die ons vóór 17 December goede oplossingen zenden aan ons adres; Redactie Het Weekblad, Galgewater 22, Leiden. Indische abonné's vóór 17 Februari. Op briefkaart of enveloppe gelieve men duidelijk te vermelden: Vraag 357.
OPLOSSING Vraag driehonderd drie en vijftig
Een sonnet is een lyrisch gedicht van veertien regels, die gewoonlijk verdeeld zijn in twee coupletten van vier en twee coupletten van drie regels. Met de juiste oplossing van deze vraag verwierf de heer C. J. C. Bruin te Den Haag den hoofdprijs, terwijl de troostprijzen toegekend konden worden aan den heer A. J. Lahnstein te Delft, mevrouw H. I. Melse-Rieder te Den Haag, den heer B. J. Cardon te Goes, mejuffrouw E. Leverpoll te Amsterdam, den heer C. Lodder te Utrecht.
- 2 —
1
-
Regie: Sam Taylor. Medespelenden: Robert Young, Evelyn Venable, Reginald Denny, Frank Craven. de kamer binnen. Intusschen had ik het prachtige uitzicht uit het raam bewonderd, een wijde blik over de kleine boerderijen van de San Fernando Valley. Heel in de verte als een blinkende spiegel de door zon beschenen oceaan...... „U hebt toch niet lang moeten wachten? Ik werd nog even in het atelier opgehouden," verontschuldigde zich Ann. „Maar nu ben ik geheel tot Uw dienst." Ik verzekerde haar, dat de tijd omgevlogen was, haalde potlood en papier voor den dag en wilde juist mijn eerste vraag stellen, toen Ann me vroeg of ik haar huis niet eens wilde zien. Het was niet alleen beleefdheid, toen ik antwoordde, dat ik dat gaarne wilde doen. Ik heb er ook geen spijt van gehad, want van alle weelderige villa's der diverse Hollywoodsche filmsterren is Anns home zeker een der mooiste. Een uur later zaten we weer in de Zitkamer en kon het interview een aainvang 'nemen. Door de wijd open ramen klonk plotseling een luide kinderstem. „Een oogenblikje," 'verzocht mijn interview-slachtoffer, „ik geloof, (Vervolg op pa&na 13}
Ä nn Harding voelde niet veel voor een interview en dat was u\ heusch geen wonder. Ze werd zóó in beslag genomen door ./JLhaar werk voor de Paramount-film „Peter Ibbetson", waarin ze met Gary Cooper de hoofdrol vertolkt, dat ze haar weinigen vrijen Üjd liefst niet doorbracht met over zichzelf en fllm-aangelegenheden te praten. Maar een iournalist is nu eenmaal, als het een interview betreft, een mensch zonder medelijden, dus rustte ik niet voordat ik een afspraak met Ann had gemaakt om maar „eventjes" met haar te komen praten. Na een langen weg door de heuvelen van Beverly Hills, bereikte ik haar huis, dat op een der hoogste punten nabij Hollywood is gelegen. Een hond, die mij minder vriendelijk aankeek, bewaakte de deur van haar woning. De mededeeling, dat het mijn plan was de lezers van Het Weekblad Cinema en Theater iets over zijn vrouwtje te vertellen, maakte niet den minsten indruk op hem, lokte slechts een dof gebrom uit. Mevrouw was nog niet uit de studio's terug werd mij gezegd; of ik maar eventjes in de zitkamer wilde wachten? Hebt U wel eens op een filmster gewacht? Het beste is steeds vriendelijk te glimlachen en te probeeren den üjd volkomen te vergeten. Ditmaal viel het echter mee. Reeds na twee uur zweefde Ann
-
.'
'
■
EWELOnpK
e jeugdige Josephine Spiggins is verloofd met John Spear, den oudsten zoon van den millionnair Spear, eigenaar van het beroemde warenhuis van dien naam. John is een stijve, deftige jongeman, voor wien een succesrijke carrière als hoofd van het huis Spear, alles is. Hij^, heeft er veel tijd en moeite aan besteed om#(«i**'*r Josephine te doordringen van het groote belang van deftigheid, beschaving en zelfbedwang, maar het jonge meisje voelt in haar hart meer voor een ongekunsteld en vroolijk leven, dan voor al deze deftigheid. De jongeman zag den datum van het huwelijk gaarne vastgesteld, maar Jo heeft op zijn vraag nog geen definitief antwoord gegeven. Op den dag, dat Tony Spear, Johns jongere broer, terugkeert van een reis om de wereld, die hij in zijn boot heeft volbracht, ontstaan er complicaties in het rustige engagement van de beide jongelieden. Tony is een in hooge mate onbezorgde knaap, vol leven en vroolijkheid en een vijand van alle conventie. Als de oudste broer een zakenreis moet gaan maken, verzoekt hij Tony tijdens zijn afwezigheid zijn meisje te doordringen met de zinspreuk van het huis Spear: „Waardigheid bovenal!" Jo is in haar prille jeugd het speelkameraadje geweest van den luchthartigen Tony en ze begint zich er bewust van te worden,
B'
dat zij he'm liever tot man zou hebben dan zijn ouderen broer. Maar als hij haar in den steek laat, omdat hij wat te veel gedronken heeft, neemt zij hem dit heel erg kwalijk. In dezen gemoedstoestand verzoekt zij John na zijn terugkeer, om het huwelijk zoo spoedig mogelijk te doen plaats vinden. Inmiddels heeft Tony begrepen, dat Josephine de ware vrouw voor hem is, doch nu het te laat is, trekt hij zich terug. De vader van Josephine, Spiggins, kortweg Spiggs genaamd, is een oude studiemakker van den heer Spear, die hem als hoofdportier in het enorme warenhuis heeft aangesteld. Hij heeft Tony liever tot schoonzoon dan John, dien hij niet den geschikten man vindt. In de hoop het huwelijk onmogelijk te maken, bedrinkt hij zich en gaat naar Tonys boot. Wanneer Jo hem daar komt opzoeken, weigert hij met haar de boot te verlaten, en zonder hem kan het huwelijk niet worden voltrokken. Tony besluit het jongemeisje met zijn boot naar Westport te brengen, zoodat zij nog tijdig voor de huwelijksplechtigheid aanwezig kunnen zijn. Er volgt een liefdesverklaring tusschen de beide jonge menschen. Na velerlei verwikkelingen — Tonys stuurman heeft Tony aan land gezet volgens een van te voren met zijn baas gemaakte afspraak, die hij letterlijk nakomt! — komt Tony nog tijdig in Westport aan. Op het laatste oogenblik weet de oude Spiggs echter moeilijkheden te veroorzaken, die John in woede doen ontsteken. Tony buit de situatie uit door John te bewerken, dat Josephine niet de geschikte vrouw voor hem is, en zeker niet als echtgenoote van een aanstaand hoofd van het huis Spear. Het huwelijk gaat niet door, en Tony en Jo spoeden zich in allerijl naar den geestelijke, om daar thans hun huwelijk te laten voltrekken. - 5 -
4 -
V
.
m—mmmimm
EEN NIEUWE DUITSCHE FILMSTER Erna Fentsch, die een belangrijke rol spe» In de Ufa-toonfilm „Der Klosterjäger'1
^ 4^
f
1 '^ •
HK ^hwEsS
O« beroemd« lilmactrlc« Paula Weji«ly Is t« W«ener mat den tooneeispelar Attil« Höibiger In het huwelijk g*tr»d«n. ■
In deze Ufa-tponfilm, welke onder regie van Herbe'rt Selpln werd opgenomen, spelen Theodor Loos, Margarete Schön, Brigitte Homey, Alice Treff, Erika von Thellmann. Karl Ludwig Diehl, Walter Jung en Waldemar Leitgeb de hoofdrollen. Het is de geschiedenis O* d«n««r-(llnnp«l«r Fr«d A«t»ir» w«rd door de Pionier Piciurei te Hollywood tegen een gege ven 250.000 doller per »Hm geëngageerd. HIJ zei eer»t nog eenlge film. voor RKO-Radio ipelen.
aanbiedt. Zij accepteert deze hulp en het slot van de geschiedenis is, dat zi] met hem en niet met Pollnow in 't huwelijk treedt. 1. Brigitte Horney en Waldemar Leigeb. — Q. Brigitte Horney, Waldemar Leitgeb en Erika von rhenmann. - 3. Walter jung, Waldemar Leitgeb en BriBitte Horney — 4. Carl Ludwig Diehl en Alice Treff. Helen Twelvetree« ontving een contract van de Clnesound te Sidney. Zij li reeds onderweg neer AustrellC.
Voor de Nederlendsehe Tobis-dltn „Rubber" werd de Fransche acteur Georges Spenelly ge&ngegeerd.
van een mooi jong meisje. Ellen Fehling, dat op 't punt staat in "t huwelijk te treden met den industrieel Pollnow. Kort voor de plechtigheid verneemt zij, dat haar vader wegens moord in de gevangenis zit. De energieke Ellen stelt haar huwelijk uit en weet na veel avonturen de onschuld van haar vader aan 't licht te brengen. Tijdens de opsporing van den werkelijken moordenaar leert zij Dr. Nohl kennen, die haar zijn hulp
- 6 -
(Vervolg) De aardbewoner Carson Napier vliegt met een raket naar de planeet Venus. Aan boord van een schip, dat de Venussiaansche zeeën bevaart, ontmoet hij Duare, een prinses uit het land Vepaja, van wie hij veel gaat houden, evenals zij van hem. Bij een verblijf aan de kust echter wordt hij gevangen genomen door Thoristen, vijanden van het land Vepaja, en weggevoerd. Duare weet hij nog net op tijd door een Angan, een gevleugeld mensch, naar het schip terug te zenden. Hij wordt gebracht naar de kamer met de zeven deuren, waar hem de dood in den vorm van de vreeselijkste kwellingen wacht. Hij weet echter te ontsnappen door langs een touw in de balken te klimmen en zoo het gebouw te verlaten. Over een balkon bereikt hij een aangrenzend huis, waar hij Duare weer vindt, die door Moosko, een leider der Thoristen, gekweld wordt. Er ontstaat een hevige vechtpartij tusschen Carson en Moosko, waarbij de laatste gedood wordt. Als Carson daarna Duare in zijn armen wil sluiten, zegt ze echter, dat ze niet van hem houdt, dat het een vergissing is geweest. Carson besluit toch te trachten Duare te redden. Ze weten ongemerkt de stad te verlaten, doch ze vinden de zee niet terug en verdwalen. Langen tijd dolen zij door het onbekende land aan tallooze gevaren ontkomend. Op zekeren dag houden zij halt op een heel idyllisch plekje aan een rivier. Carson zegt, dat hij daar zou willen blijven en altijd gelukkig zou kunnen zijn, als Duare maar van hem hield.
Men mag niet alleen aan geluk denken," antwoordde zij. „Er bestaat ook een plicht." „Maar wat, indien de omstandigheden het ons onmogelijk maken onzen plicht te doen? Hebben wü niet het recht het beste van ons lot te maken en zooveel mogelijk de kans op geluk te grijpen, waar wij die ook vinden?" „Wat bedoel je?" vroeg zij. „Ik bedoel, dat er practisch geen mogelijkheid bestaat dat wij ooit Tepaja, het land waar je vader regeert, zullen bereiken. We weten niet waar het ligt, en al wisten we het, dan geloof ik toch dat er geen schijn van kans bestaat, dat wy de gevaren zullen overleven die zich bevinden zullen op den weg die naar het huis van Mintep, je vader, voert." „Ik weet dat je gelijk hebt," antwoordde ze wat treurig. „Maar het is mijn plicht het in ieder geval te probeereii. En ik mag nooit ophouden te zoeken naar den weg, die mij naar mijn vader leidt, al moest ik tot het einde van mijn leven blijven zoeken, en ongeacht de geringe kans, dat ik ooit zal komen waar ik wezen moet." „Is dat niet wat onredelijk, Duare?" „Je begrypt het niet, Carson Napier! Indien ik een broer of een zuster had, zou het verschil uitmaken; maar ik heb noch een broer noch een zuster, en mijn vader en ik zijn de laatsten van onzen stam. Het is niet voor mijzelf noch voor mijn vader, dat ik naar mijn land moet terugkeeren — de koninklijke stam van de jongs van Vepaja mag niet afgebroken worden en er is niemand behalve ik, die hem kan voortzetten." „En als wy terugkomen — wat dan?" „Als ik twintig jaar ben, zal ik een edele trouwen,dien mijn vader voor mij heeft uitgekozen, en als mijn vader sterft, zal ik vadjong1) zijn tot mijn oudste zoon twintig jaar is; dan zal die jong zijn." „Maar met het longevitum-serum, dat jullie geleerden hebben samengesteld, zal je vader nooit sterven; waarom moeten wij dus teruggaan?" „Ik hoop, dat hij niet zal sterven, maar er kan altijd een ongeval gebeuren, en hij kan ook in een gevecht sterven of ei Kan een aanslag op hem worden gepleegd! O, waarom moeten wij daarover praten? De koninklijke stam moet in stand gehouden worden." „En wat gebeurt er met mij, als wij Vepaja bereiken/ vroeg ik. „Wat bedoel je?" i) Vadjong, dat koningin beteekent, komt van vadja, vrouw, en jong, koning. — 8
„Zal ik een kans hebben?" „Ik begrijp je niet." .. „Indien je vader het goed vindt, zul je dan met m« trouwen/ flapte ik er uit. Duare bloosde. „Hoe vaak moet ik je nu nog zeggen, dat je niet over dergelijke dingen tegen my mag spreken?" „Ik kan er niets aan doen, Duare; ik houd van je! Ik geef niet om zeden en gewoonten of om jongs en dynastieën. Ik zal je vader vertellen, dat ik van je houd, en ik zal hem vertellen, dat jü van mij houdt." „Ik Houd niet van je; je hebt geen recht om dat te zeggen. Dat is verkeerd en slecht. Omdat ik één keer zwak ben geweest en mijn hoofd kwyt was en toen iets 'zei, wat ik niet heb gemeend, heb je nog geen recht om mij dat telkens voor de voeten te Dat was echt iets voor een vrouw! Ik had alles gedaan wat ik maar kon om niet over liefde te spreken zoo lang wij b« elkaar waren. Ik kon mij nog slechts één anderen keer herinneren, dat ik mijn zelfbeheersching had verloren, en tóch verweet zij mij, dat ik haar telkens voor de voeten gooide, dat zij een keer had bekend, dat zy van mij hield. „Wel," zei ik norsch, „ik zal toch doen wat ik heb gezegd, als ik ooit je vader terugzie." „En weet je wat hij dan zal doen?" „Indien hy een goede vader is, zal hij zeggen: „Hier heb je mijn zegen, kinderen!"" „Hij is eerst jong en dan pas vader, en hy zal je laten dooden. Zelfs indien je niet zoo'n dwaze bekentenis tegen hem aflegt, zal ik nog al mijn invloed hebben aan te wenden en myn overredingskracht om je van den dood te redden." „Waarom zou hij me dooden?" „Geen man, die zonder koninklijke toestemming tegen een janjong1) heeft gesproken, heeft men nog ooit in het leven gelaten. Dat je gedurende maanden en misschien wel jaren alleen met mij zal zijn voordat wy naar Vepaja terugkeeren, kan de ernst van het geval slechts vergrooten. Ik zal echter zeggen, dat je je nuttig hebt gemaakt voor mij; dat je ontelbare keeren je leven hebt geriskeerd om het myne te redden; en dat zal misschien, denk ik, voldoende belangrijk zijn om je van den dood te redden; maar natuurlijk zal je uit Vepaja verbannen worden." , . , . .. , „Dat is een prettig vooruitzicht. Ik zal misschien, myn leven verliezen en in ieder geval zal ik jou verliezen. Denk je echter dat ik op die manier met veel ijver of enthousiasme voort zal gaan naar Vepaja te zoeken?" ., . . , ^ „Misschien niet met enthousiasme, maar wel in ieder geval met ijver. Je zult het doen voor my — ter wille van hetgeen je liefde noemt. Ik heb ondervonden dat je daarvoor alles wilt doen."
.
,
,...,,
j
„Misschien heb je gelijk," zei ik, en ik wist, dat dit inderdaad het geval was. .. , ,,, Den volgenden dag vertrokken wy; zooals wy ons hadden voorgenomen volgden wij het kleine riviertje tot aan de groote rivier, waarlangs wij zouden verder gaan om de zee te bereiken. Waar wij dan heen zouden gaan, wisten we nog niet. Wij hadden besloten met het maken van verdere plannen te wachten tot we de zee bereikt zouden hebben. Wat ons te wachten stond, konden wij niet weten; was dit wel het geval geweest, dan zouden wij stellig zoo gauw we konden teru^gevlucht zijn naar de veiligheid van het sombere woud, dat wy zoo kort geleden met blijdschap hadden verlaten. Laat in den namiddag staken wy een kleine vlakte over, waar de rivier een groote bocht maakte. Wij vorderden moeilijk, want er waren verscheidene rotsen en steenen, en het land was doorploegd met talrijke ondiepe dalen. De groote steenen en hooge rotsen benamen ons het uitzicht naar alle richtingen wanneer wij ons op een of andere verhevenheid bevonden, terwijl wy, als wij in de dalen waren, slechts een klein eind voor ons uit konden zien. Toen wij tegen de helling van een bijzonder diep dal opklommen, keek ik toevallig achterom en zag toen beneden ons een zonderling dier, dat ons stond gade te slaan. Het had ongeveer de grootte van een Duitschen herdershond, maar daarmee hield de gelijkenis dan ook op. Het had een massieven, gebogen snavel als een papegaai; en zijn lichaam was bedekt met veeren; maar het was geen vogel, want het liep op vier pooten !)
Prinses.
< < > LU
Q IS)
O
z
<
UJ
co uu co <
o a LU
:
en had geen vleugels. Vóór zyn twee korte ooren stonden drie horens, één voor ieder oor en het derde midden tusschen de beide anderen. Toen het dier zich gedeeltelijk omkeerde om te kijken naar iets dat wij niet konden zien, merkte ik, dat het geen staart had. Op een afstand leken zyn pooten en klauwen op die van een vogel. „Zie je wat ik zie, Duare?" vroeg ik, in de richting van het onheilspellende creatuur knikkend, „of is mijn gezichtsvermogen soms beneveld door een aanval van koorts?" „Natuurlijk zie ik het," antwoordde zy, „maar ik 'weet niet, ^epaja niet wat het is. Ik weet zeker, dat er op het eiland Ve zoo'n dergelijk dier bestaat." „Er is er nog een, en nog een, en nóg^éen! riep ik uit. „Hemel, er moeten er wel een dozijn zijnl" Ze stonden op een hoopje bij elkaar en sloegen ons gade toen het eene dier, dat wy het eerst hadden gezien, zijn grotesken kop ophief en een schorren, klaaglijken kreet uitstootte; toen kwam het de helling op en rende in een snellen galop op ons toe, en achter hem kwamen de anderen, allen nu dienzelfden afschuwelijken kreet slakend. „Wat moeten we beginnen?" vroeg Duare. „Denk je, dat ze gevaarlijk zijn?" „Ik weet het niet," antwoordde ik, „maar ik wilde dat er een boom in de buurt was." „Een bosch heeft zeker zijn voordeden," erkende Duare. „Wat moeten wij doen?" „Het zou niet veel geven, als wij het op een loopen zetten; we kunnen dus net zoo goed hier blijven staan en zien wat ze van plan zijn. W« hebben een gering voordeel, omdat ze tegen de helling op komen." Ik zette een pijl op mijn boog en Duare deed hetzelfde; toen bleven we staan en wachtten tot ze binnen schotsafstand gekomen waren. Met groot gemak renden ze over den bodem van het dal en begonnen de klimpartij. Ze schenen zich nu niet erg te haasten; dat wil zeggen dat ze niet zóó hard schenen te loopen als ze misschien konden, waarschijnlijk niet, omdat wij geen poging deden om aan hen te ontkomen. Waarschijnlijk verbaasde hun dit, want na eenigen tyd verminderden zy hun vaart en kwamen traag naar ons toe. Ze schreeuwden nu ook niet meer. De veeren op hun rug stonden styf overeind toen ze naar ons toekwamen. Zorgvuldig aanleggend op het dier dat het verst vooraan liep, schoot ik een pijl af. Hy trof hem midden in de borst; met een kreet bleef het dier staan en trok de beveerde schacht uit zijn lichaam. De anderen bleven eveneens staan en omringden hem, onderwijl een zonderling kakelend geluid makend. Het gewonde dier waggelde heen en weer en viel toen op den grond. Onmiddellijk wierpen de anderen zich op hem en begonnen hem aan stukken te scheuren. Een oogenblik vocht het dapper om zich te verweren, maar het kon niet tegen hen op. Toen de anderen hun gevallen kameraad begonnen te verscheuren, wenkte ik Duare my te volgen. We snelden toen zoo De beroemde voordrachtskunstenares Dela Lipinskaja, maakt onder auspiciën van Impresario Ernst Krauss, een tournee door ons land.
hard we konden naar de boomen, die we ongeveer een mijl voor ons uit konden zien staan, daèr waar de rivier zich weer naar onze route boog. Maar we waren nog niet ver gegaan toen we opnieuw dat heische gekrysch hoorden, waardoor wy wisten, dat de bende ons opnieuw achterna kwam. Dit keer haalden zij ons in toen wy op den bodem van een ander dal waren gekomen en opnieuw bleven we staan. In plaats van ons direct aan te vallen, bleven ze buiten schotsafstand om ons heen sluipen, alsof zy wisten, hoever zy ons konden naderen zonder zich aan gevaar bloot te stellen. Langzaam vormden zy een kring om ons heen, tot wy geheel en al ingesloten waren. „Indien zy ons nu allemaal tegelijk aanvallen, zyn we verloren," zei Duare. „Als wy er in slagen een paar van hen te dooden, zullen de anderen ons misschien met rust laten om hen te verslinden, en op die manier zouden wij een kans krijgen om dichter bij het bosch te komen," beweerde ik, een optimisme voorwendend, dat ik in het geheel niet bezat. Terwyl wy wachtten op hetgeen onze aanvallers zouden doen, hoorden wy een luiden kreet uit de richting vanwaar wy gekomen waren. Opkijkend, zag ik een man op den rug van een viervoetig dier, dat boven aan de helling stond, die wy net waren afgedaald. Op het geluid van de menschelyke stem keken de dieren die ons omringden in de richting vanwaar de interruptie kwam en begonnen onmiddellijk te kakelen. De man op het dier reed langzaam naar ons toe en toen by by den kring der dieren gekomen was, gingen zy opzy om hem door te laten. „Jullie mogen van geluk spreken, dat ik niet later gekomen ben," zei de vreemdeling, toen het dier waarop hy zat, vóór ons bleef staan. „Die kazars van my zyn een woeste bende.' Hy keek ons opmerkzaam aan, vooral Duare. „Wie zyn jullie en waar komen jullie vandaan?" vroeg hy. „Wy zyn vreemdelingen en we zyn verdwaald," antwoordde ik. „Ik kom uit Californië." Ik wilde hem niet zeggen, dat wij van Vepaja kwamen, voordat ik wat meer van hem wist. Indien hy een Thorist was, een lid van den volksstam, die in oorlog was met de Vepajaners, was hij een vyand; en hoe minder hü dan van ons wist, hoe beter. Vooral dat wy uit het land van Mintep den jong kwamen, moest hy maar niet weten, want de Thoristen kennen geen grooter vyand, en er was niemand, dien zy erger haatten. „Californië," herhaalde hy. „Ik heb nooit van dat land gehoord. Waar ligt het?" „In Noord-Amerika," antwoordde ik, maar hy schudde slechts zyn hoofd. „En wie bent u?" vroeg ik, „en in welk land zyn wy hier?" „Dit is Noobol, maar dat moest je eigenlijk weten. Dit gedeelte er van is bekend als Morov. Ik heet Skor en ben de jong van Morov. Maar je hebt my nog niet jullie namen genoemd." „Dit is Duare," antwoordde ik. „en ik ben Carson." Ik noemde mijn achternaam niet, omdat die zelden op Venus wordt gebruikt. „En waar gaan jullie heen?" „Wij probeerden een weg naar zee te vinden." „Waar komen jullie vandaan?" - „Wij waren het laatst in Kapdor," verklaarde ik hem. Ik zag dat zyn oogen zich tot spleetjes vernauwden. „Dus jullie zyn Thoristen," viel hij uit. „Neen," verzekerde ik hem, „dat zijn we niét. Wy waren door de Thoristen gevangen genomen." Ik hoopte dat myn veronderstelling juist was en dat hy den Thoristen niet vriendelijk gezind was. Mijn eenige vermoeden dat dit zoo zou zyn, was echter bij mij opgekomen doordat ik had gezien, hoe hij zijn voorhoofd lichtelijk had gefronst toen ik had gezegd, dat wy juist van Kapdor kwamen. Tot mijn verlichting veranderde de uitdrukking van zyn gezicht. „Ik ben bly dat jullie geen Thoristen zyn; anders had ik jullie niet geholpen. Ik kan die schurken hier niet gebruiken." „U wilt ons helpen?" vroeg ik. „Met genoegen," antwoordde hy. Terwyl hy dit zei, keek hy naar Duare, en ik kan niet zeggen dat de toon van zyn stem en de uitdrukking van zyn gezicht my byster aanstonden. De kazars liepen in een kring om ons heen, luid kakelend en kryschend. Wanneer een van hen te dicht by ons kwam, sloeg Skor naar hem met een slag van een lange zweep, die hy in de hand hield. Des te luider schreeuwend en kakelend trok het dier zich dan terug. „Kom," zei Skor na eenige oogenblikken. „Ik zal u naar mijn huis brengen; dan kunnen wy de plannen voor de toekomst bespreken. De vrouw mag achter mij rijden op myn zorat; jy kunt wel loopen. Het is niet ver." „Ik loop liever," zei Duare. „Ik ben er nu aan gewend." Skors oogen werden spleetjes. Hij wilde wat zeggen, maar bedacht zich. Hy haalde zyn schouders op. „Zooals u wilt," zei hy, en hy wendde den kop van zyn rijdier in de richting vanwaar hy gekomen was. (Wordt vervolgd). (
i
■
Kxuur^o^?
Ürbo/ThrarzA
nm.ii
„Wat kan men eigenlijk met zekerheid zeggen van menschen, die honderd jaar worden?" vraagt een dokter. — Dat het weezen zijnl Een abonné heeft, zoo schrijft hij ons, achttien steenen kanonskogels gekocht, zooals in vroeger tijden in den oorlog werden gebruikt. — Blijkbaar poogt hij zich op deze wijze te wapenen tegen de binnenkort aanstormende horden van Nieuwjaarswenschers.
„Ja, majoor, dat beest kan maar niet verg-eten, dat hij vroeger in een circus is geweest."
De Jongedame (die een pijp voor haar verloofde uitzoekt): „Wacht, even zien hoe deze hem stnot."
„Het is altijd de moeite waard om op een goede vrouw te wachten," lezen wij. — Er zijn evenwel vele echtgenooten, die dit in twijfel trekken, wanneer hun vrouw erg lang in een bepaalden winkel blijft toeven. In een artikel over het kiezen van geschenken voor huisgenooten, merkt de schrijfster op, dat een speelgoedtrommel of trompet door den gemiddelden kleinen jongen binnen twee uur vernield is. — Kan zij dit echter garandeeren?
„Is het ijs ingezakt terwijl U er op stond?" „O, neen, hoe komt U er bij?Ik was onder water aan't zwemmen en werd door de vorst verrastI"
Vruuw. „Alweer aan 't slaapwandelen I \X'ii t n geluk dat ik den wekker aan z'upy a ma heb vastgebonden, want hij moet morgenochtend vroeg op. '
II —
-*---
\
Dezer dagen is er een brandkast uitgevonden, die, naar men zegt, onmogelijk geopend kan worden. — Het principe berust op een combinatie van het sardineblikje en het raampje van een treincoupé.
Kr::fUf..-:'' i-r-'v-,■,./-;
voor Mr. Scott naar Buenos Aires. Ondertusschen heeft Cesar den diefstal ontdekt en is op een geleend paard spoorslags naar Buenos Aires gereden om zijn eigendom terug te halen. In Buenos Aires ontmoet hij Yvonne weer, die in het inmiddels gerepareerde vliegtuig haar reis heeft kunnen vervolgen. Op de ranch wilde ze van Cesars hofmakerij niets weten, maar ze schijnt den gaucho toch wel erg aardig gevonden te hebben, want ze helpt hem nu bij het zoeken naar zijn paard, en als hij haar niet had gehad, zou hij zijn volbloed waarschijnlijk nooit terug gezien hebben. Als hij zijn rijdier bestegen heeft om weer naar de Pampas terug te keeren, tilt hij Yvonne voor zich in den zadel en zij keeren nu samen naar de ranch terug.
.*
'e/\. aoindob^ot üLC^/UXO/ jf^cioor* cL '/Uo^ou^eM—9 I. ichoon het nog geen acht uur de ochtend reeds verheet. De hitte bewoog zich door de barre woestijnvallei in trillende draaikolken, die hier en daar miniatuur wervelwinden deden opstuiven en het stugge mesquito naargeestig deden kraken. Peter Winston trok de donkere rolgordijnen voor de vensters van de kleine hut omlaag, om de brandende zon buiten te sluiten. „Pff!" blies hij, terwijl hij op den thermometer keek; „twecënnegentig graden 1 Dat wordt tegen twaalven honderdtien!" * Hij strekte de hand uit en zette den electrischen ventilator in werking, die met schroeven bevestigd was aan den stevigen houten paal in het midden van de ruimte, die diende om het platte dak te steunen. De waaier was een product van huisvlijt. De stad Laurencetown was niet grootmoedig genoeg om nederige beambten als een bewaker van de waterleiding, van luxeartikelen als electrische waaiers te voorzien. Peter had den motor in een tweedehandsch winkel gekocht en de bladen van dun ijzer gemaakt. Het was geen fraai voorwerp, maar het bracht een koelen luchtstroom in dezen gloeienden oven. Zachtjes fluitend liep Peter in zijfi pyama rond en maakte toebereidselen voor zijn ontbijt. Terwijl het koffiewater opstond, ging hij naar de achterzijde van het houten bouwsel voor zijn dagclijksch ochtend-stortbad onder de straalpijp, die hij daar voor dat doel had* aangebracht. Het ijskoude water uit het aquaeduct, dat in gutsende stroomen over zijn jong, gezond lichaam plensde, verdreef ieder spoor van slaperigheid. Terwijl hij zich droog wreef, gleed zijn blik langs de langgerekte, rechte was AS lammend ^J' lam .:üS,
BIJ DE VOORPLAAT SHIRLEY TEMPLE, die thans in ons land weer triomfen viert in haar nieuwe film „De kleine kolonel", is den 2-,5sten April 1929 te Santa Monica in California geboren. Noch haar vader, noch haar moeder hebben artistenbloed in de aderen, zoodat het wel een wonder mag heeten, dat deze zesjarige peuter nu reeds tol de meest op den voorgrond tredende babysterren uit de geschiedenis der film wordt gerekend. Haar eerste succes behaalde zij in „Hoera, de tijd wordt beter". Daarop volgden ^Little miss Marker", „De schaduw van Sing Sing", „Now and for everen „Hartedief'.
lijn der betonnen waterleiding, het aquaeduct, indrukwekkend meesterstuk van ingenieurskunst, dat zich in den verren, wazigen horizon verloor, en dat hij bewaken moest voor honderdvijftig dollar per maand. De gezichtscinder werd afgesloten door een rij lage heuvels en daar merkten zijn scherpe oogen den rook van een kampvuur. Zijn hand, die den handdoek vasthield, bleef even in rust — hij vroeg zich met verbazing af, wie het in vredesnaam in zijn hoofd kreeg, om in het midden van Augustus in de koperen hel van de Puentewoestijn rond te trekken. Iemand op zoek naar mijnen, een prospector, was zijn eerste gedachte. Maar hij wist, dat dit verlaten, onherbergzame stuk wildernis bij hooge uitzondering door dergelijke lieden bezocht werd; zelfs in den winter. Toen hij gedeeltelijk gekleed was, monsterde hij den rookkolom nauwkeuriger door zijn verrekijker. Hij kon de gestalte van een man onderscheiden, die bij een kampvuur aan het rondscharrelen was, en een kleinen auto, geparkeerd in een pluk mesquito vlak er bij. Weer vroeg hij zich af, wat voor soort man dit wel kon zijn, die per auto door de woestijn trachtte te trekken in dezen tijd van het jaar. Daar de koffiepot, die overkookte, zijn aandacht opelschte, legde hij den kijker neer. Terwijl hij ontbeet, dwaalde zijn blik weer naar buiten, langs het geweldig massief van het aquaeduct, dat zich als^ een monsterachtige, in de zon glinsterende reuzenslang tegen het dörre bruin der woestenij afteekende. De rookkolom was nu verdwenen, maar een sliert er van dreef nog laag in de trillende lucht, op de plaats, waar de vreemdeling kampeerde. Geen gedachte aan onraad verontrustte hem, maar als bewaker van een tweemijlszóne van blootliggende waterleiding, was het zijn plicht zich op de hoogte te stellen van de bewegingen van iedereen, die zijn dienstgebied passeerde. De bevolking van Laurencetown had twintig millioen dollar opgebracht ten behoeve van haar nieuw, driehonderd mijlen lang aquaeduct en er waren zekere duistere machten aan het werk om het grandioze werk der ingenieurs en administrateurs, in discrediet te brengen — en erger... Toen hij klaar was met zijn ontbijt, zette hij de schotels weg. Het brood, de boter en de ham bracht hij naar zijn ijslooze koelkast, een vernuf tig technisch snufje van zijn eigen constructie. De „koelcel" was niets anders dan een aarden pot, bedekt met verschillende lagen jute, die hij nat hield door een druppel uit een kraan er boven. De pot stond op een kleine verhooging aan den Westkant van de hut, de zijde, vanwaar zoo goed als altijd de wind kwam. De hectc woestijnwind, blazend
) ;•
door de natte jute veroorzaakte afkoeling door snelle verdamping. Het principe om dingen op die manier koud te houden, was allerminst een ontdekking van Peter Winston. Het is, om zoo te zeggen, zoo oud als de heuvels en bekend aan alle woestijnbewoners. Maar de eer van de toepassing in den vorm van een min of meer permanente „installatie", kwam Peter toch toe! Paradoxaal als het mag klinken, hoe heeter de dag, hoe kouder de inhoud van den aarden pot werd! Uit nieuwsgierigheid had Peter de temperatuur binnenin opgenomen op een uitzonderlijk heeten dag. Na een half uur was de thermometer teruggeloopen tot achtendertig graden Fahrenheit, ofschoon de buitentemperatuur ver boven de honderd was! II. Nadat hij de hut aan kant had gemaakt, keek Peter op zijn horloge en zag, dat het tijd was voor het morgenrapport. Hij glimlachte, toen hij naar het telefoontoestel liep en den hoorn van den haak nam. „Wachtpost elf. Winston meldt zich," kondigde hij op officieelen toon aan en een meisjesstem, aan de andere zijde van de lijn, antwoordde, even vormelijk: „Ja, post elf. Winston! Tijd: negen uur twee." En toen, heel wat minder formeel: „Twee minuten te laat. Peter." Peter lachte. „Ik wist, dat je deze week pas om negen uur dienst had; daarom wachtte ik, Jenny." „Het is tegen de voorschriften," verklaarde Jenny. „Welk excuus moet ik op het rapport zetten?" „Zeg maar, dat de stem van de nachttelefoniste me niet aanstaat." „Ik ben bang, dat ze daarmee geen genoegen nemen, Peter." „Vertel dan maar, dat mijn horloge achter is. Lijkt je dat beter?" „Veel beter. Western Union tijd, negen uur drie," constateerde ze zakelijk. Peter herhaalde de tijdsopgavc; daarop: „Mijn verlof gaat Zaterdag in, net als het jouwe. Ze sturen Hogan van het pompstation, om me te vervangen." Een onderdrukte kreet van blijdschap bereikte zijn oor langs de honderd mijlen telefoondraad. „Hoe heb je dat klaargespeeld. Peter?" „Tóoverkracht! Wat dacht je van een weekje in Catalina? Ik heb moeder gisteravond opgebeld — toen jij geen dienst had! Ze zei, dat ze ons graag te logeeren zal hebben en ze. heeft er niets tegen voor chaperonne te spelen. Dat kan een heerlijk weekje worden!" „Zalig gewoon!" „Dan is alles voor elkaar!" „Behalve de bruiloftstaart en de
1. 2. 3. 4.
Fox-film
Een dolle rit der Gaucho's. Phillip Cooper, Warner Baxter en Soledad Jimenez. Warner Baxter en Armida. Ketti Gallian, John Miljan en Warner Baxter.
Regie : James Tinling Rolverdeeling :
Cesar Campo Yvonne La Marr Mr. Scott Tlto Mama Pepita Rosa Mme La Marr Kleine Jose
Warner Baxter Ketti Gallian John Miljan J. Carrol Naish Soledad Jimenez Armida Ann Codee Phillip Cooper
A Is op zekeren avond Cesar Campo en zijn vriend Tito ^"•"- met eenige gaucho's naar de ranch waar zij wonen terugkeeren, jijn zij getuige van een noodlanding van een vliegtuig, dat op weg was naar Buenos Aires. Ze nemen den piloot en de passagiers — onder wie zich de bekoorlijke Frangaise Yvonne bevindt, aan wie Cesar onmiddellijk zijn hart verliest — mee naar de ranch, waar zij overnachten kunnen en wachten tot het vliegtuig gerepareerd is Den volgenden dag hebben er races plaats, waar Cesar met zijn prachtigen volbloed een schitterend figuur slaat. Het paard valt zelfs zóó in den smaak van een der passagiers van het vliegtuig. Mr. Scott, dat deze het dier wil koopen, hetgeen Cesar weigert. Mr. Scott .^^^^B^^Bv' koopt dan een van Cesars j£ ^^^J9 **'' vijanden om, het paard voor hem te stelen. De man slaagt er in zijn opdracht uit te voeren en brengt het dier
DER PAM PAS
- 12 ______
i
,
\
wmmmmmmmmmm .
_
.
*■
ne%l i
--i^f
;,;-■
werd uit zijn na-tafeldutje opgeschrikt door mijn nicht, die de krant zat te lezen en zei: ,Jk lees hier een advertentie van een nieuw soort overhemd, waar heelemaal geen knoopen aan zitten!" ,,H'm," bromde mijn neef, „dat is niets nieuws. Er zijn mannen, die ze al jaren dragen I" ,,Dus u wilt met mijn dochter trouwen?" vroeg mijnheer Van Sappelcn aan den zenuwachtigen aanbidder. „Hebt u haar moeder al gesproken?" „Ja mijnheer, maar ik geloof niet, dat Lenie op haar zal gaan lijken," was het ontstellende antwoord. „Me dunkt, dat het meer dan genoeg is, als ik je eenmaal het tientje terugvraag, dat ik je geleend heb." „Ja, en toch heb jij het gebrek om maar te blijven vragen!" „Lieveling, heb je al aan je familie verteld, dat wij verloofd zijn?" „Verloofd? Ik weet zelf niet eens, dat we dat zijn!" „Prachtig! Dan is het nog heelemaal een geheim!" „Ik ben op een van de grootste booten naar Amerika gegaan." „En hoe vond u het?" „Heerlijk! Als ik niet al dien tijd zeeziek was geweest, zou ik niet eens geweten hebben, dat wij op den oceaan voeren." „Jullie verkoopen hier in dat gat zeker niet zooiets geciviliseerds als hondenbeschuit?" vroeg de vreemdeling op laatdunkenden toon. „O, ja zeker," zei de dorpswinkelier opgewekt. „Er komen hier wel eens meer menschen zooals u. Zal ik ze voor u inpakken of eet u ze hier op?" Betty: „Moeder, weet u wel, die mooie oude vaas, die volgens u van de eene generatie op de andere is overgedragen?" Moeder: „Ja, kind?" Betty: „Nu, deze generatie heeft haar laten vallen!" „Waarom reed u met zoo'n krankzinnige vaart?" vroeg de agent barsch. De lieftallige automobiliste glimlachte. ,,0, mijn remmen werkten niet meer," zei ze. „En daarom wilde ik maar gauw naar huis vóór er ongelukken gebeurden!" „Jij hebt geen hersens." „Ik geen hersens? Man, ik heb 'n stel hersens, dat nog nooit gebruikt is!" De kampioen-athleet lag met een zware kou te bed en had hooge koorts. „Hoe hoog is de temperatuur, dokter?" wilde hij weten. „Eén en veertig graden." „Wat is het wereldrecord?"
PBBHPSPPBWW^PWSS^!? oranjebloesem," kwam een gemelijke stem tusschenbeide. „Als u klaar bent met uw liefdesduet met dien meneer van post elf, juffrouw, geeft u me dan even de boekhouding." „Tot twaalf uur dan," had het meisje gelegenheid nog even haastig te zeggen. Peter legde den hoorn neer met een glimlach om zijn vriendelijken, flinken mond. Hij en Jenny „zagen" elkaar drie maal per dag door de telefoon, wanneer hij opbelde om zich te melden — 's morgens, om twaalf uur en om zes uur 's middags. Driemaal per dag Jenny's stem te hooren maakte hem het eenzame leven op post elf draaglijk. Want Peter was allesbehalve een geboren kluizenaar. Hij had het baantje van waker bij het aquaeduct aangenomen, omdat het hem tijd gaf zijn studie voort te zetten. Over een jaar zou hij geld genoeg hebben overgespaard, om naar de universiteit terug te gaan en af te studeeren. Zes maanden was hij hier nu, en ofschoon hij aanvankelijk erg tegen dit afgezonderde bestaan had opgezien, beviel het hem thans — de omstandigheden in aanmerking genomen — best. Daar zijn taak uitsluitend bestond in het patrouilleeren langs zijn bewakingszóne en zijn drie dagelijksche meldingen, vond hij tijd in overvloed voor zijn studie. Natuurkunde was zijn voornaamste liefhebberij en hij had het kleine aanbouwsel aan den schaduwkant van de hut — een soort schuurtje — ingericht tot een klein, maar goed voorzien laboratorium, waar hij op koele dagen en 's avonds experimenteerde en de practische en theoretische kennis opdeed, die hem later goed te pas zou komen. Aan post elf was ook te danken, dat er iets heel moois en liefelijks in zijn leven was gekomen. Als een jongeman alleen zit in het hartje van een woestijn en maandenlang driemaal per dag practisch gesproken slechts één menschelijke stem hoort, en als verder die stem een prettige, aantrekkelijke meisjesstem is en hij zijnerzijds over 'n beetje verbeeldingskracht beschikt, dan is het onvermijdelijk, dat er wat gaat gebeuren. En het was gebeurd. Peter was om den anderen Zondag vrij. Den tweeden en vierden Zaterdagmiddag van de maand kwam Hogan, een van de pompstationmannen — op een motorlorrie langs de smalspoorbaan, om hem af te lossen, en Peter ging dan in de lorrie terug naar Laurencetown en bracht de rest van den Zaterdag en den heelen Zondag bij Jenny en haar moeder door. Hij wipte met zijn stoel tegen den houten pilaar en verdiepte zich in zoete visioenen van het uitstapje naar Catalina. Tijdens zijn laatste verblijf in Laurencetown waren ze het definitief eens geworden. En in de verte, heel in de verte voorloopig nog, lonkte een klein, vriendelijk huisje ergens in een aardige, schaduwrijke laan van een voorstad verscholen, waar hij en Jenny ... III. . „Steek je handen omhoog en zit stil!" grauwde een ruige stem achter hem. - 14-
i...A „
20 YANKEES
De goedkoopste AMERIKAANSCHE IMPORT SIGARETTEN van prima kwaliteit lmp..AlVANA . OW HAAG
Peter verstrakte waar hij zat. Zijn eerste impuls was zich om te kéeren en den man, die sprak in het gezicht te zien, maar zijn intuïtie waarschuwde hem, dat zijn leven daarmee gemoeid zou zijn. Zijn linkerhand, die de leuning van den stoel omklemde, liet los en ging onwillig omhoog, de rechterarm volgde in hetzelfde trage tempo. Het volgende oogenblik voelde hij iets hards, waarvan hij wist, dat het de loop van een pistool moest zijn, tegen zijn achterhoofd gedrukt. „Je bent niet vlug in het gehoorzamen van orders," beet de onaangename stem hem toe. Peter staarde naar den muur vóór hem, zijn hersens te verdoofd om te denken. In zijn verbijstering voelde hij de koude aanraking van metaal om zijn rechterpols en hoorde den zachten klik, toen een handboei zich er om sloot. Zijn armen werden naar achteren getrokken en de tweede boei klikte dicht öm zijn linkerpols. Zijn achterhoofd raakte den houten paal, waaraan de electrische waaier, en thans hijzelf ook, bevestigd waren. De indringer stapte naar voren en kwam tegenover hem staan; wijdbeens, met de armen over de borst gekruist, keek hij Peter onverschillig aan. „Eén ding is zeker," klonk het grimmig sarcastisch; „je bent geen onverstandige jongen. De meeste lui zouden groot spektakel hebben gemaakt — en zichzelf daarmee de das hebben omge: daan!" Peter gaf geen antwoord. Hij deed zijn best orde te scheppen in zijn woelende, verwarde gedachten. Hij zocht
naar een verklaring voor dit onverwachte bezoek en trachtte zijn verdere gedragslijn vast te stellen. „Wel, waarom zeg je niets ?" vroeg de onbekende. Hij duwde zijn gezicht tot vlak bij dat van Peter, als om hem te intimideeren door zijn misdadige leelijkheid, maar Peter was nog steeds te onthutst, om zich te laten intimideeren. Hij merkte alleen op, dat het gelaat van den man vlekkerig en afstootend was, en dat zijn loerende, zwarte oogjes te dicht bij elkaar stonden. De uitdrukking van het gezicht deed denken aan dat van een varken; het scheen uit te loopen in een punt, waar mond en neus elkaar ontmoetten. En laatstgenoemd lichaamsdeel leek gespikkeld door de verwijde poriën. Bijna onwillekeurig wendde Peter zijn hoofd terzijde bij den weerzinwekkenden aanblik. IV. ' Toen hij bleef volharden in zijn zwijgen, stapte de vreemae naar het bed, waarboven Peters geladen geweer hing. Hij haalde het van den muur, opende den grendel, haalde de patronen er uit en stak ze in zijn zak. Het ledige wapen smeet hij in een hoek. Daarop fouilleerde hij Peter om zich te vergewissen of deze nog andere wapens had. Niets vindend, liet hij zijn oogen door de kamer dwalen en ten slotte bleef zijn blik rusten op den electrischen ventilator. „Je hebt het hier heel huiselijk en comfortabel," merkte hij op met een valsch gegrinnik.
Hij haalde de heele hut onderstboven, trok het beddegoed uit elkaar, zocht in de kasten, snuffelde in alle hoeken en gaten. Op een plank vond hij de verzegelde flesch brandewijn, die de waterleidingmaatschappij aan alle bewakingsposten gaf, voor uitsluitend gebruik bij ziekte en ongevallen. Overigens was alcoholgebruik den wakers ten strengste verboden. Daar Peter tot nu toe nooit iets gemankeerd had, was het zegel ongeschonden. „Dat is een meevallertje," riep de indringer met lugubere opgewektheid. Met de kolf van zijn pistool sloeg hij den hals van de flesch, schonk zich een halven kroes vol in en slokte het scherpe goedje in één teug naar binnen. „Smaakt niet slecht," prees hij, met de dikke lippen smakkend; „dat zal me helpen, een taaien middag door te komen." „Je begrijpt zeker wel wat ik hier kom doen?" vervolgde hij dan, de flesch op tafel neerzettend naast zijn elleboog. Peter schudde het hoofd. „Niet ? Nu, met het oog op wat er met je gebeuren gaat, heb ik geen bezwaar het je te vertellen. Daarna zullen, we elkaar beter begrijpen," voegde hij er onheilspellend bij. Hij wees met zijn duim naar het raam. „Ik heb daar ginds een honderd pond dynamiet met een tijdbuis er aan bevestigd — verborgen onder het aquaeduct bij de uitmonding van de tunnel. Ik had gedacht gisteravond het zaakje in werking te zetten en voor het aanbreken van den dag in de stad terug te zijn,
ANN HARDING EN GARY COOPER in de Paramount-fiim „Peter Ibbetson".
maar toen ik den auto wilde starten, vóór ik de lont aanstak, wilde demotor niet. Het was al dag voor ik hem weer in orde had en dus zat er niets anders op dan tot vanavond laat te wachten." Er trok een duivelsche grijns over zijn afschuwelijk gezicht. „Als ik niet gezien had, dat je door je kijker naar me stond te koekeloeren, zou ik niét de moeite hebben genomen hierheen te komen," deelde de man nog mee. Peter sloeg de oogen neer onder den huiveringwekkend gemeenen blik van den ander. In zijn verbeelding zag hij het lijden van de honderdduizenden, die Laurencetown en de omliggende valleien bevolkten, wanneer ze van hun watertoevoer beroofd zouden zijn. In achtenveertig uur zou de voorraad in de reservoirs zijn opgebruikt — de electrische centrale zou het werk moeten staken, de stad in duisternis worden gedompeld en, wat nog erger was, ten prooi vallen aan verontreiniging en besmettelijke ziekten. Peter wist, dat een deel der boeren in het bovengedeelte der Puentewoestijn, hun rechten bedreigd achtten, doordat de stad Laurencetown met haar aquaeduct het water uit de Sierra aftapte, maar hij wist ook, dat het stadsbestuur zich bereid had verklaard de ontevreden elementen uit te koopen voor een bedrag van tweemaal de waarde der landerijen, waarover het geschil liep. Dit royale aanbod was koppig van de hand gewezen en de som, (Vervolg op pagina 21)
EEN BEZOEK BIJ ANN HARDING (VervolÊ van pagina 7} dat ik mijn dochtertje hoor." We begaven ons naar het raam en daar zag ik beneden in den prachtigen tuin een tafreeltje van zeldzame bekoring. Een aantal kindertjes was daar aan het stoeien, terwijl een meisje van een jaar of zeven tevergeefs probeerde, op haar hoofd te gaan staan. „Dat is mijn dochtertje Jane, die kleine schat!" zei Ann met gerechtvaardigden moederlijken trots. „Het is beter, dat ze ons niet ziet, want ze wil me natuurlijk later met haar acrobatisch kunststuk verrassen." We keerden weer naar ons gezellige zitje terug. „En wat wilde U nu weten?" Hoevindtli Uw nieuwste filmrol, mevrouw Harding?' De telefoon rinkelde. „Een oogenblikje." Ann begaf zich naar het apparaat en sprak tien minuten met een lijdzamen glimlach op het gelaat met haar regisseur. Toen was ook deze onderbreking ten einde en zette ik voor de derde maal op dezen middag mijn potlood op het papier. Maar vóór ik een volledig antwoord op mijn eerste vraag gekregen had, werd er geklopt en trad er met een angstig gezicht een kamermeisje binnen. Het was werkelijk een snoezig meisje, maar toch ben ik blij, dat ze mijn gedachten op dat oogenblik niet heeft kunnen raden. Want veel goeds heb ik deze nieuwe interview-hindernis niet toegewenscht. „Mevrouw," zei het kamerkatje, „ik wilde U heusch niet storen, maar hier is de mijnheer met Uw nieuwe kostuums voor de film. Hij komt van de Paramount en hij zegt, dat U direct moet passen. De kostuums moeten morgen klaar zijn." „Zeg maar, dat ik direct kom." Het snoezige meisje verdween. „U ziet, mijnheer, vandaag kan er niets van een interview komen, hoezeer het mij ook spijt. U begrijpt, filmzaken gaan voor." Ik begrijp en neem afscheid. In den tuin gekomen, schrijf ik als eenig resultaat van dezen middag op mijn bloc-note: Ann Harding heeft het voorloopig te druk om met eenig resultaat geïnterviewd te kunnen worden.
A
1
TN r* r^ Dt T F hi
■ ■
•
JV:<^;:,
é ^
-m1 SfV
*> V
Nova-film.
— Rolverdeeling:
Regie: Paul Merzbach
Jenny Peachey Max, adjudant van den hertog De hertog van Württemberg Weber Napoleon '......
L^
r^
LUmn Harvey Carl Esmond Harold Warrender Richard Bird Esme
Perc
y
:
Heel Londen is getuige van het huwelijk van de dochter van den koning en den hertog van Württemberg. Niet de minst enthousiaste onder de toeschouwers zijn de danseresjes van het Drury Lane Theatre, die op het balkon van den schouwburg het jonge paar toejuichen. Voor het publiek beteekende dit huwelijk een koninklijke idylle, voor de Engelsche regeering echter een bondgenootschap tegen Napoleon. Als een der girls, Jenny Peachey, eenigen tijd later in het park haar twaalfuurtje nuttigt, maakt ze daar kennis met Max, den adjudant van den hertog, dien zij echter voor den hertog zelf houdt, terwijl hij haar op zijn beurt voor de prima ballerina van het theater aanziet. De tijd is echter niet ver meer, dat zij werkelijk prima bal^"^ * ^S-" lerina wordt en tot ^^4 l^J^flll/ilf^1. ver buiten de gren^^k ^ IM^ li-■ zen van haar land bc^^H ^Z^Êt-'JÊÊSÊK^^^ ^.IWfrfcJSwl *^™* * r kend is. z ï^ *&i9GÊSmSaNÊ^KÊaS.C
^
'^iS
-.■
JP
;x
heelemaal niet onaangenaam, want nadat ze haar vaderlandslievendc zending vervuld heeft, kan ze met Max wegtrekken., naar de vrijheid en het geluk.
1. Lilian Harvey en Anton Dollin. — 2. In het midden Lilian Harvey en Carl Esmond. — 3. Jenny en de balletmeester. — 4. Lilian Harvey en Esme Percy. - 5. Lilian Harvey en Harold Warrender. — 6. Lilian Harvey als Jenny.
■%&
*?
■s.
y* i
»„iAir-'
J0
\]
X',*
^^^^KV V ^^1 É^
r\
^MLT^
^\ 1
\.
\Wz
lÉ*/yA t't
:
vBlV ' T *^^[U ' «**^- >!> ^ Ä^^^^B^WJ^^^^f*^^" :,$3lts r V^^l ^r "'^ ' h. '*■'' ^^ ^z ' Ä^CT'
\ •.:,
■^ ■
i\
Dan besluit ze « ^ '-:<'vr^PHSHMII^^^^IS^ "'V\ ' ook om redenen van paW'-V'Säl^Ä { '; -JM^^^^KVirt' vl va c '"l^^K ■* BK».' ' V triottisch belang — weer * in kennis te komen met den hertog van Württemberg, die Engeland den rug ^ ^^BBPWB sEïv iT'* toegekeerd heeft. Ze ontdekt l^ia^^^^t* ^ . dan, dat Max de hertog niet ^ is. Die ontdekking is haar zelfs W ^M p;,'^T, ,, S
M\
^ "m- - ">•
V
Cfer
\
&ï^J
— 17 16
'1
CATHARINA II VAN RUSLAND Ir— r zijn twee Catharina's van Rusland I geweest, en beiden hebben een even bewogen als romantischen levensloop gehad. De eerste bracht het van dochter van een Letlandschen boer en echtgenoot van een Zweedschen dragonder, waarmee zij slechts één dag getrouwd is geweest, door haar bekoorlijk uiterlijk tot gemalin van tsaar Peter den Groote; de tweede Catharine, over wie wij het thans hebben zullen, en die den bijnaam De Groote verwierf en zelfs wel de Semiramis van het Noorden wordt genoemd1) werd van eenvoudige Duitsche prinses, wier vader blij mocht zijn, dat een baantje als militair commandant van Stettin hem in de gelegenheid stelde zijn dochter althans èènige opvoeding te geven, tot alleenheerscheres van het tsarenrijk, dat zij in den loop van haar regeering zoozeer vergrootte, dat het aantal inwoners zich van twintig tot zeven en dertig millioen uitbreiddel Als linksch, bijna boersch meisje werd zij, op verzoek van keizerin Elisabeth van Rusland, toen zij zestien jaar was van het „hof" van haar vader naar St.-Petersburg overgebracht. Nauwelijks in Rusland aangekomen, werd zij evenwel ernstig ziek, zoodat zij een maand lang op den rand van het graf zweefde. Dank zij de zorgvuldige verpleging van de keizerin persoonlijk, die haar tot vrouw van haar neef groothertog Peter had bestemd, herstelde zij en vond gelegenheid zich eenigszins in de bizarre en vreemde gewoonten van het Russische hof in te leven. Korten tijd later von het huwelijk plaats, dat van den aanvang af een mislukking bleek te zijn. Peter was een domme, geestelijk-abnormale deugniet met een bijna afschrikwekkend uiterlijk, en de indruk, dien hij bij de eerste kennismaking op het jonge prinsesje had gemaakt, was van dien aard geweest, dat zij... flauw viel, zoodra zij hem zag. Zij verachtte haar nietswaardigen echtgenoot en schaamde zich over hem wanneer zij met hem in gezelschap was. In een omgeving, die zelfs verdorven is te noemen óók wanneer men haar meten wil met de maatstaf van dien tijd, welke in zedelijk opzicht zoo berucht geworden is, leerde Catharina spoedig zichzelf troosten. Ze ging haar eigen weg, en leefde haar zinnelijken aanleg- volkomen uit, zoodat er telkens andere aanbidders in het paleis verschenen, en er bleven wonen, tot zij door anderen verdrongen werden. Catharina was echter meer dan een groote dame, die een ongebonden leven leidde. Wat haar vooral merkwaardig maakt, was de sterke, mannelijke inslag van haar geest en ambities. Ze nam zich voor, keizerin te worden zoodra de gelegenheid zich daartoe aanbood, en liet geen middel onbeproefd, haar doel te bereiken. Ze schoolde haar geest aan de Fransche schrijvers Voltaire en Montesquieu. Voltaire vooral, zoo beweerde ze, was haar leermeester. „Hij, of juister gezegd zijn werken, vormden mijn verstand en mijn oordeel," vertelde zij. „Ik ben zijn leerlinge." — Wanneer zij niet in zijn geschriften studeerde, bracht zij haar tijd met jagen en paardrijden door. Typeerend voor haar is ook, dat zij zich bij voorkeur in mannekleeren huldje, zooals
Catharina II van Rusland
zooveel groote vrouwen van de wereld hebben gedaan van George Sand tot Marlene Dietrich. Natuurlijk begon zij ook aandacht aan de staatszaken te besteden, en nauwelijks was keizerin Elisabeth overleden en Peter tot tsaar gekroond (1762) of zij verzamelde mannen om zich heen, waarop zij zou kunnen rekenen, wanneer het er op aankwam, dat wil zeggen: wanneer zij den tijd gekomen achtte Peter van den troon te stooten en zelf de regeering te aanvaarden. Intusschen zat ook Peter niet stil; hij duldde haar niet meer in zijn paleis en liep met plannen rond, zich van haar te laten scheiden, als reden hiervoor aanvoerend, dat hun eenige zoon Paul onwettig was. De tsaar stond echter zwak in politiek opzicht: het volk toonde voor hem dezelfde minachting als hij voor zijn onderdanen aan den dag legde. Bij een dergelijken staat van zaken moest het de geslepen Catharina niet moeilijk vallen, tegen haar man met succes te intrigeeren. Ze deed dit dan ook en liet zich door geen enkele bedenking weerhouden. Peter had echter overal zijn spionnen en zoo kwam het, dat het op zekeren dag niet veel scheelde of een samenzwering, waarvan Catharina de ziel was, ging ontdekt worden. Catharina was de wanhoop nabij; indien haar aandeel in het complot bekend werd, zou het haar zeker heur hoofd kosten. In allerijl begaf zij zich naar St.-Petersburg. De paarden voor haar koets werden op haar bevel zoo afgejakkerd, dat zij dood neervielen van uitputting nog eer de helft van den weg was afgelegd. De toestand was critiek, want ieder oogenblik kon zij worden ingehaald en overvallen. Ze ging een herberg binnen en verbrandde de brieven, die tusschen haar en de samenzweerders waren gewisseld. Daarna zette zij den tocht naar de hoofdstad te voet voort, tot eon voertuig haar opnam en haar naar St.Petersburg bracht. In de stad gekomen, leidde zij de zaken direct naar haar wensch: ze zette Peter af en aanvaardde de regeering als keizerin, als alleenheerscheres, als dictator. De menschen verdrongen zich om haar te zien - 18 -
toen zij zich op het balcon van liet paleis vertoonde, juichten haar toe en zwoeren haar trouw. Haar persoonlijkheid had hen als het ware betooverd. Wie bedenkingen koesterden tegen de omwenteling, of v/ie minder geestdriftig waren, werden gedwongen volgens den nieuwen staat van zaken te denken of te zwijgen. Het was een regelrechte revolutie tegen Peter, en deze wist in zijn angst niet hoe hij er op reageeren moest. Zijn besluiteloosheid was voor Catharina gevaarlijk en daarom besloot zij, dat er iets gedaan moest worden om hefn onschadelijk te maken. Nimmer sprak zij haar wensch uit, maar hij was voor degenen, die haar terzijde stonden overduidelijk in heur oogen te lezen en... een paar dagen later werd Peter vermoord. Het is niet met stelligheid uit ie rnaken, of Catharina rechtstreeks bij den moord betrokken was. In ieder geval is het echter zeker, dat zij den moordenaar, hoewel ze wist wie 't was, niet heeft willen laten straffen. Catharina was nu in feite alleenheerscheres over het tsarenrijk, en zij voegde zich bij de groote rij van veroverende tsaren, die met Peter den Groote begonnen was. Ze regeerde met dezelfde bruutheid en onmedoogendheid als haar voorgangers. Als de boeren tegen haar bestuur in opstand komen, verdeelt zij hen eenvoudig nis lijfeigenen onder haar uitverkorenen en maakt menschen, die sinds onheuglijke tijden vrij geweest waren, tot slaven. Van Iwan den Verschrikkelijke af heeft geen tsaar van Ruslend het grondgebied van het rijk zóó uitgebreid als zij deed. Ze voerde ooi log met Polen, met Turkije en Perziè en overal waar ha&r legers kwamen, werd de grond met bloed gedrenkt. Van 1762 — zij was in 1729 geboren — tot 1796 regeerde zij over Rusland — met alle goede en slechte eigenschappen van de geboren heerscheres. Hoewel men haar om heur zedeloos gedrag het schandaal van Europa noemde(, slaagde zij er toch in, zich in sommige opzichten populair bij het volk te maken, omdat zij een diepen indruk naliet bij allen, die haar leerden kennen. Ze had ongetwijfeld een groot talent voor alles wat met regeeringszaken in verband stond, en daarom is het niet overdreven wat zij van zichzelf getuigde: „Ik heb oorlogen gevoerd zonder generaals, en vredes gesloten zonder ministers." Ofschoon de wereld aan haar voeten lag en vereerders en aanbidders haar omzwermden, heeft deze vrouw, die een der merkwaardigste verschijningen in de wereldgeschiedenis is geweest, zich toch altijd dood-eenzaam gevoeld. Niet door geboorte bestemd voor de groote hoogte waartoe zij zich had opgewerkt, heeft zij daarop nooit kunnen aarden. En het was dan ook een bittere klacht, die zij tot een van haar vriendinnen uitte, toen ze de historische woorden sprak: „Het is ondraaglijk, geen gelijken te hebben!" 1) Semiramij w«i d« lagandarlieha koningin van Ailyrlë, de gemalin van koning Nlnui. Zij regeerde omttreeic« 't Jaar twudulzendv.Chr.voor haar zoon Nlnyal, maakU groot« veroveringen, voerde reuiachtige bouwwerken uit, vooral In Babyion da hoo(dtad van haar rijk, waar zij ondar andara da beroemde hanganda tulnan van Samlramil llat aanleggen, dl* tot da Zavan Wonderen der Wereld gerakend worden.
Lucie Englisch is geëngageerd voor de vrouwelijke hoofdrol in „Der König lächelt — Paris lacht". E>e film wordt te Weenen opgenomen. Wallace Beery en Simone Simon spelen onder regie van John Ford de hoofdrollen in de Fox-Twentieth Centuryfilm ,,A message to Garcia". De film „Toomai of the elephants" zal in Engeland onder regie van Robert Flaherty worden opgenomen. De
W^BUPV
KENT U DE POPULARITEIT VAN
LUX TOILET ZEEP?
Weet U ai hoezeer de huidverzorging met Lux Toilet Zeep een Nederlandse gewoonte is geworden? Een prettige ... maar vooral doeltreffende gewoonte. Want Lux Toilet Zeep wordt bereid uit de edelste grondstoffen, is heilzaam voor de teerste huid en delicaat van geur. Elk stuk Lux Toilet Zeep vertegenwoordigt Jarenlange vakkennis en het hoogste, wat de moderne techniek kan bieden. Het is de enige toilelzeep werkzaam tegen „vermoeide huid", het grote gevaar, waarmede de moderne tijd ons uiterlijk bedreigt I leder, die Lux Toilet Zeep kent, zal zeker gaarne deelnemen aan onderstaande prijsvraag. PRIJSVRAAG Schrijf «ent op een vel papier het aantal (tukken Lux Toilet Zeep, dat, naar Uw ichatting, in het tijdvak van 4 November tot en met 31 December a.>. zal worden verkocht, in aanmerking nemende, dat ongeveer 1 è 2 van elke 3 gezinnen in Nederland 1 »tuk Lux Toilet Zeep per maand kopen. Geel hierbij op hetzelfde ituk papier - in hoogstens 40 woorden Uw opinie, waarom Lux Toilet Zeep zulk een grote verkoop heeft en voeg bij Uw Inzending 2 buitenomslagen ven Lux Toilet Zeep. Het aantal verkochte stukken wordt officieel vastgesteld door Notaris S. S. Wijsenbeek tn Rotterdam, Da 11 00 inzendingen, wier schattingen, dit aantal het dichtst benaderen, nemen deel aan de prijsvraag en dingen mede naar de prijzen. Wie hiervan de oorzaak der populariteit van Lux Toilet Zeep het best omschreef, ongeacht de meerdere of mindere juistheid der schatting, krijgt de eerste prijs en zo vervolgens, waarover een Jury van deskundigen beslist.
SiTS
plaats. R.K.O.-Radio zal Dickens' roman „Little Dornt" verfilmen met Anna Shiley in de hoofdrol. In „If you could only cook" speelt Herbert Marshall de mannelijke hoofdrol. De regie is in handen van William Seiter. Melvyn Douglass en Gail Patrick beelden de belangrijkste rollen uit in de Columbia-film „The lone of wolf returns". Victor Mac Laglen is de hoofdrol-vertolker in „Professional soldier". In „King of Burlesque" spelen Warner Baxter, Alice Faye en Jack Oakie de hoofdrollen. GAIL PATRICK Claudette Colbert vervult een groote rol in de Paramountfilm „Bride comes home". Willi Forst zal een nieuwe rolprent, getiteld „Revanche", in scène zetten. In de Warner Bros-film „Zero" vertolken James Cagney en Pat O'Brien de belangrijkste rollen. Dolores del Rio en Warren William zijn de hoofdpersonen in de Warner Bros-film, „Meet the duchess". Clive Brook zal te Londen voor de film „His majestys JAMES CAGNEY pyamas" spelen. „Kater Lampe" is de titel van een nieuwe film, die door Veit Harlan in scène zal worden gezet. De Ufa gaat Richard Wanners opera „Rienzi" verfilmen.
PRIJZEN 1e prijs . . . f 1000.4e prijs . . . ƒ100.2e prijs . . . „ 500.— 5e prijs 50.— 3e prijs . . . „ 250.6e t/m 50e pr. „ 10.-
I2M PER STUK
verder nog 500 prijzen elk bestaande uit 2 dozijn tabletten Lux Toilet Zeep. Elke Inzending frankeren als brief. Naam en adres duidelijk vermelden en adresseren: Lux Toilet. Zeep Prijsvraag: Postbus 710, Rotterdam. Alleen die inzendingen zijn geldig, die vóór 31 December 1935 In ons bezit zijn. De uitspraak der jury, ook wat betreft het toekennen van een of meerdere prijzen aan meerdere prijswinnaars tezamen, is beslissend en hierover kan geen correspondentie worden gevoerd. De uitslag wordt bekend gemaakt in de tweede helft van Februari 1936.
a..
.
i j p y-Ue i&efi t&g£M TMfovxmdz KuuLf
LTS W-036 H
Do MOmstaBir EDdsalbtttblhi ADOan maakt een ritje op haar lievelingspaard Sandy. - 19 -
^TO«?*^^
.
•.•■.-.
■
DI I n r ^ixr
T r IC
1 C \/ C M LCYCIN
EEN STUK IN 3
VAN
DRUTEN.
BEDRIJVEN (7 TAFEREELEN) VAN JOHN - REGIE : BETS RANUCCI-BECKMAN
VEREENIGD ROTTERDAMSCH-HOFSTAD-TOONEEL N.V. — DIRECTEUR: COR VAN DER LUGT MELSERT Het is een moeilijke opgave over dit stuk een oordeel te vellen. Men kan niet zeggen, dat het slecht of vervelend is, doch men kan er evenmin geestdriftig over zijn. De fout is wellicht, dat 't gegeven veel te lang is uitgesponnen. Hoewel op zichzelf interessant genoeg en beslist zuiver gevoeld, heeft 't toch niet zooveel innerlijke waarde, dat het een stuk van drie bedrijven dragen kan. Het sterkst komt dat tot uiting in het laatste deel van het vijfde tafereel, waar 't gesprek van Jessie Cazenove met Hector Stribbing de ontwikkeling geen streep verder brengt en ons geen enkelen nieuwen kijk op Gordon Evers geeft. Tooneelmatig gesproken kan deze scène dan ook gerust geschrapt worden: het heele stuk zou er door winnen. Hetzelfde kan gezegd worden van ie verschillende groote dialogen, waaruit ook. zoo nu en dan aardig wat gemist kan worden. De intrige is als volgt samengesteld:
(üervolè van pag. 15) die de hebzuchtige boeren verlangden, was niet veel minder dan tienmaal die waarde! Het sprak vanzelf, dat het gemeentebestuur geweigerd had over een dergelijk voorstel zelfs maar te onderhandelen... De ruwe kerels van de woestijn hadden wraak gezworen. Hier was de wraak dan. Peter Winston had nog steeds geen woord gesproken. „Je bent een ongezellige kameraad," mopperde de man aan de tafel. „Voor dezelfde moeite zou je 'n beetje onderhoudend kunnen zijn. Ik ga je immers niet dooden, omdat ik persoonlijk iets tegen je hebt..." Hij wachtte even, spelend met den tinnen kroes, en vervolgde: „Het leven is een eigenaardig iets.
%#*?
DuH te leven. — Scène met Bets Ranucci-Beckmsn, Dirk Verbeek en Vera Bondam.
i
(Foto W. Coret)
niet in staat zijn de spanning der vele lange dialogen op te houden. Van de kleinere rollen moeten vooral mevrouw Raaucci-Beckman als Evers' moeder en mevrouw HeymansSnijders als de werkster in het bijzonder genoemd worden. R. A. L.
1 Uw haar is veel mooier geworden, Mevrouw
DuH te leven.—Vera Bondam, mevrouw Heymans-Snijders en Dirk Verbeek. (Foto W. Coret)
Jessie Cazenove (Vera Bondam) is zeer ongelukkig gehuwd met Tono Cazenove (Paul Steenbergen). De verhouding tot haar man heeft haar aan de uiterste grens der wanhoop gebracht. Dan ontmoet zij toevallig den advocaat Gordon Evers (Dirk Verbeek), een rustig en wijs man, die haar het geloof aan haarzelf en aan dit leven terug weet te geven. Je&sie laat zich scheiden en wil met Evers, dien zij op haar beurt voor het eerst van zijn leven waar geluk heeft doen kennen, een nieuw leven beginnen. Doch Evers' vrouw weigert in de echtscheiding toe te stemmen. Zoo ontstaat er tusschen Jessie en Evers een verhouding, welke echter van alle laagheid vrij is. Niettemin blijkt deze zelfde verhouding Evers in zijn carrière te hinderen. Dit deelt Hector Stribbing (Piet Bron) aan Jessie mede. Evers wenscht den toestand om hun beider heil echter niet te veranderen. Als Evers eenigen tijd later ziek wordt en sterft, is Jessie diep ongelukkig, doch met zijn moeder (Bets Ranucci-Beckman) samen, wil zij toch volhouden. Dat is het geloof, dat hij haar gegeven heeff. Vera Bondam en Dirk Verbeek toonen beiden op vele momenten goed zuiver spel, doch somwijlen maakt het den indruk, dat ook zij
Dame: Ik ben blij, dat ik Uw raad heb opgevolgd en mijn haar uitsluitend laat wasschen met de shampoon, die haarvoeding bevat. Kapper; Ja, Mevrouw, er is maar één shampoon, die de beroemde haarvoeding van Dr. Weidner bevat, n.1.: Silvikrin Liquid Shampoon. Er wordt veel haar bedorven door het wasschen met shampoons, Mevrouw, die het haar weliswaar even laten glanzen, maar die al het vet eraan onttrekken, zoodat het tenslotte afbreekt. Dame: Maar Silvikrin Liquid Shampoon geeft toch ook prachtigen glans èn toch is ze zoo goed. Kapper: Omdat het den NATUURLIJKEN, levenden glans van het haar herstelt, Mevrouw en de haarwortels gezond houdt. Dame: Al mijn vriendinnen gebruiken nu Silvikrin Liquid Shampoon, en ze is ook zoo voordeelig, 48 ets. 10 wasschingen met gratis badhanddoek. Kapper: Ik verkoop 10 Silvikrin Liquid Shampoons T tegen 1 andere, Mevrouw en geen wonder, ze is g; schitterend. rn Silvikrin Liquid Shampoon geeft geen neerslag. Doctoren bevelen ze aan. Vraag een gratis monster aan -Silvikrin Laboratorium. Verlaatstr. 52-56. Rotterdam.
— 20 \
In Rapid City, natuurlijk in Amerika, wam waar kun je anders een Snel-stad verwachten, hebben ze een ballon opgelaten en dat ding is 22.570 meters, zegge en schrijve twee en twintig duizend vijf honderd en zeventig meters (ongeteld de deci- en centimeters) de hoogte ingegaan. Voor een visite aan de stratosfeer, vermoedelijk ook om aan de sfeer van de Rapid-City'sche straten, waar alles wel even vlug, dus druk, zal gaan, te ontkomen, 'n Mensch heeft behoefte aan variatie. En de beeren Albert W. S. Stevens en Orville Anderson, kapiteins van dat ballonnetje, dat wel opging, zijn toch ook maar menschen. Die Stevens is zeker van Nederlandsche afkomst. Anderson vermoedelijk ook. Want in ons gezegend land heb je vele zoons, die anders willen als d'r ouwe lui, dus met recht Anderszoon mogen genoemd worden. Doch difar wou ik het niet over hebben. Deze beschouwing krijg jelui op den koop toe. 't Verheugt me natuurlijk zeker meer dan ik zeggen kan (omdat ik heelemaal niets zeggen wou over die ergerlijke recordjagerij) dat d'r zulke hoog-vliegers in Vlugstad zijn. Doch wat me geen pleizier doet, sterker duchtig ergert, dat men zoo hoog moet stijgen om iets te bereiken. D'r is toch dichtbij veel meer te bereiken, waaraan we veel meer behoefte hebben. Ik spreek heelemaal nog niet van vrede in Afrika. Want dat is ook vèr weg. Ik blijf dichtbij, laag bij den grond als je 't zeggen wil. We hebben in onze voorkamer een nieuw karpet noodig, lager bij den grond kun je je toch iets niet denken. M'n vrouw zanikt. . pardon, praat me den kop op bol om zoo'n laag bij de grondsche bedekking te koopen en ze noemt het een laag bij de grondsch bedenksel, wanneer ik zeg, dat ik d'r geen geld voor heb. Nou hebben twee menschen, van vermoedelijke Nederlandsche afkomst bereikt, dat ze 22.570 meter in de lucht vlogen en, wat nog meer zeggen wil, behouden terugkwamen. En ik kan maar niet bereiken, dat twee andere menschen, geheel van Nederlandsche afkomst, me tegemoet komen. M'n vrouw met d'r gezeur over het karpet, dat ik niet betalen kan en m'n uitgever niet met het geld, dat ik noodig heb om het karpet eventueel wel te betalen. 'n Rare wereld waarin we leven. Erger Pardon! Mensch «rg«r Je niet;' PETRUS PRUTTELAAR.
WAILlLAdE BEJERV, naar een teekening van Arturo Sanchez. Nu zitten we hier met ons tweetjes en weldra zal ik er nog maar alleen zijn. En dat allemaal, omdat je je nieuwsgierigheid niet kon bedwingen. Wat had je ook te loeren door dien kijker ? Het is jammer van je..." — er was spottend medelijden in zijn toon — „je bent een aardige jongen!" Hij schonk zich weer uit de brandewijnflesch een stevigen dronk in — was het om zichzelf moed in te drinken voor zijn beulswerk ? — en dronk het vocht weer, zooals de eerste maal in één teug op. „Toen ik je door dat verwenschte ding zag spionneeren," sprak hij verder, „begreep ik, dat je in mijn kamp zou komen rondneuzen, eer de dag veel ouder was. Daarom vond ik het beter jou maar een bezoek te brengen! Dat vuur van me was een fout, maar dat kon niet anders — ik moest wat smelten soldeerwerk doen voor de reparatie van mijn auto. En zooals ik je al verteld heb, ik help je niet naar de andere wereld uit persoonlijke antipathie — het is eenvoudig een kwestie van zelfbehoud. Je bent verstandig genoeg om dat te begrijpen ..."
Nög kwam er geen woord over Peters
lippen.
- 21 -
In zijn geest buitelde het eene wilde plan over het andere. Op een klein tafeltje, geen meter van hem af, stond de telefoon. Die had evengoed een paar honderd kilometer van hem verwijderd kunnen zijn! Een handbeweging van den indringer naar het pistool op de tafel, naast de flesch, deed hem verstijven. De man zag het. „Maak je niet ongerust," klonk de grove stem. „Ik ben niet van plan je te dooden vóór zonsondergang, dus je hebt nog een lieven, langen dag voor den Ijoeg. Je zult je eerst nog moeten melden, om twaalf en om zes uur, zooals gewoonlijk. Ik wil niet, dat ze op het bureau zullen denken, dat er hier iets niet in den haak is en een stelletje lui sturen om poolshoogte te nemen. Tegen den tijd, dat ze je vinden, is de tunnel opgeblazen en lig ik op één oor in mijn hotel in Laurencetown. Nu begrijp je zeker wel, waarom ik je uit den weg moet hebben, hè?" Hij stond op en posteerde zich zwaaiend voor Peter, zich aan de tafel vastgrijpend voor steun. De alcohol begon te werken. „V-verduiveld heet," pufte hij, terwijl hij met zijn hemdsmouw over zijn rood, glimmend gezicht veegde Daarop stak hij Peter de flesch toe.
'
'
„Neem een slok. Het zal je 'n beetje opmonteren. Niet? Ook goed — des te meer blijft er voor mij over..." Hij vond zijn weg naar het bed en gooide zich er op neer, met de flesch rechtstandig tegen het kussen. Van tijd tot tijd bracht hij haar naar zijn lippen en naarmate hij meer dronk, nam zijn spraakzaamheid toe. Het was nu echte dronkemanstaai, wat hij uitsloeg. Sinistere toespelingen drongen tot Peters ooren door ais echo's van een verschrikkelijken, fantastischen droom. Plotseling hield hij op en een haast voelbare stilte viel over de kamer, slechts gebroken door het zoemen van den ventilator, die thans maar weinig vermocht tegen den smorenden mantel van hitte. Als door een nevel merkte Peter op, dat het kwik tot honderdvier gestegen was. De man op het bed sloeg hem gade door de spleten van zijn toegeknepen varkensoogjes. Eén uur — twee uren gingen voorbij. Peters armen waren stijf ei) akelig gevoelloos geworden. Zijn polsen deden geen pijn meer. Hij had de onwezenlijke gewaarwording van midden in de lucht te hangen, in evenwicht gehouden door een gruwelijke, geheimzinnige kracht, die de wet der zwaartekracht tartte. Vegen purper en scharlaken mengden zich in het visioen. Een harige hand van den man op het bed, bewoog zich naar zijn vestzak. „Twaalf uur," zei hij. „Tijd voor rapport." Hij stond moeilijk op, scharrelde naar het tafeltje, waarop de telefoon stond. Hij legde het pistool naast het toestel. „Denk er om, geen kunsten," waarschuwde hij dreigend. „Eén kik, die me niet bevalt, en je zult den zonsondergang, dien ik je beloofd heb, niet meer zien." Hij draaide den schelkruk om en hield den hoorn zóó tegen Peters hoofd, ERIC HELGAR, de nieuwe „jeune premier" bij het Fritz Hirsch Operette Ensemble, die in „Ein Walzertraum" debuteerde.
•■:-
■
■■••:■
dat hij spreken en verstaan kon. „Vooruit nu maar," commandeerde hij. Peter bevochtigde zijn lippen. „Wachtpost elf. Winston meldt zich," zei hij, zich inspannend om zijn stem zoo vast mogelijk te laten klinken. Een seconde later overbrugde Jenny's stem den afgrond van hondprd mijlen. „Ja, post elf. Winston. Tijd: twaalf uur één." En daarop weer op den meest onofficieelen toon van de wereld: „,Zeg, het is zeker gruwelijk heet bij jou?" „Ja," antwoordde hij met een hol geluid, „het is — het is hier heet." Er volgde een oogenblik stilte, toen: „Wat is er, Peter? Je praat zoo raar. Je — je bent toch niet ziek?" De woorden klonken hem in het oor of de telefoondraden mee trilden met de angstige spanning in de stem van zijn Mefste. „Neen- Ik — ben — niet ziek," zei hij, met duidelijk hoorbare inspanning. De hoorn werd van zijn oor en mond verwijderd en op het toestel gelegd. „Zoo kan het voorloopig wel," verklaarde de man spottend. Hij nam het pistool van de tafel en ging naar de deur. Peter hoorde hem buiten bezig. Na een poosje kwam hij terug, van een homp brood kauwend, dik met boter besmeerd. „Aardig ijskeldertje heb je daar," mompelde hij met een vollen mond. „Het is de eenige plek in dit vervloekte hol, waar nog 'n beetje koelte te vinden is." Hij liep naar het venster en trok het donkere zonnescherm op. „Het is hier zoo donker als de hel, wanneer je hier binnenkomt uit dien blakerenden zonneschijn." Hij wierp zich weer op het bed en at verder met een wreed, dierlijk bewegen van zijn kaken. Toen hij klaar was, nam hij een slok uit de nu meer dan half leege flesch en zonk achterover op het kussen. VI. De middag kroop verder. De hitte rolde in golven over het verzengde land. De man op het bed lag roerloos, behalve als hij nu en dan naar de flesch reikte. Om twee uur stond hij opnieuw op. Het zweet droop in straaltjes langs zijn gezicht. Met een vloek smeet hij de leege flesch door de open deur en wankelde over den grond. „Dat houdt geen mensch uit, die verstikkende hitte," sputterde hij met dikke tong. „Wat doen jullie hier om koel te blijven?" Peter lichtte het hoofd op en staarde naar den spreker. Het leek of hij zijn spraakvermogen verloren had. De man vóór hem was een vage, zwaaiende vlek, die Peters oogen trachtten te vermijden. Toen bleef hun dolende blik eensklaps rusten op den aardewerk pot buiten het venster, in zijn omhulsel van jute. Hij staarde er met iets van verdwaasde begeerigheid naar — zijn tong kleefde als leer aan zijn verhemelte en zijn lippen waren gezwollen van dorst. | Vraag \é, wat doen jullie hier
l
■
'■
■
- •'
■■"*■;
Overdag huisvrouw— 's avonds gastvrouw
De mooiste japon helpt nieto wanneer roode, onverzorgde handen haar feestelijk aanzien bederven. Zeker, U hebt meer »e doen dan alleen maar aan Uw uiterlijk te denken. Maar niettemin kunt U voorkomen dat Uw handen door huishoudelijk werk, beroep of sport haar natuurlijke gratie verliezen. Kaloderma-Gelée — het speciale middel voor de verzorging der handen — voorkomt rood en ruw worden. Het houdt Uw handen zacht en jong en maakt reeds ruw geworden huid weer glad en soepel. .Jf- Maakt U eens deze eenvoudige proef: Wrijft U een weinig Kaloderma-Gelée op handrug, pols en vingers. Masseert en kneedt ze een minuut lang krachtig. U zult zien dat de huid de Gelee in dien korten tijd geheel in zich heeft opgenomen en merkbaar gladder en elastischer is geworden. Laat de Kaloderma-Gelée gedurende den nacht inwerken en let op het resultaat! N.B. Kaloderma-Gelée maakt niet vettig en U daarom bijzonder aangenaam in het gebruik.
KUODERMA-GELéE het beste ter verzorging der handen FWOtFF
&
SOHN
KARLSRUHE
om koel te "blijven?" herhaalde de man stotterend. Hij was smoordronken — zijn hersens waren verlamd door alcohol én buitensporige hitte. Peters hoofd viel op zijn borst. Boven hem dreunde de waaier en in dat dreunen werden de stemmen hoorbaar van duizenden, die om water smeekten, het hartverscheurend jammeren vän versmachtende kinderen; en uit de diepten van zijn gemarteld brein, brak, aangedreven door de gedachte aan zooveel leed en nood, het bewustzijn zich baan door den muur der verdooving, en lichtte op in de schittering van een be vrij denden inval. Zijn hoofd was volkomen helder nu. Maar hij mocht zich niet te gretig toonen. Hij hoorde zichzelf zeggen, met een stem, die wonderlijk kalm klonk: „Er is maar één manier om koel te blijven in deze streek. De prijs voor deze mededeeling is — een kroes water." De man staarde zwijgend naar hem. Hij scheen over den voorgestelden ruilhandel na te denken. „Goed," gromde hij ten slotte; „dat kun je krijgen." Een kroes vol ijskoud water uit het aquaeduct werd aan Peters gezwollen, uitgedroogde lippen gehouden. Hij
Jim Brady Jane Matthews .;. Emma : Lillian Ruwell Jerry Rkhttdson
Croeze Bosman-Hlm. Rolverdeellng: • ••"• • '■ -
Edward Arnold Iean Arthur eafl Arthu I '' BM? Barnes. Cesar Romero.
Jim Brady is een eenvondlfle Jongen. die »ich echter door noesten vlijt langzamerhand weet op te werken, tot hij eindelijk een rijk man is. die zich zooveel hij wil over kan geven aan zijfl hobby, het verzamelen van diamanten en andere edelsteenen, waaraan hij dan ook zijn bijnaam Diamond Jim Ie danken heeft. Op dit punt van zijn carrtóremaakt hij kenni» met Emma Parry, van wie hij vee! gaat houden, doch die weigert zijn vrouw te worden. ■ • . Jaren later ontmoet hij Jane Matthews, die ab twee druppels water op Emma lijkt, en hij krijgt haar lief, doch ook zij accepteert zijn huwelijks3£inzodc niet Dan schijnt Jims financieele gelukster hem te verlaten: een beurskrach berooft hem va» zijn geheele fortuin. Hij zal het echter weer terug gaan verdienta met een door hem gedane technische uitvinding, die voor de Industrie van groot belang blijkt te zijn. Tijdens een demonstratie van de nieuwe vinding wordt hij echter ernstig gewond. AI« hij hersteld is. vraagt hij nogmaals een meisje ten huwelijk. Lillian Russell, met wie hij reeds jaren lang bevriend is en die evenals hij ongelukkig is geweest in de liefde. Lillian geeft hem echter het jawoord tjlet. daar ze niet van hem houdt. ...... Jim vindt zijn leven nu een mislukking. Zijn dokter heeft hem gewaarschuwd, dat een zware maaltijd zijn dood zou beteekenen en onder den indruk van zijn desillusie bestelt hij er nu een 1, Binnie Barnes, Cesar Romero, Jean Arthur en Edward Arnold. Ö. Cesar Romero en Jean Arthur. — 3. In de bar. .
- 22 . _____
■
■.
slurpte hem leeg tot den laatsten druppel. Toen sprak hij. Op rüstigen, zakelijken toon legde hij den vreemde uit, hoe de mannen der woestijn zich koel houden. De ander keek hem met dronken stompzinnigheid aan. Peter vroeg zich één beklemmend moment af, of zijn tegenstander zijn plan doorzien had; toen sprong zijn hart op, bij het antwoord van den man: „Dat klinkt heel verstandig. Ik geloof, dat ik het maar eens probeeren zal." Hij ontkleedde zich, schopte de uitgetrokken kleeren in een hoek, trok de twee wollen dekens van het bed en strompelde er mee de deur uit. Een oogenblik later hoorde Peter hem onder de straalpijp achter de hut. Weldra keerde hij terug met de druipend natte dekens, wikkelde zich er in en ging weer op bed liggen, precies in den door den waaier veroorzaakten luchtstroom — alles overeenkomstig Peters nauwkeurige instructies. Vijf minuten gingen voorbij. Hij richtte zich op een elleboog op en grinnikte met een dronkcmanslach tegen Peter. „Reuzcnidee! Doodjammer, dat ik je met zonsondergang naar de andere wereld moet helpen. Aardige, flinke kerel..." Toen viel zijn hoofd terug op het kussen. Om vier uur steeg de thermometer tot honderdnegen. De man op het bed bewoog licht; een van zijn lange armen gleed over den rand, maar de vingertoppen, die den grond raakten, waren roerloos. Een rilling deed de zachte, natte oppervlakte van de dekens even trillen, alsof dat wat er onder lag opeens in den ijzigen greep van poolkoude gevat werd. De armen van den gevangene, geboeid aan den houten pilaar, zakten door. Heel langzaam, bijna alsof hij het zichzelf gemakkelijk maakte, dook zijn lichaam ineen in den stoel en zijn hoofd was gebogen op zijn borst. De zon daalde naar het Westen en raakte de toppen van de Sierra. Woestijnbewoners kropen vreesachtig uit hun holen en hun oogen knipperden tegen de langer wordende schaduwen. Een hijgende coyote sloop een purperen heuvel af voor zijn nachtelijke jacht en een als met diamanten fonkelende ratelslang zond zijn staccato waarschuwingen uit een kreupclbosch. VII. De zonnestralen beschoten de vensters van de hut met gepolijst koper. Boven de hand van den gevangene dreunde de waaier. Het eenige andere geluid was een kleine druppel water, die nu en Ban omlaag viel, aan den voet van het bed, van een punt van de natte deken. Plotseling werd de stilte van de hut verscheurd door het schrille luiden van de telefoonschel. Een kort, bruusk signaal* gevolgd door nog één en nog één, tot de kleine ruimte gevuld was als
met een netwerk van aanhoudende en dringende roepen. Toen weer het groote zwijgen. Het liep tegen middernacht, toen een groote auto met een ruk voor de hut stilhield en vier mannen met strakke, ernstige gezichten en een doodelijk beangst meisje binnenstormden. De mannen sloegen de stalen banden van Peters polsen en een van hen goot opwekkend vocht tusschen zijn lippen. Een van zijn metgezellen wees naar het bed. Dokter Craig, een van het viertal, ging er heen en trok de dekens terug. „Houdt het meisje weg," waarschuwde hij op gedempten toon. De geneesheer bukte over de ontkleede, beweginglooze gestalte. Hij legde zijn oor op zijn borst en snoof aan zijn gezicht. Een van de anderen raakte behoedzaam met zijn vingertoppen het gezicht aan. „Als het geen Augustus was, zou ik zeggen, dat die man doodgevroren was," merkte hij op. Dr. Craig kwam overeind. Hij streek met zijn rechterhand over de nog vochtige dekens en hield haar toen in den tocht van den ventilator. „Je hebt bijna gelijk," verklaarde hij toen; „afkoeling door snelle verdamping — de oudst bekende bevriezingsmethode. Hij is niet dood, alleen maatbewusteloos door koude. Het lijkt me het beste hem de handboeien maar aan te doen eer hij bijkomt; 't lijkt me een kwaje rakker." Hij glimlachte naar Jenny, die zachtjes schreide. „Onze jonge vriend schijnt zoowel wetenschappelijk goed onderlegd, als moedig en vindingrijk." Peters lippen bewogen wild. Zijn hoofd lag in Jenny's armen. Hij spande zijn uiterste krachten in om iets te zeggen. „Het dynamiet!" slaagde hij er eindelijk in uit te brengen. Dr. Craig knikte. „Maak je niet ongerust, jongelief, dat is in orde," antwoordde hij opgewekt. „We zijn haast te pletter gereden tegen de oude rammelkast van dien kerel. En de stukjes van de legkaart aan elkaar passend, was het niet zóó moeilijk de oplossing van het raadsel te vinden. Het dynamiet zit onder de achterbank van mijn auto."
GJESMEKMEN MET MIJN
,w;
"elke Nederlandsche film zal nu weer de eerste zijn, om haar 22 V V première te beleven?" ,,Dat staat nog niet vast, hoogstwaarschijnlijk „Lentelied" of „Het leven is niet zoo kwaad ", Pietersen." „Hoeveel Nederlandsche geluidsfilms zijn er tot op heden gemaakt? Ik bedoel natuurlijk groote speelfilms." „Achttien stuks, de twee Nederlandsche Ufa-films, die te Berlijn werden gefabriceerd, niet meegerekend." „Achttien, dat valt me mee. Welke waren dat? Weet je de titels uitje hoofd?"
„Natuurlijk. Onze industrie is belangrijk genoeg om de titels van haar producten te onthouden. Enfin, ik zal ze je vertellen. Het begon met „Willem van Oranje"; de regisseur was G. J. Theunissen, terwijl Cor van der Lugt Melsert de hoofdrol speelde. Theunissen heeft nadien geen films meer in scène gezet en Cor van der Lugt filmt niet meer. Het succes van onze eerste geluidsfilm was dan ook, op zijn zachtst uitgedrukt, zeer matig. Toen kwam „De Jantjes" (regie Jaap Speyer), het eerste filmsucces van Johan Kaart Jr. en het eerste financieele succes voor onze industrie. Daarop volgde „Bleeke Bet", regie Richard Oswald en A. Benno. De tweede film onder Speyers regie was „Malle gevallen", waarin onze landgenoot Roland Varno, die te Hollywood filmt, een rol vervulde. De eerste Nederlandsche avant-garde film was „Dood Water", met goede regie van Felix Rutten en vooral prachtige fotografie van Andor von Barsy. „Blokkade", de film van Willem Bon, was een mislukking. „Het meisje met de blauwe hoed" is een succes geworden door het goede spel van Lou Bandy en het was tevens de laatste rol van Truus van Aalten, die nadien om onverklaarbare redenen van het filmtooneel is verdwenen. „De familie van mijn vrouw", eveneens opgenomen onder regie van Jaap Speyer, was een poging om een pikant blijspel te verfilmen, maar geslaagd is men daarin niet. De film had dan ook maar weinig succes. Goed was „Op hoop van zegen", regie van A. Benno, met mevroaw de Boer-van Rijk in de hoofdrol. „De big van het regiment", regie Noseck, was aardig. „Op stap", een film met een slecht draaiboek, bood alleen goed spel van Louis Davids. De regisseur was Ernst Winar. Veel beter was „De Kribbebijter", die onder regie van Herman Kosterlitz tot stand kwam. Ook „Het mysterie van de Mondscheinsonate" beteekende weer een grooten stap vooruit en regisseur Kurt Gerron bleek een groote aanwinst. En toen kwam „Suikerfreule", met regie van Haro van Peski, de rij vertoonde films sluiten. Gelukkig was het lest best." „Welke films staan er nu nog op stapel?" „Ten eerste „Lentelied", regie Simon Koster. Verder „Jonge harten", regie Hugenot van der Linden en Joscphson, „Rubber", regie Gerard Rutten en Johan de Meester en „Het leven is niet zoo kwaad", regie Haro van Peski. Verder bestaat er nog steeds de mogelijkheid, dat de film „Kermisgasten" beëindigd wordt." „„De vier Mullers" was toch ook een Nederlandsche film?" „Inderdaad, maar ze is in een atelier te Weenen opgenomen. Ik vind, dat wij onze eigen filmproducten ook in eigen filmateliers moeten opnemen. Onze twee studios zijn goed geoutilleerd en met „De vier MulIers" heeft men heusch niet bewezen, dat alles wat uit het buitenland komt, goed is!"
Verwacht: De nieuwe grootsehe film van
GRETA GARBO
„ANNA KARENiNA" Garbo's mooiste stomme film, thans sprekend, met Fredric March en Freddie Bartholomew. Regie: Clarence Brown. EEN METRG-GOLDWYN-MAYER-FILM
schiedde, langzaam atdraaien en als ook dit niets oplevert, overspelen. In de plaats van Helen Stanley moet Larry King, de regieassistent, optreden. Als echter de camera op hem gericht wordt, springt hij ter zijde... en ontgaat juist een kogel, die uit een machine-geweer, dat in de. camera verborgen was, afgevuurd werd. King wordt gegrepeq en bekent dan, dat hij den moord bedreef om zijn broeder te wreken, die jaren geleden zelfmoord pleegde over bet verdriet, dat Helen Stanley hem aandeed.
Croeze Bosman-film Regie: D. Ross Lederman
Rolverdeeüng: Trent . ■. . . . . Ralph Bellamy Betty ...... . Shirley Grey Helen Stanley . . Gail Patrick
W:
"ie doodde Helen Stanley, de beroemde filmster, die echter talrijke vijanden bezat ? Dat is de groote vraag, waarover de scherpzinnige detective Trent zich in deze film bet hoofd breekt. Helen Stanley wordt tijdens een repetitie door een kogel gedood, doch over de identiteit van den dader tast men volkomen in het duister. Achtereenvolgens worden verdacht haar vroegeren echtgenoot, haar manager en iemand van bet technische personeel uit den studio. Allen kunnen ze echter hun on» schuld bewijzen! Ten einde raad laat Treüt de scène tijdens welke de moord ge- 25 -
24
_
a________^^_^_
NADRUK
VOOR ELKE OPGAVE VIJF PRIJZEN
■
-''M ■-:■
-'■■■i
■
NIEUWE
s
S
A
N
T 0
1
1
E N
E M|
Horizontaal: 1 en 5: de naam van een bekend persoon, 7. Vul in: kn. 8. Courantenjongen. 9. Voorzetsel. 10. Jongensnaam.j 11. Engel (Fr.) 12. Kleedingstuk. 15. Voor, 16. Dier. 17. Jongensnaam. 20. Bübelsche naam. 21. Afkorting boven een rondschnüven. Verticaal: 1. Van zijde vervaardigd. 2. Afkorting op telegrammen. 3. Kloppen. 4. Vrij zwemmend kuifpootig schaaldier. 8. Gemeente in Zuid-Tirol. 10. aNaast 12. Land in Europa. 13. Bid (Latijn). 14. Vaatwerk. 18. Visch. 19. Inham in een nuinr.
D
E
ß
A
N D|
A
L|
T
T
|A
|K
N
1
L
A T
0
R
K
[Ä N N A
0
Al
L I
N
L
E
■°
0
T
A
R
1
OPLOSSING LEHERGREEPRAADSEL
QN
JA PAN
DER
HAM DIG
MER
DOOR
HEID
& MOE DE
NACHT
tJA
& GEN HAND DA DER
MER RIE
JOHANNA. OPLOSSING LADDERRAADSEL D
A
A
R
N
A T
L E
N
M V
0
U
N
1
E
R O
L
A A
V
E
G
s K
A R A T
A
L 0
E
K S
1
P
OPLOSSING ZIG-2AG-RAADSEL
B E
S T E K
S T R A N D 0 N D A N K G E K A U W
VISITEKAARTJESRAADSEL
VERANDERRAADSEL
M
O
P
E
N
s
Dat gaat er in als klokspijs. OPLOSSING INVULRAADSEL K R S A L s A B B R U S T R U N L M 0 N s T K
A M A A N A R 1 S A T 1 3 T
K
M 4v
A N K e R A n D E R A R C H A A L K A R
TRAKTATIE. OPLOSSING SCMAKELWOORDRAADSEL
2 3 ^
T T
S
A) B R
T
L
5
6
s
M
s ö s
2
l
De hoofdprijs werd verworven door mejuffrouw Didi Deutekom te Berlijn. De troostprijzen vielen ten deel aan: den heer W.N B. Bried« te Amsterdam; den heer J. v. Gerrevlnk. Apeldoorn; mejuffrouw j. Langhout, Oegstgeest; mejuffrouw C. Du* ponchel, Den Haag; mevrouw C. W, Splinter, Amsterdam; mejuffrouw P. Hoffmann, Eindhoven ; mejuffrouw T. Bleys, Leiden;jongejuHrouw M, Zweistra. Rotterdam: mevrouw S. H. Thio, Vlaardingen; den heer H. G. Coelman, Den Haag. LILIAN HARVEY
DE AMATEUR-DETECTIVE Da politie koesterde reeds gerulmen tijd, In verband met fen reeks diefitellen, verdenking tegen een berucht individu, echter zonder hem iets te kunnen bewijzen, of hem ergens op te kunnen betrappen. De man leefde schijnbaar zoo keurig netjes, dat er ook niet het geringste op hem aan te merken viel. Op zekeren dag kreeg het hoofdbureau echter door een fout van den „loopjongen" van den schurk een briefje in handen, waarvan men vermoedde, dat er iets mee loos was. Het epistel had oogentchijnlljk een zeer onschuldigen inhoud. Wij laten dien hier volgen:
By juiste invulling ontstaat in de punten een bekend gezegde.
LETTERGREEPRAADSEL
ie LA
V ' LA
(TJ' LA
4
LA
' h
LA
//
// /
é:
cic /^ / ^ / ^ . . Lettergrepen> ikrfO>Htr>^r'tp< srf; te»r !.-Iemands leven op arglistige wijze be.&, & ju, aeti. -^ -^ S ' -^ .,/ dreigen. / 2. Onderworpen. Vul in verticale richting op zoodanige ZrEen voorwerp van electriciteit ontwijze bovenstaande lettergrepen in, dat er doen. woorden van de volgende beteekenis onti^Groenie. staan: ^ji. Binnenlaten. "/' f
ONZE FILMPUZZLE - MONOGRAMRAADSEL
V
K
i:S{L/V-
Ml
is
jr
Jts
>
X
A A-
T
T
^
K M
OPLOSSING C. & Th.-SILHOUETTENPUZZLE
K E T
G E RE K T
1
Vul van buiten naar binnen woorden in, die beteekenen: ^^Een droom hebben. ^2rTen anker komen. 3. Stuk grond. 4. Dof weerklinkend geluid. - 5. Bewoner van Algiers. 6. Iedereen. 7. Maaltijd houden. 8. Een vijandelijk schip aan boord klampen. 9. Met cijfers werken. 10. Bewoner van Amerika. 11. Dampen. 12. Aantrekken. 13. Ledig maken. 14. Nadeel toebrengen. 15. Tusschen iets knellen. 16. Van Leder. 17. In orde brengen. 18. Kleur geven aan. 19. Ontvoeren. 20. Meester, baas. 21. Brommerig heen en weer loopen. 22. Verschillen.
f-4i
IJ
1
OPGAVEN
1
N
L
T
BREVET.
OPLOSSING HOEVtEL DIERENNAMEN ZIJN HIERIN VERBORGEN?
Slang, leeuw, tor, rups, egel, konijn, paard, mier.
/y
B Het woord melk moet door vyf keer veranderen, door lederen keer één letter door een andere te vervangen, veranderd worden in boer.
NDE PRIJSWINNAARS De hoofdprijzen werden verworven door: mejuffrouw R. v. Woerkom, Den Bosch; den heer H. Snoey Kiewit, Rotterdam; den heer ). Weyerman, den heer H. G J- Rust, mevrouw H. van Meijeren, den heer J. M Emmen, Den Haag; mejuffrouw A. Koerselman, Deventer. De troostprijzen konden worden toegekend aan: den heer N. den Breejen, den heer L. v d. Bos, mejuffrouw N. Wakker, den heer L Pot, den heer A. Blaas, den heer J. Blazer, Rotterdam ; den heer G. J. Vsldsrs, den heer F. C. Thomson, den heer C Balkema, mejuffrouw Terpstra, den heer C. de CIer, Den Haag; mejuffrouw E. Wolder, den heer C. A de Bar, Amsterdam j den heer G. Berthauar. Laren ; mejuffrouw A Diemet, Rankum; den hear A. Rodenhuls, Leeuwarden ; den heer W. Holzhauer, Doorn ; mejuffrouw M. de Wit, Zaandam ; mejuffrouw J. Langxtra, Oegstgeest; den heer H van Dekken. Arnhem; den heer A. Verhagen, Overschie; den heer L, Schregardus, Utrecht: mevrouw S. H. Vink, Vlaardingen; den heer M. van Beek, Apeldoorn; den heer G. Bouwman, Voorburg; den heer L. Veth, Dordrecht; mevrouw H. de Jong-Ooiterbaan. Winschoten; mejuffrouw A. v. Outheusden, Tilburg.
VOOR
L ^
In onderstaande visitekaartjes zijn de beroepen der eigenaars verborgen, die door omzetting der letters te vinden zijn.
P A N T E R S P A ii J £ & 0 M T E N B R
S
CIRKELRAADSEL
E
Ni
0
- ■ ' :
KRUISWOORDRAADSEL
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL
E
1
■,
D E N K G Y M N A S JT 1 E K
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 26 NOVEMBER
M
VERBODEN
Onder degenen, die ons goede antwoorden zenden op deze puzzle, die speciaal voor de filmliefhebbers is gemaakt, — eveneens voor 17 December — zullen wij een hoofdprijs van f 2.50 en als troostprijzen tien foto's van filmsterren verdeden. De dooreengeworpen letters moeten in de juiste volgorden geplaatst worden en dan zullen ze een zin vormen, betrekking hebbend op de film. De oplossingen worden ingewacht door de redactie van dit blad, Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe, gelieve men duidelijk te vermelden: FILMPUZZLE 17 DECEMBER. — 27 ■ ti,:, iiV:„':,^>V:.-'>, '
Amice, Langs dezen weg maak ik Je er even opmerkzaam op, dat Je oude moeder, die daar zoo alleen In de Zeestraat woont, misschien gevaar loopt. Ik heb gehoord, dat de Bouwpolitie zich bemoeid heeft met het huis, dat naast dat van je moeder staat en dat reeds gerulmen tijd leeg is. Het. dak is oud, men mag overdag niet In. het huis komen dan met uitdrukkelijke toestemming van de Bouwpolitie. Het schijnt dus niet ongevaarlijk te zijn, zoodat ik je aan zou raden er eens een kijkje te nemen. Het zou voor het huisje van je moeder misschien ook gevaar op kunnen leveren. Hendrik. De scherpzinnigste speurders probeerden hun talent op dit briefje, daar men er van overtuigd was, dat er ,,een luchtje aan was". Echter zonder resultaat. Tot zich opeens een der inspecteurs iets herinnerde over een zeker soort geheimschrift, dat in den wereldoorlog werd gebruikt. Na heel lang zoeken en probeeren slaagde hl] er eindelijk in, de boodschap, die het briefje Inderdaad bleek te bevatten, te ontcijferen. Gelukkig nog net op tijd om een goede vangst te doen! Wie onzer lezers, die eveneens detective-gaven bezit, /iet daar ook kans toe 7 Onder degenen, die voor 1 7 December een goede oplossing zenden aan de redactie van dit blad, Galgewater 22, Leiden, zullen wij een hoofdprijs van fl. 2.50 en twee troostprijzen verdeelen. Op briefkaart of enveloppe s.v.p. duidelijk vermelden: Amateur-detective 17 December.
ONZE PRIJZEN Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze weck 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20 troostprijzen. DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 17 December in te zenden aan de redactie van dit blad Galgewater 22, Leiden. Abonné's uit de overzeesche gewesten vóór 17 Februari. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 17 Dec.
'■W
^
Oë
„Wèèt hij dat ze in leven is?" Elsie's stem klonk angstig. „Ja. Je moet geen pogingen doen om haar te zien, te spreken of te schrijven. Het zou voor jullie beiden gevaarlijk zijn." „Waar is ze?" „Op het oogenblik in Parijs, maar daar blijft ze, denk ik, niet lang. Ik geloof dat ze daar gekomen is om haar met mij samen te brengen, om te zien of ze mij herkennen zou." „Weten ze dus wie je bent?'' „Ze zijn nog niet overtuigd — ten minste dat geloof ik." „Dan is het gevaarlijk voor jou — heel gevaarlijk." Lindsay liet een kort lachje hooren. „Tamelijk." Toen kortaf: „Wie is Lee?" „Lee?" „Je zei, dat je moeder over Lee sprak, toen ze ziek was. Weet jij wien ze bedoelde?" Elsie aarzelde. „Ze praatte nooit over familie of vrienden. Ik geloof dat het iemand was, waarvan ze gehouden heeft. Ze had een schilderij, dat hij gemaakt heeft — een aquarel. Ze hield het altijd verborgen. Ik zag het voor 't eerst toen ze ziek was. De letters L. A, stonden er onder. Ze zei: „Lee heeft het geschilderd." Ze had het in bed en keek er steeds naar. Ze vroeg me het voor hem verborgen te houden. Het laatste wat ze deed voor ze ziek werd, was den achterkant, die gescheurd was, te repareeren." „Was de achterkant van papier?" „Ja. Ze vroeg me lijm te halen en bruin papier; dat plakte ze er overheen." „Heb jij die aquarel?" „Ja — natuurlijk." „Mag ik haar zien? Wil je haar aan Jimmy meegeven? Ik zal zien dat ik morgen of overmorgen bij hem op zijn kamers kom. En nu moet ik gaan." Hij was bij de deur toen ze vlak naast hem kwamen, ieder aan een kant. Elsie schoof een hand door zijn arm. „Je bent toch voorzichtig?" vroeg ze. „Hij — hij is zoo doortrapt-sluw — je wèèt niet hoe." „Zeg, kan ik niets doen?" vroeg Jimmy. „Ik zou zoo graag een handje helpen." Elsie keek met een gretigen blik naar hem. Haar wangen waren rood, de bruine oogen een beetje vochtig. Jimmy was wat verlegen, maar zoo vriendelijk als Elsie. Het gezegende woord: zwager, had effect gehad. Lindsay ging heen met een warm gevoel in het hart.
PflTRlClPl HOOFDSTUK
XXXIII
„Dat is, geloof ik, alles," zei Lindsay Trevor. Hij stond met zijn rug tegen den schoorsteenmantel in de bibliotheek van zijn opdrachtgever, mr. Smith. Het vuur achter hem brandde laag — een berg gloeiende asch met het overblijfsel van een groot houtblok er over — maar er was in de langwerpige kamer, waar de haard den geheelen dag gebrand had, een behaaglijke atmosfeer. Mr. Benbow Collingwood Horatio Smith lag, in zijn volle lengte weggezakt, in een grooten leeren fauteuil, zijn fijngevormde handen elk op een leuning, zijn voeten naar het vuur uitgestrekt, de halfgesloten oogen droomerig gericht op de bovenste rijen boeken, die de wanden bedekten. Op den armleuning van een anderen stoel zat een kleine, rossige man met een nagenoeg kaal hoofd en stekende, grijze oogen, als scherpe punten van gepolijst staal. Hij was misschien de slechtst gekleede man in heel Londen en'uit zijn zijzak stak een felroode zakdoek, die een halve mijl ver zichtbaar was. Lindsay had eens gezegd: Als Garratt zich wil vermommen, dan hoeft hij alleen maar een fatsoenlijk pak te koopen en zijn zakdoek in zijn zak te stoppen. Op dit oogenblik had hij een licht tweed pak met een rose ruit aan. Zijn zakken puilden uit als die van een schooljongen en het had er veel van of een pak van een ouderen broer voor hem vermaakt was. Een blauw en wit overhemd, een gerafelde groene das en hard-gele schoenen voltooiden zijn toilet. Mr. Smith's verschijning was, met dézen man als achtergrond, van een ongeloofelijke distinctie. En toch was dit wonderlijk-uitgedoste heerschap niemand anders dan Kolonel Garratt, de groote man van den Geheimen Dienst. Garratt knipte met zijn vingers. „Alles!" herhaalde hij Lindsays laatste woord op minachtenden toon. „Als dat alles is, is 't ook niet veel! Theorieën bij de vleet, maar bewijzen, ho maar!" Lindsay lachte. „Nu," hernam hij, „ze vonden 't in ieder geval de moeite waard, om te probeeren mij van 't tooneel te laten verdwijnen, dus ik veronderstel dat zij een betere opinie over mijn bewijzen hebben dan u, kolonel." Garratt had het eene been over het andere geslagen, hij boog zich naar voren en wreef de bovenste knie. „Waar komt het op neer? De Gier verdwijnt in 1922. Lewindorf, bij wien Drayton als bibliothecaris in dienst is, sterft in
;
.
'
UU€nTUUORTI-l 1922. In hetzelfde jaar komt hij als bibliothecaris bij Restow. Je jeugdige vriendin. Miss Elsie Manning, ziet haar deugniet van een vader het laatst in 1922. Daarom — o, lieve deugd — is Drayton de Gier!" „Zoo is het niet precies, kolonel," protesteerde Lindsay. „Nu, wat dan?" „U schakelt Gogo uit. Gogo heeft toegegeven, dat hij voor den Gier werkte door Miss Rayne te schaduwen. Ze is zonder twijfel naar Parijs gebracht om te zien hoe ze reageeren zou wanneer ze mij onverwacht ontmoette..." „Gissingen!'' beet Garratt hem toe. „Vermoedens, op niets gebaseerd!" „Neemt u mij niet kwalijk, maar ik ben het niet met u eens. Gogo, die toegeeft voor den Gier te werken, wordt opgedragen Miss Rayne te schaduwen en op te letten of ze mij ontmoet. Dat is wel een basis." Garratt knipte met zijn vingers nog geen centimeter van Mr. Smith's linkerhand. „Wat zegt u er van, scheidsrechter?" „Ik voel voor Mr. Trevors gezichtspunt," verklaarde Mr. Smith, nog steeds onafgebroken starend naar de bovenste boekenrijen. „Het is wat moois!'' mopperde Garratt. „Wij zouden een fraai figuur slaan als wij Drayton te pakken namen op aanwijzingen van dit kaliber: Hij huurde een apache om mijn verloofde in Parijs te schaduwen en ik vond een slang in mijn bed." Hij greep zijn hoofd beet en wipte heen en weer cp zijn stoelleuning. „O, lieve deugd, o, üeve deugd!" „En die afpersing dan?" vroeg Lindsay. „Mijn beste Lin! Ben je wel bij je positieven? Wou jij in het getuigenbankje gaan staan en zweren bij Sir John Gladisloe te zijn geweest om hem af te persen? Je hebt alleen je eigen verklaring dat Drayton je daartoe instructies gaf. Drayton heeft zijn zak stikvol alibi's! Hij is een geleerde, een soort kluizenaar, die zich alleen voor zeldzame boeken interesseert en weet niets van stakingen en dergelijke prozaïsche dingen. Hij is een intellectueel en denkt aan dingen, waar een gewoon mensch verstomd van zou staan." De kolonel neuriede een populair melodietje, klopte op zijn knie en besloot: „Dat leidt nergens toe!" „Ik dacht van wel.'' Garratt gaf wèèr een klap op zijn knie. „Wat Gogo zegt is geen bewijs, en wat jij zeggen zou, snijdt, juridisch gesproken, ook niet veel hout! De politieke inlichtingen, die we gekregen hebben, zijn allemaal aardig, en ik wil niet zeggen dat we er ons voordeel niet mee kunnen doen, maar als bewijzen tegen Drayton schieten we ^r
- 29 -
DIANA NAPIER IN DE NOVA-FILM „MIJN HARTEWENSCH" ...■■.■.■
<';:"- '"
lOD^JYEM
UIT HÉT en<5€LUH VRD
■■.■■■■■■■■
■'^.-^•■''''^
il
"
■
"
—
^^^^^^^^M
-::--::--V:
STc MCOLAAS-WENSCHEN. KROES A yV I
od lib.
ff«
J
S
±=É
p j'ii^ji^ Hij heeft een e - lectrisch treintje
Jan-1je is een aar-dig ven-tje, Dol ver-zot op me-cha-niek,
luchtig spelen
gj -
m
?
il
HENFC STUUROP
J J JIJN JIJ J^
P
Ü^ P
r
xr
^^
«5"
met muziek
Jan-tje is mo - dem ge - bo - ren; Sinterklaas, die weet er van,
En een doos-je
Hij wil graag een
3" ^p J f j i pi^^^^p j J .ijLnr^i-i ^iffftii -s-fyf^ u«V^rif..- ppipB Tf Y
m?
TT
Y'
speelgoed broertje
Sinterklaas,
Dat c^IèOTIScn pra-ten kan!
Pieterbaas! Ér
valt zooveel te. wen - sehen
ru r jfi Ter gelegenheid van de 500ste opvoering van „Boefje'' bood het echtpaar v. d. Lugt-Melsert den leden van het Vereenigd-Rotlerdamsch-Hofstad-Tooneel een soiree aan. Op onze foto ziet U het voltallige ensemble. Foto Corct ook al niet veel mee op. Die Madame Ff.-rrans, op wiens spoor jij ons gebracht hebt, is een oude bekende. Ze noemde zich vroeger Marie Morel. Gourand heeft haar tweemaal bijna doodgeschoten, maar ze is beu'e keeren op het kantje af den dans ontsprongen. Draytons intriges hebben ten doel de vlootconferentie te laten mislukken. We hebben de menschen, die ze moest opporren, geïdentificeerd. F. en J. zijn vooraanstaande journalisten. N. is,een partijlai-lor." Garratt noemde de namen. „N. zal vermoedelijk eerstdaags een razende indiscretie begaan, die de poppen aan het dansen zal brengen, met een dikke kans dat, als de conferentie er niet heelemaal op strandt, de internationale verhoudingen er toch door vertroebeld worden. En dat is het doel van al dat gewroet en gekuip, nietwaar? Als afpersing daarbij een handje kan helpen, schrikken ze er niet voor terug; integendeel, ik wil wel toegeven dat dit juist iets in de lijn van den Gier is. Hij verzamelt schandalen — sommigen er van zet hij in fjeld om en koopt weer nieuwe schandalen — er zijn altijd genoeg schandalen te koop, als je je den prijs kunt permitteeren. Wel, hij verkoopt sommigen voor geld en andere voor stakingen en dei gelijke, weer andere voor artikelen in de Parijsche pers, die er toe kunnen bijdragen het wantrouwen tusschen de volken te vergrooten, of voor sluw-berekenende indiscreties in de Fransche kamer of een ander parlement. En als ik me niet hèèl erg vergis, verkoopt hij een deel van zijn schandalen ook voor oppositie tegen internationale overeenkomsten, tegen den handel in verdoovende middelen of blanke slavinnen en zoo. Neem onzen vriend Ferdinand Schreckl Waarom denk je, dat hij schatting betaalde aan den Gier?" Er kwam een droge lach over Garratts lippen, die veel had van het grommen van een terrier. „Heb je jezelf die vraag wel eens
gesteld? Ik heb het gedaan, en ben tot de conclusie gekomen dat het de moeite loonde! De Gier perst de 'staatslieden af, die de wetten maken en de autoriteiten, die ze moeten uitvoeren, en het is beter schatting te betalen aan den Gier, dan den winkel te moeten sluiten ten gevolge van internationale verdragen of de gevangenis in te gaan." Lindsay stond op den eenen voet en warmde den anderen. „U begint bij Drayton en eindigt bij den Gier," merkte hij 'n tikje ondeugend op. „Die zet is voor Trevor," constateerde Mr. Smith effen. Garratt maakte een ongeduldige handbeweging. „Hij is hem van harte gegund! Hij kan rustig aannemen, dat Drayton de Gier is en ik dat de Gier Drayton is, maar we schieten er geen steek mee op, als we geen bewijzen hebben waar geen speld tusschen kan. Nou jij, Lin?" „Wij moeten die bewijzen zien te krijgen." Garratt grijnslachte. „Ga je gang! Mijn zegen heb je. We zullen Lewindorfs huishoudelijk personeel zien op te sporen en Draytons gangen onder den naam Manning nagaan — maar acht jaar is een heele tijd! En als iemand het wèèr op je leven gemunt heeft, zie dan, dat je hem te pakken krijgt. Eerlijk gezegd is dèt onze beste kans op een bewijs." Zonder zijn oogen op te slaan, vroeg Mr. Smith eensklaps: „Wat was de voornaam van Mrs. Manning?" „Ik weet het niet," antwoordde Lindsay. „Maar Miss Rayne, haar oudste dochter — ik had den indruk dat zij Marian heette?" „Ja, meneer." „Misschien heet ze naar haar moeder." „Ik weet het niet." „Het is mogelijk. En Mrs. Manning praat-
-30 -
te gedurende haar ziekte over Lee — een kunstschilder, meen ik, dat je zei." „Elsie Manning heeft een aquarel van hem." „Een aquarel maakt iemand nog niet tot kunstschilder," zei Mr. Smith op vagen, afwezigen toon. „Neen — neen — zeker niet. Maar ik meen, dat je zei, dat het schilderij L. A. gesigneerd was." „Ja — dat zei Elsie." Mr. Smith stond langzaam op, liep de kamer door en kwam terug met een groote portefeuille in zijn hand. Toen hij weer gezeten was, haalde hij met bedaarde bewegingen een bril uit zijn vestzak, zette dien op en begon de bladen van de portefeuille om te slaan. Garratt zat aandachtig naar hem te kijken. „Vermoedelijk," merkte Mr. Smith op, „zijn er duizenden personen, die de initialen L. A. hebben en ten minste één schilderij kunnen maken. Ik heb er een gekend, een jaar of twintig geleden. Ja — laat me eens zien..." hij dacht enkele oogenblikken met gefronst voorhoofd na. „Ja, het zal twintig jaar geleden zijn." Daarop nam hij een schets uit de portefeuille en overhandigde die aan Lindsay. „Je zult de initialen in den hoek zien staan." (Wordt vervolgd)
Een druppel op Uw zokdoeK
6 d'een vraagt dit.
jüii
P£
i
d'ander dat, ach ja, zoo zijn de
a
*!
0
0
0
^
i
=—; Jé p» i '-
i«
Maar, wat je wenscht. och, dat krijg je
s^M; g^=^
men - se hen!
E
Miesje was een vroolijk kindje, Ergens op een H.B.S., Maar ze zat vaak stil te staren Onder d'aardrijkskunde-les! O. een kleine, luxe wagen, Aan het stuur een echte „heer". En dan droomen, al maar droomen Aan een zalig Zwitsersch meer! i?e^ein
vaak niet!
a a
M-tf4t l era r+t
7
e=E
I
£=*
zingen ver - langend we zii
Luister,
mm feg
£
Sinterklaas,
#—»
Pieterbaas
~
ons
lied
i
m
s ♦•*■*■
m
le-der op zijn ge - bied!
^fpiJrrrir^E' rriJJiJii Juffrouw Jansen had een sijsje, Maar het dier was doodgegaan. Telkens keek ze 't leege kooitje Zuchtend en weemoedig aan. Ach, ze moest er niet aan denken. Stel je voor, een nieuwe sijs. En dat kon er tóch van komen. Sinterklaas ging weer op reis! Refrein
Opa zat wat uit te kijken In zijn leunstoel voor het raam. En hij vouwde heel aandachtig Weer zijn ochtendkrantje saam. Schuchter klom het morgen-zonlicht Langs een oud, verweerd gordijn. En hij neuriede in stilte 't Hem zoo welbekend refrein: Refrein
|V|A|SON ODIO"T 7 PLACE DE LA MADELEINE. PARUS Fabriek van
Specialiteit
Artistiek Zilverwerk Gevestigd
voor geschenken in zilver
m 7690
en verzilverd
1
metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
Flacon a f.1,a5 «n f.2-bij apottwkm «n droqisUn .
vei sciiijiii wekelijks — Pr^s per kwurlual f. I.y5
Red.en Adm. Oaigt-water 22, lelden. Tel. 76». Postrekenlnfl 4i(nwi êm
^H