VERLANG MET TE VEEL, Woorden van Annie Avanti
Muziek van Charlenrij
WEEK
sSP**
I
fe
i
A|)ril1933
M > > .MI > .h J' j) I ji j) J^ I jiij ÖÜÏÜ
»* •—^ Ver - lang niet,dat het
fe
Ie - ven steeds. Je
en - kei maar ver - blijdt.
Je
s
lach zou niet ge-
f
^e
±
CINEMA S, THEATER
mm luk-kig zijn Als je
I
$_ rn—i—i
nooit meer had ge - schreid.'Ver - lang niet, dat het
,
i=?
-T""!—r^—,
r
|g V;^
^ ■-
f ' V
;:*
r
r- i
r
*-■
M ^r
. i
r
Ie - ven zelf. Ge - luk en Ie - vens - moed, maar zoek het in je 4-r
1
P
P
ei - gen hart. En
f ï ^i E
p p J' i)l 1 II 't komt je te - ge - moet! ^
P
MAISON C3DICDT 7 PLACE Fabriek van
r~—jr
£
^ j) > ^ >l >TT^ Ji I f p I^ bjik} > ii > l
r
0 J^
be-ring hebt ge - kend. Ver - lang niet van het
P
i
l '
fJ- >H^^->l J. j)! JO J^
^
0
i
jL
went, 't Geeft steeds ge - not, wan - neer je ook, Ont
PÜPiE
é
i
Pip p ffp pi
*
1 , £
Ie - ven steeds. Met weel-de wee je ver
4i »
DE LA MADELEINE, PARIJS
m
Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd
1690
metaal
Artistiek Zilverwerk Gevestigd
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE Verschijnt wekelU^s — Prüs per kwartaal f. 1.95.
Red. en Adm. Galaewater 22, Lelden. Tel. 76). Postrekening 41HSU.
m' lsp**lt d« hoofdrol in da Of«
Sport eischt POND'S *^ ,; Karen Morley M.O.M.
n Zware rit voor den boeg...? Wrigley's Kauwgom 'zorgf voor rust, kalmte en opgewektheid, noog bij inspannend werk. Geen andere versnapering is zoo nuttig, lekker en goedkoop. 2 soorten: PJK. (zuivere pepermuntsmaak). Spearmint (pittige kruizemuntsmaak).
WRKJLEY GETSIT VEfiDBIJFT LIKDOORNS
Sportgirls wéten wel waarom ze Pond's gebruiken I Sport en spel schaden haar huid niet, zoolang er Pond's is - Pond's om haar teint te beschermen I 't Is zoo eenvoudig» en afdoende: 's-avonds wat C o 1 d Cream, om de huid tot diep in de poriën te reinigen. En overdag wat Vanishing Cream. Zoo blijft Uw huid fluweelig en glad. Zóó houdt U op 't sportveld een teint voor de balzaal!
LEELIJK HAAR ^
We9 m 5
1. Spreidt W
POND'S
minuten
beide Creams^ ontvangt U na inzen-\£^\ 1 ding van 10 cent portmaan Pond's Extract Co., Afd. 14 , Amsterdam.
Nieuwe Witte
VIETO Het doet er niet toe wäär U likdoorns of eelrknobbels hebt - even aanstippen met „Gets-it" en de pijn is weg. Daarna verschrompelt de huidverdikking en valt weg. U voelt uw nauwe schoenen niet meer. ledere apotheker en drogist verkoopt de echte „Gets-it". U kunt een dozijn likdoorns en eeltknobbels verwijderen met één flacon van 90 cent.
oETS-rr-
6-37 E
GODFRIED DE GROOT JAN LUYKENSTRAAT 2^
-
AMSTERDAM
TELEFOON 28474
SPECIALITEIT IN MODERNE EN ARTISTIEKE FOTO'S
m
^TN
^
:
rMONSTERS
te onfWen plek, zooals hel uif de tobe komt 2. Wascht ket daarna af. 3. Het kaar is weg ! Veilig—Reukloos. ^1.—eB/1.75
O seconden
¥
VANISHING EN COLD CREAM
ecBToadif uit op de
cj- alle pijn weg in
1. Scène uit „Wenn die Liebe Mode macht". V.l.n.r.: Gertrud Wolle, Georg Alexander, Renate Müller en Hilde Hildebrandt. 2. Hans Albers en de smokkelaars in „Rauschgift", een der laatste films van Duday. 3.'Bruno Duday. 4. Scène uit „Lachende Erben" S Erwin Kaiser en Hedwig Schlichter in „Wat mannen weten moesten".
MEN ZIE DE VELE REPRODUCTIES VAN .ONS WERK IN .HET WEEKBLADCINEMA & THEATER.
wpfF**
e vorige week gaven we eenige foto's van bekende regisseurs met afbeeldingen uit hun nieuwste films. Op deze pagina reproduceeren wij thans den beroemden productie-leider Bruno Duday en eenige scènes uit zijn nieuwste werken. Productie-leider.zijn is een zeer ondankbaar baantje. Is een film goed, dan gaan de sterren, misschien wel eens de regisseur, met de eer strijken. Aan den productie-leider denkt niemand. En toch is hij een van de voornaamste figuren, die bijdragen tot het succes van de film. Het werk van een productie-leider bestaat daarin, dat de geheele zakelijke leiding van de filmfabricatie op hem rust. Hij zoekt het scenario uit en stelt den regisseur aan. In samenwerking met dezen, worden de medespelenden gekozen. Nu moet de productieleider nog een opnameleider, cameraman.
architect en costuumontwerper engageeren. Hü moet het atelier en de plaatsen voor de buitenopnamen kiezen en er steeds voor waken, dat de begrooting niet overschreden wordt. U ziet, hij is een persoon van gewicht! Bruno Duday is een zeer bijzondere leider. Hij paart aan zijn zakelijk inzicht een groote artistieke begaafdheid. Geen wonder, dat de regisseurs gaarne onder zijn leiding werken. Zijn laatste films zijn „Rauschgift", regie Kurt Gerron met Hans Albers in de hoofdrol, „Was wissen denn Männer?", regie Gerhard Lamprecht, in de hoofdrollen Tony van Eyck en Hans Brausewetter, „Wenn die Liebe Mode macht", regie Franz Wenzler, in de hoofdrollen Renate Müller en Georg Alexander en de film „Lachende Erben", regie Max Ophuels, in de hoofdrol Heinz Rühmann.
uizen hebben een soort karakter, als ik het zoo noemen mag; zij hebben een gelaatsuitdrukking. Dit klinkt wel wat vreemd, maar iedereen begrijpt, wat er mee bedoeld wordt. De menschen, die in een. bepaald huis wonen, drukken er hun stempel op. Zoo zijn er huizen, die er van buiten somber en droefgeestig uitzien, terwijl andere een vroolijk en gezellig voorkomen hebben. Er zijn zelfs huizen, die een indruk van afgrijzen, van akeligheid teweeg brengen. Ik ben in dit opzicht zeer gevoelig en het merkwaardigste is wel, dat het mij in verschillende gevallen gelukt is om aan te toonen, dat er in sommige huizen, die mij met weerzin vervulden, ook inderdaad iets gebeurd was — dat er een moord of de een of andere gewelddaad gepleegd was. Maar het is óók voorgekomen, dat mijn antipathie tegen een zeker huis eerst veel later gerechtvaardigd bleek en hetgeen ik u nu vertellen wil, kan hiervan een interessant voorbeeld genoemd worden. Eens op een dag slenterde ik door een der voorsteden en kwam bij een huis, dat pas gebouwd was. Het was een villa, zooals er zoovele in die buurt stonden, een huis met zestien tot achttien kamers, van de naburige gebouwen gescheiden door een tamelijk groot, vierkant stuk grond. Eenige werklieden waren bezig. met het verven van het houtwerk, met het strooien van grint op de paden, kortom met die karweitjes, die aan de villa voor een paar jaren het uitzicht van nieuwheid zouden geven, in tegenstelling met de minder netjes opgeknapte buren. Er was niets bijzonders aan te zien; ze behoorde tot dat getal groote, dure behuizingen, waarin de alledaagschheid haar zetel heeft opgeslagen, waarvan de inrichting ruikt naar het magazijn, waar ze gekocht werd en die doet denken aan gladgeschoren, welgedane eigenaars, die wijn en een goed leventje als de hoogste der aardsche genietingen beschouwen. Ik liep verder naar den ingang van de oprijlaan, waar een man stond, die blijkbaar toezicht hield op eenige werklui, die bezig waren een hek in de hengsels te zetten. Zoo op het eerste gezicht hield ik hem voor den eigenaar of den architect. Zijn gelaatstrekken troffen mij bijzonder en misschien ook daardoor bleef ik een oogenblikje staan kijken. De man keek mij aan, alsof hij zeggen wilde: wat heb jij hier te maken ? Mijn nieuwsgierigheid werd grooter naarmate ik 's mans gezicht nauwkeuriger bestudeerde. Nog maar zelden had ik zoo'n boosaardige uitdrukking waargenomen en ik betrapte mij op de gedachte, dat ik niet graag zóó'n kerel zou vragen een huis voor mij te bou-
;
■.■VW^LL-^.--—
COMPLEET VERMAAL
door
D'ALVÄßE'Z wen. Zijn hoofd en het grootste gedeelte van zijn gezicht waren bedekt met een verwarde massa ruwe, roode haren; zijn neus-stond eenigszins scheef en was lang en stomp, terwijl de wijde neusgaten wreedheid en zinnelijkheid verrieden. Hij had dikke, vooruitstekende lippen. De hand, die hij uitstak om aan de werklui eenige aanwijzingen te geven, was bedekt met een laag rood, donsachtig haar. Zijn eene oog zagloepsch. Neen — ik zou niet graag in een huis wonen, dat hij gebouwd hadl „Zoek je hier iets?" vroeg hij mij na een poosje op barschen toon. Hij was goed gekleed en klaarblijkelijk iemand uit den goeden stand. Ik beantwoordde zijn nijdigen blik met hem koeltjes aan te kijken. De man scheen te willen uitvallen, maar bedacht zich
DD«lfcirllclhi. bijtijds. Er bestaat geen wet, die iemand het kijken verbiedt. Bovendien kon hij aan mijn manier van doen zien, dat ik mij niet uit het veld zou laten slaan. „Stommerd, je zult de verf beschadigen!" schreeuwde hij tegen een der werklui, die struikelde en met het hek, dat hij oplichtte, tegen een der posten aankwam. De arbeider pruttelde, dat het werk voor twee man ook veel te zwaar was. „Ruk 'dan maar uit!" bulderde de kerel. „Haal je geld op 't kantoor en opgemarcheerd!" „Hét verveelt me van den vroegen morgen tot den laten avond uitgevloekt te worden!" protesteerde de man.
;V. VÉREENIGD ROTTERDAMSCH-HOFSTÄD-TOON EEL DIRECTEUR: COR VAN DER LUGT MELSERT.'
DE NIEUWE GOUVERNANTE '^i^MWéë Francis de Croisset noemde zijn nieuwe stuk „Il était une fois", er was er eens.... Hij wilde daarmee aangeven, dat zijn tooneelspel uitgaat van een feit, dat inderdaad tot nu toe slechts in sprookjes mogelijk was, maar dat nu misschien toch wel eens tot waarheid worden kan. En hij bouwt dit gegeven uit tot een tooneelstuk, dat ons een ganschen avond boeien kan, tot een geheel, dat waarlijk een sterk stuk met groote spanningeh • heeten mag. De schrijver brengt ons eerst in de kringen van geraffineerde' bandieten, op het „bureau" van een bende chicaneurs en oplichters, waar Ellen (Annie van der Lugt Melsert-van Ees), een afstootend leelijke vrouw, werkzaam is. Zij is eigenlijk, hoewel ze een ondergeschikt baantje heeft, degeen, die alles organiseert en bedenkt, kortom, die het intellect heeft. Op zekeren keer komt daar Sir James Baddington (Ludzer Eringa), die een gouvernante zocht voor het zoontje van zijn overleden vriend en neef, dat ergens in het Noorden van Schotland als eenig erfgenaam van een rijk geslacht met zijn grootvader samenwoont. Die gouvernante moet echter aan heel wat eischen voldoen: ze moet mooi zijn, vroolijk, lief en.... de zaak goed begrijpen, waarmee Sir James maar zeggen wou, dat de dood van den kleinen Bob, die als zwak bekend is, hem als eenige dan nog levende verwant niet onaangenaam zal zijn. Ellen belooft hem in drie maanden zoo iemand te zullen vinden. Kort na dit onderhoud is Ellen met een paar „kamerajen"' op een inbraak uit en heeft bij die gelegenheid als ze ontvluchten moet, het ongeluk een enkel te breken. Het ongeval blijkt zich echter zeer gunstig te ontwikkelen, in dier voege, dat ze in handen is gevallen van een beroemden chirurg (H. Schwab), wiens specialiteit gelaatsoperaties zijn. Hij slaagt er in haar afzichtelijke leelijkheid geheel te doen verdwijnen en uit dit monster 'n knap meisje te maken. Als deze metamorphose — de sprookjesachtige waarheid! — gelukkig is afgeloopen, herinnert Ellen zich het verzoek van Sir James Baddington om een gouvernante en ze besluit zelf deze post aan te nemen. Door haar nieuw verworven schoonheid weet zij zich dra aller gunst te veroveren. Een der hypotheses van den chirurg blijkt echter waarheid te bevatten, n.1. zijn stelling, dat vele misdadige vrouwen ook leelijk zijn en dat zij, als men haar schoonheid geeft, ook hun aard ten goede veranderen. Want onder invloed van de groote ge-
ANNIE VAN EES als de nieuwe gouvernante. {Poto W. Coret, 's-Gravenhaffé) negenheid, die zii opvat voor het kind (Annie van Duyn), den kleinzoon van den ouden, waardigen hertog (L. Gimberg) en niet minder door haar eerste beantwoorde liefde voor kapt. Patrick O'Leary (Dick van Veen), kan zij het .niet over zich verkrijgen Bob te dooden en hoewel Baddington op het laatste moment, als alles voor hem reeds mis is gegaan, O'Leary er van op de hoogte brengt, wie en wat deze Mary Starling, alias Ellen-van-de-bende, wel is, komt toch alles goed en op z'n pootjes terecht. Mogen we tot slot nog een woord aan spelers en spel wijden, dan zal dat in de eerste plaats een zeer groote lof voor Annie van der Lugt Melsert-van Ees moeten zijn; haar spel beheerscht 't gansche stuk, het is af in alle opzichten en zeer gaaf, hoe verscheiden deze rol ook zijn moge. Van de anderen verdienen vooral Annie van Duyn (die we nog een groote toekomst voorspellen!) en Gimberg een eervolle vermelding, waarbij ook Schwab niet mag worden vergeten. Het stuk zelve, hetzij nogmaals gezegd, is een goed tooneelstuk van een soort, zooals we het lang niet zagen en het zien zeer waard. R. A. L.
„Komaan, kameraad," zei zijn maat, „bedaar wat. Geef nog 'n zetje en het is er!" Met een krachtige inspanning hieven zij het hek op en lieten met een slag de hengsels op de bouten vallen. „Ezels!" barstte de opzichter weer uit. „Het scheelde niet veel, of de hengsels waren gebroken." De werklui droogden hun verhitte gezichten af. „U houdt er een wonderlijk taaltje op na, waarde heier," zei ik tot den roodharigen schreeuwer. „Volgt mijn raad en houdt u een beetje kalm. Dat geëzel en gestommerik is niet erg geschikt om de menschen plezier in hun werk te doen krijgen!" Hij keek mij aan, alsof hij mij te lijf wilde gaan, maar hij bedwong zich. Opeens veranderde zijn geheele houding; hij scheen min of meer onthutst
en nam uiterst deemoedig z'n hoed af. „Neemt u mij niet kwalijk, mijnheer," sprak hij op overdreven vriendelijken toon. „Ik had u niet herkend. Mylord kent mij waarschijnlijk niet, maar ik heet Atkins en heb de eer uw nieuwe rentmeester op Rossmore te zijn." „Zoo," antwoordde ik. „Naar uw papieren en foto te oordeelen, had ik mij u geheel anders voorgesteld. Van dat oogenblik af nam ik een vast besluit nooit meer iemand, hoe uitmuntend zijn getuigschriften ook mochten zijn, in dienst te nemen, zonder hem eerst persoonlijk gezien te hebben. „Mylord maakt zich misschien een verkeerd denkbeeld van mij, maar ik ben vanmorgen heelemaal uit mijn gewonen doen. Wanneer iemand veel met zulke mannen omgaat, wordt hij wel genoodzaakt ze op hun plaats te houden." - 6 -
„Te Rossmore zal dat niet gaan," antwoordde ik scherp. „Mijn werklui zijn niet gewend om als honden behandeld te worden." „Wanneer ik uwe belangen behartig, zal ik mij geheel naar uwe wenschen voegen," hernam hij. ,*,Hier geldt het mijn eigen zaken." En het was duidelijk te zien, dat hij zich in zijn gebied onafhankelijk gevoelde. Mijn afkeer tegen den man verminderde een weinig door deze laatste woorden. Ik glimlachte en wenschte hem goeden morgen. „U hebt geen aangenaam humeur," sprak ik nog onder het heengaan. „Zoo straks heb ik al gedacht, dat ik niet graag in een huis zou wonen, dat door iemand als u gebouwd was." Hij deed een paar stappen naar mij toe; zijn gezicht werd vaalbleek in de lijst van rood haar. „Wat bedoelt u daarmee?" vroeg hij mij met schorre stem en met een blik van onrust in zijn oogen. „Och, wind je maar niet op; ik zal onze overeenkomst niet verbreken om een paar ruwe woorden." Nog steeds bleef hij mij vorsehend aankijken, hoewel mijn laatste verzekering hem blijkbaar wat gerustgesteld had. Een eigenaardige gewaarwording, dat er meer achter dit alles stak, bekroop mij en ik vatte het plan op om, wanneer de zes maanden, waarvoor hij aangenomen was, om zouden zijn, mij van een anderen rentmeester te voorzien. Ongeveer een maand later wandelde ik weer denzelfden weg en bleef voor Atkins' huis staan. Op een der hekken was de naam „Edenrust" geschilderd en deze naam trof mij. Zou Atkins dien naam bedacht hebben? Zou er onder dat ruwe uiterlijk nog eenige aanleg schuilen voor gevoel en poëzie ? Ik kon, dat niet aannemen. Atkins en poëzie waren onvereenigbaar. De naam was niet anders dan een lokaas om huurders te trekken. Terwijl ik zoo mijn blik over het huis liet gaan, kreeg ik den indruk, dat het niet hetzelfde huis van vroeger was. Wat was er met de villa gebeurd?Waar was de nieuwheid gebleven, die zoo tegen de andere huizen in de buurt afstak? Het gebouw zag er nu vervallen uit en het leek wel, alsof er in geen vijftig jaar meer de hand aan gehouden was. De verf op de hekken was vuil en verbleekt; een der hengsels was met roest bedekt. Kortom, het geheel maakte een indruk van verwaarloozing. Met den tuin was het precies eender gesteld; de heesters waren verdroogd en grootendeels dood; het gras was lang en geel en lag als een laag vervuild hooi op de randen der perken en op de gazons.
Spi*OC*©H komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot SpPU'tola Bij alle Drogisten.
ik weer op het portaal terug kwam, meende ik een geluid te hooren, alsof er iets viel. Ik sloeg driftig tegen den muur en riep: „Atkins, waar zit je?" Geen antwoord. Intusschen voelde ik mij eèn beetje onwel, waarschijnlijk door dien vreemden damp en besloot maar weer naar beneden te gaan. Van uit den tuin bekeek ik aandachtig den voorgevel en ik zag direct, dat de drie ramen van het boogvenster, die straks dicht waren, nu omhoog waren geschoven. Daar in de kamer met het boogvenster moest Atkins zijn en ik ging weer terug naar de voordeur. Maar deze was gesloten en ik wist bijna zeker, dat ik haar op een kiertje opengelaten had. Een vreemde geschiedenis! Kloppen, rammelen en geroep om Atkins had niet het minste resultaat. Met een eenigzins zwaar hoofd wandelde ik naar het niet ver afgelegen telegraafkantoor en verzond een telegram naar Rossmore. Een uur later kwam het antwoord: „Ben hier, wacht uw bevelen.
— Atkins." Een tweede visioen de booze genius van de villa! De villa van Atkins verdween langzamerhand weer uit mijn gedachten, zooals ook de eerste indruk, dien ik van den eigenaar gekregen had, verzwakt was. Toch mocht ik Atkins niet lijden, niettegenstaande hij een buitengewone geschiktheid voor zaken aan den dag legde en met toewijding mijn belangen behartigde. Ontslaan deed ik hem daarom niet. Op zekeren morgen ontving ik een brief van een dienstmeisje; dat een jaar geleden om het een of ander vergrijp bij mij ontslagen was. ,j,Mylord — Ik vraag excuus voor de vrijheid, die ik neem, om u te schrijven, want u moet wel, na het geval met Smith, geen bijzonder goeden dunk van mij hebben. Toch,zou ieder ander meisje ook bang geworden zijn, wanneer Smith met een voorsnijmes op haar afgekomen was. Maar zelfs met Smith was het in (VeTvolé op pagina lo)
Terwijl ik uit een soort van nieuwsgierigheid het hek binnenging, zag ik, dat er gordijnen van een frissche roode kleur voor de vensters waren gehangen, die de naargeestigheid van het huis nog meer deden uitkomen. Nog dichterbij komend, zag ik ineens, dat ik mij vergist had, want dé verf was nieuw en ongeschonden; de geheele villa verkeerde in den besten toestand. Niets zag ik meer, dat mijn eersten indruk had kunnen rechtvaardigen. Ik begreep opeens, wat deze indruk was geweest: een visioen "van het kwaad, dat in deze woning huisde. Plotseling schrok ik, want voor een J© VDNCEINlTj Ci'ofo Godfried dt Gm») der vensters der bovenverdieping, tusde succesvolle Nederlandsche zangeres, vervult de sopraan-partij in de Mattheus-Passion fechen de helder roode gordijnen, vertoonde zich een terugstootend gezicht. Het verdween oogenblikkelijk, maar ik had dat loensche oog, dat roode haar en dien baard, dien boosaardigen blik herkend! Wat had Atkins nu in dit huis te maken? Zijn plicht riep hem bij zijn werk, een honderd kilometers daar vandaan. Ik besloot hem er naar te vragen en liep naar de voordeur, die, tot mijne verbazing, op een kier stond. Het huis was v^ui binnen even somber als vari buiten, 't Had iets sinisters. Mijn vpetstappen klonken hol voor mij uit en schenen als verschrikte vogels in de ruimte boven mij te vluchten. Dan keerden zij terug met harde, hortende stooten, terwijl een rammelende echo hoorbaar was. Wanneer ik stilstond, volgde er een diepe stilte en scheen alle geluid als weggestorven. Nadat ik de trap opgeklommen was, bleef ik op het breede, goed verlichte portaal staan, maar ik hoorde geen geluid. Toch moest Atkins in een der voorkamers zijn, waarvan alle deuren op het portaal uitkwamen. Er waren inderdaad vier deuren, maar de inrichting was toch anders dan ik verwacht had. Er was een groote, blinde muur op de plaats, waar ik de deur van de voorkamer had gedacht te zullen vinden. Ik begreep er werkelijk niets van; het lag zoo voor de hand, dat de ingang van de middelste kamer ook in het midden van den voorsten muur op het portaal moest zijn gemaakt. Plotseling bemerkte ik, dat de lucht op het portaal doortrokken was van een eigenaardigen geur. Verflucht was het niet; het had iets weg van amandelen. Met een resoluut gebaar opende ik een der deuren en trad een betrekkelijk kleine voorkamer binnen. Daar was de lucht frisch, maar in het vertrek was niemand te bekennen. Met den zakdoek voor den neus ging ik weer terug op het portaal en opende de tweede deur. Weer een klein kamertje, maar geen Atkins. Waar kon die kerel uithangen? En waar was de deur van het vertrek, waarin ik hem toch zeker wist gezien te hebben? Die kamer moest minstens de helft van het voorgedeelte der villa beslaan. Toen
HOE FILMSTERREN GEKLEED GAAN
mr zag er zorglijk uit. „Waar loop je toch zoo over te piekeren?" vroeg een vriend hem. ,,Ik weet niet, wat ik mijn vrouw voor haar verjaardag moet geven!" zuchtte mijn neef. ,,Nou, dat is nogal eenvoudig. Vraag haar zelf, wat zy hebben wil!" „Neen," steunde mijn neef, ,,dat kan ik niet betalen!" De onderwijzer gaf les in natuurlijke historie en sprak over de mol. „En weet je, wat nu het interessantste is bij dit dier? Het eet iederen dag zooveel als het zelf weegt!" „Maar mijnheer!" kwam een verbaasde stem achter uit de klas. „Hoe weet de mol nu, hoeveel hij zelf weegt?!" „En wanneer ontmoeten wij elkaar weer?" vroeg hij. „Wacht vanmiddag om vijf uur op mij bij de klok," antwoordde zjj. „Goed — wanneer kom jij dan?" „Wil je wel gelooven, dat men mij gerust tien gulden leent op mijn eerlijke gezicht?" „Nou, ik zou je er liever vijf leenen op ie gouden bril!"
Onder degenen, die ons vóór 17 April (abonné's uit overzeesche gewesten vóór 17 Juni) goed opgeplakte oplossingen benevens den naam van de filmster zenden, zullen wij tien foto's van haar verdeelen. Adresseeren aan: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe gelieve men duidelijk te vermelden: „C. d Th.-Puzzles No. 480". Als men het blad onbeschadigd wil houden behoeft men de stukjes niet uit te knippen maar kan men volstaan met ze te calqueeren of o ver te trekken, en de zoo ontstane stukjes op te plakken.
De tien foto's vielen ten deel aan de volgende goede oplossers: mejuffrouw H. M. ter l.aare, Amsterdam; mejuffrouw M. v. d. Put, Tilburg; den heer J. Hoevers, Arnhem; mejuffrouw Braxhoofden, 's-Gravenhage; den heer R. H. v. Overen, Amsterdam ; den heer P. Th. Hoedemaker, Rotterdam; mejuffrouw F. L. van der Dag, 's-Gravenhage; den heer W. B. Bosserman, Groningen; mejuffrouw C. H. E. van der Brand, Amsterdam; den heer S. de Rood, 's-Gravenhage.
KAMRAADSEL Onder degenen, die ons van deze puzzle goede oplossingen zenden, verdeelen wij een hoofdprijs van f. 2.50 en drie aardige troostprijzen.
MONOGRAMRAADSEL Wir zahlen keine Miete mehr. Wir sind im Ordnen zu Haus.
Horizontaal: 1. naam van een filmster. Verticaal: 1. de god van den slaap. 3. jaargetijde, waarin het gewoonlijk regent. 3. tegenwerping, tegenspraak. 4. ziet men op deuren. 5. kunststeen van houtstof geperst. 6. vloeibaar, scherp en vluchtig alcaloïde in de tabak. Te gebruiken letters: a-a-a-b-b-c-c-d-d-e-e-ee-e-e-e-g-h-i-i-i-i»i-i-j-l-l-m-m-n-n-n-n-n-o-o-oo-o-o-p-r-r-r-s-t-t-t-t-u-x-y-y.
Met de juiste oplossing van dezei DU puzzle vet /ierf mejuffrouw mejuffrouv A. J. Koelee te 's-Gravenhage wierf den hoofdprijs. De troostprijzen vielen ten deel aan den heer M. I. Levie te Velp (Gld.), mevrouw P, Aref te 's-Gravenhage en mejuffrouw L. van GeWer te Groningen. I
- » -
Een avondtoilet, ontworpen voor de Foxactrice Irene Ware, 1van teere georgette met een modernen kraag en versiering aan de taille van loovertjes, Lantrs de rokbanen loopen smalle glinsterende banden. (Foto Fox) Polly Walker's figuur, en gezichtje leenen zich bij uitstek voor dit flatteuze toiletje van lichtgekleurde tafzijde met een bovenstuk en strik op den rug van donker fluweel. (Foto Br.I.P.J
„Moeder, kan pappa niet zwemmen?" „Natuurlijk wel, jongen! Hoe kom je daar wel bij?" „Tante Elly zei gisteren, dat pappa altijd moeite heeft gehad, om zich boven water te houden!" Mevrouw: „Och mannie, als je toch in de stad bent vanmiddag, probeer dan een half el van deze zijde er bij te krijgen. Ik zal je een staaltje meegeven." Mjjnheer: „In welke afdeeling moet ik zijn? Aan die toonbank, waar dat knappe blonde meisje helpt, met die mooie blauwe oogen —" Mevrouw (hem in de rede vallend): „Neen, laat 't ook eigenlijk maar. Als jü den heelen dag hebt gewerkt, hoef je geen boodschappen meer te gaan doen. 't Spijt me, dat ik je heb lastig gevallen, lieve," „Ik geloof niet, dat er één vrouw is, die een geheim kan bewaren." „Nou, mijn vrouw kan 't anders best. Wij zijn nu al tien jaar getrouwd en zij heeft mij nog nooit verteld, waarom zij altjjd geld noodig heeft." Waf er gezegd wordt als de familie zich een nieuwen auto aanschaft. Vader: „Hoeveel benzine verbruikt hij?" Moeder: „Welke kleur heeft de bekleeding?" Zoon: „Hoe hard rjjdt hij?" Dochter: „Klinkt de claxon nogal leuk?" De buren: „Waar halen de menschen het vandaan?"
Eindelijk zal het er dan toch van komen. Van uit Haarlem begint de victorie. Niet alleen dat deze stad de bakermat van het sprekende Polygoonjournaal is, neen aan de boorden van het Spaame werd ook de basis gelegd voor een Nederlandsche speelfilm-industrie. De heer Benno, die reeds ten tijde van de stomme film eenige geslaagde rolprenten vervaardigde, engageerde den bekenden Nederlandschen regisseur Jaap Speyer en tal met diens hulp, het tooneelwerk „De Jantjes"als sprekende film opnemen. We komen binnenkort op dit werk terug.
..-;■
'
'
ir
I-.
[Vervolé van pag. 7} uw dienst lang zoo erg niet als in de betrekking, die ik nu heb. Mijnheer en mevrouw zijn pas getrouwd en beste menschen; om hen gaat het dus niet. Maar het is het huis, mylord. 't Is een mooie villa en alles is er even netjes, maar er is iets in, wat mij bang maakt. Wat het precies is, weet ik niet; de tijd zal dat wel leeren. Het heet „Edenrust"; dat staat tenminste op het hek. Mijnheer en mevrouw Lovell zijn niet van adel en ik zou er niet blijven, als mevrouw niet zoo'n engel van een mensch was. Zij hebben, naar het schijnt, geld geërfd. Hoe dat alles precies in elkaar zit, weet ik niet, maar sommigen zeggen, dat een ander het eerst had, een oom, een zekere mijnheer Atkins. Die mijnheer had het geld in zijn bezit, 1200 pond per jaar, tien Het Heven in de sftusOüos. jaar lang, totdat het bewezen werd, dat Tijdens de repetitie voor een spannend tafereel uit de Br.l.P.-fil'm „The Jewel Song". niet hij, maar mijnheer Lovell er recht op had. Hij had een testament of zoo liggen toch op het Zuiden I" Atkins overstuur. Hij wist de kranten over te iets achtergehouden. Er was geen be- keek op z'n neus, maar hij wees toch halen om den naam van het huis niet op het ruime en het luchtige van het wijs en daarom werd hij niet vervolgd, te noemen en gaf ons dienstboden, maar hij moest het geld teruggeven. Mijn- vertrek. „Jij," en hij keek mijn mevrouw geld om de zaak stil te houden. Ze heer Atkins moet anders een goed ernstig aan, „moet er voor zorgen, dat dachten allemaal, dat die jonge mijnNed daar gaat slapen, want zijn moeder heer zelfmoord gepleegd had. Mevrouw mensch zijn, want hij heeft voor mijnheer en mevrouw Lovell de villa ge- is aan de tering gestorven." Mewilde beslist het huis uit, maar die bouwd en wil er geen huur van hebben, vrouw werd bleek en greep naar mijnheer Atkins soebatte en smeekte 't Is een kleine schadevergoeding, zegt de hand van mijnheer. „O, Ned, is dat mijn mevrouw om toch maar alsjeblieft hij altijd. Natuurlijk kan hij er niets waar?" vroeg zij. „Ik hoest nooit," ant- in de villa te blijven wonen, omdat hij aan doen, dat er allerlei vreemde ge- woordde mijnheer, „'t is niets dan be- anders nooit meer huurders zou kunluiden en rare dingen in het huis zijn, zorgdheid van oom." „Zou hij geen berg- nen vinden. Nu is mijn mevrouw heeledie een mensch bang maken. Mijnheer lucht moeten hebben?" vroeg ze bijna maal in de war, want zij meent eiken huilend aan Atkins. „Hij zit hier goed," Atkins komt zoo nu en dan; hij is nacht die rare geluiden te hooren. U geen knappe man, want hij kijkt scheel bromde die, „op reis heb je kans om ziet dus, mylord, dat ik niets te veel en heeft rood haar, maar hij is wel allerlei ziekten op te loopen. „Oom," gezegd heb, dat dit huis niet pluis is. vriendelijk en zegt aan onzen mijnheer jammerde mevrouw voort; „er zijn Misschien kunt u helpen, want ik houd altijd, dat hij voor zijn gezondheid moet altijd geluiden in die kamer, zulke rare van mijn mevrouw. Ik kan natuurlijk zorgen en daar Atkins het geld terug geluiden. Kunnen dat ratten zijn?" krijgt, als mijn mijnheer sterft, vind ik Atkins keek haar even strak aan en ©MZi WEBCilLlimSCIHll dat heel mooi. Hij is verschrikkelijk be- sprak langzaam: „Ratten in een nieuw zorgd. De eerste maal, dat hij kwam, huis? Dat is onmogelijk. Hoor je die st.ond het hem heelemaal niet aan, dat geluiden eiken nacht?" „Neen; enO, 't is akelig en ik zij niet in de groote voorkamer wilden kel maar slapen. Die kamer ligt op 't Zuiden, zou denken, dat daar ergens gas ont- Vraag twee honderd én achttien* snapt. Daarom dacht ik aan ratten, die zei hij en 't is er frisch en luchtig. Hij Waarvan zijn de letters N.N., de veel gewas erg boos. Mevrouw ging naar hem misschien de pijpen doorgebeten hebben." bruikte uitdrukking voor iemand die onbeMijn mijnheer begon te lachen. „Oom kend wenscht te blijven, een afkorting? toe en lei haar handje op zijn schouder, hoewel zij bang voor hem is. „Wij hou- zal ons wel voor ondankbaar houden. den die kamer liever voor de logé's," zei Je bent toch niet zoo onnoozel om te denWij verdeelen een hoofdprijs van f2.50 ze. „Wanneer u hier komt, kunt u er ken, dat ratten aan gaspijpen knagen?" en vijf fraaie troostprijzen onder degenen, die in slapen; u bent zoo goed voor ons „Wilt ü er vannacht eens slapen, oom?" ons vóór 22 April (abonné's in overzeesche geweest." Hij keek haar aan, maar ant- vroeg mevrouw. ^Ik zal geruster zijn, gewesten vóór 22 Juni) goede antwoorden woordde niets; het was hem aan te wanneer eerst iemand anders er ge- sturen. Adressecren aan: Redactie „Het slapen heeft." „Er is niets, wat ik liever Weekblad", Galgewater 22. Leiden. Op zien, dat hij erg teleurgesteld was, dat zij de kamer niet wilden gebruiken. zou willen," had hij geantwoord, maar briefkaart of envelop vermelde men a.u.b. Onder het diner begon Atkins er weer hij viel in de rookkamer in slaap en ik duidelijk: Vraag 218. over te spreken en keek mevrouw vond hem den volgenden morgen. Hij lachend aan, terwijl hij kwasi dreigend had zijn laarzen en zijn jas uitgetrokken zijn vinger tegen haar ophief. „Laat me en lag op de canapé met een paar nu niet meer hooren, dat je niet in kleedjes toegedekt, net alsof hij tevoren die kamer wilt slapen, want ik heb ze van plan was geweest om daar den nacht door te brengen. Hij gaf mij een expres voor Ned laten bouwen. Hij Vraag twee honderd en veertien. heeft zwakke longen."—„Wel oom," zei halve kroon en vroeg mij om er maar niets van aan mijnheer en mevrouw te mijnheer Lovell toen, „alle voorkamers Onder contingenteering verstaat men bevertellen. Hij was, naar zijn zeggen, zoo perkende bepalingen betreffende den invoer. moe geweest, dat hij niet langer wakker Een bepaald kwantum van een vreemd artihad kunnen blijven. En nu moet u hoo- kel mag in een bepaalden tyd ingevoerd ren, mylord I Nog geen week later ge- worden en meer niet. beurde 't dat de jonge mijnheer Hensford, die hier bleef overnachten, in de groote Met de juiste beantwoording van deze kamer naar bed ging zoo gezond als vraag verwierf de heer A. C. UUersma een visch en des morgens was hij dood. te Amsterdam den hoofdprijs. De troostprijVergiftigd met Pruisisch zuur, beweerde zen vielen ten deel aan den heer N. Diedede dokter. De oogen lagen hem hol in rich, Amsterdam; mejuffrouw G. P. van zijn gezicht, dat heelemaal blauw was en Loenen, Deventer; den heer W. H. B. Briein de kamer hing een vreemde geur, zoo dé, Noordwijk aan Zee; den heer H. Snoey iets als van amandelolie. Mijnheer At- Kiewit; mejuffrouw P. van Maaren, Nijkins kwam direct over en was heelemaal megen. - 10 -
DE OPLOSSING
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST
TE ROTTERDAM
weggaan, maar ik heb zoo'n medelijden met haar." De werkelijk keurig geschreven brief gaf mij een schok en riep slapende herinneringen bij me wakker. Ik schreef het meisje terug en vroeg haar mij nauwkeurig aan te geven, waar de bewuste kamer in de villa gelegen was. Het antwoord kwam per keerende post: de middelste voorkamer op de eerste verdieping heeft een deur, die op de gang uitkomt, juist tegenover de trap. Er zijn nog twee kleine voorkamers, aan eiken kant een. „Atkins," — ik was toevallig bij hem op 't werk, toen ik het briefje kreeg — „ik kom deze week in de buurt van „Edenrust"; heb je soms een boodschap mee te geven?" •Hij was bezig een brief te tikken en was juist aan den laatsten regel. Niet voor hij dien af had, keek hij mij aan, maar wat een oogen waren het, waarmee hij dat deed! „Pardon, mylord, ik moest even den brief eindigen. Nu ben ik tot uw dienst." „Zoo, heb je niet gehoord, wat ik gezegd heb?" Nog steeds keek hij mij doordringend aan. „Ik geloof, dat ik u niet goed verstaan heb." „Dat is maar gekheid, Atkins 1" „Ik heb „Edenrust" verhuurd," ontweek hij. „Dat weet ik; aan een neef van je. Kan ik een boodschap meenemen?" „Mylord maakt zeker maar een grapje. Dat zou een te groote eer zijn voor mijn neef." „Je weet heel goed, Atkins, dat ik in allerlei menschen belang stel en nu in het bijzonder in de Lovells, omdat ik van een zelfmoord in dat huis gehoord heb. Die bewuste voorkamer zou ik graag eens willen zien." Ondertusschen had ik de oogen niet van hem af; de horlogeketting op zijn vest ging duidelijk merkbaar op en neer.
Hij haalde zijn schouders op. „Het spijt me, dat men misbruik schijnt gemaakt te hebben van — mag ik zeggen — uw lichtgeloovigheid." „Je hebt dus niets te zeggen?" Hij liep mij met katachtigen. zachten tred een eindje na, toen ik de kamer wilde verlaten. „U schijnt u met mijn zaken te willen gaan bemoeien?" zei hij met iets in in zijn toon, dat naar een bedreiging zweemde. „Ik ben erg nieuwsgierig n^ar de inrichting van een zekere kamer in het huis, dat ik je heb zien bouwen, mijnheer Atkins. Je herinnert je zeker wel, dat ik er eens geweest ben?" Hij hield zich goed. „Ik wist niet, dat die eer aan de villa was te beurt gevallen. Wanneer u er toch heen wilt gaan, dan wil ik de vrijheid nemen u te verzoeken om eens met Lowell te spreken. Sinds dat geval met Hensford praat hij aldoor over zelfmoord. Dat is krankzinnigheid voor iemand, die zoo alles heeft, wat een mensch maar verlangen kan." „Ik zal hem aanraden om in de groote voorkamer te gaan slapen," snauwde ik terug. Atkins keerde zich om, alsof hij een slag had gekregen en ging weer aan zijn werk. Mijn vroegere dienstmeisje deed open. Haar oogen zeideri mij, dat zij blij was mij te zien, maar zij sprak geen woord. Zij had blijkbaar goed onthouden, dat ik daarop niet gesteld ben. Nadat ik in de ontvangkamer gelaten was, kwam een mooi, tenger vrouwtje binnen. „Het is mij aangenaam met u kennis te mogen maken, mevrouw Lovell. Ik ben Lord Syferd. Misschien hebt u wel eens van me gehoord. Mijnheer Atkins is mijn rentmeester." Zij bloosde en glimlachte. „Het is erg vriendelijk van oom, dat hij u over ons gesproken heeft en het is voor ons een eer, dat u ons bent (Uervolé op pagina 10)
Een kijkje in het Nederlandsche filmstudio „Europa", waarin de heeren Willem Bon en Frans Dupont hen werken schiepen.
Wanneer jullie, geachte lezeressen en lezers, me uitdrukkelijk beloven, plechtig beloven het aan niemand verder te vertellen, dan zal ik u 'n geheim toevertrouwen. ... Even kijken of tri vtouw of d'r ma niet in buurt zijn .... Gelukkig, 't veld is veilig, ze zijn in de keuken bezig om over de schoonmaak te praten. Dat duurt nog wel even. Ik heb een slippertje naar den Haag gemaakt. Geprofiteerd van een bezoek aan m'n redactie in Leiden. Toch 'n leuke stad, die residentie, 'n Beetje stijf, maar aardige menschen op straat. Vooral vrouw-menschen. M'n vriend van Beverdingen, die een baantje aan de Varkenscentrale heeft, kwam me van den trein halen. Hij had een vrijen dag. 't Komt STEL JE DAT EENS VOOR... hem toe. Hij deed me een verhaal van het werk dat ze met die knorders hebben — daar is Pruttelaar heilig tegen. | Van Beverdingcn zegt, dat hij geen erwtensoep met kluif kan zien. Zoo komt het „pootje" boven, of hij ziet al de formulieren, brieven en paperassen voor zich en... . z'n trek in varkenskluifjes is bedorven. De man moest dus een beetje afleiding hebben. Daar 't 'n ouwe vriend van me is (we gingen samen op de bewaarschool) ben ik dus met hem op stap gegaan. We kwamen in een keurige gelegenheid waar gedanst werd. Ik heb me d'r geërgerd. Niet om de gelegenheid zelf, ook niet over de prijzen van de consumptie (van Beverdingen betaalde), allerminst over de aardige meisjes, die m'n varkens-controleerende vriend lieve biggetjes noemde — dat alles gaf mij geen grond voor ergernis. Wel een der nieuwe dansen. Als nouveauté, werd vertoond een dans met z'n drieën. Twee dames met één danseur. Twee danseurs met één danseuse. Neen maar, zijn de menschen nou heelemaal mal. Is de wereld niet gecompliceerd genoeg; moet je nou met alle geweld ruzie zaaien. Want daar-feomr ruzie van! Stel je voor, je hebt eindelijk een dansje en een kansje met de uitverkorene van je oog of je hart gekregen en daar komt, alsof het vanzelf spreekt, de een of andere snuiter en die zegt: ik dans mee.Da's 't allernieuwste! Of erger nog: je schoonmama zegt, ik hoor d'r bij, we dansen met ons drieën. Als ik geen Pruttelaar heette zou ik door zoo iets terecht een pruttelaar worden. Ik hoop maar, dat m'n collega medewerker aan ons Weekblad voor dergelijke Cor-ruptie z'n naam niet zal leenen en in klinkende taal zich er tegen zal verzetten als een echte Cor Klinkert, zooals ik het doe als een echte PETRUS PRUTTELAAR
HAJUTTVO^Z
UDE
Een bloemlezing van den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tydschriften.
VON
MOLO -TVeze talsntvolle hlmactrice werd den fr vT L 1 Defember als dochter van >len bekenden dichter Walter von Molo ■eboren Haar kinderjaren bracht zij oor op het eiland Rhodos, waar haar ouders een grroot landgoed bezaten. Op neniansren leeftnd verhuisde zij naar Frohnau bij Berlijn, waar in Trude het verlangen ontwaakte om danseres te J^afj Zv 'T8"?' na "JPeliJk overleg, op de dansschool van Mary VPig.nan en. behoorde in korten tijd tot de talentvolste leerlingen. Op een dansuitvoering te Berlijn had zij het geluk door den filmregisseur Kurt Bernhardt te worden ontaeict, die haar na een geslaagde proefopname een rol gaf in de ook hier te IwiJ" 5UCSeS Yfrtoonde geluidsfilm „Der Man, der den Mord beging". Daarna e fnPeIn,r p"J ÊJ* T;'" F,0rst de hofdrol u '' ?er1.,?au.b der Mona Lisa" en met Ivan Mosjoukin in de toonfilm .Sergeant X" Binnenkort zullen wij haar met Hans Albers kunnen bewonderen in .Rauschgilt , waann zij onder regie van Kurt Gerron speelt.
Ouvuvosv. Alpinist: „M-maar als d-dat touw nou eens breekt?!" Gids: „Maakt U zich daar maar geen zorg over. Ik heb er nog genoeg thuis."
[Berliner Illustrierte Zeitung)
Op de kust van Afrika is een schip gestrand, dat een groote lading schoensmeer aan boord had. — De damesinboorlingen zijn natuurlijk verrukt, dat de huidcrême thans zoo goedkoop wordt I Een zeventigjarige bruidegom in een Fransch dorpje werd door de menigte uitgefloten, toen hij na zijn huwelijk de dorpskerk verliet. — Hij heeft zich voorgenomen, den volgenden keer in 't geheim te trouwen I
Kapper (uit gewoonte): „Uw haar wordt leelijk dun bovenop, mijnheer!" Het jochie: „Geen wonder, als je nagaat hoeveel huiswerk wij den laatsten tijd hebben gehad!" (The Humorist)
Ben dokter heeft een lezing gehouden over het gevaar voor de gezondheid van een te krachtdadig schoonmaken. — Doch zijn vrouw lachte hem eenvoudig uit en ging door, zijn kamers met bezemen te keeren. De Australische boeren zijn op zoek naar een geheimzinnigen brandstichter, die meer dan honderd hooibergen in brand heeft gestoken in minder dan een maand. — Het eenige vermoeden, dat men heeft is, dat iemand een naald in een hooiberg heeft verloren.
De eJectricien: „Dat is 't toppunt! Die menschen telefoneeren mij dm de huisbel te komen repareeren en dan gaan zij uit!"
(Passing Show)
Naar wij vernemen heeft een Duitscher een hamer weggeslingerd over een afstand van tweehonderd voet. — Hij moet zich wel héél erg op zijn vingers hebben geslagen.
„Stoker, wil je zoo goed zijn deze kastanjes voor mij te poffen?" (Passing Show)
Deze maand werd te Berlijn een club opgericht van gehuwde mannen, die kunnen bewijzen, dat zij baas zijn in hun eigen huis. — Men verwacht lederen dag de eerste lidmaatschapsaanvrage. Dezer dagen heeft men in een ruïne eeti prachtige, doch geschonden aarden vaas gevonden, waarschijnlijk het werk vah een pottenbakker uit den tijd van de graven van Holland. — Wij gelooven echter eerder, dat het 't werk is van een dienstbode uit den tijd van koningin Wilhelmina van Oranje.
m^m De nieuwe werkvrouw: „Nee mevrouw, ik mot niks van die stofzuigers' hebben! Ze hebben een heeleboel van mijn soort het brood uit den mond genomen!" (?Vio Humorist)
- 12 -
LILIAn MADVEY.J
COMDAD VEIDT
„Wij zijn vandaag met de vogels uit de veeren, Betje!" J
(Tit-Bits)
Pf^WW^pw^^^sp
ALS HET LEVEN EEN STRIJD WORDT GIUSEPPE GARIBALDI. ~ DE ITALIAANSCHE VRIJHEIDSHELD
J
strijd der Italiaansche staten om door Garibaldi's „heldentocht" in geestzich te ontknechten aan de Oostendrift ontstoken en uit alle steden stroomden rijksche overheersching en zich aande jonge lieden bij honderden tegelijk naar een te sluiten tot een Vereenigd Koninkrijk hem toe, om zich onder zyn vaan te scharen. Italië, heeft vier mannen voor eeuwig aan Weldra telde zijn leger meer dan 25,000 de vergetelheid ontrukt: Victor Emmanuel man. de koning; Cavour, de staatsman; Mazzini, Zijn marsch van Reggio naar Rome, korde schrijver-patriot en Giuseppe Garibaldi, ten tijd daarna, geleek een ware triomftocht. de soldaat en aanvoerder der vrijscharen. Van tegenstand was geen sprake meer. Geen Terwijl echter de drie eersten, wat hun bestad. waar Garibaldi met zijn ..bevrijders" oordeeling door tijdgenoot en nageslacht voor verscheen, of zij gaf zich zonder eenigen betreft, nimmer boven de geschiedkundige strijd over. Temidden van een enthousiaste werkelijkheid zijn verheven, heeft men Gamenigte, die hem luide toejuichte en het ribaldi, den man uit het volk, tot een myvolkslied zong — dat van toen af het Garithe, tot een legende gemaakt. Reeds tusschen baldilied zou heeten — trok hij Napels binde jaren 1840 en 1861 gold hij als het symnen. Die dag — de zevende September bool van den vrijheidskamp, en na zijn dood 1855 — vormde het hoogtepunt van zwn werd hij de incarnatie van de „ontwaking leven. van Italië tot nationale eenheid". Zoo komt Het doel. waarvoor hy gestreden had. de het dan ook, dat voor den Italiaan het roode eenheid van Italië, was bereikt. Een maand hemd der Garibaldisten en de meesleepende later voerde hij den koning de stad Napels muziek van het Garibaldi-lied het zinnebeeld binnen, waar deze tot constitutioneel vorst van het nationaal succes waren, tot ze na den van het Vereenigd Koninkrijk Italië werd wereldoorlog vervangen werden door het uitgeroepen. zwarte hemd en het Giovinezza-lied van het fascisme. ... Ofschoon Garibaldi nu de held van Italië was, had de nieuwe regeering van het VerAls kind van een zeeman, was Giuseppe GIUSEPPE GARIBALDI eenigde Koninkrijk toch geen ongemakkelijGaribaldi, die in 1807 te Nizza was geboren, voor het zeemansberoep bestemd, maar van alle politieke vluchtelingen — in staat ker onderdaan dan juist hij. Zyn strijdvaarevenals zoovele heethoofden der Italiaansche stelde het eilandje Caprera bij Sardinië te dige natuur liet hem geen rust. en de ondernemingen die hij tegen den Kerkelijken Staat jeugd van die dagen werd hij door Mazzini, koopen. waar hij zich vestigde om zoo dicht touw zette, brachten de eenheid van Itaden strjjder voor de republiek Italië, uit zijn mogelijk in de buurt te zijn van de gebeur- °P , lië" telkens in groot gevaar. baan gerukt. Voor zijn aandeel in een mistenissen die zich in Italië afspeelden en er Ten slotte was men zelfs genoodzaakt lukten krijgstocht tegen.Oostenrijk in 1834 zijn kans af te wachten om in te grijpen. ter dood veroordeeld, vluchtte Garibaldi het Die kans kwam. vijf jaar later. Geholpen hem Italiaansche troepen achterna te zenden, land uit. om, na een verblijf in Marseille en door Frankrijk bond hij aan het hoofd van die hem bij Aspremonte gevangen namen, Tunis, de wijk te nemen naar Zu id-Ame- zijn op eigen kosten uitgeruste Alpenjagers om te beletten, dat hij zyn dwaze pogingen, rika, waar hij als gevreesd kaperkapitein, andermaal den strijd tegen Oostenrijk aan. die Italië stellig oorlog met Oostenrijk en deelnam aan den burgeroorlog in Brazilië en nu echter niet meer als republikein, maar Frankrijk zouden hebben bezorgd, verder Uruguay. Hier verwierf hij zich door zijn als monarchist. — Reeds had hij in het uitvoerde. Eenige jaren later smeedde hij stoutmoedig optreden den bijnaam ,.de held Noorden van Italië menig succes bevochten, te Genua echter opnieuw een samenzwering van Montevideo", en vormde hij het „Ita- toen hij onverwachts genoodzaakt werd den om Rome te veroveren; door het ingrijpen liaansche Legioen", dat hem later helpen kamp te staken, omdat zijn bondgenoot hem der Sardiniërs. die hem gevangen namen en zou zijn vaderland te bevrijden. in den steek liet en vrede sloot met Oosten- naar Caprera brachten, moest hij zijn voornemen evenwel opgeven. Het duurde echter In 1848 naar Italië teruggekeerd, werd rijk. hij een der aanstichters van de revolutie Garibaldi's derde poging om Italië te be- niet lang. of hij wist te ontsnappen en zijn die echter gedoemd was te mislukken — en vrijden was hierdoor eveneens mislukt. Hij . voornemen om een inval in den Kerkelijken commandeerde hij de strijdkrachten van de het zich echter niet ontmoedigen, doch Staat te doen, werkelijk ten uitvoer te brenRomeinsche Republiek, die door hem en scheepte zich nog geen jaar later aan het gen. Ditmaal waren het evenwel de FranMazzini was uitgeroepen, doch waaraan hoofd van duizend roodhemden in om het sche troepen, die er een stokje voor staken. slechts een kort leven beschoren was. Met den eiland Sicilië voor Victor Emmanuel te gaan Hij werd met zijn vryscharen bij Mentana moed der wanhoop trachtte Garibaldi, toen veroveren. Ditmaal was hij gelukkiger. De door hen verslagen, en thans was zijn rol in het duidelijk werd dat het pleit in zijn naexpeditie slaagde uitstekend en slechts cenige Italië voor goed uitgespeeld. Wanneer dan deel beslecht was, zich strijdend tegen de weken na zijn landing waren de Napolitaan- ook ten slotte in 1870 Italiaansche troepen legers van vier landen, een weg te banen naar sche troepen tot den laatsten man verdreven tóch den Kerkelijken staat binnentrekken, is Venetië, dat nog stand hield voor de repuen kon hij het eiland in naam van den ko- hij er niet bij. omdat hij de nieuw geboren Fransche republiek hielp in haar strijd tegen bliek. De overmacht was echter te groot, ning bij diens rijk inlijven. Duitschland. zoodat hij zijn leven slechts door een overDe gevolgen van deze overwinning lieten haaste vlucht kon redden. Onderweg stierf met lang op zich wachten. De jeugd was Toen deze oorlog voorbij was. trok Garizijn vrouw Anita en werden de meesten zijbaldi zich voorgoed terug op zijn eiland ner metgezellen gevangengenomen of doodCaprera. waar hij de rest van zijn leven doorgeschoten. Geheel alleen slaagde Garibaldi bracht, bewonderende bezoekers ontvangend er in een boot naar Amerika te bereiken. en trachtend zijn landgenooten aan te zetten Opnieuw vestigde hij zich in de Nieuwe om de monarchie omver te werpen en de Wereld, reeds toen het symbool van Italië's republiek uit te roepen. Deze pogingen, mislukt streven naar nationale eenheid. waartoe hij zich door gewetenlooze agitators Als zijdefabrikant in New York en als had laten overhalen, kregen echter geen kans scheepskapitein in den Stillen Oceaan, vervan slagen, zoodat Garibaldi nog heden ten wierf hij zich een vermogen, dat hem. toen dage door de Italianen vereerd kan worden hij in 1854 terugkeerde naar het koninkrijk als de held van bet Vereenigd Koninkrijk. van Victor Emmanuel — de wgkplaats *• Hy stierf den tweeden Juni van het jaar
TIHIgMEIH
XE DEN HAAG
1882.
,,
'i
14 -
©e M.O.M.-FUm. Regie: Sana Wood. ROLVERDEELING: Tony . . . . . Ramon Novarro Rosalie . . . . . Madge Evans Thelma . . . . . . Una Merkel Coach Malcolm. . . Ralph Graves Pidge . . . . . , John Arledge Tom Stone . . . Kane Richmond Barbara .-- . • . Martha Sleeper Papa Amatto . . , Henry Armetta Mama Amatto . , . Ferike Boros Stone Sr. . . , Rockclif f e Fellows . . Joe Sauers Slater . . . Tony Amatto, de zoon van Italiaansche landverhuizers, werkt in een staalfabriek van den industrieel Stone, tot groote tevredenheid van zijn superieuren. Wanneer hij zich een studiebeurs toegewezen ziet, geeft hij de voorkeur aan een universitaire opleiding boven het zware werk in de fabriek. Met den vasten wü, zich bij de studie door niets te laten afleiden, gaat hij naar de hoogeschool, waar echter aan de sport een voorname plaats wordt ingeruimd. Spoedig heeft Tony zich door zijn afgeslotenheid vele vijanden gemaakt, waarvan Tom Stone, de zoon van zijn vroegeren directeur, wel de voornaamste is. Langzamerhand begint Tony zich aan te passen. In zijn tweede studiejaar weet zijn kamergenoot Pidge hem enthousiast te maken voor het voetbalspel. Hierdoor groeit zijn populariteit ten koste van die van Tom Stone. Wanneer bovendien Toms zuster groote bewondering vóór Tony blijkt te koesteren en hij ook Toms eigen verloofde, Barbara, niet onverschillig is, bereikt de vijandschap haar hoogtepunt. Doordat Tony plotseling in het middelpunt der algemeene bewondering geplaatst werd, raakt hij een beetje uit het evenwicht;'daardoor stelt hij zich in het bijzijn van Rosalie Stone onhandig aan, die hem te verstaan geeft, op zijn vriendschap niet langer prijs te stellen. Gedurende het derde studiejaar spant Tony zich in, om te leeren zich behoorlijk te gedragen en. 1. nog beter te gaan voetballen. Bij den beslissenden wedstrijd krijgt hij op het laatste oogenblik van den dokter de mededeeling, dat hij onmiddellijk geopereerd moet worden voor een ernstige blindedarmontsteking. Hij wil echter de eer der school niet in gevaar brengen en blijft doorspelen. Op het nippertje wordt de Yale Universiteit voor verliezen behoed, waarna Tony de held van den dag is en ook... van Rosalie's hart, die hem al lang zijn 1 vroegere domheid vergeven heeft. Ook Tom Stone ziet in, dat zijn antipathie volkomen misplaatst is geweest, hij vraagt Tony excuus voor al zijn tegenwerking, zoodat we aan het slot een gelukkig gezelschap zien en de thans afgestudeerde Tony, Rosalie als verloofde aan zijn ouders kanvoorstellen.
^T
mrmmmEn
= Madge Evans en Ramon Novarro.
"■ ^
'
^
- ■—k>
»HHHÜ
MEDESPELENDEN: Charles Hardesty, William Powell Jane Ames Kay Francis Jimmy . . . Frank McHugh Betty . . Aline MacMahon Steffen Borg . Warren Hymer Regie: T. Garnett. Warner-Bros Film. Onder het genot van een cocktail, in een beroemde internationale bar te Hongkong, kijken Charles Hardesty en Jane Ames elkaar in de oogen en vinden daarin iets, waarnaar ze hun leven lang gezocht hebben. Vlak hierop wordt Charles door Steffen Borg gevangengenomen, die hem de halve wereld door achtervolgd heeft met een bevel tot uitlevering wegens moord. Charles en Jane worden mede-passagiers op hetzelfde stoomschip met bestemming San Francisco, doch verzwijgen wederzijds, dat de schaduw des doods hen heeft beroerd. Jane heeft een ongeneeslijke hartkwaal en Charles weet, dat in St. Quentin de doodstraf hem wacht. Met een zorgelooze vroolijkheid en overgave laten beiden aan hun liefde den vrijen teugel. In Honoloeloe weet Charles zijn bewaker zoodanig om den tuin te leiden, dat hij een heerlijken dag met Jane aan den wal kan doorbrengen en maatregelen treft tot zijn vlucht aan boord van een vrachtzoeker, naar Mexico. Op hun weg terug naar het schip moet Charles aan Jane uitleggen, dat zij tijdelijk moeten scheiden en ook de reden waarom. De schok, die deze bekentenis Jane geeft, bezorgt haar een nieuwen hartaanval en om de vrouw, die hij liefheeft weer veilig aan boord te brengen, doet hij vrijwillig afstand van de . kans op ontvluchting. Als zij de Amerikaansche kust naderen, vertelt Charles aan Jane, dat zaken hem verhinderen haar te zien na hun landing. Zij stelt voor, dat zij elkander dan op Oudejaarsavond ergens zullen ontmoeten. Charles neemt haar voorstel met een glimlach aan, zijn leed verbergend over hun aanstaande scheiding. Door het onvoorzichtige gebabbel van een steward verneemt Jane op het allerlaatste oogenblik wat Charles te wachten staat, als hij aan wal komt. Hij heeft haar reeds vaarwel gezegd, doch zij rent hem door de corridors van het schip achterna tot zij aan de loopplank van aangezicht tot aangezicht komen te staan. Overtuigd, dat zij de waarheid omtrent elkaar weten, herhalen beiden plechtig hun belofte voor hun ontmoeting op Oudejaarsi avond. Op dit hachelijke oogenblik is geen van beiden in staat een woord tot afscheid uit te brengen.
VER WA C H Ts
RASPOETIN Een Metro-Goldwyn-Mayer Film met JOHN. ETHEL en LIONEL BARRYMORE
f.
X.
\
V %:
mßrx ^
Eidophott-Filma-FUrh PERSONEN: Terje Wiggen . . Heinrich George Antje, zijn vrouw, Erika Helmke Peters, kapitein der „Carola", Hans Mierendorff De oude Jansen . . . Franz Stein Mevrouw Larsen , , Herta Scheel Commandant v. d. Torpedoboot, Ludwig Andersen 'Ernst Busch Bemanning der k Josef Dahmen ' Herbert Gernot „Carola" /Otto Griese ,Hans Kettler Terje Wiggen is loods op het kleine eilandje Moon in den zeeboezem van Riga. Hij verafgoodt Antje, zijn jonge vrouw, maar zoodra hij kiezen moet tusschen haar en de zee, is het de zee, die overwint. Vergeefs smeekt Antje hem niet weg te gaan; hij gaat toch en monstert aan op den twee^ master „Carola". De „Carola" is in de wilde vaart. Het schip geraakt in een windstilte, het drinkwater vervuilt — de kapitein sterft aan de pest — de manschappen verlaten allen het schip, op één na — Terje, die tot het laatst den kapitein verzorgd heéït en nu door zijn makkers genoodzaakt' Wordt achter te blijven. Hij mocht ook eens besmet zijn... Langen tijd later / verneemt Antje, dat de „Carola", na door de bemanning te zijn verlaten, schipbreuk geleden heeft. Terje's lot all'een blijft in duisternis gehuld. Dan breekt de wereldoorlog uit, die maakt dat alle berichten worden opgehouden. Op zekeren dag echter keert Terje terug en dolgelukkig sluit Antje haar doodgewaanden man in de armen. Ditmaal zweert Terje, haar nooit meer te zullen verlaten. In 1916 wordt het eiland door de Duitsche Oostzeevloot geblokkeerd, ledere levensmiddelentoevoer is afgesneden — de hongersnood grijnst de ongelukkige bewoners aan. Terje kan vrouw en kind niet langer zien lijden en vaart naar het vasteland om levensmiddelen te halen. Op den terugweg echter valt hij den Duitschers in handen. Vergeefs smeekt hij om genade voor vrouw en kind, die thuis verhongeren. Vijf jaren harde gevangenisstraf moet hij ondergaan. Als een gebroken man keert hij vijf jaar later naar het eiland terug. Antje is dood, van verdriet gestorven — zijn ki^d, bij vreemden opgevoed, wil hem ■niet meer kennen. Eén gevoel slechts kent Terje in 't vervolg — wraak. Wreken zal hij zich, wreken op den kapitein van de torpedo-boot, dien hij als de oorzaak van zijn ellende be-, schouwt. En eindelijk is het lot hem gunstig. In een stormachtigen nacht, als hij een pleizierjacht veilig naar binnen moet loodsen, herkent hij in den eigenaar den f>ewusten torpedobootkapitein, zijn doodsvijand. Man tegen man staan zij tegenover elkaar. Terje wil het jacht op de klippen doen stranden. Een geweldige worsteling om het stuurrad ontstaat, maar Terje blijft overwinnaar. Doch thans, nu het leven
.«■»VV '- :^
■w 4
■
!
O*
"«o
Ae.1)
a
en
e/n
e
's-
*oorg-e . A
B,w«cA
'mch
«n
^it.
f'ch
'eor.«■e
-rnst
»n 'eor.«•e
"nin.'«• oU
9f
7
=>*«
K
e« «n.
*
(Vervolg van paäina 11} komen opzoeken." Even later kwam Mr. Lovell binnen. Hij was een lang opgeschoten man met een bleek gezicht, trotsch op zijn pas verkregen rijkdom, trotsch op alles, dat hij er zich voor verschaffen kon en met reden trotsch op zijn lief vrouwtje. „Zij is een schat; ik zou me doodongelukkig voelen als ik haar moest missen," vertrouwde hij mij toe. Zijn waterige oogen stonden vol tranen. „Wanneer u mij voor vannacht zoudt kunnen logeeren, zoudt u mij ten zeerste verplichten." Zij waren buitengewoon vereerd en ik sprak er van, om in de gropte slaapkamer te mogen overnachten. „Wel, ik had Milly juist overgehaald er te gaan slapen," vertelde Lovell mij. Milly scheen plotseling erg blij en liet direct vuur voor mij in de kamer aanleggen. Nadat wij van tafel opgestaan waren en Milly voor mij gezongen had — aardige, eenvoudige liedjes, die zij op ongekunstelde wijze ten gehoore bracht — werd er aan de voordeur gebeld en kwam even later Atkins binnen. Zoodra hij de kamer binnenkwam, wierp hij Lovell een zonderlingen blik toe. Zijn oogen waren rood en hij scheen onrustig, niet op zijn gemak. Ik begroette hem erg koel, want ik beschouwde zijn komst als een onbeschaamdheid. Hij verdreef alle gezelligheid en met mevrouw Lovell's vertrouwelijke opgewektheid was het gedaan. Onophoudelijk keek ze naar hem als was ze onder den invloed van een betoovering en ze kwam dichter bij me zitten, als zocht ze bescherming. Een poosje later voelde zij zich onwel en ik gaf haar mijn arm om haar naar de deur te geleiden. Toen wij in de gang waren, fluisterde zij me toe: „o, mylord, ik ben zoo bang voor heml" Ik bracht haar in een andere kamer en trachtte haar gerust te stellen. Lovell kwam bij ons en ik ging weer naar de huiskamer terug. Atkins zat daar somber voor zich uit te staren. „Wij schijnen een slecht moment uitgezocht te hebben voor een bezoek, want mijn nicht lijkt me nogal opgewonden," bromde hij. Een oogenblik later ging hij de
Het vrouwtje keek met een radeloozen blik naar hem op en onderdrukte een snik. Haar man sloeg den arm om haar heen en troonde haar mee de trap op. Die uitdrukking in haar oogen is mij altijd bijgebleven. Toen ik Atkins aankeek, verried zijn gezicht een kwaadaardige vreugde. „Wat drommel hadt u er tusschen te komen, mylord?" En Atkins keek mij onbeschaamd aan. „Ik zou bijna zeggen, dat u de gewone wellevendheid uit het oog verliest, wanneer u zich in eens andermans zaken mengt en zelfs uw gastheer wilt voorschrijven, welke kamer hij zal afstaan. Ga in de stad logeeren," voegde hij er nog aan toe. „Goeden nacht I" Ik knikte kort. Bij de deur keerde hij zich nog eens om. „O ja, voor ik 't vergeet; onze overeenkomst eindigt de volgende week," zei hij op luchtigen toon. In het midden van den nacht werd ik gewekt door een vreemdsoortig geluid. Het scheen dicht bij me te zijn en leek wel wat. op een zacht schuiven. Ik trok haastig eenige kleeren aan en liep de gang in. In het zwakke licht zag ik een dunne schaduwlijn langs den (Foto Paramount) muur naar beneden gaan, alsof deze EEN BEROEMD TRIO. zich bewoog. Mijn oor werd getroffen Mariene Dietrich en Brian Aherne, met wlen zij optreedt in „Song of Songs", in gesprek met door een luid getik als van een enorme Frederic March. klok. Was het de stilte van den nacht, kamer uit en hoorde ik luide stemmen, die alle geluiden sterker deed uitkomen ? waar zijn barsch geluid boven uit klonk. Zoo juist had ik die klok niet gehoord. Een zacht gesnik en de smeekende Ik wilde naar mijn kamer terugkeeren, woorden van mevrouw Lovell bereikten toen ik een kreet hoorde, een zwakken mijn oor. Ik liep ook de gang in. kreet van dezelfde stem, die dien avond „Is mevrouw wat beter ?" informeerde voor mij gezongen had. Daarna volgde ik belangstellend. een zacht gekerm, dat echter spoedig opZij kwam angstig naar me toe. hield. Ik spande mij tot het uiterste in „O, mylord.. .1" om goed te luisteren, maar ik hoorde Atkins vatte haar bij den arm. niets meer; alleen het regelmatige, een.Je bent heelemaal van de kook; je tonige getik bleef aanhouden. Op den moet mylord niet lastig vallen." tast ging ik de gang door en zocht Ik nam haar kleine handje in de naar een deur, maar vond er geen. Almijne. leen voelde ik een plek, waar de wand kil „Denk er aan, dat ik in de spookwas. Dat was geen muur, maar ijzer! Op kamer slapen wil," zei ik met nadruk. datzelfde oogenblik drong het geluid Zij keek me met groote, verschrikte van een zware ademhaling tot me door, oogen aan. die als het ware maat hield met het getik van de klok. Ik klopte op het ijzeren „U maakt haar bang. Het spijt mij, dat de door u bedoelde kamer niet voor muurgedeelte. Misschien was het Lovell, die lag te snorken, maar het geluid u in orde gemaakt is. Mijnheer en mevrouw Lovell hebben haar in gebruik," . stond mij toch niet aan. Eensklaps werd deelde Atkins mij op vormelijken toon ik denzelfden eigenaardigen reuk gemede. (Vervolè op paÊlna 21)
■£eJiaa#€&4. ^ekxye€ loon* Uw kind als U de teere huid steeds met
\V| van den man, die zijn leven verwoest heeft", in zijn hand is, verdwijnen plotseling alle wraakgevoelens —• beseft Terje de nietigheid van het langverbeide oogenblik der wrake. Hij gooit het roer om. „Morgenvroeg zijn wij in behouden haven, kapitein I" zegt hij dan veelbeteekenend. 18
NIVEA
verzorgt. Nivea geeft verkoeling, genezing, verzadiling; ze doet jeuk verdwijnen, waardoor vermeden wordt, dat het kind zich krabt en de huid beschadigt. Wrijf vóór het naar bed brengen elke aangedane plek dik met Nivea in. Uw kind slaapt dan rustig en onbekommerd. Vaak doet zich op het kinderhoofdje een leelijke en lastige korstvorming voor, welke eveneens door het dik inwrijven met Nivea verdwijnt. Nivea is een goed huismiddel, dat in de kinderkamer uitstekende diensten bewijst, niet alleen voor hef kleine kind, doch ook voor de aankomende jeugd. — Nivea voor heel het huisgezin! '■.
:
y:''
■■'
'■■••■ ^
Prijz.n v«n Nlvui In dooi.n van 20 lot 90 ct>., In tubtn van 35 an SS eb. I ,/--,ï*:A':J
\..-\
AAN ALLE NEDERLANDSCHE VROUWEN >4**
Juist in deze tijden, waarin van iedere vrouw gevraagd wordt om er voor te zorgen, dat zij meewerkt aan verstandige bezuiniging, is het van het grootste belang, dat u kennis maakt met het aanbod, dat u hierbij wordt gedaan. Wij vestigen uw aandacht op een weekblad, samengesteld en uitgegeven voorde Nederlandsche vrouwen, jong en oud, voor de moeders van gezinnen zoowel als voor de vrouw, die alleen voor zlchzelve heeft te zorgen.
»vv»
^öfe^ 1Ä* s\eö
ne^-
HET RIJK DER VROUW
biedt aan haar lezeressen groote voordeelen. Het is niet een MODEBLAD alleen, het is een ECHT VROUWENBLAD. De redactie stelt zich als taak niet alleen de voorlichtster, maar ook de raadgeefster van haar lezeressen te zijn.
Een voorbeeld van de stoffen, die dit voorjaar zullen worden gedragen. Bruin in alle denkbare nuances en variaties is de hoofdkleur. Er wordt veel werk gemaakt van het weven der patronen in de stof, zooals men op deze afbeelding kan zien.
r-
.b-^
ÏW i
w/m
mm
Geen voordeeliger uitgave ELK éjM No. Xi*fPAG,
Halfjaar t .Z.OU
10 cents per week
Een blad, dat voor elke meer waarde brengt, dan
wwÉ
dan deze uitgave vrouw in elk nummer een heele jaargang kost.
j De ondergeteekende
#«* I verlangt tot wederopzeggens toe een abonnement op het w « I HET RIJK DER VROUW (f 2.60 per halfjaar, tOéent per
li
Handteekening ■■
Af te geven aan onzen agent of te zenden aan de AdmlnK van HET RUK DER VROUW, Galgewater 22, Leid«
waar, dien ik reeds eerder opgemerkt had. Ik herinnerde me, wat het dienstmeisje me geschreven had. Dat was geen gas; het rook naar amandelolie! Zou ik zoo stonds den geest van dien jongeman zien? Wat me bezielde, wist ik niet, maar ik werd duizelig en kreeg het gevoel, alsof ik flauw zou vallen. Steeds tastend langs den ijzeren wand, hoorde ik voortdurend het getik. Tik — tik — tik — tik en aan den anderen kant heerschte doodelijke stilte. Het was om gek te worden. Wat gebeurde daar? Ik ging naar mijn kamer terug, dompelde mijn hoofd in koud water, doopte een handdoek er eveneens in en bond dien losjes over mijn neus en mond. Daarop nam ik een doosje lucifers, liep daarmee tarug naar het portaal en streek er een af." Na eenig zoeken ontdekte ik den knop van het electrisch licht. Dit flitste aan en inderdaad... er was géén deur! Evenals op dien morgen was de ruimte tusschen de beide kamers één gladde wand, geheel yan ijzer. Een ijzeren plaat, die het vertrek volkomen afsloot, was over de deur neergelaten. De afschuwelijke klok tikte nog steeds en door den natten handdoek UIT DE VARIÉTÉ-WERELD heen rook ik den Van links naar rechts: Iril Gadeskov, Lipa Alperova en Hans Heiken, die in verschillende plaatsen geur van amandelvan ons land hun danskunst ten beste zullen geven. olie. Wat beteeken{Foto Godfried de Groot) de dit alles toch ? Mijn hart hamerde me in de keel. natten doek over z'n mond èn neus voorzijde van het huis. Daar zocht ik Ik begon te kloppen en te roepen te doen. Toen de deur vrij gekomen een paar groote steenen en wierp die met geen ander succes dan een galm was, klopte ik er op, maar kreeg geen door een der ruiten in het boogvenster. door het geheele huis. Ik rende de trap antwoord. Intusschen was het schuivend Luid rinkelden de glasscherven, maar op en schreeuwde boven om hulp. Spoe- geluid opgehouden en ook de klok tikte verder gebeurde er boven niets. De tocht dig verscheen de eenige mannelijke be- niet meer. Het was doodstil — angst- op het portaal en in de gang was nu diende van het huis. Hij keek mij slape- aanjagend stil. Na eenig aarzelen zoo sterk, dat wij weer naar boven kondraaide ik de kruk van de deur om den gaan, steeds met onze geïmprovirig aan. „Kom gauw, er moet iets ver- en wierp haar open, maar wij konden seerde gasmaskers voor neus en mond. De bediende draaide het electrisch er niet blijven; de bediende en ik voelschrikkelijks gebeurd zijnl" Terwijl wij naar beneden gingen, was den ons benauwd worden. Wij openden licht in de groote voorkamer op en... er weer hetzelfde schuivende geluid. En achtereenvolgens een raam op de gang wij zagen hen beiden liggen. Dood! Een op het portaal voor de kamer gekomen, en de deuren en ramen der beide voor- blauwachtige tint en het glazige van zag ik, dat de ijzeren plaat langzaam kamers, maar zelfs dit gaf nog niet hun wijd-geopende oogen lieten geen opgetrokken werd. De vreemde lucht voldoende, zoodat wij ons naar de gang twijfel, dat deze slaap de eeuwige was..,. was bijna ondraaglijk en ik waar- beneden moesten terugtrekken. Een Vóór de dag aanbrak, was ik al bij schuwde den man om evenals ik een plotselinge ingeving dreef me naar de -21 -
1 IIJIIJ
i mwMmmmm^^1^^^^
LUDWIG DER XIV De invasie van filmsterren, die zich persoonlijk komen voorstellen, houdt nog steeds aan. Thans vertoeft de Duitsche filmacteur Siegfried Arno in ons •land en hij gaf te 's-Gravenhage met zijn ensemble de wereldpremière van de klucht „Ludwig der XIV", van Wilhelm und Herz. Het is een onmogelijke geschiedenis van een brutalen kellner, die als veertiende gast bij een Kommerzienrat moet fungeeren en als een Vlaamsche markies wordt voorgesteld. De verwikkelingen zijn legio, de moppen vaak erg flauw, hoewel de schrijvers aan het slot nog een aardige vondst deden, door ook nog den waren markies en pseudo-vader te laten verschijnen. Siegfried Arno was als Ludwig vlug en rap van tong en had de lachers doorloopend op zijn hand. Van de overige spelers vielen op Herti Kirchner als Charlotte en Wolf Domberg, die van den markies een aardige typeering gaf. Een geestiger Stuk had het talent van den begaafden filmacteur beter tot zijn recht doen komen. H. A. v. E. Jr.
de politie. Het was duidelijk merkbaar, dat zij mij maar half geloofden. De heele geschiedenis met die schuivende ijzeren platen en den amandeloliegeur klonk dan ook wel erg fantastisch, maar de noodige maatregelen werden toch genomen. Eerst kwam de politiedokter, die de doodsoorzaak vast-
stelde: Pruisisch zuur! Daarna verschenen de beeren.van het parket, die onomwonden als bun meening uitspraken, dat alles op zelfmoord wees, niettegenstaande mijn heftig protest. Wij mochten niets afbreken of verwijderen, zoolang bet onderzoek duren zou. Atkins werd zelfs niet eens aangehouden, want die was, zooals ik zelf moest toegeven, niet in buis geweest, toen bet ongeluk gebeurde. Ik was ten einde raad en telegrafeerde om een bekwame detective uit Londen. Zoodra deze aangekomen was, ging hij aan bet werk en met een voortvarendheid, die mij geruststelde. Mijn verhaal en ook dat van mijn vroegere dienstmeisje, dat 's nachts alles gehoord had, maar dat niet uit baar bed bad durven komen, overtuigde hem, dat een minutieus onderzoek noodzakelijk was. Wij ontdekten de groeve, waarin de ijzeren plaat naar beneden en naar boven gleed. Precies zoo'n groeve was er aan de binnenzijde van het boogvenster. Wanneer beide platen naar beneden gelaten waren, was de kamer vrijwel hermetisch gesloten. Waar de kracht verborgen was, die dit alles regelde, konden wij niet ontdekken, daar er nergens gebroken mocht worden. Ook vonden wij geen andere openingen of buizen, waar bet. Pruisisch zuur doorbeen bad kunnen komen In elk geval was de detective overtuigd, dat er een geheime inrichting in huis was aangebracht, die bet tikkend geluid veroorzaakte, als bet apparaat in werking was. In de hoop, dat dit ook in den komenden nacht wel bet geval zou zijn, wilden wij probeeren alles te zien, zonder zelf gezien te worden. Daartoe boorde de detective vier kleine kijkgaten in de muren; twee in den muur van bet reebtsebe voorkamertje, waarin ik bad moeten slapen en twee in den muur van bet linker voorkamertje. De kijkgaten waren voor iemand, die er niets van afwist, niet te zien. Atkins bad zich nog niet weer laten zien. Toen bij 's middags kwam, bad hij een valies bij zich en deed alsof bij zeer verdrietig was. Al maar jammerend, liet bij de beide dienstboden en de mannelijke bediende naar buis gaan met de inededeeling, dat bij zelf wel in het huis zou blijven tot na de begrafenis. Er moest iemand zijn om op te passen en bij zelf was in dit geval de aangewezen persoon. De detective boorde dit alles en fluisterde mij in 't oor, dat wij ook voor bewaking moesten zorgen. Hij kreeg gedaan, dat er twee agenten tot elf uur 's avonds de wacht zouden houden. Een binnen en de ander buiten. Atkins scheen deze bewaking niet erg op prijs te stellen, maar bij legde zich er bij neer. Ik nam den detective mee naar buis — per auto een betrekkelijk korte afstand — waar wij wat rust gingen nemen om 's nachts geheel fit te zijn. Nauwelijks waren de elf zware slagen van de torenklok in den stillen nacht weggedeind, of wij stonden in den tuin van „Edenrust". De agent kreeg bevel om zijn collega uit bet huis weg te roepen en de zaak verder aan ons over te laten. Wij waren met z'n vieren; tvitee rechercheurs zouden bij ons blijven. De agent belde aan èn een oogenblik later zagen wij, goed verborgen achter een - 22 -
perk rhododendrons, den anderen agent naar buiten komen, gevolgd door den roodbarigen Atkins. Het drietal bleef een oogenblik in bet naar buiten stroomende licht van de vestibule staan praten en Atkins presenteerde sigaren. Na een „goeden nacht, mijnheer", verdwenen de beide agenten en lieten Atkins in de voordeur achter. Deze wachtte even om dan voorzichtig een ronde om bet buis te doen. Wij kropen dicht bij elkaar achter de struiken weg. Zonder dat bij iets opgemerkt had, sloot hij de voordeur weer, waarop wij ons verspreidden. Ondertusschen was het bijna middernacht geworden. Het licht in de gang en in de beneden-voor^ kamer brandde nog; verder was het overal in huis donker. Even na twaalf uur werden de liebten op de benedenverdieping achtereenvolgens uitgedaan en werd het licht op bet bovenportaai aangestoken. De detective verzamelde ons aan de achterzijde van bet huis bij de achterdeur van de gang en vertelde ons, dat wij daar moesten wachten tot hij ons zou komen roepen. Daarop opende bij voorzichtig de gangdeur, sloot die weer en verdween in huis. Het wachten viel ons lang. Na ongeveer een half uur ging de gangdeur geruiscbloos open en fluisterde de detective ons toe, dat wij onze schoenen moesten uittrekken. Een der rechercheurs moest met mij zoo vlug mogelijk in het rechter voorkamertje sluipen. Atkins was zoo juist naar de groote voorkamer gegaan. Als Indianen op het krijgspad slopen wij op onze sokken naar boven en bereikten veilig onze plaatsen bij de kijkgaten in den muur.
DOCHTER HA1D-HUILBUIEN Men dacht aan zenuwen Nu een heel ander meisje Een moeder schrijft: „Drie maanden geleden was mijn 18-jarige dochter er slecht aan toe. Ze- had herhaaldelijk huilbuien en was ten zeerste terneergeslagen. Daarom wilde' ik het eens met Kruschen Salts probeeren; ik gaf haar een halve theelepel in warm water 's morgens op de nuchtere maag en de kleine, dagelijksche dosis in haar thee voor het koffiedrinken en middageten. Dat was zoo drie maanden geleden. Nu is ze flink en opgewekt en slaapt en eet uitstekend. Ze is een ander mensch. Zij krijgt nog steeds de dagelijksche dosis Kruschen Salts. Mijn man, mijn andere dochter en ikzelf nemen ook geregeld Kruschen Salts; het is een wonder, zooals men zich er minder vermoeid door voelt. Ik had erge rheumatiek in mijn linkerarm en schouder en kon niet slapen van pijn en ook dat is nu heelemaal verdwenen: ik voel me uitstekend. Mevr. M. Z. De ineesl voorkomende oorzaak van neerslachtigheid is hardlijvigheid; het vervelende is, dat men zelf maar zelden merkt, dat men aan deze kwaal lijdt, 't Gevolg is een ophooping van schadelijke stoffen, die de gezondheid ernstig benadeelen. Kruschen Salts voorkomt hardlijvigheid, doordat het alle afvoerotganen aanspoort om hun functies beter te verrichten; alle afvalstoffen worden op volkomen natuurlijke wijze uit het lichaam verwijderd. Verfrischt en vernieuwd bloed stroomt door Uw aderen — ge voelt U als verjongd. . Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten h f 0.90 en ƒ1.60 per flacon. Stralende gezondheid voor i?én cent per dag.
Atkins verscheen in mijn licbtcirkel als de baarlijke duivel in persoon. Hij was bezig alle bouten voorwerpen in de kamer bij elkaar te sleepen, rukte de bedgordijnen naar beneden en smeet ze boven op de stoelen. Daarna maakte hij bet valies open, dat bij meegenomen bad en nam daaruit een kan met petroleum of benzine of iets dergelijks en overgoot er de gordijnen mee. Zijn plan was duidelijk; bij wilde door brand alle sporen van zijn misdaden uitwisscbenl Plotseling boorde ik tik — tik — tik en even daarna bet schuiven. Ook Atkins scheen die geluiden opgevangen te hebben, want hij griste eenige dingen op den grond bij elkaar om die in zijn valies te pakken. Ik kon niet zien wat, want de grond viel buiten mijn gezichtskring. Daarna, stak hij een lucifer aan en wilde dien snel op den brandstapel werpen, maar in zijn baast om weg te komen, gooide hij verkeerd en de lucifer ging op den grond uit. Zenuwachtig zocht bij naar het lucifersdoosje, maar kon dat niet gauw genoeg vinden, holde met z'n valies in de hand naar de deur en opende die, maar ... de ijzeren plaat was al zoo ver gedaald, dat bij er niet meer ondei; door kon 1 Hij stiet een gebrul als van een wild dier uit en beukte en schopte tegen de ijzeren plaat, die kalm en rustig verder daalde en niet week. Tik — tik — tik — tik... Mijn hart bonsde! Opeens viel mij in, wat er verder gebeuren zou en ik holde naar den detective toe, die in het andere kamertje aandachtig stond te kijken. „Laten wij ons in 's hemelsnaam baasten I Wij mogen niet op de uitspraak van bet gerecht vooruitloopen'; de man zal gedood worden door zijn eigen moordtoesteli Wij moeten de deur open maken I" riep ik opgewonden. Met z'n vieren wierpen wij ons tegelijk tegen den ijzeren wand, die blijkbaar geheel gezakt was, want bet schuivend geluid bad opgehouden. Alleen bet getik was duidelijk hoorbaar. Maar de wand gaf alleen een beetje mee en rommelde, waardoor een daverend gedonder in buis weerklonk. Wij waren te laat! Reeds snoven wij den amandelgeur in. Waar komt nu dat gas of wat bet zijn mag, dat Pruisisch zuur, vandaan? De detective ging naar zijn kijkgaatje terug en riep mij toe, zelf te gaan zien, wat er gebeurde. Ik keek aan-, dachtig in de kamer, die nu als gevuld scheen met een fijnen motregen, die op den vloer neerkwam. Door een der andere gaatjes konden wij juist een gedeelte van den vloer zien, waarop Atkins met zijn roode, verwarde haren en baard, met wijdopengesperden mond naar lucht lag te happen. Van tijd tijd schokte het lichaam en sloeg hij met handen en voeten, een afgrijselijk geluid kwam over zijn lippen. Tik — tik — tik — tik ging de klok. Na 'n kwartier hoorden wij weer 't schuivend geluid en konden wij den ijzeren wand naar boven zien gaan. Alle ramen en deuren werden opengezet, terwijl wij ons in een der kleine kamers met geopend raam opsloten. Het getik hield op. Atkins was dood! Den anderen dag was het natuurlijk een heele consternatie! Gelukkig kon
ik mij spoedig terugtrekken, na den autoriteiten verzocht te hebben om bij bet onderzoek naar het verborgen apparaat tegenwoordig te mogen zijn, wat mij welwillend werd toegestaan. Het buis werd verzegeld, nadat de dooden naar de begraafplaats waren overgebracht. Na twee dagen werd ik telefonisch ontboden en trof in „Edenrust" een aantal menschen aan. Eenige deskundigen hadden de plaats berekend, waar het monstertoestel verborgen moest zijn. Het was een onzichtbare ruimte tusschen twee kamers. Daar waren een sterke electromotor en een uurwerk ingebouwd, die met elkaar in verband stonden. Om precies kwart voor. een 's nachts maakte een klein uurwerk, dat in een muurkast stond, contact, waardoor de groote klok stroom kreeg, die weer den motor in beweging zette. De groote klok, zoo zullen wij het stelsel raderen maar noemen, begon tè tikken; de motor liet de ijzeren platen zakken. Zoodra de platen geheel omlaag waren, bracht het groote uurwerk een pompje in beweging, dat met een reservoir in het plafond der kamer verborgen was. Hierdoor ontstond de motregen van
Pruisisch zuur. De openingetjes der fijne buizen waren meesterlijk in. het stukadoorswerk van bet plafond gemaskeerd en ook de kleur en de beschildering toonden geen vlekken of kringen. De regen duurde tien minuten; de klok schakelde het pompje uit en stelde weer den motor in werking, om de ijzeren platen op te trekken. Zoodra de platen boven waren, stopte de klok en werd het contact in bet kleine uurwerk verbroken. Deze zeer vernuftige heische machine was door Atkins niet alleen uitgevonden, maar ook samengesteld. Zij had aan drie onschuldige menscbeh het leven gekost, maar zij had ook de wereld verlost van een grooten schurk, baar meester! Deze had de booze geesten, die bij bad ontketend, niet meer kunnen bebeerseben ... boewel bij dat bij mijn onverwachte aanwezigheid ongetwijfeld moet hebben gewild, was het hem niet meer mogelijk geweest de noodlot-blinde, gruwelijke regelmaat van het monster, dat bij tot leven had geroepen, te stuiten, zonder zichzelf, dien avond van mijn bezoek bij het echtpaar Lovell, aan het gevaar van een verstikkingsdood prijs te geven. Maar dat was slechts uitstel van executie geweest...
LEE PARRY, de bekende Duitsche filmster die een kort bezoek aan ons land bracht, zong in den Hilversumschen studio eenige van haar filmschlagers voor de radio. Zij was zoo welwillend eenige minuten voor onzen teekenaar JAW. von Stein, te poseeren. Binnenkort zullen wij haar in eenige nieuwe films kunnen bewonderen.
6lh.^2fi^
mmnnnimMiiMWiiM^
NIEUWS UIT DE STUDIOS iniiiiiiiiiii
B
De bekende acteur jan Musch zal geen deel meer uitmaken van de N.V. Het Schouwtooneel. Hij zal alleen nogr optreden in eenige rollen, waartoe hij zich reeds vroeger heeft verbonden.
l)e beroemde Duitsche filmster Conrad Veidt is met mejuffrouw Lily Praeger in 't huwelijk getreden. Dit is zijn derde echtgenoote; hij is n.l. tweemaal gescheiden.
Mariene Dietrich is by de opnamen voor haar nieuwe film van 't paard gevallen. Zij zal eenige weken rust moeten houden.
e Super-Film „Was Frauen träumen" is in Duitschland door de censuur verboden. De Bavaria-Film A.G. zal te München het scenario „S. A. Mann Brand" verfilmen. Franz Seitz regisseert de film. Onder regie van Hübler-Kahla wordt de film „Schüsse an der Grenze" in het Jofa-atelier tc Berlijn opgenomen. De filmactrice Dita Parlo heeft Hollywood verlaten en zal te Boedapest gaan filmen. Fedor Ozep zal DITA PARL0 de regie voeren bij een nieuwe verfilming van den roman „Anna Karenina", welke te Parijs wordt opgenomen. Maria Foresca zal in de Fransche versie van de film „Mektoub" de hoofdrol spelen. Ond« regie van Henri Fescourt speelt Ivan Mosjoukin de mannelijke hoofdrol in de Fransche toonfilm „Casanova". Charlotte Ander IVAN MOSJOUKIN
GUSTAV UCICKY
Paul Wegener, de succesvolle Duitsche film- en tuuneelspeler, bezocht met zijn ensemble ons land,
speelt
de
vrouwe.
lijk e hoofdrol in de Richard Oswald-film „Ein Lied geht um die Welt". De Fransche film „Poil de Carotte" is in Duitschland door de censuur verboden. Rose Barsony, Georg Alexander en Wolf Albach-Retty zyn voor de hoofdrollen in de Ufatoonfilm „Liebe muss verstanden sein" geëngageerd. W0LF Hans Steinhoff reALBACH-RETTY gisseert. De bekende filmregisseur Dr. Ludwig Berger heeft een tooneelstuk geschreven, getiteld „Die Kassa ndra von Tegel". Lu ei e Höflich zal een belangrijke rol in dit werk spelen. Onder productieleiding van Günther Stapenhorst zal Gustav Ucicky een Ufa-toonfilm, getiteld „Pioniers" in scène zetten. Het draaiboek wordt gemaakt door Gerhard Menzel. Mctro-GoldwynMayer heeft de filmrechten ver» worvcn voor f#Sad
Indian", een roman van Thames Williamson ' -26 -
Miin slankheid wordt benijd...
TOONEEL IN BEELD „DEVREDEVAN VERSAILLES"
Een der Duizenden, die door F o c i I slank geworden zijn, schrijft t
OPGEVOERD DOOR DE N.V. GEZELSCHAP SAALBORN
Er is een tijd geweest, aat mijn gewicht tot mijn groote ergernis Aldoor maar toenam. Ik probeerde slank te worden door veel te hopen, maar zonder resultaat. Toen werd mij weer Facil aanbevolen en eindelijk begon ik een kuur daarmee. In korten tijd werd mijn gewicht geleidelijk minder en thans bemerk ik weer, dat mijn slankheid mij benijd wordt. In mijn vreugde zend ik U dit schrijven. U moogt echter natuurlijk niet mijn naam eronder zetten. Uw dankbare A. J.
TIJDSTUK VAN EMIL LUDWIG REGIE:
LOUIS
SAALBORN
Johan te Wechel (Paderewski)
Gerard Hartkamp. (Hughes)
Rien van Noppen (Orlando)
Fred Sterneberg (Hause)
Facil Is verkrijqbaor in apotheken en drogisterijen A f 3.- per buis van 100 pastilles voor een vermageringskuur van 3 weken.
FACIL riLM-ENTHOUSIASTEN J. K. d. V. ie ROTTERDAM. Lilian Harvey is nog lang geen deréig jaar. Het ging niet om een weddenschap. J. P. £e ROTTERDAM. Ü bedoeli zeker „Hef fl u it concert van Sanssouci" mei Renate Müller en O «o Gebühr? RONNY £e APELDOORN. We kennen beide bioscopen. Toentertijd bestond te Berlijn de Ufa, Terra en Decla. Niet iedere ster heeft een impresario. De studios zijn wel eens rommelig, maar nooit stoffig. We hopen, dat u met uw verhaal slaagt. U kunt ons zoo vaak schrijven als u wilt. H. E. te AMSTERDAM. Het adres van Phillips Holmes is 5451 Marathon Streef, Hollywood. Hij filmt voor Paramount en Metro-Goldwyn-Mayer. A. M. S. te ROTTERDAM. Rolverdeeling plaatsen we in deze rubriek niet. Wendt u tot Filma, 'Prinsengracht 530, Amsterdam en Metro-Goldwyn-Mayer, Damrak 49, Amsterdam. L. A. ST. te BANDOENG. Het adres van Magda Schneider is Kaiserdamm 67, Berlijn. Betty Amann 'woont Kurfärstendamm 38, Berlijn. ledere abonné kan eenmaal twee foto's van filmsterren gratis ontvangen. J. F. te SCHIEDAM. Het adres van Elissa Landi is 5451 Marathon Street, Hollywood, Californië.
Henri Eerens (Lloyd George), Louis Saalborn (President Wilson) en Elias van Praag (Clemenceau)
Richard Flink (Generaal Foch)
„ALS DE WIJN IS IN DEN MAN...."
„'t CAFÉTJE"
VAN ROBERT DE FLERS EN FRANCIS CROISSET, BIJ HET CENTRAAL TOONEEL
VAN TRISTAN BERNARD, BIJ HET NEDERL. INDISCH TOONEEL
Joan Remmelis, Cees Laseur en Louis de Bree
Mary
Dresselhuys en Mien Kerckhoven
van
P. J, N. te LEIDEN. Antwoorden op dergelijke vragen geven we alleen in deze rubriek; u behoeft dus geen postzegel voor antwoord in te sluiten. Martha Egger tb, Kurfürstendamm 109, Berlijn. Dolly Haas, Reichsstrasse 9, Berlijn. Jeanette Mac Donald, 5451 Marathon Street, Hollywood. CHR. M. te AMSTERDAM. Het adres van Lilian Harvey is 1401 Western Avenue, Los Angelos, Californië. Eerste film met John Boles „Als lippen bedriegen". J. B. te LEIDEN. We beantwoorden dergelijke vragen alleen in deze rubriek, dus onnoodig postzegel voor antwoord in te sluiten. Jeanette MacDonald, 5451 Marathon Street,HoIlywood.Lilian Harvey, Western Avenue 1401, Los Angelos, Californifi, Käthe von Nagy, Kranzallee 8, Berlijn-Grünewald.
Louis de Bree, Mien van Kerckhoven, Rie Giihuys en Marie Meunler — 27
Cor Ruys
MÊES
Viïnirrod
'AÈL En Winifred voelde, dat als bij de plagerijen van juffrouw Sugg — kwaadaardige oude heks en geboren slavendrijfster als ze was — zich de ongewenschte attenties van Mr. Fowle gingen voegen, haar leven hier tot een hel zou worden.
WILLI FORST EN NILDE WAGENER
(foto Ufa)
Het koffie-uur kwam en de meisjes konden wat verpoozing en opfrissching zoeken in de prettige herfstatmosfeer. Toen Winifred weer het Embankment naderde, waar .ze van het breede, levendige riviergezicht wilde genieten, hoorde ze al van verre het schrille geschreeuw van de krantenjongens, die extra edities aankondigden met nieuws omtrent „de moord op het Parlementsterras", zooals de spraakmakende gemeente deze „cause célèbre" al gedoopt had. Ze kon zichzelf de reden niet verklaren, maar Winifred voelde een vreemde belangstelling voor deze geheimzinnige geschiedenis. Ze las zelden couranten en in haar teruggetrokken, poover leventje bij een strenge, norsche tante in een der sombere achterstraten van een volksbuurt, plachten de groote gebeurtenissen van den dag geen rol te spelen. Maar wat nog nooit gebeurd was — ze kocht vandaag zelfs voor de tweede maal een krant; ontzegde zich zoowaar den gebruikelijken kop chocolade om zich de luxe te permitteeren van een blad, dat „sensationeele onthullingen" beloofde. Na de feiten, die betrekking hadden op het vinden van de boot te hebben vermeld, vervolgde het bericht: „Naar verluidt, heeft de politie, op grond van inlichtingen door een bekend parlementslid verstrekt, een waardevol spoor kunnen volgen, dat schijnt te leiden naar een woning in het Southwark district. De arrestatie van een of meer personen, verdacht van medeplichtigheid aan deze geruchtmakende misdaad, kan, als de voorteekenen niet bedriegen, elk oogenblik verwacht worden." Winifred glimlachte even, toen ze deze voorzichtig gestelde mededeeling las. „Eigenaardig," overdacht ze, „dat de politie juist bij ons in de buurt zoekt. Als de politie iemand in Southwark arresteert, zal ik het vanavond wel van tante Rachel hoeren. Je zou anders zeggen, dat de menschen daar veel te arm zijn en het veel te druk hebben om hun kostje bij elkaar te scharrelen, om in een zaak als deze, waarin gróote beeren een rol spelen, verwikkeld te zijn." Verlangend om miss Sugg geen verdere aanleiding tot klachten te geven, ging Winifred vijf heele minuten te vroeg naar het warenhuis terug. Toen ze langs den portier wilde gaan, boog deze zich met een veelbeteekenend lachje naar haar toe. „Je moet op het kantoor komen, jongejuffrouw!" Winifreds hart zonk haar in de schoenen. Ze was overtuigd, dat juffrouw Sugg haar bedreiging had uitgevoerd en dat Mr.
Fowle, na haar optreden van vanochtend, weinig neiging had gevoeld, om zich tegen een onrechtvaardig ontslag te verzetten. Ze beet zich op de lip en verraderlijke tranen trilden in haar oogen toen de portier op gedempten toon voortging: \ „Er is een klabak — en een detective •— het lijkt me toe een inspecteur." Ze bleef als aan den grond genageld staan. „Lui van de politie?" hijgde ze. „Precies zooals u zegt, jongejuffrouw. Je slaat den spijker precies op den kop." "' „Maar die kunnen toch niet voor mij komen?" „Moet je niet zeggen," grinnikte de man. „Je hebt er geen idee van wien ze vandaagaan-den-dag niet te pakken nemen, 't Zou me warempel niet verwondereh als ze op een goeden dag den ouden baas in eigen persoon aan zijn jas kwamen trekken!" Winifreds aanvankelijke vrees maakte nu plaats voor een soort nieuwsgierige verbazing. Het moest een of andere idiote vergissing zijn; natuurlijk verwarden ze haar met iemand, die werkelijk gezocht werd. „Weet je wel zeker, dat het om mij te doen is?" vroeg ze. „Zoo zeker als wat! Ga maar naar het kantoor, dan kun je hooren, wat er a^n de l hand is." Ze liep naar de groote hal van het personeelkantoor en klopte aan een loket. Een bediende, die tot de schare van haar hopelooze aanbidders gehoord had, stond haar te woord.
„De portier zei, dat er iemand was om mij tê spreken." „Ja juffrouw; gaat u maar mee." De jongeman kwam de hal in en bracht haar naar een deur, die toegang gaf tot de kamer van den hoofddirecteur der onderneming. In dit heilige der heiligen zat de oude Mr. Page aan zijn enorm, met papieren overdekt schrijfbureau, terwijl Mr. Fowle, een agent in uniform en een goedgékleede, vreemde heer met zijn drieën bij** den haard stonden. ^Dit is het meisje," kondigde Mr. Fowle aaij, toen Winifred binnenkwam. ,jBent u Winifred Barlett?" vroeg de vreemde heer in burgerkleeding. „Ja, mijnheer,"1 klonk het bedremmeld. „En u woont Henry Street 7, Southwark?" „Ja, mijnheer." „Bij een oudere dame, bekend als uw tante, miss Rachel Craik?" Winifred knikte. „Dan móet u met mij meegaan naar Scotland Yard." „Naar Scotland Yard?" herhaalde het onthutste meisje. „Is dat niet het hoofdbureau van politie?" Al de aanwezigen moesten lachen bij deze naïeve vraag. „Ja, dat is het," bevestigde haar ondervrager, die zooals de portier terecht vermoed had, inspecteur der recherche was. „Maar u hoeft heelemaal niet bang te zijn; we hebben u alleen maar een paar vragen te stellen."
„Eindexamen" van Dreyer, opgevoerd door 't ensemble Van Dalsum, in den Stadsschouwburg te Amsterdam. Deze voorstelling behoort tot de beste, die wij dit seizoen op de Amsterdamsche planken zagen. — 29 —
>
T
mi
„Waarover?" „Het is het verstandigste, juffrouw Barlett," was het vriendelijke, maar ontwijkende antwoord, „om de zaak te laten rusten, tot u bij mijn chef bent. Mr. Marshall." „Ik wil weten met welk recht u mij uit mijn werk haalt," protesteerde Winifred met een hoogroode kleur, „en mij meeneemt naar het politiebureau." De verontwaardiging won het nu van haar ontsteltenis. „Goed, als u er dan op staat, wil ik u wel zeggen, dat u inlichtingen moet geven in verband met den moord op Lord 'Ronald Tower. Maar discussie over de opdracht, die ik gekregen heb, kan ik niet toestaan." Er was thans een besliste klank in de stem van den inspecteur. „U moet zonder verder tegenstribbelen met den agent hier en met mij meegaan. Om u noodelooze onaangenaamheden te besparen, zijn we • per auto gekomen. U hoeft niet onder politie-geleide over straat." Eer Winifred goed en wel besef had van hetgeen er met haar gebeurde, reed ze, vergezeld van de beide politiebeambten, in snelle vaart over het Embankment. V.
i
■
.
DE
VRIENDELIJKE
COMMISSARIS.
Winifred was zóó verbijsterd, dat ze een gevoel had alsof ze droomde, tot ze ten slotte zichzelf weervond op een stoel in een behaaglijk ingericht vertrek in Scotland Yard, vis-a-vis met een niet meer jon-' gen man met ernstige gelaatstrekken, die door zijn brilleglazen onderzoekend naar haar keek. Het was commissaris Marshall, een van de kopstukken van de Londensche recherche, het „Criminal Investigation Department", de C.I.D., zooals deze instelling meestal kortweg wordt aangeduid. Terwijl Mr. Marshall, een kenner van menschenharten door aènleg en rijke ervaring, het doodsbange, bevende meisje aanzag, verzachtte zich zijn scherpe blik. Hij bladerde in de voor hem liggende agenda en een spoor van een glimlach gleed over zijn gezicht. De inspecteur, die Winifred naar Scotland Yard gebracht had, verliet op 'n kort knikje van zijn chef de kamer. „Om te beginnen," verbrak Mr. Marshall, met iets vaderlijk-vriendelijks in zijn stem, het stilzwijgen, „moet je je niet zenuwachtig maken, beste meid. Alleen menschen, die iets op hun geweten hebben, hebben reden hier bang te zijn. Ik zou graag willen, dat je je best deed om de vragen, die ik je stellen zal, rustig en zoo nauwkeurig mogelijk te beantwoorden. Denk maar kalm na voor je wat zegt." Zijn optreden had een geruststellende uitwerking; Winifred raapte al haar moed
MIJN
PIEPA
bijeen en zei, af en toe naar haar woorden zoekend: „De mijnheer, die mij hier heeft gebracht, vertelde, dat ik inlichtingen zou moeten geven in verband met den moord op Lord Tower. Maar u kunt me heusch gelooven, mijnheer; ik had nog nooit van Lord Ronald gehoord voor ik vanmorgen zijn naam in de courant zag staan en ik weet niet meer van zijn dood dan wat ik er over gelezen heb.'' . „Natuurlijk,' miss Barlett," verklaarde Mr. Marshall met een opgewekt en aanmoedigend lachje, „dat begrijp ik best. U denkt toch zeker niet, dat we u voor een gevaarlijk misdadigster aanzien?" Ook Winifred kon niet nalaten te glimlachen door haar tranen heen en de commissaris constateerde met voldoening, dat hij er in geslaagd was het meisje op haar gemak te zetten. „Laat ik dan in de eerste plaats beginnen met een vraag, waarop u nog zonder aarzelen antwoord kunt geven," vervolgde hij. „Hoe oud bent u?" „Achttien." „Wel, wel; u ziet er jonger uit. Waar bent u geboren?" „Dat weet ik niet." „Wèt?" Commissaris Marshall trok verbluft de wenkbrauwen op bij dezen uitroep. Winifred was zichzelf weer volkomen meister en vlot pratend nu, legde ze uit: „Ik begrijp, dat u dit een heel raar antwoord vindt, maar 't is de waarheid. Mijn tante wilde me nooit vertellen, waar ik ben geboren. Ik geloof, dat ik uit het Noorden van Engeland afkomstig ben, maar dat vermoeden berust alleen op erg vage gegevens." „Hoe komt u er dan toe?" Winifred dacht even na. „Uit wat mijn tante zoo bij stukjes en beetjes los liet, heb ik opgemaakt, dat ik, om zoo te zeggen, van het oogenblik van mijn geboorte af, aan haar zorg was toevertrouwd en dat ik zes maanden oud was, toen we in Londen gingen wonen. Dus in Londen ben ik in elk geval niét geboren en dat we uit Noord-Enfeland kwamen leid ik af uit het feit, dat mijn tante spreekt met het accent van iemand uit die streek en, zooals ik wel eens gemerkt heb, vrij goed bekend is met steden als • Darlington en Durham." „Ahaï" Mr. Marshalls pen gleed over de opengeslagen bladzijden vóór hem om iets te noteeren. „Hoe heet uw tante?" „Rachel Craik." „Ze is ongetrouwd, nietwaar?" In Winifreds aardige oogen danste even
•
WêSSê B DOcn^S een ooiijk lichtje. Ze had een sterk ontwikkeld gevoel voor humor en alleen al de onuitgesproken veronderstelling dat haar zure, sombere, strenge, broodmagere tante, iets anders dan ongetrouwd zou zijn, vond ze onweerstaanbaar komiek. „Ja, tante Rachel is ongetrouwd. En," voegde ze er bij met een lach op de lippen, „ik houd het er voor, dat ze dat ook wel zal blijven. Ze verafschuwt het mannelijk geslacht." Mr. Marshall keek geïnteresseerd naar het aantrekkelijke meisje. Haar manieren, haar stem en haar uiterlijk pasten zoo absoluut niét bij haar nederige positie in de maatschappij, dat deze onzinnige tegenstelling letterlijk om 'n verklaring schreeuwde. „U bent werkzaam op de expeditie-afdeeling van het warenhuis van de firma Page in Whitefriars, is 't niet?" vroeg de commissaris. „Ja." „Hoe lang bent u daar al?" „Zoowat een jaar. „Hoeveel verdient u?" „Twintig shilling per week." „Is dat het gewone salaris, dat de meisjes van uw leeftijd daar verdienen?"
■
ê
n. Jj&L-m
rfxi?y*Fï" h
■»
BAANBREKEND
„Ja, kindlief, nu blijven we Het type van de sigaar die . heden ten dage hef meest gerookt wordt. Is het aanzijn gegeven door Karel 1, die in dit opzicht werkelijk baanbrekend heeft gewerkt. Hij heeft op zijn sigaren een eigen stempel gedrukt in vorm, smaak, kleur en geur, waardoor hij geldt als de Standaardkwaliteit voor Nederland.
ER
IS
Tot zelfs in de verpakking is Karel 1 het leidende merk in de Nederlandsche sigarenwereld en wie er prijs op stelt het edelste en fijnste te rooken wat de Nederlandsche sigarenindustrie voortbrengt, vraagt niet naar sigaren zonder meer, doch eischt Karel 1, waarvan met het volste recht algemeen gezegd wordt:
MAAR
ALTIJD BLOND".
Zonnig gouden krullebolletje .. . horrlijk blond haar. Kn moeder én dochter blijven jong — dank zij XL'KBLÜNÜ. Deze shampoo, zonder weerga, speriaal Iwstemd voor de instandhouding van dr lijne en zoo gevoelige structuur van blond haar, voorkomt niet alleen het, donker worden, doch geeft ook reeds donker en kleurloos geworden haar den oorspronkelijken gouden glans terug en het haar wordt zacht als zijde. MilHoenen vrouwen over de geheele wereld en reeds duizenden hollandsche blondines gebruiken NUKBLOND met buitengewoon succes Het beval geen kleurmiddel, geen henna en is vrij van soda en alle schadelijke beslanddeelen. Ooh hel blonde haar van Uwe kleine meid moei mei NURBLOND gewasschen worden. Overal verkrijgbaar. Imp. Firma 3. Meindersma Den Haag. Ned. Indië: N.V. B. G. Slibbe's Export Mij., Balavia en Soerabaya'
ÉÉN
éK4wec J STANDAARDKWALITEIT VOOR NEDERLAND
,Ja."
„Ik hoop, dat u me de vraag ten goede houdt, miss Barlett. Maar u maakt den indruk van een intelligent, beschaafd, goed opgevoed jongmeisje; hoe komt het dan, dat u zich met een dergelijke betrekking moet tevreden stellen?" „Het was het beste, wat ik krijgen kon." „Dat wil ik aannemen, maar u kunt toch niet blind zijn voor het feit, dat waarschijnlijk geen van de meisjes op die afdeeling, uw gelijke is in opvoeding en beschaving. Als u typiste of correspondente of iets van dien aard was, verkoopster desnoods, zou ik het kunnen begrijpen, maar het lijkt me zacht gezegd ongerijmd, dat u met zulk betrekkelijk ruw werk, waar weinig ontwikkeling voor noodig is, den kost verdient." „Mijn tante wilde het zoo." „Aha!" klonk het weer en Mr. Marshall staarde enkele seconden peinzend voor zich uit, eer hij verder ging: „En wat voor reden gaf uw tante voor dien zonderlingen wensch op?" (Wordt vervolgd).
De hand voor den jaargang 1932 i's gereed. Hij dient tot het inbinden van 52 nummers van ons blad, dus voor een gehee/en jaargang. De prijs van dezen band bedraagt PI. 7.30 franco per post, BIJ VOORUITBETALING. Het verschuldigde kan voldaan worden door storting op onze postrekening 41880 of door toezending van postwissel.
Een gebonden jaargang van Het Weekblad Cinema & Theater is een prettig bezit, dat u nog vele aangename uren kan verschaffen. Het bezichtigen van de vele mooie en interessante foto's en het lezen der beschrijvingen van films en tooneelstukken roept bij u de herinnering weer wakker van het door u in het afgeloopen jaar geziene en gehoorde. Ook de overige inhoud is zeer zeker het nog eens zien en lezen meer dan waard. Een gebonden jaargang houdt dat alles voor u bij elkander. Bestel daarom een band voor het inbinden van uwe 52 nummers van ons blad.
L ÄDM. HET WEEKBLAD CINEMA & THEATER, - GALGEWATER 22, LEIDEN
.
Bewerking van een Zuid-Fransch matrozenlied ,,Sur Ie Pont d'Morlaix" door Alexander de Haas.
m
V
/
p £^4 'k Liep Die Ze
h b hj
JM
'm ^m
on - der - lest door Am - ster - dam, fij - ne blon - de lie - ve - ling heit me wel gen - dag ge - zegd,
Lui, Lui, Lui,
J i'J j,l J > jj J > J pi
ga weer naar zee ... wie raai je dat ik te - gen kwam ? ga weer naar zee ... waarvoor ik des-tijds va- ren ging. ga weer naar zee .. . maar ach je-wéét-wel, tóch niet echt!
Lui, good bye, en Lui, good bye en Lui, good bye en
r
ta - beh! ta - beh! ta - beh!
ik ik ik
m m
7. Ik zoek nou maar op zee m'n lol — Lui tabeh! ik ga weer naar zee — k heb van den wal mijn buik weer vol — Lui good-bye en hou je maar taai!
8^ 9. Maar... brak die meid mijn hart ook stuk En nou maar 't anker opgehaald — Lui tabeh! — Lui tabeh! ik ga weer naar zee — ik ga weer naar zee — nog ééntje, maats, op haar geluk! de heele rommel is betaald ! — Lui, good-bye — Lui, good-bye en hou je maar taai! en hou je maar taai!
in
Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STILLPERIODE Verschont weKel^Ks — fnis per kwartaal f. 1.U5.
\^
Een juffie uit een havenkroeg . . — Lui tabeh I ik ga weer naar zee — dat is voor ons al mooi genoeg! — Lui good-bye en hou je maar taai!
ODIOT 7 PLACE DE LA MADELgINE. PARIJS
7690
m
hou' je maar taai! hou' je maar taai! hou' je maar taai!
5. Zoo'n meid hêt in wat beters zin, — Lui tabeh ! ik ga weer naar zee — voor die zijn wij-soort-lui te min ! — Lui good-bye en hou je maar taai!
Fabriek van Artistiek / Zilverwerk Gevestigd
CIMBMA ^ THEATER
wm
4. Dr vader ommers is kap'tein, — Lui tabeh! ik ga weer naar zee — dan voel je wel, 't kan nooit wat zijn ! — Lui good-bye, en hou je maar taai!
MMAISON
■
MET
MATROZENLIED« M> z& j
'
Red. en Adm. Oalgewater 22, teiden. Tel. 760. Postrekeninn 4TÖ80.
'**
WMIJU»
'4 4 f\