Jaargang 14 – April 2015
BULLETIN
Nieuws, info en achtergronden voor alle aios huisartsgeneeskunde
Beestjes! Leuk of jeuk?
Winnen, winnen, winnen; kijk binnen! Kaarten Micropia of Natuur Historisch Museum | het boek ‘De beestjes in ons’
Verder: Column Arie Bastiaansen | LOVAH congres Ook als AIOS naar Colombia? | En veel meer...
Van de voorzitter
Inhoud 3
Van de voorzitter
4-5
Internationaal: Columbia
6
Van de LHV
8-10
Mini-dierentuin Micropia
11
Column:
12-13
Care under fire
14-16
Dagje uit:
17
Vacature
18-19
Onderwijs
20-23
Griep
24
Internationaal:
25-27
Hoofdzaken:
‘Passie voor je vak virus!’ Door: Anne-Eva Speeks Voorzitter LOVAH
Anne-Eva
Arie bastiaanse
het Natuurhistorisch
Congres Liverpool
Josca Fokkema
28-29
LOVAH-congres 2015
30-31
Goodwill
32-33
Toekomstvisie
34
Column:
35
Voorwoord
Sofie de Haan Boekrecensie en colofon
Het congres is nu al weer een paar maanden geleden. Go Viral heeft het ‘passie voor mijn vak virus’ zodanig aangewakkerd door het enthousiasme van alle sprekers en gemotiveerde aios, dat het nog steeds kriebelt. Phil Hammond heeft mij laten zien dat mensen bijzondere beestjes zijn. Misschien heeft hij wel gelijk als hij zegt dat een hond voor veel kwalen het beste medicijn is. Het ‘passie-voor-mijn-vak-virus’ wordt aangewakkerd door patiënten in de spreekkamer, maar ook door de afwisseling die ik heb als voorzitter van de LOVAH. Fantastisch om te merken hoeveel enthousiaste aios er zijn. Aios die zich hard maken voor beter onderwijs, het 35 jarige lustrum organiseren of andere aios informeren over maatschappelijk relevante thema’s. Zo kun je in dit bulletin een genuanceerd artikel vinden over goodwill. Een onderwerp waar je in het begin van je opleiding nog helemaal niet mee bezig bent, maar wat wel van belang is als je een praktijk wilt overnemen. Als LOVAH-bestuur zijn we bezig een route uit te stippelen waar we de LOVAH over een paar jaar willen hebben. Hoe kunnen we nog beter samenwerken met andere
Speeks
organisaties als de LHV en het NHG, maar ook met andere verenigingen van jonge artsen in opleiding? Wat is de rol van de huisarts in de toekomst? Worden wij voor die rol opgeleid, of moet er iets veranderen binnen de huidige opleiding? In de toekomst zal een huisarts steeds meer een coach worden die samen met een patiënt kijkt wat de beste opties zijn. De werkgroep Zorg 2025 heeft daar onlangs een mooi document over geschreven. In de werkgroep Zorg 2025 komen verschillende verenigingen van jonge artsen (waaronder LOVAH) en jonge apothekers samen. Een verslag over het symposium dat zij hierover organiseerden is verderop in het bulletin te vinden. De aard van ieder beestje is anders en daarom ben je vaak op je best als je doet wat je leuk vindt. Houd jij er van om dingen te organiseren, van een onderwerp precies uit te zoeken hoe het zit, of schrijf je graag stukjes? Ga dan eens praten met iemand van je afdeling of stuur een mail naar een landelijke werkgroep of het landelijk bestuur. Veel leesplezier en ik hoop dat dit beestjes-bulletin zorgt voor enthousiaste LOVAH-kriebels!
Een dagje meelopen met de marechaussee. Vanaf pagina 12: “Care under fire”
Haha@aios Secretariaat LOVAH Postbus 19025 3501 DA Utrecht
[email protected] www.lovah.nl
Verspreid door dit Bulletin vindt u de rubriek Haha@aios, met daarin opvallende anekdotes van diverse aios. Ook een leuke anekdote? Stuur deze dan naar
[email protected]
LOVAH-BULLETIN - april 2015
3
Internationaal
Huisartsstage in het
bruisende Cali
Het FM360 programma in Cali, Colombia. Door: Annemarie Winkelhagen
In juli 2014 heb ik gedurende twee weken een huisartsstage gedaan via het FM360 programma in Colombia aan de Universidad del Valle in Cali. Het FM360 programma is een nieuw programma, opgezet om huisartsen in opleiding wereldwijd van elkaar te kunnen laten leren. Toen de kans voorbij kwam om in Latijns-Amerika stage te lopen, kon ik deze niet aan mij voorbij laten gaan. Ik heb meerdere stages in Latijns-Amerika gedaan en dit continent heeft mijn hart veroverd. Cali is een van de grootste steden van Colombia met 2,5 miljoen inwoners en ligt aan de westkant van de Andes. Het is een levendige stad met een heerlijk klimaat. Deze twee weken in Cali heb ik veel ervaringen opgedaan. Ik ging erheen om het eerstelijns gezondheidszorg systeem te leren kennen en om te kijken of ik een periode in Latijns-Amerika zou kunnen gaan werken als huisarts. Bij aankomst werd ik van harte welkom geheten door mijn gastgezin Huisartsen werken en door de medewerkers van universiteit en al snel voelde in Colombia ook de ik mij daar thuis. Ik volgde in ziekenhuizen, een gevarieerd programma, zelfs op de waarbij ik onder andere heb Intensive Care! meegekeken met consulten van huisartsen in privéklinieken, gezondheidscentra en in de universiteitskliniek. In gezondheidscentra werken vaak één of twee huisartsen die kunnen worden geraadpleegd door de basisartsen. Daarnaast werken huisartsen ook in ziekenhuizen, zelfs op de Intensive Care! In de minder grote ziekenhuizen hebben huisartsen vaak supervisie over de Spoedeisende Hulp, waarbij zij de ingewikkelde interne patiënten zien. De meer eenvoudige problematiek wordt gezien door basisartsen. Mijn programma werd aangepast naar behoefte, zo heb ik bijvoorbeeld ook met een
manager gesproken die mij uitgebreid vertelde over het gezondheidszorgsysteem in Colombia. Verder doe je samen met de aios mee met het onderwijs. Hierdoor leer je ook snel mensen kennen. Aios en docenten waren erg hartelijk en je wordt snel uitgenodigd voor bijvoorbeeld een drankje of etentje. Het is niet vreemd dat het gezondheidszorgsysteem anders in elkaar zit dan in Nederland, onder andere omdat er in Colombia slechts 400 huisartsen zijn voor een populatie van 47 miljoen mensen. Er zijn veel basisartsen, een opleiding tot specialist moet betaald worden. Dr. Liliana Arias Castillo is het hoofd van de huisartsopleiding in Cali en onder andere voormalig regionaal president van de WONCA. Zij is ambitieus en wil in de komende tien jaar 4000 huisartsen opleiden in Colombia, er staat dus
4
LOVAH-BULLETIN - april 2015
een hoop te gebeuren. Nog geen 30 jaar geleden waren er in Nederland ook nauwelijks huisartsen, zo zie je maar dat dit snel kan veranderen. Ik vond het leuk om te zien dat de huisarts een echte familie dokter is; huisartsen worden vaak in consult gevraagd door basisartsen als een patiënt een probleem heeft binnen de familie. De eerste dag van mijn stage was gelijk de meest indrukwekkende. Huisartsen in opleiding gaan met een docente antropologie op huisbezoek bij achterstandsgezinnen in de buitenwijken van Cali. Zij worden getipt door bijvoorbeeld sociaal werkers die in de wijk bij gezinnen komen, dit zijn vaak gezinnen die het gezondheidscentrum nauwelijks bezoeken. Wij bezochten het kleine appartement met slechts twee slaapkamers kwamen alle twaalf kinderen vrolijk over. Ze droegen elkaar van de ene naar de andere kant van het huis, speelden in de trappengang en de oudsten hielpen mee met schoonmaken.
Wij bezochten een alleenstaande moeder die zwanger was van haar dertiende kind een alleenstaande moeder die zwanger was van haar dertiende kind en inventariseerden van het hele gezin de gezondheidstoestand. Ze keken ook goed naar de sociaal-economische omstandigheden van het gezin. Daarnaast vroegen ze gedetailleerd hoe zij met deze situatie omging als alleenstaande moeder, bijvoorbeeld of zij aan iemand hulp kon vragen als het niet ging. In
Gezondheidsproblemen worden vaak gerelateerd aan levensfase, life events en familie omstandigheden. Huisartsen zien in verhouding ook vaak tieners, in Colombia zijn geen jeugdartsen. In het consult vragen huisartsen altijd uitgebreid bij vrouwen naar gezinsplanning en naar het laatste uitstrijkje/ mammografie. De huisarts heeft meer tijd dan in Nederland, maar moet in deze tijd ook meer doen, zeker omdat de huisarts vaak geen vaste populatie heeft en bepaalde groepen patiënten minder vaak langskomen. Deze stage heeft mij een bredere kijk gegeven op de eerstelijnsgezondheidszorg door de overeenkomsten en verschillen die ik leerde kennen. Het belang van familie omstandigheden en sociaal-economische status kwam bijvoorbeeld duidelijk naar voren, net als de superviserende rol van huisartsen. Het langdurig volgen van een patiëntenpopulatie zoals in Nederland is in Colombia nu vaak nog niet goed mogelijk. Dit komt onder andere door het lage aantal huisartsen en het regelmatig verhuizen van patiënten, zeker patiënten met een lagere sociaal-economische status. Ik vind het mooi om te zien dat in verschillende delen van de wereld de huisarts zoveel aandacht heeft voor de specifieke gezondheidsbehoeften van zijn/haar populatie en hier steeds oplossingen voor probeert te vinden. Ik kan een stage in het buitenland erg aanraden als je je eigen gezondheidszorgsysteem in een breder perspectief wilt zien of in het buitenland wilt werken. Ik ben er zeker enthousiaster door geworden.
Ook meedoen aan het FM360 programma? Kijk dan op de website van de Vasco da Gama Movement onder Exchanges, family medicine 360° LOVAH-BULLETIN - april 2015
5
Van de LHV
Het
beestje
bij z’n naam ‘Twee ton moest hij hebben voor zijn praktijk. Niet voor inventaris, of voor het pand, maar gewoon, omdat hij vond dat hij dat wel verdiend had voor al die jaren werken. En omdat er genoeg jonge huisartsen zijn die een praktijk zoeken en er vast wel eentje is die het wil betalen.’ Door: Paulus Lips Bestuurslid LHV
Op een bijeenkomst van jonge huisartsen vertelt een waarnemer over haar zoektocht naar een praktijk. Haar verhaal roept vergelijkbare ervaringen op: bedragen tussen de vijftig- en tweehonderdduizend euro voor goodwill worden genoemd. De openheid tijdens de avond is opvallend. Meestal wordt goodwill verzwegen en blijven de bedragen een geheim tussen de betrokken huisartsen. De discussie over goodwill komt daardoor niet van de grond, met als gevolg dat het vragen van goodwill weer gewoon wordt.
de vijftigBedragen tussen er tweehond dduizend en worden euro voor goodwill genoemd. LOVAH en LHV-Wadi, de vertegenwoordiger van waarnemers en Hidha’s binnen de LHV, gooien met hun standpunt over goodwill een grote steen in de vijver. ‘Goodwill is niet goed’, zo schrijven ze. ‘Het belemmert starters en het gaat ten koste van de kwaliteit van de huisartsenzorg. Want geld dat je uit moet geven aan goodwill kun je niet investeren in de kwaliteit van zorg’. Paulus Lips. Bron: Nout Steenkamp. Dat jonge huisartsen tegen goodwill zijn, is niet verrassend. Zij moeten immers betalen. Het argument van de vertrekkende praktijkhouders staat daar tegenover: na jarenlang bouwen aan een praktijk mag daar net als bij elk bedrijf wat tegenover staan. Ook al hebben velen al een uitkering uit het goodwillfonds ontvangen. De niet gevestigde huisartsen vinden echter dat dit argument geen hout snijdt. De zorg is geen echte markt. Een huisartsenpraktijk is niet te vergelijken met een normaal bedrijf. Je bepaalt als huisarts niet zelf de prijzen en hebt dus ook onvoldoende invloed op het terugverdienen van de goodwill. De discussie over goodwill moet open gevoerd worden, omdat het ons allen aangaat. Laten we daarbij vooral het beestje bij zijn naam blijven noemen. Ik hoop dat de conclusie zal zijn dat we kiezen voor kwaliteit en niet voor het grote geld.
6
LOVAH-BULLETIN - april 2015
Mini-dierentuin
Microben! Een interview met Remco Kort, microbioloog en adviseur Micropia en Eveline Hensel, directeur Micropia
Martin Blaser schreef het boek ‘Missing microbes. How the overuse of antibiotics is fueling our modern plagues.’ Volgens hem zijn veel van onze welvaartziektes te wijten aan ons verarmende microbioom. Hoe kijk jij hier tegenaan?
belangrijke rol. We willen graag de brug slaan tussen de wetenschap en het grote publiek. Het publiek is slecht geïnformeerd en er bestaan veel misvattingen.’
Remco: ‘Onderzoek laat zien dat de eerste drie levensjaren van groot belang zijn bij de vorming van het microbioom. Overmatig gebruik van antibiotica en verminderde blootstelling aan micro-organismen kan leiden tot een afname van de diversiteit van het microbioom. Enerzijds kan de dit resulteren in een verhoogd risico op autoimmuunziektes, omdat de micro-organismen in ons lichaam een rol spelen bij de demping van ongewenste afweerreacties, anderzijds in een verhoogd risico op infecties, aangezien de micro-organismen in ons lichaam van belang zijn bij het voorkomen van infecties.’
Remco: ‘Als Micropia zijn wij ook een onderwijsplatform en een academie. Voor de aios huisartsgeneeskunde van het VUmc was ik onlangs nog gastspreker bij de workshop ‘Paradigma shift in de Microbiologie’. Ook doe ik onderzoek, waarmee ik het grote publiek wijs op de aanwezigheid en het belang van micro-organismen. Zoals het onderzoek naar de effecten van een intieme zoen. Daarvoor hebben we stelletjes in het Artis-park gevraagd of ze met elkaar willen zoenen. Uit dat onderzoek bleek dat het microbioom van het speeksel meer op elkaar leek al naar gelang men meer zoende. De flora op de tong leek echter sterk op elkaar ongeacht of men nu negen keer per uur of negen keer per jaar zoende. Dit kan worden verklaard door andere factoren, zoals een vergelijkbaar dieet of het gebruik van dezelfde tandpasta.’
Welke gevaren schuilen er volgens jou in het huidige voorschrijfbeleid van antibiotica?
Wat zijn toepassingen van microben waar jij enthousiast van wordt?
Er is een voortdurende strijd gaande tussen de ontwikkelaars van antibiotica en ziekte verwekkende micro-organismen: bij elk nieuw antibioticum dat ontwikkeld wordt, vinden micro-organismen weer een strategie om resistentie tegen het antibioticum op te bouwen. Micro-organismes kunnen snel evolueren, omdat zij snel delen en via horizontale genoverdracht heel snel eigenschappen van andere soorten overnemen. Het traject om een geneesmiddel op de markt te brengen is erg lang en gaat gepaard met grote investeringen. Het zou verstandig zijn onderzoek naar alternatieven voor breedspectrum antibiotica meer te stimuleren, waarbij de therapie veel specifieker gericht wordt tegen het ziekteverwekkende organisme. Een interessant alternatief is therapie met behulp van bacteriofagen. Met deze gerichte aanpak behoud je de bacteriën waarmee we in symbiose leven en schaad je ons ecosysteem minimaal.
Remco: ‘Op gebied van de geneeskunde zijn er de afgelopen jaren hele mooie resultaten geboekt, zo kan men middels faecestransplantatie terugkerende darminfecties met Clostridium dificile behandelen. Maar ook op andere gebieden zijn hele interessante toepassingen mogelijk met microbiologie, waaronder functioneel gebruik van gefermenteerde voeding. Zo ben ik vijf jaar geleden een initiatief gestart in Afrika (Yoba for Life) waarbij we zogenaamde startersculturen naar de boeren brengen en ze leren hoe ze hun melk in yoghurt om kunnen zetten. Zo kunnen ze in hun eigen bestaan voorzien. Bovendien verrijk je de voeding door het te fermenteren en kun je voedingsdeficiënties aanpakken. Verder zijn er aanwijzingen dat je met de bacteriën die we in de starter gebruiken rotavirus geassocieerde diarree kunnen voorkomen.’
Je ziet ze niet maar ze zijn er wel. Alleen in en op jou zitten er al meer dan honderdduizend miljard
Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel. Alleen in en op jou zitten er al meer dan honderdduizend miljard. Microben. Ik ben in Micropia, het eerste microbenmuseum in de wereld dat onderdeel is van Natura Artis Magistra in Amsterdam. Ik spreek daar met Eveline Hensel en Remco Kort. Eveline Hensel, directeur van Micropia, is van oorsprong econoom met een master milieumanagement. Zij is sinds vijf jaar betrokken bij Micropia en maakt de vertaalslag van wetenschap naar publiek. Remco Kort is van huis uit microbioloog. Hij is als adviseur betrokken bij het opzetten van Micropia en geeft lezingen en onderwijs. Door: Wendeline Alderlieste Redactielid 8
LOVAH-BULLETIN - april 2015
Eveline: ‘Er valt ook winst te behalen bij de patiënt. We moeten af van het imago van microben: ‘kleine vieze beestje die we weg moeten poetsen.’ Het overgrote deel zijn microben waarvan we afhankelijk zijn om te overleven. In aantal zit er 14.000 x de wereldbevolking aan microben in één menselijk lichaam, samen goed voor zo’n 1,5 kilo van ons lichaamsgewicht. Dit zijn natuurlijk waanzinnige aantallen! Ze helpen ons met de spijsvertering, spelen een rol in ons immuunsysteem. En ook buiten het menselijk lichaam hebben ze functie. 50% van de zuurstof op aarde wordt door ze geproduceerd. Ook in belangrijke wereldvraagstukken over gezondheid, voeding, energie, afvalverwerking en watervoorziening spelen ze een
Lees meer over het museum op de volgende pagina »
LOVAH-BULLETIN - april 2015
9
Column
Het
Museum
voeding. De bladeren en stengels van de maïs konden we tot voor kort niet afbreken. Door te kijken naar de faeces van olifanten die dit wel af kunnen breken, hebben we de enzymen die hierbij betrokken zijn kunnen isoleren. En zo kunnen we tegenwoordig uit de restproducten van maïs bio brandstof maken, win-win!
Beneden begin je met de (aan)tekeningen die Antoni van Leeuwenhoek ooit als eerste maakte van microorganismes. Dan stap je in de lift, op weg naar de wereld van de microben. Als je omhoog kijkt zie je jezelf en de andere bezoekers staan. In een razend tempo wordt er ingezoomd op je hoofd, je oog en de micro-organismes die er leven. Je ziet en hoort wimpermijten knabbelen, met daarop bacteriën, met daarop weer bacteriofagen. Boven aangekomen zie je de ‘tree of life’ met alle op de aarde levende organismes. Onder de zoogdieren bungelt ergens onderaan in een hoekje de mens. Toch minder centre of the universe dan velen denken....
Via de helixtrap, geïnspireerd op het DNA, kom je weer beneden. Daar zie je onder andere enkele duurzame toepassingen van microben. Maïs is al langer op de markt als biobrandstof, echter dit concurreert met maïs als 10
LOVAH-BULLETIN - april 2015
hond
Dood door de dokter
Door: Arie Bastiaansen aios Universiteit van Harderwijk
Het is tien over half acht als ik Horst inrijd. Bij de praktijk aangekomen parkeer ik mijn 206, ik hoor een knal en de auto staat plots stil. Zucht. De tuinkabouters die de praktijk verdedigen hebben weer een man verloren. Die met het biervat heb ik vorige week al onthand. Hier in Horst, tussen de boerderijen, ligt de praktijk van mijn opleider Ernst van der Waal, alias De Walvis. Inmiddels ben ik hier na ruim een halfjaar al aardig thuis, in de praktijk die huist in het oude Koetshuis van het dorp. Ik rijd mijn visites nu zonder TomTom: over de Kawoepersteeg, het Roodeschuurderwegje en de Buitenbrinkweg. De omgeving telt veel ouderwetse boerderijen, waar bejaarden vaak nog zelfstandig wonen. Mensen helpen elkaar uit de brand, al is de thuiszorg sinds 1 januari wel grondig veranderd. Niet Sandra, maar Chantal komt nu helpen met de steunkousen. Niet zo schokkend zou je zeggen, maar als Sandra al tien jaar over de vloer komt…
Eveline: ‘We hebben een aantal manieren gevonden om het onzichtbare zichtbaar te maken. De eerste is een speciaal ontwikkelde 3D-kijker aan een microscoop. Je kunt met een joystick door het beeld bewegen. Ernaast staat een groot scherm zodat anderen mee kunnen kijken. Andere kijkers laten middels 3D foto’s van topfotograaf Wim van Egmond op spectaculaire wijze een aantal micro-organismen zien. Omdat we ook veel levende microben in beeld brengen, valt hier zoveel te zien! Je ziet ze eten, zich voortplanten, geboren worden. Geen dag is hetzelfde.’ Dan is er de body scan; een apparaat dat berekent hoeveel microben je bij je hebt. Vervolgens kan je door je armen en handen te bewegen klikken op de verschillende ecosystemen van het menselijk lichaam. En zo lees je waar die nu eigenlijk die zweetvoeten vandaan komen. Remco: ‘Opvallend detail is dat ze met een op de voet levende micro-organismen laatst in Ierland echte kaas hebben ontwikkeld.’ tenenkaas dus, maar niet geschikt voor consumptie. Door aan een groot wiel te draaien kom je terecht in verschillende 3D landschappen op aarde in extreme omstandigheden. In een zoutmeer, op de noordpool, in Tsjernobyl, op olievelden. Je ziet welke micro-organismen het hier volhouden en waarom. Eveline: ‘En dát is nu juist het interessante. Hier kunnen we hun tactieken afkijken en van ze leren.’ Remco: ‘Zo zijn er micro-organismes die heel efficiënt DNA-schade kunnen repareren! Je kunt je voorstellen hoe nuttig dat kan zijn, als je blootgesteld wordt aan hele hoge hoeveelheden radio-actieve straling.’
Als een
En dan is er kunst gemaakt van schimmels. De kunstenaar heeft de wetenschap gevraagd om dit verder te ontwikkelen. Er worden tegenwoordig zelfs bakstenen en kleding van microben gemaakt! Eveline: ‘Onze wens is dat mensen na een bezoek aan ons museum nooit meer hetzelfde naar zichzelf en de wereld kijken. Dat ze ervaren dat er een nauwe samenwerking bestaat tussen je lichaam en je microbioom. En hoe belangrijk microben zijn voor het leven op aarde. Er zijn mensen die mij na een bezoek vragen: ‘Zit het beerdiertje ook op mij?’ Dat geeft aan dat er acceptatie is dat je onder de microben zit, dat vind ik mooi!’
Ben je ook zo gefascineerd geraakt en wil je Micropia eens met eigen ogen bekijken? Stuur dan jouw briljante idee voor een volgend thema voor dit bulletin voor 31 mei naar
[email protected]! De beste inzendingen ontvangen 2 toegangkaartjes voor Micropia. We geven er in totaal maar liefst 20 x 2 weg!
Na het spreekuur rijd ik met mijn opleider mee voor de visites. De oude Opel Corsa kreunt hoorbaar als hij instapt. We gaan dit keer samen want een 74-jarige boerin heeft vorige week slecht nieuws gekregen. Ovariumcarcinoom. De woekerende cellen hebben geen enkele plek in haar lichaam overgeslagen. Geen behandelopties meer. Ze is verslagen en nu gooit ze de handdoek in de ring. Ze wil euthanasie. Door het gebrek aan energie en adem komt ze haar bed niet meer uit. We praten wat over vroeger, over haar werkzame leven met haar reeds overleden man, haar ‘boertje’. Vierenzestig koeien en veertig schapen hadden ze op het laatst. Ze begrijpt niet dat er rond euthanasie zo’n gedoe is: als je hond niet meer beter wordt, laat je die toch ook inslapen? In de praktijk bellen we de SCEN-arts.
Deze mevrouw kon prima zelf sterven.
Een paar dagen later ben ik weer op visite, dit keer bij de 86-jarige Henk, de oude fietsenmaker. Ik ken hem inmiddels al een tijd van de diabetescontroles. Hij is delirant en ziet allerlei beestjes kruipen. Ik wil net het ziekenhuis gaan bellen voor een opname. Mijn mobiel trilt, een onbekend nummer. De SCEN-arts die op bezoek is bij de oude boerin. Hij vertelt enigszins verbouwereerd: ‘We gaven elkaar een hand en na tien minuten geeft ze ineens de geest.’ Of ik zo wil komen schouwen. Ik bel met De Walvis en vertel het verhaal, nog steeds niet bekomen van de schrik. Zijn reactie is koeltjes. ‘Het verbaast me niets. Deze mevrouw kon prima zelf sterven.’ Mijn schrik is later veranderd in berusting. Voor deze vrouw was deze dood waarschijnlijk passend. En ze heeft niet langdurig geleden. Zoals de natuur zijn gang gaat, dat heeft ze als boerin wel gezien. Dat daar geen spuit bij aan de pas kwam, zal voor haar vast geen teleurstelling zijn geweest. De aangereden kabouter van een paar dagen geleden staat bij het grofvuil. In scherven. Ook een soort sterftegeval op de praktijk, door toedoen van de dokter. Het was misschien niet op zijn verzoek, maar snel ging het wel.
LOVAH-BULLETIN - april 2015
11
15.00 uur Door: Elke Maas, Hugo Stappers, Gerdien Venderink-Tuinstra en Gerda Weeda Docenten en huisartsen-in-opleiding UMC St. Radboud Nijmegen
Adjudant Marco Tuinstra-Venderink van het OTC KMar (Opleiding en Training Commando Koninklijke Marechaussee) kwam tijdens een terugkomdag uitleg aan ons geven over de taken van de marechaussee en de opleiding van jonge ‘spijkerbroeken’ tot experts. Tevens vertelde hij over de medische dienst en de protocollen over ZHKH (Zelf Hulp Kameraden Hulp) en CUF (Care Under Fire). Hiernaast werden we uitgenodigd voor een fysieke prikkel op de Koning Willem III kazerne te Apeldoorn. We hebben deze uitnodiging aangenomen, zonder te weten wat ons te wachten stond…
Apeldoorn, 13 augustus 2014 Met bonzend hart en gezonde spanning, meldden wij ons stipt om 8.00 uur aan de poort van de kazerne. Na ontvangst met koffie en thee vertrokken we in een busje naar een ‘echt’ militair oefenterrein in het bos dichtbij Loenen. We kregen prachtige groene overalls aan en namen nogmaals de protocollen door. Daarna kregen we uitleg over het aanleggen van het tourniquet. Ja, in het leger bestaat dat nog. Opvallend was dat ook defensie het ABCDE-principe volgt. Maar nog meer dan in het huisartsenvak ligt de nadruk op eigen veiligheid. Je zal maar in een vuurgevecht terechtkomen... Per tweetal aios werden we met bewapende marechaussees het bos doorgejaagd. Rennend, om onze hartfrequentie wat op te voeren, kwamen we aan bij het eerste Lotusslachtoffer met een bloedende wond aan arm of bovenbeen. Ondertussen werden we met losse flodders beschoten en schoten onze buddymarechaussees terug. Ook van ons werd dat verwacht, met houten wapens, maar dat zit niet zo in ons systeem. Onze buddies schreeuwden ons toe wat we moesten doen, want in het heetst van de strijd blijkt dit toch moeilijk te onthouden. Zonder tourniquet waren deze
slachtoffers doodgebloed, dus zo ondervonden we het nut hiervan in oorlogstijd. Bij één van de andere slachtoffers constateerden we een schotwond door het hoofd. ‘Nee, hij is dood!’, waarop wij geheel tegen onze natuur in moesten doorrennen. Dit slachtoffer is in een vuurgevecht niet de moeite waard. Al hijgend kwamen we een minuut of tien later en vijf slachtoffers verder aan bij de bus met koffie, thee en kregen we feedback van onze buddies.
13.30 uur Na een verkwikkende lunch heeft kapitein Michiel Tattersall ons verteld wat Graeme Warrack heeft betekend voor de gewonde krijgsgevangenen uit de Tweede Wereldoorlog. Deze werden in grote getale in Apeldoorn opgevangen in het gebouw wat nu zijn naam draagt.
En toen was er de stormbaan, de fysieke prikkel waar velen naar uitkeken. Na zorgvuldige uitleg gingen we eerst per hindernis de baan over, waarbij het opviel dat onze veiligheid alle aandacht kreeg. Vervolgens lieten een vijftal aios zich uitdagen om de stormbaan zo snel mogelijk af te leggen. Tot op het laatst bleef het spannend, maar de enige vrouwelijke deelnemer heeft gewonnen binnen de door de marechaussee gestelde tijdsnorm voor leeftijd en geslacht. Iets om trots op te zijn! Helaas is de nummer twee op het laatste onderdeel geblesseerd ten val gekomen. Hij heeft hierdoor ook uitgebreid kennis kunnen maken met de adequate medische voorzieningen van defensie.
16.30 uur en vele uurtjes later Na het afsluiten en evalueren van deze ontzettend leuke en leerzame dag, werd er nog veel nagepraat tijdens een borrel en diner in Apeldoorn. Wat een bijzondere ervaring! CUF is gelukkig niet onze dagelijks werk en ook geen dagelijkse kost voor de mensen van de marechaussee. Maar ook wij komen regelmatig voor verrassende situaties te staan in de praktijk, waarbij je je bewust moet zijn van je eigen en je beroepsmatige beperkingen. Gedurende deze dag werden wij gestimuleerd om dingen te ondernemen buiten onze comfortzone en om onze grenzen te verleggen. Het was daarnaast leerzaam om in een totaal andere leercultuur mee te draaien. In de opleiding tot huisarts is leren in de praktijk bij en van de huisartsopleider het belangrijkste, met daarbij eens per week een terugkomdag. Bij de marechaussee hebben wij gezien dat zij levensecht oefenen. Door Lotusslachtoffers en echte geweerschoten komt een situatie heel realistisch over. Hierdoor kun je goed observeren hoe mensen reageren in stressvolle situaties. Ook leer je op deze manier je eigen grenzen te onderzoeken en te vertrouwen op je eigen handelen. Mooi om te zien dat bij oefeningen bij de marechaussee ook gereflecteerd wordt op het handelen en wat het met een mens doet. Veel dank aan Marco, zijn 40 directe collega’s en Gerdien die deze dag hebben vormgegeven en voor ons mogelijk hebben gemaakt.
Dagje uit
Een ander goed voorbeeld is de knobbelzwaan die op zijn nest van drijfvuil opvallend in de tentoonstelling staat. Een knobbelzwaan maakt haar nest op het platteland natuurlijk van waterplanten, maar benut in de stad wat voor handen is. En aangezien er gewoon eieren tussen de rotzooi worden uitgebroed, maakt het de dieren blijkbaar niet uit. Scholeksters die het schelpenstrand verruilen voor een grinddak of vleermuizen die in een lekker warme spouwmuur kruipen zijn ook voorbeelden van Pure Veerkracht.
Van dode dieren tot natuurspreekuur
In Rotterdam zijn steeds meer vossen aanwezig
Een interview met Shirley Jaarsma, coördinator educatie en publieksbegeleiding van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam.
Het Natuurhistorisch Museum Rotterdam is een dynamisch museum met verschillende exposities, zoals ‘Dode dieren met een verhaal’, ‘Uitslovers’ en ‘Biodiversiteit’. Ook heeft Het Natuurhistorisch ludieke acties. Zo is er de jaarlijkse herdenking van de eend die zich doodvloog tegen de glazen gevel en hierna door een soortgenoot werd verkracht. Daarnaast heeft het museum haar eigen spreekuur, het natuurspreekuur. Een paar goede redenen om een kijkje te nemen in dit museum, waar ze veel verschillende beestjes hebben, en alles over vreemde eenden in de bijt weten. Voor jullie expositie ‘Dode dieren met een verhaal’ hebben jullie diverse bijzondere dieren in jullie collectie. Voorbeelden zijn onder andere de Dominomus (de mus die werd doodgeschoten om het televisiespektakel ‘Domino Day’ niet in gevaar te brengen) en de Traumameeuw (de meeuw die bij een botsing een gat sloeg in de cockpit van een traumahelikopter, waardoor deze een noodlanding moest maken. Hoe komen jullie aan deze dieren? Dat is heel verschillend. Soms worden dieren op eigen initiatief geschonken, zoals het geval was bij de Traumameeuw en de McFlurry-egel. Ook zijn er dieren en hun opmerkelijke dood gezien en verzameld door de conservator van het museum, zoals het beroemde
14
LOVAH-BULLETIN - april 2015
De natuur komt steeds meer in het gedrang. Sommige dieren komen de stad in, wat niet altijd gewenst is. Kun je daar iets over vertellen? Inderdaad benutten sommige soorten de stad steeds meer als leefgebied. Voor de natuur is er geen verschil tussen de stad en het (steeds kleiner wordende) omringende gebied. Een plant of dier ziet een ruimte met mogelijkheden en laat zien de stad als leefgebied te kunnen benutten. Dit is ook het thema van onze nieuwe expositie ‘Pure Veerkracht’.
Door: Petra Peek Redactielid
In de stad Rotterdam zijn bijvoorbeeld steeds meer vossen aanwezig. Daaruit blijkt dat het goed gaat met de stadsnatuur, want zolang er genoeg prooi is redden deze dieren zich wel. Hoewel vossen hun menu wel graag aanvullen met voedsel dat mensen weggooien en dat is natuurlijk volop en makkelijk te verkrijgen in de stad. In de maag van de tentoongestelde vos werd bijvoorbeeld shoarma gevonden.
Zelfs planten maken graag gebruik van het stadse milieu. Zo lijkt de verspreiding van Deens lepelblad, een plant die van een zoute bodem houdt en vroeger vooral in het duingebied voorkwam, tegenwoordig op de verspreiding van het wegennet. Minder leuk voor sommige mensen is de verspreiding van alsemambrosia, waarvan de zaadjes in vogelvoer gebruikt worden. Vogels laten tijdens het eten soms zaadjes op de grond vallen en de planten groeien goed in ons land. Helaas is alsemambrosia een belangrijke veroorzaker van hooikoorts.
Geeft deze stadsnatuur vaak overlast? De meeste stadsnatuur geeft nauwelijks overlast. Er zijn wel voorbeelden bekend van een zwaan die in glimmende auto’s naar zijn eigen spiegelbeeld pikte om de indringer te verjagen of de steeds brutaler wordende ‘patatmeeuwen’, maar dat zijn doorgaans tijdelijke en geen ernstige gevallen. De natuur gaat gewoon haar gang in de voorkeursomgeving van de mens. Er heerst wel eens angst voor vossen in de stad, maar zolang mensen de dieren niet gaan voeren, kunnen ze eigenlijk geen kwaad. Er is ook niet echt iets aan te doen. Wanneer je vossen zou afschieten of wegvangen, worden de vrijgekomen territoria wel weer opgevuld door andere vossen.
slachtoffer van homoseksuele necrofilie bij de wilde eend en de onthoofde houtduif. De meest dieren in deze collectie zijn echter verkregen door actieve lobby na een opmerkelijk verhaal in de media, zoals bij de Dominomus en de ‘laatste’ schaamluis. Schaamluizen had het museum nog niet in de collectie toen er in een medisch vakblad een bericht verscheen dat de schaamluis door steeds minder artsen wordt gezien. Er werd toen, voordat het ‘te laat’ was, een oproep geplaatst om de ‘laatste’ schaamluis aan het museum te schenken. Dit leverde een tiental monsters op, geschonken door artsen en particulieren. Nieuwe vondsten zijn nog steeds welkom.
geplaatst om Er werd een oproep luis aan het de ‘laatste’ schaam museum te schenken LOVAH-BULLETIN - april 2015
15
Wat kom je zoal tegen in het natuurspreekuur? En verwijzen jullie soms ook? Elke eerste woensdag van de maand kunnen museumbezoekers hun natuurvondsten meenemen en door een expert laten beoordelen. We zien de meest uiteenlopende vondsten, zoals schelpen, veren en botten. Maar in de meeste meegebrachte bakjes en doosjes bevinden zich fossielen, zoals resten van een mammoet of fossiel paard. Doorverwijzen doen we alleen als er vondsten meegenomen worden die niet onze specialiteit zijn, archeologische vondsten bijvoorbeeld.
Welke dieren in Nederland zijn gevaarlijk voor de mens?
Nieuwsgierig geworden naar dit museum en zin om een keer langs te gaan? Hieronder staat een prijsvraag waarmee je toegangskaartjes kunt winnen! Voor meer informatie over het museum zelf kun je kijken op www.hetnatuurhistorisch.nl
W lie aa fs r g tu a it je et he en t ?
We zoeken vooral mensen die mee willen denken over de invulling van het bulletin. Als je het leuk vindt om te schrijven, kun je zelf mensen interviewen of een verdiepend artikel schrijven.
Maar je kunt ook contacten leggen met mogelijke auteurs en artikelen redigeren. Verwacht geen lange saaie vergaderingen. Wel relaxed vergaderen via Skype vanuit de luie stoel! Als we real-life samen komen doen we dat gezellig onder het genot van een hapje en een drankje.
Interesse? Of vragen?
n e s s u t d l e f j i t s i w l t a e n g r l u a o j d j i t l A ter en Welk dok den? onderwerp wor verdient Welke foto l e u k a r tikel ’ s o f illustratie vind jij pak s kend? r a a m n e r e d a g r e v n a v t e i n e j d Hou oen? d Laat het ons weten via
[email protected]
16
LOVAH-BULLETIN - april 2015
en e er j ad el? rg it to Ve nu s va luie
In Nederland komen maar weinig echt gevaarlijke dieren voor. Zo is de adder de enige gifslang in Nederland, maar deze soort is niet agressief. De slang bijt hooguit uit verdediging en in de afgelopen 130 jaar heeft dit maar drie doden veroorzaakt. Gevaarlijker zijn kleine beestjes zoals de schapenteek. Meestal zijn tekenbeten ongevaarlijk, maar wanneer ze besmet
zijn met de borreliabacterie kunnen ze de ziekte van Lyme overdragen. Ook de brandharen van de eikenprocessierups kunnen last geven, wat per persoon verschilt, van huidirritatie tot ontstekingen van het slijmvlies van de neus, keel en luchtwegen bij inademing van de brandharen. In zee leeft in Nederland de kleine pieterman, waarvan een steek een heftige pijn kan veroorzaken wanneer een zwemmer op de rugvin van een ingegraven vis stapt. Een steek kan ernstig worden wanneer men allergisch is voor het gif, net als sommige mensen zeer gevoelig zijn voor wespensteken.
t e e j Vacature Vacature h u o van Drink je liever z e d rood of wit i Wem n e k j i k h e e m ? t l n e j i e l j p i s z H e A d V f O a L n Eindelijk e Va er bij d k e e u wat e l het omn jeexcuus n g r e r voorbeeldote e oo in? v t u t e e o l n m z l j o g i e n u z t i b n t e r a a e W emend Wij zijn op zoek naar viewen? tholg nieuwe redactieleden! v
LOVAH-BULLETIN - april 2015
17
Onderwijs
Veranderingen in
differentiaties
Wijzigingen per 1 maart 2016 Per maart 2016 gaat de regelgeving omtrent de differentiaties op de schop! De LOVAH en werkgroep onderwijs hebben zich jarenlang ingezet voor uniformiteit en landelijke uitwisselbaarheid van de differentiaties. Dit heeft ertoe geleid dat vanaf volgend jaar gebruik kan worden gemaakt van een vernieuwd differentiatie aanbod. Door: Heleen van Boetzelaer Werkgroep Onderwijs
De duur van de differentiatiemodule is maximaal 3 maanden. Het heeft de voorkeur dat een differentiatie plaatsvindt in het derde jaar, en dat je de differentiatie integreert met je werk in de huisartspraktijk. Een niet geïntergreerde differentiatiemodule behoort onder voorwaarden (met een maximale duur van 6 maanden) en afhankelijk van het aanbod tot de mogelijkheden.
Ter verdieping van een specifieke vaardigheid is er voor een aios de mogelijkheid een differentiatiemodule te volgen. Het doel van een differentiatie is dat je vertrouwd raakt met de mogelijkheden van differentiatie binnen de latere beroepsuitoefening en dat je extra competenties verwerft bovenop de ‘verplichte competenties’ van de huisartsopleiding.
Opleidingsinstituut Differentiatie Het landelijk differentiatie aanbod bestaat uit differentiatie AMC Palliatieve zorg mogelijkheden overeenkomstig Psychotherapeutische technieken (i.s.m.Vumc) aan de NHG-kaderopleidingen. Dit Groningen GGZ aanbod is samengesteld en wordt Leiden Beleid en Beheer uitgevoerd door de gezamenlijke Ouderenzorg opleidingsinstituten en is toegankelijk voor de aios van alle acht Maastricht HVC/CVRM opleidingsinstituten. Nijmegen Astma/COPD Het opleidingsinstituut van de Urogynaecologie afdeling huisartsgeneeskunde, die de Spoedeisende zorg ( i.s.m. Rotterdam) ‘eigenaar’ is van een kaderopleiding, Rotterdam Bewegingsapparaat verzorgt ook de differentiatie met Spoedeisende zorg ( i.s.m. Nijmegen) dit onderwerp. De differentiatie is afgestemd op het reguliere onderwijs Utrecht Diabetes Mellitus van de opleiding en op de inhoud VUmc Geen eigen differentiaties van de kaderopleiding, maar is geen onderdeel van de kaderopleiding. Het bewijs van succesvolle voltooiing van de differentiatie kan later wel ingebracht worden bij het Haha@aios: Volle maan volgen van de betreffende kaderopleiding. Lokaal aanbod
Naast het landelijk aanbod biedt elk instituut de differentiaties ‘Wetenschappelijk onderzoek’ en ‘Onderwijs maken en geven’ aan. Informatie hierover is te verkrijgen bij je eigen opleidingsinstituut. interessant vindt, of waar je juist nog meer over wilt leren. Het volgen van een differentiatie maakt onderdeel uit van je eigen IOP (individueel opleidingsplan).
Huisartsgeneeskunde is een generalistisch vakgebied. Het curriculum is afgestemd op de taken van de generalistisch werkende huisarts van de toekomst. Voor de instandhouding van het vakgebied is het van belang ook huisartsen op te leiden die beschikken over extra vaardigheden.
Landelijk aanbod
Opvallend is echter dat er door de instituten zeer verschillend invulling wordt gegeven aan wat een differentiatie inhoudt. Tot op heden heeft elk instituut een ander differentiatie aanbod. Bij hoge uitzondering kan er gebruik gemaakt worden van het aanbod van een ander instituut. Tevens verschillen per instituut de voorwaarden voor deelneming aan een differentiatie.
Voorwaarden deelname
In principe kom je in aanmerking voor het volgen van een differentiatie als je geen voortgangsproblemen hebt (gehad) en de verwachting is dat je het vereiste competentieniveau eind opleiding kan verwerven binnen de resterende opleidingstijd minus drie maanden (= maximale studiebelasting voor de differentiatie).
Door: Christiaan Ras, aios VUmc Avonddienst op de HAP. De wachtkamer is even leeg en ik kijk de telefonische adviezen van de assistentes door, die ik dien te autoriseren. Tussen de zelfzorgadviezen aan ‘ hoesters’ blijkt een pareltje verborgen te zitten. Call: Mw belt, bekende psychiatrische patiënte, is in paniek omdat ze bang is een heks te zijn. Advies: uitleg gegeven dat heksen niet bestaan en dat ze dus niet bang hoeft te zijn om er een te zijn, gesprekje, gerustgesteld. Geen speld tussen te krijgen! Ik klik op autoriseren en ga op zoek naar koffie.
Het landelijk keuzeaanbod geldig tot 1 maart 2016 staat op: www.huisartsopleiding.nl/onderwijs/aios/ differentiaties
Afgelopen jaren hebben de LOVAH en werkgroep onderwijs gepleit voor uniformiteit en landelijke uitwisselbaarheid van de differentiaties, met als doel de kwaliteit van de differentiaties te verbeteren en te waarborgen en gelijke mogelijkheden voor alle aios te creëren. Dit heeft geresulteerd in het besluit van de Huisartsopleiding Nederland dat er vanaf maart 2016 gebruik gemaakt kan worden van een landelijk en een lokaal differentiatie aanbod. Daarnaast worden er uniforme voorwaarden gesteld voor deelname aan een differentiatie.
Hiermee heb je dus de mogelijkheid je extra te verdiepen in een aspect van de huisartsgeneeskunde dat je extra 18
LOVAH-BULLETIN - april 2015
LOVAH-BULLETIN - april 2015
19
Griep
Geengriepvaccinatie voor mijn gezonde moeder van 65
Rotterdam sprak tijdens het debat als voorstander van de griepvaccinatie. Jaarlijks sterven er 200 tot 2000 mensen aan de griep en met name de patiënten boven de 60 jaar zijn daar bevattelijk voor. Hij laat daarbij een recent artikel zien wat in de Lancet is verschenen. Een observationele studie uit Nederland: ‘Effectiveness of seasonal influenza vaccine in community-dwelling elderly people: a meta-analysis of test-negative design casecontrol studies’ waaruit hij concludeert dat de griepprik voor mensen ouder dan 60 jaar helpt. Hun advies is dat we ons moeten inspannen om steeds meer mensen te laten vaccineren.
Het debat op het LOVAH-congres over de zin of onzin van de griepvaccinatie De afgelopen tijd was de griepprik veel in het nieuws, want hij werkt dit jaar niet. Ab Osterhaus, viroloog en voorstander van de griepvaccinatie, heeft het over een mismatch vanwege een variant van de virusstam. Toch is het interessant dat Nederlanders daar verbaasd over zijn, want het is allang bekend dat de effectiviteit van de griepprik per seizoen verschilt en soms dus ook niet werkt. Gelukkig heeft de farmaceutische industrie hier een oplossing voor: antivirusmiddelen zoals tamiflu. U kunt ze laten voorschrijven door uw huisarts, zoals op het NOS journaal werd gezegd.
Door: Laura Hartog Werkgroep Politiek en Maatschappij
Geschiedenis
Dr. J. Zaat, huisarts en adjunct-hoofdredacteur van het NTVG is voor effectieve en efficiënte zorg en vindt dat de griepprik daar niet bij hoort. Dit heeft hij gebaseerd op de informatie die in het rapport van de gezondheidsraad staat. De griepprik voorkomt vooral influenza-achtige ziektes en voorkomt in veel minder gevallen influenza zelf. Je moet daarom veel mensen inenten. De kosteneffectiviteit blijkt dan ook lager dan dat het in 2007 werd geschat. De gezondheidsraad geeft dat toe, maar zegt dat er in de toekomst betere vaccins komen en dat het tot die tijd belangrijk is om de infrastructuur te handhaven. Een invalide argument volgens Dr. J. Zaat. Daarnaast is methodologisch ruim een kwart van alle onderzoeken gesponsord door de farmaceutische industrie en heeft het geen effect op ziekenhuis opnames en complicaties. Dit is ook in het gezondheidsraad rapport van 2010 gepubliceerd.
In de jaren zestig is de griepvaccinatie opgekomen. In 1957 zorgde de A-griep of Azië-griep voor veel onrust in de wereld. Er overleden veel mensen, waardoor de angst voor een nieuwe pandemie als de Spaanse griep ontstond. Tijdens de Spaanse Beide sprekers halen een grafiek griep van 1918 zijn er 20.000 ‘65% van de aios geeft de aan waarin een daling van Nederlanders overleden ziektebeelden en wereldwijd lag dit getal griepprik niet aan zijn gezonde influenza-achtige is te zien. Alleen wordt de tussen de 20 en 40 miljoen. moeder van 65’ griepvaccinatie pas sinds 1996 De Nederlandse overheid wilde zich beschermen tegen weer zo’n pandemie en structureel door huisartsen toegediend. Voor die tijd de griepvaccinatie werd massaal ingevoerd. De eerste gaf je hem als huisarts willekeurig aan patiënten. Dus de jaren werd de griepprik willekeurig door de huisarts incidentie was al aan het dalen, voordat er structureel uitgedeeld. Iemand die de griepprik wilde hebben, werd begonnen met vaccineren. De vraag is dus of de kreeg er één. Dit gebeurde net zolang tot de voorraad dalende trend komt door de griepvaccinatie of door de op was. De afgelopen jaren zijn er steeds meer richtlijnen verbeterde levensverwachting, hygiëne en gezondere gekomen. De gezondheidsraad adviseert de overheid en leefstijl van mensen. Het antwoord lijkt niet duidelijk te er is een NHG-standaard influenza en influenzavaccinatie.
Vaccinatie van de gezonde 60-plussers
De effectiviteit van deze middelen staat al helemaal ter discussie, maar wat zullen patiënten opgelucht zijn. De huisarts zit vervolgens opgezadeld met een probleem en moet de patiënt uitleggen dat deze middelen nauwelijks werken. En wat doe je als huisarts met de griepvaccinatie? Geef je hem wel of niet aan je gezonde moeder van 65 jaar? En neem je hem zelf eigenlijk wel? Of voer je het alleen maar uit als huisarts omdat je er een mooie financiële vergoeding voor krijgt?
20
LOVAH-BULLETIN - april 2015
Een van de adviezen is het toedienen van de griepvaccinatie aan alle gezonde 60-plussers. Vanaf zestig jaar is er een grotere ziektelast bij het ontwikkelen van influenza en daarbij een hogere kans op sterfte. Hoe effectief de griepvaccinatie beschermt tegen ernstige effecten als ziekenhuisopnames en sterfte is echter niet precies bekend. Prof. Dr. H. Verbrugh, voorzitter van de commissie ‘Grip op griep’ van de gezondheidsraad en hoogleraar medische microbiologie bij het EMC LOVAH-BULLETIN - april 2015
21
Vaccinatie vanwege financiële vergoeding
worden. En het gaat er dus voornamelijk om of je de onderzoeken van de farmaceutische industrie wel of niet gelooft en vertrouwt. De voorstander vindt dat de griepvaccinatie bij het vitaliseren van ouderen hoort, terwijl de tegenstander zich afvraagt of je de influenza niet als ‘the old man’s best friend’ moet houden. Van de aios geeft 65% aan de griepprik in ieder geval niet aan zijn gezonde moeder van 65 jaar te gaan geven.
Vaccinatie van de gezondheidsmedewerker Een ander advies van de gezondheidsraad en NHG-standaard is vaccinatie van alle gezondheidsmedewerkers, waaronder huisartsen. Het doel daarvan is de transmissie van het influenzavirus naar kwetsbare patiënten te verminderen. Dit zou de sterfte en gezondheidskosten bij deze groep patiënten beperken. Verder bescherm je er het personeel mee. De vaccinatiegraad onder gezondheidsmedewerkers is echter laag, namelijk 13%. Dit bleek uit een onderzoek van het NTVG van oktober 2014. Volgens een onderzoek van Opstelten zou dit hoger liggen bij huisartsen, namelijk rond de 60%. Vaccinatie bij gezondheidsmedewerkers is echter pas kosteneffectief als meer dan 70% zich laat vaccineren. Zou je daarom de griepvaccinatie moeten verplichten onder gezondheidsmedewerkers? Volgens Prof.Dr. H. Verbrugh zou een morele verplichting alleen toepasselijk zijn voor de gezondheidsmedewerker die met de kwetsbare ouderen te maken hebben en dat is dus ook de huisarts. Huisarts T. van Essen, auteur van de NHG-tandaard influenza, vindt het een fout om te denken dat er onvoldoende bewijs is. Het is namelijk erg moeilijk
22
LOVAH-BULLETIN - april 2015
om een onderzoek hiernaar goed te realiseren. En als je het pathofysiologisch redeneert is het heel logisch dat als er minder virussen in de populatie zijn, er ook minder patiënten ziek worden. Het is nauwelijks een last voor de huisarts om die griepvaccinatie wel te nemen, dus waarom zou je het niet doen? Tegenstander Dr. J. Zaat laat zien dat er wel degelijk bewijs is. Aan de hand van een cochrane van 2013 die drie RCT’s vergeleek laat hij zien dat er nadat gezondheidsmedewerkers zijn gevaccineerd geen effect was op influenza-achtige symptomen, laboratorium
De meningen verschillen over de kosteneffectiviteit van de griepvaccinatie duidelijk. Toch adviseert de gezondheidsraad de griepvaccinatie, omdat de verhouding tussen kosten en gezondheidswinst gunstig is in vergelijking met die van andere mogelijkheden om de ziektelast te reduceren. Daarbij wordt gekeken naar wat een gewonnen levensjaar mag kosten en dat is volgens de WHO 145.000 euro. Volgens het rapport van de gezondheidsraad van 2010 kost het de overheid 20.000 euro per gewonnen levensjaar, dus de kosteneffectiviteit van de vaccinatie zit daar ruim onder. Totaal kost het de overheid jaarlijks 57 miljoen euro aan belastinggeld. En de huisarts verdient er veel geld aan. Je krijgt € 10,90 per prik en een huisarts met een normpraktijk waarbij 20% zich laat vaccineren verdiend dus € 4900,-. De werkbelasting daarvoor is beperkt en huisartsen verdienen dus veel met één dag griepvaccinaties uitdelen. Deze vergoeding is pas sinds 1995 ingevoerd en volgens Dr. J. Zaat is dat een van de redenen waarom huisartsen nu massaal vaccineren. Vanwege de eerder genoemde tegenargumenten ligt wat hem betreft de kosteneffectiviteit dus lager. Maar tegenwoordig moet er veel bezuinigd worden in de zorg en je zou heel veel kunnen doen met deze 57 miljoen euro. 64% van de aios is het eens met de stelling dat de financiële vergoeding een belangrijke reden is voor huisartsen om te vaccineren.
Conclusie Het debat laat duidelijk de moeilijkheid van de discussie over de griepvaccinatie zien. Aan de ene kant heeft het weinig bijwerkingen en heb je er weinig last van, dus waarom zou je hem niet geven en zelf nemen? Daarnaast levert het ook nog veel geld op voor de praktijk, dus waarom zou je als huisarts niet gewoon doen wat in de richtlijnen staan? Aan de andere kant is het bewijs wat er is en waar de richtlijnen op gebaseerd zijn voor een groot deel gesponsord door de farmaceutische industrie. De griepvaccinatie kost de overheid veel geld, waar je ook andere dingen mee zou kunnen doen. Zeker gezien er tegenwoordig zoveel bezuinigd moet worden in de zorg. Het merendeel van de aios tijdens het debat lijkt dan ook voor een effectieve en efficiënte zorg en vind dat de griepvaccinatie daar niet bij hoort. Het geeft in ieder geval stof tot nadenken over wat wij straks allemaal gaan doen als we huisarts zijn. Gaan we gewoon door met vaccineren of kiezen we ervoor die jaarlijkse inkomstenbron te laten schieten?
Haha@aios: Embryo Door: Anonieme aios
onderzoeken ‘Kwart van alle door de is gesponsord industrie’ farmaceutische
Tijdens het telefonisch spreekuur belt een patiënte (49 jaar) mij compleet in paniek op: ‘Dokter, ik stond net onder de douche en er viel iets uit mijn vagina! Het is bruin en er lijkt wel een vliesje om te zitten. Zou het een embryo kunnen zijn?’ Ik: ‘Uhh, dat lijkt mij niet waarschijnlijk. Heeft u daar ook klachten bij gehad, zoals buikpijn?’
bewezen influenza, opname in het ziekenhuis en overlijden bij patiënten. Een goed uitgevoerde trial staat wat hem betreft boven het redelijk pathofysiologisch redeneren. In de geneeskunde zie je namelijk vaker dat je op pathofysiologisch niveau iets verwacht en het in de werkelijkheid heel anders uitpakt. Van de aios tijdens het debat geeft 82% aan in ieder geval geen verplichting van de griepvaccinatie te willen onder de gezondheidsmedewerkers. Wel geven een aantal aios aan zich wel te vaccineren, omdat ze er geen last van hebben en het dus een kleine moeite is.
Patiënte: ‘Nee, helemaal niks! Maar ik heb het bewaard. Misschien dat u het wilt bekijken?’ Ik: ‘Uiteraard. Als u het naar de praktijk brengt zal ik er vanmiddag naar kijken en u terugbellen’. Patiënte kwam hierop direct met haar ‘embryo’ naar de praktijk. De assistentes en mannelijke huisartsen in de praktijk stonden er al met vragende en een wat verafschuwde blik naar te kijken toen ik aan kwam lopen. Echter hoefde ik het potje niet eens te openen en kon ik patiënte direct geruststellen: ‘Maakt u zich geen zorgen mevrouw. Dit is geen embryo, maar een hulsje van een tampon!’
LOVAH-BULLETIN - april 2015
23
Internationaal
Hoofdzaken
The Royal College of General Practitioners congress, Liverpool 2014 Veerkracht in de praktijk Door: Nicole Kraag aios EMC
Na de voortgangstoets van oktober 2014 vertrok een uitgelaten gezelschap van 25 aios naar Liverpool om het driedaagse jaarcongres van de Royal College of General Practitioners, het Engelse NHG-congres, bij te wonen. Thema van het congres was ‘Future Proof: Resilience in practice’, oftewel, veerkracht in de praktijk. Het rommelt binnen de National Health Service: veel regeldruk, bezuinigingen, overbelaste huisartsen: hoe houd je het leuk? Behalve interessante inhoudelijke sessies over bijvoorbeeld COPD, diabetes en palliatieve zorg kon je ook een aantal kritische sessies bijwonen. De NICErichtlijnen zijn behoorlijk dwingend met betrekking tot het voorschrijven van medicatie, maar zijn gebaseerd op enkelvoudige aandoeningen en geven niet de vrijheid om ‘beredeneerd af te wijken van het beschreven beleid’ zoals de NHG-standaarden dat wel hebben. Niet volgens de NICE-richtlijn voorschrijven wordt financieel bestraft. Engelse collega’s lopen in het geval van multimorbiditeit of ouderen vast in polyfarmacie en roepen daarom op tot het minder strikt volgen van deze richtlijnen. Er hingen meer dan 400 posters van (lopend) onderzoek,
waaronder één van Emma van Bussel uit ons gezelschap. Die poster werd ook prompt genomineerd voor een prijs. Verder was er uiteraard veel gelegenheid om met Engelse collega’s te netwerken maar ook om te feesten op de Curry & Quiz Night en na afloop van het formele diner. Naast het drukke congresprogramma en alle sociale congresactiviteiten hebben we Liverpool zelf verkend, met als hoogtepunt ‘The Beatles Tour’. Met vier taxi’s hebben we door Liverpool gescheurd om allerlei beroemde en beruchte plekken te bezoeken die gerelateerd zijn aan The Beatles. Ik kan het iedereen aanraden: ga via de WES naar een buitenlands congres!
Ik ga op vakantie en neem mee…
cutaan migrerende larf Door: Marij de Haan Huisarts
Wat neem je mee op reis, bijvoorbeeld naar Afrika? Als je naar de zon gaat denk je niet meteen aan dichte schoenen. Maar als je die dichte schoenen achterwege laat, wat kun je dan mee naar huis terugnemen? Bijvoorbeeld een mijnworm. Ook wel de ‘Ancylostoma caninum’ genoemd, welke tot een cutaan migrerende larf kan leiden. En dan is de mijnworm dus jouw worm. Het begint met een dag op blote voeten in het warme tropische zand. Daarna komt er bultje dat lijkt op een muggenbult. Het wordt na korte tijd een jeukend serpentvormig verheven erytheem dat migreert in de huid. Onbehandeld geneest de laesie binnen enkele maanden. De meesten van ons zullen echter kiezen voor een behandeling met Albendazole. Bron en Leestip: http://www.huisarts-migrant.nl Vakantiefoto’s geplaatst met toestemming van belanghebbende.
24
LOVAH-BULLETIN - april 2015
We zullen het niet dagelijks zien, maar de volgende keer dat een collega bijgevoegde foto op de Whatsappgroep zet, is deze tropische diagnose een inkopper. Let dus op bij vakantiegangers en migranten!
Hoofd
zaken
Interview met Josca Fokkema, hoofd van de huisartsopleiding Groningen.
In een vaste rubriek stellen we jullie voor aan één van de hoofden van de huisartsopleidingsinstituten. In deze derde editie geven we het podium aan Josca Fokkema, sinds 2012 hoofd van de opleiding te Groningen. Door: Pien Pouwels Eerstejaars aios UMC Groningen
Sinds 2012 bent u, na eerst adjunct-hoofd en een jaar waarnemend hoofd te zijn geweest, hoofd van de huisartsopleiding Groningen. Hoe heeft uw carrière zich in grote lijnen tot die tijd voltrokken? Na mijn studie geneeskunde in Amsterdam, ben ik in Noord-Nederland aan het werk gegaan als consultatiebureau-arts, in de periode dat wij ook twee kinderen kregen. In die tijd was het nog niet gebruikelijk om de huisartsopleiding parttime te volgen en waren de meeste haio’s mannen. Dat ik met in totaal negen vrouwen en drie mannen hier in Groningen de opleiding parttime deed, was dus uitzonderlijk en er werd kritisch
Josca Fok
kema
gekeken of wij zo wel het vereiste eindniveau konden behalen. Na één jaar en negen maanden, zwaaide ik in de zomer van 1987 af als huisarts. In die tijd was het door een overschot aan huisartsen moeilijk om een praktijk over te nemen en hidha’s bestonden nog niet. Ik was één van 85 kandidaten voor een vrije vestiging in Beilen, de regio waar ik als consultatiebureau-arts al werkzaam was. Mede door goede relaties met de zittende huisartsen en door enthousiaste leden van de gemeente en ook patiënten, die bij mij op het cb kwamen met hun kleine kinderen, werd ik uitgekozen. De eerste tien jaar heb ik mijn praktijk aan huis gehad, met aanvankelijk iedere nacht dienst voor eigen praktijk Naast manager en met een mobiele telefoon die de omvang had van begeleider voel ik mij nog steeds huisarts. een magnetron van nu. Daarnaast heb ik altijd andere interesses gehad binnen het huisartsenvak. Zo heb ik bestuurswerk gedaan, eerst op regionaal, en later ook op districtsniveau. Mijn interesse in onderwijs, uitte zich toentertijd vooral in de organisatie van nascholingen in de regio. Wat ik heel vormend heb gevonden was het lidmaatschap van een uitwisselingsgroep met Russische artsen en de vestiging van een groot asielzoekerscentrum in mijn praktijkgebied
LOVAH-BULLETIN - april 2015
25
gehad, ijn praktijk aan huis m ik b he ar ja aktijk n pr tie n De eerste enst voor eige di t ch na re de ie n k lij n met aanvanke omvang had va ee de e di on fo le te le met een mobie magnetron van nu. en hoe wij als huisartsen het systeem van huisartsenposten hebben opgezet, wat nu zo vanzelfsprekend is.
luisteren naar en te letten op wat er om mij heen gebeurt. Naast manager en begeleider voel ik mij nog steeds huisarts.
In 2000 ben ik betrokken geraakt bij de opleiding hier op het instituut. Met ontzettend veel plezier ben ik groepsbegeleider geweest, en later coördinator van het eerste en het derde jaar, adjuncthoofd en uiteindelijk dus hoofd.
U bent nu hoofd van de opleiding in Groningen. Nu is het gezegde: ‘Er gaat niets boven Groningen’ inmiddels bekend, maar wat maakt de huisartsopleiding Groningen nu uniek?
Verder heb ik naast management gerelateerde opleidingen, de kaderopleiding supervisie en coaching gevolgd en mijn eigen coaching en supervisie bedrijf opgericht om onder andere medici te begeleiden in hun professionele ontwikkeling. De mensen waar ik mee samenwerk en die ik begeleid zijn altijd de kern geweest van mijn werk; mijn belangstelling voor hoe mensen zich ontwikkelen en hoe ze omgaan met werk, ziekte en gezondheid heeft altijd bepaald hoe ik mijn werk doe, wat ik ook doe. Ik vond het een voorrecht om praktiserend huisarts te zijn. Ik kon het vak naast een managementbaan bij de opleiding niet blijven uitoefenen zoals ik dat wil, dus zo’n vijf jaar geleden ben ik met mijn praktijk gestopt. Mijn inzicht in het beroep en de ontwikkelingen in de gezondheidszorg onderhoud ik door collega’s te blijven begeleiden, door actief lid te blijven van de LHV-kring, vakliteratuur bij te houden en vooral door goed te
In de regio Groningen, maar ook in Drenthe en de kop van Overijssel is er een grote vraag naar huisartsen. Met de huidige opleiding proberen we aankomende huisartsen klaar te stomen, zodat ze zich goed beslagen ten ijs voelen om een praktijk over te nemen zodra ze klaar zijn met de opleiding. Het praktijkmanagementonderwijs heeft bij ons dus hoge prioriteit. Al vanaf het eerste jaar wordt hier onafhankelijk onderwijs in gegeven en de eerste verdiepingsmodule in het derde jaar is recent van start gegaan. In de toekomst zal de verdiepingsmodule ook aan alumni aangeboden gaan worden, zodat ook zij zich in de eerste jaren na hun afstuderen nog kunnen verdiepen in het praktijkmanagement en alles wat daarbij komt kijken. De gedachte hierachter is dat net afgestudeerde huisartsen die zich capabel voelen, eerder een praktijk zullen overnemen. Op deze manier hoopt de opleiding haar steentje bij te dragen aan het behouden van voldoende bekwame huisartsen in de regio.
Naast deze brede visie, is de opleiding vooral ook gericht op de individuele ontwikkeling van de toekomstige huisartsen; er wordt naast de (individuele) opleiding in de praktijk, zoveel mogelijk gewerkt in vaste peer groups, waarbij de filosofie is dat juist deze peer groups en hun vaste groepsbegeleiders optimale begeleiding en reflectiemogelijkheden bieden voor persoonlijke groei en ontwikkeling. Het geeft niet alleen inzicht in je eigen functioneren, maar ook een betere kijk op hoe je als persoon je rol als huisarts invult en wilt invullen. Welk effect heb je op de mensen om je heen, wat zijn je sterke en zwakkere punten en hoe kun je juist deze kennis gebruiken om optimaal te functioneren. Leren door reflectie is hiermee een belangrijk speerpunt van de Groningse school. Het opdoen van vakinhoudelijke kennis, zoals de NHG-standaarden is natuurlijk ook heel belangrijk, maar dat kan en hoort vooral thuis en in de praktijk te gebeuren; het instituutsonderwijs is een podium voor discussie over deze kennis en hoe ieder individu zich ertoe verhoudt. Bij navraag onder alumni van onze opleiding,
Ik zou iedereen willen aanraden een hobby te zoeken of te behouden blijkt dat zij juist de focus op de individuele ontwikkeling het meest hebben gewaardeerd en in de dagelijkse praktijk het meest zinvol vinden. Het zekerder voelen in het omgaan met onzekerheid is een belangrijk kenmerk van het vak als huisarts, wat hiermee wordt aangeleerd; meer dan door veel kennisoverdracht. Voortvloeiend uit het belang van reflectie voor persoonlijke ontwikkeling, komt ook het belang van kritisch denken en werken. Hierbij wordt niet alleen het evidence based denken en onderzoek met succes gestimuleerd (een Groningse aiotho heeft op het LOVAH-congres nog de academiseringsprijs van de SBOH gekregen voor haar onderzoek), maar is er ook aandacht voor gericht onderwijs voor opleiders. Al met al hopen we dat de bij ons afgestudeerde huisartsen straks niet alleen kritisch denken en werken, maar zich ook bewust zijn van hun kwaliteiten en zwakheden om deze optimaal in te kunnen zetten als ze besluiten een praktijk over te nemen.
26
LOVAH-BULLETIN - april 2015
Foto: Patricia Hofmeester / Shutterstock.com
kiezen waar je hart ligt en hier aandacht en tijd in steken, dan wel iets heel anders ernaast om de blik te kunnen blijven verruimen en enthousiast te blijven over het vak.
Aan welk hoofd zou u het stokje willen overdragen voor het volgende bulletin? Aan Lidwien Bernsen, hoofd van de huisartsopleiding in Nijmegen, waar ze weer een heel andere opleidingsorganisatie hebben dan bijvoorbeeld Groningen. Zij is, net als ik, NHG-supervisor en aangesloten bij de vereniging “Coaches voor Medici’ en pas een paar jaar in functie als hoofd.
Haha@aios: Diagnose in beeld Door: Tessa Dijksman, aios Utrecht Een patiënte van middelbare leeftijd, met een zeer uitgebreide voorgeschiedenis, die tevens wel eens in tropische oorden vertoefde, kwam op het spreekuur om mij een rood plastic lepeltje te laten zien. Op de lepel lag, onder doorzichtig cellofaan, een wit sliertje van 2 bij 15 mm. Patiënte vertelde dat ze dit had uitgeplast en dat ze dacht dat het een wormpje was. En inderdaad... het leek zowaar een oogje te hebben. Ik checkte nog voor de zekerheid of het echt niet van de anus afkomstig kon zijn, maar ze bezwoer me dat ze het had uitgeplast. Dan maar overleggen met de uroloog: ‘tja’, zei deze, ‘ik heb hier nog nooit van gehoord. Stuur maar op voor PA’.
Hebt u als ervaringsdeskundige tips voor aankomende huisartsen om het vak ook op lange termijn te blijven waarderen en een frisse blik te houden?
In afwachting van de uitslag, zag ik het NTVG-artikel bij ‘diagnose in beeld’ al voor me. Van de patiënt mocht ik de foto van het wormpje gebruiken voor eventuele publicaties. Dit zou interessant worden!
Zowel vanuit mijn eigen ervaring, als uit professioneel oogpunt zou ik iedereen willen aanraden een hobby te zoeken of te behouden. Ofwel binnen het vak iets te
Tot de PA bekend werd: het ingestuurde preparaat bleek een stukje wc-papier te zijn....
LOVAH-BULLETIN - april 2015
27
Congres Rumoer
Verbrande tongen in
De middagspreker, Lucien Engelen, hield een presentatie over verschillende technologieën in de gezondheidszorg en e-health. Er zijn al tal van ‘meet instrumenten’ te verkrijgen. Zoals de lenzen waarmee je glucosegehalte gemeten kan worden, of een app waarmee je gemakkelijk een ecg op je Iphone kan maken. De discussie over hoe we hier als (toekomstige) huisartsen mee om moeten gaan, leidde tot ophef in de zaal, te horen aan het rumoer dat ontstond na enkele prikkelende opmerkingen van deze spreker. Een van de aios vroeg zich bijvoorbeeld hardop af of we als dokter in de toekomst überhaupt nog nodig zijn met al deze technologieën? Waarschijnlijk wel, maar het is goed om na te denken over of onze rol hetzelfde blijft. En hoe we patiënten begeleiden bij al deze (meet)informatie die nu niet meer alleen via ons te verkrijgen is. ‘Food for thought’ dus.
industriëleomgeving
‘Go viral’ - LOVAH-congres 2015
‘Go viral’ was het thema van het afgelopen LOVAH-congres, Door: Sofie de Haan dat elke anderhalf jaar wordt georganiseerd. Een groep van Redactielid tien aios was al maanden bezig met de voorbereidingen van het uitverkochte congres. En dat ze al in hun energie hier in hebben gestoken was te merken: het was zeer geslaagd!
Het pré-event vond plaats in een hotel met chinees uiterlijk in Breukelen. Zo’n plek waar je al jaren langs rijdt en nieuwsgierig wordt hoe het er van binnen uit ziet. Het LOVAH-congres was hiervoor een uitgelezen kans, want na het pré-event kon je hier zo je bed in rollen. En daar hadden veel aios gebruik van gemaakt. Alle hotelkamers waren gevuld met huisartsen in opleiding, inclusief degene met bubbelbad. De eerste spreker van het congres, de Engelse huisarts Phil Hammond, was ook al tijdens het pré-event aanwezig. Daar maakt hij kennis met de Hollandse bitterbal. Het schijnt dat hij deze bitterbal erg lekker vond, al zou hij ook het grote nadeel van deze lekkernij hebben ontdekt, namelijk de hete binnenkant.
Giraffen
De middag eindigde met een debat over de griepvaccinatie, georganiseerd door de werkgroep politiek en maatschappij. Een van de debaters was huisarts Joost Zaat die ook adjunct hoofdredacteur van het NTvG is. Zoals we van hem gewend zijn droeg hij weer een opzienbarend overhemd. Deze keer bedrukt met giraffen. Hij ging in debat met voorstander van de griepvaccinatie Henry Verbrugh, voorzitter van de commissie ‘grip op griep’ en oud hoogleraar. Ook de zaal werd door middel van reacties op stellingen via de smartphone betrokken bij de discussie. Opvallend was onder andere dat tweederde van de zaal het eens was met de stelling dat ‘huisartsen de griepvaccinatie doen omdat ze er een financiële vergoeding voor krijgen’.
Proefmonstertjes
Of de tong van de Engelsman daadwerkelijk verbrand was weten we niet. In ieder geval was daar niets van te merken tijdens zijn ‘show’. Want dat was het wel een beetje. De buikspieren van de mensen in de zaal werden goed getraind. Zijn verhaal was naast lachwekkend ook inspirerend. Want wat is je rol als arts voor je patiënten? En kun je niet beter een hond in voorschrijven plaats van medicijnen? Al begon ik me wel af te vragen of dokter Hammond goed naar de samenstelling van de zaal had gekeken. Want niet al zijn grappen waren even vrouwvriendelijk. En dat terwijl de
dagvoorzitter nog had gewaarschuwd door te beginnen over de aanwezige kolfkamer. De stands op het congres waren overigens wel zeer vrouwvriendelijk ingericht. Bergen knuffels waren er te verkrijgen voor de (op komst zijnde) kinderen. En favoriet was de stand met de crèmetjes. De vrouwelijke aios stonden daar drie rijen dik om proefmonstertjes te scoren. De workshoprondes vonden plaats in allerlei zaaltjes in het industriële gebouw. DeFabrique deed vroeger dienst als lijnolie- en mengvoederfabriek. Tijden het rondlopen door het gebouw waren er meerdere details die aan deze vroegere functie deden herinneren. En ondanks de industriële omgeving was het een sfeervolle omgeving voor het congres. Voor de workshops zelf was er een onderverdeling gemaakt in drie thema’s: ‘Let’s get digital’, ‘Stop the virus’ en ‘Spread the word’. Met inhoudelijk onderwerpen als onder andere media, e-health, infectieziekten en mindfulness. Zeer uiteenlopend dus, wat het nog lastig maakte om te kiezen. Andere aios hoorde ik enthousiast over de verschillende workshops. Zelf heb ik ook een hoop opgestoken, vooral van de workshop ‘vaststellen niet natuurlijke dood’ waarin in korte tijd veel informatie was gestopt.
28
LOVAH-BULLETIN - april 2015
Feest!
De avond verliep uiteraard vol gezelligheid. Rustig stilzitten was er niet bij, want voor je eten moest je wel een beetje je best doen. Over verschillende zalen verspreid waren er allerlei lekkernijen te verkrijgen. Helaas met af en toe wat lange rijen. De verdere avond met een swingende band, gevulde dansvloer en lekkere drankjes maakten dit helemaal goed. Bedankt collega’s voor het organiseren van dit geslaagde congres! We krijgen hierdoor spontaan zin in het volgende LOVAH-feestje: het lustrumfeest in de Efteling! Zie voor meer informatie de advertentie op bladzijde zeven van dit bulletin. En zegt het voort! Laat dat feestje ook ‘viral’ gaan!
LOVAH-BULLETIN - april 2015
29
Goodwill Goodwill is de vergoeding voor wat niet tastbaar is
Aios zijn
Welke bedragen gaan er momenteel om bij goodwill?
geenvoorstander van goodwill
De bedragen die omgaan bij goodwill zijn erg verschillend. Dit is afhankelijk van de regio, de gunfactor, kwaliteit en organisatievorm van de praktijk, en de financiële situatie en wensen van de vertrekkende huisarts. Uit recente media uitingen in bijvoorbeeld Medisch Contact blijkt dat de bedragen sterk variëren.
Waar moet je op letten wanneer er goodwill gevraagd wordt?
Bereid je goed voor op wat voor praktijk je wilt overnemen, informeer in de omgeving en bij je accountant. Voor uitgebreide adviezen zie onze FAQ: WPM -> nieuws -> goodwill.
Onzekerheid over je financiële toekomst
De afgelopen tijd kwam regelmatig het onderwerp goodwill weer ter sprake, het was terug?! Al snel kwamen de vragen na publicaties in onder andere het Medisch Contact. LOVAH en LHV-WADI wilden daarom graag weten hoe het in elkaar stak en wat de huidige opinie was van aios, waarnemers en Hidha’s. Samen hebben wij een enquête onder onze leden gehouden. Op basis van de resultaten hebben wij ons standpunt bepaald en de veelgestelde vragen (FAQ) uitgewerkt die terug te vinden zijn op de websites van de LOVAH en LHV-WADI. In dit stuk lichten we hier een aantal zaken uit. Door: Werkgroep Politiek en Maatschappij
Ambities
In september 2014 hebben 453 van de bijna 2000 aios de enquête ingevuld. Het merendeel van de aios (87%) wil praktijkhouder worden. Daarnaast vulden 500 van de 2000 waarnemende huisartsen de enquête in. Ruim acht op de tien aios en negen op de tien waarnemers zijn zeer kritisch over het vragen van goodwill bij een praktijkovername. Een van de redenen is dat goodwill drukt op de financiële middelen van een
s Het merendeel van de aio n rde wo r de (87%) wil praktijkhou praktijk en er daardoor minder geïnvesteerd kan worden in kwaliteit van zorg. Ook vinden aios dat de opvolger geselecteerd moet worden op basis van zijn functioneren als huisarts en collega en niet op diens portemonnee. De onzekerheid over de financiële investering stemt ook veel aios negatief. Bovendien vinden we het onterecht dat er weer goodwill wordt gevraagd terwijl de vertrekkende huisartsen hiervoor zijn gecompenseerd.
30
LOVAH-BULLETIN - april 2015
Ondanks dat de meeste aios geen voorstander zijn van goodwill, zijn we minder zeker van onze toekomstige besluiten. Als aios momenteel wordt gevraagd of ze goodwill willen betalen voor een praktijkovername beantwoordt 17 % bevestigend, 22 % is absoluut niet bereid goodwill te betalen en 61% weet nog niet wat ze gaan doen als ze voor de keuze staan.
Veelgestelde vragen
Ondanks dat het merendeel van de aios zegt te weten wat goodwill is, willen ze graag meer informatie hierover. De veel gestelde vragen (FAQ) zijn uitgewerkt en terug te vinden op de LOVAH website, hieronder volgt een selectie uit de FAQ.
Wat is de definitie van goodwill?
Is goodwill aftrekbaar?
Goodwill moet je volgens de belastingwetgeving in minimaal tien jaar afschrijven. Vroeger was dit vijf jaar. Dit betekent dat het belastingvoordeel over een langere periode fiscaal moet worden terugverdiend.
Wat zijn de gevolgen financiële middelen?
van
goodwill
op
De financiering van goodwill moeten binnen een Als een vertrekkende huisarts duizenden euro’s vraagt bepaalde termijn worden afgelost bij de bank. Dit verschilt voor het overnemen van inventaris, dan is dat geen per bank, maar gemiddeld gaat het om vijf jaar. goodwill. Dat zijn overnamekosten, ongeacht of de boekwaarde of de gebruikswaarde wordt berekend. Er is Volgens de fiscale wetgeving moet je goodwill afschrijven in minimaal tien jaar. Vroeger mocht evenmin sprake van goodwill als de aantredende huisarts fors meebetaalt Minister Schippers keurt deze afschrijving in vijf jaar gedaan Afschrijving is het aftrekken aan investeringen die zijn voorganger het vragen van goodwill worden. van een evenredig deel van de in de praktijk heeft gedaan. Ook al maar ziet geen goodwillsom van het (fiscaal) inkomen zijn deze boekhoudkundig misschien af, allang afgeschreven – men spreekt noodzaak tot een verbod van een jaar. Dat levert een fiscaal voordeel op dat op kan lopen tot 50 dan van een ‘management fee’. In dit geval kun je terugleiden waar de extra kosten % van het afgetrokken bedrag. Nu de aftrek uitgesmeerd vandaan komen, zoals geïnvesteerde uren door de moet worden over tien jaar in plaats van vijf, duurt het praktijkhouder. Goodwill daarentegen is de vergoeding dus twee maal zo lang voordat je dit fiscale voordeel voor wat niet tastbaar is. Voor de één draait het om de gerealiseerd hebt. toegevoegde waarde van een praktijk, die de eigenaar méér oplevert dan het norminkomen. Voor de ander is het Haha@aios: Living on the edge – ruimer – de waarde van de praktijk op de markt van vraag en aanbod. Door: Petra Peek, redactielid
Bestaan er regels over goodwill?
Nee, sinds de invoering van de zorgverzekeringswet in 2006, bestaan er geen regels of richtlijnen meer over goodwill. De LHV noemt het vragen van goodwill onwenselijk aangezien het geld niet in de zorg gestoken kan worden. Daarbij wordt een uitzondering gemaakt voor apotheekhoudende huisartsen. Minister Schippers keurt het vragen van goodwill af, maar ziet geen noodzaak tot een verbod. VGZ en ook de Friesland verbieden in de zorgovereenkomst dat er goodwill betaald wordt. Bij andere zorgverzekeraars is dit minder duidelijk.
Het vaatdoekje moet elke dag worden verschoond, zegt minister Schippers. Een campagne, gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wat nou als je het eens een dagje overslaat? Hoeveel zal je risico op een gastro-enteritis toenemen? Is daar wel degelijk onderzoek naar gedaan? Wat is het number needed to put in the laundry? En als je het twee dagen overslaat, living on the edge? Terwijl huisartsen met ketenzorg goedkoper moeten werken, vergoedingen voor M en I-verrichtingen meer dan halveren, de vrijheid van meningsuiting wordt bedreigd, voelt onze geweldige minister van volksgezondheid zich genoodzaakt om ons erop te wijzen het vaatdoekje dagelijks te verschonen. Ik ben benieuwd wat er volgt, uit haar hoge hoed. Het zal me niks verbazen als we dit jaar een campagne over voeten vegen zullen krijgen. LOVAH-BULLETIN - april 2015
31
Toekomstvisie
Werkgroep Zorg 2025 presenteert document
deze rol te kunnen vervullen. Diverse experts leverden hieraan een bijdrage; zowel medische professionals en patiënten als topsporters en hun coaches. Het doel was om een overzicht te geven van de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om volledige shared decision making te realiseren in 2025. Met de patiënt als gelijkwaardige gesprekspartner en de zorgverlener als coach. Het document gaat in op vijf voorwaarden, namelijk;
►► Focus op gestructureerde informatievoorziening door
onder andere het EPD en mobiele apps, toegespitst op de individuele patiënt, zijn gezondheid en ziekte. Daarnaast meer specifieke aandacht in het onderwijs voor algemene gezondheidskennis.
►► Focus op de ontwikkeling van coaching competenties
van zowel aanstaande als huidige zorgverleners in een multidisciplinair verband. Hierbij moet er specifieke aandacht zijn voor het vaststellen van de coachingsbehoefte van de patiënt en creëren van de ideale coaching sfeer.
►► Focus op de ontwikkeling van een landelijk digitaal
informatiesysteem en doorontwikkeling van technologieën die zelfredzaamheid en coaching bevorderen.
►► Focus
op het faciliteren van coaching in multidisciplinair verband. Binnen het zorgteam is duidelijk wie de regie voert, maar kunnen er wel meerdere coaches per patiënt werken die ieder een eigen aspect van de begeleiding van de patiënt op zich nemen.
►► Focus op de optimalisatie van de zorginfrastructuur Door: Suzanne Schoenmaker Werkgroep Zorg 2015 Op Blue Monday, de donkerste dag van het jaar, lieten jonge zorgprofessionals hun licht schijnen op de toekomst van de zorgverlener-patiënt relatie. De werkgroep Zorg 2025 presenteerde tijdens een avondsymposium op 19 januari haar visiedocument Coaching- who cares? Daarmee werd een vervolg gegeven aan het visiestuk ‘Coach, Cure & Care 2025’ dat door hen in 2013 aan minister Schippers werd aangeboden. De werkgroep Zorg 2025 bestaat uit verschillende jonge zorgprofessionals in opleiding. Medisch specialisten, klinisch chemici, huisartsen, sportartsen, sociaal geneeskundigen, specialisten ouderengeneeskunde, artsen voor verstandelijk gehandicapten, ziekenhuisapothekers en openbare apothekers. In hun eerste visiedocument ‘Coach, Cure & Care’? schetsten zij een toekomstbeeld waarin zorgverleners actief samenwerken om kwalitatief hoogwaardige zorg te bewerkstelligen waarin de patiënt centraal staat. In deze visie fungeert de zorgverlener als coach voor de patiënt. De zorgverlener als coach in Coaching- who cares? wordt deze coachende rol verder uitgewerkt. Het visiedocument gaat in op de randvoorwaarden die nodig zijn om 32
LOVAH-BULLETIN - april 2015
waarin patiënt en zorgverlener optimaal worden ondersteund om respectievelijk gecoacht te kunnen worden en om als coach te kunnen functioneren. Denk hierbij aan vrije keuze van zorgverlener, voldoende tijd en ruimte in de spreekkamer en een faciliterende bekostigingsstructuur.
Ook kwamen er tijdens het symposium diverse experts aan het woord . Zo sprak Bas van de Goor, oud-volleyballer over zijn ervaringen als diabetespatiënt: ‘Zelfmanagement is het vinden van een balans tussen gezond zijn en prettig leven. Het betekent niet dat je alles zelf moet doen, maar wel dat je zelf de regie moet nemen om steun te organiseren.’ Zorgverleners kunnen hier een belangrijke rol in spelen volgens Van de Goor: ‘Wat mij hierin hielp was iemand die me niet vertelde wat ik nog kon, maar
het liet zien.’ Leuk om eens van een patiënt te horen dat motiverende gespreksvoering belangrijk is. Want de motivatie is net zo belangrijk als het plan. Technologie ondersteunt samen beslissen Nicky Hekster (technical leader healthcare & lifescience bij IBM Benelux) en Murk Westerterp (development manager Philips Healthcare) vertelden hoe het gebruik van big data patiënten kan ondersteunen in hun zelfregie en shared decision making vergemakkelijkt. Hekster: ‘Arts en patiënt moeten binnen een consult van tien minuten de juiste keuzes maken. Dat kan alleen als je over de juiste gegevens beschikt.’ Westerterp vult aan: ‘De uitdaging is om een ketenbreed platform te ontwikkelen waarbinnen je op een eenvoudige manier data kunt uitwisselen en inzetten. Technologie alleen is niet de oplossing. Maar als je zorgverleners traint om deze data goed te interpreteren, kan technologie het proces van samen beslissen wel faciliteren.’ Opleiden doe je voor de toekomst Ook het goed opleiden van aankomend zorgprofessionals is cruciaal om hen als coach te laten functioneren. Beatrijs de Leede sprak in dit kader over het belang van competentiegericht opleiden. De Leede: ‘Patiënt participatie vraag om een actieve rol van de patient en patientgerichtheid vraagt om een competentie van de arts.’ Benieuwd naar de volledige inhoud van het document? Het is nu online beschikbaar op www.lovah.nl. Voor vragen kun je terecht bij: Suzanne van der Els – Schoenmaker (
[email protected])
Haha@aios: Knoopworm Door: Martine de Haan, aios VUmc Op vrijdagmiddag zie ik op de laatste spoedplek een man, bang voor ringworm. Volgens de assistente wilde hij per se langskomen. Hij had zojuist in de auto een rare huidafwijking gezien en er een foto van gemaakt. In de spreekkamer was de afwijking helemaal verdwenen. Op basis van de foto en gedegen onderzoek kon de diagnose worden gesteld. Het moest een afdruk van een knoopje van zijn overhemd zijn geweest... Gerustgesteld ging de man weer naar huis.
LOVAH-BULLETIN - april 2015
33
Column
Boekrecensie
Boekrecensie
Wel of niet een kuurtje?
Cavia
Door: Ronald van der Mee
‘Ik ben een wormstekige appel’, vertelde een patiënte mij tijdens mijn coschap psychiatrie. Omdat ze leefde met de overtuiging vol te zitten met wormen, was ze op de poli van de interne beland. De internist vond de patiënte niet voldoen aan de criteria van ‘een wormstekige appel’ en vond een consult van de psychiatrie meer op zijn plaats. Vandaar dat ik als co-assistent dit boeiende verhaal mocht aanhoren. Door: Sofie de Haan Redactielid Met deze ervaring in mijn achterhoofd, was ik erg nieuwsgierig wat mijn psychiatriestage deze keer voor interessante denkbeelden zou opleveren. Maar ook nieuwsgierig in hoeverre ik overeenkomsten met dat co-schap zou ervaren. De stages in het tweede jaar van de huisartsopleiding doen me namelijk een beetje denken aan die co-schappen. Korte tijd op een plek en bij een vakgebied waar je onderdeel van uitmaakt en toch ook weer niet. Vooral in het begin maakte de psychiatriestage veel indruk. Ik had het idee dat ik me persoonlijk af en toe meer geraakt voelde door wat ik hoorde van patiënten, dan bij mijn andere stages. Al zal dit gedeeltelijk ook hormonaal zijn bepaald. In mijn buik is namelijk iets aan het groeien. Huilen deed ik soms al bij Lingo, dus niet zo gek dat verhalen van mensen die dood willen dan ook iets harder binnenkomen. Al merkte ik tijdens de terugkomdag dat ook voor andere aios op een of andere manier patiëntverhalen uit de psychiatrie dichterbij kunnen komen dan in de andere vakgebieden.
Auteur:
Martin Blaser
Uitgever: Atlas Contact ISBN:
9789045027296
Prijs:
€ 24,90
Interessant voor artsen:
Nieuwsgierig geworden naar dit boek? Wij geven twee exemplaren weg. Mail je naam, opleidingsinstituut en suggestie voor een volgende boekrecensie voor 31 mei 2015 naar
[email protected] en wie weet krijg jij een exemplaar thuisgestuurd!
De Bulletinredactie
[email protected]
COLOFON Aan deze uitgave hebben meegewerkt: De Bulletinredactie: Wendeline Alderlieste Rick van der Boog Sofie de Haan Carolien Hoogenhuis Ronald van de Mee Pien Pouwels Petra Peek
Marja Bakker Suzanne Schoemaker Anne-Eva Speeks Annemarie Winkelhagen Paulus Lips Remco Kort Eveline Hensel Arie Bastiaansen Lustrumcommissie Elke Maas Hugo Stappers
LOVAH-BULLETIN - april 2015
De beestjes is ons
De beestjes in ons leest makkelijk en bevat weinig medische termen. Een aanrader om je beeld over bacteriën te verruimen. Het zet je aan het denken over hygiëne en het voorschrijven van antibiotica.
En verder:
34
Titel:
Van Helicobacter pylori tot de antibiotische winter. ‘De beestjes in ons’ bespreekt de rol van bacteriën bij vele moderne ziekten. Bacteriën hebben ons lang beschermd. We verliezen de goede eigenschappen van bacteriën door ze te bestrijden. Volgens de auteur zijn er eenvoudige oplossingen…
Gelukkig nam dit gevoel gedurende de stage af. Psychiatrie en psychiatrische ziektebeelden werden steeds minder vaag en heftig ervaren; verhalen en gedrag werden ‘symptomen’. Bijvoorbeeld suïcidale patiënten. Mensen die dood willen kunnen we niet interpreteren als labwaarden, maar als je het heel plastisch gaat bekijken ergens ook weer wel. Bij pijn op de borst maken we een risico-inschatting op basis van markers, leeftijd, roken etc. En eigenlijk is dat bij een suïcidale patiënt niet veel anders. Je hoort aan en vraagt uit en met deze gegevens maak je een risico-inschatting. Een tijdje ergens rondlopen, de werkwijze je wat meer eigen hebben gemaakt en de mensen met wie je samenwerkt kennen, helpen natuurlijk ook bij je ergens meer op je gemak voelen. Al zijn wat dat betreft deze tweedejaarsstages inderdaad net coschappen. Ben je ergens net een beetje thuis, is het weer tijd om te vertrekken. En wat betreft verhalen over beestjes en psychiatrie. Deze keer waren de wanen en hallucinaties die ik heb mogen aanhoren anders ingekleurd. Al hoorde ik wel dat ergens een patiënt werd opgenomen samen met zijn cavia.
Martin Blaser neemt je mee in de wereld van bacteriën. Hebben slechte bacteriën ook voordelen? Wat voor invloed heeft ons huidige antibioticagebruik? Met zijn ervaringen als microbioloog geeft hij interessante standpunten over bacteriën en hun rol bij ziektes. We leven langer, maar lijden meer aan chronische ziekten. We worden dikker en krijgen sneller diabetes. Gaan we de goede kant op?
Gerdien Venderink-Tuinstra Gerda Weeda Docenten en AIOS UMC St. Radboud Nijmegen Shirly Jaarsma Heleen van Boetzelaer Laura Hartog Werkgroep Politiek en Maatschappij Nicole Kraag Marij de Haan Josca Fokkema Christiaan Ras Tessa Dijksman Martine de Haan
Carolien Hogenhuis
Sofie de Haan
Wendeline Alderlieste
Ronald van der Mee
Enkele anonieme aios Vormgeving en uitgever: TheArd, Alkmaar
Petra Peek
Pien Pouwels
Rick v.d. Boog
LOVAH-BULLETIN - april 2015
35
TITLE