INFORMATIE VOOR AIOS
afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde
GERION Opleiding tot specialist ouderengeneeskunde Tel. 020 - 4448237
INFORMATIE VOOR AIOS OUDERENGENEESKUNDE (tweeëntwintigste versie 2015)
Copyright GERION VUmc Amsterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
Informatie voor AIOS
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
2
Leeswijzer
3
Wat is GERION
4
Cursorisch onderwijs 1.
Inleiding
5
2.
Praktisch zaken rondom de terugkomdagen
6
3.
Spui-uur
7
4.
Casusonderwijs
9
5.
Middagprogramma’s
12
6.
De mentorbegeleiding
14
7.
Supervisie
16
8.
Intervisie
20
9.
Regionaal onderwijs
21
10.
STARtclass
23
Het praktijkgedeelte 11.
Blackboard: de eigen onderwijs-website voor aios
24
12.
Het leergesprek
25
13.
Regio’s, regiocoördinatoren en leerwerkplannen
26
Regelingen in de vervolgopleiding 14.
Regelingen in de vervolgopleiding
27
15.
Handleiding Opleidingsschema en Individueel Opleidingsplan
28
16.
Toetsing en beoordeling
32
17.
Opleidingsonregelmatigheden
34
18.
Vakantieregeling
40
19.
Ziekte en zwangerschap
40
20.
SBOH
40
21.
Toegang tot online bibliotheek VU
41
22.
Verstoorde werkrelatie tussen aios en opleider / opleidingsinrichting
41
23.
Geschillen
41
24.
Vertrouwenspersoon bij ongewenste omgangsvormen
41
Overigen 25.
Inschrijving in het register van Specialisten Ouderengeneeskunde
42
26.
Literatuurlijst
43
27.
Belangrijke adressen
47
28.
Medewerkers GERION
49
29.
Hoe kom ik bij GERION?
50
30.
Lijst met afkortingen
51
-2-
Informatie voor AIOS
Leeswijzer Voor u ligt de tweeëntwintigste versie van “Informatie voor AIOS”. Dit boekje is bedoeld als wegwijzer voor de opleiding specialisme ouderengeneeskunde. Het is bedoeld om u snel te laten vinden wat u wilt weten over de opleiding. Soms is de informatie over een onderwerp integraal opgenomen, soms verwijst dit boekje u naar de plaats waar u meer informatie kunt aantreffen. In de meeste gevallen is dat Blackboard of de website van GERION (www.gerion.nl). We hebben daar een eigen gedeelte ingericht voor aios met alle voor u relevante informatie. Wij zijn altijd blij met suggesties voor verbeteringen. Aan oudere versies dan deze tweeëntwintigste e versie kunnen geen rechten ontleend worden.
Martin Smalbrugge, specialist ouderengeneeskunde Hoofd opleidingsinstituut specialisme ouderengeneeskunde GERION Afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde VUmc
-3-
Informatie voor AIOS
Wat is GERION Na
de
erkenning
van
het
specialisme
verpleeghuisgeneeskunde
door
de
minister
van
Volksgezondheid, startten in september 1989 aan de Vrije Universiteit 15 artsen met de nieuwe tweejarige opleiding. Hiermee was de eerste opleiding tot verpleeghuisarts in Nederland en zelfs ter wereld een feit! In 1998 werd de opleiding tot sociaal geriater ondergebracht bij de Verpleeghuisartsopleiding/VU, die vanaf dat moment verder door het leven ging als GERION. Deze nieuwe naam is geen afkorting, maar moet associaties oproepen met geriatrie en onderwijs. GERION
is
een
onderdeel
van
de
afdeling
(http://www.vumc.nl/afdelingen/h-en-o/) ouderengeneeskunde
binnen
ouderengeneeskunde
aan
deze
van afdeling
medisch
studenten
huisartsgeneeskunde VU
medisch
richt
zich
en
op
&
ouderengeneeskunde
centrum.
ook
op
het
wetenschappelijk
De
discipline
onderwijs onderzoek
over in
de
ouderengeneeskunde. Ook kent de afdeling een Universitair Netwerk Ouderenzorg, waarin een aantal zorginstellingen samenwerkt met de afdeling op gebied van onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg (zoals uitwisseling best practices). Zorginstellingen die deel uitmaken van het UNO zijn
allemaal ook
opleidingshuizen.
Tevens
kent
de
afdeling
een
Universitaire
Praktijk
Ouderengeneeskunde (UPO), verbonden met de Universitaire Huisartsen Praktijk (UHP) van VUmc. GERION verzorgt de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde vanuit VUmc Amsterdam en het UMCG Groningen. Daarnaast organiseert GERION een groot aantal nascholingscursussen voor artsen, psychologen en andere professionals in de ouderenzorg en drie Kaderopleidingen: Palliatieve Zorg, Psychogeriatrie en Geriatrische Revalidatie. Specialisten ouderengeneeskunde die een kaderopleiding gevolgd hebben zijn beschikbaar als consulent voor collega's, voor huisartsen en andere medisch specialisten. Ook kent GERION een profielopleiding Ouderenpsychologie en een opleiding tot casemanager dementie, disciplines waar de specialist ouderengeneeskunde nauw mee samenwerkt. De nieuwste loot aan de stam van GERION is GeriMedica, een project waarbinnen een nieuwe werkwijze voor specialisten ouderengeneeskunde wordt ontwikkeld, ondersteund door een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) voor behandelaars, genaamd Ysis. Kijk op www.gerimedica.nl als u meer wilt weten. SOON GERION werkt op steeds meer terreinen samen met de collega-opleidingsinstituten in Nijmegen en Leiden. Dit samenwerkingsverband is op 21 april 2009 opgericht met als naam SOON (Samenwerkende Opleidingen tot specialist Ouderengeneeskunde Nederland). SOON organiseert o.m. de landelijke aiosdagen, de STARtclassen 1 en 2 (voorbereidingscursus op acute geneeskunde aan het begin van de opleiding en later ook voor de start van de ziekenhuisstage) en didactische trainingen voor opleiders (KaderOpleiding voor Opleiders: KOO). Het startpunt voor de toelating tot de opleiding is de website van SOON. Samen met Verenso en VASON (belangenvereniging van aios ouderengeneeskunde)
voert
SOON
een
actief
PR-beleid
om
de
opleiding
tot
specialist
ouderengeneeskunde onder de aandacht te brengen van medisch studenten en jonge artsen. De website van SOON is www.soon.nl. -4-
Informatie voor AIOS
1.
Cursorisch onderwijs
Inleiding
Parallel aan de opleiding in de praktijk (in de (stage)-opleidingsinrichtingen) heeft de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde het cursorisch onderwijs georganiseerd. Dit cursorisch onderwijs omvat 40 tot 45 dagen cursorisch onderwijs per jaar, grotendeels georganiseerd in de vorm van een vaste wekelijkse dag cursorisch onderwijs (‘de terugkomdag’ op woensdag). Een klein deel van het cursorisch onderwijs heeft een andere vorm: zie hiervoor hoofdstuk 9 en 10. Een aios is verplicht 120 dagen cursorisch onderwijs gedurende de opleiding te volgen. Het cursorisch onderwijs bestaat uit alle door GERION direct aangestuurde activiteiten. Dit onderwijs wordt gekenmerkt door het aanbieden van keuzemogelijkheden, variatie in werkvormen en het optimaal benutten van groepsonderwijs. Door het aanbieden van keuzemogelijkheden kan de aios het cursorisch onderwijs optimaal afstemmen op de andere onderdelen van zijn Individueel OpleidingsPlan (IOP). Door de variatie in werkvormen kunnen aios met uiteenlopende leerstijlen optimaal profiteren van het onderwijs. Door gebruik te maken van de mogelijkheden van groepsonderwijs kan de aios efficiënt leren, met en door anderen. Het cursorisch onderwijs heeft twee hoofddoelen: (1) de reflectie op het eigen handelen en (2) het verdiepen van kennis en vaardigheden, aansluitend op de praktijkvoering. Reflectie op het eigen handelen Het reflecteren op het eigen (beroeps-)handelen is een belangrijke voorwaarde voor het leren. Dit gebeurt uiteraard ook op de praktijkplek, met name tijdens de leergesprekken. Daarnaast hebben veel activiteiten van het instituutsonderwijs het karakter van reflecteren, zoals het bespreken van voorbereidingsopdrachten of de supervisie. Het reflecteren als onderdeel van het cursorisch onderwijs, kan het meest effectief plaatsvinden in groepsverband, waarbij tevens geleerd kan worden van de inbreng en feedback van anderen. Verdiepen van kennis en vaardigheden, aansluitend op de praktijkvoering. De verdieping van kennis en vaardigheden wordt op uiteenlopende wijzen georganiseerd: individueel,
in
volgens
verschillende
criteria
samengestelde
groepen,
door
middel
van
literatuurstudie of computerondersteund onderwijs, in een skillslab, in trainingsgroepen, et cetera. Het is wenselijk dat de aios uit verschillende mogelijkheden kan kiezen om aan te kunnen sluiten bij zijn
actuele
leerbehoefte.
Deze
leerbehoefte
zal
grotendeels
bepaald
worden
door
de
praktijkervaring van de aios.
-5-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
Hoe is de structuur van de gemiddelde terugkomdag? Standaard programma van de terugkomdag Inhoud ochtendprogramma: •
Spui-uur & Casusonderwijs of
•
Mentorbegeleiding
Inhoud middagprogramma: •
Vaste programma’s of
•
Keuzeprogramma’s of
•
Supervisie (alleen in het 2de jaar)
•
Intervisie (alleen in het 3de jaar)
Overige onderwijsdagen Buiten de terugkomdagen op het instituut worden er ook tweemaal per jaar landelijke onderwijs georganiseerd door SOON. Hiervoor wordt aansluiting gezocht bij de jaarcongressen van de beroepsvereniging van specialisten ouderengeneeskunde Verenso. Daarnaast organiseert SOON ook de STARtclassen (meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk10). Verder wordt er per jaar 24 uur onderwijs in de regio georganiseerd (zie hoofdstuk 9). 2.
Praktisch zaken rondom de terugkomdagen
1.
Afmelden voor de terugkomdag doet u zo vroeg mogelijk bij één van uw docenten. Zij zijn te bereiken via het secretariaat van GERION (tel. 020-444 82 37). Op de terugkomdag zelf dient u zich af te melden tussen 9.00 - 9.30 uur. Volgt u onderwijs in Amsterdam bel dan naar bovenstaand nummer. Volgt u onderwijs in Groningen bel dan naar telefoonnummer 050-361 53 90. Het secretariaat geeft uw afmelding door aan de docenten. LET OP: indien u zich afmeldt door ziekte dient u dit ook door te geven aan uw werkgever: de SBOH (030-282 3444).30-28 23 444).
2.
De terugkomdagen van alle groepen starten om 09.30 uur en eindigen om 16.30 uur. Deze tijden zijn zodanig gekozen dat het vanaf iedere plaats in Nederland mogelijk is op tijd aanwezig en ‘s avonds weer op tijd thuis te zijn.
3.
Op blackboard (zie paragraaf 11) staan de roosters van de terugkomdagen per jaar (1e,2e,3e jaar), waarin u kunt zien welk onderwerp wanneer aan bod komt.
4.
Wij publiceren op de lichtkrant op de 8e en 9e etage tegenover de liften in het OZW gebouw in welke ruimte het onderwijs is gepland in Amsterdam.
5.
GERION zorgt ’s morgens voor koffie en thee. Voor de lunch dient u zelf te zorgen.
6.
Het is de verantwoordelijkheid van de groep om de onderwijsruimte na afloop netjes achter te laten (vuile kopjes, papieren, enz. opruimen).
Let goed op persoonlijke bezittingen. Er wordt veel gestolen. GERION en VU medisch centrum / UMCG aanvaarden geen aansprakelijkheid voor verloren goederen.
-6-
Informatie voor AIOS
3.
Cursorisch onderwijs
Spui-uur
Het spui-uur, ook wel inbrengronde genoemd, is een vast onderdeel van de terugkomdag. Vrijwel elke terugkomdag start hiermee. Op enkele terugkomdagen vervalt het spui-uur of wordt naar een ander tijdstip op de dag verplaatst wanneer de programmering dit noodzakelijk maakt.
Algemene doelstelling Het uitwisselen van ervaringen en hiervan te leren.
Concrete doelstellingen - Zich bewust worden wat de eigen lacunes zijn in kennis, vaardigheden en attitude. - Zich bewust worden van de eigen grenzen en het persoonlijke aandeel met betrekking tot het handelen in de praktijk. - Het constructief deel uit leren maken van een groep door: • het ter discussie stellen van eigen gedrag of het gedrag van een ander; • het leren inbrengen van ervaringen; • het leren luisteren en zich inleven en leren ingaan op wat de ander wil en verwacht; • het leren vragen om herkenning, erkenning, hulp, steun of advies aan anderen; • het leren geven en ontvangen van feedback. - Het beter leren hanteren van gevoelens. - Het onderzoeken van gevolgde beslissingsprocedures in de praktijk. Toelichting doelstellingen De doelstellingen zullen niet gelijktijdig gerealiseerd kunnen worden. Ook kunnen daarnaast persoonlijke leerdoelen aanwezig zijn die te maken hebben met de inbreng in het spui-uur. Het bereiken van de doelstellingen is sterk afhankelijk van de inzet van de groep. Het spui-uur is bij uitstek een moment waarbij een beroep gedaan wordt op samenwerkingsvaardigheden. Vaardigheden die van uitermate belang zijn voor het werk van een specialist ouderengeneeskunde. Het spui-uur valt en staat met de inzet van alle groepsleden. Zo kan het spui-uur doodbloeden doordat de aios onvoldoende interesse voor elkaar hebben of het elkaar zo moeilijk maken dat vervolgens niemand meer iets durft te zeggen. Ook kan teleurstelling ontstaan doordat de aios aanvankelijk overtuigd was van zijn gelijk en hij door het spui-uur aan het twijfelen is gebracht. Het is belangrijk dat gevoelens van onvrede, evenals positieve gevoelens, gemeld worden. In de periode van drie jaar kan de behoefte van de groep ook variëren. Zo nu en dan zal met elkaar nagegaan moeten worden of de gevolgde werkwijze (samenwerking) voldoet.
Werkwijze Het spui-uur wordt meestal geleid door de gedragswetenschappelijk docent. De werkwijze kan per groep enigszins variëren en aangepast worden aan wensen van de groep. Vaak zal gestart worden met een korte inventarisatie wie iets wil inbrengen in het spui-uur. Zo nodig wordt een keuze gemaakt. -7-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
Ook kan er een kort rondje worden gemaakt, waarbij elke aios in een paar zinnen vertelt wat hij1 de afgelopen week aan bijzonderheden heeft meegemaakt. Eventuele mededelingen, korte vragen kunnen worden ingebracht. Bijvoorbeeld “ik ben op zoek naar een protocol met betrekking tot…, wie heeft dat voor mij?”. Of de afloop van een eerder in een spui-uur ingebracht verhaal wordt verteld. De bedoeling hiervan is dat een ieder kort aan het woord komt en de overige groepsleden en docenten een indruk krijgen wat de aios op dit moment bezighoudt. Eventueel kan hen gevraagd worden met behulp van een inbreng hierover meer te vertellen. Als de aios zijn inbreng verteld heeft, kunnen de andere groepsleden vragen stellen. Dit kunnen informatieve, stimulerende of verhelderende vragen zijn. Vervolgens wordt nagegaan wat nu van de groep verwacht wordt. Wanneer dit duidelijk is, kan gereageerd worden in de vorm van feedback, advies, informatie, steun geven, enzovoort. Tenslotte wordt nagegaan of aan de verwachtingen van de inbrenger is voldaan. Zo mogelijk volgt een samenvatting en explicitering van leerpunten.
Voorbereiding door de aios Het woord spui-uur kan verwarring geven. Het is niet de bedoeling dat ter plekke een woordenstroom op gang komt. De voorbereiding voor het spui-uur kan er als volgt uitzien: De aios gaat voor zichzelf na - wat hij wil vertellen aan de andere groepsleden; - hoe hij in korte tijd duidelijk kan maken wat hem bezighoudt; - waarom hij de groep deelgenoot wil maken; (N.B. bepaalde zaken kunnen ook met de opleider besproken worden) - welke vraag de aios heeft bij zijn inbreng. (N.B. soms is de vraag voor jezelf nog vaag; de groep kan door vraagverheldering hierbij behulpzaam zijn). Voorbeelden van een inbreng Voorbeeld 1 "Bij onderzoek is gebleken dat een patiënt van mij een zeer slechte prognose heeft; ik twijfel eraan, gezien een aantal persoonskenmerken, of ik hem dit zal vertellen. Wat vinden jullie ervan?" De groep kan vervolgens met de betreffende aios nagaan wat de overwegingen zijn en er kan een discussie ontstaan of je altijd deze informatie moet verstrekken of dat er ook zwaarwegende argumenten kunnen zijn, en zo ja welke, om dit niet te doen. Voorbeeld 2 "Bij een nachtdienst heb ik, volgens mij, onvoldoende doorgevraagd en is de bewoner overleden; hoewel ik achteraf gezien dit niet had kunnen voorkomen, voel ik me er zeer ongemakkelijk over; heb ik fout gehandeld?” De groep kan de handelwijze nalopen en feedback geven over het handelen; ook kan ingegaan worden op het gevoel wat bijvoorbeeld te maken kan hebben met een gebrek aan vertrouwen in zichzelf of in andere disciplines. 1 Ter wille van de leesbaarheid is ervan afgezien vormen als hij / zij, zijn / haar te gebruiken en is gekozen voor hij en zijn.
-8-
Informatie voor AIOS
4.
Cursorisch onderwijs
Casusonderwijs
Casusonderwijs is een belangrijk en structureel terugkerend onderdeel van het cursorisch onderwijs. In een groep en onder begeleiding van twee docenten leren aios aan de hand van een casus een groot aantal aspecten en facetten van de ouderengeneeskunde. In deze handleiding staan de structuur en de uitgangspunten van het casusonderwijs beschreven.
Doel van het casusonderwijs Met het casusonderwijs worden drie doelstellingen beoogd:
1.
het leren analyseren en oplossen van werkgerelateerde problemen (klinisch redeneren)
2.
het verwerven van vakkennis
3.
het leren sturen van het eigen leerproces
De casuïstiek Een casus is een geanonimiseerde versie van een medisch dossier van een (geriatrische) patiënt. Door gebruik te maken van bestaande, feitelijke gegevens blijft de inhoud van het onderwijs dicht bij de praktijk van de specialist ouderengeneeskunde (SO). De casus start met een situatieschets en bestaat daarnaast uit (achtergrond)informatie vanuit verschillende invalshoeken, zoals een decursus, een indicatie van het CIZ, verwijsbrieven, enzovoort. De zeven competentiegebieden en bijbehorende kenmerkende beroepssituaties van de SO komen aan bod in de casuïstiek. Stappen casusonderwijs Hieronder volgt een beschrijving van de stappen van het casusonderwijs. De doelstelling en het resultaat van elke stap staan beschreven. Stap 1: Introductie casus en bespreken handelen als arts. Aan de hand van de beschikbare gegevens van de betreffende de casus gaat de aios aan de slag met de vragen: wat er aan de hand is en wat wordt het plan van aanpak? Gegevens zijn niet altijd volledig, vergelijkbaar met de praktijk waarin het soms ook gebeurt dat je bij een opname met de op dat moment beschikbare gegevens aan de slag moet gaan. Hoe handel je als arts als je bij deze casus betrokken bent? Wat is je probleemanalyse, welke problemen of aandachtspunten krijgen prioriteit, wat kan later aan de orde komen en wat wordt je plan van aanpak? Door dit in de groep te bespreken en keuzes te beargumenteren leert de aios zijn eigen visie te vormen en verwoorden. Hiermee oefent de aios methodisch te werken en het klinisch redeneren. Stap 2: Individuele leerdoelen opstellen en uitwerken Het casusonderwijs is een middel voor de aios om tot leerdoelen te komen. De betreffende casus en de voorgaande bespreking in de groep geven vaak voldoende aanleiding tot vragen waar u als aios geen antwoord op weet, of hiaten in kennis of vaardigheden ervaart, of behoefte hebt aan verdieping op een bepaald onderwerp. Het is een kunst de vraag te vertalen naar een concreet leerdoel. -9-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
Als het leerdoel wordt geformuleerd volgens de SMART-criteria zal de zoektocht naar het antwoord gerichter kunnen plaatsvinden. SMART is het acroniem voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Nadat het leerdoel is geformuleerd bepaalt de aios de leeractiviteiten die, buiten de terugkomdag om, ondernomen zullen worden om het leerdoel te realiseren. De groep kan hierbij adviseren. Tevens worden er in de groep afspraken gemaakt over tijd en vorm van terugkoppeling van leerdoelen. De aios kan de opdracht voor zichzelf uitwerken en het resultaat op blackboard zetten, een presentatie geven aan de groep tijdens een volgende bijeenkomst of een groepsproduct afleveren. Variatie in werkvormen maakt het casusonderwijs levendig.
Stap 3: Terugkoppeling leerdoel Bij de terugkoppeling van het resultaat van de zoektocht besteedt de aios (in ieder geval) aandacht aan de volgende vragen: 1. Het leerresultaat van het werken aan het leerdoel – wat heb je gevonden? (Kort! Hooguit 5 minuten) 2. De wijze waarop het leerdoel is gerealiseerd – hoe heb je het gevonden, welke bronnen heb je gebruikt? 3. Mening over het resultaat – wat vind je van dat wat je hebt gevonden? Levert dat nog nieuwe vragen discussiepunten of gezichtspunten op? 4. Vertaling naar het handelen in de praktijk- wat betekent het leerresultaat voor de betreffende casus en wat levert het op voor je handelen in de praktijk? Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de aios bij presentaties in de groep onderwijs aan elkaar gaan geven. Het doel van de presentatie is dat de aios verder komt met het antwoord op het geformuleerde leerdoel. Informatie over het eerste vraag: wat heb je gevonden?, wordt hooguit kort en bondig weergeven.
Stap 4: Evaluatie De inhoud, het niveau en de diepgang van de resultaten van vorige stap worden geëvalueerd. De aios beantwoordt hiervoor de volgende vragen:
- Wat heb ik geleerd? - Wat moet ik nog verder ontwikkelen? - Ben ik tevreden over mijn resultaten gezien mijn inspanningen? De aios licht de antwoorden op bovenstaande vragen mondeling toe aan de groepsleden. De medeaios geven gerichte feedback hierop. De docenten geven aanvullend hun eigen bevindingen op een positieve en constructieve manier. Tenslotte vindt een evaluatie plaats van de methodiek en het verloop van het (groeps)proces. Bij de evaluatie van de methode wordt er gekeken naar het verloop van de verschillende stappen van het -10-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
casusonderwijs. Bij de evaluatie van het proces wordt gekeken naar de participatie van de aios in de groep, het maken en houden van afspraken, actieve luisterhouding, respectvolle benadering van overige leden van de groep, enzovoort.
-11-
Informatie voor AIOS
5.
Cursorisch onderwijs
Middagprogramma’s
Keuze of vaste programma’s Tijdens de middagen van het instituutsonderwijs worden onderwijsprogramma’s aangeboden. Er worden vaste programma’s en keuzeprogramma’s aangeboden. Vaste programma’s worden gevolgd in de eigen jaargroep en het onderwerp is veelal themaoverstijgend. De duur van een vast programma kan variëren van één dagdeel tot een cyclus van meerdere dagdelen. Keuzeprogramma’s worden gevolgd in groepen met wisselende samenstelling: aios uit meerdere jaargroepen en uit verschillende opleidingsjaren nemen hieraan deel. Het houdt in dat er tijdens een middag meerdere programma’s worden aangeboden, waaruit u één programma kiest om te volgen. De onderwerpen van de programma’s zijn gekoppeld aan de thema’s die centraal staan tijdens de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. Tijdens een middag worden er programma’s aangeboden van verschillende thema’s. Zodoende wordt er een verscheidenheid aan onderwerpen aangeboden die van belang zijn voor de ouderengeneeskunde. In het vervolg staan de verschillende aspecten van de keuzeprogramma’s beschreven.
Doelstelling keuzeprogramma’s Het doel van de keuzeprogramma’s is om het cursorisch onderwijs op het instituut te laten aansluiten bij de dagelijkse werkzaamheden in de praktijk van de aios.
Het maken van een keuze Op basis van de behoefte om meer te weten te komen over een specifiek onderwerp, maakt u een keuze uit de aangeboden programma’s. De leerbehoefte komt voort uit actuele praktijksituaties en de ervaring hierbij bepaalde kennis te missen, om kennis te verdiepen of om nieuwe onderwerpen te verkennen. De keuze voor een programma maakt u op individuele basis of in samenspraak met de (stage)opleider en / of de mentor.
Inschrijven voor een programma naar keuze U schrijft zich in voor een keuzeprogramma via Blackboard. Wanneer u bent ingelogd verschijnt een overzicht van keuzeprogramma’s en kunt u uw keuze kenbaar maken.
Wanneer inschrijven? Een aantal malen per jaar kunt u zich inschrijven voor een of meerdere keuzeprogramma’s. Kijk op Blackboard wanneer de volgende inschrijving opent. De sluitingsdatum voor inschrijving staat ook vermeld op Blackboard.
-12-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
Maximum aantal deelnemers Alle keuzeprogramma’s kennen een maximaal aantal deelnemers. Heeft een keuzeprogramma het maximum aantal deelnemers gehaald, dan kunt u zich niet meer voor dit programma inschrijven. In het volgende opleidingsjaar zal het programma weer worden aangeboden, tenzij dit anders staat aangegeven. Voor het huidige opleidingsjaar zult u één van de overige keuzeprogramma’s van dezelfde middag moeten kiezen. Wanneer u een programma beslist wilt volgen, dient u zich dus tijdig in te schrijven voor het betreffende programma.
Inschrijvingstermijn gesloten U wordt uitdrukkelijk verzocht om een keuze te maken voor de verschillende keuzeprogramma’s. Indien u zich niet inschrijft dan betekent dit dat u niet deel kunt nemen aan een programma en dus als absent genoteerd wordt.
Voorbereidingsmateriaal Vier weken voordat een keuzeprogramma wordt gegeven, staat het voorbereidingsmateriaal op Blackboard. Evaluatie Alle programma’s worden na afloop geëvalueerd d.m.v. een evaluatieformulier dat u toegestuurd krijgt per email. De resultaten worden gebruikt om de kwaliteit van het onderwijsprogramma, en de uitvoering hiervan door de docenten, in kaart te brengen en waar nodig te verbeteren.
-13-
Informatie voor AIOS
6.
Cursorisch onderwijs
De mentorbegeleiding
Tijdens de opleiding krijgt de aios, als gevolg van de verschillende leerwerkperiodes en stages, te maken met meerdere opleiders in het praktijkgedeelte van de opleiding. Om de continuïteit van het opleidingstraject te waarborgen wordt een aios gekoppeld aan een vaste mentor vanuit het opleidingsinstituut. De mentor is in principe gedurende de hele opleiding betrokken bij de aios en begeleidt de aios bij het individuele opleidingstraject. Hieronder worden taken van de mentor beschreven en weergegeven op welke manier de mentorbegeleiding gestalte krijgt.
De mentor Eén van de docenten van de jaargroep waar de aios deel van uitmaakt neemt de mentorfunctie op zich. De mentor kan zowel een specialist ouderengeneeskunde docent als een gedragswetenschappelijk docent zijn. De specialist ouderengeneeskunde docent en gedragswetenschappelijk docent van de jaargroep vormen een duo; zij nemen waar voor elkaar en bieden onderlinge ondersteuning. Taken mentor - Fungeert als individuele coach voor de aios; hij volgt het ontwikkelingsproces van de aios; - Adviseert de aios bij het maken van een opleidingsschema (OS) en een individueel opleidingsplan (IOP); - Helpt de aios leerdoelen te formuleren en zichzelf te sturen bij het realiseren van die leerdoelen; - Spoort de aios aan tot reflectie op eigen beroepsmatig handelen; - Bespreekt de voortgang van de opleiding met de aios, stuurt hem waar nodig via diverse middelen bij; - Leest leerprocesverslagen en andere opdrachten en beziet deze in het kader van voortgang van de opleiding; - Begeleidt bij keuzemomenten in het opleidingstraject; - Ondersteunt bij het overwinnen van opleidingsproblemen; - Adviseert de aios waar nodig in het volgen van ondersteunende keuzeprogramma’s, die aangeboden worden om de aios de gelegenheid te geven aan eigen aandachtspunten te werken; - Begeleidt de aios in het beheren van diens portfolio en is op de hoogte van de inhoud; - Begeleidt bij studievertraging en extrabegeleidingstrajecten; - Schakelt de collega-mentor in als er sprake is van studieproblemen die kunnen leiden tot een extrabegeleidingstraject (extrabegeleidingstrajecten worden altijd door een mentorduo begeleid); - Onderhoudt contacten met de (stage)opleiders van het praktijkgedeelte van de opleiding, voor zover nodig voor het opleidingstraject van de aios; - Bewaakt de overdracht van de ene (stage)opleider naar de andere (stage)opleider; - Informeert hoofd opleiding over problemen met studeerbaarheid van het curriculum; - Adviseert hoofd opleiding bij problemen van de individuele aios; - Maakt conform het toets- en beoordelingsplan, educatieve en selectieve beoordelingen van de ontwikkeling van de competenties van de individuele aios, op basis van het portfolio en adviseert aan het hoofd van de opleiding over de voortgang van de opleiding bij selectieve beoordelingen. -14-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
De mentorgroep Doel De mentorbijeenkomsten hebben als doel de aios te ondersteunen bij zijn leerproces. Het evalueren van en reflecteren op het eigen leerproces om zo vaardig te worden in het zelfstandig leren staat daarin centraal. In een veilige omgeving kan de aios zaken rondom werk en opleiding bespreken met de mentor en andere aios. De mentorbijeenkomsten ondersteunen de aios bij het ontwikkelen van competenties, en het maken van keuzes in het opleidingstraject. Werkwijze Een mentorgroep wordt samengesteld uit de helft van de aios uit een jaargroep en bestaat uit 6-8 aios. De mentorgroep wordt begeleid door een van de docenten uit de jaargroep. De samenstelling van de mentorgroep en de mentor blijft in principe vast gedurende het opleidingstraject. Iedere aios is verplicht de bijeenkomsten bij te wonen. Voorafgaand aan een mentorbijeenkomst maken de aios ieder voor zich een leerprocesverslag. De agenda voor de bijeenkomsten wordt gezamenlijk vastgesteld. De leerprocesverslagen worden opgenomen in het portfolio. Frequentie In het eerste jaar zullen er ongeveer negen bijeenkomsten plaatsvinden. In het tweede en derde jaar zijn er ongeveer vijf bijeenkomsten. In het tweede jaar is de frequentie lager omdat de aios dan ook supervisie volgt en in het derde jaar is men al zodanig getraind in het evalueren van en reflecteren op leren dat met vijf bijeenkomsten kan worden volstaan. Een bijeenkomst duurt ongeveer drie uur. Een tot twee keer per opleidingsjaar zal een mentorbijeenkomst gewijd zijn aan de selectieve beoordeling van de ontwikkeling van de competenties van de individuele aios op basis van het portfolio. Inhoud van de bijeenkomsten De inhoud van de bijeenkomsten wordt voor een belangrijk deel vormgegeven door de leerbehoeften van de aios. Toch zijn er een aantal onderwerpen en thema’s te noemen die zeker aan bod zullen komen tijdens de sessies. Voorlichting over het doel en de werkwijze van de mentorgroep komt in de introductieweek aan de orde. In de eerste maanden van de opleiding is het belangrijk om stil te staan bij het opleidingsschema en het individuele opleidingsplan van de aios. Het leren formuleren van persoonlijke leerdoelen en hoe je daarmee aan de slag gaat in de praktijk is een thema dat aan bod zal komen. Verder wordt aandacht besteed aan de leerstijlen en de vertaalslag van theorie naar de consequenties en het toepassen in de praktijk. Ook de keuzes die men maakt om aan bepaalde leerdoelen te werken kan besproken worden tijdens de bijeenkomst. Ook het leren reflecteren en feedback geven en ontvangen komt aan de orde.
-15-
Informatie voor AIOS
7.
Cursorisch onderwijs
Supervisie
Wat is supervisie? Supervisie is een methode die tot doel heeft te leren, praktijkervaringen dusdanig te verwerken dat er lering uit getrokken kan worden om het in de toekomst beter te doen. Met andere woorden: supervisie is een vorm van leren, namelijk leren vanuit ervaringen. Het bespreken van deze ervaringen gebeurt in groepjes van (meestal) drie aios onder begeleiding van een supervisor. In de supervisie wordt nagedacht over het handelen en de houding van de specialist ouderengeneeskunde, om zodoende meer inzicht te krijgen in het eigen functioneren. Supervisie gaat uit van eigen vragen van de aios. Soms zijn dit "problemen", maar het is ook heel goed mogelijk dat de aios meer zicht wil krijgen op bijvoorbeeld welke zaken een rol spelen bij ingewikkelde beslissingen. Voorbeelden van onderwerpen die de afgelopen jaren in de supervisiebijeenkomsten aan de orde zijn geweest, zijn: - omgang met andere disciplines, met name verpleging; - hanteren van waarden en normen; - kritiek geven en ontvangen; - omgang met familie van een patiënt; - faalangst, opkomen voor jezelf; - omgaan met onjuiste diagnose /medicatie; - omgaan met onzekerheden; - omgaan met verantwoordelijkheid; - eigen methode van werken in relatie tot tijdsdruk; - eigen wijze van conflicthantering. Programma De supervisie wordt gegeven door een docent van een andere groep of door een externe supervisor. Er zijn 12 bijeenkomsten van 2 uur, die in het tweede jaar 's middags worden gehouden. Het supervisierooster met data, groepsindeling, naam supervisor en werkruimte wordt aan het begin van het tweede jaar uitgereikt. Doelstelling Aan het eind van de supervisieserie dient de aios het volgende geleerd te hebben: a. Kunnen reflecteren: - het eigen handelen en het effect daarvan kunnen beschrijven in een concrete situatie - kunnen beschrijven hoe een concrete situatie wordt beïnvloed door: gevoelens, normen, waarden en vooroordelen, opvattingen, kennis en ervaringen, situationele omstandigheden - conclusies kunnen trekken uit deze analyse. b. Inzicht hebben in eigen mogelijkheden en beperkingen en het effect daarvan op het werk: - de eigen werkstijl beschrijven -16-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
- aan kunnen geven hoe deze bepaald wordt door persoonlijke opvattingen en ervaringen - deze kunnen vergelijken met de algemene eisen die het beroep stelt - de eigen mogelijkheden en beperkingen en het effect daarvan op de werkuitvoering benoemen. c. Consequenties willen en kunnen trekken uit eigen mogelijkheden en beperkingen van het werk: - bereid zijn inzicht te verschaffen /open te zijn over eigen grenzen in het werk - feedback kunnen ontvangen en anderen kunnen consulteren - kunnen accepteren van persoonlijke grenzen in het werk - normen en waarden ter discussie willen en kunnen stellen - bereid zijn zich in te zetten voor verlegging van persoonlijke grenzen waar deze het werk nadelig beïnvloeden. d. De eigen ervaring en reflectie daarop kunnen gebruiken voor verdere ontwikkelingen binnen het werk: - aan kunnen geven wat en hoe in de supervisie geleerd is - aan kunnen geven op welke punten een verdere ontwikkeling binnen het werk van belang is - aan kunnen geven op welke wijze hieraan gewerkt gaat worden, rekening houdend met de persoonlijke leerstijl in staat zijn nieuwe inzichten om te zetten in verbeterd handelen. Voorwaarden om de doelstellingen te kunnen halen De aios: - mag hoogstens 1 supervisiebijeenkomst missen (maar niet de eerste en de laatste); - maakt voor elke bijeenkomst een verslag; - heeft eigen inbreng; Werkwijze De aios bereidt de bijeenkomst schriftelijk voor door middel van een verslag. De verslagen kunnen worden bewaard in het portfolio, in de vrije ruimte van ‘bewust leren’. In het verslag komen twee punten aan de orde: a. De schriftelijke materiaalinbreng Een nieuwe casus of werkprobleem (concrete ervaring) met vragen ter bespreking. Een schriftelijke voorbereiding is nodig om de bijeenkomsten optimaal te kunnen benutten. Door de voorbereiding wordt een eerste ordening aangebracht in de gebeurtenissen en heeft de aios nagedacht over de vragen die hij zichzelf stelt. Of met andere woorden het verslag wordt gemaakt om ervaringen expliciet te maken.
-17-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
Tevens is het mogelijk om geluid- en beeldopnames mee te nemen naar de supervisiebijeenkomst als extra bron van leermateriaal. De nieuwe inbreng wordt tijdens de bijeenkomst gezamenlijk geanalyseerd met behulp van de methode van probleem verhelderen. De essentie van deze methode is, door middel van open vragen, de aios verder te helpen bij het verkennen en bewust worden van persoonlijke aspecten in het werk en te stimuleren bij het zoeken naar eigen oplossingen voor de zaken waar hij tegenaan loopt. Een belangrijk aandachtspunt bij de methode is het leren herkennen en bespreken van gevoelens en processen die spelen bij de aios zelf en in de communicatie met anderen. Ook de communicatie tijdens de supervisie kan hiervoor als leermiddel dienen.
LET OP: Voor de eerste bijeenkomst beschrijft de aios in maximaal een A4’tje waar hij /zij in het werk tegenaan loopt en wat hij /zij daarover in de supervisie zou willen leren. b. Het reflectieverslag Na iedere bijeenkomst maakt de aios een verslag met een terugblik op de bijeenkomst. Dit is geen verslag in de zin van "notulen", maar een weergave met de belangrijkste persoonlijke leerpunten van deze bijeenkomst. Dit kan naar aanleiding van een eigen inbreng zijn als wel naar aanleiding van de inbreng van anderen. Het gaat om een persoonlijke selectie waarbij wordt aangegeven waarom een bepaald punt aansprak, welke conclusies je trekt, welke vragen het oproept enzovoort. In de volgende zitting kunnen mede-supervisanten en supervisor hierop reageren. Het steeds weer benoemen van wat er in de supervisie geleerd wordt - onder andere door er thuis in het verslag mee bezig te zijn - is van belang in verband met het op gang brengen van een persoonlijk leerproces. Tijdens de bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan de manier waarop de aios met zijn eigen leerproces omgaat om een leidraad te bieden voor de toekomst waarin de aios in staat moet worden geacht zelfstandig door te gaan met ervaringsleren. Het verslag wordt enkele dagen voor de supervisiebijeenkomst naar de mede-supervisanten en de supervisor gestuurd zodat die zich kunnen voorbereiden. Beoordeling Ongeveer halverwege de supervisiereeks wordt door de aios een evaluatieverslag geschreven volgens de aanwijzingen van de supervisor. Tegelijkertijd geven de supervisoren hun oordeel over de vorderingen van de aios met betrekking tot de supervisiedoelen. Tevens geven zij een prognose of de aios aan het eind van de supervisiereeks zal voldoen aan de genoemde doelstellingen. De supervisoren vullen hiertoe een formulier in waarbij zij kort omschrijven hoe de stand van zaken is. Dit formulier wordt besproken met de aios, waarbij deze het formulier tekent voor gezien. Het formulier bewaart de aios in zijn portfolio. Aan het eind van de supervisiereeks vindt de tweede en laatste beoordeling plaats. Voor alle duidelijkheid en gelet op de privacy, bij de beoordeling gaat het niet om de inhoud van de supervisie en welke ervaringen de supervisant inbrengt. Beoordeeld wordt of de aios ervaringen kan bespreken, reflecteren en analyseren en zijn inzichten in zijn persoonlijke werkwijze verwerkt. De supervisor geeft in de rapportage slechts weer of de aios hiertoe vaardigheden heeft ontwikkeld en -18-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
gebruikt daarvoor de vier supervisiedoelen als leidraad. Tenslotte geeft de aios feedback aan de supervisor over zijn/haar functioneren na de gevolgde supervisie.
Privacy Om het mogelijk te maken dat de aios tijdens de supervisie vrijuit kan spreken en zich kwetsbaar kan opstellen, is het van belang dat zorgvuldig wordt omgegaan met de informatie die tijdens de bijeenkomsten verkregen wordt. Dit houdt in dat: - de aios niet over de inbreng van de anderen spreekt met derden, spreken over eigen ervaringen is uiteraard wel toegestaan; - de supervisor niet over de aios spreekt met anderen (denk aan docenten, opleider, hoofd opleiding), behalve wanneer daartoe aanleiding is, en na voorafgaand overleg met de aios; - de aios zowel het eigen verslag als mede de verslagen die de aios van mede-supervisanten krijgt zorgvuldig bewaart; - de supervisor de verslagen van de aios en de eigen werkaantekeningen zorgvuldig bewaart; - aan het eind van de serie bijeenkomsten de supervisor en de supervisanten gezamenlijk een besluit zullen nemen over het al dan niet langer bewaren van de verslagen en de wijze waarop dit zal worden uitgevoerd; - de supervisor zo nu en dan de inhoud van de supervisiebijeenkomsten op anonieme wijze zal kunnen gebruiken in verband met eigen deskundigheidsbevordering, tenzij de aios hiertegen bezwaar maakt; de aios kan dit aan het einde van elke bijeenkomst kenbaar maken.
-19-
Informatie voor AIOS
8.
Cursorisch onderwijs
Intervisie
Wat is intervisie? Intervisie is een methode gericht op het verbeteren van het professionele handelen van de aios. Aios leren van elkaar door het systematisch bespreken van een probleem, dat één van hen heeft ingebracht. De anderen geven feedback en adviseren over mogelijke oplossingen van het probleem.
Doel van de intervisie Intervisie levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de reflectieve vaardigheden van aios. Inzichten en denkprocessen die ten grondslag liggen aan concrete gebeurtenissen in de dagelijkse werksituatie worden gezamenlijk onderzocht, geëvalueerd en expliciet gemaakt. De aios krijgen hierdoor meer greep op hun eigen leerprocessen en denkprocessen, dat vervolgens de effectiviteit van hun handelen ten goede komt.
De werkwijze Een intervisiegroep pakt zelf haar zaakjes aan, is zelf verantwoordelijk voor werkwijze, afspraken, sfeer, e.d. De groep is met andere woorden zelf verantwoordelijk voor het eigen leerproces en maakt gebruik van het ‘eigen leiderschap’. Het autonome, ervaringsgerichte leren draagt ertoe bij dat de geboden oplossingen kunnen leiden tot een veranderend gedrag bij zowel de probleeminbrenger als dat van de cursusleden.
Wat voor kwesties bespreekt u tijdens de intervisie? Intervisie kan in uiteenlopende situaties en voor verschillende soorten vragen worden gebruikt. Enkele voorbeelden: > samenwerkingsvraagstukken uit de dagelijkse praktijk; > problemen die aios persoonlijk aangaan; > inhoudelijke problemen tijdens de stage; > problemen met de wijze van begeleiding etc.
Wanneer In het derde opleidingsjaar vindt intervisie plaats. Er worden vijf bijeenkomsten gepland vanaf oktober t/m februari, gemiddeld 1x per 4 weken. Een intervisiegroep bestaat uit 6-8 aios en is samengesteld uit aios van de verschillende jaargroepen en mentorgroepen.
-20-
Informatie voor AIOS
9.
Cursorisch onderwijs
Regionaal onderwijs
Doelstelling en uitgangspunten van het regionaal onderwijs Drie doelstellingen worden beoogd met het regionaal onderwijs a.
De praktijk staat centraal.
b. Eigen professioneel netwerk opbouwen. c.
Wetenschap in de praktijk.
Ad. a De praktijk staat centraal Meer nog dan bij de andere typen cursorisch onderwijs van GERION staat bij het regionaal onderwijs de praktijk centraal. Het onderwijs vindt zelfs plaats in de praktijk, namelijk in de regio waar de aios werkzaam is. De eerste doelstelling van het regionaal onderwijs is om het cursorisch onderwijs te laten aansluiten bij de praktijk en de regio waarin de aios werkzaam is. Het regionaal onderwijs onderscheidt zich hierin van andere vormen van cursorisch onderwijs door gebruik te maken van faciliteiten en mogelijkheden die kenmerkend zijn voor de regio en die niet aanwezig zijn op het instituut. Het kan ook tot uiting komen in de onderwerpen en thema’s die worden behandeld. Deze doelstelling sluit vooral aan bij de eerste competentie van de specialist ouderengeneeskunde: het medisch handelen. Dit sluit niet uit dat ook de andere competenties aan bod kunnen komen.
Ad. b Eigen professioneel netwerk opbouwen Het
opbouwen
en
onderhouden
van
een
professioneel
netwerk
is
voor
specialisten
ouderengeneeskunde van groot belang. Het samenwerken met collega’s, andere disciplines en medisch specialisten kan de kwaliteit van de zorg voor de patiënt vergroten. Regionaal onderwijs vindt plaats in de praktijk en aios van alle leerjaren, eventueel ook opleiders en andere specialisten ouderengeneeskunde nemen hieraan deel. Hierdoor bouwt de aios een eigen netwerk op binnen de ouderengeneeskunde. Het is ook van belang om een eigen netwerk op te bouwen waarin andere disciplines en medisch specialismen zijn vertegenwoordigd. Dit biedt de aios de mogelijkheid om te ervaren hoe vanuit verschillende perspectieven tegen hetzelfde probleem wordt aangekeken en het eigen specialisme te profileren. Daarom kan het regionaal onderwijs ook gecombineerd worden met onderwijs van andere medische specialismen. Deze doelstelling sluit aan bij de competentie samenwerking.
Ad. c Wetenschap in de praktijk Het is zeer gewenst dat de specialist ouderengeneeskunde zijn vak vanuit een wetenschappelijk attitude uitoefent. Het is immers belangrijk om, voor zover mogelijk, het klinisch handelen mede te baseren op uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek. Daarom is het wetenschapsonderwijs een belangrijk thema binnen het cursorisch onderwijs van GERION. De derde doelstelling van het regionaal onderwijs is de wetenschap in de praktijk te brengen en de wetenschappelijke attitude van de aios te stimuleren in de praktijk. Deze doelstelling sluit aan bij de competentie kennis en wetenschap. -21-
Informatie voor AIOS
Cursorisch onderwijs
Uitgangspunten van het regionaal onderwijs zijn ›
Het regionaal onderwijs vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het instituut, het is een onderdeel van het cursorisch onderwijs en de aios zijn dus verplicht het te volgen
›
GERION heeft het eigen adherentiegebied opgedeeld in een aantal regios. Binnen een regio werken meerdere stage- en opleidingsinstellingen samen. Iedere aios is werkzaam in een regio en volgt ook binnen deze regio het regionaal onderwijs
›
Iedere regio heeft een eigen regiocoördinator. De regiocoördinator is o.m. belast met de organisatie van het regionaal onderwijs en doet dit bij voorkeur iom/samen met de aios uit de regio
›
Er wordt per jaar minstens 24 uur regionaal onderwijs georganiseerd (een onderwijsdag is 6 uur; dagdeel is 3 uur, refereerbijeenkomst 2 uur)
›
De regiocoördinator stelt de data vast waarop regionaal onderwijs wordt georganiseerd. Het regionaal onderwijs kan dus qua inhoud en data verschillen per regio
›
Het regionaal onderwijs wordt niet georganiseerd op een instituutsdag of landelijke aiosdag.
Inhoud van het regionaal onderwijs De doelstellingen van het regionaal onderwijs beïnvloeden nadrukkelijk de keuze voor thema’s en onderwerpen die behandeld worden tijdens het regionaal onderwijs.
a.
De eerste doelstelling wordt bereikt door met name bespreking van casuïstiek uit de praktijk en onderwijs over regionale thema’s, zoals regionale protocollen en richtlijnen, ketenzorg en andere regionale actualiteiten.
b. De tweede doelstelling wordt bereikt door opleiders en andere specialisten ouderengeneeskunde te laten deelnemen aan het regionaal onderwijs. Daarnaast wordt het regionaal onderwijs gecombineerd met onderwijs van andere disciplines en medische specialismen. Dit kan ook betekenen dat aios aansluiten bij onderwijs dat georganiseerd wordt door andere disciplines en medische specialismen, zoals geriatriebijeenkomsten. c.
De doelstelling met betrekking tot het wetenschapsonderwijs krijgt vorm door de referaten die de aios houden tijdens het regionaal onderwijs. GERION verplicht i.p. iedere aios minimaal één keer te refereren tijdens het regionaal onderwijs. Hierbij wordt de toets Refereren afgenomen.
Idealiter beantwoordt een dag regionaal onderwijs aan alle drie de doelstellingen. Dit is misschien niet altijd mogelijk, maar de regiocoördinator dient te bewaken dat gedurende een opleidingsjaar alle drie doelstellingen aan bod komen tijdens het regionaal onderwijs. Het kan voorkomen dat onderwerpen die behandeld worden tijdens het regionaal onderwijs ook behandeld worden tijdens het instituutsonderwijs. Er is enige overlap mogelijk van thema’s en onderwerpen. Onderwerpen dienen tijdens het regionaal onderwijs zodanig besproken te worden dat het aansluit bij de doelstellingen van het regionaal onderwijs. Er kan dan een inhoudelijke overlap bestaan tussen het regionaal onderwijs en het instituutsonderwijs, maar de invalshoek van beide onderwijsvormen is verschillend. Hierdoor blijft een onderwerp voor aios leerzaam. -22-
Informatie voor AIOS
10.
Cursorisch onderwijs
STARtclass
STARtclass Ouderengeneeskunde I De STARtclass I is een cursus van drie dagen om de aios voor te bereiden op de acute zorg die men tijdens het werk in de praktijk van het verpleeghuis en bij het doen van diensten kan tegenkomen. De STARtclass I is geroosterd in de tweede maand na de start van de opleiding. Deze STARtclass is verplicht voor iedere aios. STARtclass Ouderengeneeskunde II De STARtclass II is een cursus van vijf dagen en één avond om de aios ouderengeneeskunde zo goed mogelijk voor te bereiden op de ziekenhuisstage. Het doel van de STARtclass II is de aios te bekwamen in de adequate opvang en afhandeling van patiënten met acute klachten en andere problematiek die tijdens de ziekenhuisstage wordt gezien. De STARtclass II wordt twee keer per jaar gegeven, in principe in de eerste week van september en de eerste week van maart. N.b. Aios die een vrijstelling hebben voor de ziekenhuisstage nemen niet deel aan de STARtclass II.
Beide STARtclass zijn een intensieve, praktische cursus waarin u leert hoe u patiënten met acute klachten en traumaslachtoffers opvangt en behandelt. Daarbij gaat u uit van de ‘ABCDE-benadering’, het stap voor stap beoordelen van het toestandsbeeld van de patiënt. Deze werkwijze is de basis voor de beslissingen die u neemt en de handelingen die u uitvoert. U oefent in kleine groepen onder leiding van ervaren klinische docenten en u werkt met fantomen en lotuspatiënten. Onderwerpen die in de STARtclass passeren zijn o.a. patiënt in shock, bewustzijnsstoornissen, practicum infuus, chirurgische vaardigheden, letsels van het steun- en bewegingsapparaat, acute buikklachten, ECG, reanimatie BLS en AED, practicum urologie, til- en transfertechnieken en maagsonde. U ontvangt na afloop een deelnamecertificaat. Beide STARtclass vinden plaats in het gebouw van de Schola Medica in Utrecht. Ambulante stage Ook voor aanvang van uw ambulante stage zal er een introductie gegeven worden. Dit is een cursus van twee dagen waarin u een goede voorbereiding krijgt op uw ambulante periode. De data hiervan worden ook in de jaarroosters opgenomen (rooster 2e jaar).
-23-
Informatie voor AIOS
11.
Cursorisch onderwijs
Blackboard: de eigen onderwijs-website voor aios
Blackboard is een zogenaamde Digitale Leer Omgeving (DLO), waarbij de mogelijkheden van internet gebruikt worden ter ondersteuning van het onderwijs. Met een digitale leeromgeving is snelle en gemakkelijke communicatie van aios met elkaar en met docenten mogelijk, waardoor ervaringen uitgewisseld of discussies gevoerd kunnen worden. Via Blackboard beschikken de aios altijd en overal over de onderwijsprogramma’s, roosters en mededelingen vanuit de opleiding. Daarnaast worden via Blackboard kennistoetsen afgenomen en studieopdrachten verwerkt. Aan het begin van het cursusjaar zullen de aios een instructie Blackboard krijgen, waarbij zij ook een handleiding zullen ontvangen. Algemene afspraken met betrekking tot het gebruik van Blackboard Om er zeker van te zijn dat iedereen de in Blackboard geplaatste informatie op tijd onder ogen krijgt, geldt de volgende afspraak: De aios en docenten bekijken minimaal 2x per week hun Blackboardsite, waarvan één maal op de dag voor de terugkomdag. Hoe kom ik op Blackboard? Ga naar de internetpagina http://bb.vu.nl. Vul in het Login scherm van My Blackboard uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Tijdens de introductiedagen ontvangt u de inloggegevens en een uitgebreide instructie. Wat te doen bij problemen? Bij eventuele problemen die u zelf niet kunt oplossen kunt u contact opnemen met de Blackboardcoördinator van GERION, Dinie Huisman-Elgersma, e-mail:
[email protected] of Femke Huter, email:
[email protected] .
-24-
Informatie voor AIOS Het praktijkgedeelte
12.
Het leergesprek
Wekelijks voert een (stage)opleider een leergesprek met een aios. Het leergesprek is bij uitstek het moment voor de aios om in de praktijk met "leren" bezig te zijn en voor de (stage)opleider met "onderwijzen". Uiteraard zijn er voor de aios vele leermomenten, de hele dag door, en zal de (stage)opleider op meerdere momenten zijn kennis kunnen overdragen (incidenteel leren). In het leergesprek wordt bewust en gericht aandacht aan het leren besteed (intentioneel leren).
Om het leergesprek zo optimaal mogelijk te doen verlopen, dienen een aantal voorwaarden te zijn vervuld: - adequate ruimte; - ongestoord kunnen werken (denk aan afgeven van piepers en doorschakelen van de telefoon); - goede voorbereiding door de aios en de (stage)opleider; - leerbereidheid van de aios; - deskundigheid van de (stage)opleider. Organisatie van het leergesprek Het gesprek duurt ongeveer anderhalf uur. Het verdient de aanbeveling om voor het leergesprek een agenda te maken.
Hoe ziet een leergesprek er uit? In de kennismakingsfase zullen de leergesprekken vooral gaan over welke verwachtingen en eventuele belemmeringen er zijn en welke afspraken gemaakt moeten worden. De (stage)opleider zal een indruk proberen te krijgen van de wijze waarop de aios de basisopleiding heeft gedaan, welke werkervaring de aios bezit, hoe het zit met de motivatie en inzet en nagaan welke voorkeur de aios heeft met betrekking tot leren. Tijdens het vervolg van de opleiding zal in de leergesprekken onder andere aandacht worden besteed aan de afgenomen toetsen, het bespreken van de opdrachten voor het casusonderwijs, het bespreken
van
de
onderwijsprogramma's
die
op
de
terugkomdagen
gevolgd
zijn
en
aandachtspunten die hieruit voortvloeien, het bespreken van thema’s en casuïstiek uit de praktijk en hoe de aios hierbij gehandeld heeft. Afhankelijk van de leerbehoefte en de praktijkervaringen van de aios kunnen andere onderwerpen worden besproken. In de leergesprekken komen bij het bespreken van de onderwerpen de leerdoelen van de aios naar voren. In het kader van het bewust leren kan de aios in de vrije ruimte van het portfolio hierover reflecties bijhouden.
-25-
Informatie voor AIOS Het praktijkgedeelte
13.
Regio’s, regiocoördinatoren en leerwerkplannen
Regio’s en regiocoördinatoren Gedurende het praktijkgedeelte van de opleiding werkt de aios in meerdere opleidingsinrichtingen (verpleeghuis, ziekenhuis, GGz, enz.). Om dit proces in goede banen te leiden heeft GERION regio’s gevormd, waarbinnen de aios het praktijkgedeelte van de opleiding volgen. Iedere regio heeft een regiocoördinator, die de contacten onderhoudt met alle opleidings- en stage-instellingen en het regionaal onderwijs organiseert. Verder vervult de regiocoördinator een spilfunctie in de werving en plaatsing van de kandidaat-aios. In onderstaand schema staat wie de regiocoördinator is van iedere regio.
Regio
Regiocoördinator
Contactgegevens
Amsterdam &
Dhr. A.D. Krommenhoek
[email protected]
Zaanstreek / Waterland
Dhr. P. Wesselink
[email protected]
Drenthe
Mevr. A.C.M. Otten
[email protected]
Gooi / Flevoland
Mevr. E.M. Vreeburg
[email protected]
Heuvelrug
Mevr. S.M.D. Hijzelaar
[email protected]
Holland Noord
Dhr. R. Helle
[email protected]
Rotterdam
Mevr.H.J. van Esch
[email protected]
Twente
Mevr. D.M.J.G.A. Jansen
[email protected]
Utrecht
Dhr. A.H.J.M. Sicking
[email protected]
Groningen / Friesland
Kennemerland / Noord
Mevr. L.A. HartmanZwolle / Apeldoorn
Barkema
[email protected]
Leerwerkplan Iedere opleiding- en stage-inrichting binnen de regio moet beschikken over een leerwerkplan, waarin staat beschreven hoe de opleiding in de inrichting is georganiseerd. SOON heeft een sjabloon gemaakt, dat door de opleidingsinrichting gebruikt moet worden bij het opstellen van hun leerwerkplan. Zo waarborgen we uniformiteit en kwaliteit en weet de aios, wat van een
opleidings-
of
stageplaats
verwacht
mag
worden.
De
leerwerkplannen
van
de
opleidingsinstellingen zijn voor de aios in te zien op Blackboard.
-26-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
14.
Regelingen in de vervolgopleiding
In het onderstaande schema vindt u een overzicht van de regelingen omtrent de opleiding. Meer informatie vindt u terug op onze website: www.gerion.nl of op Blackboard. Regeling
Korte beschrijving
Kaderbesluit CHVG (CHVG is nu
Algemene specialisme overstijgende eisen betreffende opleiding
CGS)
en (her)registratie
Besluit specialisme
Aanvullende eisen gericht op het specialisme
ouderengeneeskunde
ouderengeneeskunde
Landelijk opleidingsplan, inclusief
Beschrijft in algemene termen de opleiding tot specialist
landelijk protocol Toetsing en
ouderengeneeskunde, inclusief de toetsings- en
Beoordeling
beoordelingsprocedures .
Landelijk toets- en
Beschrijft de procedures rond toetsen en beoordelen zoals die
beoordelingsplan
bij de opleidingsinstituten specialisme ouderengeneeskunde gehanteerd worden en bevat tevens alle individuele toets- en beoordelingsformulieren
Opleidingsplan GERION
Beschrijft de inrichting en uitvoering van de opleiding bij GERION en vormt het kader voor de leerwerkplannen en de Individuele OpleidingsPlannen
Leerwerkplan
Beschrijving van de vorm en inhoud van het praktisch gedeelte van de opleiding in de (stage)opleidingsinrichting
Individueel OpleidingsPlan
Uitwerking van het opleidingsplan op individueel niveau, dat
(IOP)
aangeeft hoe de competenties bereikt kunnen worden
Opleidingsschema (OS)
Een binnen het opleidingsplan passend overzicht van begin- en einddatum, de volgorde en de locatie(s) van (onderdelen van) de opleiding van de aios
-27-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
15.
Handleiding Opleidingsschema en Individueel Opleidingsplan
Inleiding Iedere aios heeft bij de start van de opleiding een verschillende achtergrond: een andere voorgeschiedenis van leren en werken, andere voorkennis, andere specifieke persoonlijke kenmerken en leerstijlen. Hierdoor is de leerbehoefte van iedere aios uniek. Daarom wordt voor en met de aios een leertraject op maat ontwikkeld. De regelgeving staat een grote variëteit aan opleidingstrajecten toe, maar deze worden weer beperkt door de praktische haalbaarheid.
De aios krijgt tijdens zijn opleiding te maken met een OpleidingsSchema en met een Individueel OpleidingsPlan. Definities van beide begrippen zoals beschreven in het Kaderbesluit CHVG (2008, met aanpassingen in de jaren daarna): 1) Opleidingsschema (OS) is: Een binnen het opleidingsplan passend overzicht van begin- en einddatum, de volgorde en de locatie(s) van (onderdelen van) de opleiding van de aios. 2) Individueel OpleidingsPlan (IOP) is: Uitwerking van het opleidingsplan op individueel niveau, dat aangeeft hoe de competenties bereikt kunnen worden. Dit hoofdstuk helpt bij het ontwikkelen van een OS en IOP
OS: Een opleidingstraject omvat vier perioden van elk gemiddeld negen maanden met een spreiding van minimaal zes tot maximaal twaalf maanden bij een voltijdse aanstelling. De perioden zijn: Somatiek, Psychogeriatrie (PG), en de stages ambulant, ziekenhuis en keuze. De ziekenhuisstage, met een duur van zes maanden kan gevolgd worden op de volgende afdelingen van een ziekenhuis: -
Interne geneeskunde
-
Neurologie
-
Klinische geriatrie
-
Chirurgie / Orthopedie
Daarnaast volgt u een keuzestage van drie maanden. Hiervoor zijn verschillende stageplekken denkbaar, zoals bijvoorbeeld: hospice, revalidatiecentrum, huisartsenpraktijk, wetenschappelijk onderzoek, onderwijsontwikkeling, beleidsstage. Aan het begin van de opleiding ontvangt u van het opleidingsinstituut een voorlopig OS. - 1ste opleidingsjaar: afdeling PG / somatiek in het verpleeghuis -
2de opleidingsjaar: ambulante stageperiode en ziekenhuisstage
-
3de opleidingsjaar: keuzestage en afdeling PG / somatiek in het verpleeghuis
Er zijn drie aanstellingsvarianten2 : -
voltijd: 38 uur per week (praktijk 31,5 uur, terugkomdag 6,5 uur)
-
deeltijd: 30,5 uur per week (praktijk 24 uur, terugkomdag 6,5 uur)
2 Andere aanstellingsvarianten tot minimaal 50% van de voltijdse aanstelling zijn bij uitzondering mogelijk in overleg met het hoofd van het opleidingsinstituut
-28-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
-
deeltijd: 26,5 uur per week (praktijk 20 uur, terugkomdag 6,5 uur)
-
Wanneer een aios meent in aanmerking te komen voor een verkorting van de opleiding, dan dient de aios dit voor de start van de opleiding bij het hoofd van de opleiding aan te vragen als het verkorting betreft op grond van reeds verworven competenties. Dit gebeurt digitaal (zie website SOON: www.soon.nl). Gedurende de opleiding kan op basis van versneld verwerven van competentie eveneens verkorting verkregen worden. De aios kan een verzoek hiertoe alleen indienen als dat ondersteund wordt door een schriftelijke verklaring van opleider en mentor. Dat kan per mail bij het hoofd van de opleiding.
-
Een OS kan gedurende de opleiding worden bijgesteld, bijvoorbeeld bij langdurige ziekte, zwangerschap of verlenging van de opleiding. Wijzigingen behoeven de instemming van het hoofd van GERION.
LET OP: Verkorting van de opleiding op grond van reeds verworven competenties dient de aios uiterlijk 1 maand voor de start van de opleiding bij het hoofd van de opleiding aan te vragen. Dit gebeurt digitaal (zie website SOON: www.soon.nl).
Het 1ste opleidingsjaar U start de opleiding met een jaar waarin zowel de periode PG als de periode Somatiek een plek krijgen. Deze perioden kunnen na elkaar maar ook parallel aan elkaar worden gevolgd. Het opleidingshuis waar u het eerste jaar van de opleiding volgt is bij aanvang van de opleiding bepaald. Het eerste jaar start op 1 september en eindigt op 1 september een jaar later. Bij instroom na 1 september duurt het eerste opleidingsjaar eveneens tot 1 september van het volgende jaar. In overleg met de mentor wordt bepaald wanneer de resterende maanden in het verpleeghuis worden gevolgd. Het 2de opleidingsjaar De ziekenhuisstage en de ambulante stage vinden plaats in het tweede opleidingsjaar en starten op 1 september en op 1 maart. De perioden worden ingepland door de coördinator externe stages. -
LET OP: De ziekenhuisstage wordt voltijds gevolgd, ook door aios die de opleiding in deeltijd volgen. (De ziekenhuisstage start met een 5 daagse STARtclass)
-
De ambulante periode wordt gevolgd in een GGZ instelling. De duur van de periode bij een voltijdse aanstelling is zes maanden. Voor aios die de ambulante periode in deeltijd volgen, wordt individueel bekeken hoelang deze stage gaat duren.
Het 3de opleidingsjaar Tijdens het derde jaar volgt u een keuzestage en de perioden PG en somatiek in het verpleeghuis. Het derde jaar wordt gepland door de regiocoördinator. Neem dus tijdig contact op met de regiocoördinator. - Bij de regiocoördinator geeft u aan op welke plaats u de keuzestage wenst te volgen. De voltijdse duur van een keuzestage is drie maanden. Bij een deeltijdaanstelling wordt de duur naar rato verlengd. - De leerperiode in het verpleeghuis vindt in een ander verpleeghuis plaats dan het eerste jaar. -29-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
In overleg met de coördinator externe stages wordt het definitieve OS vastgesteld. De volgende gegevens worden toegevoegd aan het voorlopige OS: - Vrijstelling (indien relevant) - Locatie, stageopleider en begin- en einddatum ziekenhuisperiode - Locatie, stageopleider en begin- en einddatum ambulante periode - Locatie, stageopleider en begin- en einddatum keuzestage - Locatie, opleider en begin- en einddatum PG en somatiek periode - Aansluitend tekent u het definitieve OS. - Deze bewaart u in uw portfolio (zie opleidingsplan van GERION voor uitleg over portfolio; NB: in het najaar 2014 wordt een digitaal portfolio in gebruik genomen, waardoor een aantal procedures zal veranderen: invullen/ondertekenen/opbergen/bewaren van documenten, waaronder ook documenten als OS en IOP, zal dan digitaal gebeuren. U wordt hierover uiteraard geïnformeerd en zult instructie ontvangen over het gebruik ervan). Let op: - Indien u uw OS tijdens de opleiding gaat veranderen, dient u dit altijd te melden aan uw mentor, coördinator externe stage en regiocoördinator. - U bent zelf verantwoordelijk voor uw eigen OS. IOP: Nadat het OS opgesteld is verdeelt u de thema’s over de perioden in het IOP. Hierdoor wordt de leerstof evenwichtig verdeeld over de verschillende perioden. Het veld van de specialist ouderengeneeskunde is, ten behoeve van het onderwijs en de toetsing, beschreven aan de hand van zes thema’s. Elk thema is gekoppeld aan één of meerdere opleidingsperioden: tabel 1. Bij ieder thema staan meerdere beoogde opleidingsperioden vermeld. Tijdens deze periode kan het thema worden geleerd. Tabel 1: thema’s en leerperioden Themanummer en naam 1: Acute zorg
Beoogde leerperioden Stage (ziekenhuis, huisartsenpraktijk), Somatiek, Psychogeriatrie
2: Chronisch somatische zorg
Somatiek, Stage (huisartsenpraktijk)
3: Revalidatie
Somatiek (revalidatieafdeling), Ambulant (somatische dagbehandeling), Stage (revalidatie instelling).
4: Palliatieve zorg
Somatiek, Psychogeriatrie, Stage (hospice, algemeen ziekenhuis afdeling oncologie, palliatieve afdeling in het verpleeghuis)
-30-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
5: Psychogeriatrische zorg in instellingen
Psychogeriatrie
6: Ambulante psychogeriatrische zorg
Ambulant, Stage (GGZ: ambulant team ouderenpsychiatrie, opname afdeling ouderen)
- In overleg met de mentor bepaalt u de thema’s die centraal staan tijdens de verschillende perioden. Dit wordt besproken tijdens de mentorbijeenkomsten. De thema’s dienen evenwichtig verdeeld te worden over de verschillende leerperioden. U gaat hiervoor als volgt te werk: - Inventariseer welke thema’s aan welke leerperioden gekoppeld kunnen worden. - Ga na welke thema’s noodzakelijk zijn om te leren in een bepaalde periode, bijvoorbeeld tijdens een hospice-stage zal zeker thema 4 aan de orde komen en tijdens de ambulante periode komt altijd thema 6 aan de orde. - Het indelen van een thema in een opleidingsperiode PG of somatiek is afhankelijk van de mogelijkheden van een verpleeghuis. Voorbeeld: Indien een verpleeghuis geen revalidatieafdeling heeft, kan thema 3 hier niet worden geleerd. - Het is soms niet mogelijk om alle beoogde thema’s in te delen in een leerperiode, om de reden dat een periode hiervoor in duur te kort is. Overweeg welke thema’s relevant zijn voor een opleidingsperiode, met een maximum van drie thema’s voor een periode van negen maanden. - Het is wenselijk een thema bij minstens twee leerperioden in te delen. Een verdere verdieping van het thema in een later stadium van de opleiding is dan mogelijk. - In het formulier OS en IOP in het portfolio kunnen de thema’s ingevuld worden. Vervolgens kan in hetzelfde formulier ook het bijbehorende toetsplan worden ingevuld. Nadere uitleg over het toetsplan wordt gegeven door de mentor. - Het IOP bewaart de aios in zijn eigen digitale portfolio.
-31-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
16.
Toetsing en beoordeling
De opleiding tot specialist ouderengeneeskunde is gericht op het verwerven van alle competenties die relevant zijn voor de uitoefening van het vak. Die competenties vormen ook de basis voor de beoordeling van de aios.
Toetsing en beoordeling zijn geïntegreerde onderdelen van de opleiding. In een competentiegerichte opleiding wisselen leren en toetsing en beoordeling elkaar voortdurend af. -
Beoordelen is het toekennen van een waardering aan het functioneren van de aios. Een beoordeling vindt plaats nadat een meting heeft plaatsgevonden en daaraan een waardering is toegekend. De betekenis van het begrip beoordelen kan als volgt worden weergegeven: Beoordelen = meten + wegen en beslissen.
-
Toetsen is het meten van een competentie met behulp van een toetsinstrument.
Doel van toetsing en beoordeling Het doel van de toetsing en beoordeling is het zichtbaar maken in welke mate een aios de competenties van de specialist ouderengeneeskunde beheerst en het geven van feedback hierop ten behoeve van het leerproces van een aios. Toetsing Gedurende de gehele opleiding wordt de aios getoetst door middel van verschillende toetsinstrumenten en andere onderwijskundige methoden en krijgt de aios feedback van de (stage)opleiders en de docenten van het opleidingsinstituut op een of meer competenties. Met de resultaten van de toetsing gaat de aios na in hoeverre leerdoelen zijn behaald en stelt de aios een plan op om zijn werkwijze te verbeteren.
Educatieve beoordeling Bij een educatieve beoordeling maken (stage)opleider in de praktijk en de docent van het opleidingsinstituut samen met de aios de balans op over de competentieontwikkeling van de aios op dat beoordelingsmoment. Zit de competentieontwikkeling op schema, welke aandachtspunten zijn er? Heeft de aios de toetsen gedaan? Het referentiekader hierbij zijn de competenties van de specialist ouderengeneeskunde gerelateerd aan de opleidingsfase. De educatieve beoordeling kan leiden tot extra maatregelen om de opleiding in goede banen te leiden, zoals extra beoordelingsmomenten. Selectieve beoordeling Op ten minste drie momenten (meestal vaker: bij afsluiten van elke (stage)opleidingsperiode) tijdens de opleiding wordt een formeel besluit genomen over de voortgang van de competentieontwikkeling van de aios.
-32-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
De selectieve beoordeling vindt plaats op basis van meerdere en verschillende toetsresultaten, verkregen op wisselende tijdstippen, in verschillende situaties, door verschillende beoordelaars en op basis van een beoordeling van de competenties door (stage)opleider en docent/mentor. De toetsresultaten zijn door de aios verzameld in het digitale portfolio. Over de werking van dit digitale portfolio ontvangt u specifiek informatie en instructie aan het begin van het 1e opleidingsjaar. Belangrijk uitgangspunt is dat u eigenaar bent van het portfolio en zelf bepaalt wie inzage heeft in uw porfolio, uiteraard binnen kaders van de opleiding (mentor, opleider wordt u geacht altijd inzage te geven). Invullen/ondertekenen/opbergen/bewaren van toetsen en beoordelingen gebeuren allemaal digitaal.
Toetsing en toetsinstrumenten (toetsen) Het werkveld van het specialisme ouderengeneeskunde wordt beschreven aan de hand van zes thema's. Bij elk van die thema's hoort een aantal specifieke competenties. Die competenties vormen de basis voor de toetsing. Voor elk van deze thema's zijn toetsen ontwikkeld, die zijn afgestemd op de specifieke inhoud van het thema. Deze toetsen worden themaspecifieke toetsen genoemd. Daarnaast zijn er toetsen ontwikkeld die niet gebonden zijn aan een thema, de zogenoemde themaoverstijgende toetsen. De competenties die gemeten worden met deze laatste toetsen zijn van belang voor alle zes thema’s. Alle competenties van de specialist ouderengeneeskunde worden, door middel van verschillende toetsinstrumenten, getoetst en beoordeeld. Om de aios een goed inzicht te geven in zijn functioneren en om de betrouwbaarheid en validiteit van toetsing te waarborgen, worden er frequent toetsen afgenomen. In het IOP legt de aios, afhankelijk van het thema en de leerwerkplek/stageplaats waar de aios werkt, vast welke toetsen hij gebruikt. Het toetsboek (te vinden op Blackboard) geeft aan welke toetsen wanneer gebruikt kunnen c.q. gebruikt dienen te worden. Daarnaast kunnen aanvullende toetsen worden afgenomen, zowel op initiatief van de aios als op initiatief van (stage)opleider/mentor/docent. Aan de hand hiervan ‘bouwt’ u in het digitaal portfolio per opleidingsperiode/stage uw eigen individuele toetsplan, dat dan voor die periode ‘leidend’ is voor wat betreft de uit te voeren toetsen in de betreffende opleidingsperiode/stage.
-33-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
17.
Opleidingsonregelmatigheden
De opleiding tot specialist ouderengeneeskunde duurt drie jaar. Situaties die als gevolg hebben dat een opleiding langer of korter duurt dan drie jaar worden ‘opleidingsonregelmatigheden’ genoemd. Een verkorting van de opleiding kan plaatsvinden door vrijstelling voor een deel of delen van de opleiding. Een verlenging kan plaatsvinden doordat een aios de opleiding onderbreekt door verlof, langdurige ziekte of bijvoorbeeld doordat de aios de opleiding parttime volgt. In de alinea’s over een verkorte en verlengde opleiding staat gedetailleerd beschreven wanneer wordt gesproken over een verkorte opleiding en wanneer over een verlengde opleiding. In dit document staat beschreven wat de gevolgen van een verkorte of verlengde opleiding zijn voor a. Het opleidingsschema van de aios b. Het cursorisch onderwijs c. De toetsing en beoordeling Eerst wordt stilgestaan bij een verkorte opleiding, daarna worden de gevolgen van een verlengde opleiding beschreven.
Opleidingsonregelmatigheden: verkorte opleiding Wat is een verkorte opleiding? Een verkorte opleiding is een opleiding die korter duurt dan drie jaar. Dit is het geval wanneer een aios een vrijstelling verkrijgt voor een of meer delen van de opleiding. Verkorting van de opleiding op grond van reeds verworven competenties dient de aios uiterlijk 1 maand voor de start van de opleiding bij het hoofd van de opleiding aan te vragen. Dit gebeurt digitaal (zie website SOON: www.soon.nl). Gedurende de opleiding kan op basis van versneld verwerven van competentie eveneens verkorting verkregen worden. De aios kan een verzoek hiertoe alleen indienen als dat ondersteund wordt door een schriftelijke verklaring van opleider en mentor. Dat kan per mail bij het hoofd van de opleiding.
a. Opleidingsschema De aios kan vrijstelling krijgen voor een of meerdere opleidingsperioden/stages of vrijstelling voor een bepaalde duur van een opleidingsperiode/stage. Bij vrijstelling wordt de betreffende opleidingsperiode/stage verkort met de duur van de vrijstelling voor die opleidingsperiode/stage. Indien de vrijstelling tenminste even lang is als de minimumduur van een opleidingsperiode/stage dan wordt de betreffende opleidingsperiode/stage niet meer ingepland in het Opleidingsschema (OS).
b. Het cursorisch onderwijs Een aios dient aan het einde van de opleiding aan te tonen de competenties van de specialist -34-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
ouderengeneeskunde te beheersen. Dit kan onder meer door aan te tonen dat de aios minimaal 120 onderwijsdagen heeft gevolgd bij een reguliere opleidingsduur van drie jaar. Bij een verkorting van de opleiding wordt het aantal te volgen dagen naar rato van het aantal maanden vrijstelling verminderd.
Voorbeeld: Bij een reguliere opleidingsduur volgt een aios 120 dagen cursorisch onderwijs. Dit betekent gemiddeld 40 per jaar, dus 20 dagen per zes maanden. Heeft een aios een verkorting van zes maanden dan volgt de aios dus 100 dagen cursorisch onderwijs.
De aios volgt voldoende cursorisch onderwijs wanneer de aios gedurende de verkorte opleiding al het aangeboden cursorisch onderwijs bijwoont.
c. Toetsing en beoordeling Wanneer een aios een verkorting heeft voor een deel van de opleiding, zal het aantal toetsen naar rato van de vrijstellingsmaanden worden verminderd. In overleg met de mentor van de aios wordt besloten welke toetsen vervallen. De tijdstippen van selectieve beoordeling zijn gelijk aan die van een reguliere opleiding. In het laatste opleidingsjaar wordt een selectieve beoordeling gegeven vier maanden voor het einde van de opleiding.
Opleidingsonregelmatigheden: verlengde opleiding Wat is een verlengde opleiding? Een verlengde opleiding duurt langer dan de reguliere drie jaar. Dit kan meerdere oorzaken hebben: 1. door een onderbreking van de opleiding 2. om onderwijskundige redenen 3. doordat een aios de opleiding in deeltijd volgt
1. Onderbreking van de opleiding 1a. Opleidingsschema Redenen van een onderbreking van de opleiding kunnen zijn: - ziekte - zwangerschapsverlof - ouderschapsverlof - overige redenen Er is pas sprake van onderbreking van de opleiding, wanneer een aios meer dan tien dagen per opleidingsjaar verzuimt. Hierbij tellen zowel de afwezigheidsdagen in de praktijk als bij het
cursorisch onderwijs mee. Er moet dan compensatie plaatsvinden van het gemiste gedeelte van de -35-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
opleiding. Bij een deeltijdaanstelling wordt het aantal dagdelen naar rato gewijzigd. Deze compensatie leidt tot een wijziging van het OS, dat instemming behoeft van het hoofd van de opleiding. Indien de wijziging van het OS afwijkt van de in het opleidingsplan gestelde kaders, vraagt het hoofd goedkeuring aan de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS).
De verlenging kan in het OS op twee manieren worden ingevuld: a. Aansluitend aan de opleidingsperiode waarin de afwezigheid heeft plaatsgevonden. Hierdoor verschuiven alle opleidingsperioden in het OS met de duur van de verlenging. b. In het OS wordt aan het einde van de opleiding de duur van de afwezigheidperiode toegevoegd. De overige opleidingsperioden blijven in het OS ongewijzigd. De verlenging vindt dan plaats direct aansluitend aan het eind van de reguliere termijn van de opleiding of vindt direct aansluitend aan het einde van de afwezigheidperiode plaats, indien dat eindigt na de datum waarop de reguliere opleidingstermijn is verstreken.
In overleg met de aios, de mentor en de onderwijscoördinator wordt bekeken welke mogelijkheid het meest verantwoord is.
1b. Cursorisch onderwijs Een aios dient aan het einde van de opleiding aan te tonen de competenties van de specialist ouderengeneeskunde te beheersen. Dit kan onder meer door aan te tonen dat de aios minimaal 120 onderwijsdagen heeft gevolgd bij een reguliere opleidingsduur van drie jaar. Tijdens het verlengde deel van de opleiding volgt de aios cursorisch onderwijs aangevuld tot minimaal 120 onderwijsdagen. De aios volgt wekelijks cursorisch onderwijs, bij voorkeur in een bestaande onderwijsgroep. De onderwijscoördinatoren dragen zorg voor de organisatie van het cursorisch onderwijs van de aios.
Gedurende de gehele opleiding heeft de aios een mentor. Na drie jaar zijn er in principe geen mentorbijeenkomsten meer, maar vindt de begeleiding van de aios door een mentor plaats in andere vorm.
1c. Toetsing en beoordeling De door de aios gemiste toetsen worden alsnog afgenomen tijdens de verlengingsperiode van de opleiding.
Evenals tijdens de reguliere opleiding vindt er tijdens de verlenging minimaal jaarlijks en in principe na afsluiten van elke stage(periode) een selectieve beoordeling plaats. Ook vindt er vier maanden voor het einde van de opleiding een selectieve beoordeling plaats net als bij de reguliere opleiding.
2. Onderwijskundige verlenging 2a. Opleidingsschema Wanneer er een vertraging optreedt in de competentieontwikkeling van de aios kan het hoofd van -36-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
GERION besluiten tot een verlenging van de opleiding met maximaal zes maanden voltijds (of naar rato langer bij een deeltijdopleiding). Het besluit tot verlenging van de opleiding behoeft de goedkeuring van de RGS. Door de verlenging vindt er een wijziging plaats van het OS van de aios. Hiervoor stelt de aios, in samenspraak met de mentor en de opleider of stageopleider het OS bij. Hoe de verlenging vorm krijgt in het OS hangt samen met de leerdoelen van de aios. 2b. Cursorisch onderwijs De verlenging kan gelden voor alleen het praktische gedeelte van de opleiding, of voor het theoretische en praktische gedeelte van de opleiding. Indien besloten wordt tot de laatstgenoemde variant, volgt de aios de dagen cursorisch onderwijs (bij voorkeur) via bestaand onderwijs georganiseerd door GERION.
Gedurende de gehele opleiding heeft de aios een mentor. Na drie jaar zijn er in principe geen mentorbijeenkomsten meer, maar vindt de begeleiding van de aios door een mentor plaats in andere vorm.
2c. Toetsing en beoordeling In samenspraak met de mentor en de (stage)opleider wordt bepaald welke toetsen er additioneel worden afgenomen tijdens de verlengingsperiode. De keuze voor toetsen hangt samen met de leerdoelen van een aios. Evenals tijdens de reguliere opleiding vindt er tijdens de verlenging minimaal jaarlijks en in principe na afsluiten van elke stage(periode) een selectieve beoordeling plaats. Ook vindt er vier maanden voor het einde van de opleiding een selectieve beoordeling plaats net als bij de reguliere opleiding.
3. Deeltijd aanstellingen 3a. Opleidingsschema Er zijn twee deeltijd aanstellingen mogelijk: - 30,5 uur per week = 6,5 uur cursorisch onderwijs + 24 uur praktijkgedeelte - 26,5 uur per week = 6,5 uur cursorisch onderwijs + 20 uur praktijkgedeelte De aios kan een verzoek indienen bij het hoofd om de opleiding in een ander deeltijdpercentage vanaf 50% (= 19 uur per week) te volgen. Het hoofd zal dit verzoek alleen honoreren als dat logistiek en onderwijskundig haalbaar is.
De deeltijdfactor geldt niet voor de ziekenhuisstage (deze wordt voltijds gevolgd). In het OS staat wat de betreffende aanstellingsomvang van een aios is. In het OS model wordt automatisch berekend wat de duur van verlenging is.
3b. Cursorisch onderwijs De volgende kaders worden gehanteerd bij het cursorisch onderwijs voor aios met een parttime aanstelling. -37-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
- De aios volgt gedurende de eerste drie jaar regulier cursorisch onderwijs in een onderwijsgroep. - Tijdens de verlenging van de opleiding volgt de aios cursorisch onderwijs, maar nu in de verlengersgroep. - Ieder jaar organiseert GERION zes dagen cursorisch onderwijs voor de verlengersgroep, gemiddeld één per twee maanden. - De 6,5 uren per week die gedurende de eerste drie jaren van de opleiding zijn besteed aan cursorisch onderwijs, worden tijdens de verlenging doorgebracht in de praktijk. Met uitzondering van de verlengersdagen - De aios kan gedurende de eerste drie jaar van de opleiding minder regionaal onderwijs of landelijke dagen volgen. De gemiste dagen volgt de aios tijdens de verlenging van de opleiding. Hetzelfde geldt voor praktijkobservatie. - Gedurende de gehele opleiding heeft de aios een mentor. Na drie jaar zijn er in principe geen mentorbijeenkomsten meer, maar vindt de begeleiding van de aios door een mentor plaats in andere vorm. Inhoud verlengersdagen De groep wordt begeleid door een arts-docent. Indien de programmering dat nodig maakt kan de arts-docent een beroep doen op één van de gedragswetenschappelijk docenten van GERION. De verlengersdagen starten met een spui-uur die wordt gevolgd door casusonderwijs. Tijdens de middagen sluit de aios aan bij het reguliere keuzeonderwijs. De aios dient zich voorafgaand aan de verlengersdag hiervoor in te schrijven via Blackboard. Met aios die tijdens de verlenging supervisie, praktijkobservatie, e.d. volgt maakt de onderwijscoördinator / mentor individuele afspraken.
3c. Toetsing en beoordeling Conform de regelgeving wordt de duur van de opleiding naar rato verlengd voor deeltijd aios. De intervallen tussen de tijdstippen van educatieve toetsing zijn zoveel mogelijk gelijk aan die van de voltijdse aios. De tijdstippen van selectieve beoordeling zijn in de eerste drie jaren van de opleiding gelijk aan die van de voltijdse aios. Tijdens de verlenging vindt minimaal jaarlijks en in principe na afsluiten van elke stage(periode) een selectieve beoordeling plaats. Ook vindt er vier maanden voor het einde van de opleiding een selectieve beoordeling plaats net als bij de reguliere opleiding. .
-38-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
4. Vrijstelling en verlenging Een aios kan een vrijstelling voor een deel van de opleiding hebben verkregen, maar door een deeltijd aanstelling toch drie jaar of langer over de opleiding doen. Wanneer deze situatie zich voordoet wordt het cursorisch onderwijs als volgt ingevuld: - De aios volgt gedurende de eerste drie jaar regulier cursorisch onderwijs in een onderwijsgroep. Na drie jaar sluit de aios aan bij de verlengersgroep. Of - De aios volgt eerst cursorisch onderwijs in de eigen groep. Na de vastgestelde opleidingsduur (v.b. bij 6 maanden vrijstelling is dit na 2,5 jaar opleiding) sluit de aios aan bij de verlengersgroep. Indien een aios gebruik wenst te maken van deze mogelijkheid zal de duur van de opleiding berekend worden door de onderwijscoördinator. Het OS model is hiervoor niet geschikt.
-39-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
18.
Vakantieregeling
In overeenstemming met, en in aanvulling op, de regeling arbeidsvoorwaarden SBOH voor aios ouderengeneeskunde heeft SOON onderstaande uitvoeringsregeling m.b.t. vakantie vastgesteld: >
Een aios met een 38-urige werkweek heeft recht op 213 uur vakantie per kalenderjaar (CAO 2012).
>
Bij een deeltijdopleiding heeft een aios naar rato minder vakantie-uren per kalenderjaar.
>
Er kunnen maximaal 3 weken vakantie aaneengesloten worden opgenomen.
>
Het opnemen van vakantie-uren geschiedt in overleg met de (stage)opleider, de opleidingsof stage-instelling en het opleidingsinstituut.
>
Er kan geen vakantie worden opgenomen tijdens de eerste 6 weken van de opleiding
>
Er kan geen vakantie worden opgenomen tijdens de STARtclass
>
Vakantiedagen worden in principe naar rato van de duur van de opleidings- of stageperiode opgenomen, waarbij om onderwijskundige redenen de volgende maxima gelden: Duur van de periode
Maximale duur vakantie
6 maanden
3 weken
3 maanden
2 weken
NB: combinaties zijn mogelijk, bijvoorbeeld: een 6-maandsstage eindigen met 2 weken vakantie en daarna een 3-maandsstage beginnen met 1 week vakantie. Uitzonderingen op deze uitvoeringsregeling op grond van persoonlijke omstandigheden vergen de instemming van de docenten. Zij leggen dit voor toestemming voor aan het hoofd.
19.
Ziekte en zwangerschap
Indien u gedurende de opleiding ziek wordt, dient u dit altijd te melden bij de SBOH, uw opleider en uw mentor, ongeacht of de ziekte tijdens het praktisch gedeelte in het verpleeghuis dan wel tijdens de terugkomdagen valt (zie ook Afmelden). De docenten zullen de consequenties met u en uw opleider bespreken. Zwangerschap is in beginsel geen beletsel om de opleiding te kunnen voltooien. Stel bij zwangerschap z.s.m. uw mentor en het hoofd van de opleiding daarvan in kennis. 20.
SBOH
De SBOH is de werkgever van alle aios huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde en daarnaast de financier van de gehele opleiding. Op www.sboh.nl vindt u alle informatie over de opleiding en de SBOH overzichtelijk bij elkaar.
-40-
Informatie voor AIOS Regelingen in de vervolgopleiding
21.
Toegang tot online bibliotheek VU
Gedurende de opleiding heeft u toegang tot de online bibliotheek van de Vrije Universiteit. Hier kunt u full-text artikelen downloaden van tijdschriften waarop de VU een abonnement heeft. Om toegang te krijgen vragen wij voor u een gebruikersnaam en wachtwoord aan. Hiervoor dient u eerst het formulier ‘toelatingsovereenkomst A Digitale Bibliotheek voor externe persoon-in-opleiding’ te ondertekenen. Dit formulier ontvangt u samen met de opleidingsovereenkomst voor aanvang van de opleiding. De gebruikersnaam en wachtwoord ontvangt u tijdens de introductieweek. 22.
Verstoorde werkrelatie tussen aios en opleider / opleidingsinrichting
Niemand hoopt erop, maar toch komt het een enkele keer voor dat tijdens de opleiding een dusdanige verstoorde werkrelatie ontstaat tussen aios en opleider en / of opleidingsinrichting, dat de opleiding hierdoor in gevaar komt. In dit geval gelden de volgende spelregels: 1.
De aios tracht in eerste instantie zelf een oplossing te vinden. Tevens meldt de aios zo spoedig mogelijk de verstoorde werkrelatie bij de mentor.
2.
Indien aios en opleider, resp. opleidingsinrichting er niet in slagen het probleem op te lossen zal de mentor trachten te bemiddelen.
Indien ook de bemiddeling van de mentor geen oplossing brengt, wordt het probleem voorgelegd aan het hoofd. Als het hoofd geen mogelijkheden ziet om binnen de bestaande situatie de opleiding voort te zetten zal hij voor de aios een andere opleider en/of een andere opleidingsinrichting te zoeken. Dit zal uiteraard alleen gebeuren als GERION verwacht dat de aios met een andere opleider of in een andere opleidingsinrichting de opleiding met succes zal kunnen voortzetten en voltooien. 23.
Vertrouwenspersoon bij ongewenste omgangsvormen
Ongewenste omgangsvormen (intimidatie, agressie en geweld, pesten, seksuele intimidatie, discriminatie) zijn niet te tolereren en onverenigbaar met een goed opleidingsklimaat, zoals GERION dat voorstaat. Bespreken ervan kan echter erg lastig zijn, zeker in opleidingssituaties, waarin per definitie van ongelijke posities sprake is. VUmc heeft, ook voor aios van GERION, een onafhankelijke vertrouwenspersoon, die in dit soort situaties geraadpleegd kan worden. De informatiefolder daarvan staat op Blackboard onder de GERION documenten: vertrouwenspersoon voor AIOS. 24.
Geschillen
Van een geschil is sprake zodra één van de bij de opleiding betrokken partijen uitdrukkelijk schriftelijk kenbaar maakt dat er een geschil is. De meeste geschillen in de opleiding worden aanhangig gemaakt door aios, die het niet eens zijn met een besluit van het hoofd om de opleiding voortijdig te beëindigen. Maar geschillen kunnen ook ontstaan tussen en met opleiders, regiocoördinatoren, docenten, enz. De geschillenregeling kunt u vinden in de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Deze regeling is te vinden op de website van GERION en van de KNMG. -41-
Informatie voor AIOS Overigen
25.
Inschrijving in het register van Specialisten Ouderengeneeskunde
U kunt zich digitaal via MijnRGS registreren. Het hoofd van het opleidingsinstituut stelt u vier weken voor de datum van voltooiing een ingevulde en ondertekende eindverklaring en een curriculum (een overzicht van uw opleidingsprogramma) ter hand. Het hoofd stuurt een kopie naar de RGS. U stuurt de originele verklaring en curriculum naar de RGS. Hiermee zet u de registratieprocedure bij de RGS in gang. De RGS stuurt u na ontvangst van bovengenoemde originele stukken een mail met daarin de vraag of u een ‘verzoek tot registratie’ wilt indienen via MijnRGS. Bij het indienen van dit verzoek wordt € 453, 75
(inclusief BTW) in rekening gebracht. De RGS moet vervolgens binnen acht weken een beslissing over uw aanvraag nemen. Indien aan alle vereisten is voldaan wordt u op de dag, volgend op de dag van voltooiing van de opleiding, ingeschreven in het register. De RGS zal zo spoedig mogelijk daarna drie brieven in MijnRGS plaatsen: een besluitbrief, een certificaat (bewijs van inschrijving) en een overzicht geregistreerde gegevens. Indien niet aan alle vereisten is voldaan ontvangt u een voorgenomen beslissing dat u niet wordt ingeschreven. U wordt daarbij uitgenodigd uw zienswijze kenbaar te maken. Daarna wordt uw verzoek ter besluitvorming aan de RGS voorgelegd. Wanneer de RGS uw verzoek tot inschrijving afwijst bestaat de mogelijkheid van bezwaar en beroep volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het komt echter maar zelden voor dat een verzoek van een arts na voltooiing van de opleiding wordt afgewezen. Vanaf welke datum is de inschrijving geldig? De inschrijving gaat in beginsel altijd in op de dag volgend op de datum van voltooiing van uw opleiding. Welke stukken moet u bij uw verzoek om inschrijving overleggen? * Verklaring voltooiing opleiding Het hoofd van het opleidingsinstituut verklaart met dit formulier dat u de opleiding geheel volgens de opleidingseisen hebt gevolgd en voltooid. * Curriculum Bijgevoegd dient er een overzicht te zijn van de verschillende leerwerkperioden en/of stages (Curriculum).
-42-
Informatie voor AIOS Overigen
26.
Literatuurlijst
Verplichte literatuur (Zowel de aios als het opleidingshuis dienen deze verplichte literatuur in bezit te hebben. Artikelen uit deze boeken, die voor het onderwijs gebruikt worden, worden niet meegezonden als bijlage bij de onderwijsprogramma's) -
Bolt LLE, Verweij MF, Delden JJM van Ethiek in de praktijk, 7de druk Van Gorcum, 2010 ISBN 9789023238355
-
Dubin D Snelle interpretatie van ECG’s, 4de druk Elsevier Gezondheidszorg 2012 ISBN 9789035232198
-
Francke CL, Limburg M (red.) Handboek cerebrovasculaire aandoeningen Tijdstroom, 2006 ISBN 9789058981004
-
Graeff A. de , e.a. (red.) Palliatieve zorg Richtlijnen voor de praktijk IKC, 2010 ISBN 9789072175373 http://www.ikc.nl/
-
Hertogh CMPM, e.a. (red) Ethische dilemma’s in de ouderengeneeskunde Koninklijke van Gorcum, 2014 ISBN 9789023251378 (NB: krijgt u van de opleiding)
-
Mast R. vander, Heeren T, Stek M., Vanden bulcke M., Verhey F. Handboek ouderenpsychiatrie Tijdstroom, 2010 ISBN 9789058981721
-
Hengeveld MW, Schudel WJ Het psychiatrisch onderzoek, 3e geheel herziene druk Tijdstroom, 2003 ISBN 9789058980489
-
Huguenin P Conflicthantering en onderhandelen, 2de dr. Bohn Stafleu & Van Loghum, 2004 ISBN 9789031341542
-
Jonker C, Verhey FRJ, Slaets JPJ Handboek dementie Bohn Stafleu & Van Loghum, 2012 ISBN 9789031362288
-
Luijendijk HJ, Verkaaik AJB (red) Handboek sociale geriatrie Tijdstroom, 2006 ISBN 9789058980885
-
Offringa M, Assendelft WJJ, Scholten RJPM -43-
Informatie voor AIOS Overigen
Inleiding in evidence-based medicine Bohn Stafleu & Van Loghum, 4e druk, 2013 ISBN 9789031399031 -
Olde Rikkert MGM, e.a (red) Probleemgeorienteerd denken in de geriatrie Tijdstroom, 2012 ISBN 9789058981394
-
Twisk, JWR Inleiding in de toegepaste biostatistiek Elsevier Gezondheidszorg, 2010 ISBN 9789035231597
Aanbevolen literatuur (In het opleidingshuis moeten in ieder geval leerboeken aanwezig zijn op het gebied van de geriatrie, interne geneeskunde, chirurgie en neurologie) -
Leerboek Geriatrie: Cassel CK, Riesenberg DE, Sorensen LF, Walsh JR (ed) Geriatric Medicine Springer Verlag, Berlin, 2003 ISBN 9780387955148
-
Leerboek Interne Geneeskunde: Braunwald E e.a. Harrison’s Principles of Internal Medicine, 18e druk New York, N.Y. mc Graw-Hill 2011 ISBN 9780071466332 óf Souhami R.L. e.a. Textbook of Medicine, 4e druk Edinburgh, Churchil Livingstone 2010 ISBN 9780443064647
-
-
Beknopte handleiding bij de diagnostische criteria van de DSM-IV-TR. Bureau-editie, 3de druk Lisse, Swets & Zeitlinger, 2006 ISBN 9789026517778
-
Bieley LS Bates’ guide to physical examination and history taking, 10th edition. Londen: Lippincott Williams & Wilkins, voorjaar 2009 ISBN 9781605474007 (inclusief CD met hartgeluiden en video’s van lichamelijk onderzoek)
-
Brand P, Boendermaker P, Venekamp R Klinisch onderwijs en opleiden in de praktijk deel 1 Houten, Prelum 2010 ISBN 9789085620945
-
Klinisch onderwijs en opleiden in de praktijk deel 2 Houten, Prelum 2012 ISBN 9789085621164
-
Cranenburgh, B van deel 1: neurowetenschappen, een overzicht, 3e dr. 2009 ISBN 9789035230767 deel 2: neuropsychologie, 2e dr., 2009 ISBN 9789035230699 deel 3: pijn, 7e dr., 2009 ISBN 9789035230576 -44-
Informatie voor AIOS Overigen
deel 4: neurorevalidatie, 2e dr., 2009 ISBN 9789035230774 Elsevier/de Tijdstroom, 1998-1999 -
Delden JJM van, Hertogh CMPM, Manschot HAM (red.) Morele problemen in de ouderenzorg Van Gorcum, 1999 ISBN 9789023234494
-
Eekhof J Kleine kwalen in de huisartsenpraktijk, 5e druk Elsevier Gezondheidszorg, 2007 ISBN 9789035229587
-
Greenwood R, (ed) The Handbook of Neurological Rehabilitation Psychology Press, Londen 2003 ISBN 9780863777578
-
Hertogh CMPM Functionele geriatrie, 2e druk Elsevier Gezondheidszorg, 1999 ISBN 9789035220935
-
Hendriksen J Intervisie bij werkproblemen Nelissen, Soest, 2003 ISBN 9789024414581
-
Huizing EH, Snow GB; Leerboek keel-, neus en oorheelkunde Bohn Stafleu & Van Loghum, 2007 ISBN 9789031347391
-
Hijdra A e.a. (red) Neurologie, 4de druk Elsevier Gezondheidszorg, 2010 ISBN 9789035231825
-
Keeman JN Kleine chirurgische ingrepen, 10e druk Elsevier Gezondheidszorg, 2009 ISBN 9789035230736
-
Leenen HJJ Handboek gezondheidsrecht deel 1: Rechten van mensen in de gezondheidszorg Bohn Stafleu & Van Loghum, 2007 ISBN 9789031351510 deel 2: Gezondheidszorg en recht Bohn Stafleu & Van Loghum, 2008 ISBN 9789031354498
-
Pot AM, KuinY, Vink M (red) Handboek ouderenpsychologie De Tijdstroom, 2006 ISBN 9789058981103
-
Sillevis Smitt JH, Everdingen JJE van, Starink ThM Dermatovenereologie voor de eerste lijn Bohn Stafleu & Van Loghum, 2010 ISBN 9789031353194 -45-
Informatie voor AIOS Overigen
-
Stilma JS Oogheelkunde Bohn Stafleu & Van Loghum, 2008 ISBN 9789031350803
-
Thijs LG (ed) Acute Geneeskunde Elsevier Gezondheidszorg, 2009 ISBN 9789035230828
-
Wolters ECh, Laar T van (red) Parkinsonism & related disorders VU Uitgeverij, 2007 ISBN 9789086591503
-
Wanrooij BS, Graeff A de, Koopmans RTCM, et al (red) Palliatieve zorg in de dagelijkse praktijk Houten: Bohn, Stafleu van Loghum; 2010 ISBN 9789031340316
-
Wolf AN de, Mens JAM Onderzoek van het bewegingsapparaat: fysische diagnostiek in de algemene praktijk Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2000 ISBN 9789031332977
-
Wolf AN de, Mens JAM Aandoeningen van het bewegingsapparaat: in de algemene praktijk Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 1994 ISBN 9789031315727
-
Wouda J, Wiel H van de, Vliet K van Medische communicatie, 2e druk Utrecht: De Tijdstroom; 2002 ISBN 9789035218352
-
Zielhuis GA, Heydendael PHJM, Maltha JC, Riel PLCM van Handleiding medisch-wetenschappelijk onderzoek, 6e herziene druk Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg; 2010 ISBN 9789035231900
-46-
Informatie voor AIOS Overigen
27.
Belangrijke adressen
GERION Amsterdam t.a.v. dr. M. Smalbrugge, hoofd GERION OZW kamer 9A-03 Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam Bezoekadres: De Boelelaan 1109 tel. 020 - 44 48 237
[email protected] www.gerion.nl Postbanknummer 4238561 ten name van GERION Amsterdam GERION UMCG Groningen (dependance) Huisartsgeneeskunde, sectie Ouderengeneeskunde Postbus 196, 9700 AD Groningen, Huispost: FA21 Bezoekadres: Boterdiep 111, 9721 LM Groningen, Gebouw Het Paleis, 2e etage
Vereniging voor AIOS Specialisme Ouderengeneeskunde (VASON) Postbus 19025, 3501 DA Utrecht
[email protected] www.VASON.nl
Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Postbus 20054, 3502 LB Utrecht tel. 030 - 28 23 358 fax. 030 - 28 98 572 Postbanknr. 58083
[email protected] www.knmg.nl/opleidingenregistratie
College Geneeskundige Specialismen Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Postbus 20065, 3502 LB Utrecht tel. 030 - 28 23 281 fax. 030 - 28 98 572
[email protected] www.knmg.nl/opleidingenregistratie
-47-
Informatie voor AIOS Overigen
SBOH, werkgever van aios huisartsgeneeskunde en specialisme ouderengeneeskunde Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Postbus 19025, 3501 DA Utrecht tel. 030 - 28 23 444 fax 030 - 28 23 454
[email protected] www.sboh.nl SOON, Samenwerkende Opleidingen tot specialist Ouderengeneeskunde Nederland Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Postbus 19025, 3501 DA Utrecht tel. 030 - 28 23 452 fax 030 - 28 23 454
[email protected] www.soon.nl Verenso beroepsvereniging van specialisten in ouderengeneeskunde Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Postbus 20069, 3502 LB Utrecht tel. 030 - 28 23 481 fax. 030 - 28 23 494
[email protected] www.verenso.nl
-48-
Informatie voor AIOS Overigen
28.
Medewerkers GERION
Hoofd
dr. M. (Martin) Smalbrugge
[email protected]
Hoogleraar
prof. dr C.M.P.M. (Cees) Hertogh
[email protected]
Docenten (SO)
Email
drs. J.F.J.M. (Jos) van Berkel
[email protected]
drs. A.L. (Anja) Buursema
[email protected]
drs. I.H. (Irene) de Jong
[email protected]
drs. R.E. (Rommy) de Jong
[email protected]
drs. M.J. (Martin) Kooij
[email protected]
drs. J. (Joost) Lurvink
[email protected]
drs. K. (Klaas) Muller
[email protected]
drs. C.A.M. (Cora) Ritmeijer
[email protected]
drs. E.A. (Edith) Wendt
[email protected]
drs. H. (Hein) Reedijk
[email protected]
dr. M. (Marjon) Oolbekkink
[email protected]
Docenten (GW)
Email
drs. M.C.C (Maaike) Bierstekers
[email protected]
dr. N. (Nienke) Boogaard
[email protected]
drs. J (Jaap) Bouwman
[email protected]
drs. H. (Henk) Geertsema
[email protected]
drs. M. (Martine) Heida
[email protected]
drs. J.L.M. (Coby) Minnema
[email protected]
dr. M.T. (Martien) Muller
[email protected]
drs. C. (Claudia) Oosterwaal
[email protected]
drs. A.E. (Anne) de Wit
[email protected]
drs. J.M.E. (Annemarieke) Versteeg
[email protected]
dr. F. (Franka) Meiland
[email protected]
Secretariaat
Email
telefoon
Algemeen
[email protected]
020-4448237
K. (Karin) van den Boogaard
[email protected]
020-4449361
D.J. (Dinie) Huisman - Elgersma
[email protected]
020-4449822
F.F. (Femke) Huter
[email protected]
020-4449643
G.M. (Ineke) Theuwissen
[email protected]
020-4449848
Onderwijsontwikkeling
Email
telefoon
dr. H. (Hylco) Bouwstra
[email protected]
020-4449851
drs. N.M. (Nienke) Snitjer
[email protected]
020-4448251
drs. J.J. (Jeannine) Jaski
[email protected]
020-4448251
drs. J. (Judith) Wagter (Onderwijskunde)
[email protected]
020-4449358
A.A.M. (Anne Marije) IJzerman, MSc (Coörd.)
[email protected]
020-4449849
Onderwijskunde/Opleidingscoördinatie
-49-
Informatie voor AIOS Overigen
29.
Hoe kom ik bij GERION?
Routebeschrijving GERION / gebouw OZW VU medisch centrum GERION is vanuit alle richtingen via de ringweg A-10 om Amsterdam bereikbaar. U volgt de rondweg tot de afslag S108-Buitenveldert/Oud Zuid/Olympisch stadion. Aan het eind van de afrit linksaf ( Amstelveenseweg); na 200 meter slaat u, bij VU medisch centrum, weer linksaf (De Boelelaan). Na 200 meter vindt u aan uw rechterhand het OZW-gebouw. Dit is een rood gebouw met hoge ramen. Parkeren De parkeermogelijkheden rond het OZW-gebouw zijn beperkt. We adviseren u zoveel mogelijk gebruik te maken van het openbaar vervoer. Als u met de auto naar GERION komt, raden wij u aan extra tijd te nemen voor het parkeren. Betaald parkeren kan aan de Van der Boechorststraat, de Gustav Mahlerlaan (naast de ACTA) en de A.J. Ernststraat: maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 19.00 uur € 1,40 per uur, dagkaart € 8,40 (u betaalt vooraf). Deze plaatsen zijn meestal vroeg bezet. Na 10.00 uur kunt u gratis in het Amsterdamse bos parkeren. Lopend bereikt u het OZW-gebouw in ruim 10 minuten. Ook kunt u gebruik maken van de parkeergarages P1 VUmc en P2 VUmc. Kosten van parkeren in P1 of P2 zijn € 1,- per 18 minuten, dagtarief € 30,-. Openbaar vervoer Gerion is uitstekend bereikbaar met het openbaar vervoer. Maak gebruik van 9292 voor de juiste route.
-50-
Informatie voor AIOS Overigen
30.
Lijst met afkortingen
aios
arts(en) in opleiding tot specialist
CGS
College Geneeskundige Specialismen
CHVG
College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en arts voor verstandelijk Gehandicapten
GW-docent
Gedragswetenschappelijk docent
RGS
Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten
KNMG
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst
SBOH
werkgever van aios huisartsgeneeskunde en aios ouderengeneeskunde
SOON
Samenwerkende Opleidingen tot specialist Ouderengeneeskunde Nederland
UMCG
Universitair Medisch Centrum Groningen
VASON
Vereniging voor Aios Specialisme Ouderengeneeskunde Nederland
Verenso
Beroepsvereniging van specialisten in ouderengeneeskunde
VUmc
VU medisch centrum
-51-
De B oe le la a n 1109, 9A-03 1081 H V A ms terd am T 020 - 444 8237 E gerion@v umc.nl I www.ge rion.nl