NIEUWEZIJDS
RECYCLEN VOOR DUURZAAMHEID OF RENDEMENT?
BALANCEREN
22
NUMMER 4 / 2013 TEKST:
JOP DE VRIEZE
IN DE AFVOERPUT In het Westelijk Havengebied werken drie afvalverwerkers aan duurzamere oplossingen voor de troep van Amsterdammers. Vanzelf gaat het niet. ‘We zijn altijd aan het puzzelen. Hoe haal je zo veel mogelijk energie en waardevolle bouwstoffen uit afval tegen zo laag mogelijke kosten?’
23
AFVAL ENERGIE BEDRIJF
DE OVEN WIL ALTIJD MEER AFVAL Twee mannen zitten naast elkaar in een glazen hokje van zo’n tien vierkante meter, boven in een dertig meter hoge bunker. Beide getatoeëerd en met stoppelbaard, hun ene hand aan een joystick, de andere rustend op een rij knoppen. Door het glas staren ze de hal in, en rammen op de knoppen alsof ze een computerspel spelen. Allebei besturen ze een grijper, zo een als in de horloge-automaat op de kermis, maar dan een paar duizend keer groter. Een van de twee grijpers verdwijnt in de diepte, de kabel schokt wat, dan komt de grijper weer omhoog, gevuld met een flinke hoeveelheid volle blauwe en grijze vuilniszakken en losse troep. “Evenveel als er in één vuilniswagen past,” vertelt de man. De grijper komt verder omhoog, schuift boven een soort trechter en opent daar. Het vuil stort de diepte in, waar het via een sluis de ovens ingeloodst zal worden. We bevinden ons in het gemeentelijke Afval Energie bedrijf aan de Australiëhavenweg, waar vrijwel al het huis- en bedrijfsafval uit Amsterdam en omstreken wordt verbrand. Adviseur marketing en communicatie Judith Boerma leidde ons zojuist naar het glazen hokje. We kwamen langs een uitgebreid buizensysteem dat de hete lucht en rook uit de ovens naar een stoomturbine leidt om stroom op te wekken. Onderweg worden schadelijke gassen en deeltjes weggevangen. Wandelend door de warmte vertelde Boerma over het proces van energie-opwekking en over de geschiedenis van het Afval Energie Bedrijf. Zwarte rook Al in 1918 werd de eerste afvalverbrandingscentrale in Amsterdam gebouwd, aan de Papaverweg in Noord. Daar werd al stoom gemaakt die door het elektriciteitsbedrijf werd omgezet in stroom. Alleen was de rook die destijds uit de pijpen kwam zwart van kleur. Vijftig jaar later kwam er
24
een schonere vervanger. En sinds 1993 is de huidige installatie in het Westelijk Havengebied in gebruik, schoner dan volgens de Europese normen voor uitstoot van schadelijke gassen en fijne deeltjes zoals roet en zware metalen vereist was. In 1997 breidde het AEB zijn capaciteit uit met een nieuwe centrale, die destijds met een energetisch rendement van dertig procent de meest efficiënte ter wereld was. De centrale behoort nog steeds tot de wereldtop. AEB presenteert zich als een duurzame instelling. De stadswarmte en energie die het AEB opwekt bespaart gas en eventueel kolen, en beperkt daarmee de CO2uitstoot. Bovendien hoeft het afval niet gestort te worden op een afvalhoop. Maar toch kun je ook vraagtekens stellen bij het belang dat het AEB heeft om duurzaam te werken. Immers: hoe meer afval er wordt verbrand, hoe meer energie dat oplevert. En er speelt meer.
Een oven uitzetten is een kostbare zaak. Afval moet blijven komen. De mannen in het glazen hokje hebben het niet druk vandaag. In de bunker ligt maar weinig afval. Door de economische crisis is de hoeveelheid huisvuil en met name de hoeveelheid bedrijfsafval sterk teruggelopen. Een geluk bij een ongeluk, zou je zeggen, maar daar wordt bij AEB anders over gedacht. Het is van groot belang dat de ovens non-stop blijven draaien, omdat het een kostbare operatie is om ze uit te zetten en weer op te stoken. Vijf dagen per week wordt er afval aangevoerd. Is er in het weekend te weinig afval over, dan moet een van de ovens uit. “Wat mij betreft wordt er zo min mogelijk afval gescheiden,” zegt een van de twee
NIEUWEZIJDS
2
1
grijpermannen. “Daar krijgen we hier alleen maar minder werk van.” Amsterdam doet niet aan gft-inzameling. Plastic wordt sinds kort wel apart ingezameld, maar op beperkte schaal. In plaats van deze stromen bijvoorbeeld te composteren of hergebruiken, gaat het gewoon de oven in. Boerma bestrijdt dat het AEB alleen maar bezig zou zijn met het binnenhalen van zo veel mogelijk afval. “We hebben een tijdje een behoudende directie gehad, maar sinds een paar jaar is de blik weer meer op buiten gericht. We zoeken actief naar partners waarmee we nog duurzamer kunnen worden. Die ambitie hebben wij wel degelijk.”
Maden kunnen gft-afval gaan omzetten in eiwitten AEB is in gesprek met een bedrijf dat maden wil gebruiken om gft-afval om te zetten in eiwitten die bruikbaar zijn als veevoer. Ook kijkt het naar mogelijkheden om de CO2 die ontstaat bij de verbranding via buizen naar nabijgelegen kassen te leiden, die het gas goed kunnen gebruiken om planten te laten groeien. Ook zijn er plannen om rechtstreeks stoom te leveren aan buurtbedrijven. Hierdoor gaat er minder energie verloren dan bij de elektriciteitsproductie. Ook wil AEB nog meer metalen terugwinnen uit de slakken (een steenachtige massa die na verbranding overblijft). De huidige slakken worden gebruikt als ophoogmateriaal in de wegenbouw. “Maar dat kost wel extra energie. We zijn altijd aan het puzzelen. Hoe haal je zo veel mogelijk grondstoffen
NUMMER 4 / 2013 7
5
6 3
4
uit afval tegen zo laag mogelijke kosten?” Zwijgend liepen we een stukje verder. “Kijk,” voegt Boerma toe, “uiteindelijk zijn onze mogelijkheden beperkt. Wij zitten aan het eind van de keten. Hoe vroeger je de afvalstromen scheidt, hoe schoner en hoe beter je ze kunt verwerken.” Importafval Tegenover het glazen hok gaat in de bunker een luik open, een dampende massa troep stort naar beneden. Dat is Brits afval, vertelt een van de mannen. Het is al ouder, in ontbinding, daardoor wordt het warm en gaat het dampen. Met dit per schip aangevoerde afval probeert AEB de aanvoer aan te vullen zodat de ovens niet uit hoeven. Door het overschot aan verbrandingscapaciteit in Nederland moet Amsterdam concurreren met andere steden zoals Rotterdam en Alkmaar, zowel om het afval uit Engeland als dat uit de regio. Het Britse afval koopt AEB daarom in voor minder geld dan de verbranding oplevert. Is dat niet erg omslachtig, het verslepen van afval? “Het klinkt gek, maar het is duurzamer om het afval van Engeland naar Nederland te verschepen en hier te verwerken. In Engeland wordt het afval nog gestort, waarbij het broeikasgas methaan ontstaat, dat vele malen meer belastend is voor het milieu.”
Vuilniswagens voeren afval aan en 1 storten het in een bunker. 2 Grijpers husselen het afval en storten het in een trechter richting de ovens. 3 Bij een temperatuur van 1200 graden wordt het afval verbrand. 4 In de aangesloten ketel ontstaat stoom, die de generator aandrijft en elektriciteit opwekt. 5 De rook gaat door twee filters. 6 De rook gaat door drie wassers, waarbij calciumchloride, gips en water worden teruggewonnen. 7 Uit de schoorsteen komt vrijwel schoon rookgas en waterdamp.
Cijfers: AEB Dagelijks voeren zo’n zeshonderd vuilniswagens het vuil aan. 99 procent van het afval wordt omgezet in energie en grondstoffen, alleen de laatste procent die overblijft uit de rookgasreiniging wordt gestort. AEB wekt jaarlijks 500.000 gigajoule stadswarmte (verwarming en warm water) op, genoeg voor 20.000 huishoudens. AEB produceert voldoende elektriciteit om 285.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien. AEB verwerkt jaarlijks ruim 1,4 miljoen ton stedelijk en bedrijfsafval. Dat is circa 20 tot 25% van het totaalaanbod van brandbaar afval in Nederland. Dit betekent een dagelijkse toevoer van 4.400 ton afval, ongeveer een half miljoen vuilniszakken per dag. Daarnaast verwerkt het 100.000 ton rioolslib, afkomstig van Waternet. AEB haalt 17.740 ton ijzer en 2.595 ton niet-ijzerhoudende metalen zoals koper en aluminium uit de bodemassen (de onbrandbare materialen die overblijven) die de metaalindustrie weer hergebruikt.
Even later gaat Boerma ons voor naar de plek waar het allemaal gebeurt: de oven. De gele vlammen die over de bergen vuil razen, zien er door het kleine kijkraampje imposant uit. Maar toch. Ooit waren dat waardevolle spullen. Best zonde.
25
RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIE
NIEUWEZIJDS
HET RIOOL ALS FOSFAATMIJN Met een beetje creativiteit zou je de Amsterdamse Rioolwaterzuiveringsinstallatie een moderne perpetuum mobile kunnen noemen. In dit geval is het geen bewegend apparaat dat energie opwekt uit het niets, maar uit de slibresten van het rioolwater wordt zoveel biogas gewonnen, dat alle andere zuiveringsstappen ermee uitgevoerd kunnen worden. En meer zelfs, want alle vuilniswagens die afval bij het even verderop gelegen Afval Energie bedrijf afleveren rijden ook op dit gas, evenals dienstauto’s van beheerder Waternet en die van verschillende in de buurt gevestigde bedrijven. Procesingenieur Synco Tee van Waternet is in zo’n dienstauto vanuit de stad naar de locatie in het Westelijk Havengebied gekomen om een rondleiding te geven. Hier en in een vestiging twee kilometer verderop arriveert het rioolwater uit Amsterdam, om in verschillende stappen (zie kader) gezuiverd te worden.
‘We hebben ook wel eens een briefje van 20 euro gevonden’ Zwakke magen De rondleiding is niet geschikt voor deelnemers met zwakke magen. Al in de eerste ruimte dringt een flinke putlucht onze neuzen binnen. De behandeling die het water hier ondergaat is een zeving, waarin met een enorme metalen kam grove materialen die niet in het riool thuishoren uit het water worden gehaald. Het water stroomt met kracht langs een rij fijne tralies, waarna de grote kam de daartussen achtergebleven materialen omhoog schept. Er plakken onder meer maandverband, condooms, stukjes wortel, rookworst en koffiepads aan. “Maar we hebben ook wel eens een
26
briefje van 20 euro gevonden,” vertelt Tee. In de volgende ruimte ruikt het naar een toilet dat al dagen niet is doorgespoeld. In een grote lange bak stroomt bruin, vlokkerig water langs. “Dat is voornamelijk poep,” vertelt Tee. Hij wijst naar een bak verderop. “In die stroom daar ben je al negentig procent van het water kwijt.” Ik loop ernaartoe. De drab is al een stuk steviger en heeft het meest weg van een heel lange, smeuïge maar onsmakelijke gehaktstaaf. Na deze stappen die vaste stof en water zo veel mogelijk scheiden, wordt het water in een paar vervolgstappen voorbereid op vrijlating in het Noordzeekanaal. De vaste stof gaat richting vergister. Helemaal zuiver is het water nog niet op het moment van lozing. Het krijgt immers het label oppervlaktewaterkwaliteit, niet dat van drinkwaterkwaliteit, mee. Dat heeft voornamelijk economische redenen. De bacteriën die fosfaten en stikstof uit het water filteren, halen er daarbij ook 98 procent van de zware metalen uit. Voor de overige twee procent zouden installaties nodig zijn die evenveel kosten als de hele zuivering nu. Tee: “De laatste twee procent vergt de grootste kosten.” Op dit moment voldoet Waternet aan de Europese normen, die sinds 2000 bestaan. Toch denkt de instelling wel degelijk na over verdere verbeteringen. Actiefkoolstoffilters, gemaakt van heel kleine koolstofbuisjes, kunnen alle metalen en medicijnen uit het water filteren. Op dit moment draait er op een andere zuiveringsinstallatie van Waternet een installatie die stikstof en fosfor verwijdert. Op dit moment zijn deze installaties nog te duur. “Mocht de nieuwe, strengere Europese kaderrichtlijn Water ingevoerd gaan worden, dan hopen we daarvoor klaar te zijn,” zegt Tee.
Bioplastic Ook de slibverwerking kan duurzamer. Nu wordt daar door middel van vergisting gas uit gewonnen, waarna de rest in het AEB wordt verbrand. Dat klinkt verantwoord, maar beter zou zijn om zo veel mogelijk componenten terug te winnen voor hergebruik. Op dit moment verrijst er op het terrein in het Westelijk Havengebied Amsterdam een installatie die fosfaten kan terugwinnen uit het slib. De bacteriën die het fosfaat uit het slib hebben gehaald gaan daarin kapot, waarna het vrijkomende fosfaat kristalliseert en zich gemakkelijk laat afvangen. Fosfaten worden onder meer gebruikt als meststof in de landbouw. Op dit moment leveren de fosfaten nog te weinig op om de kosten van de reactor terug te verdienen, maar omdat tijdens het proces het slib ook droger en daarmee beter brandbaar wordt, is de installatie toch rendabel.
Resten van rioolslib moeten nu nog verbrand worden In Nederland mag dat mest nu nog niet gebruikt worden op het land, omdat in de mestwetgeving staat dat resten van rioolslib verbrand moeten worden. In Duitsland mag het al wel. Waternet is in overleg met het ministerie om de wetgeving aan te passen. Tee: “Het ministerie heeft aangegeven daar positief tegenover te staan.” In de toekomst wil Waternet meer grondstoffen uit het slib gaan terugwinnen, met name organische resten, om bioplastic van te maken. Het onderzoek daarnaar bevindt zich nog in een academische fase. Of dit proces uiteindelijk uitvoerbaar wordt hangt ook af van de prijs van plastic. Tee: “Het zal steeds blijven draaien om de keuze tussen duurzaam en rendabel.”
NUMMER 4 / 2013
BIO DIESEL
2
1
1 Zeving. Het rioolwater stroomt langs een traliefilter. Een grote kam schept hier de rommel vanaf. Maandverband, koffiepads, worteltjes, komkommer, condooms, rookworst. Natte doekjes zijn een ramp. Die vormen met vet en haren brokjes beton. Ze reageren met bacteriën.
Bezinking. In deze grote waterbak2 ken worden vooral poep en fijne fruitresten uit de afwas van het water gescheiden. Hier wordt dertig tot veertig procent vervuiling verwijderd.
3
4
3 Biologische zuivering. Bacterieculturen verwijderen achtereenvolgens fosfaat, stikstof en organische resten uit het water. Dan volgt er een bezinking in een bassin om de bacteriën te kunnen hergebruiken.
Vergisting van het slib. Bacteriën 4 breken organische moleculen af en zetten ze om in methaangas, dat wordt afgevangen. De vergister is gekoppeld aan generatoren, die het gas verbranden en er warmte mee opwekken. Het overschot aan gas wordt opgewerkt tot groen gas waarop auto’s kunnen rijden. De hele installatie draait op de energie afkomstig uit de generatoren. Vijftig procent komt uit het Amsterdamse slib, de rest uit slib van elders. Het vet wordt van de rest van het slib afgezogen en gaat naar een vetveredelaar, die het deels recyclet tot biodiesel of als basis voor bijvoorbeeld zeep en cosmetica. De rest gaat alsnog naar de verbranding.
Help het riool schoner houden Elke dag rijden er een paar wagens door Amsterdam, om de ene na de andere rioolverstopping te verhelpen. Vooral vet is de boosdoener. Elke dag belandt er zo’n 4000 kilo van in het riool. In combinatie met andere niet oplosbare troep geeft dat keiharde klonten in de waterstroom. Soms komt er zelfs een graafmachine aan te pas om de vastgekoekte troep te verwijderen. Ook de zuivering wordt door deze vervuiling flink bemoeilijkt. Terwijl iedereen kan helpen die ellende te voorkomen: →S poel nooit frituurvet door de gootsteen. Teruggieten in de verpakking en inleveren bij het afvalscheidingsstation. →T ampons, condooms, maar ook vochtige doekjes tegen schrale billetjes niet doorspoelen. In de prullenbak ermee! →Z et gebruikte borden en pannen niet zomaar in de vaatwasser of spoel ze niet zomaar af, maar neem ze eerst af met keukenpapier. Toiletpapier mag ook.
27
NIEUWEZIJDS
ORGAWORLD
KIPFILET WORDT BIOGAS Hans Jansen wijst naar een lege loods naast het terrein van zijn werkgever Orgaworld. Kijk, daar komt binnenkort de verwerking van de ‘overdatumstroom’: eerst worden deze afgeschreven supermarktproducten uit de verpakking gehaald en daarna gaan ze in een vermaler. Op dit moment krijgt Orgaworld de bruine moes, die het best te vergelijken is met Brinta, nog in vrachtwagens aangevoerd vanuit een andere locatie. Binnenkort zal deze moes door een pijpleiding bij Orgaworld arriveren. De moes gaat de vergistingsreactoren in, waar bacteriën deze omzetten in biogas. Het gas dat ze daarbij produceren wordt opgevangen en met warmekrachtkoppelingen omgezet tot duurzame elektriciteit. Dat is wat Orgaworld in haar pas geopende Amsterdamse vestiging doet: gas produceren uit organische resten, waarvan de supermarktoverschotten de bulk vormen. Onverkochte vleeswaren, brood, groentepakketten, dat soort werk. Hier in Amsterdam verwerkt Orgaworld geen groente-, fruit- en tuinafval, omdat de gemeente dat niet inzamelt. Omdat scheiden in de stad lastiger is dan elders, is de officiële lezing. Daarnaast bleken veel mensen alsnog huisvuil in de groene containers te gooien, waardoor dat afval voor compostering werd afgekeurd. Overigens is gft zelfs bij voorbeeldige scheiding niet erg geschikt voor vergisting. Het bestaat voor een groot deel uit houtachtige resten, vooral tuinafval. Daar bijten de vergistingsbacteriën hun tanden op stuk. Ter vergelijking: in een kilo voedselresten zit drie keer meer gas dan in gft. Wel valt gft te verwerken met een goedkopere maar lager aangeschreven techniek: compostering. Hierbij breken bacteriën in een zuurstofrijke omgeving het organisch materiaal af tot compost, zonder gas te produceren. Orgaworld, een commercieel bedrijf, heeft composteerinstallaties voor gft staan in Lelystad en Drachten. Verschillende gemeentes denken erover om groente en fruit apart
28
op te gaan halen van het tuinafval, zodat het eerste wel efficiënt kan worden vergist. “Maar dat vraagt weer extra investeringen in logistiek én moeite van de burgers voor de inzameling. De vraag is of dat haalbaar is.” Vijf miljoen kratjes De Amsterdamse locatie van Orgaworld heeft een vergistingsscapaciteit van 150.000 ton per jaar. Dat zijn, houd je vast, vijf miljoen volle boodschappenkratjes. En dat levert 5,5 MW elektriciteit. Een deel van de restwarmte gaat naar het warmtenet van de stad. Het afvalwater wordt op het eigen terrein gezuiverd. Het slib dat ontstaat nadat de bacteriën hun werk hebben gedaan, wordt naar een van de composteerinstallaties in Lelystad gebracht. Tijdens het composteren loopt de temperatuur op tot 70 of 80 graden, waarbij alle bacteriën worden afgebroken waarna het als compost het land op gaat.
‘De hoofdreden om afval te scheiden is niet financieel’ Ondanks dat de installatie de nieuwste technieken toepast, draait ’ie vooralsnog op subsidie. De overheid steunt initiatieven gericht op duurzame energie met een regeling die het verschil overbrugt tussen de kostprijs van deze energie, in dit geval stroom, en de prijs van het conventionele alternatief. “De hoofdreden om afval te scheiden is niet financieel,” zegt Jansen. “Die is wettelijk vastgelegd, omdat we het met zijn allen duurzamer willen.” Gasreserves Ondertussen denkt het bedrijf constant na over oplossingen die het proces efficiënter moeten maken. De restwarmte die na de vergisting overblijft gaat nu nog naar de stad. Jansen laat een ruimte zien waar een stuk of tien mannen met grote buizen in de weer zijn. “Hier komt een installatie
waarmee we de restwarmte gebruiken om het slib dat overblijft na de vergisting te drogen.” Dat wordt daardoor lichter, waardoor het goedkoper getransporteerd kan worden naar agrariërs die het als meststof willen gebruiken. “Ook dat is een vorm van duurzaamheid,” zegt Jansen.
‘Groen gas blijft relatief duur’ Of technieken zoals die van Orgaworld rendabel worden hangt af van het goedkoper maken ervan, maar minstens zozeer van de prijs van concurrerende producten. In dit geval vooral die van conventioneel gas. Bedrijven als Orgaworld hebben altijd ingespeeld op het feit dat de gasreserves opraken en overheden zichzelf verplichten duurzame alternatieven te gebruiken. Nu in Nederland de discussie wordt gevoerd over de winning van schaliegas, aardgas uit steenachtige grond, kan het zijn dat de wijze waarop er in de toekomst energie gewonnen wordt gaat veranderen. “Hoeveel efficiënter je de productie van groen gas ook maakt, het zal relatief duur blijven.” Supermarktafval Hoeveel gooien supermarkten eigenlijk weg? Gemiddeld 1 tot 2 procent van hun totale omzet, blijkt uit onderzoek van de Wageningen Universiteit. Daarbij zijn naast het over datum gaan, ook diefstal en het door andere oorzaken onverkoopbaar worden van producten meegerekend. Het liefst heeft een supermarkt natuurlijk zo min mogelijk derving, want derving kost de ondernemer geld. Toch is derving ingecalculeerd. “Vooral een servicesupermarkt wil klanten geen nee verkopen en koopt daarom wat extra in,” legt Toine Timmermans van de Wageningen Universiteit uit. “Vooral rond de feestdagen nemen winkeliers het zekere voor het onzekere.” Volgens Timmermans spannen alle Nederlandse supermarkten zich al een paar jaar in om de derving te verminderen. Dat doen ze door met behulp van software beter te voorspellen hoeveel producten er verkocht zullen gaan worden en door beter te registreren hoeveel derving er is. “Uiteindelijk kan ook de consument meehelpen,” voegt Timmermans toe. “Door niet tot sluitingstijd een breed assortiment brood te verlangen bijvoorbeeld.”