Postbus 1 3 4 3 0 AA
Nieuwegein
m
Bezoekadres
S t a d s p l e i n 1 3 * 3 1 LZ
www.nieuwegein.nl
2016 - 0 9 3 Ruimtelijk Domein
■ 'X
Winkelvisie Nieu wegein 2016 De Analyse
Raadsnummer Datum
16 f e b r u a r i 2 0 1 6
Auteur R u i m t e l i j k D o m e i n Versie
K e n n i s n a m e d o o r B'
op 1 6 - 2 - 2 0 1 6
Ter p r e s e n t a t i e : RIA op 3 - 3 - 2 0 1 6 Ter b e s p r e k i n g : S AM op 9 - 3 - 2 1 0 6
3 (24)
Inhoudsopgave
1
Inleiding 1.1 Detailhandel: een dynamische omgeving! 1.2 De spelers op het veld 1.3 Opbouw van De analyse
5 5 6 7
2,
Analyse 2.1 Aanbod en de leegstand 2.2 Ontwikkelingen 2.3 Resultaten Detailhandelsvisie Nieuwegein 2010 2.4 De klant aan het woord 2.5 Provinciaal koopstromenonderzoek en beleid 2.6 Gesprekken met winkeliers, vastgoedeigenaren 2.7 Conclusies
8 8 12 16 18 19 21 23
Leeswijzer
24
5 (24)
Inleiding
1.1 Detailhandel: een dynamische omgeving! De detailhandel1 maakt de afgelopen jaren ingrijpende veranderingen door. Dit heeft er toe geleid dat diverse winkelketens zijn verdwenen uit het straatbeeld. Maar tegelijkertijd zijn de mogelijkheden voor de consument voor het kopen via het internet sterk toegenomen. Er zijn ook diverse nieuwe concepten bij gekomen. Zoals horeca gecombineerd met een winkel ('blurring'). Of pick up points voor de boodschappen die thuis zijn besteld en op een industrieterrein of in de winkel kunnen worden opgehaald. En wat te denken van partijen die zich graag willen vestigen in nieuwe woonwijken als Blokhoeve of wellicht Rijnhuizen? Al dit soort initiatieven hebben zich ook in deze stad aangediend. Het beleid heeft hier niet altijd een antwoord op. Wie de kranten leest zou bijna denken dat het einde van de winkels in zicht is. Dit is de titel van een boek van Professor Molenaar. Deze retaildeskundige beziet de toekomst van winkelen met een sombere blik. Het internet neemt de overhand en de winkelcentra kwijnen weg. "Het einde van de winkels is in zicht": zo is zijn stelling. Daar tegenover staan er ook deskundigen zoals Hans van Tellingen (Strabo) of Frank Quix (Q&A) die de zonnige zijde zien. Zij geloven in de kracht van goede locaties, de demografie, innovatie en economie. En niet te vergeten: samenwerking tussen partijen. In ieder geval zijn er vele meningen en deskundigen op het gebied van detailhandel. Deze meningen en voorspellingen lopen sterk uiteen. Deze onrust wordt ook gevoed doordat er in ons land voor het eerst gebieden komen die demografisch krimpen. Terwijl er ook groeiregio's blijven bestaan. Daarnaast bestaat er nog grote onzekerheid over hoe ver de invloed van internetverkopen zal reiken. De afgelopen maanden zijn er diverse landelijke grote ketens omgevallen en soms weer opgestaan. Of er ontstaan nieuwe relaties zoals recentelijk Jumbo en La Place. Welke nieuwe nog onbekende innovaties komen ons tegemoet ? Hoe ontwikkelt de klantbehoefte zich? Daarmee is één ding vooraf wel helder: er is geen consensus onder de deskundigen hoe de winkelmarkt zich ontwikkeld. Vraag blijft: wat betekent dit voor onze rol als gemeentelijke overheid?
1
In deze analyse worden de termen detailhandel, winkels en retail voordurend door elkaar
gebruikt. Voor het gemak wordt hier hetzelfde mee bedoeld.
6 (24)
Raadsnummer
1.2 De spelers op het veld Het faillissement van V&D heeft duidelijk gemaakt dat er veel spelers op het speelveld van de detailhandel staan. Spelers met allemaal andere belangen. De overheid is niet de speler, maar slechts een speler. Op het speelveld zijn de volgende primaire spelers aanwezig 1. De winkelier/ondernemer. Veelal als huurder van een winkelpand. 2. De eigenaar van een winkelpand of winkelcentrum. 3. De klant/de inwoner. 4. De supermarkt. Vaak als trekker van het winkelcentrum. Soms als filiaal aangestuurd door het hoofdkantoor. Soms als franchise formule met meer mogelijkheid tot invulling van lokaal ondernemerschap. 5. De hoofdkantoren van de supermarktketens. Verantwoordelijk voor strategische vastgoed beslissingen. En daarmee voor het verwerven van nieuwe locaties maar ook het afstoten van locaties. Elke speler heeft op verschillende momenten haar eigen belang. Deze vallen soms samen met de andere spelers, soms ook niet. Er wordt in de media en vakliteratuur veel geschreven over winkels. Deze rapportage geeft een schets van de situatie op de Nieuwegeinse winkelmarkt. De analyse pretendeert zeker niet compleet te zijn. Zij beoogt waardevrij en feitelijk te zijn. Het is een vertrekpunt voor het stellen van verdiepende vragen die ons allen hulp kunnen bieden bij het maken van de juiste beleidskeuzes in een latere fase van dit proces. Op 13 oktober 2015 heeft er in de raadszaal een interactieve bijeenkomst met de stad plaatsgevonden over de (lokale) detailhandel. Voor deze bijeenkomst waren alle winkeliers (per brief) uitgenodigd. Daarnaast zijn er ook uitnodigingen verstuurd naar een selectie van het Nieuwegeinse inwonerspanel, eigenaren van winkelcentra en de hoofdkantoren van de supermarktketens. Uiteindelijk zijn er 40 mensen gekomen waaronder veel inwoners. Men is geïnformeerd over een aantal ontwikkelingen op het gebied van detailhandel, consumentengedrag en de specifieke situatie in Nieuwegein2. Op basis van De analyse zou het mogelijk moeten zijn om de thema's en bijbehorende ambities voor de winkelvisie Nieuwegein 2016 te bepalen.
2
Een verslag van de bijeenkomst is opgenomen in de rapportage van het Bureau Kordaat in
Ruimte; Voorbereiding retailstructuurvisie Nieuwegein. Hoe staat het winkelapparaat van Nieuwegein er i 2015 voor? (2015).
7 (24)
1.3
Opbouw
Deze rapportage is opgebouwd uit een aantal paragrafen. De eerste paragrafen zijn bedoeld om een aantal ontwikkelingen en trends in beeld te brengen. Hierna nemen we een korte stap terug naar 2010. Het jaar waarin de Detailhandelsvisie Nieuwegein 2010 (2010-282) is vastgesteld. We kijken naar de oorspronkelijke doelstellingen en de mate waarin deze bereikt zijn. Vervolgens worden een aantal recente onderzoeken die betrekking hebben op Nieuwegein kort samengevat3. Het gaat om: Een consumentenonderzoek via het Nieuwegeinse inwonerspanel. Een Provinciaal onderzoek naar de stand van zaken in de detailhandel. Een verkorte weergave van de gesprekken die er met diverse winkeliers en winkeliersverenigingen zijn geweest.
3
De complete onderzoeken zijn op verzoek (digitaal) beschikbaar. Voor meer context zie de
leeswijzer achterin.
8 (24)
Raadsnummer
Ar alyse
2.1
Aanbod en leegstand.
"In 2015 is de leegstand (red. landelijk) niet toegenomen en dat is opmerkelijk. Na een turbulente start begin vorig jaar met faillissementen van o.a. Miss Etam, Schoenenreus en Thom Broekman, is het verder in 2015 redelijk rustig gebleven. De aantrekkende economie zorgde voor een toename van de consumentenbestedingen in de winkels. Gevolg was dat na stijging van de leegstand in het eerste kwartaal, de leegstand in het volgende kwartaal voor het eerst sinds 10 jaar niet meer toenam. In de tweede helft van het jaar nam de leegstand verder af zodat uiteindelijk op 1 januari 2016, de leegstand 7,4% is. Dat is 0,1% lager dan begin 2015. Het totaal aantal leegstaande panden nam af, van 16.755 aan het begin van 2015, naar 16.562 nu. Na de faillissementen van de afgelopen weken lijkt het waarschijnlijk dat we de komende maanden weer een toename van de leegstand zullen zien. In welke mate, is volledig afhankelijk van een eventuele doorstart van de Mac Intosh Retail group en/of V&D. (Persbericht: 12 januari 2016, onderzoeksbureau Locatus) Bovenstaand persbericht lijkt de indruk te werken dat er een periode van stabilisatie aanbreekt. Een belangrijk aanvulling op deze cijfers is het feit dat de landelijke leegstand 1 ) jaar terug rond de 4 , 5 % bedroeg. Op dit moment 7,4%. In procentpunten is dat geen enorm verschil. Zeker wanneer we dit afzetten tegen de ontwikkelingen in de kantorenmarkt waar leegstandspercentages van boven de 30 procent bestaan. De winkelmarkt laat zich dan ook niet vergelijken met de kantorenmarkt. De detailhandel is altijd meer gevoelig gebleken voor economische crises. De dynamiek en de veerkracht in de detailhandel is ook altijd weer de kracht gebleken. Formules en concepten komen op en verdwijnen weer. Om vervolgens weer te worden vervangen door nieuwe formules. En last but not least. Op de kantorenmarkt zijn de zakelijke eindgebruikers de klant. Terwijl op de winkelmarkt de particulieren de eindgebruiker zijn. Zij hebben in toenemende mate keuzevrijheid waar zij haar aankopen doen zonder gebonden te zijn aan een gebouw of huurcontract.
9 (24)
Een nadere analyse van de landelijke cijfers 4 laat ook zien dat er grote verschillen bestaan tussen winkelgebieden. De grote steden doen het relatief goed. Ook in de buurt- en wijkcentra loopt de leegstand langzaam terug. De leegstand op de meubelboulevards stabiliseert. De grote verschillen in leegstand zitten in de middelgrote steden en stadsdeelcentra. Maar hoe heeft het aanbod en de leegstand zich in onze stad ontwikkeld? De tabellen 1 en 2 op de volgende pagina beschrijven het aanbod en de leegstand in Nieuwegein voor de jaren 2010 en 2016 5 . De belangrijkste conclusies zijn: Het totaal winkeloppervlak is toegenomen. Voornamelijk door de uitbreiding van City Plaza. Andere winkelgebieden waarbij het winkeloppervlak is toegenomen zijn Hoog Zandveld en Liesbosch. Bijna de helft van het aanbod komt voor rekening van Laagraven/Liesbosch. De aanwezigheid van diverse grote bouwmarkten en meubelzaken is hier ebet aan. In de overige buurt- en wijkcentra zijn amper verschillen tussen 2010 en 2016 te benoemen. In de buurt- en wijkcentra overheerst het aanbod van de dagelijkse6 goederen. De supermarkten nemen de meeste meters in. Ten opzichte van 2010 is de leegstand toegenomen. Nieuwegein had altijd een relatief lage leegstand. De leegstand concentreert zich voornamelijk op City Plaza en Liesbosch. Kijkend naar de leegstand in meters dan ligt de helft op de Liesbosch. Het betreft hier een paar grotere units. De leegstand in de buurt- en wijkcentra is in nihil tot zeer laag.
4
Persbericht Locatus (12 januari 2016)
5
De gegevens zijn afkomstig van databureau Loc us. Zij inventariseren periodiek alle
winkelcentra. Gezien de grote dynamiek op de winkelmarkt kan het dus voorkomen dat de gegevens achterlopen. 6
Dagelijkse goederen: levensmiddelen, drogist, parfumerie en apotheken. De apotheken zijn
in tabel 1 en 2 niet meegenomen.
10 (24]
Raadsnummer
—
Winkelgebied
Dagelijkse
Niet-dagelijkse
qoedere
Goeder
Leegstand
ii
—
J
Totaal
City Plaza/BNS
4.642
12.404
1.477
Muntplein
2.243
1.562
0
3.805
Hooa Zandveld
1.381
1.508
0
2.889
Makado
18.523
906
1.345
0
2.251
Nedereind
1.165
232
0
1.397
Galecop
1.618
53
0
1.671
De Gaarde
905
170
0
1.075
Doorslaq
955
20
0
975
Fokkesteeg
921
0
45
966
Vreeswijk
639
1.649
251
2.539
1.183
3.020
806
5.009
Liesbosch/Laagraven
0
48.734
100
48.834
De Wiers Zuid
0
2.789
0
2.789
105
3.379
0
3.484
2.679
96.207
Jutphaas/Kruyderlaan
Overig verspreid
7
Totaal in 2010
76.865 1
16.663
(1.2 % ) * * ■■■ ■■■ * » J — •
Winkelgebied
Dagelijkse
Niet-dagelijkse
qoederen
Goederen
Leegstand
City Plaza/BNS
7.749
25.220
4.709
37.678
Muntplein
1.978
1.427
480
3.885
Hoog Zandveld
2.069
1.468
0
3.537
Makado
1.063
1.172
0
2.2
Nedereind
1.238
44
62
1.344
Galecop
1.571
65
0
1.636
905
170
0
1.075
De Gaarde Doorslag
1.023
55
0
1.078
Fokkesteeg
921
0
0
921
Vreeswijk
707
1.177
131
2.015
Jutphaas/Kruyderlaan
1.195
2.633
50
3.878
Liesbosch/Laagraven
0
45.785
6.204
51.989
De Wiers Zuid
0
4.517
1.176
5.693
Overiq/verspreid Totaal in 2016
-
Totaal
69
3.341
0
3.410
20.488
87.074
12.812
120.374
(7,4%)** Bron: Verkooppuntverkenner Locatus, bewerking gem eente Nieuwegein 2016 * * De berekening van de leegstand is volgens de methode van Locatus, waarbij de grondgedachte is dat leegstaande winkelpanden veelal gemengde bestem m ingen hebben waardoor ook een invulling m et horeca of dienstverlening m ogelijk is. Locatus hanteert een vaste formule.
7
Het hoge cijfer bij overig/verspreid woi dt ven
m
Bat s (IJsselstei
eg).
11 (24)
Bovenstaande tabellen geven enkel een kwantitatief overzicht. Maar minstens zo belangrijk zijn de kwalitatieve aspecten. Hier onder een niet limitatieve opsomming van ontwikkelingen en initiatieven over de periode 2010-2016 in onze stad. (ontwikkelingen) De schaalvergroting van de supermarktketens heeft ook in Nieuwegein plaats gevonden. Super de Boer en later C1000 verdwenen. Jumbo kwam als nieuwe speler met nu drie vestigingen. Albert Heijn groeide ook naar drie vestigingen door de overname van C1000. Vreeswijk zat zonder supermarkt. Met de Dagwinkel Vreeswijk is er weer een dagelijks aanbod. Met zelfs internetverkoop en bijbehorende bezorging! De betreffende ondernemer is tevreden over zijn omzet. Een aantal supermarkten kennen geen franchisenemer meer ("eigen ondernemer") maar een filiaalhouder. Vaak is dit een signaal dat het hoofdkantoor zijn locatie in beraad heeft. Er is een nieuwe supermarkt speler toegetreden met de Dirk van de Broek. Daarmee zijn er drie supermarkten in de Binnenstad aanwezig. De supermarkten geven aan dat zij complementair zijn. Fase 2 in de Binnenstad is april 2014 opgeleverd. Hiermee is het kernwinkelapparaat volledig operationeel. Er zijn nieuwe huurders gekomen die weer veel consumenten terug naar onze stad hebben gehaald (zie ook paragraaf 2.5). Denk aan Mango, H kM en La Place. Tegelijkertijd zijn er ook diverse (landelijke) winkels failliet gegaan. Ook City Plaza heeft hierdoor een aantal huurders verloren. O.a. Free Record shop, Manschot, Halfords, Thom Broekman, Promiss en Dixons. Winkelcentrum City Plaza heeft in 2015 achter de schermen een roerig jaar achter de rug. Eigenaar Corio verkocht begin 2015 het winkelcentrum aan de Franse Vastgoed partij Klépierre. Deze heeft op haar beurt het winkel afgelopen najaar doorverkocht aan het Nederlandse Wereldhave. Wereldhave is de eigenaar van diverse middelgrote winkelcentra in de grotere provinciesteden. City Plaza is hun grootste bezit in Nederland. Nu de overdracht is afgerond kan Wereldhave zich verder richten op de marketing en promotie van City Plaza. Daarnaast beraad ze zich op de toekomst van Plaza Plus. Wereldhave is ook partner in het platform binnenstadsmanagement. Winkelcentrum Hoog Zandveld is in 2015 gerenoveerd en uitgebreid. De private planvorming op winkelcentrum Muntplein stagneert. Ontwikkelende partijen, W E 's en winkeliersverenigingen zoeken nog naar de juiste samenwerkingsvorm.
12 (24)
Raadsnummer
Versie
atum
(initiatieven) Diverse initiatieven zijn g pass ;rd maar kunnen b len het huidige beleid geen voet aan de grond kunnen krijgen, zijn vooralsnog geweigerd of wachten op nieuw beleid. a. Pick up points van supermarkten op de bedrijventerreinen. b. Kleinschalige internetverkoop vanuit huis met afhaalmogelijkheid. c. Verzoeken voor perifere detailhandel op Plettenburg of Klooster. Het ng voornamelijk om de detailhandel in wonen (badkamer, tegel). d. Grootschalige detailhandel zoals fietsen en fietsartikelen op de bedrijventerreinen. Al dan niet als afhaalmogelijkheid bij internetverkoop. e. Grootschalige sportzaak Decathlon wil zich vestigen op het Liesboschterrein. f. Standalone supermarkten aan de hoofd invalsroutes binnen de stad. g. Bijna alle supermarktketens geven aan dat op -korte of middellangetermijn er een verdere uitbreidingsbehoefte bestaat. Veel initiatieven kwamen bij vastgoedeigenaren voort uit een leegstandsvraagstuk bij hun kantoor of bedrijfsruimte. Onder de inwoners van Blokhoeve bestaat een blijvende behoefte aan een complete wijk inclusief bijbehorende voorzieningen waaronder een kleinschalige wijkvoorziening. Ook de ontwikkelende partijen/corporaties dringen hier op aan.
2.2 Ontwikkelingen Terugkijkend op de afgelopen jaren zijn er een aantal bekende verliezers. Denk aan de Halfords, Free Recordshop, Videoland, It's, Polare en de Schoenenreus. Namen die verankerd liggen in ons collectieve winkelgeheugen. Maar er zijn ook winnaars zoals : Primark, dl, Marqt, Van Haren, Action en Rituals. Op dit moment lijkt het er op dat de verliezers die partijen zijn die in het'middensegment' opereren. De formules die een keuze maken voor het hoge segment (bv. Bijenkorf) of juist het lage segment (vb. Action) behoren tot de winnaars/overlevers. Dit verklaart ook het moeilijk functioneren van Blokker, V&D en Hema. Z i zijn n sta *t gebleken om du delijke keuzes in hun concept te maken. De leegstand in Nederland toont grote regionale verschillen. Leegstand is dan ook geen nationaal probleem maar een lokaal/regionaal probleem8. Tot de winnaars en kansrijken behoren de grote Binnensteden (Amsterdam, Rotterdam, etc...), enkele middelgrote Binnensteden (Haarlem, Maastricht etc.) en enkele grotere regionale winkelgebieden die in eigendom zijn van één eigenaar. Nieuwegein behoort tot de laatste categorie9. 8
Marcel Reinartz, RMA, presentatie Retail in Middelgrote gemeenten (2C
9
Hans van Tellingen, STRABO, artikel: De zonnige toekomst van het fysieke winkelen (2015)
13 (24)
De huidige situatie op de winkelmarkt is dan ook nog moeilijk te duiden. Zoals eerder gememoreerd zijn er deskundigen die stellen dat hiermee het einde van de fysieke winkels is begonnen. Zij leggen daarmee scherp het accent op de invloed van het internet. Anderen geloven veel meer in de dynamiek van de retail. Zij geloven in de innovatiekracht en de aantrekkende economie. Er zijn grofweg vijf oorzaken aan te wijzen die van invloed zijn op de huidige en toekomstige situatie op de retailmarkt. 1. {demografie) Nederland vergrijst, bepaalde regio's krimpen. Diverse onderzoeken laten zien dat ouderen minder besteden in winkels. Daarentegen besteden ze wel meer aan diensten en horeca. De meest recente bevolkingsprognose10 laat voor de komende vijf jaar een kleine groei van het aantal Nieuwegeiners zien. Van 61.274 inwoners op 1 januari 2015 naar circa 63.500 inwoners in 2020. Om vervolgens licht af te lopen naar circa 63.000 in 2025. Het aandeel 65 tm 75-jarigen neemt in dezelfde periode licht toe. Van 11 naar 13 procent. Het aandeel 75-plussers neemt wel sterk toe. Van 6 naar 10 procent. Voor retailers zijn deze cijfers van groot belang. Zij kiezen eerder voor gemeenten waar sprake is van groei. Nieuwegein scoort daarmee op dit onderdeel 'neutraal'. Er is namelijk sprake van een lichte groei van het aantal inwoners. Tegelijkertijd neemt de vergrijzing ook toe. 2.
(economie) Als gevolg van de crisis heeft de consument de hand op de knip gehouden. Nederland klimt nu uit het dal. De vraag is: hoe hoog wordt de economische groei de komende jaren? Daalt de werkloosheid mee? En is de consument weer bereid om te kopen? Er gaan ook steeds meer geluiden op dat betalen voor (tijdelijk) gebruik het betalen voor bezit gaat overnemen. Denk aan initiatieven als Green Wheels voor de auto. Het economisch bureau van de ING heeft onlangs een rapport uitgebracht over de ontwikkeling van de economie in diverse regio's in 2016. 11 De regio Utrecht komt er daarbij zeer goed uit. Volgens de ING kende de regio Utrecht in 2015 een economische groei van 3,1%. En stond daarmee op plek 3. Achter GrootAmsterdam en de regio Delft/Westland. Voor het komende jaar wordt wederom een groei van 3 , 1 % verwacht. En weer op positie 3. ING stelt: "Drijvende krachten achter te verwachte groei in 2016 zijn de Utrechtse ICTsector en zakelijke dienstverlening. De detailhandel en horeca profiteren van de hoger dan gemiddelde bevolkingsgroei en het verbeterde consumentenvertrouwen. Cit wordt zeker gevoed door een zeker in de stad Utrecht op volle toeren draaiende woningmarkt".
10
Bevolkingsprognose Nieuwegein 201 5, gemeente Nieuwegein (9 november 2C15)
11
ING Economisch Bureau, Regio's in 2016 (december 2015)
14 (24)
Raadsnummer
Versie
Datum
Daarbij is het de verwachting dat de werkloosheid in de regio Utrecht ook verder zal afnemen. Waarbij de daling sterker dan landelijk zal zijn. Dit is goed voor het consumentenvertrouwen en het besteedbaar inkomen. De regio Utrecht kent van oudsher een bovengemiddeld inkomensniveau. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden in Nieuwegein ligt over het al gemeen iets lager. Maar nog altijd boven het landelijk gemiddelde. De conclusie is gerechtvaardigd om te stellen dat de regio Utrecht in ieder geval voor de komende tien jaar een sterke regio blijft. Voor de toekomstige situatie op de Nieuwegeinse retailmarkt betekent dit een stabiele tot licht positieve situatie. 3. (technologie) De belangrijkste technologische ontwikkeling is de opkomst van het internetwinkelen. De cijfers over het winkelen via het internet spreken elkaar nog al tegen. Er zitten grote verschillen in. Maar het is onmiskenbaar dat vooral in de non-food steeds meer via internet wordt verkocht. Ter indicatie; in 2005 is de online goederen retail goed voor 1,6% van de gehele retailomzet. In 2014 is dit aandeel naar schatting opgelopen naar 7,6%. 12 De verschillen per branche zijn aanzienlijk. De koploper is het cluster 1: computers, multimedia, boeken, electronica en telecom. 13 Hier wordt al veel per internet aangekocht. Voor de komende jaren is het de verwachting dat ook in het tweede cluster de online aankopen sterk gaan toenemen. Dit cluster wordt sterk gedomineerd door mode. Cluster 2 bestaat uit damesmode, cadeau- artikelen, sport, herenmode, speelgoed, baby & kindermode, schoenen, warenhuis14. Op dit moment is de internetmarkt enorm in beweging. Pure internetwinkels openen ook fysieke winkels (Coolblue). Tegelijkertijd zijn er traditionele fysieke winkels die een webwinkel erbij openen. Maar er vallen ook webwinkels om. Ondernemers komen er achter dat een webklant niet vergevingsgezind is wanneer een bestelling onverhoopt niet leverbaar is of te laat wordt bezorgd. Iedereen kan een website maken. Maar de logistiek er achter moet ook op orde zijn. De consumenl heeft immers keuze uit een zeer groot aantal aanbieders! Retailers komen er ook achter dat het aanbieden via het internet ook zijn kosten kent. De huren van het bedrijfspand ten behoeve van de op g zijn weliswaa ;jer. Maar er zijn andere ho ere kosten z> ials: marketing (er is immers geen winkelfront), ICT (achter de website zit een slim zoeksysteem, voorraad beheer, order picking en betaalsysteem). 12
Q&A, in opdracht van Provincie Utrecht, Op weg naar een toekomstbestendige
retailstructuur (2015), 13
Q&A heeft onderzocht dat voor meer dan 1 op de vier consumenten geldt dan zijn/haar
laatste aankoop een online aankoop was. 14
Voor de volledigheid. Clu: sr 3 b« taat uit: sieraden, fiets, vrije tijd, tuin en dier, slapen,
parfumerie& drogisterij, lingerie en ondermode. Cluster 4 bestaat uit: foodspeciaalzaken, w nen, keukens en badkamers, bouwmarkten, tuin. Het laatste cluster 5 bestaat uit: tijdschriften, tabak, supermarkten en optiek.
15 (24)
Zie bijvoorbeeld onderstaand filmpje van DOCDATA in Waalwijk. De distributeur van Bol.com https://www.youtube.com/watch?v=AAxOPtKk2KQ Er speelt ook een duurzaamheidsaspect. Alle internetbestellingen moeten worden thuisbezorgd. Vaak door diverse aanbieders in dieselbusjes. Het kan voorkomen dat er op 1 huisadres soms drie verschillende busjes langskomen.. De internetsupermarkt Picnic is nieuw op de markt . Zij maakt gebruik van elektrische voortuigen om haar klanten te bedienen. Conclusie: de internetmarkt moet nog volwassen worden. De uiteindelijke keuzes die de retailers gaan maken hebben hun invloed op de traffic, de omzet en daarmee het functioneren van winkels en winkelgebieden. De verwachte internetoriëntatie van cluster 2 maakt Nieuwegein kwetsbaar. Met name in City Plaza zitten veel modezaken. Anderszijds opereren veel nieuwe winkels in City Plaza aan de linkerzijde van de markt. Ze concurreren veelal op prijs. Bij Dorbeeld: So Low, Zeeman, Dirk en Action. 4. (aanbodontwikkelingen) Er zijn in Nederland veel meters ontwikkeld de afgelopen decennia. Zelfs nadat de crisis uitbrak in 2008 is het aantal meters winkelmeters toegenomen. Van 28,49 min in 2008 naar 30,78 min 15 in 2015. De veranderingen aan de vraagkant (o.a. internet) heb sneller plaatsgevonden dan de retailsector zich hierop heeft kunnen aanpassen. In de Provincie Utrecht is er nog sprake van plancapaciteiten. Vooral in de steden Utrecht en Amersfoort. Voor onze stad is dit beperkt. Alleen het bestemmingsplan Binnenstad 2008 geeft nog enige planologische ruimte voor uitbreiding met grootschalige detailhandel in Binnenstad-West. In andere gevallen gaat het om ideeën (uitbreiding Muntplein) of concrete initiatieven (zoals Decathlon op Liesbosch). 5. (kwaliteit winkelcentra) Een groot aantal winkelcentra in Nederland, maar ook in onze stad, stammen uit de jaren zeventig of tachtig. Veel zijn niet met de tijd meegegaan. Dit leidt tot verouderde en met achterstallig onderhoud kampende winkelcentra. Consumenten zijn hier gevoelig voor. Voor de consument vormen sfeer, omvang en bereikbaarheid/parkeren de belangrijkste afwegingsmotieven om naar een winkelcentrum te gaan. Als bouwsteen voor deze Analyse heeft het Nieuwegeinse bureau Kordaat in Ruimte een kwalitatieve analyse gemaakt van de Nieuwegeinse winkelcentra16 Hierbij moet worden aangetekend dat het de expertmening van het onderzoeksbureau betreft. En niet noodzakelijkerwijs de mening van het college. In zijn algemeenheid constateert KIR dat voor diverse winkelcentra in Nieuwegein de functionaliteit van de jaren 'öO-VO en '80 de boventoon voert. Een facelift is geen overbodige luxe, zo stelt bureau KIR. 15
Planbureau voor de leefomgeving (2015).
16
Bureau Kordaat in Ruimte, Voorbereiding Voorbereic retailstructuurvisie Nieuwegein. Hoe staat het
winkelapparaat van Nieuwegein er in 2( .5 voor? (2015)
16 (24)
Raadsnummer
Versie
Datum
De ingangen liggen dicht bijeen. De bevoorrading gebeurt aan dichtgemaakte achterkanten. Wat het gevoel van onveiligheid in de avonduren vergroot. Veel vestigingen zijn eigenlijk te klein voor deze tijd. Om voldoende omzet te maken met een marge die steeds kleiner wordt is een breed en diep assortiment noodzakelijk. En dus ruimte. Dit blijkt overigens ook uit de gevoerde gesprekken met winkeliers (paragraaf 2.6).
2.3 Resultaten Detailhandelsvisie Nieuwegein 2010 Het huidige beleid is vastgelegd in de Detailhandelsvisie Nieuwegein 2010 (2010-282),. Later is deze nog aangevuld met de Beleidsnota webwinkels Nieuwegein 2013 (21 maart 2013). Deze aanvulling was noodzakelijk omdat er vanuit de marktpartijen de roep ontstond richting de gemeente om meer duidelijkheid te geven wat nu wel en niet tot de mogelijkheden behoort als het gaat om internetverkoop. De beleidsnota webwinkels gaf die duidelijkheid. Het vormt een verduidelijking van de detailhandelsvisie, mede op basis van de geldende jurisprudentie. De beleidsnota is daarmee conserverend van aard. De ondertitel van de detailhandelsvisie 2010 luidt: Naar het benutten van kansen! Met als visie: "De gemeente Nieuwegein wil haar inwoners op redelijke afstand een goed en breed winkelaanbod aanbieden. Tegelijkertijd moeten winkeliers en winkelvastgoedeigenaren de mogelijkheid behouden om op structurele wijze een rendabele bedrijfsvoering te kunnen voeren." Daarbij hoorde vijf operationele doelstellingen. In hoeverre zijn deze doelstellingen nu gerealiseerd? Doelstelling 1 Ruimte bieden aan de uitbreiding van de wijkcentra Hoog Zandveld en Muntplein. Resultaat Het winkelcentrum Hoog Zandveld is onlangs uitgebreid en voltooid. De betrokken partijen op het Winkelcentrum Muntplein (winkeliers, eigenaren en ontwikkelaar) zijn (nog niet) tot overeenstemming kunnen komen overeen aanzienlijke uitbreiding van het winkelcentrum. Doelstelling 2 Voor de buurtcentra Fokkesteeg, Doorslag, De Gaarde, Nedereind en Makado zijn de geldende bestemmingsplannen kaderstellend. itbreidingen daarbuiten worden niet meer toegestaan. Resultaat Diverse supermarkten zijn beperkt uitgebreid. Dit heeft altijd plaatsgevonden binnen de bestaand contouren van de bestemmingsplannen/winkelcentrum. Doelstelling 3 Ruimte bieden aan een geringe uitbreiding van buurtcentrum Galecop. Resultaat De mogelijkheid is opgenomen in het geldende bestemmingsplan voor Galecop. Er is tot op heden geen gebruik van gemaakt.
17 (24)
Doelstelling 4 Liesbosch-Laagraven: geen branche-uitbreidingen. Behouden als locatie voor perifere detailhandel. Resultaat De locatie Liesbosch-Laagraven heeft een uitbreiding van het aanbod gekend. Deze hebben allemaal plaatsgevonden in de perifere detailhandelsbranches. Liesbosch blijft de bouwmarkt- boulevard van Nederland. Doelstelling 5 Binnenstad: het realiseren van de plannen volgens het bestemmingsplan Binnenstad 2008. Resultaat Het kernwinkelapparaat is met de oplevering van fase 2 gereed! Het bestemmingsplan Binnenstad biedt nog ruimte voor grootschalige detailhandel (12.000 m 2 wvo) in plangebied West. De winkelvisie Nieuwegein 2016 zal uitspraken moeten doen of deze mogelijkheid tot uitbreiding nog wenselij c is. Ook de toekomst van Plaza plus is nog ongewis. Hierover zijn we al in gesprek met de Wereldhave als eigenaar van City Plaza en Plaza plus. Voor wat betreft de rol van de gemeente: Alle beleidsuitgangspunten van de detailhandelsvisie 2010 zijn in de diverse bestemmingsplannen verwerkt wanneer deze werden herzien. Er is in 2013 door een ondernemersgroep onderzocht in hoeverre er een ondernemersfonds kon worden opgericht. Het is vergelijkbaar met een Bedrijven Investeringszone zoals genoemd in de detailhandelsvisie 2010. Ondernemers verplichten elkaar onderling om een financiële bijdrage te leveren die ingezet kan worden ten behoeve van het winkelcentrum of bedrijventerrein. Niet meebetalenden zijn uitgesloten om dat de gemeente de inning zou moeten verzorgen. Het initiatief is gestrand omdat er geen draagvlak onder de ondernemers voor bestond. Zo is ook destijds door het ondernemerscollectief aan de Raad meegedeeld. Subsidies zijn er niet verleend. De Provincie Utrecht heeft haar middelen anders aangewend dan aan detailhandel. In gesprekken met Corio (nu:Wereldhave) is regelmatig gesproken over het belang van het behouden van een gevarieerd winkelcentrum met niet alleen ketenbedrijven maar ook familiebedrijven en nieuwe toetreders. De gemeente kon dit enkel bespreekbaar maken en niet afdwingen. Zij is immers geen eigenaar. En het bestemmingsplan is enkel een ruimtelijk ordeningsinstrument.
18 (24)
Raadsnummer
2.4 De klant aan het woord! Veel winkelvisies hebben de neiging om een sterke focus te leggen op de winkeliers of vastgoedeigenaren. Maar hun succes wordt feitelijk bepaald door de klant! Voor onze stad betekent dit zowel de Nieuwegeinse inwoner als de regionale bezoeker van City Plaza of Liesbosch. Om een indruk te verkrijgen is het Nieuwegeinse inwonerspanel ondervraagd. Het inwonerspanel is een digitaal panel van Nieuwegeinse inwoners. Het bestaat uit een min of meer vaste groep Nieuwegeiners die een goede afspiegeling vormen van de totale volwassen Nieuwegeinse bevolking. In het najaar van 2015 zijn ruim 1.800 personen aangeschreven. Bijna 950 personen hebben deelgenomen. Het onderzoek is begeleid door onze eigen afdeling onderzoek en statistiek. De volledige onderzoeksresultaten zijn neergelegd in de rapportage: Onderzoek Inwonerspanel: Winkelcentra. Hierin zijn de uitslagen per winkelcentrum terug te vinden. In het onderzoek is gevraagd naar: Het winkelcentrum welke men het meest bezoekt. Wat het oordeel is over dit betreffende winkelcentrum. Hoe het winkelcentrum zich in de afgelopen periode 2010-2015 volgens de inwoners heeft ontwikkeld. Belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn: Het algemeen oordeel over de winkelcentra krijgt rapportc jfer 7,3. Vreeswijk scoort het hoogst (7,8). En Fokkesteeg het laagst (5,9). Het winkelaanbod van de winkelcentra in Nieuwegein krijgt een gemiddeld rapportcijfer van 6,7. Muntplein, Hoog Zandveld en Nettorama scoren goed. Bij vijf winkelcentra oordeelt de klant het aanbod als onvoldoende. Klaarblijkelijk wil de klant een zo compleet mogelijk aanbod op een zo kort mogelijk afstand. De bereikbaarheid wordt hoog gewaardeerd (8,3). Dit kan zowel per auto, fiets ofte voet zijn. De fiets blijkt een belangrijk vervoermiddel. Het is zelfs het meest gebruikte vervoermiddel voor het bezoek aan het meest gebruik : winkelcentrum. De panelleden beoordelen (het gevoel van) veiligheid gemiddeld met een 7,7. Hierbij scoort Vreeswijk het beste (9,1) en De Gaarde het minst i 9). Het onderhoud en de uitstraling van het winkelcentrum wc it gemiddeld met een 7 beoordeeld. Nedereind en de Gaarde scoren hierbij laag, met respectievelijk een 5,4 en een 5,9. Voor wat betreft de klantvriendelijkheid van de winkeliers ligt het gemiddelde op een 7,7. De panelleden zijn zeer tevreden over de herontwikkeling van City Plaza en Hoog Zandveld. Van de panelleden vindt 57% dat haar winkelcentra vooruit is gegaan. En 28% vindt dat de winkelcentra gelijk zijn gebleven. Bij de vooruitgang gaat het om de algehele uitstraling van het winkelcentrum, Het onderhoud van de openbare ruimte, meer aanbod en tenslotte verandering van de supermarktformule.
19 (24)
Bij de genoemde redenen waarom het winkelcentrum achteruit is gegaan worden voornamelijk genoemd: de minder verzorgde uitstraling, vermindering van het aanbod, openbare orde en veiligheid of verminderd onderhoud van de openbare ruimte. Voor City Plaza wordt het niet gratis kunnen parkeren als belangrijkste minpunt genoemd. Muntplein heeft volgens de respondenten te weinig aanbod in de nietdagelijkse sector. Hooqzandveld heeft volgens de respondenten een te dure supermarkt en een te klein aanbod in de niet-dagelijkse sector. Deze laatste reden wordt ook vaak genoemd voor Galecop en Makado. Tenslotte is gevraagd naar de aankopen via het internet. Van de respondenten is 42 procent minder gebruik gaan maken van winkels in Nieuwegein omdat ze sommige aankopen via internet doen. Het blijkt dan vooral te gaan om winkels in electronica, kleding, boeken, DVD, CD, reizen, schoenen en witgoed.
2.5 Provinciaal koopstromenonderzoek en beleid "De Provincie Utrecht zet zich in voor een winkelstructuur waarbinnen het realiseren van sterke winkelgebieden waar klanten graag komen en retailers, vastgoedpartijen en gemeenten geld kunnen verdienen". Zo luidt de eerste zin van het rapport dat het bureau Q&A Research & Consultancy heeft gemaakt in opdracht van de Provincie Utrecht 17 . Het rapport analyseert de Provinciale retailmarkt. Het onderzoekstraject bestond uit een kwantitatief deel en een serie bijeenkomsten met stakeholders. Gemeente Nieuwegein is hier ook bij betrokken. let r< pport laat een aantal interessante conclusies zien. Niet alleen op Provincie niveau maar ook voor onze stad. De belangrijkste zaken. De provincie Utrecht beschikt volgens I&O op dit moment over te veel detailhandelsmeters. Het potentieel overschot aan winkelmeters voor de Provincie Utrecht is op dit moment 8 procent. Voor Nieuwegein 8,5%. De komende jaren zal dit potentieel overschot aan winkelmeters toenemen naar 13,9 procent in 2025 provinciebreed en 14,7% voor Nieuwegein. Veranderend consumentengedrag en technologische ontwikkelingen (internet) zijn de belangrijkste oorzaken. Nieuwegein kent van alle gemeente in de provincie Utrecht in de periode 2011-2014 de sterkste stijging van de binding 18 in de niet dagelijkse sector. Het bindingspercentage ligt op 58 procent. Daarmee komt Nieuwegein direct na Amersfoort (74%), Veenendaal (69%) en Utrecht (66%). Opvallend was dat de binding in de stad Utrecht met 10% punten afnam.
17
Q&A Research & Consultancy, Provincie Utrecht, op weg naar een toekomstbestendige
retailstructuur (2015). 18
Binding is de mate waarin inwoners van een plaats hun aankopen doen in winkels die in
deze gemeente gevestigd zijn.
20 (24)
Raadsnummer
-**
Versie
Datum
Nieuwegein kent een sterke toevloeiing19 van koopkracht. De toevloeiing is zelfs groter dan de afvloeiing. Zowel in de dagelijkse als niet dagelijkse sector. Dit is enkel ook weggelegd voor Amersfoort, Veenendaal en Utrecht. Ook in dagelijkse sector scoort Nieuwegein hoog met 90% binding. Daarmee staan we ook in de top 5 van de hoogste bindingspercentages. De sterke toename kan worden verklaard door de ontwikkeling van City Plaza. Was in 2011 City Plaza nog een bouwput. Eind 2014 waren fase 1 en 2 afgerond met een vergroot oppervlak, een verbreed winkelassortiment en een kwalitatieve opwaardering van de het (openbare) winkelgebied. De verschillen in leegstand (oppervlakte) op gemeenteniveau zijn groot. Variërend van ruim 14 procent in Lopik tot 1,2% in IJsselstein. Nieuwegein komt uit op 7,2 procent. In Nieuwegein wordt dit veroorzaakt doordat een aantal grote panden op Liesbosch en de Wiers Zuid ook worden meegerekend bij de leegstand omdat hier in het verleden een winkel heeft gezeten. Het gaat hier om grote volumes! Het betreft lokaties op een bedrijventerrein. Winkelcentrum City Plaza staat qua omzet op plaats zes. Nog boven de woonboulevard Utrecht. De Binnenstad van Utrecht levert marktaandeel in. Waar Amersfoort-Centrum en City Plaza juist 'terrein' winnen.
De gemiddelde score voor de toekomstige situatie in Nieuwegein is volgens Q&A neutraal tot licht positief. Onze gemeente scoort op de onderdelen bevolkingsgroei, vergrijzing, inkomen, afvloeiing door het internet en leegstand gemiddeld. Op de onderdelen binding aan de gemeente, toevloeiing uit andere gemeenten en winkeldichtheid is de score licht positief. Waar Q&A wel haar zorgen over uit is het grote aandeel aan online gevoelige clusters in onze stad. En dan met name City Plaza. Hiermee bedoeld Q&A dat er in onze stad veel winkels zijn waarvan verwacht wordt dat ook hier de online verkoop sterk zal gaan toenemen. Voor het toekomstig functioneren van de detailhandel in de overige gemeente van de Provincie voorziet Q&A in de gemeenten Zeist, Houten en Utrecht een groter risico op overcapaciteit en daarmee op leegstand, Zeer recent heeft gedeputeerde Krol een bijeenkomst gehad met de verantwoordelijke gemeentelijke bestuurders. Hier zijn de uitkomsten van het Q&A onderzoek gedeeld. Daarnaast heeft de Pre : inzicht g ïgeven in de nieuwe retailaanpak die zij voorstaat. De Provincie wil een regierol nemen op dit dossier door netwerkvorming, informatie- en kennisuitwisseling en waar mogelijk beleid formuleren. Op het gebied van de Ruimtelijke Ordening wil zij kijken hoe zij de ruimtelijke instrumenten actiever kan inzetten. Zodat zij beter kan sturen op (nieuwe) meters en branchering. Tenslotte wil de Provincie activiteiten ontwikkelen om gemeenten te ondersteunen bij de binnenstedelijke opgaven rond winkelgebieden die onder druk staan. Een en ander zal dit jaar tot stand moeten komen. 19
Toevloeiing is de mate waarin inwoners uit andere gemeenten aankopen doen in de
gemeente. Bestedingen die buiten de eigen gemeente of via internet worden gedaan, noemen we ikrachtafvloeiing,
21 (24)
De Provincie heeft daarbij toegezegd dit in nauw overleg met individuele gemeenten en de regio's te doen. In 2016 moet het provinciaal beleid tot stand komen. Het is van belang om twee zaken aan te stippen. 1. De Provincie kan en mag zich enkel en alleen mengen in gemeentelijke beleidskeuzes voor zover het om "Provinciaal belang" gaat. Tot waar dit voor de winkels reikt is ze nog aan het verkennen. Het lijkt er op dat enkel ontwikkelingen met regionale impact (de hoofdwinkelcentra en de periferie) onderwerp van aandacht zijn voor de Provincie. 2.
De Provincie is zich er van bewust dat de winkelmarkt anders functioneert dan de kantorenmarkt. Zij wil dan ook niet dezelfde blauwdruk neerleggen qua aanpak. Zo heeft in het kantorendossier de particuliere eindgebruiker geen stem. Er is enkel sprake van een commerciële huurder. Terwijl in de winkelmarkt de particuliere klant juist zeer belangrijk is. Zonder klant immers geen omzet!
2.6 Gesprekken met winkeliers, vastgoedeigenaren In voorgaande paragrafen zijn de diverse belanghebbenden in beeld gebracht. Maar nog niet de ondernemers zelf. Deze ondernemersgroep is zeer divers. Aan de ene kant de winkeliers die al jarenlang zich met hart en ziel inzetten voor hun winkel en hun klanten. Aan de andere kant nieuwe toetreders die popelen om hun nieuwe concept in onze stad te ontplooien. Het afgelopen jaar is er door middel van werkbezoeken contact gezocht met de ondernemers, eigenaren en hoofdkantoren van supermarkt ketens. Zowel ambtelijk als bestuurlijk. Elk winkelcentrum is bezocht. Tot op heden zijn 25 gesprekken ge\, rd. De gesprekken hadden een informeel karakter. Er zijn dan ook geen verslagen gemaakt. De gesprekken beogen ook geen steekproef te zijn van het bedrijfsleven. Uit de gesprekken kunnen wel een aantal conclusies worden getrokken: Elk winkelcentrum staat op zich. Men komt op voor het eigen winkelcentrum. De scope ligt niet verder. Zo geven de ondernemers aan. De organisatiegraad is laag. In veel gevallen is er geen winkeliersvereniging. Vaak trekt de supermarktondernemer de kar. De Binnenstad en Galecop zijn wel georganiseerd. De gesprekken hier vonden ook plaats met meerdere leden van de winkeliersvereniging. In Makado is er net een nieuw bestuur aangetreden. Vreeswijk kent geen winkeliersvereniging maar een ondernemersvereniging. Niet allen winkeliers maar ook horeca en andere ondernemers nemen hier aan deel. De supermarktketens vertrouwen allemaal op hun eigen formule. Daarvoor willen ze allemaal nog een slag groter groeien. Diverse geven aan dat ze het liefst stand alone buiten het winkelcentrum willen zitten. Aan een hoofdinvalsroute van de stad. Ook nieuwe toetreders hebben dit concept gepresenteerd bij de gemeente. De scope van de gemiddelde supermarktketen ligt op 7 jaar. In die periode wordt een winkelformule omgebouwd. Een winkelvisie zou dan ook een maximale scope van 5 tot 10 jaar moeten hebben zo geven de winkeliers aan.
22 (24
Raadsnummer
Versie
De ombouw van de oude C1000 naar AH en JUMBO is gereed. Nu komt de volgende fase waarin de supermarktketens kijken welke locaties ze willen behouden en welke afgestoten kunnen worden. Men zegt het niet met zo veel woorden, maar het feit dat op diverse locaties er een filiaalmanager vanuit het hoofdkantoor is neer gezet zegt voldoende. In veel gevallen wordt het huurcontract netjes uitgediend. Een aantal contracten zal binnen 2 jaar aflopen. Wat dit betekent voor het betreffende winkelcentrum is nog onzeker. Maar het kan betekenen dat een eigenaar geconfronteerd kan worden met het vertrek van een huurder en op zoek zal moeten naar een nieuwe huurder. De grote supermarktketens behalen Nieuwegein breed een goede omzet. Maar daarbinnen merken ze dat er veel omzet naar de buurt-en wijkwinkelcentra gaat omdat dat gratis parkeren of blauwe zone is. Terwijl het parkeren in de Binnenstad de klant geld kost. Of de ondernemer geld kost in de vorm van uitrijkaarten. Veel ondernemers geven aan dat een grootschalige uitbreiding van Muntplein niet meer van deze tijd is. Als goed voorbeeld wordt de uitbreiding van Hoog Zandveld genoemd. Precies goed naar omvang en soort winkels. In de Binnenstad wordt op dit moment het Binnenstadmanagement uitgerold. Dit leidt tot een meer intensieve samenwerking tussen partijen. De winkeliers hebben hier positieve verwachtingen over. De kerstmarkt heeft men als zeer positief ervaren. Sommige ondernemers klagen over de regeldruk. Vooral in gevallen waar een beperkte of tijdelijke vergunning voor een kleinschalig evenement nodig is leidt tot het optrekken van de wenkbrauwen. Hier ziet men graag wat meer coulance vanuit de gemeente. Op het gebied van criminaliteit en veiligheid geven de meeste ondernemers aan dat er geen zaken spelen. Een supermarkt in de Binnenstad had wel problemen met overlast van jeugd en diefstal. Met ingang van dit nieuwe jaar is er daarom een beveiliger in de winkel aanwezig. Op het gebied van de openbare ruimte wordt aandacht gevraagd voor kleinschalig onderhoud zoals kapotte fietsklemmen, onkruid en opgedrukt straatwerk of niet geleegde prullenbakken. Servicegerichte concepten specifiek voor ouderen zoals thuisbezorgen of samenwerking met WMO aanbieders had geen specifieke aandacht bij de ondernemers. Specifiek punt van aandacht vormt de grote parkeerdruk bij de Lidl in de Doorslag. In het verleden zat hier de Super de Boer met een buurtfunctie. De Lidl overstijgt deze buurtfunctie en trekt klanten van ver. Dit leidt met name op de vrijdag en zaterdag tot parkeeroverlast. De ondernemers hebben hier geen oplossing voor. De betrokkenheid van de eigenaren verschilt enorm. De eigenaar en beheerder van Galecop hebben bijvoorbeeld goed overleg met de winkeliersvereniging. Anderen nooit. Ook voor ons bleek het in sommige gevallen niet mogelijk te zijn om met eigenaren in contact te treden. Zij reageerden niet op telefoon of mail.
23 (24)
Tenslotte vragen diverse partijen de gemeente om visie voor de toekomst. Maar tegelijkertijd zijn er ook partijen die stellen dat de overheid niet het alleenrecht heeft op visie. En waar voor sommigen visie gelijk staat aan vastleggen en behouden, zien anderen visie als het mogelijk maken van nieuwe concepten en het bieden van maatwerk. De werkbezoeken zullen dan ook worden voortgezet. Als middel om structureel de voeling te houden met wat er leeft en speelt in de retailmarkt.
2.7 Vervolg De Analyse was stap 1 op weg naar een nieuwe winkelvisie Nieuwegein 2016 en heeft u een inzicht gegeven in de diversiteit en complexiteit van de retailmarkt. Een markt met diverse spelers en diverse belangen. Een markt waar de overheid slechts een partij is tussen velen. De retailmarkt is altijd een markt met een hoge dynamiek geweest. Deze dynamiek heeft vele innovaties voortgebracht, waar de klanten en ondernemers blij van werden. Van het heden nu naar de toekomst. Een toekomst op basis van een visie. Daarbij horen de volgende stappen: (stap 2) -■■ Kan de huidige doelstelling uit de detailhandelsvisie 2010 20 behouden blijven? Welke thema's behoren centraal te staan in de Winkelvisie Nieuwegein 2016? ■-*■ Welke ambities behoren hier bij?
(stap 3) Hoe gaan we de thema's en bijbehorende ambities uit stap 2 realiseren? e vr;
20
n willen we de komer de periode met de raad en de stad vorm gaan geven.
"De gemeente Nieuwegein wil haar inwoners op redelijke afstand een ge
I en breed winkelaanbod
aanbieden. Tegelijkertijd moeten winkeliers en winkelvastgoedeigenaren de mogelijkhf id behouden om op structurele wijze een rendabele bedrijfsvoering te kunnen voeren."
24 (24)
Raadsnummer
Versie
Leeswijzer Een aantal onderzoeksrapporten zijn belangrijk geweest voor het maken van De analyse. Hierbij treft u een korte beschrijving aan van de betreffende rapporten. De rapporten zijn op verzoek via de griffie (digitaal) beschikbaar. A: Bureau KIR, Hoe staat het winkelapparaat van Nieuwegein er in 2015 voor? Dit rapport geeft een kwalitatieve analyse van onze winkelcentra. Hoe zien de centra er uit? Wat is opvallend? Welke sterke en zwakke punten hebben de diverse winkelcentra? Opdrachtgever was de gemeente Nieuwegein. B: Gemeente Nieuwegein, Onderzoek Inwonerspanel: winkelcentra (2015). Dit rapport is uitgevoerd door de afdeling onderzoek en statistiek van de Gemeente ^Jieuwegein. De leden van het Nieuwegeinse inwonerspanel zijn benaderd met een aantal vragen over hoe zij denken over hun winkelcentrum. Het ging daarbij om de periode 2010-2015. Dus verleden en heden. C: Bureau Q&A in opdn it van Provincie Utrecht, Op weg naar een toekomstbestendige retailstructuur (2015). Provinciale staten heeft opdracht gegeven aan GS om te onderzoeken hoe de stand van zaken is voor wat betreft de Provinciale winkelmarkt. Daarvoor is bureau Q&A ingehuurd. Het onderzoek beschrijft de huidige stand van zaken, geeft een beeld van trends en ontwikkelingen. En sluit af met de mogelijke rol die de Provincie zou kunnen spelen om te sturen op het winkeldossier. Cl: Factsheet gemeente Nieuwegein, Op weg naar een toekomstbestendige !; Factsheet gemeente Nieuwegein, 2014/2015 (2015). Deze twee deelonderzoeken behoren in op de Nieuwegeinse situatie.
Bureau Q&A in opdracht van Provincie Utrecht, retailstructuur (2015). I&O, Koopstromenonderzoek Provincie Utrecht bij het Provinciaal onderzoek. Ze gaan expliciet