Nieuwe subsidies kinderopvang: informatie voor het lokaal bestuur INLEIDING De Vlaamse Regering stelt in 2015 nieuwe middelen ter beschikking voor subsidies voor kinderopvang van baby’s en peuters. Organisatoren kunnen een aanvraag indienen tot woensdag 30 september 2015. Omdat het lokaal bestuur als lokale regisseur een belangrijke inbreng bij de ontwikkeling van het kinderopvangaanbod heeft, vraagt Kind en Gezin aan elk lokaal bestuur een advies over de aanvragen in zijn gemeente. Dit advies wordt uiterlijk op vrijdag 23 oktober 2015 bij Kind en Gezin verwacht. Meer info hierover vind je vanaf p. 12. Basissubsidie (trap 1) Voor de groepsopvang is er 1,5 miljoen euro voor 1.994 extra plaatsen met basissubsidie (trap 1). Aanvragen voor gezinsopvang komen niet in aanmerking. Het grootste deel gaat naar de omschakeling van bestaande, nog niet gesubsidieerde plaatsen. Een deel is voorzien voor nieuw te vergunnen plaatsen. Het bedrag voor groepsopvang wordt op 1 januari 2016 verhoogd van 578,37 euro naar 752,28 euro per plaats per jaar, onder voorbehoud van een definitieve beslissing van de Vlaamse Regering. De basissubsidie (trap 1) is de subsidie voor kinderopvang met 220 openingsdagen. De voorwaarden vind je op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Subsidies en financieel > basissubsidie. Subsidie inkomenstarief (trap 2) Er is 5 miljoen euro voor minstens 835 extra plaatsen met subsidie inkomenstarief (trap 2). Dit budget is evenredig verdeeld over de omschakeling van bestaande plaatsen en het creëren van nieuwe plaatsen. Deze oproep richt zich vooral op groepsopvang, maar aanvragen voor gezinsopvang zijn mogelijk. Organisatoren die een aanvraag voor gezinsopvang doen, moeten de gevraagde plaatsen in de geselecteerde gemeente realiseren. Bij groepsopvang is enkel het laagste tarief mogelijk (trap 2B of het vroegere IKG-tarief) zodat we binnen het budget aan zoveel mogelijk plaatsen een subsidiebelofte kunnen geven. Gezinsopvang krijgt het hoogste tarief (trap 2A). Als er subsidies voor gezinsopvang worden toegekend, dan kunnen we meer plaatsen toekennen, omdat de kostprijs voor een subsidieerbare plaats inkomenstarief in de gezinsopvang lager ligt.
1 Kind en Gezin - 16 juli 2015
De subsidie voor inkomenstarief (trap 2) is de subsidie voor kinderopvang waar gezinnen een prijs betalen op basis van het inkomen, waar kinderen van bepaalde gezinnen voorrang krijgen en, samen met kwetsbare gezinnen, minstens 20% van de opgevangen kinderen uitmaken. De voorwaarden voor de subsidie inkomenstarief en de bedragen vind je op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby’s en peuters > Subsidies en financieel > Subsidie inkomenstarief. Plussubsidie (trap 3) Er is 800.000 euro waarmee 1235 bestaande plaatsen met subsidie inkomenstarief (trap 2) omgeschakeld kunnen worden naar subsidieerbare plaatsen met plussubsidie (trap 3). Zowel aanvragen voor gezinsopvang als voor groepsopvang komen in aanmerking. Organisatoren die een aanvraag willen doen voor gezinsopvang, moeten de gevraagde plaatsen in de geselecteerde gemeente realiseren en aantonen dat ze de opdrachten van de plussubsidie zullen opnemen in locaties die in deze gemeente liggen. In de aanvraag toont de organisator aan dat hij inspanningen doet om te voldoen aan de voorwaarden die aan plussubsidie (trap 3) verbonden zijn. Kind en Gezin gaat onder meer na:
hoeveel kinderen uit kwetsbare gezinnen de organisator al bereikt;
in welke mate er samenwerking is met toeleiders;
in welke mate de organisator zijn werking afstemt op de doelgroep.
Het is niet mogelijk om een aanvraag te doen voor:
nieuwe plaatsen (plaatsen die nog niet vergund zijn en subsidies tot en met trap 3 willen);
voor omschakeling van bestaande, niet gesubsidieerde plaatsen (trap 0) of bestaande plaatsen met basissubsidie (trap 1) naar de plussubsidie (trap 3);
andere gemeentes dan geselecteerde gemeentes (zie verder)
De plussubsidie (trap 3) is de subsidie voor kinderopvang die kwetsbare gezinnen ondersteunt, waar kinderen van deze gezinnen voorrang krijgen en minstens 30% van de opgevangen kinderen uitmaken. De plussubsidie bedraagt 647,50 euro per plaats per jaar. De voorwaarden vind je op http://www.kindengezin.be/kinderopvang/sector-babys-en-peuters/subsidies-enfinancieel/plussubsidie/
INHOUD Basissubsidie en subsidie inkomenstarief: programmatie en verdeling:
p.3
Nieuwe plaatsen
p.4
Omschakeling van bestaande plaatsen
p.5
Plussubsidie: programmatie en verdeling: Rol lokaal bestuur en meer info
p.10 :
p.12
2 Kind en Gezin - 16 juli 2015
BASISSUBSIDIE EN SUBSIDIE INKOMENSTARIEF: PROGRAMMATIE EN VERDELING Er is een voorafname voor Antwerpen (20%), het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (10%) en Gent (5%). De rest van het budget wordt verdeeld over de overige steden en gemeenten van het Vlaams Gewest die op basis van de programmatiecriteria hieronder in aanmerking komen. Basissubsidie (trap 1) Er is 1,5 miljoen euro voor 1.994 extra plaatsen groepsopvang met basissubsidie (trap 1):
1,250 miljoen € voor 1.662 bestaande nog niet gesubsidieerde plaatsen (trap 0);
0,250 miljoen € voor 332 nieuwe plaatsen met basissubsidie.
omschakeling bestaande uitbreiding (nieuwe) TOTAAL
Vlaanderen Antwerpen Gent Brussel TOTAAL budget aantal budget aantal budget aantal budget aantal budget aantal plaatsen plaatsen plaatsen plaatsen plaatsen € 812.500 1080 € 250.000 332 € 62.500 83 € 125.000 166 € 1.250.000 1662 € 162.500 216 € 50.000 66 € 12.500 17 € 25.000 33 € 250.000 332 € 975.000 1296 € 300.000 399 € 75.000 100 € 150.000 199 € 1.500.000 1994
Subsidie inkomenstarief (trap 2) Er is 5 miljoen euro voor minstens 835 extra plaatsen met subsidie inkomenstarief (trap 2).
2,5 miljoen € voor bestaande plaatsen zonder subsidie inkomenstarief (trap 0 en trap 1);
2,5 miljoen € voor nieuwe plaatsen met subsidie inkomenstarief (trap 2).
Vlaanderen Antwerpen Gent Brussel TOTAAL budget aantal budget aantal budget aantal budget aantal budget aantal plaatsen plaatsen plaatsen plaatsen plaatsen uitbreiding (nieuwe) € 1.625.000 271 € 500.000 83 € 125.000 21 € 250.000 42 € 2.500.000 417 omschakeling bestaande € 1.625.000 271 € 500.000 83 € 125.000 21 € 250.000 42 € 2.500.000 417 TOTAAL € 3.250.000 543 € 1.000.000 167 € 250.000 42 € 500.000 83 € 5.000.000 835
Verdeling over de overige steden en gemeenten in het Vlaams Gewest Na de voorafname voor Antwerpen, Gent en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rangschikken we de resterende gemeentes in het Vlaams Gewest. Dit gebeurt voor uitbreiding met nieuwe plaatsen op een andere manier als voor de omschakeling van bestaande plaatsen. Hierdoor kunnen we voor nieuwe plaatsen andere gemeentes selecteren als voor bestaande plaatsen. Zo komen er meer verschillende gemeentes in aanmerking.
3 Kind en Gezin - 16 juli 2015
NIEUWE PLAATSEN
1.
Stap 1: rangschikking van de gemeentes op basis van hun potentiële nood aan kinderopvang We rangschikken de gemeenten op basis van hun potentiële nood aan kinderopvang. Gemeentes met de grootste nood staan bovenaan en komen eerst aan bod. De potentiële nood is het verschil tussen de potentiële vraag en het beschikbare aanbod. Potentiële vraag (1) -
het aantal kinderen in de gemeente jonger dan 3 jaar met een werkzoekende of werkende moeder (samenwonend of gehuwd)
-
plus het aantal kinderen jonger dan 3 jaar met een alleenstaande ouder.
Aanbod het totaal aantal plaatsen vergunde gezinsopvang en groepsopvang in de gemeente (2)
Stap 2: bepaling voor welke subsidies de gemeente in aanmerking komt Na de rangschikking gaan we na voor welke soort subsidiebelofte de gemeente in aanmerking komt: basissubsidie (trap 1) en/of subsidie inkomenstarief (trap 2).
Als in de gemeente het % plaatsen met subsidie inkomenstarief (trap 2 en trap 3) kleiner is dan 60% van het totale opvangaanbod, dan kunnen er nieuwe plaatsen met subsidie inkomenstarief (trap 2) toegekend worden.
Als in de gemeente het % plaatsen met basissubsidie (trap 1) kleiner is dan 40% van het totale opvangaanbod, dan kunnen er nieuwe plaatsen met basissubsidie (trap 1) toegekend worden.
(1) Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de gezinssituatie en de werksituatie van de moeder bepalende criteria zijn voor de vraag naar en het gebruik van kinderopvang. (2) Dit zijn alle plaatsen met status ‘vergund –opgestart’ of ‘vergund - niet actief’ of ‘vergund - niet opgestart’. De locaties die exclusief schoolkinderen opvangen tellen niet mee. Voor de groepsopvang en de gezinsopvang zonder eigen statuut (de vroegere zelfstandige onthaalouders) zijn dit het aantal plaatsen op de vergunning. Voor de gezinsopvang en de groepsopvang samenwerkende onthaalouders met een eigen statuut (de vroegere aangesloten onthaalouders) is dit de subsidieerbare capaciteit die herleid is naar gemeenteniveau.
4 Kind en Gezin - 16 juli 2015
Overzicht1: Aandeel inkomenstarief
Aandeel basissubsidie
Welke soort nieuwe
(T2 + T3)
(T1)
plaatsen?
<60% >60%
<40%
T2 en T1
>40%
T2
<40%
T1
>40%
/
Om te bepalen hoeveel plaatsen er maximaal kunnen bijkomen in een gemeente, kijken we naar het tekort om tot 40% plaatsen met een basissubsidie of 60% plaatsen met subsidie inkomenstarief te komen. De volledige rangschikking van de gemeentes met welk soort subsidies voor nieuwe plaatsen kunnen toegekend worden, vind je hier. Op blz 7 vind je welke gemeenten in deze uitbreidingsronde in aanmerking komen.
2. OMSCHAKELING VAN BESTAANDE PLAATSEN
Stap 1 rangschikking van de gemeentes op basis van de huidige beschikbare subsidies We rangschikken de gemeenten op basis de huidige beschikbare subsidies in die gemeente. Gemeentes met het grootste aandeel niet gesubsidieerde plaatsen (trap 0) staan bovenaan en komen eerst aan bod. Stap 2: bepalen voor welke subsidies gemeentes uit de rangschikking in aanmerking komen Na de rangschikking gaan we voor elk gemeente na voor welke soort omschakeling ze in aanmerking komt: -
naar plaatsen met basissubsidie (trap 1)
-
en/of naar plaatsen met een subsidie inkomenstarief (trap 2).
Als in de gemeente het % plaatsen met inkomenstarief (trap 2) kleiner is dan 60% van het totale opvangaanbod, dan kunnen er bestaande plaatsen zonder subsidie inkomenstarief (trap 1 of trap 0) omschakelen naar subsidie inkomenstarief (trap 2).
Als in de gemeente het % plaatsen met basissubsidie (trap 1) kleiner is dan 40% van het totale opvangaanbod, dan kunnen er bestaande plaatsen zonder subsidie omschakelen naar plaatsen met basissubsidie (trap 1).
1
Gebruikte afkortingen: T1 = trap 1 (basissubsidies), T2 = trap 2 (inkomenstarief), T3 = trap 3 (plussubsidie)
5 Kind en Gezin - 16 juli 2015
Overzicht2:
Aandeel
Aandeel niet
Aandeel
Welke
inkomenstarief (T2)
gesubsidieerde
basissubsidie
omschakeling?
plaatsen (T0)
(T1)
<60%
=0% >0%
>40%
T1 T2
<40%
Komt niet voor
>40%
T1 T2 T0 T2
<40%
T0 T1 T0 T2
>60%
=0% >0%
>40%
/
<40%
/
>40%
/
<40%
T0 T1
We kennen in een gemeente niet meer plaatsen toe dan wat nodig is om 40% plaatsen met basissubsidie of 60% plaatsen met subsidie inkomenstarief te bereiken. De volledige rangschikking van de gemeentes met welk soort subsidies voor nieuwe plaatsen kunnen toegekend worden, vind je hier. Op blz 9 vind je welke gemeenten in deze uitbreidingsronde in aanmerking komen. WELKE GEMEENTES KOMEN IN AANMERKING? Omdat het beschikbare budget beperkt is, kunnen in deze uitbreidingsronde slechts bepaalde gemeenten van de rangschikking aan bod komen. Enkel aanvragen uit deze gemeenten komen in aanmerking. Aanvragen uit andere gemeenten zijn niet ontvankelijk. In de tabellen hieronder zie je welke gemeenten in aanmerking kunnen komen en voor hoeveel plaatsen maximum:
gemeentes in oranje: enkel plaatsen met basissubsidie (trap 1)
gemeentes in groen: zowel plaatsen met basissubsidie (trap 1) als met subsidie inkomenstarief (trap 2)
gemeentes in blauw: enkel plaatsen met subsidie inkomenstarief (trap 2).
We kennen per gemeente niet meer plaatsen toe dan het maximaal aantal per subsidietrap. We behandelen de aanvragen volgens de rangschikking: als we alle aanvragen uit een hoger gerangschikte gemeente behandeld hebben en/of als in de gemeenten het maximum aantal plaatsen is toegekend en er is nog budget beschikbaar, dan kunnen aanvragen uit een lager gerangschikte gemeente in aanmerking komen.
2
Gebruikte afkortingen: T1 = trap 1, T2 = trap 2, IKT = inkomenstarief
6 Kind en Gezin - 16 juli 2015
NIEUWE PLAATSEN Gebruikte afkortingen: T1 = trap 1, T2 = trap 2, IKT = inkomenstarief
Gemeente
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
AALST MECHELEN SINT-NIKLAAS BRUGGE KORTRIJK HEIST-OP-DEN-BERG VILVOORDE HASSELT OOSTENDE BERINGEN DILBEEK HALLE GRIMBERGEN SINT-PIETERS-LEEUW GEEL GENK BEVEREN NINOVE BILZEN ASSE DENDERMONDE LOKEREN MAASMECHELEN LEUVEN GERAARDSBERGEN LIER
Totale Potentiële Potentiële capaciteit vraag nood
1.180 1.493 1.058 1.945 1.232 356 515 1.205 621 486 376 447 402 261 427 676 618 371 256 386 591 511 295 2.063 309 358
2.303 2.581 1.900 2.742 1.992 1.103 1.247 1.894 1.309 1.153 1.042 1.088 1.042 899 1.046 1.267 1.208 945 827 949 1.152 1.069 846 2.604 835 795
1.123 1.088 842 796 760 747 732 689 688 668 666 641 639 638 619 592 590 574 571 564 561 558 551 541 526 437
Aandeel Aandeel niet IKT IKT (T1) (T2+T3)
5,6% 81,3% 17,0% 69,7% 23,8% 70,9% 4,1% 88,1% 11,5% 76,4% 10,7% 51,7% 8,3% 62,2% 21,6% 67,0% 0,0% 93,6% 2,7% 94,6% 11,7% 67,0% 0,0% 66,0% 0,0% 59,7% 0,0% 78,5% 21,1% 76,6% 0,0% 103,8% 23,9% 66,3% 0,0% 81,4% 5,5% 91,4% 0,0% 87,0% 4,1% 83,8% 11,7% 89,8% 0,0% 98,0% 5,5% 81,2% 0,0% 81,9% 35,2% 58,9%
Welk soort subsidieerbare plaatsen?
Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 T1 + T2 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 T1 + T2 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 Enkel T1 T1 + T2
Hoeveel subsidieerbare plaatsen basissubsidie (T1) maximaal? 406 343 171 699 351 104 163 222 249 181 106 179 161 104 84 281 99 148 88 154 212 147 118 712 124 17
Hoeveel subsidieerbare plaatsen IKT (T2) maximaal?
30
1
4 7
Kind en Gezin - 16 juli 2015
27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
NIJLEN ZWEVEGEM MERELBEKE KORTENBERG ESSEN HEMIKSEM HERSELT KONTICH ERPE-MERE OVERIJSE POPERINGE MERCHTEM LAAKDAL BOORTMEERBEEK HERK-DE-STAD PUTTE STEENOKKERZEEL BERLARE LILLE ANZEGEM SINT-LIEVENS-HOUTEM WEZEMBEEK-OPPEM VOSSELAAR MOORSLEDE WICHELEN BONHEIDEN
227 314 362 234 251 80 129 273 250 334 295 214 201 139 124 251 111 207 248 227 105 132 127 158 148 186
616 654 662 516 526 348 388 514 490 573 520 426 407 344 328 455 310 405 442 422 282 297 283 310 301 337
388 340 299 282 275 268 259 241 240 239 224 212 206 205 204 204 199 198 195 195 178 165 155 153 152 151
32,1% 13,7% 11,6% 18,0% 46,1% 17,5% 48,8% 29,0% 22,4% 0,0% 5,1% 4,2% 55,2% 38,1% 19,4% 41,0% 15,3% 22,2% 30,3% 21,2% 23,9% 0,0% 56,6% 10,1% 16,9% 44,6%
54,7% 46,2% 51,1% 57,2% 52,3% 54,9% 51,2% 54,2% 45,3% 32,1% 56,0% 59,3% 44,8% 46,8% 55,6% 49,0% 47,9% 51,3% 59,6% 52,8% 56,0% 15,2% 43,4% 42,9% 39,9% 55,4%
T1 + T2 T1 + T2 T1 + T2 T1 + T2 Enkel T2 T1 + T2 Enkel T2 T1 + T2 T1 + T2 T1 + T2 T1 + T2 T1 + T2 Enkel T2 T1 + T2 T1 + T2 Enkel T2 T1 + T2 T1 + T2 T1 + T2 T1 + T2 T1 + T2 T1 + T2 Enkel T2 T1 + T2 T1 + T2 Enkel T2
18 83 103 52 18 30 44 134 103 77 3 26 28 37 24 43 17 53 47 34
12 43 32 6 19 4 11 16 37 93 12 1 31 18 5 28 13 18 1 16 4 59 21 27 30 9
8 Kind en Gezin - 16 juli 2015
OMSCHAKELING PLAATSEN Gebruikte afkortingen: T1 = trap 1, T2 = trap 2, IKT = inkomenstarief
Gemeente
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
WEZEMBEEK-OPPEM KRAAINEM BEKKEVOORT TERVUREN HOEILAART HOEGAARDEN OVERIJSE MAARKEDAL SINT-GENESIUS-RODE WEMMEL DROGENBOS MOORSLEDE BAARLE-HERTOG WICHELEN HOREBEKE DEERLIJK GLABBEEK LEDEGEM LICHTERVELDE GRIMBERGEN ZWEVEGEM POPERINGE TIELT-WINGE ARDOOIE HULDENBERG HEIST-OP-DEN-BERG MERELBEKE BEVER SCHILDE STEENOKKERZEEL
Totale vergunde capaciteit 132 181 48 278 164 76 334 58 237 280 55 158 39 148 16 213 80 174 149 402 314 295 194 164 188 356 362 67 226 111
Aandeel niet Aandeel IKT Aandeel Aandeel IKT (T1) (T2) plussubsidie zonder (T3) subsidie (T0) 0,0% 15,2% 0,0% 84,8% 0,0% 15,5% 0,0% 84,5% 0,0% 16,0% 0,0% 84,0% 6,5% 20,8% 0,0% 72,7% 0,0% 29,3% 0,0% 70,7% 22,5% 8,7% 0,0% 68,8% 0,0% 32,1% 0,0% 67,9% 0,0% 35,8% 0,0% 64,2% 0,0% 42,1% 0,0% 57,9% 5,0% 44,6% 0,0% 50,4% 0,0% 50,9% 0,0% 49,1% 10,1% 42,9% 0,0% 46,9% 0,0% 54,2% 0,0% 45,8% 16,9% 39,9% 0,0% 43,2% 0,0% 56,8% 0,0% 43,2% 5,6% 44,6% 6,6% 43,2% 0,0% 57,4% 0,0% 42,6% 22,9% 34,6% 0,0% 42,4% 0,0% 58,3% 0,0% 41,7% 0,0% 59,7% 0,0% 40,3% 13,7% 46,2% 0,0% 40,1% 5,1% 56,0% 0,0% 38,9% 19,1% 42,1% 0,0% 38,7% 7,3% 54,3% 0,0% 38,4% 7,5% 54,7% 0,0% 37,8% 10,7% 51,7% 0,0% 37,6% 11,6% 51,1% 0,0% 37,3% 0,0% 62,8% 0,0% 37,2% 27,4% 35,5% 0,0% 37,1% 15,3% 47,9% 0,0% 36,9%
Welke omschakeling mogelijk?
T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 T0 naar T1 of T0 naar T2 T0 naar T1 of T0 naar T2
Hoeveel subsidieerbare Hoeveel subsidieerbare plaatsen basissubsidie (T1) plaatsen IKT (T2) maximaal (tot 40%)? maximaal (tot 60%)? 53 72 19 93 66 13 134 23 95 98 22 47 16 34 6 73 32 30 60 161 83 103 40 54 61 104 103 27 29 28
59 81 21 109 50 39 93 14 42 43 5 27 2 30 1 33 2 44 2 1 43 12 35 9 10 30 32 55 13 9
Kind en Gezin - 16 juli 2015
PLUSSUBSIDIE: PROGRAMMATIE EN VERDELING Er is een voorafname van 15% voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of 185 plaatsen. De rest van het budget wordt verdeeld over het Vlaams Gewest op basis van de programmatiecriteria hieronder. Hiermee kunnen 1050 plaatsen worden gesubsidieerd.
Vlaanderen Brussel TOTAAL budget aantal budget aantal budget aantal plaatsen plaatsen plaatsen omschakeling bestaande € 680.000 1.050 € 120.000 185 € 800.000 1235 Stap 1. Rangschikking van de gemeentes op basis van kinderen geboren in kansarmoede We rangschikken de gemeentes op basis van het aantal kinderen dat geboren wordt in kansarmoede. We gebruiken hiervoor het gemiddelde van de eigen registraties voor 2012, 2013 en 2014. (Meer info: http://www.kindengezin.be/cijfers-en-rapporten/cijfers/kansarmoede/ ). De gemeenten met het hoogst aantal kinderen geboren in kansarmoede (in absolute cijfers) staan bovenaan en komen eerst aan bod. Je vindt deze volledige rangschikking hier. Stap 2. Bepaling of de gemeente in aanmerking komt en voor hoeveel plaatsen Na de rangschikking gaan we na hoeveel plaatsen met plussubsidie al in de gemeente beschikbaar zijn. Als in de gemeente het aantal plaatsen met plussubsidie minder dan 5% van het beschikbare aanbod is, dan komt de gemeente in aanmerking voor omschakeling van bestaande plaatsen met subsidie inkomenstarief naar plaatsen met plussubsidie. Het maximale aantal plaatsen dat kan omschakelen, wordt berekend door het verschil tussen de 5% en het huidig % plaatsen met plussubsidie. Voorbeeld: in de gemeente X met 2 % plaatsen met plussubsidie kan maximaal 3% van het beschikbare opvangaanbod omschakelen (=5% - 2%). Welke gemeentes komen aan bod? Binnen het beschikbare budget kunnen in deze uitbreidingsronde de eerste 40 gemeenten van de rangschikking aan bod komen. In de tabel hieronder zie je welke gemeenten en voor hoeveel plaatsen maximum. Enkel aanvragen voor deze gemeenten komen in aanmerking. We behandelen de aanvragen volgens de rangschikking van de gemeenten. Als alle aanvragen uit een hoger gerangschikte gemeente behandeld zijn tot aan de 5% en er zijn nog middelen beschikbaar, dan kunnen aanvragen uit een lager gerangschikte gemeente in aanmerking komen. Per gemeente worden niet meer plaatsen toegekend dan het maximaal aantal toekenbare plaatsen.
10 Kind en Gezin - 16 juli 2015
Gemeente
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40.
ANTWERPEN GENT LEUVEN GENK SINT-NIKLAAS OOSTENDE MECHELEN KORTRIJK AALST ROESELARE MAASMECHELEN TURNHOUT MENEN BOOM RONSE BRUGGE BERINGEN HEUSDEN-ZOLDER HASSELT VILVOORDE GERAARDSBERGEN SINT-TRUIDEN LOKEREN HOUTHALEN-HELCHTEREN TEMSE ZELE DENDERMONDE TIENEN ZAVENTEM WILLEBROEK NINOVE BILZEN BEVEREN WETTEREN LOMMEL ASSE IEPER SCHOTEN BLANKENBERGE DILBEEK
Maximum aantal toekenbare plaatsen met plussubsidie 202 171 46 35 31 21 65 40 39 51 15 26 22 12 18 77 24 8 60 26 15 23 26 13 19 13 30 23 23 14 19 13 31 17 18 19 23 21 9 19
11 Kind en Gezin - 16 juli 2015
ROL LOKAAL BESTUUR Het lokaal bestuur heeft als lokale regisseur een belangrijke inbreng bij de ontwikkeling van het kinderopvangaanbod. Daarom vraagt Kind en Gezin aan elk lokaal bestuur een advies over de aanvragen in zijn gemeente. Kind en Gezin gaat er van uit dat dit advies inhoudelijk en procesmatig voldoet aan het zorgvuldigheidsbeginsel van behoorlijk bestuur. Het lokaal bestuur kan een gemotiveerd positief of negatief advies uitbrengen. -
Als een lokaal bestuur over een aanvraagdossier een negatief advies formuleert, dan wordt deze aanvraag uitgesloten.
-
Als een lokaal bestuur een positief advies uitbrengt, dan kent het ook een score toe. Het lokaal bestuur legt vooraf een aantal criteria vast op basis waarvan het de aanvragen beoordeelt. Een score van 0 is niet gelijk aan een negatief advies. Aanvragen met een 0-score worden dus niet bij voorbaat uitgesloten.
Het lokaal bestuur formuleert in zijn advies: -
op basis van welk(e) criterium/criteria het de plaatsen binnen de gemeente wil inzetten, bijvoorbeeld de ligging binnen de gemeente, de mate van betrokkenheid van de organisator bij het lokaal beleid kinderopvang, …;
-
het gewicht en de score dat het aan elk criterium wil geven;
-
de maximum score die een aanvraag kan krijgen.
Idealiter wordt voor de criteria en hun gewicht het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang gevraagd. Het is aangewezen dat het lokaal bestuur de criteria op voorhand openbaar bekend maakt voor de betrokken aanvragers. Het lokaal bestuur toetst elke aanvraag uit de gemeente aan de criteria en berekent voor elke aanvraag een totaalscore. Deze totaalscore wordt omgerekend naar een maximum van 8 punten. Als een lokaal bestuur over een individuele aanvraag geen advies verleent omdat de organisator zijn aanvraag niet kenbaar maakte bij het lokaal bestuur, dan wordt dit als een 0-score beschouwd. Het lokaal bestuur bezorgt zijn advies uiterlijk vrijdag 23 oktober 2015 aan Kind en Gezin via de formulieren op www.kindengezin.be. Ga naar Kinderopvang > Sector baby's en peuters > Snelinfo's, oproepen en verslagen > Oproepen en beslissingen > Oproepen. Meer informatie kan je krijgen bij de provinciaal consulent Kinderopvang. De adresgegevens staan op p. 13.
BESLISSINGSCRITERIA Meer info over de criteria die Kind en Gezin gebruikt bij het beoordelen van de aanvragen, vind je op de website van Kind en Gezin.
12 Kind en Gezin - 16 juli 2015
MEER WETEN
Algemene info over de subsidies
Basissubsidie
Subsidie inkomenstarief
Plussubsidie
CONTACT Met vragen over deze informatie kan je bij de provinciaal consultent Kinderopvang terecht. ANTWERPEN Provinciaal consulent kinderopvang: An Van Limbergen Provinciale afdeling Antwerpen Lange Kievitstraat 111,-113 bus 32 2018 Antwerpen Telefoonnummer: 03 206 20 51 LIMBURG Provinciaal consulent kinderopvang: Ilse Coemans Provinciale afdeling Limburg Hendrik Van Veldekesingel 150 bus 15 3500 Hasselt Telefoonnummer: 011 77 19 71 OOST-VLAANDEREN Provinciaal consulent kinderopvang: Marga Eeckhoudt Provinciale afdeling Oost-Vlaanderen Koningin Maria Hendrikaplein 70 bus 50 9000 Gent Telefoonnummer: 09 265 71 71 VLAAMS-BRABANT Provinciaal consulent kinderopvang: Ilse Haesendonck Provinciale afdeling Vlaams-Brabant en Brussel Diestsepoort 6 bus 56 3000 Leuven Telefoonnummer: 016 21 05 11 WEST-VLAANDEREN Provinciaal consulent kinderopvang: Ann Vercauteren Provinciale afdeling West-Vlaanderen Koning Albert I-Laan 1.2 bus 54 8200 Sint-Michiels Telefoonnummer: 050 44 65 50
13 Kind en Gezin - 16 juli 2015