Federatie van Ouderverenigingen
Netwerk CHARGE nieuwsbrief | nummer 15 | september | 2004
Sienna Sienna is op 25 september 1997 geboren na een zwangerschap van 39 weken. Ze is de jongste van onze vier kinderen. Alles zag er goed uit, alleen had Sienna aan beide voetjes een ‘adductie’ aan de voorvoet. Niet zo erg, maar toch iets om in de gaten te houden. • Vervolg op pagina 3
Nieuwsbrief Charge | september | 2004
1
Netwerk nieuws
Redactie De nieuwsbrief Charge verschijnt onder verantwoordelijkheid van het netwerk ‘Charge’. Het netwerk wordt ondersteund door de samenwerkende ouderverenigingen: Philadelphia, protestants-christelijke vereniging voor mensen met een verstandelijke handicap, hun ouders, familie en vrienden T 030 2363738 www.verenigingphiladelphia.nl VOGG, Algemene vereniging van ouders en verwanten van mensen met een verstandelijke handicap T 030 2363744 www.vogg.nl Dit Koningskind, Vereniging van gereformeerde mensen met een handicap, hun ouders en vrienden T 030 2363788 www.ditkoningskind.nl WOI, Werkverband van Ouder- en familieverenigingen in Instellingen voor mensen met een verstandelijke handicap T 030 2363722 www.woi.nl Helpende Handen, Vereniging Gehandicaptenzorg van de Gereformeerde Gemeenten T 0348 489970 www.fvo.nl/helpendehanden Redactie-adres: Federatie van Ouderverenigingen t.a.v. Mieke van Leeuwen Postbus 85276 3508 AG Utrecht T 030 2363767 F 030 2313054
[email protected] www.fvo.nl ISSN-nummer ISSN 1389-0719
2
• Het belangrijkste nieuws is natuurlijk dat het CHARGE gen is gevonden! • Hierboven ziet u de kop van het artikel waarin is beschreven wat de oorzaak is van CHARGE. Ook staan hier alle mensen genoemd die hebben bijgedragen aan dit onderzoek. Wanneer u deze nieuwsbrief ontvangt, is de bijeenkomst in Nijmegen alweer voorbij. Op zaterdag 18 september hebben we uit de eerste hand mogen horen hoe de zoektocht is verlopen, wat er precies is gevonden en wat dit betekent voor nu en straks.
Dr. Conny van Ravenswaaij heeft voor de Amerikaanse nieuwsbrief opgeschreven hoe de zoektocht naar het gen is verlopen. We hebben dit verhaal voor u vertaald. Daarmee hebben we tegelijk een verslag van 18 september. • Het verhaal over Sienna laat heel duidelijk zien hoe lang het soms kan duren voor er een diagnose is. We hopen dat ‘nieuwe ouders’ niet meer zolang hoeven te wachten. Er kan nu immers een test gedaan worden bij een verdenking op CHARGE.
Contact Sylvia Stikkelorum (Zoey) Erfgooiersweg 31 1251 VM Laren T. 035 6948323
[email protected]
Mieke van Leeuwen Postbus 85275 3508 AG Utrecht T 030 2363767
[email protected]
Nieuwsbrief Charge | september | 2004
• Vervolg van pagina 1
Met anderhalve maand zijn beide voetjes van Sienna ongeveer 6 weken in het gips gegaan. Ze was een zeer slechte drinker. Het bleef een klein kindje dat slecht groeide en weinig woog. Ze was wel heel vrolijk en genoot duidelijk van haar broers en zus.
Naar de kinderarts De ontwikkeling verliep traag tot zeer traag. Het hoofd ophouden, omrollen, los zitten, alles liep weken/maanden achter in vergelijking met de andere kinderen. Sienna was altijd verkouden en ze ademde/ snurkte (nog steeds) zeer hoorbaar. Inmiddels zagen wij ook dat haar linkeroog kleiner was dan het rechteroog. Hier wist niemand de reden van. Alle dingen bij elkaar zoals slecht groeien, slecht eten en drinken, slechte uitslag gehoortesten, navelbreukje, trage ontwikkeling en afwijkende ogen, waren voor de huisarts reden om ons door te sturen naar een kinderarts voor een diagnose. Het is dan oktober 1998. De kinderarts zag de problemen niet zo, maar besloot ons wel onder controle te houden.
Geen evenwicht Sienna is dan 13 maanden. Ze kon langs de tafel en de box lopen. Ze bleek erg instabiel te zijn en viel regelmatig steil achterover. In het begin dacht ik dat het kwam door de trage ontwikkeling, maar het bleef maar duren. In augustus 1999 maakten we ons zo veel zorgen dat we bij de kinderneuroloog en de orthopedisch chirurg terecht kwamen. Een EEG en een CT scan volgden, maar hier kwam niets uit. Bij de orthopeed liep het niet zo lekker. Hij zag geen reden om nachtspalken voor te schrijven. Op ons aandringen en na een bezoek aan een andere orthopeed kreeg Sienna toch nachtspalken voor haar voetjes. Dit heeft veel goed gedaan voor haar voeten. Maar helaas hielp dit niet voor haar evenwichtsproblemen. In september 1999 komen we via de neuroloog te-
Nieuwsbrief Charge | september | 2004
recht bij een kinderfysiotherapeut. En dat was geweldig. Het ging stapje voor stapje beter met Sienna en warempel: toen ze twee jaar en twee maanden was liep ze los!
was het verschil te merken! Niet qua spraak, maar zeker wat betreft het horen.
Slechthorend
Het ging stapje voor
Inmiddels liepen verschillende onderzoeken mis, zoals bijvoorbeeld de vele gehoortesten. Maar dat werd allemaal afgeschoven op de trage ontwikkeling, dus ‘moesten we nog maar even afwachten’. Sienna ging inmiddels lekker naar de peuterspeelzaal en ze had het daar goed naar haar zin. In het begin ben ik er bij gebleven, maar ook alleen vermaakte ze zich daar prima. Het praten ging slecht. Na een opmerking van de fysiotherapeute - die zelf een slechthorende dochter heeft - merkten we dat Sienna slechthorend is. Inmiddels liepen we bij de huisarts, de kinderarts, de neuroloog, de orthopeed, een audioloog en een KNO arts. De communicatie tussen de artsen was bijzonder slecht.
stapje beter met Sienna
In januari 2000 kreeg Sienna hoortoestellen en gelijk de eerste dag
en warempel: toen ze twee jaar en twee maanden was liep ze los!
In mei 2000 konden we eindelijk in Rotterdam terecht voor een Bera gehoortest. Dit was op mijn aandringen, want ik wilde perse weten wat er mis is met haar oren. Hieruit bleek dat Sienna zeer slechthorend is vooral bij de hoge tonen: 70 dB verlies. Volgens de audioloog komen de evenwichtsproblemen en de slechthorendheid vanuit het slakkenhuis. Op mijn vraag of er foto’s gemaakt kunnen worden van de oren, werd ontkennend geantwoord.
3
Vooruitgang
Antwerpen
Gedurende het hele jaar 2000 deden we elke week fysio en logopedie en langzaam boekte Sienna wat vooruitgang. Motorisch ging het beter en er kwamen wat meer woordjes uit, hoewel ze nog moeilijk te verstaan was. We dachten aan een speciale school voor kinderen die slechthorend zijn en/of een spraak- taalprobleem hebben. Gelukkig was er geen wachtlijst op dat moment. Zodra Sienna 3 jaar was kon ze daar terecht. Eerst twee dagdelen en dat werd steeds meer uitgebreid. Op school had zij het gelijk geweldig naar haar zin en ging ze goed vooruit.
Door het contact met andere ouders van slechthorende kinderen kwam ik te weten dat er wel degelijk foto’s en onderzoeken gedaan kunnen worden om te zien wat er mis kan zijn in de oren. Veel van deze ouders gingen met hun kinderen naar Antwerpen vanwege de snelle hulp en de goede gehoortesten. Ik heb daar ook een afspraak gemaakt; ik kon binnen een maand terecht voor een second opinion. Opvallend was dat de dokter als eerste vroeg of er al een MRI of een CT scan gemaakt was van de oren. Juist datgene waar ik zo achteraan had gezeten.
Diagnose Genetisch onderzoek In november 2001 kregen we eindelijk een genetisch onderzoek. Ik wilde weten wat er met Sienna aan de hand was en ik wilde nu eindelijk een diagnose. Er waren zoveel verschillende probleempjes, de huisarts hielp mee en de kinderarts verwees ons eindelijk door. Jammer genoeg duurde het nog ruim anderhalf jaar voor we een uitslag kregen.
4
Intussen kreeg Sienna allerlei onderzoeken vanuit de klinische genetica om erachter te komen of er sprake was van een syndroom en zoja, van welk syndroom. Het CHARGE syndroom stond bovenaan omdat bleek dat Sienna een coloboom heeft in haar linkeroog. Dit wees samen met de slechthorendheid naar CHARGE. We wisten van die coloboom omdat Sienna haar ‘kleine oog’ steeds
dicht kneep. We gingen hiervoor – alweer op eigen verzoek – naar een oogarts. Uit Antwerpen kwam in februari 2003 de uitslag van de MRI en de CT scan, met als vermoedelijke diagnose: CHARGE syndroom. De evenwichtsorganen ontbreken aan beide kanten, de gehoorbeentjes zijn niet goed aangelegd en er missen er wat. Toen we via het internet lazen over CHARGE vielen voor ons de puzzelstukjes in elkaar. Aan de ene kant waren we erg oplucht dat er wat bekend was, maar we voelden ons ook boos, want wat heeft het allemaal lang moeten duren. Uit de andere onderzoeken bleek dat Sienna gelukkig geen skeletafwijkingen heeft, geen afwijkingen/problemen met het hart en voor zover we het nu kunnen beoordelen heeft ze ook geen verstandelijke handicap. In juli kregen we ook van de klinische genetica de uitslag CHARGE. Groetjes van Saskia Houtekamer.
[email protected]
Nieuwsbrief Charge | september | 2004
Oorzaak CHARGE op chromosoom 8 “Mutaties in een nieuw lid van de familie van ‘chromodomein genen’ veroorzaakt CHARGE syndroom”. Dit is de titel van het artikel dat het onderzoek samenvat van een Nederlandse studie en dat onlangs door ‘Nature Genetics’ werd gepubliceerd. Het artikel kwam op 8 augustus 2004 op de website van Nature Genetics te staan en het bevestigde de geruchten die in de CHARGE wereld al zoemden: het gen voor CHARGE is gevonden. Wie de publicatie op het Internet heeft gezien, zal zich hebben afgevraagd in welke taal het is geschreven. Ik zal proberen om die vreemde wetenschappelijke woorden zo normaal mogelijk te vertalen. Lisenka Vissers met de micro array
Wie is wie? Laat ik beginnen met een korte introductie van onze Nijmeegse onderzoeksgroep. Mijn naam is Conny van Ravenswaaij, klinisch geneticus/cytogeneticus. De eerste auteur van het artikel is Lisenka Vissers, junior onderzoeker aan ons instituut. Zij deed het grootste deel van het laboratoriumwerk. Ronald Admiraal, de derde auteur, is KNO specialist, hij kent veel van de Nederlandse kinderen met CHARGE syndroom en hij deed onderzoek naar de afwijkingen aan de halfcirkelvormige kanalen die bij CHARGE gezien worden. Joris Veltman is hoofd van de ‘microarray’ afdeling en de supervisor van Lisenka. Alle andere genoemde auteurs droegen een steentje bij aan dit onderzoeksproject.
zoek te gaan doen. Echter bij geen van de kinderen werd een deletie van chromosoom 14 gevonden. We bewaarden onze bloedmonsters voor later onderzoek.
Hoe begon het?
Microdeletie of een gendefect?
Jaren geleden begon Ronald Admiraal al met het verzamelen van klinische informatie en bloedmonsters van kinderen met CHARGE syndroom. Hij is betrokken bij het Nederlandse CHARGE netwerk. Zelf heb ik altijd gedacht dat een microdeletie de oorzaak van CHARGE moest zijn (zie verderop). Op een dag liet Han Brunner, het hoofd van onze afdeling, me een artikel zien over een meisje met een kleine deletie van chromosoom 14. We waren er beiden van overtuigd dat ze CHARGE had. Ik legde contact met Ronald en we besloten om onder-
CHARGE syndroom komt gewoonlijk sporadisch voor (slechts een persoon in de familie heeft de aandoening). Toch waren wetenschappers er wel zeker van dat het een genetisch bepaalde aandoening is. Waarom?
Nieuwsbrief Charge | september | 2004
In de eerste plaats omdat bij eeneiige tweelingen meestal beide kinderen zijn aangedaan (eeneiige tweelingen hebben dezelfde genetische informatie). Ten tweede zijn er (enkele) families met meer dan een kind met CHARGE. En ten derde is de leeftijd van vaders van kinderen
met CHARGE iets hoger dan gemiddeld. Het is bekend dat de kans op veranderingen in het DNA in zaadcellen licht toeneemt met de leeftijd. Omdat de ouders altijd gezond zijn en herhaling binnen een familie heel zeldzaam is, is de beste verklaring dat CHARGE wordt veroorzaakt door een bij het kind nieuw ontstane genetische verandering. Deze verandering kan een microdeletie zijn of een enkelvoudig gendefect. Bij een microdeletie mist er een klein stukje van een van de chromosomen. Dit ziet men niet bij een routine chromosomen onderzoek waarbij de chromosomen zichtbaar gemaakt worden onder een microscoop met een vergroting van 1000x. Zo’n klein stukje van een chromosoom kan echter wel tientallen tot honderden genen bevatten.
5
Glazen plaatje met heel veel kleine stukjes DNA in rijen geordend (array)
Bij CHARGE syndroom zijn veel verschillende organen betrokken (oren, ogen, hart, etc, etc) en daarom leek een microdeletie waarschijnlijk. Dat is wat ik ook altijd dacht. Wanneer CHARGE veroorzaakt zou worden door een enkelvoudig gendefect, moet het een gen zijn dat een sleutelrol speelt in de vroege ontwikkeling van het embryo.
Array CGH; een nieuwe methode De laatste twee jaar heeft ons cytogenetisch laboratorium er hard aan gewerkt om een methode te ontwikkelen om nieuwe microdeleties op te sporen. Dit heet ‘array CGH’. Een ‘array’ is een glazen plaatje met heel veel kleine stukjes DNA in rijen geordend (zie foto). CGH is een afkorting voor ‘Comparative Genomic Hybridization’. Comparative (vergelijkend) omdat bij deze methode DNA van een normaal persoon wordt vergeleken met DNA van iemand met een syndroom of ziekte. Genomic wil zeggen dat het hele DNA wordt gebruikt. Hybridization (hybridisatie) slaat op de neiging van DNA om zich te hechten aan zijn spiegelbeeld. Dus wanneer we een vakje hebben met een stukje DNA dat afkomstig is van een specifiek punt op bijvoorbeeld chromosoom 1, dan zal het DNA van precies diezelfde plaats op chromosoom 1 van de controle persoon en van de ‘patiënt’ zich daar hechten.
6
We maakten eerst een array met 3600 stukjes DNA van álle chromosomen. We bewerkten DNA van gezonde personen en voegden hier een fluoriscerende kleur (groen) aan toe. We bewerkten eenzelfde hoeveelheid DNA van een kind met CHARGE syndroom en gaven dit de kleur rood. Wanneer het kind met CHARGE een klein stukje chromosoom mist, dan zal er meer groen dan rood DNA zijn en kleurt het corresponderende vakje groen. Alle andere vakjes, met evenveel normaal DNA en CHARGE DNA kleuren geel (groen en rood wordt samen geel). Wanneer het kind met CHARGE een duplicatie heeft van een klein stukje chromosoom dan kleurt het overeenkomstige vakje rood, omdat er dan meer CHARGE DNA is dan gewoon DNA.
chromosoom 8 en vonden een artikel van Jane Hurst uit 1991. In dit artikel wordt een Engels kind met CHARGE syndroom beschreven met een translocatie tussen de chromosomen 6 en 8. Een translocatie is een verwisseling van twee stukjes chromosoom. In dit geval was een stukje 6 aan een chromosoom 8 gaan zitten en andersom. We vroegen Jane Hurst om het DNA op te sturen en we vonden (met onze array) vrijwel dezelfde microdeletie van chromosoom 8 als bij S.. Dit bevestigde dat deze specifieke regio een belangrijke rol moet spelen bij CHARGE syndroom. Maar wat is er dan aan de hand met alle andere CHARGE kinderen bij wie geen chromosoom 8 microdeletie te vinden is?
Zoeken naar genen op chromosoom 8 Door deze twee microdeleties te vergelijken konden we onze zoektocht inperken tot een stuk DNA van 2.300.000 baseparen (een basepaar is de kleinste DNA bouwsteen) waarbinnen op dat moment 8 genen waren beschreven. Bij 17 van onze CHARGE personen brachten we deze 8 genen in kaart (sequencing). Sequencing wil zeggen dat de opbouw van het hele gen wordt ontrafeld en wordt vergeleken met hetzelfde gen bij controle personen. Tot onze teleurstelling vonden we niets. Bij geen van deze 17 personen werd in de 8 genen iets afwijkends gevonden.
De eerste microdeletie! Met deze techniek (de array met 3600 stukjes DNA) konden we een deletie van chromosoom 8 vaststellen bij S, een meisje met CHARGE en een ernstige verstandelijke handicap. Bij andere kinderen konden we deze deletie echter niet terugvinden. We maakten daarom een nieuwe array, nu met 918 stukjes DNA van chromosoom 8. Met deze array zijn nog kleinere deleties op te sporen. Maar nog steeds vonden we, behalve bij S, bij niemand een deletie. We gaven het niet op. We zochten in de literatuur naar kinderen met CHARGE met afwijkingen aan
Een paar weken later echter (eind 2003) bestudeerde Lisenka een update op het Internet van informatie over genen op chromosoom 8. Daarin stond dat er twee nieuwe genen werden ‘voorspeld’ vlak bij elkaar in het gebied waarin wij zochten. Ze vergeleek deze met muisgenen. Een van de twee leek op een muisgen dat tot expressie komt in het oor, het hart en de hersenen van de muis tijdens de vroege ontwikkeling. Dat was veelbelovend. Ongelukkig genoeg was dit een tamelijk groot gen en de ‘sequencing’ bij onze 17 patiënten nam heel wat tijd, maar het was de moeite waard.
Nieuwsbrief Charge | september | 2004
We vonden bij 10 van de 17 personen veranderingen in dit gen.
Is dit gen de oorzaak van CHARGE syndroom? Ons DNA bevat ongeveer 35.000 genen. Naast nuttige genen is er ook veel ‘junk’ DNA dat geen functie heeft. Temidden van dit junk DNA liggen ‘pseudo genen’. Dit zijn stukken DNA die op genen lijken, maar die niet afgelezen worden (door ons lichaam niet worden gebruikt). Het gen dat we vonden, kan een pseudo gen Het meisje dat ons hielp! zijn, en dan is de verandering niet van belang. Dat is de reden dat andere genen zijn nodig in de we ook alle ouders onderzochten. schildklier (gen voor schildklierhorAls de veranderingen er niet toe moon), enzovoort. Er zijn ook gedoen, dan kun je verwachten dat nen die alleen nodig zijn in de vroedeze al bij een van de ouders aange ontwikkeling zoals de genen die wezig zijn. Alle veranderingen die zorgen voor de juiste aanleg van inwe vonden, werden niet bij de ougewikkelde organen als het hart, het ders teruggevonden. Zulke nieuwe oog en de halfcirkelvormige kanaveranderingen noemt men de novo. len. Hoe weet de cel welke genen Ze moeten ontstaan zijn tijdens de ‘afgelezen’ moeten worden? Met anvorming van ei en zaadcellen. dere woorden welke eiwitten geHet feit dat alle veranderingen de maakt moeten worden? Om dat te novo zijn en dat het gen waarschijnregelen bevat ons DNA ‘regelgenen’ lijk een functie heeft in de vroege zoals CHD7. embryogenese bewijst dat dit gen echt betrokken is in het ontstaan van Reguleren van genexpressie CHARGE syndroom. Elke cel bevat 46 chromosomen. We presenteren: CHD7 Chromosomen bestaan uit in elkaar Dit nieuw ontdekte gen wordt gedraaide strengen DNA. Als we al CHD7 genoemd. Ik moet toegeven het DNA uit een cel zouden uitroldat het een beetje vreemd klinkt. We len, krijgen we een draad van wel 2 kunnen echter niet zo maar zelf een meter lang. Hoe past dit in zo’n naam kiezen. Er is een internationapiepkleine cel? Al het DNA dat we le commissie die daarover gaat. niet nodig hebben (dat niet wordt CHD7 betekent: het is het zevende afgelezen tot eiwitten) wordt op een gen in de familie van ‘chromodospeciale manier gevouwen zodat het mein’ genen dat is ontdekt. Er zijn zo min mogelijk plaats inneemt. Het zes andere menselijke genen die op DNA dat afgelezen moet worden is dit CHARGE gen lijken. minder strak gevouwen en is daardoor toegankelijk. En dat is preWat is de functie van CHD7? cies wat CHD7 doet. Het maakt dat We weten dat chromodomein genen bepaalde genen afleesbaar zijn. coderen voor eiwitten die een beDit is te vergelijken met het koken langrijke rol spelen in het reguleren van een maaltijd. Bij het klaarmavan de expressie van andere genen. ken van een diner heb je niet alle reDe chromosomen bevatten ongeveer cepten nodig uit het kookboek (de 35.000 genen. Onze cellen hebben chromosomen). Je hoeft niet alle paniet al deze genen nodig. Sommige gina’s (de genen) tegelijk op te genen bijvoorbeeld zijn nodig in slaan. Maar je hoeft alleen de juiste huidcellen (gen voor huidpigment), recepten te vinden voor de maaltijd
Nieuwsbrief Charge | september | 2004
die je voor ogen staat. CHD7 helpt bij het vinden van deze recepten. Wanneer je de juiste bladzijde niet vinden kunt, smaken sommige gerechten best nog aardig terwijl andere totaal mislukken. Het hangt ervan af wat je (de cel) er nog van weet te maken. Het effect van het missen van een goede index (CHD7) kan van persoon tot persoon verschillen.
Bij wie wordt een CHD7 mutatie gevonden? Bij de selectie van onze studiegroep vroeg ik Ronald Admiraal, de KNO-specialist, om kinderen te zoeken met een afwijking aan de halfcirkelvormige kanalen. Deze afwijking van het evenwichtsorgaan is heel specifiek voor CHARGE syndroom, dit wordt nauwelijks gezien bij andere syndromen. De andere afwijkingen zoals colobomen, hartafwijkingen en doofheid/ slechthorendheid zijn veel minder specifiek. Dus op dit moment weten we nog niet of mutaties ook gevonden worden bij kinderen zonder een afwijking aan het evenwichtsorgaan. We weten echter al wel dat het spectrum erg breed kan zijn. Zo had bijvoor-
CHD7 betekent het zevende gen in de familie van ‘chromodomein’ genen. beeld een van onze kinderen geen colobomen, geen hartafwijking en ook geen choane atresie, maar wel een CHD7 mutatie. Sinds we het artikel opstuurden naar Nature Genetics, hebben we al weer meer personen met CHARGE onderzocht. Om een indicatie te geven van de klinische variatie geef ik een korte omschrijving van twee van hen. De eerste is een pasgeboren jongen met choane atresie, een kleine penis
7
Wat weten we als een mutatie wordt gevonden? Wanneer is aangetoond dat de CHD7 mutatie de novo is (niet bij de ouders aanwezig), dan kunnen we het volgende zeggen: 1. Uw kind heeft zeker CHARGE syndroom. Dit kan wat vreemd klinken (want er was toch al een diagnose), maar bij sommige kinderen is dit niet zo duidelijk en sommige ouders blijven onzeker of ze niet toch iets fout hebben gedaan in de vroege zwangerschap. 2. Uw gezonde kinderen hebben geen verhoogde kans om zelf een kind met CHARGE syndroom te krijgen. 3. Voor uzelf en uw partner is het ‘herhalingsrisico’ (dus de kans op een volgend kind met CHARGE) 1-2 procent. Dit komt omdat de CHD7 mutatie eventueel al aanwezig kan zijn in de voorlopers van ei en zaadcellen en dat er daarom meerdere ei en zaadcellen kunnen zijn met dezelfde CHD7 mutatie. 4. Een prenatale diagnose is mogelijk bij een eventueel volgende zwangerschap. De betrouwbaarheid is 100%. Natuurlijk is de keuze voor prenatale diagnostiek nooit eenvoudig. 5. Uw kind met CHARGE heeft zelf een kans van 50% (bij elke zwangerschap opnieuw) om de CHD7 mutatie door te geven. Ook dan is prenatale diagnostiek mogelijk. Het is belangrijk om hier te vermelden dat verminderde vruchtbaarheid bij CHARGE syndroom veel voorkomt. Het is belangrijk (bij kinderen met een normale intelligentie) om rond de puberteit een kinderendocrinoloog te consulteren om teleurstellingen te voorkomen.
tussen het type mutatie en de ernst van de klinische symptomen. Zoals al gezegd zou kunnen blijken dat er meer genen zijn die – wanneer ze veranderen – tot CHARGE syndroom leiden. Het kan ook zijn dat mutaties in deze andere (nog onbekende) genen een ernstiger of minder ernstig beeld geven. Het is belangrijk om hier onderzoek naar te doen.
Kan CHARGE nu ‘genezen’ worden? Nee. Hoe teleurstellend dit misschien ook is, maar dat kan niet. Het gen oefent zijn grootste invloed uit tijdens de eerste 12 weken van de zwangerschap. Organen die niet goed zijn aangelegd in deze periode als gevolg van een tekort aan het CHD7 eiwit, kunnen niet alsnog worden ‘gerepareerd’ via gentherapie.
Toekomstig onderzoek en enigszins typisch gevormde oren. Er was geen hartafwijking en ook geen colobomen. We vonden een CHD7 mutatie. Daarna bleek dat hij ook een verminderd gehoor had. De tweede persoon is een 26-jarige vrouw met een normale intelligentie, gezichtsveld beperkingen, een hartafwijking, aangezichtzenuw verlamming en verminderde vruchtbaarheid. Ze vertelde ons dat ze problemen had met haar evenwicht en uit een oogheelkundig onderzoek bleek dat ze colobomen had. In haar DNA werd een CHD7 mutatie gevonden.
Kan CHARGE ook het gevolg zijn van andere mutaties? In onze eerste studiegroep werden bij 7 personen geen mutaties gevonden. Om er zeker van te zijn dat we niets hebben gemist, zullen we de analyse nog een keer uitvoeren met vers bloed. We willen er zeker van zijn dat we niets over het hoofd hebben gezien. Het kan natuurlijk zo zijn dat er meer genen zijn die CHARGE syndroom veroorzaken, in die zin gaat ons onderzoek nog steeds door.
8
Is er al een bloedtest beschikbaar? Jazeker. Direct nadat we het CHD7gen ontdekten, hebben we de techniek om dit gen te ontrafelen op ons DNA laboratorium ingevoerd en dit ook alle klinisch genetici in Nederland laten weten. Dus in Nederland wordt deze diagnostiek aangeboden onder dezelfde voorwaarden als bij andere genetische aandoeningen met een bekend gendefect.
Draagt DNA diagnostiek bij aan onze kennis? Op dit moment hebben we nog maar bij enkele kinderen de DNA diagnostiek uitgevoerd. Maar we hebben daarmee al veel geleerd. Bij voorbeeld: Het CHARGE syndroom kan samen gaan met een normale intelligentie. We vonden een mutatie bij een jonge vrouw met een normaal IQ. Kinderen zonder de ‘C’, ‘H’ en ‘A’ van CHARGE kunnen nog steeds het syndroom hebben. De toekomst zal leren hoe breed het klinische spectrum is. Het is ook nog niet duidelijk of er een relatie is
Het zal duidelijk zijn dat er nog veel onderzoek moet volgen. Maar we kunnen wel zeggen dat we een belangrijke stap voorwaarts hebben gezet. De Nijmeegse onderzoeksgroep – in samenwerking met anderen – heeft de volgende plannen: Is er een relatie tussen het genetische plaatje en het klinische beeld? Is er verschil tussen kinderen met en zonder de CHD7 mutatie? Hoe breed is het klinische spectrum van CHD7 mutaties? Hoe is de puberteitsontwikkeling bij kinderen met een CHD7 mutatie? En veel andere vragen die ongetwijfeld ons pad zullen kruisen.
Tenslotte… Ik wil graag alle kinderen en ouders bedanken die ons geholpen hebben met ons onderzoek. Ik wil ook het Nederlandse CHARGE netwerk bedanken voor hun vertrouwen. En natuurlijk alle mensen waarmee we deze spannende zoektocht hebben gemaakt. Dit verhaal krijgt zeker nog een vervolg... Dr Conny van Ravenswaaij Klinisch geneticus/cytogeneticus T 024 3614105
[email protected]
Nieuwsbrief Charge | september | 2004