Netvliesloslating
De tekst in deze folder is (gedeeltelijk) afkomstig van Het Oogziekenhuis Rotterdam.
Netvliesloslating
Het netvlies vormt de binnenbekleding van het oog. In het centrum van het netvlies ligt de gele vlek (macula). Hier ziet men scherp mee. Het overige gedeelte van het netvlies zorgt voor het gezichtsveld en geeft een beeld van de ruimte om ons heen. De meeste netvliesloslatingen worden veroorzaakt door de aanwezigheid van een of meerdere scheurtjes in het netvlies. In het oog is de hele ruimte tussen de lens en het netvlies gevuld met glasvocht (figuur 1). Met het ouder worden verandert de samenstelling van het glasvocht geleidelijk, waardoor het op een gegeven moment los kan komen van het netvlies (figuur 2). Dit is een normaal proces dat plotseling optreedt, maar soms kan hierbij een bloeding in het glasvocht of een scheurtje in het netvlies ontstaan (figuur 3). Door zo’n scheurtje kan vocht onder het netvlies komen, waardoor het netvlies los komt te liggen. Dit noemen we een netvliesloslating of ablatio retinae (figuur 4). grijs gebied = glasvocht, donkergrijze lijn = netvlies.
De klachten die vooraf gaan aan een netvliesloslating zijn verschillend. Soms neemt men plotseling donkere zwevende deeltjes waar (mouches volantes) en soms lichtflitsen. Het is ook mogelijk dat u
1
een zwarte vlek ziet, meestal aan de rand van het gezichtsveld. Ontstaat de netvliesloslating bovenin, dan is er gezichtsuitval in de ondervelden. Ontstaat de loslating onderin dan is het net andersom. Wanneer de netvliesloslating zich uitbreidt tot in het centrum (macula), dan daalt de gezichtscherpte en raakt het beeld vertekend. Soms is er bij een netvliesscheur ook een bloedvaatje gesprongen waardoor bloed lekt in de glasvochtruimte. Hierdoor treedt een plotselinge vermindering van het zicht op. Bij een netvliesloslating is een operatie noodzakelijk. Wanneer dit niet behandeld wordt leidt dit tot slecht zien of blindheid.
Diagnose en vooronderzoek
Aan de buitenkant van het oog is niet te zien of er sprake is van een netvliesloslating. Daarom kijkt de oogarts in het oog om het netvlies te beoordelen. Hiervoor is het nodig dat de pupil eerst zo wijd mogelijk wordt gemaakt met behulp van oogdruppels. Om het netvlies te beoordelen kan de oogarts gebruik maken van verschillende lenzen die voor of tegen het oog worden gehouden. Hier voelt u verder niets van, u krijgt van te voren verdovende druppels. Mocht het netvlies niet goed beoordeeld kunnen worden door bijvoorbeeld een bloeding in het glasvocht of een troebele lens (staar) dan kan er met behulp van echoapparatuur worden vastgesteld of het netvlies los ligt. Dit onderzoek is pijnloos en ongevaarlijk. Soms is het nodig om nog aanvullende onderzoeken te verrichten. Er wordt naar gestreefd om deze op dezelfde dag plaats te laten vinden.
2
Intakegesprek
Als de diagnose is gesteld, wordt u doorverwezen naar een verpleegkundige voor een gesprek. Tijdens dit gesprek worden uw gezondheid, medicijngebruik en alles rondom de operatiedag, controle na de operatie en de nabehandeling met u besproken. Afhankelijk van uw conditie, de aard van de operatie en de voorkeur van de operateur kan de operatie onder algehele of plaatselijke verdoving worden uitgevoerd. Indien u onder algehele narcose gaat betekent dit voor u dat u nog langs de polikliniek Anesthesiologie moet voor de pre-operatieve screening. Wij streven ernaar dit op dezelfde dag te laten plaats vinden en anders wordt er een afspraak voor u gemaakt. De verpleegkundige neemt vervolgens ook een korte vragenlijst bij u af. Ook bespreekt zij met u de gang van zaken op de dag van de operatie en kan praktische informatie geven met betrekking tot uw thuissituatie. Indien u bijvoorbeeld voor of na de operatie in een hotel in de buurt wilt overnachten, kan de verpleegkundige u hierover inlichten. U heeft ook de gelegenheid om vragen te stellen.
Behandeling De operatie
Er zijn verschillende methoden om het netvlies weer op zijn plek te krijgen. De twee meest gebruikte methoden zijn cerclage/plombe en vitrectomie. Uw oogarts bespreekt met u de methode voor uw operatie. Uitwendige operatie: cerclage/plombe Bij een uitwendige operatie wordt rond het oog een siliconenbandje (cerclage) aangebracht. Het bandje wordt iets aangetrokken. Dit 3
dient om het netvlies steun te geven en de trekkrachten vanuit het glasvocht op te heffen zodat het netvlies weer op de onderlaag terecht komt. Om het oog daarna weer op druk te krijgen en om van binnenuit het scheurtje dicht te drukken, wordt meestal lucht in de oogbol gespoten. Op de plek van het netvliesscheurtje plaatst de netvlieschirurg vervolgens onder het bandje een extra stukje siliconen (plombe). De plombe drukt het scheurtje van buitenaf dicht. Om het netvlies weer goed te laten hechten, wordt vaak tijdens de operatie het netvlies rondom het scheurtje kortdurend bevroren. Er kan ook voor gekozen worden om het netvlies enkele weken na de operatie met behulp van laser extra steun te geven. Inwendige operatie: vitrectomie Soms is het beter om een inwendige oogoperatie te verrichten. Het glasvocht kan aan het netvlies blijven trekken waardoor dit alleen met een uitwendige operatie niet te verhelpen is. Bij een inwendige operatie wordt eerst het glasvocht zoveel mogelijk verwijderd. Daarna wordt het netvlies op zijn plaats gedrukt met behulp van lucht of een vloeistof. Er wordt vervolgens gas of olie achtergelaten in het oog. Het netvlies kan dan worden gelaserd om het goed te laten hechten aan de onderlaag. Hierdoor wordt het netvlies de eerste tijd op zijn plek gedrukt, totdat het zich goed heeft vastgehecht aan de onderlaag. Gas en lucht verdwijnen vanzelf: met gas duurt dat ongeveer 2 weken tot 2 maanden en met lucht ongeveer 10 dagen. Olie verdwijnt niet vanzelf en zal na enkele maanden operatief uit het oog verwijderd worden. Soms is het nodig om enkele dagen na de operatie een bepaalde hoofdhouding aan te houden. Zolang er een lucht/gasmengsel in uw oog aanwezig is wordt vliegen, op hoge hoogte zijn en diepzee duiken afgeraden.
4
Resultaat Het resultaat van de operatieve behandeling is afhankelijk van de duur en de grootte van de netvliesloslating. Als het centrum (gele vlek/macula) heeft losgelegen, blijft het scherpe zien vaak verminderd, ondanks dat het netvlies weer vastligt na de operatie. In 90% van de gevallen lukt het om het netvlies na een of meerdere operaties weer aanliggend te krijgen. De belangrijkste reden waarom het netvlies niet op zijn plek blijft liggen, is de vorming van littekenweefsel op het netvlies. Een littekenreactie is niet te voorkomen. Het kan wel een jaar duren voor de uiteindelijke gezichtsscherpte is bereikt. Hoe goed de gezichtsscherpte uiteindelijk zal zijn, hangt met name af van de toestand van uw netvlies voor de operatie. Hierover kan uw netvlieschirurg u meer vertellen.
5
Nazorg Na de operatie
Na de operatie krijgt u van de verpleegkundige een recept voor oogdruppels en de nodige instructie. De oogdruppels haalt u op bij de apotheek van het Radboudumc of in uw eigen woonplaats. Vervolgens komt de oogarts nog even bij u om te vertellen hoe de operatie is verlopen en daarna kunt u naar huis. Met de oogdruppels begint u de ochtend na de operatie. U kunt zelf het oogverband met plastic kapje verwijderen. Het verband mag iets rood verkleurd zijn. Na de operatie kunt u niet zelf autorijden. U wordt dringend geadviseerd een begeleider mee te nemen die u naar huis brengt. Dit geldt ook voor de controleafspraken. Voor elke controle zal namelijk de pupil van het geopereerde oog worden verwijd met oogdruppels waardoor het zicht tijdelijk vermindert. De dag na de operatie komt u op de polikliniek voor controle. De arts kijkt uw oog na en er wordt weer een vervolg controle met u afgesproken. U kan overleggen met de arts of dit misschien bij uw eigen oogarts in uw woonplaats kan. Tijdens de operatie wordt gas, lucht of olie in uw oog achtergelaten. Om deze gas-, lucht- of oliebel na de operatie op de juiste plaats tegen het netvlies te laten drukken, kan de netvlieschirurg u voor enige tijd een houdingsvoorschrift meegeven. Meestal houdt dit in dat u de eerste week na de operatie, verdeeld over de dag zes keer één uur, en ook ‘s nachts zoveel mogelijk deze houding moet aannemen, tenzij uw netvlieschirurg dit anders voorschrijft. Om uw oog te beschermen tegen stoten en wrijven, adviseren wij u om gedurende een week overdag uw (zonne)bril te dragen en ‘s nachts het kapje. 6
Door uw verwijde pupil kunt u licht tijdelijk minder goed verdragen. Wij raden u aan om na elke controle een (zonne)bril te dragen.
Mogelijke klachten
Een netvliesoperatie is ingrijpend voor het oog. Het kan zijn dat u te maken krijgt met één van onderstaande klachten. Roodheid en irritatie Enige irritatie of roodheid is normaal. Meestal verdwijnt dit na verloop van tijd. Gevoel alsof er iets in het oog zit U kunt het gevoel hebben alsof er iets in uw oog zit. Dit kan veroorzaakt worden door de hechtingen die tijdens de operatie zijn gebruikt. De hechtingen lossen na enige tijd vanzelf op. Pijnlijk oog en hoofdpijn Na de narcose kunt u hoofdpijn hebben. Dit trekt meestal vanzelf weg. Soms kan een cerclage/plombe een pijnlijk of drukkend gevoel geven. Dit wordt meestal vanzelf minder. Hoofdpijn, meestal in combinatie met een pijnlijk oog en misselijkheid, kan wijzen op een veel te hoge oogdruk. Dit kan leiden tot blijvende schade aan de oogzenuw met uitval van het gezichtsveld. Neemt u daarom bij deze klachten contact op. Tijdens kantoortijden 024 - 361 67 00, keuze 2.Buiten kantoortijden en in het weekend via de SEH: 024 - 361 41 87.
7
Verminderd zicht Zolang er een gasbel in het oog zit, kunt u met het geopereerde oog weinig zien. Wanneer er olie in het oog zit, zal de gezichtsscherpte ook minder zijn. Indien plotseling een verslechtering van het zicht optreedt, neemt u dan contact op. Tijdens kantoortijden 024 - 361 67 00, keuze 2. Buiten kantoortijden en in het weekend 024 - 361 41 87. Na een vitrectomie wordt de lens van uw geopereerde oog geleidelijk troebel (staar). Hierdoor vermindert uw zicht. Na verloop van tijd is meestal een staaroperatie noodzakelijk. Dit is niet van toepassing als u al eerder een staaroperatie heeft ondergaan aan hetzelfde oog. Dubbelzien Na de operatie kunt u door de verdoving enige tijd dubbelzien. Dit gaat vanzelf weer over. Door de cerclage/plombe kan de functie van één of meer oogspieren beperkt worden. Meestal verdwijnt dit ook na verloop van tijd. Vervormd beeld Als de gele vlek (het midden van het netvlies) los heeft gelegen voor de operatie, kan het beeld na de operatie vervormd zijn. Dit kan gedurende maanden verbeteren. Vorming van littekenweefsel op de gele vlek kan ook reden zijn voor een vervormd beeld. In dit geval zal er geen verbetering optreden en kan nog een netvliesoperatie nodig zijn.
8
Wijde pupil Door de operatie en het gebruik van pupilverwijdende druppels, kan de pupil langere tijd wijd blijven. Hierdoor kan het zicht verminderd zijn en kunt u meer last hebben van licht. In het algemeen herstelt zich dit. Brilsterkte Door de operatie verandert de brilsterkte. De brilsterkte is meestal na drie maanden stabiel. Daarom raden we u aan pas na drie maanden een nieuwe bril te laten aanmeten.
Veelgestelde vragen Bescherming van het oog? Gedurende de eerste week dient u ter bescherming overdag een bril te dragen en ‘s nachts het kapje. Druppelen? Om een ontsteking te voorkomen moet u vanaf de eerste dag na de operatie starten met druppelen, meestal volgens een afbouwschema. Het recept hiervoor ontvangt u na de operatie. Inspanning? Na de operatie kunt u bukken en tillen, maar overmatige lichamelijke inspanning en sporten wordt zeker gedurende de eerste week afgeraden. U kunt zoveel lezen, televisie kijken en computeren als u wilt. U kunt ook douchen.
9
Werken? Houdingsadvies, irritatie bij het oog en/of verminderd gezichtsvermogen maken werken tijdens de eerste week na de operatie moeilijk. Autorijden? U mag na de operatie niet zelf autorijden. Overleg tijdens de eerste controle met uw netvlieschirurg wanneer u dit kunt hervatten. Gas of lucht in het oog? Als er tijdens de operatie gas of lucht in het oog is achtergelaten, kunt u een bel in uw gezichtsveld zien. Het lijkt een trillende bal onder in het oog. De gas- of luchtbel verdwijnt vanzelf, meestal binnen twee tot acht weken. Met gas of lucht in het oog mag u niet vliegen, diepzeeduiken of grote hoogteverschillen in de bergen ondergaan. Zolang u gas in het oog heeft, moet u het polsbandje met de vermelding ‘medisch gas’ omhouden. Bij een eventuele narcose of bevalling mag geen lachgas worden gebruikt. Olie in het oog? Als er tijdens de operatie olie in het oog is achtergelaten, kunt u boven in uw gezichtsveld een rand van de oliebel zien. Olie verdwijnt niet vanzelf. Dit wordt na enkele maanden via een operatie verwijderd.
Met spoed contact opnemen
Neemt u met spoed contact op bij de volgende klachten: - Plotselinge verslechtering van het zicht en/of gezichtsveld. - Het zien van meer (zwevende) vlekjes en/of lichtflitsen. 10
- -
Een pijnlijk rood oog gecombineerd met flinke hoofdpijn. Misselijkheid.
Tijdens kantoortijden: 024 - 361 67 00, keuze 2. Buiten kantoortijden en in het weekend: 024 - 361 41 87.
11
Ruimte voor uw notities
09-2015-6926
Adres Polikliniek Oogheelkunde Ingang west Philips van Leydenlaan 15, route 400 6525 EX Nijmegen Contact 024 - 361 67 00 Buiten kantooruren en in het weekend is de afdeling Oogheelkunde bereikbaar via de SEH: 024 - 361 41 87. www.radboudumc.nl/oogheelkunde
Radboud universitair medisch centrum