Elleboogprothese
De informatie in deze folder heeft betrekking op de vervanging van het complete ellebooggewricht.
In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een operatie voor een elleboogprothese op de afdeling Reumatologie of Orthopedie van het Radboudumc. Tijdens deze operatie wordt uw beschadigde ellebooggewricht vervangen door een kunstgewricht. In deze folder krijgt u informatie over het ellebooggewricht, de voorbereiding op de operatie, de operatie zelf en de nabehandeling. Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, stel deze dan gerust aan uw behandelend arts of verpleegkundige.
Afbeelding 1. Ellebooggewricht
Oorzaken van slijtage
Inleiding
Er zijn verschillende afwijkingen die slijtage van de elleboog kunnen veroorzaken, zoals kraakbeen- en stofwisselingsziekten en kraakbeenbeschadiging na een botbreuk. Reumapatiënten hebben ook vaak elleboogproblemen doordat hun ziekte, en de ontsteking die daarbij past, het kraakbeen aantast. In sommige gevallen is de oorzaak van een versleten elleboog onduidelijk.
Het ellebooggewricht wordt gevormd door het uiteinde van het bot van de bovenarm en het begin van het spaakbeen en de ellepijp. De ellepijp en het spaakbeen liggen naast elkaar en hebben respectievelijk een kleine kom en een kopje waarin het uiteinde van het bot van de bovenarm past (afbeelding 1). Het uiteinde van het bot van de bovenarm, de kom van de ellepijp en de kop van het spaakbeen zijn bedekt met een laagje kraakbeen, zodat de elleboog soepel kan buigen en draaien. Als het kraakbeen van een elleboog ernstig beschadigd is of versleten, is vervanging vaak de enige oplossing.
Klachten
Bij een beschadigde of versleten elleboog treden pijn, stijfheid, zwelling van het gewricht en soms een krakend geluid bij bewegen op. In de loop van de tijd kunnen min of meer ernstige bewegingsbeperkingen in het gewricht
1
optreden. De pijn kan ook oorzaak zijn van een gestoorde nachtrust omdat de stijfheid in rust toeneemt. De belangrijkste reden voor een elleboogprothese is de pijn. Die verdwijnt grotendeels na de operatie. Na de operatie ervaart u tijdelijk een andere soort pijn, die in de loop van de tijd geleidelijk minder wordt, maar maanden tot een jaar kan duren. Na het plaatsen van de elleboogprothese kunt u uiteindelijk uw elleboog pijnvrij buigen en strekken, al is de strekking vaak niet volledig. Het draaien van de elleboog is ook pijnvrij en gaat vaak beter dan voor de operatie.
heid van hulp thuis of tijdelijke opvang elders.
Medicatie
Als u medicijnen gebruikt die de bloedstolling beïnvloeden (acenocoumarol of fenprocoumon) dan moet u hier ruim voor de ingreep mee stoppen. Overleg dit vooraf met de anesthesioloog en uw behandelend arts.
Anesthesie
Omdat de ingreep onder anesthesie (verdoving/narcose) gebeurt, brengt u vooraf een bezoek aan het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek wordt uw algehele gezondheidstoestand beoordeeld. Indien nodig worden aanvullende onderzoeken afgesproken. Ook krijgt u uitleg over de mogelijke vormen van anesthesie en de gang van zaken rondom de operatie. Informatie over de anesthesie, het nuchter zijn, de verkoeverafdeling en de pijnbehandeling vindt u ook in de folder ‘Behandeling of onderzoek onder anesthesie’.
Voor de opname
De ernst van de aandoening wordt vastgesteld aan de hand van uw klachten in combinatie met een lichamelijk onderzoek en röntgenonderzoek. Een operatie is een ingrijpende gebeurtenis en het herstel vraagt veel wilskracht en inspanning van u en uw familie. Een goede voorbereiding is belangrijk. Aangezien u na de operatie enige tijd uw arm minder kunt gebruiken, bent u afhankelijk van hulp van familie of vrienden bij het verplaatsen, verzorgen, boodschappen doen en het huishouden. Wanneer u geen beroep kunt doen op hun hulp, bespreek dan met uw huisarts en specialist de mogelijk-
Tijdens de operatie
Bij de operatie wordt de elleboog opengemaakt door een verticale snee over de achterkant van de elleboog. Tijdens de operatie verwijdert de orthopeed
2
de versleten kom van de ellepijp en het kopje van het spaakbeen. In plaats daarvan plaatst de orthopeed een
over pijnbehandeling kunt u lezen in de folder ‘Behandeling of onderzoek onder anesthesie’. Na de operatie heeft u de eerste dag(en) een infuus voor het toedienen van vocht . Soms heeft u een blaaskatheter voor uw urine. Bijna altijd wordt er een wonddrain op de plaats van de operatie achtergelaten, die na een of twee dagen weer verwijderd kan worden. De eerste dag(en) na de operatie is het belangrijk dat u de arm en elleboog goed hoog legt om de zwelling rond de wond snel te laten afnemen. Daarnaast wordt het gevoel in uw hand nauwkeurig gecontroleerd. U krijgt een drukverband dat na twee tot drie dagen gewisseld wordt. Soms wordt er een afneembare gipsspalk aangemeten indien de strekking van de elleboog extra aandacht nodig heeft. Bij het uit bed gaan is het belangrijk dat uw arm ondersteund wordt door een sling (afbeelding 3). Dit is een draagband die de elleboog gebogen houdt. De eerste zes weken na de operatie moet u de sling dragen om de arm rust te geven en te voorkomen dat u de arm gaat gebruiken. De sling mag af als u gaat oefenen, in bed ligt, of als de arm rust op een kussen.
Abeelding 2. Elleboogprothese
kunstkom die met een pin en cement in de mergholte van de ellepijp vastgezet wordt. Vervolgens wordt een gedeelte van het bot van de bovenarm verwijderd en plaatst de orthopeed een kunstuiteinde dat hij ook met een pin zonder cement in de mergholte van de bovenarm vastzet (afbeelding 2). Tijdens de operatie en soms ook enige dagen na de ingreep krijgt u antibiotica om de kans op een infectie te verkleinen. De ingreep duurt een tot twee uur.
Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de verkoeverafdeling waar de eerste uren intensieve bewaking en controle plaatsvinden. Als deze controles goed zijn gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie kunt u last hebben van misselijkheid en pijn. Meer informatie
3
U start de eerste dag na de operatie met het oefenprogramma onder begeleiding van de fysiotherapie. Wanneer de pijn goed onder controle is en u op een veilige en juiste manier kunt bewegen en oefenen, mag u naar huis.
Naar huis
Voor u naar huis gaat krijgt u van de fysiotherapeut, de arts en de verpleegkundige instructie over wat u met uw ‘nieuwe elleboog’ wel en niet kunt en mag doen. Zij zorgen ook, indien nodig, voor het aanvragen van fysiotherapie in de thuissituatie en besluiten in overleg met u welke fysiotherapeut u gaat behandelen. Na zes weken komt u voor controle op de polikliniek bij de orthopeed. Er wordt dan een nieuwe foto van de elleboog gemaakt. Indien u onder controle bent bij de reumatoloog wordt die afspraak ook voor u geregeld.
Afbeelding 3 Armsling
Nabehandeling
Wanneer uw elleboog tijdens het oefenen ondanks de pijnstilling veel pijn doet en dik wordt, moet u de verpleegkundige waarschuwen omdat dit zou kunnen duiden op een nabloeding. Naast de pijnstillers krijgt u tot u voldoende beweegt dagelijks een injectie toegediend om trombose te voorkomen. De nietjes of wondhechtingen zijn niet oplosbaar en moeten door de huisarts verwijderd worden veertien dagen na de operatie. Zwelling en warmte rond de wond en de arm zijn zeldzaam en kunnen behandeld worden met koudepakkingen.
Infectie
Als prothesedrager blijft de kans op infectie bestaan. Wanneer u huidinfecties heeft (bijvoorbeeld ontstoken wondjes, puistjes of een ontstoken ingegroeide teennagel) moet u contact opnemen met uw huisarts of de behandelend specialist. Bij plotseling optredende pijn, zwelling en warmte geldt hetzelfde advies.
4
Ook moet u de huisarts, tandarts of specialist van tevoren inlichten als tanden of kiezen getrokken worden, tandwortelbehandelingen of andere operaties en ingrepen gaan plaatsvinden. U kunt tijdens deze ingrepen beschermd worden met antibiotica om een infectie te vermijden.
02-2009-6247
Radboud universitair medisch centrum