Nefrostomiekatheter
In overleg met uw behandelend arts is er besloten om bij u een nefrostomie-katheter in te brengen. In deze folder staat de gang van zaken rondom het plaatsen, het verzorgen en complicaties en/of problemen van de katheter beschreven. Heeft u na het lezen nog vragen, stel deze gerust aan de uroloog of verpleegkundige. Zij geven u graag uitleg.
Wat is een nefrostomiekatheter?
Een nefrostomiekatheter is een slangetje dat er voor zorgt dat de urine rechtstreeks uit de nier weg kan stromen. Dit slangetje wordt rechtstreeks in de nier geplaatst en komt door de zij naar buiten. De urine wordt vervolgens opgevangen in een urinezak.
Waarom een nefrostomiekatheter?
Het plaatsen van een nefrostomiekatheter is noodzakelijk als de urine niet goed van de nier naar de blaas kan stromen. Dit wordt obstructie genoemd. Eén van de meest voorkomende oorzaken van obstructie is een niersteen die klem zit in de urineleider. De urine die niet langs deze steen kan blijft in de nier achter waardoor deze uitzet. Dit wordt stuwing genoemd hetgeen pijn kan veroorzaken (kolieken ofwel aanvalsgewijze pijnen). De urine kan ook geïnfecteerd raken, waarna de uroloog met spoed een nefrostomiekatheter moet plaatsen. De gestuwde en ontstoken nier kan op deze wijze worden ontlast. Alvorens de steen uit de urineleider te verwijderen is het van belang eerst de infectie tot rust te brengen met behulp van antibiotica. Andere redenen om een nefrostomiekatheter in te brengen kunnen een operatie aan de nier en/of het ontlasten van de nier wanneer de urineleider(s) van buitenaf worden dichtgedrukt door bijvoorbeeld een tumor zijn.
Het inbrengen van de nefrostomiekatheter
Het inbrengen van een nefrostomiekatheter gebeurt meestal poliklinisch onder plaatselijke verdoving en neemt ongeveer 30-60 minuten in beslag. Voor het inbrengen is het niet noodzakelijk om nuchter te zijn. Indien de ingreep onder algehele narcose plaatsvindt is het echter wel noodzakelijk dat u niet gegeten en/ of gedronken heeft. Zo nodig krijgt u vooraf antibiotica toegediend. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen (sintrom, marcoumar, ascal)? Geef dit op tijd door
1
aan uw uroloog. In veel gevallen is het nodig dat u hiermee tijdelijk stopt voor de ingreep. Het inbrengen van de nefrostomiekatheter gebeurt zo veel als mogelijk onder steriele omstandigheden. Tijdens de ingreep ligt u op uw buik eventueel ondersteund met een kussen. Na desinfectie van de huid op uw rug wordt deze en het onderliggende weefsel middels een injectie verdoofd. Met behulp van echografie wordt vervolgens de nier in beeld gebracht waarna deze met een (dunne) naald wordt aangeprikt. Het aanprikken kan ondanks de verdoving toch wat gevoelig zijn. Nadat de nier is aangeprikt wordt de naald vervangen door de nefrostomiekatheter. Deze katheter blijft goed in de nier liggen omdat er aan het uiteinde een krul of ballon zit. De keuze tussen een katheter met een krul of ballon is afhankelijk van de indicatie en wordt door uw behandelend uroloog gemaakt. Een katheter die met een krul in de nier ligt wordt ter fixatie vaak nog extra vastgehecht aan de huid. De urine stroomt nu via de katheter in een katheterzak buiten het lichaam. De katheter wordt afgeplakt met steriele gazen en pleisters. Indien de ingreep poliklinisch heeft plaatsgevonden mag u vrij snel na plaatsing van de katheter weer naar huis. Het is echter wel raadzaam om begeleiding mee te nemen. Door het inbrengen van de nefrostomiekatheter kan de urine de eerste dagen wat rood zijn. U moet dan ook veel drinken, minstens twee liter per dag, om de nier en de urinewegen goed te spoelen. Is er na een week geen verbetering opgetreden, neem dan contact op met uw uroloog. Mocht u na het inbrengen van de katheter pijnklachten hebben dan mag u hiervoor paracetamol gebruiken.
Complicaties
Bij alle ingrepen aan de nier kan een bloeding optreden. Meestal stopt zo’n bloeding vanzelf en hoeft er door de uroloog niet te worden ingegrepen. Soms kan de nier door de punctie urine gaan lekken. Er komt dan urine buiten de nier terecht. In veel gevallen wordt dit door het lichaam opgelost maar afhankelijk van de hoeveelheid kan het nodig zijn om de urine in een later stadium via een punctie te verwijderen.
2
Ook is het mogelijk dat bij het aanprikken van de nier een darmlis wordt geraakt. Een operatie is dan soms nodig. Deze complicatie komt echter zelden voor. Hoewel de nefrostomiekatheter goed wordt vast gemaakt kan het voorkomen dat deze uit de nier valt. Soms is er dan inmiddels een kanaaltje ontstaan tussen de nier en de huid waardoor de katheter weer kan worden ingebracht. Waarschuw daarom direct uw uroloog wanneer dit gebeurt.
Wisseling van de nefrostomiekatheter
Een nefrostomiekatheter die met een hechting is vastgemaakt kan onder normale omstandigheden zes tot acht weken blijven zitten. Een katheter die met een ballon in de nier is vastgemaakt kan zelfs tot drie maanden blijven zitten. Omdat er al een kanaal aanwezig is, zijn deze wisselingen in veel gevallen eenvoudig.
Verzorging van de nefrostomiekatheter
Uw partner of een ander familielid kan de verzorging van de nefrostomiekatheter vaak doen. Is dit niet mogelijk dan is het ook mogelijk om de thuiszorg in te schakelen. U kunt met een nefrostomiekatheter alles doen wat u voorheen ook deed. U mag douchen maar in bad gaan of zwemmen is niet toegestaan.
Benodigdheden
Als u naar huis gaat, krijgt u van de verpleegkundige een startpakket mee met voldoende materiaal voor de eerste weken (onder andere beenzakken, nachtzakken, gazen en pleisters). Als de materialen bijna op zijn kunt u telefonisch of via het internet nieuwe materialen bestellen bij de firma die het startpakket heeft verstrekt. Deze firma levert de materialen bij u thuis af.
Verzorgen van de insteekopening
De insteekopening van de nefrostomiekatheter moet regelmatig, meestal één keer per twee à drie dagen worden verzorgd. Hiervoor heeft u nodig: Gazen 10x10cm; Fixatiepleister; Schaar. Het verzorgen van de katheter doet u als volgt:
• • • •
3
•
Verwijder het oude verband en reinig de huid rondom de insteekopening met water. Droog de huid daarna zorgvuldig af; Breng een ingeknipt gaas van 10x10 cm rondom de insteekopening van de katheter en leg een krul in de katheter met het afvoerende deel naar beneden, zodat er nooit directe tractie op de katheter ontstaat; Leg een tweede gaas op de insteekopening en fixeer dit gaas met fixatiepleister, zodat het verband geheel bedekt is. Als de insteekopening van de katheter rood ziet of zelfs ontstoken is, is het raadzaam de insteekopening dagelijks te verzorgen. Een katheter met een ballon hoeft niet te worden verbonden.
• • •
Katheterzakken
De urine die via de nefrostomiekatheter wegstroom wordt opgevangen in twee verschillende katheterzakken, namelijk beenzakken en nachtzakken. De beenzak draagt u overdag onder uw kleding en bevestigt u met beenbandjes aan het bovenbeen. Aan de beenzak zit een kraantje waarmee u de zak laat leeglopen in het toilet. ’s Nachts koppelt u de grotere nachtzak aan, dan hoeft u niet uit bed om de zak te legen. De nachtzak kunt u vervolgens met behulp van het ophangrekje aan uw bed vastmaken. Hierbij is het in verband met een goede afvloed van urine wel van belang dat deze lager hangt dan uw lichaam.
Problemen
Bij problemen die in relatie staan tot het inbrengen van de nefrostomiekatheter kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Urologie. Bij de volgende verschijnselen is het raadzaam contact op te nemen: Aanhoudende pijnklachten aan de zijde waar de nefrostomiekatheter is ingebracht; Er loopt via de nefrostomiekatheter geen urine meer in de katheterzak. Ga eerst na of het kraantje van de nefrostomiekatheter open staat en of er geen knik in de katheter zit; Blijvende lekkage langs de nefrostomiekatheter; Plotseling (donker)rode kleur van de urine; Bij (door de nefrostomiekatheter veroorzaakte) koorts.
• • • • •
4
Bij problemen in de avond/nachturen of in het weekend neemt u de eerste 48 uur na ontslag contact op met de verpleegafdeling Urologie of de Spoedeisende Hulp. Hierna neemt u contact op met uw eigen huisarts of huisartsenpost, tenzij uw uroloog anders met u heeft afgesproken.
5
Ruimte voor uw notities
09-2015-3015
Adres Polikliniek Urologie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Volg route 725 Postadres Radboudumc 610 Urologie Postbus 9101 6500 HB Nijmegen Contact Polikliniek Urologie 024 - 361 38 03, tussen 8.00 - 17.00 uur (volg het keuzemenu) Verpleegafdeling Urologie 024 - 361 34 20 Spoedeisende Hulp 024 - 361 41 87
Radboud universitair medisch centrum