Bijlage 3
Nadere onderbouwing bij afweging van energievarianten in Bronkhorst I
In deze bijlage worden de volgende onderdelen uit de toelichting bij het raadsvoorstel toegelicht: • bijdrage aan energie en klimaat én financieel rendement • afzetbaarheid woningen • subsidies: toelichting regeling Groenprojecten 2005 • eerste ervaringen met warmtepompen • verwachte proceskosten bij keuze voor duurzame energievariant 1.
Bijdrage aan energie en klimaat én financieel rendement
In de onderstaande tabel is aangegeven welke CO2 besparing een vbww oplevert ten opzichte van een referentiesituatie met gas. CO2 uitstoot en energieprestatie EPC 0,8; huidig beleid
EPC 0,6; HR/CKM
Variant VBWW
CO2 uitstoot (kg/jaar) CO2 besparing (kg/jaar)
765.358 0
499.485 265.873
CO2 besparing (%) EPL
0 6,58
35% 7,77
35% 7,76
EPC
0,80
0,60
0,60
Bron: Programma van uitgangspunten Qua CO2 uitstoot en energieprestatie ontlopen de warmtepompvariant en de referentiesituatie met gas elkaar nauwelijks. De toepassing van warmtepompen met vbww’s is een concept waarmee een EPC van 0,6 redelijk eenvoudig haalbaar is. Ten opzichte van de huidige energieprestatie-eis (0,8) wordt dan 35% CO2 bespaard. Ten opzichte van de eis die in 2011 ingaat (EPC<=0,6) wordt met de huidige invulling van het concept niet meer CO2 bespaard, maar wel op kosten. In de EPC=0,6 referentie wordt uitgegaan van een gasgestookte installatie en koeling door middel van een losse airco. De EPC wordt verder verlaagd naar 0,6 door middel van de toepassing van (kostbare) zonnecellen. Uitgangspunt in beide concepten is dat gewone grijze stroom wordt ingekocht. Omdat inkoop van elektriciteit geen vast gegeven is –een bewoner heeft zelf de keuze- mag dit niet worden meegenomen in de CO2 reductie van het concept. In de praktijk is de werkelijke CO2-reductie groter als de bewoner groen stroom inkoopt. Doelstellingen van De Verklaring van Dussen In de Verklaring van Dussen, ondertekend door de gemeente Woudrichem, wordt aangesloten bij het nationale klimaatbeleid. De besparingsdoelstelling –deze gaat uit van 2% besparing per jaar- betekent dat elke nieuwe ontwikkeling energieneutraal moet zijn wil de besparingsdoelstelling worden gerealiseerd. Elke niet energieneutrale toevoeging betekent een toename van energieverbruik en dus een belasting van de besparingsdoelstelling. Het concept met een warmtepomp en een vbww is een zogenaamd “all electric” concept. Elektriciteit kan volledig duurzaam worden opgewekt, bijvoorbeeld met zonnecellen, of worden ingekocht, als groene elektriciteit. Dat betekent dat met het warmtepompconcept met vbww’s een basis wordt gelegd voor energieneutraliteit. Met een gasgestookt concept lukt dat niet. Verbranding van gas gaat per definitie gepaard met CO2 uitstoot. Een warmtepompconcept past dus binnen de verklaring van Dussen. Een gasgestookt concept niet.
Financieel rendement In de onderstaande tabellen worden de varianten HR/ CKM (hoog rendement ketel en een compressie 1 koelmachine/ airco, hierbij is sprake van een gasaansluiting) en VBWW (verticale bodemwarmtewisselaar ) met elkaar vergeleken. Referentie daarbij is een EPC norm van 0,6 die vanaf 2011 zal gaan gelden. Investeringskosten van een vbww EPC 0,6: HR/CKM
Variant: vbww
Netto Contante Waarde Netto Contante Waarde per woning
€0 €0
€ 492.530 € 2.606
Investering per jaar o Meerinvestering
€ 4.599.650 €0
€ 3.661.175 - € 938.475
Meerinvestering per woning Herinvestering na 15 jaar
€0 € 781.200
- € 4.965 € 1.918.567
Herinvestering per woning
€ 4.133
€ 10.151
Bron: Rapport “Duurzaam Energieconcept Bronkhorst, Andel”, 16 december 2008 Uit de tabel valt te lezen dat het goedkoper is om een vbww met warmtepomp in de woning te plaatsen dan een woning dusdanig te isoleren dat een EPC van 0.6 bereikt wordt. De herinvestering is nodig omdat er over 30 jaar gerekend wordt en sommige systemen maar 15 jaar meegaan, zoals de warmtepomp. De herinvestering staat eerst gegeven voor alle woningen en dan per woning. Exploitatiekosten en exploitatievoordeel op korte termijn
Exploitatiekosten
EPC 0,6: HR/CKM
Variant: VBWW
€ 185.802
€ 201.758
Exploitatievoordeel € 0,- € 15.957 Exploitatievoordeel per € 0,- € 84 woning Bron: Rapport “Duurzaam Energieconcept Bronkhorst, Andel”, 16 december 2008 De exploitatiekosten op korte termijn voor een woning met een warmtepompsysteem zijn hoger dan die van een woning met een gasaansluiting. Exploitatiekosten en exploitatievoordeel op lange termijn (30 jaar)
Exploitatiekosten
EPC 0,6: HR/CKM
Variant: VBWW
€ 940.261
€ 804.168
Exploitatievoordeel € 0,€ 136.093 Exploitatievoordeel per € 0,€ 729 woning Bron: Rapport “Duurzaam Energieconcept Bronkhorst, Andel,” 16 december 2008 Over een periode van 30 jaar is het beeld anders. De exploitatiekosten van de warmtepompvariant zijn dan lager dan de referentiesituatie met gas. De reden is dat over deze periode de prijsstijging van olie en gas, als gevolg van afname van voorraden, een belangrijke rol gaat spelen. In deze tabel is uitgegaan van een prijsstijging van elektriciteit en gas van respectievelijk 5% en 7% per jaar. Bij de bepaling van het exploitatievoordeel is de vervanging van een warmtepomp en een HR-ketel na 15 jaar meegenomen.
1
Bij verticale bodemwarmtewisselaars vindt warmte-uitwisseling plaats met de bodem via een gesloten systeem waardoor
water rondgepompt wordt. In deze variant worden warmtepompen toegepast.
2.
Afzetbaarheid van woningen
Navraag bij een lokale makelaar leert dat prijs zwaar weegt in de woningmarkt van Andel. Vooral bij de rijwoningen is het aandeel van de kosten van de aanleg van een warmtepompsysteem in de totale VON- prijs relatief hoog. 2 De prijs van een warmtepompsysteem met de bodem als bron kost minimaal € 16.000, - De prijs van een zonnecollector kost ca. € 1600-. Uitgaande van een maximum te hanteren VON- prijs voor starterswoningen van € 170.000, -, wordt ruim 10% van de prijs bepaald door de aanleg van een warmtepompsysteem. Het is de vraag of de starters zullen profiteren van de opbrengsten van het energiesysteem op middellange termijn, omdat ze vaak na een aantal jaren willen verhuizen. Ook voor de senioren geldt dat ze niet zullen profiteren van de opbrengsten van het energiesysteem op middellange termijn. Voor de andere woningtypes in het plan (twee-onder-één- kapwoningen, vrije kavels) is het relatieve aandeel van de aanlegkosten van het energiesysteem in de totale bouwkosten lager. Voor de bewoners van dit type woningen kan een warmtepompsysteem rendabel zijn. Indien de gemeente kiest voor duurzame energie, dan is het risico aanwezig dat de gemeente hiermee een deel van de potentiële bewoners met specifieke voorkeur voor een gasaansluiting uitsluit. Mogelijk is dat minder het geval als de gemeente kiest voor een op dit moment meer gangbare energiesysteem (met gas). Echter er is wel een trend zichtbaar dat steeds meer nieuwbouwwijken een gasloze energievoorziening krijgen. 3.
Subsidies: toelichting regeling Groenprojecten 2005
Regeling Groenprojecten 2005 Het doel van de regeling is het stimuleren van groene projecten. ‘Groene projecten’ kunnen voor financiering (lening) tegen een extra lage rente (1 tot 2 procent onder marktrente) in aanmerking komen. Om aanspraak op deze regeling te kunnen maken, dient een groenverklaring voor het project te zijn afgegeven. Een verzoek voor een groenverklaring moet worden ingediend bij een bank met een groenfonds of bij het Nationaal Groenfonds. Het groenfonds van de bank vraagt op haar beurt de groenverklaring aan bij de Dienst Regelingen of SenterNovem. De groenverklaring geldt maximaal 30 jaar en geldt voor de netto investering (totale ‘groene’ investering minus eventuele subsidies). Met behulp van de groenverklaring kan een voordelige groen financiering verkregen worden. Onder andere de volgende categorieën komen voor een groenverklaring in aanmerking: 1. Duurzame energie: o.a. projecten gericht op: het opwaarderen van laagwaardige warmte naar hoogwaardige warmte door middel van warmtepompen; warmte- en koude-opslag in aquifers; 2. Duurzaam bouwen: o.a. projecten gericht op het realiseren van nieuwbouwwoningen. Projecten moeten voldoen aan de Maatlat Duurzame Woningbouw 2006. Algemene voorwaarden De verklaring moet binnen 9 maanden in werking treden; Het project moet binnen 2 jaar gestart worden. Voorwaarden duurzame energie (warmtepompen) De warmtepomp moet gecombineerd worden met een gesloten bodemwarmtewisselaar of aquifer.
2
Senter Novem, Duurzame energie in uw woning
Voorwaarden woningbouw (nieuwbouw) De stichtingskosten van de woning mogen niet hoger zijn dan 272.268 euro. Stichtingskosten zijn alle kosten die u maakt voor de bouw van een woning (eventueel met berging en/of garage), alsmede grondkosten en kosten van meerwerk en renteverlies. De woning dient als hoofdverblijf. Vakantiewoningen en weekendhuisjes komen niet in aanmerking voor groene financiering. Er mag niet met de bouw gestart worden voordat de aanvraag voor de groenverklaring is ingediend. Per jaar wordt voor maximaal 5.000 nieuwbouwwoningen een groenverklaring afgegeven. Mogelijke opbrengst Voor nieuwbouw geldt een maximum aan het investeringsbedrag van € 34.034,- per woning waarvoor een groenverklaring kan worden aangevraagd. Voor duurzame energie geldt een maximaal investeringsbedrag van ruim € 34 miljoen waarvoor een groenverklaring kan worden aangevraagd.
4.
Eerste ervaringen met warmtepompen
Eerste ervaringen met warmtepompen Volgens Senter Novem worden warmtepompen in de markt als een aantrekkelijke optie gezien in een streven naar een lagere EPC, maar tevens als een optie die nog niet zonder meer betrouwbaar kan worden toegepast 3 door de marktpartijen . Vooral de relatie tussen installatiekwaliteit en bouwkwaliteit wordt als problematisch gezien, oplosbaar door een meer geïntegreerde en procesmatige aanpak vanaf het eerste ontwerp van de bouw. Senter Novem heeft een analyse uitgevoerd van uitgevoerde projecten. Daaruit blijkt dat de warmtepompsystemen nog niet uitontwikkeld zijn en dat het energiegebruik in de praktijk hoger is dan in 4 theorie. Een reden was dat de eerste generatie warmtepompen uit omringende landen kwamen en niet specifiek ontwikkeld waren voor de Nederlandse markt. Het ging hierbij om warmtepompen met grotere verwarmingscapaciteiten dan nodig zijn in een Nederlandse rijwoning. Technisch gezien heeft er inmiddels vanuit Nederlandse fabrikanten op systeem- en component niveau een ontwikkeling plaats gevonden, waarmee de warmtepompen meer inspelen op de warmtebehoefte van de Nederlandse woning. Warmtepompsystemen stellen eisen aan de kwaliteit van de bouw, omdat deze systemen met hun geringere capaciteit en trage aanwarmsnelheid veel gevoeliger zijn voor fouten in de bouwfysica. Een goede zorgvuldig aangebrachte isolatie, kierafdichting en het vermijden van koudebruggen voorkomt piekvragen in warmte en koude. Hiermee kan de warmtepomp optimaal functioneren. 5.
Verwachte proceskosten bij keuze voor duurzame energievariant
De offerte van BuildDesk van 19 januari 2009 geeft richting in de proceskosten die de komende maanden gemaakt zullen moeten worden bij een keuze voor duurzame energie door de gemeente Woudrichem. Het gaat hierbij om de volgende stappen: informeren externe betrokkenen (organisatie van informatiebijeenkomst met betrokken ontwikkelaars in Bronkhorst) begeleiding van projectgroep duurzame energie (doel: uitwerking van warmtepompconcept met deelnemende projectontwikkelaars) aanpak voor vrije sector kavels ( 2 informatiebijeenkomsten, communicatie op website en huis- aanhuis bladen) monitorsysteem (plaatsing van een monitorsysteem in een aantal woningen om voor een lange periode het rendement van het systeem en de temperatuur van de bodem te volgen)
3
Senter Novem, Statusrapportage warmtepompen in Nederland in 2008
4
Senter Novem, Statusrapportage warmtepompen in Nederland in 2008
BuildDesk biedt deze stappen aan voor een bedrag van € 16.260, exclusief BTW. Tevens is in dit traject ambtelijke betrokkenheid nodig. De totale proceskosten bij het hierboven beschreven traject worden geschat op een bedrag van circa € 25.000,-. Dit bedrag zou gedekt moeten worden uit de grondexploitatie van Bronkhorst I.