Naam:……………………………………………………………. Klas: ……………………………………………………………..
UTRECHT AAN ZEE HOE HOUD JIJ DROGE VOETEN? werkboek
Welkom bij het project Utrecht aan Zee: hoe houd jij droge voeten?! Utrecht aan Zee gaat over waterbeheer in Nederland. Ongeveer een derde deel van Nederland ligt onder de zeespiegel. Door de klimaatverandering zullen we vaker te maken krijgen met hoog water. Wat betekent voor jou en je eigen omgeving? Dat ga je in dit project ontdekken. De komende weken ga je in de aardrijkskunde- en geschiedenislessen aan de slag met dit project. LES
WAT
VAK
1
Schooltentoonstelling
Beeldend
2
Wat zijn de gevolgen van klimaatverandering?
AK
3
Aan de slag met de overstromingsbak en
AK
overstromingsmodellen 4
Overstromingen in de geschiedenis
GS
Kunstzinnige verwerking
Beeldend/tekenen
Daarnaast maak je tijdens het project een huiswerkopdracht. Je hebt voor de huiswerkopdracht twee weken de tijd. Die tijd heb je ook nodig, want je doet de metingen in deze opdracht twee keer met een tussenpoos van een week. Begin er dus meteen aan! Wat lever je aan het eind van het project in? Je maakt alle opdrachten in dit werkboek. Dit lever je vervolgens, voorzien van naam, in bij je docent. Veel plezier!
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
2
Schooltentoonstelling De schooltentoonstelling Utrecht aan Zee bestaat uit zes kunstwerken van Kunstuitleen Utrecht. Bij een Kunstuitleen kun je kunstwerken lenen net zoals je in een bibliotheek boeken en muziek kunt lenen. De zes kunstwerken sluiten aan bij het thema van het project: water en de strijd tegen het water. Traditiegetrouw hebben Nederlandse kunstenaars laten zien hoe Nederland omging met het water. Maar ook in de hedendaagse beeldende kunst is water een grote inspiratiebron. Bij ieder kunstwerk is een aantal vragen gesteld. Om de vragen te kunnen beantwoorden, moet je vooral goed naar de kunstwerken kijken!!
Jocé Bloks, zonder titel
Emmy Gostelie, De ramp
in Italiaans landschap
Jeroen Hermkens,
Karin Bos,
Wouter Stips,
Volvox Olympia
Searching for Atlantis
Mamas plunching again
WE RKBOE K UT RECH T AA N Z EE : HO E H O UD JIJ DRO G E VO ET EN?
Paul Klemann, Utrechtse Domtoren
3
Kijkwijzer 1: ‘Utrechtse Domtoren in Italiaans landschap’ van kunstenaar Paul Klemann Zeefdruk, 2000, collectie Kunstuitleen Utrecht Vraag 1: Wat zie je op het kunstwerk? ………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………….. Vraag 2: Paul Klemann noemt zijn kunstwerken ‘droomtekeningen’. Wat zou hij hiermee bedoelen? ………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………….. Vraag 3: De kunstenaar is geboren in Utrecht en woonde de eerste acht jaar van zijn jeugd vlakbij de Domtoren. Zijn slaapkamerraam keek op de toren uit. Denk je dat Paul Klemann ‘Utrechtse Domtoren in Italiaans landschap’ zo letterlijk heeft gedroomd? Ja, omdat:………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. WE RKBOE K UT RECH T AA N Z EE : HO E H O UD JIJ DRO G E VO ET EN?
Nee, omdat:………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….. Vraag 4: Het werk is een zeefdruk. Een zeefdruk is een druktechniek; weet jij welke? •
een houtsnede
•
een steendruk
•
een doordruk
(omcirkel het juiste antwoord) Vraag 5: Zou deze situatie werkelijkheid kunnen worden? Water dat onder de Domtoren door stroomt? Leg uit. …………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………
4
Kijkwijzer 2: ‘De Ramp’ van kunstenaar Emmy Gostelie Gemengde techniek op doek, 2003, collectie Kunstuitleen Utrecht Vraag 1: Bekijk het kunstwerk van Emmy Gostelie goed. Beschrijf eens wat je allemaal op het kunstwerk ziet? ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Vraag 2: In wat voor techniek is het kunstwerk gemaakt? Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden moet je van heel dichtbij goed naar het kunstwerk kijken! ……………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3: Op het kunstwerk staat de Latijnse tekst: Luctor et Emergo? Dit betekent: ‘Ik worstel en kom boven’. Naar welke belangrijke gebeurtenis uit de Nederlandse geschiedenis verwijst de kunstenaar met deze tekst en dit kunstwerk? …………………………………………………………………………………………………………………….. Vraag 4: Welke drie Nederlandse provincies overstroomden op 1 februari 1953? Als je goed naar het kunstwerk kijkt, kun je het zien.
b:……………………………………….. c:……………………………………….. Vraag 5: De Ramp van 1953 veroorzaakte, behalve het enorme verlies aan mensenlevens, grote schade aan (noem drie andere zaken)?: a:……………………………………….. b:……………………………………….. c:……………………………………….. Vraag 6: Hoe zouden dit soort overstromingen voorkomen kunnen worden? Welke organisaties spelen hierbij een rol?
WE RKBOE K UT RECH T AA N Z EE : HO E H O UD JIJ DRO G E VO ET EN?
a:………………………………………..
5
Kijkwijzer 3: ‘Zonder titel’ van kunstenaar Jocé Bloks Houtsnede, 1983, collectie Kunstuitleen Utrecht Vraag 1: Wat zie je op het kunstwerk? ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. Vraag 2: Wat voor titel zou jij dit kunstwerk geven? Leg uit waarom. ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3: Het kunstwerk van Jocé Bloks is: •
Schilderkunst
•
Grafische kunst
•
Fotografie
(omcirkel het juiste antwoord) Vraag 4: De kunstenaar heeft in het werk een relatie tussen twee personen willen uitbeelden, in combinatie WE RKBOE K UT RECH T AA N Z EE : HO E H O UD JIJ DRO G E VO ET EN?
met water. Haar argument: Water maakt mensen speels en dat bevordert de relatie tussen mensen onderling. Hoe vind je dat Jocé Bloks haar idee heeft uitgebeeld? ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. Vraag 5: Spreekt het kunstwerk je aan? Ja, omdat:……………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………. Nee, omdat:……………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………..
6
Kijkwijzer 4: ‘Volvox Olympia’ van kunstenaar Jeroen Hermkens (in opdracht van baggerbedrijf Van Oord) Litho, 2010, courtesy Van Oord Vraag 1: Bekijk het kunstwerk van de Utrechtse kunstenaar Jeroen Hermkens goed. Beschrijf wat je ziet. ……………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………….. Vraag 2: De titel van het werk is: Volvox Olympia. De Volvox Olympia is een baggerschip. Weet jij wat een baggerschip doet? ………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3: Jeroen Hermkens kreeg de opdracht voor het maken van dit werk van Baggerbedrijf Van Oord. Wat heeft de kunstenaar vooral willen verbeelden in het kunstwerk? ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. Vraag 4: Een litho is: •
Een ets
•
Een houtsnede
•
Een steendruk
(omcirkel het juiste antwoord) Vraag 5: In het werk van Jeroen Hermkens is de interpretatie van de werkelijkheid belangrijker dan de realiteit. Snap jij wat hiermee wordt bedoeld? Leg eens uit? …………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………..
WE RKBOE K UT RECH T AA N Z EE : HO E H O UD JIJ DRO G E VO ET EN?
Het werk is een litho. Weet jij wat dit is?
7
Kijkwijzer 5: ‘Mamas Plunching Again’ van kunstenaar Wouter Stips Zeefdruk, 1999, collectie Kunstuitleen Utrecht Vraag 1: Wat zie je op het kunstwerk? ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… Vraag 2: Wat heeft de kunstenaar willen uitbeelden? ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3: Water is niet alleen maar lastig blijkt uit dit kunstwerk. Noem vier dingen die te maken hebben met water waaraan je veel plezier kunt beleven: ..…………………………………………………………………………………………………………….. ..……………………………………………………………………………………………………………..
Vraag 4: WE RKBOE K UT RECH T AA N Z EE : HO E H O UD JIJ DRO G E VO ET EN?
Wouter Stips zegt over zijn werk: ‘In mijn schilderijen moet alles kunnen, zoals dat ook kan in de nog vrije, ongebreidelde geest van een kind.’ Noem een paar beeldelementen waaruit dit blijkt? ………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………. Vraag 5: Benoem zoveel mogelijk kleuren die in het kunstwerk zijn gebruikt. …………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………
8
Kijkwijzer 6: ‘Searching for Atlantis’ van kunstenaar Karin Bos Zeefdruk en gemengde techniek, 1998, collectie Kunstuitleen Utrecht De titel van het werk is: Zoeken naar Atlantis. Ken je het verhaal van Atlantis? Atlantis is een denkbeeldig eilandenrijk waarvan men niet weet of het echt heeft bestaan. Door een catastrofe zou het rijk plotseling in zee zijn verdwenen. De Atlantische Oceaan dankt zijn naam aan deze legende. Vraag 1: Wat zie je op het kunstwerk? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 2: Wat is uitgebeeld met de witte inkt? ……………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 3: Wat roept het kunstwerk bij je op? Waar moet je aan denken? ………………………………………………………………………………………………………………………
Vraag 4: Het meisje heeft haar ogen gesloten. Waarom zou de kunstenaar dit zo hebben uitgebeeld? Wat zou ze hiermee willen zeggen? …………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 5: Vind je dat het kunstwerk aansluit bij het thema van deze Utrecht aan Zee schooltentoonstelling? Leg eens uit. Ja, omdat………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. Nee, omdat……………………………………………………………………………………………………..
WE RKBOE K UT RECH T AA N Z EE : HO E H O UD JIJ DRO G E VO ET EN?
…………………………………………………………………………………………………………………….
9
WERKBLAD 1 Klimaatverandering in Nederland
In het nieuws hoor je veel over klimaatverandering. De ijskappen smelten, de ijsbeer WAAROM doen we dit?
sterft uit en de Malediven komen onder de zeespiegel te liggen. In Nederland zullen we door de verandering van het klimaat vaker te maken krijgen met wateroverlast. Maar, hoe komt dat eigenlijk? Dat ga je in deze opdracht uitzoeken. In deze oefening oefen je om samen met anderen de hoofdzaken uit enkele bronnen te halen. Zodat je samen tot een antwoord op de hoofdvraag komt.
WAT
Je beantwoordt een deelvraag om samen met een klasgenoot de hoofdvraag te kunnen
doen we?
beantwoorden. Je maakt hierbij gebruik van de Bosatlas van Nederland waterland.
Je docent verdeelt de klas in twee helften. De ene helft is in deze opdracht rivierendeskundige, de andere helft zeespiegel deskundige. Individueel: De rivierendeskundigen beantwoorden deelvraag A. De HOE
zeespiegeldeskundigen beantwoorden deelvraag B.
pakken we het aan?
Beantwoord de deelvraag op een apart vel. Maak gebruik van de Bosatlas van Nederland waterland. Samen: Zoek nu een klasgenoot erbij, zodat je een koppel vormt van rivier- en
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
zeespiegeldeskundigen. Beantwoord samen deelvraag C. Beantwoord tenslotte samen de hoofdvraag. Zorg dat jullie alles zo goed noteren dat iedereen de vragen van je docent kan beantwoorden!
RESULTAAT
De antwoorden op de hoofdvraag worden klassikaal met de docent nabesproken.
Wat doen we ermee?
HULP
Bij elkaar.
Bij wie of wat? TIJD Hoe lang mag je
40 minuten.
eraan werken? KLAAR?
Bespreek met je koppel of de gevolgen van klimaatverandering voor een land als
Wat ga je dan doen?
Bangladesh (dat net als Nederland onder de zeespiegel ligt) anders zijn dan voor Nederland.
10
Hoofdvraag
Waarom krijgen we in Nederland door klimaatverandering vaker te maken met wateroverlast?
Eén van de gevolgen van klimaatverandering is dat het warmer wordt. De temperatuur stijgt. Maar heeft dat ook effect op de hoeveelheid neerslag die valt? 1. Met hoeveel °C is de gemiddelde jaartemperatuur tussen 1900 en 2000 toegenomen? 2. Is de neerslag tussen 1900 en 2000 toe- of afgenomen? Deelvraag A: De rivierdeskundigen
Bereken het verschil tussen 1900 en 2000 in millimeters. 3. Hoe komt het dat door hogere temperaturen de neerslag toeneemt? 4. Wat is dus het effect van klimaatverandering op de hoeveelheid neerslag die valt? Gebruik in je antwoord ‘temperatuur’. 5. De Rijn en de Maas zijn zogenaamde regenrivieren. Wat betekent de klimaatverandering voor de afvoer van deze rivieren? Schrijf bij elk antwoord op welke bronnen je hebt gebruikt in de atlas.
temperatuur stijgt. Maar heeft dat ook effect op de zeespiegel? 1. Met hoeveel °C is de gemiddelde jaartemperatuur tussen 1900 en 2000 toegenomen? 2. Is de zeespiegel aan de kust van Nederland tussen 1900 en 2000 gestegen of gedaald? Bereken het verschil tussen 1900 en 2000 in centimeters. Deelvraag B: De zeespiegel-
3. Hoe komt het dat door hogere temperaturen de zeespiegel stijgt?
deskundigen 4. Wat is dus het effect van klimaatverandering op de stijging van de zeespiegel? Gebruik in je antwoord ‘temperatuur’. 5. De stijging van de zeespiegel is niets nieuws. Bekijk figuur 10C. In de afgelopen 8000 jaar is de zeespiegel maar liefst 35 meter gestegen! Die zeespiegelstijging had een natuurlijke oorzaak. Na het einde van de laatste ijstijd smolt het landijs en steeg de zeespiegel. Niets aan te doen. Wat is het grote verschil met de huidige klimaatverandering?
11
Schrijf bij elk antwoord op welke bronnen je hebt gebruikt in de atlas.
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
Eén van de gevolgen van klimaatverandering is dat het warmer wordt. De
Deze vraag beantwoord je als koppel van rivieren- en zeespiegeldeskundige.
Deelvraag C: Rivieren versus
1.
Leg aan elkaar uit de antwoorden zijn op jullie deelvragen en laat de
2.
Jullie zijn het er waarschijnlijk over eens dat er voor Nederland twee
ander aantekeningen maken. belangrijke oorzaken zijn voor een toename van wateroverlast. 1. de
zeespiegel
zeespiegel zal stijgen en 2. de rivieren zullen meer water afvoeren. Maar, hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Met andere woorden welke oorzaak zal een grotere bedreiging voor ons land vormen? Gebruik in jullie discussie kaart 56A. 3.
Beantwoord samen de hoofdvraag.
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
12
WERKBLAD 2 Wat te doen bij een dijkdoorbraak?
Veel Nederlanders wonen onder de zeespiegel of bij een dijk, maar weten niet wat zij WAAROM
moeten doen als die dijk doorbreekt. Wat zou jij doen als er een dijk in de buurt
doen we dit?
doorbreekt? Je leert dat er meerdere antwoorden op een vraag kunnen zijn en hoe je samen met anderen tot een antwoord op een vraag kunt komen.
We zoeken een antwoord op de volgende vragen: WAT doen we?
- Wat zou jij doen bij een dijkdoorbraak? Noem twee oplossingen. - Bedenk per oplossing een voor- en een nadeel.
Individueel: Bestudeer de vragen en formuleer een antwoord. Noteer alles. HOE
Samen: Leg je antwoorden naast die van twee klasgenoten en vergelijk ze.
pakken we het aan? Waarin zitten verschillen? Hoe komt dat? Kies nu samen de beste antwoorden uit.
Wat doen we ermee?
Bespreek de antwoorden op de vragen klassikaal met de docent.
HULP
Bij je groepje.
Bij wie of wat?
TIJD
20 minuten
Hoe lang mag je eraan werken?
KLAAR?
Bedenk welk deel van Nederland onder water zou lopen, wanneer er geen dijken of
Wat ga je dan doen?
duinen zouden zijn.
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
RESULTAAT
13
Vragen bij het 3D-overstromingsmodel - Welke vijf gebieden overstromen als eerst? Schrijf ze op in de juiste volgorde. 1. ………………………………………………………….. 2. …………………………………………………………. 3. …………………………………………………………. 4. …………………………………………………………. 5. …………………………………………………………. -
Waarom overstroomt het daar als eerst?
……………………………………………………………………………………………………………………… -
Bij welke plaatsen aan de kust is de kans op binnendringen van de zee het grootst?
……………………………………………………………………………………………………………………… -
Welke oorzaken zorgen voor overstromingen van rivieren?
……………………………………………………………………………………………………………………… -
Vind je een overstroming vanuit zee of vanuit een rivier waarschijnlijker?
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
………………………………………………………………………………………………………………………
14
EVACUATIESPEL Wat neem je mee bij een plotselinge evacuatie?
Leesboek
Chocola
Nintendo DS
Telefoon
Huiswerk
Zaklamp
Blikgroente
Dekens
Radio
Onderbroek
WC-papier
Warme deken
Nog meer water
Trui
Batterijen
Fotoboeken
Hond
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
Brood
15
WERKBLAD 3 Het water kwam… Overstromingen in de geschiedenis van Nederland. Hoog water en overstromingen vormen een rode draad in de geschiedenis van Nederland. In deze les maak je kennis met een aantal van die rampen. Ook leer je wat ons verleden voor effect heeft op onze houding ten opzichte van het leven met water. Dijkdoorbraak in Tull en ’t Waal in 1624 Tull en ’t Waal zijn twee dorpjes langs de Lek ten zuiden van Houten. Door een plots invallende dooi vlak na kerstmis 1623 komt er in de Lek sterke ijsgang en hoog water op met een dijkdoorbraak als gevolg. Over deze ramp werd een gedicht geschreven.
‘den tienden januarij vierentwintich jaer en sestienhondert, nae Godts zoon geboren waer, de Leck door hooge vloet en ijsgangh soo aen parste [perste] Vijanen, dat den dijck daer tegenover barste. Dit maeckten bij Vaert [Vreeswijk] een gat soo wijt en diep, Dat overal het landt van ’t water onder liep, Tot binnen Amsterdam, daet ’t op de straten woelde, En eyndelijck door ’t IJ in Zuyder-Zee wech spoelde. Het Godts gelegnheyt, en hoe’t met rijs en aerdt, Door kloeck belyt en volck gestopt is met vaerdt, Wert hier perfeckt vertoont, Esyas van den Velde, Dit tot nagedachtenis nae ’t leven ons bestelde. W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
OPDRACHT 1 Lees keer het gedicht hardop voor. a. Zoek in de atlas op waar ’t Waal ligt. Over hoeveel kilometer stond er water? Schrijf op hoe je dit uitgerekend hebt. ………………………………………................................................................................................... b. In de tijd dat deze dijk doorbrak waren nog veel meer mensen dan tegenwoordig boer. Bedenk wat deze dijkdoorbraak voor gevolgen had voor hun boerenbedrijf. Beschrijf dit in 4 zinnen. ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
16
Dijkdoorbraak 1855 in Veenendaal Op 5 maart 1855 brak de Grebbedijk door. Het water uit de Rijn stroomde de Gelderse Vallei in, waarbij ook Veenendaal onder water kwam te staan. Vele Veenendalers moesten hun huis ontvluchten. Er verdronken 11 mensen.
Bekijk bovenstaande kaart 1.
Omcirkel Veenendaal. Let op er is een ‘stichts’ en een ‘Geldersch’ Veenendaal.
2.
Geef op de kaart aan waar de dijk van de Rijn doorbrak.
3.
Geef met een pijl op de kaart aan in welke richting het water stroomde.
4.
Welke grote stad stond er, behalve Veenendaal, ook onder water?........................................................
OPDRACHT 3 In Veenendaal staat aan de Stationsweg een monument ter nagedachtenis aan deze watersnoodramp. Lees de tekst op de volgende pagina en beantwoord de vragen.
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
OPDRACHT 2
17
Verdronken op 8 maart 1855 Cornelis Jansen
70 jaar
Cornelis van Wijk
13 jaar
Geertrui van Wijk
17 jaar
Gerritje van Wijk
4 jaar
Hendrikje van Wijk
11 jaar
Jacob van Wijk
17 maanden
Verdronken op 21 maart 1855 Roelof van Hal
54 jaar
Hendrik van den Heuvel
50 jaar
Cornelis van der Meijden 48 jaar Cornelis van der Meijden 14 jaar Jacob van der Meijden
16 jaar
Het monument en de tekst die daar op staat. 1.
Wat valt je op aan de leeftijd van de verdronken personen van 8 maart?
2.
Wat zou de relatie kunnen zijn tussen de verdronken personen van 8 maart?
3.
Zouden de verdronken personen van 21 maart familie kunnen zijn?
Dijkdoorbraak in Eemland, 1916 In de nacht van 13 op 14 januari W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
1916 stak er een zware noordwesterstorm op. Het water van de Zuiderzee steeg snel en de woeste golven beukten op de dijken in. De dijken waren niet tegen dit natuurgeweld opgewassen en braken door. Een groot deel van Eemland – het noordoostelijk deel van de provincie Utrecht - liep onder water.
OPDRACHT 4 1. Zoek op waar Eemland ligt in de Atlas. 2. Bekijk de kaart van de overstroming hiernaast. Welke grote stad stond er (opnieuw) onder water? Maak gebruik van de atlas!
18
OPDRACHT 5 Lees het krantenartikel hieronder en beantwoord de vragen.
Van wie was Prins Hendrik de echtgenoot?
-
Wat was volgens het krantenartikel de schade?
-
In het artikel wordt gesproken over ‘botters’. Wat zijn dat?
-
Welke twee beroepsgroepen waren het ergst getroffen?
19
-
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
Bron: Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander, 19/01/1916
Watersnoodrampen in je eigen herinnering Ook tegenwoordig hebben we nog regelmatig te maken met hoogwater of (dreiging van) overstromingen. Zo werd in 1995 werd een groot deel van de Betuwe geëvacueerd, omdat de dijken dreigden door te breken. Vraag je ouders/verzorgers of grootouders maar eens of zij zich dat nog kunnen herinneren. Maar ook in 2011 stond het water in de rivieren erg hoog. Kun je je dat nog herinneren? Schijf hieronder je eigen herinnering aan hoog water op.
Het collectieve geheugen van Nederland Buitenlanders op vakantie in Nederland reageren vaak geschokt op onze watersituatie. Is het écht waar dat 1/3 van Nederland onder de zeespiegel ligt? Zijn jullie niet bang dat alles overstroomt? Maar, over het algemeen zijn Nederlanders niet zo bang dat er een overstroming komt. Wij bouwen nog gerust een nieuw huis naast een dijk. Hoe komt het, denk je, dat Nederlanders niet zo bang zijn voor overstromingen?
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
20
HUISWERKOPDRACHT Wat ga je doen in deze huiswerkopdracht? 1.
Het waterbeheer rond je eigen huis in kaart brengen
2.
Nadenken over en advies geven aan waterschap over waterbeheer bij klimaatverandering.
Hoeveel tijd heb je voor deze opdracht? Je hebt voor deze huiswerkopdracht twee weken de tijd. Die tijd heb je ook nodig, want je doet de metingen in deze opdracht twee keer met een tussenpoos van een week. Begin er dus meteen aan! Let op: de vragen met een @ kun je opzoeken op internet. Opdracht 1 @ In de foto hierboven zie je een peilschaal. Wat is de functie van een peilschaal? ……………………………………………………………………………………………………………………… Waarom plaatst het waterschap peilschalen in watergangen? ……………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 2 -
Zoek 2 peilschalen in de buurt van jouw huis.
-
Teken in het vlak hieronder een kaart van jouw buurt. Als je het moeilijk vindt om dit te tekenen, kun je ook een kaartje van Google Maps printen en in dit werkboek plakken.
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
21
Ruimte voor de tekening van opdracht 2.
-
Geef in de tekening aan waar je huis staat
-
Geef in de tekening aan waar water is
-
Stroomt het water? Zo ja, geef de stroomrichting met pijlen aan in je tekening.
-
Geef in de tekening aan waar de peilschalen staan, nummer ze [1] tot en met [2]
-
Heeft het water waarin de peilschalen staan een naam? Zo ja, noteer deze in je
-
Horen de peilschalen bij een gebouw / werk van het waterschap, bijvoorbeeld een
tekening. gemaal of een stuw? Zo ja, geef dit aan in je tekening. Opdracht 3 -
Je gaat op twee momenten onderzoek doen. Plan deze momenten zo, dat er in ieder
-
Vul de datum waarop je de peilschaal afleest in in tabel 1.
-
Lees de peilschalen af. Noteer je bevindingen in tabel 1.
-
Noteer ook in tabel 1 of dat boven of onder NAP is.
@
Waar staat de afkorting NAP voor?
geval 1 week tussen zit.
………………………………………………………………………………………………………………… @
Welk waterniveau is de maat voor 0 m NAP?
……………………………………………………………………………………………………………….. Tabel 1: waterstanden Locatie
Datum:
Datum:
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
Peilschaal 1
+/- NAP
+/- NAP
Peilschaal 2
+/- NAP
+/- NAP
@ Noordzee bij Scheveningen
+/- NAP
+/- NAP
+/- NAP
+/- NAP
+/- NAP
+/- NAP
@ Lek bij Hagestein bovenstrooms van de stuw @ Rivier de Lek bij Hagestein benedenstrooms van de stuw -
Ga naar de website http://live.actuelewaterdata.nl/waterstandNAP/
-
Selecteer in het kaartje Midden-West Nederland
-
Klik op Scheveningen en noteer de actuele waterstand in de tabel
-
Doe hetzelfde voor de waterstand in de Lek bij Hagestein boven en Hagestein
-
Hoe verklaar je de golfbeweging in de waterstand bij Scheveningen?
………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 4 Je hebt gezocht naar peilschalen die je met het oog kunt aflezen. Maar de waterschappen hebben natuurlijk ook een volledig geautomatiseerd systeem voor het in de gaten houden en regelen van waterstanden. Dit CAW-systeem (Centrale Automatisering Waterbeheer) werkt met
22
sonarapparatuur. Die kun je buiten herkennen als zwarte cylinders die een paar decimeter boven het wateroppervlak hangen. Ze hangen vaak bij gemalen en stuwen.
-
Kijk of je in jouw buurt een sonarapparaat van het CAW-systeem kunt ontdekken. Teken deze in in de plattegrond die je bij opdracht 2 hebt gemaakt.
-
@ Zoek op hoe sonar werkt.
……………………………………………………………………………………………………………… Beschrijf of teken hoe het waterschap met sonar de waterstand in de gaten kan houden. ……………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 5 Ook vroeger mat het waterschap de waterstand al met peilschalen. Hier zie je een plaatje van zo’n peilschaal.
Oude en nieuwe peilschaal @ De waterstand werd in het verleden gemeten in AP in plaats van NAP. Waar staat de afkorting
……………………………………………………………………………………………………………………… @ Welk waterniveau is de maat voor 0 m AP? ……………………………………………………………………………………………………………………… Opdracht 6 -
kies één van je peilschalen uit.
-
Teken in onderstaand staafdiagram (zie voorbeeld) de waterstanden van de peilschaal, de rivier en de zee in. Neem voor de waterstand in de rivier de Lek bij Hagestein bovenstrooms van de stuw.
23
voorbeeld
W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
AP voor?
5 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 -5
rivier
peilschaal
huis
zee
@ Teken vervolgens de hoogteligging van je huis in. Deze kun je vinden op de website ww.ahn.nl/viewer: @
Zoom in naar je huis. Het is dan handiger om de hoogtekaart even uit te zetten.
@ Zet de hoogtekaart vervolgens op ‘Aangepaste legenda’ en klik op de straat voor je huis of in je tuin met je rechtermuisknop. Let op: klik niet op het dak van je huis! Rechtsonder in beeld verschijnt de W ERK BO EK UTRE CHT A AN Z EE: HO E HO UD JI J DRO G E VO E TE N?
hoogteligging, voorbeeld:
- Bekijk het diagram goed. Wat zouden de gevolgen zijn voor jouw huis als er geen dijken of duinen waren? Beschrijf dit in vijf zinnen. ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
24