Droge voeten in Noord-Holland Help! Het water stijgt Docentenhandleiding
1
Inhoudsopgave Pagina 1. Introductie 3 2. Doel en doelgroep programma 3 3. Opbouw lessen 3 4. Tijdsinvestering 4 5. Minimale inhoudelijke voorbereiding bezoek Zuiderzeemuseum
4
6. Praktische voorbereiding bezoek Zuiderzeemuseum 4 6.1 Verdeling groepjes 4 6.2 Begeleiding vanuit school 4 6.3 Het programma in het museum 4 7. Lessen voor op school 6
Bijlagen: Bijlage 1 inhoud spel en antwoordmodel 14 Bijlage 2 achtergrondinformatie 37 Bijlage 3 Les 1: Live blog januari 2012
45
Bijlage 4 Werkblad les 1 51 Bijlage 5 Les 2 Overstromingen: persoonlijke verhalen
52
Bijlage 6 Overeenkomst bruikleen/verhuur 55
2
1. Introductie Deze docentenhandleiding wordt u aangeboden in het kader van de nieuwe educatiemodule Droge Voeten in Noord-Holland en sluit aan bij het educatieve programma in het Zuiderzeemuseum Help! Het water stijgt. Doelgroep zijn leerlingen van leerjaar 2-3 VO. In deze docentenhandleiding vindt u lessen die u op school kunt uitvoeren wanneer u in de klas het thema water behandelt. Deze lessen kunt u gebruiken als inhoudelijke voorbereiding op het museumbezoek, maar u kunt ze ook los hiervan inzetten, zonder het museum te bezoeken. Komt u met uw klas naar het Zuiderzeemuseum dan raden wij u aan de gehele docentenhandleiding te lezen, maar leest u in ieder geval de hoofdstukken 5 en 6. Naast Help! Het water stijgt bestaat de nieuwe watereducatie module Droge Voeten in Noord-Holland uit nog een drietal nieuwe educatieve programma’s voor BO en VO. Meer over deze programma’s kunt u vinden op de bijbehorende website www.zuiderzeemuseum.nl/drogevoeten. Op deze website vindt u ook een fotogalerij met afbeeldingen die u eventueel kunt gebruiken voor de lessen op school. Het Zuiderzeemuseum heeft de module ontwikkeld in opdracht van en samenwerking met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) en in het kader van het Jaar van het Water (2012) in het Zuiderzeemuseum. Het Zuiderzeemuseum werkte voor de ontwikkeling van Help! Het water stijgt daarnaast nauw samen met Belevenisonderwijs (www.belevenisonderwijs.nl). Heeft u na het lezen van deze handleiding en/of na het bezoek aan het Zuiderzeemuseum nog vragen, opmerkingen of tips, neemt u dan contact op met Martine Drenth, afdeling Educatie Zuiderzeemuseum:
[email protected], 0228-351 127. Wij wensen u veel plezier en succes!
2. Doel en doelgroep programma Uit onderzoek van het HHNK is gebleken dat kinderen en jongeren vaak geen idee hebben wie onze bescherming tegen het water waarborgt en hoe. Het hoofdthema van de watereducatie module Droge Voeten in Noord-Holland is daarom toegespitst op waterveiligheid. Hoe houden we droge voeten in Noord-Holland? Hoe deden we dit vroeger en hoe zal dit gaan in de toekomst? Doel van het programma voor leerjaar 2-3 VO is: Leerlingen confronteren met de verschillende facetten en belangen van waterbeheer en hen kennis laten maken met de strijd tegen het water en de waterveiligheid in Nederland in het verleden, heden en de toekomst. De lessen op school hebben als doel de voorkennis en eigen ervaringen die leerlingen hebben met water te activeren en om gezamenlijke ervaringen op te bouwen.
3. Opbouw lessen De opbouw van de lessen bestaat uit een klassikaal gesprek als inleiding, waarna suggesties worden gedaan voor vervolgactiviteiten. Dit kunnen klassikale activiteiten zijn, maar ook activiteiten die de leerlingen in groepjes doen of individueel.
4. Tijdsinvestering Voor de klassikale gesprekken kan worden uitgegaan van maximaal 20 minuten. De vervolgactiviteiten zijn zelf in te plannen en kunnen langer of korter duren al naar gelang de beschikbare tijd en de organisatie.
3
5. Minimale inhoudelijke voorbereiding bezoek Zuiderzeemuseum Indien u naar het museum komt en weinig ruimte in uw onderwijsprogramma heeft om voorbereidende lessen uit te voeren, vragen wij minimaal de volgende voorbereiding: Oriënteer kort met de leerlingen op: -het feit dat Noord-Holland onder zeeniveau ligt -hoe we worden beschermd tegen het water en door wie (dijken, duinen, polder, waterschap) -de term NAP (Normaal Amsterdams Peil) -het Zuiderzeemuseum U kunt hierbij gebruik maken van de achtergrondinformatie uit bijlage 3 van deze handleiding. Bereidt u hen ook voor op wat er gaat gebeuren in het museum: In het museum zullen de leerlingen met hun groepje een crisisteam vormen dat ingezet wordt bij rampenbestrijding. In dit geval betreft het de bestrijding van een watersnoodramp. In het Zuiderzeemuseum gaan ze aan de hand van een spel (app) op oefening om hun vaardigheden te testen op het gebied van waterbeheer. Tijdens de oefening zullen ze op een onverwacht moment geconfronteerd worden met een crisissituatie. Ze zullen actie moeten ondernemen om een mogelijke ramp te voorkomen. De beslissingen die ze nemen, bepalen onder andere hoe erg de ramp zal worden.
6. Praktische voorbereiding bezoek Zuiderzeemuseum 6.1 Verdeling groepjes In het museum gaan de leerlingen aan de slag in 8 groepjes van maximaal 4 leerlingen. Maakt u van tevoren op school al een indeling. Dat scheelt tijd in het museum. 6.2 Begeleiding vanuit school Zorgt u voor minimaal 3 begeleiders vanuit school om het programma in het museum te begeleiden. In het museum gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag met het spel. Loopt u zoveel mogelijk rond om toezicht te houden en de leerlingen te helpen. Belangrijk: Het blijft ten alle tijden de verantwoordelijkheid van de school om te letten op de leerlingen en hen te corrigeren als zij zich niet aan de algemeen in een museum geldende gedragsregels houden. 6.3 Het programma in het museum Duur programma: circa 1 ½ uur Maximaal aantal leerlingen per programma: 30 In het museum vormen de leerlingen met hun groepje een crisisteam op het gebied van waterbeheer dat op oefening gaat om hun vaardigheden te testen. Dit doen zij in de vorm van een spel (app). Om dit spel te doen ontvangen ze van het museum tablets (zie onder). Tijdens deze oefening worden ze op een onverwacht moment geconfronteerd met een noodsituatie (gat in de dijk) die ze het hoofd moeten bieden. Zie voor de uitgebreide inhoud van het spel bijlage 1. Bijlage 1 is tevens het antwoordmodel voor de docent. Bij aankomst in het buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum (bij de stadsingang of met de boot via het entreepaviljoen) wordt u opgehaald door een museumdocent. Zij deelt de tablets aan de leerlingen uit en geeft een introductie. U ontvangt maximaal 8 tablets (voor maximaal 8 groepjes van maximaal 4 leerlingen). U tekent daarnaast een bruikleenovereenkomst voor het gebruik van de tablets (zie voor een voorbeeldovereenkomst bijlage 6).
4
Het spel duurt 1 uur en 15 minuten. Met de museumdocent spreekt u tijd en plaats af waar u na afloop van het spel weer bij elkaar komt. Samen met de leerlingen bespreekt zij hoe ze het spel hebben gedaan en de groepjes kunnen resultaten vergelijken. U kunt hier nog dieper op ingaan terug op school aan de hand van het antwoordmodel (bijlage 1). De museumdocent neemt vervolgens de tablets weer in.
5
7. Lessen voor op school De 4 lessen uit dit hoofdstuk kunt u inzetten als voorbereidende en verwerkende lessen voor het museumbezoek. U kunt ze echter ook doen zonder een bezoek aan het Zuiderzeemuseum.
Les 1. Er dreigt een overstroming! Live blog Doel - De leerling is zicht bewust van de gevolgen van een dreigende overstroming. - De leerling is zich bewust van maatregelen die genomen worden bij een dreigende overstroming. - De leerling heeft kennis gemaakt met verschillende instanties die actief zijn bij een dreigende overstroming. - De leerling heeft informatie opgezocht over de taken van verschillende instanties. Benodigdheden - Bijlage 4: live blog - Bijlage 5: werkblad - Pen - Computer/digibord - Internet Introductie Duur: circa 15 minuten Bespreek met de leerlingen de situatie van begin januari 2012. Weten zij zich iets te herinneren van de gebeurtenissen? Op verschillende plekken in Noord-Nederland dreigden de dijken door te breken. Wie en wat komt er allemaal bij kijken als een overstroming dreigt en er geëvacueerd moet worden? De dijken werden dag en nacht bewaakt. Zandzakken werden gebruikt om zwakke plekken in de dijken te versterken. Het waren spannende uren. Op internet werd een live blog bijgehouden. Zo konden de mensen precies volgen hoe de zaken ervoor stonden. Activiteit: live blog Duur: circa 30 minuten In bijlage 4 vindt u een samenvatting van het blog. Laat de leerlingen het blog aandachtig doorlezen en een lijst maken van maatregelen die genomen werden en door wie. U kunt hiervoor het werkblad gebruiken uit bijlage 5. Laat ze op internet (zie bronnen) uitzoeken wat de taken zijn van verschillende instanties die een belangrijke rol spelen bij een dreigende overstroming. Afsluiting Duur: circa 15 minuten. Bespreek het resultaat in kleine groepjes of klassikaal. Sluit af met de vraag wat de leerlingen hiervan geleerd hebben.
6
Bronnen www.hhnk.nl www.waterschappen.nl www.wetterskipfryslan.nl www.watercanon.nederlandleeftmetwater.nl Tips - Kijkt u samen met de leerlingen op de website www.zeeniveau.nl. Door de postcode van de school in te vullen kunt u uitvinden hoe hoog of hoe laag uw school staat ten opzichte van zeeniveau. - Op www.watercanon.nederlandleeftmetwater.nl staat een spel waarbij je zelf kunt proberen een polder droog te houden. - Bekijkt u eventueel met de hele klas op het digibord filmpjes over de dreigende dijkdoorbraak bij Tolbert in Groningen. Op YouTube is veel leuks te vinden dat de les nog beeldender maakt.
7
Les 2. Maak een radioverslag en interview een betrokkene van een overstroming Doel - De leerling leert over belangrijke overstromingen in Nederland. - De leerling kan zich inleven in de situatie van betrokkenen.
Benodigdheden - Bijlage 3: achtergrondinfo Nederland en het water - Bijlage 6: interviews met betrokkenen en link naar filmpjes - Computer/digibord - Internet - Pen - Papier
Introductie Duur: circa 15 minuten Vraag aan de leerlingen of ze iets weten van grote overstromingen in Nederland in het verleden. Vertel iets over de geschiedenis van de strijd tegen water in Nederland. Zie bijlage 3. Activiteit: radioverslag en interview Duur: circa 45 minuten Laat de leerlingen de opdracht in groepjes doen. De twee filmpjes kunnen ook klassikaal bekeken worden. U kunt bepalen waar elk groepje verslag van gaat doen, maar u kunt de groepjes ook zelf een keuze laten maken uit onderstaande mogelijkheden. Vier verschillende plaatsen. Vier overstromingen. - Lees het verslag over de situatie tijdens de overstroming van 1953 in Stavenisse. - Lees het interview met de familie Visser over de overstroming op het eiland Marken in 1916. - Bekijk het filmpje over de overstroming in Spakenburg in 1916. - Bekijk het filmpje van het interview met de brandweerman over de overstroming in Wilnis in 2003. Opdracht: Kies één van de situaties uit en maak daarover een radioverslag waarin je een betrokkene interviewt. Spreek van tevoren met elkaar af wie de verslaggever en wie de betrokkene is en welke rol hij of zij speelt in het verhaal. Bespreek van tevoren welke vragen je wilt stellen en schrijf de vragen op. Vertel in je radioverslag eerst kort iets over de situatie. Vertel wat er is gebeurd, waar het is gebeurd en wanneer het is gebeurd. Stel degene die je wilt interviewen aan de luisteraar voor. Afsluiting Duur: circa 10 minuten Houd het radioverslag en neem het interview af. De klas is luisteraar. Vraag tot slot aan de leerlingen wat ze hiervan hebben geleerd.
Tip Indien mogelijk kunt u de leerlingen de interviews ook laten afnemen in de vorm van een live tv-verslag op locatie. Bijvoorbeeld in de buurt van school of door de leerlingen kleine decors te laten bouwen in school.
8
Les 3. Maak een watersnoodplan We raden aan deze les na het museumbezoek te doen als verwerkende les. Doel - Leerlingen komen in aanraking met wat er allemaal moet gebeuren als er een overstroming dreigt. - Leerlingen kunnen de kennis die ze hebben opgedaan tijdens de voorbereidende lessen en het museumbezoek toepassen.
Benodigdheden - Computer/digibord - internet - Pen - Papier
Activiteit Duur: circa 2 uur Stel: jij bent er met een klein groepje verantwoordelijk voor om de burgers goed te informeren over wat ze moeten doen als er een overstroming dreigt of plaatsvindt. Hoe ga je dit aanpakken? Bij het overleg met je groepje zul je zien dat er al snel allerlei meningsverschillen ontstaan. Want hoe ga je de burgers infomeren? En wat ga je ze precies vertellen? Veel tijd hebben jullie niet want er zitten zwakke plekken in de dijk en een overstroming zou wel eens elk moment kunnen gebeuren! Op de volgende site kun je stapsgewijs lezen hoe je dit kunt doen. Probeer het zelf maar eens: www.webkwestie.nl/stormvloed
9
Les 4 Erop uit: zelfstandige onderzoeksopdrachten voor de leerlingen In deze les staan twee opdrachten waarvan het de bedoeling is dat de leerlingen ze (deels) doen in de omgeving van school. Ze moeten bijvoorbeeld ter plekke ergens onderzoek doen of iemand interviewen. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunnen ze het onderzoek ook op school doen door gebruik te maken van informatie van het internet en uit boeken. Interessante websites voor hun onderzoek vindt u hieronder genoemd. Deze websites kunnen ze ook gebruiken om de opdrachten die ze buiten school gaan doen mee voor te bereiden. De uitgewerkte opdrachten kunnen zij eventueel verwerken in de vorm van een presentatie in de klas.
Websites: - www.hhnk.nl: de website van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier -w ww.waterschappen.nl: op deze site kun je onder ‘mijn waterschap’ het waterschap vinden van het gebied waar jij woont of waar jouw school staat. Ook kun je hier doorklikken naar de websites van alle waterschappen in Nederland. -w ww.waterschapswijzer.nl: klik op ‘sitemap’ en je krijgt een overzicht van alle onderwerpen waarover je op deze site meer te weten kunt komen. - www.waterland.net - www.nederlandleeftmetwater.nl - www.deltawerken.com
10
Opdracht 1: Polders en de taken van het waterschap Bij deze opdracht doe je onderzoek naar polders en het waterschap bij jou in de buurt. Lees eerst de opdracht helemaal door voor je er aan begint. Veel succes! Een goed voorbeeld van hoe water het uiterlijk van het landschap beïnvloedt zijn polders. In Nederland zijn ongeveer 3000 polders. De plaats waar jouw school staat wordt vast ook omringd door dit typisch Nederlandse landschap. De polder hoeft zich trouwens niet altijd buiten de stad te bevinden. Delen van een stad of plaats kunnen ook een polder zijn. Ga op zoek naar polders in de plaats waar jouw school staat of daar vlak buiten. Schrijf de namen van deze polders op. Staan er nog molens in deze polders? Vroeger werden deze molens gebruikt om de polder droog te houden, maar nu zijn daar andere oplossingen voor. Vind uit waarvoor de molens die er nu nog staan tegenwoordig worden gebruikt. Waarom staan de molens er nog? Ga naar zo’n molen toe en maak er een foto van. Het waterschap is er verantwoordelijk voor dat de polders bij jouw school in de buurt droog blijven en dat het landschap van de polder onderhouden wordt (de dijken, de waterwegen, gemalen etc.). Hoe heet het waterschap van het gebied waar jij woont?
Interview! Interview iemand die bij het waterschap werkt. Vraag hem of haar naar het werk dat de organisatie doet. Overleg van tevoren goed welke vragen je hem/haar wilt stellen. Stel bijvoorbeeld de volgende vragen: - Wat komt er allemaal kijken bij het onderhoud van het landschap zoals de dijken, de sloten, sluizen, de wegen en vaarwegen? Vraag naar voorbeelden van het soort onderhoud dat moet worden gepleegd. - Waarom zie je bij polders hoogteverschillen in het landschap? - Hoe worden polders tegenwoordig droog gehouden? - Wat is de invloed van het water op het uiterlijk van het landschap? Zal het Nederlandse landschap in de toekomst veranderen onder invloed van water bijvoorbeeld door wateroverlast of juist watertekort? Vraag om voorbeelden. - Is het waterpeil in alle polders hetzelfde? Waarom wel/niet? En hoe zit dat met het waterpeil binnen een polder? Is dat in de hele polder hetzelfde? Waarom wel/niet? Wat voor werk voeren ze op het moment uit in de polder? Ga daar een kijkje nemen en omschrijf de werkzaamheden (geef in ieder geval 1 voorbeeld). Maak er ook foto’s van. Je weet nu hoe polders tegenwoordig worden droog gehouden Ga naar de plek in een polder waar dit gebeurt en maak hier een foto van. Door het beantwoorden van de vorige vragen ben je nog meer te weten gekomen over het polderlandschap. Kies nu een plekje waar je goed uitzicht op een polderlandschap. Teken dit stukje landschap na. Laat in je tekening duidelijk die onderdelen van het landschap naar voren komen die typisch zijn voor een polderlandschap.
11
Opdracht 2: Klimaatverandering en overstromingen Bij deze opdracht doe je onderzoek naar klimaatverandering en overstromingen. Lees eerst de opdracht helemaal door voor je er aan begint. Veel succes! Na 1953 zijn er geen grote overstromingen meer geweest in Nederland. Toch zal de kans op overstromingen in Nederland weer toenemen door verandering van het klimaat. De temperatuur op aarde stijgt. Onderzoek het thema klimaatverandering aan de hand van de volgende onderzoeksvragen: - Hoe zal temperatuurstijging in de toekomst kunnen zorgen voor meer overstromingen in Nederland? - Wat is waarschijnlijk de oorzaak voor het opwarmen van de aarde? Licht je antwoord toe. - Waar zal in Nederland in de toekomst de grootste dreiging van overstromingen vandaan komen? Omcirkel het juiste antwoord:
-de Noordzee
-het IJsselmeer
-de grote rivieren
Licht je antwoord toe. Waarom komt juist hier de grootste dreiging vandaan?: - Kan de temperatuurstijging op aarde ook zorgen voor een watertekort? Licht je antwoord toe. - In 1995 was er sprake van grote wateroverlast in een gebied in Nederland. Zoek hier meer informatie over en geef antwoord op de volgende vragen:
a. Waar vond de wateroverlast plaats?
b. Waaruit bestond de wateroverlast?
c. Wat was de oorzaak ervan?
d. Wat deed men om mens, dier en land te beschermen?
- Meestal wordt wateroverlast veroorzaakt door teveel water. Toch kan ook een tekort aan water zorgen voor overstromingen of wateroverlast. In 2003 was dit in Wilnis het geval. Zoek meer informatie over deze gebeurtenis en vind uit wat precies de oorzaak was van de wateroverlast in Wilnis. - Het ophogen en verstevigen van dijken en het wegpompen van water zal in de toekomst waarschijnlijk niet meer voldoende zijn om ons tegen wateroverlast te beschermen. Het water stijgt te snel. Daarom heeft de overheid een nieuw waterbeleid voor de 21ste eeuw opgesteld waarbij voorop staat dat water meer ruimte moet krijgen.
a. Wat wordt er met ‘ruimte voor water’ bedoeld?
b. Hoe zou dit beleid ons kunnen beschermen tegen overstromingen? Geef voorbeelden.
c. Waarom zijn sommige mensen niet zo blij met dit waterbeleid?
Interview! Regel een interview met iemand die bij het waterschap werkt en probeer zo meer uit te vinden over de strijd tegen water in Nederland. Overleg van tevoren goed welke vragen je wilt stellen. Stel bijvoorbeeld de volgende vragen:
12
- Vroeger werden polders droog gehouden met behulp van molens. Hoe gaat dit tegenwoordig? - Wat voor werkzaamheden voert de organisatie nog meer uit om het land te beschermen tegen wateroverlast? Vraag om minstens twee voorbeelden. - In de toekomst zal Nederland dus meer met wateroverlast te maken krijgen door klimaatverandering. Merken ze daar bij de organisatie nu al iets van? En hoe speelt de organisatie daar dan op in? - In het verleden kreeg Nederland last van overstromingen doordat het land was gedaald. Daalt het land nog steeds in Nederland? Zo ja, hoe komt dit dan? - Een polder kan onder water komen te staan door te veel regenwater. Daarom is het zaak een teveel aan regenwater snel weg te pompen uit een polder. Toch kiest men er tegenwoordig vaak voor het regenwater nog enige tijd vast te houden. Waarom gebeurt dit en hoe wordt dat gedaan? - Ga naar een polder in de buurt van je school en maak foto’s die je antwoorden op de voorgaande vragen illustreren. Maak bv. foto’s waaruit blijkt hoe de polder wordt droog gehouden. Worden er ergens werkzaamheden uitgevoerd om het land goed te beschermen tegen het water? Ga daar naartoe en maak er foto’s van. Geef bij de foto’s omschrijvingen van wat er op te zien is. -A ls je in het Zuiderzeemuseum bent geweest heb je gezien dat mensen vroeger op Marken in huizen op palen woonden zodat ze beschermd waren tegen de overstromingen. Worden in Nederland nu ook huizen gebouwd op zo’n manier dat ze ons beschermen tegen wateroverlast en overstromingen? Licht je antwoord toe. - Na de aanleg van de Afsluitdijk zijn delen van het IJsselmeer ingepolderd. De Noordoost Polder en Flevoland werden aangelegd. Enige tijd was er sprake van dat nog meer delen van het IJsselmeer werden drooggelegd bv. door aanleg van de Markerwaard. Tegenwoordig ziet men vanwege de klimaatveranderingen ervan af om het IJsselmeer verder in te polderen. Noem twee redenen waarom het vanwege de verandering van het klimaat zo belangrijk is dat het IJsselmeer in z’n huidige omvang blijft bestaan. - Wat zou jij bedenken om Nederland in de toekomst te beschermen tegen overstromingen? Je kunt je ideeën omschrijven, maar je kunt er ook voor kiezen om ze uit te tekenen of om er een maquette van te maken.
13
Bijlage 1: inhoud spel en antwoordmodel Uitleg puntentoekenning: 0 punten: antwoord fout 5 punten: niet het beste antwoord, maar deels goed 10 punten: beste antwoord Scherm 1: Introductie/uitleg spel Tekst Help! Het water stijgt! Zijn jullie klaar om de strijd met het water aan te gaan? Als een overstroming dreigt, moeten er snel belangrijke en moeilijke beslissingen genomen worden: is extra dijkbewaking voldoende of gaan we gelijk over tot evacuatie? Moeten leger en hulpdiensten extra paraat zijn of wachten we nog even af? Dit bepaalt een zogenaamd regionaal beleidsteam: een team dat optreedt bij een crisis zoals een dreigende overstroming. Naast de dijkgraaf (als bestuurder van het waterbeheer) nemen ook de commissaris van de koningin, de korpschef van de politie en de commandant van de brandweerregio deel. Vandaag zijn jullie het crisisteam en gaan jullie op oefening in het Zuiderzeemuseum. De oefening bestaat uit het uitvoeren van opdrachten op verschillende locaties in het museum. Weten jullie als crisisteam eigenlijk wel genoeg van waterbeheer? Om jullie vaardigheden als crisisteam nog eens extra te testen zullen jullie op een onverwacht moment geconfronteerd worden met een crisissituatie. Jullie moeten actie ondernemen om een mogelijke ramp te voorkomen. De beslissingen die jullie nemen, bepalen onder andere hoe erg de ramp zal worden. Met het beantwoorden van de vragen verdienen jullie punten. Aan het aantal punten dat je met je crisisteam behaalt, kun je zien of jouw crisisteam adequaat handelt en of Noord-Holland op jullie kan rekenen! Jullie krijgen 1 uur en 15 minuten de tijd. De tijd loopt…. Nu! Scherm 2 Locatie: Monnickendam Tekst Deze rij huizen stond rond 1850 in Monnickendam. Er woonden voornamelijk gezinnen die hun bestaan vonden in de vishandel en -verwerking. Nadeel van deze huizen was dat ze buitendijks waren gebouwd. De opgehoogde straat die je aan de voorkant ziet, was de dijk. Aan de achterkant grensden de huizen direct aan de Zuiderzee. Dit betekende dat de benedenverdieping een paar maal per jaar onder water kwam te staan. Vraag De mensen die hier woonden waren gewend aan het hoge water. Hoe gingen ze er mee om? Antwoord
a. Als er hoog water was, namen ze meubels en beddengoed mee naar boven en gingen met het hele gezin een paar dagen op zolder wonen
b. Ze namen hun vissersboot en gingen zolang een tochtje maken op de Zuiderzee c. Ze verbleven een paar dagen bij mensen in huis die binnendijks woonden d. Ze woonden op de bovenverdieping en hoefden dus niets te doen
14
Punten:
a. 10 b. 0 c. 5 d. 0
Scherm 3 Locatie: Monnickendam Tekst In het verleden hadden Nederlanders vaker te maken met wateroverlast dan nu; de dijken waren nog niet zo hoog en stevig. Vaak had men er mee leren leven, net als de bewoners van deze huizen uit Monnickendam. Zij namen de wateroverlast voor lief vanwege de lage huur van deze buitendijkse woningen. Als men tegenwoordig buitendijks woont, is dat vaak vanwege het mooie uitzicht over het water. Het risico op wateroverlast is echter vrij groot. Moet je in dat geval ook geholpen worden? Vraag Wat zou de beste oplossing zijn voor mensen die tegenwoordig buitendijks willen wonen? Kies: Antwoorden
a. Drijfhuizen bouwen b. Een bootje bij elk huis c. Eigen verantwoordelijkheid: je bent op jezelf aangewezen bij wateroverlast d. Niet toestaan, woon maar achter de dijken Punten:
a. 5 b. 5 c. 5 d. 10
Scherm 4 Locatie: dijkpuzzel Tekst De manier waarop een dijk wordt opgebouwd bepaalt zijn stabiliteit. Een dijk bestaat uit meerdere lagen. Nederlanders bouwen al zo’n 1000 jaar dijken en sommige dijken zijn dan ook al zo oud dat we niet precies weten waaruit ze zijn opgebouwd. Van de Afsluitdijk, aangelegd tussen 1927 en 1932, weten we het wel. Maak deze puzzel van de Afsluitdijk en vind uit met welke materialen deze is gebouwd.
Vraag Welk materiaal zorgt ervoor dat de dijk echt waterdicht is?
15
Antwoorden
a. Zand b. Vette klei c. Keien d. Gras e. Asfalt Punten
a. 0 b. 10 c. 0 d. 0 e. 0
Scherm 5 Locatie: dijkpuzzel Tekst In Nederland zorgen Rijkswaterstaat en waterschappen ervoor dat we droge voeten houden; ze zijn onder andere verantwoordelijk voor veilige dijken en duinen. Noord-Holland boven het Noordzeekanaal valt onder het waterschap Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Het werk van het HHNK is hard nodig want Noord-Holland ligt voor een groot gedeelte onder de zeespiegel; zonder dijken en duinen zou het onder water liggen. Wieringerwerf, in de kop van Noord-Holland, ligt bijvoorbeeld wel 4 meter onder zeeniveau! Vraag Voor hoeveel kilometer dijk en duin is het HHNK verantwoordelijk? Antwoorden
a. 1664 km b. 1829 km c. 800 km Punten:
a. 0 b. 10 c. 0
Scherm 6 Locatie: dijkpuzzel Vraag De dijk waar je nu op staat beschermt het museum tegen het IJsselmeer. Vaak lopen er schapen op. Misschien vandaag ook wel.
16
Waarom laat het Hoogheemraadschap vaak schapen op de dijk lopen? Antwoord
a. Schapen grazen en zo blijft het gras kort b. Schapen stampen de grond aan en dat komt de stevigheid van de dijk ten goede c. Het ziet er leuk uit voor de toeristen als er schapen op de dijk lopen Punten:
a. 5 b. 10 c. 0
Scherm 7 Locatie: dijkpuzzel Tekst Loop eens heen en weer op deze dijk, tot aan de molen en terug, en bekijk wat voor bebouwing er allemaal staat direct achter de dijk. Vraag Als er hier een overstroming zou dreigen, waar zou jouw zorg als crisisteam als eerste naar uitgaan? Antwoord
a. de molen b. het rode bakstenen huisje op de binnenkant van de dijk c. Het reddingsboothuis Punten:
a. 5 b. 10 c. 0 Toelichting: dit huisje wordt als eerste getroffen want het is op de dijk gebouwd. Bovendien is het een woning en zijn de molen en het reddingsboothuis bedrijfspanden. De molen is wel een belangrijk gebouw voor waterbeheer.
Scherm 8 Locatie: dijkpuzzel Impuls op 50 seconde Telefoon van een burger: “er lekt water door de dijk” Tekst
17
Er zit een gat in de dijk! Ga met je crisisteam naar de locatie om de situatie te bekijken.
Scherm 9: Locatie: crisislocatie bij de dijk Tekst Dit is de situatie: Er lekt water onder aan de dijk en de dijk is zompig. Het water staat enorm hoog: tot 10 cm onder de rand. De dijk is breed en lijkt op het eerste gezicht heel sterk. Er staat een stormachtige Noordwesten wind. Je hebt de crisislocatie geïnspecteerd. Overleg samen wat je nu verder doet. Hierna moet je een aantal keer een keuze maken uit middelen die je kunt inzetten om een mogelijke ramp te voorkomen. keuze 1 Wil je extra dijkbewaking inzetten? Antwoord
a. Ja b. Nee Punten:
a. 10 b. 0
Scherm 10 Locatie: crisislocatie bij de dijk keuze 2 Wil je experts raadplegen? Antwoord
a. Ja b. Nee Punten:
a. 10 b. 5 Info van de experts is binnen: Dijken worden altijd voorzien van een stevige constructie (beschoeiing) die de waterkant beschermt tegen de kracht van de golven en ervoor zorgt dat de dijk niet door en door nat wordt. Mogelijke problemen en oplossingen: -Verzadiging
18
Het risico bij een dijk die verzadigd is met water, is dat hij z’n stevigheid verliest. Hij wordt zo sterk als een plumpudding. Oplossingen of lapwerk: Verzadigde dijken kunnen de druk op een gegeven moment niet meer aan. Zeilen aan de waterkant kunnen tijdelijk helpen. Extra belasting door verkeer op de dijk is zeer onverstandig. -Piping Zodra water door de dijk lekt bestaat er het risico dat de stroom sterker wordt en de dijkvulling meeneemt. De dijk kan dan instorten. Oplossingen of lapwerk: Piping kun je stelpen met grote hoeveelheden zandzakken en klei. Totdat er echt veel zand meekomt.... -Overslag Bij stijgend water ontstaat het risico dat het uiteindelijk over de dijk heen slaat. Het stromende water kan dan de dijkbegroeiing aan de binnenkant van de dijk meenemen; de dijk wordt uitgehold. Oplossingen of lapwerk: Het effect van overslag ga je tegen met zeilen over de dijk heen, waar het water dan overheen stroomt.
Scherm 11 Locatie: crisislocatie bij de dijk keuze 3 Wil je het weerbericht opvragen? Antwoord
a. Ja b. Nee Punten:
a. 10 b. 5 Het weerbericht De wind draait tijdelijk naar west tot zuidwest, waardoor de druk bij de spuisluizen* even afneemt. Straks trekt de wind weer aan. Misschien kun je nog even spuien. Meer regen volgt over enkele uren *Een spuisluis is een sluis bedoeld om binnenwater te lozen op buitenwater en om het buitenwater te keren. Het buitenwater is hier het IJsselmeer.
Scherm 12 Locatie: crisislocatie bij de dijk keuze 4 Wil je de weg afzetten voor verkeer om eventuele extra schade aan de dijk te voorkomen?
19
Antwoord
a. Ja b. Nee Punten:
a. 10 b. 0
Scherm 13 Locatie: crisislocatie bij de dijk keuze 5 Wil je hulpdiensten vragen hun bezettingsgraad te maximaliseren? Antwoord
a. Ja b. Nee Punten:
a. 10 b. 0
Scherm 14 Locatie: seinpaal Tekst De communicatiemiddelen die men vroeger ter beschikking had bij een overstroming waren een stuk eenvoudiger dan nu. Een voorbeeld is deze seinpaal. De seinpaal was het middel om mensen die verder van de dijk woonden te waarschuwen voor de hoogte wan het water. Hij bestaat uit een paal met twee uithouders waaraan een rieten bal werd opgehangen. Vind nu uit hoe deze seinpaal werkt. Vraag Wat betekende het als de rieten bal aan de onderste uithouder halverwege de paal hing? Antwoorden
a. Het water stroomt al over de dijken: ren voor je leven! b. Het water staat tot de kruin van de dijk: breng je bezittingen en vee naar hoger gelegen gebied! c. Sein veilig, niets aan de hand Punten:
a. 0 b. 10 c. 0
20
Scherm 15 Locatie: seinpaal Tekst Als crisisteam moet je nu besluiten wat je over de crisissituatie naar buiten gaat brengen. De burgers willen informatie, zeker degene die staan te kijken. De pers is er ook, maar die kun je nog even negeren. Later heb je ze wel nodig. Dit is het eerste moment dat je naar buiten toe communiceert dus denk goed na over wat je wilt bereiken en het effect dat je boodschap zou kunnen hebben op het publiek. Vraag Overleg samen welke boodschap je naar buiten wilt brengen en maak een keuze: Antwoord
a. We zien dat er water onder uit de dijk komt: er is gevaar! b. Er is een mogelijke dreiging c. We hebben alles onder controle d. We zijn alert en nemen de lekkage serieus Punten:
a. 0 b. 5 c. 0 d. 10
Scherm 16 Locatie: de seinpaal Vraag Welk advies geef je mee aan de burgers? Antwoord
a. wees alert b. zorg voor water, voedsel en dekens c. Je moet straks op eigen houtje het gebied verlaten d. je moet straks misschien naar zolder e. zorg dat je je mobiele telefoon constant bij je hebt f. we gaan misschien over tot een georganiseerde evacuatie
21
Punten:
a. 0 b. 5 c. 0 d. 10 e. 0 f. 10 Toelichting: advies dat het meest praktisch is en mensen goed voorbereid, is het beste. Antwoorden a en c zijn te onduidelijk en veroorzaken misschien paniek. Je mobiele telefoon bij je hebben lijkt een goed advies, maar bij een overstroming is de kans groot dat het netwerk uitvalt en je er niets meer aan hebt. Water, voedsel en dekens paraat hebben is veel belangrijker.
Scherm 17 Locatie: de seinpaal Vraag Hoe verspreid je de boodschap? Antwoord
a. via de sirene/luchtalarm b. via een sms-alert c. via een radiowagen d. via een flyer e. via de lokale rampenzender Punten:
a. 0 b. 0 c. 10 d. 10 e. 0 Toelichting: sirene maakt mensen alert, maar geeft ze geen informatie. Niet iedereen heeft altijd een mobiele telefoon ter beschikking en bovendien kan het netwerk uitvallen. Ook de radio is misschien niet meer te beluisteren. Informeren via radiowagen en flyer geeft de grootste zekerheid dat iedereen bereikt wordt.
22
Scherm 18 Locatie: de polder, vlak achter Koehool Tekst Nederland ligt laag. Een groot deel van ons land zou onder water liggen zonder dijken en waterkeringen. Het is de taak van de waterschappen om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Om te controleren of de duinen en de dijken nog steeds hoog genoeg zijn, worden zowel de waterhoogte als de hoogte van het land regelmatig gemeten. Alle hoogten worden gemeten ten opzichte van hetzelfde niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Een NAP-hoogte van 0 meter is ongeveer gelijk aan gemiddeld zeeniveau. Vraag Het NAP is het gemiddelde zeeniveau over een heel jaar gemeten. Hoe hebben ze het NAP vastgesteld? Antwoord
a. ze hebben de golftop elke dag gemeten b. ze hebben het golfdal elke dag gemeten c. ze hebben in de luwte gemeten, waar geen golfslag is Punten:
a. 0 b. 0 c. 10
Scherm 19 Locatie: de polder, vlak achter Koehool Tekst De waterhoogte of hoogte van het land ten opzichte van NAP kun je aflezen van de bekende blauwe peilschalen die je overal in het Nederlandse landschap vlakbij het water tegenkomt. Ze zijn bevestigd aan bijvoorbeeld sluizen, oevers en bruggen. Vraag In deze polder zijn de hoogteverschillen goed zichtbaar. Kijk naar de verschillende peilschalen. Wat is hier het hoogste punt boven NAP? Antwoord
a. + 3.60 m b. + 2.40 m c. + 1.70 m Punten:
a. 10 b. 5 c. 0
23
Scherm 20 Locatie: de polder, vlak achter Koehool Vraag Wat is hier het laagste punt ten opzichte van NAP? Antwoord
a. –0.20 m b. –0.40 m c. –1.20 m Punten:
a. 10 b. 0 c. 0
Scherm 21 Locatie: de polder, vlak achter Koehool Tekst Kijk nog een laatste keer naar de peilschalen die hier in de sloten staan. Het waterpeil in de sloot vlak naast de Urker bult (de heuvel) is 0.20 cm onder NAP. In de sloot naast de molen is het daarentegen 0.70 cm boven NAP. Vraag Waarom is er dit verschil in hoogte tussen de beide sloten? Antwoord
a. Het water in de sloot bij de molen is veel dieper dan in de sloot bij de heuvel b. Het water uit de lager gelegen sloot wordt naar de hoger gelegen sloot bij de molen gepompt c. Dit hoogteverschil is in de loop van de tijd op natuurlijke wijze ontstaan Punten:
a. 0 b. 10 c. 0
Scherm 22 Locatie: de molen Tekst Het gemaal is de levensfunctie van jullie polder. Hij zorgt voor het afvoeren van het te veel aan water. Dit is noodzakelijk omdat er voor de doorstroming van het water in de sloten steeds water ingelaten wordt.
24
Uiteraard moet het teveel aan regenwater ook weggemalen worden; de polder ligt immers beneden zeeniveau (NAP). Een gemaal is niet in staat om het water van een overstroming weg te krijgen. Dan zijn er hulpaggregaten nodig. Vroeger was men afhankelijk van de wind voor het wegmalen van het teveel aan water. Men gebruikt molens zoals de windmolen die je hier ziet. Vraag Wat volgde er op de windmolen? Antwoord
a. Gemaal aangedreven door dieselmotor b. Gemaal aangedreven door een stoommachine c. Gemaal aangedreven door een elektrische motor Punten:
a. 0 b. 10 c. 0
Scherm 23 Locatie: de molen Tekst Vroeger werden er wel 3 molens achter elkaar gezet om een polder droog te malen. Dit noemde men een molengang. Vraag Wat is de functie van zo’n molengang? Antwoord
a. Drie molens kunnen een groter hoogteverschil overbruggen dan 1 molen b. een soort verzekering: als 1 molen uitvalt, functioneren de andere nog c. bij weinig wind toch voldoende kunnen malen Punten:
a. 10 b. 0 c. 0
25
Scherm 24 Locatie: de molen Tekst De molen hier in het museum heeft een ingebouwde vijzel. Deze vijzel is hier in het modern nagebouwd. Draai aan de vijzel en zie het effect. Vraag Wat is de functie van een vijzel? Antwoord
a. Het water omhoog schroeven b. Het water zuiveren c. Het water omlaag pompen Punten:
a. 10 b. 0 c. 0
Scherm 25 Locatie: molen Vraag De crisissituatie duurt voort! Als je nog geen expertinformatie had, wil je die dan nu alsnog opvragen? Antwoord
a. Ja b. Nee c. Niet nodig: Ik had al info opgevraagd Punten:
a. 5 b. 0 c. 10
Scherm 26 Locatie: presentatie Ruben Pater Tekst De overstromingsdesk Enkhuizen is in het leven geroepen om mensen te informeren over de gevaren van een overstroming en hoe ze zich op een overstroming kunnen voorbereiden. Het hebben van een noodpakket in huis is hier een onderdeel van.
26
Vraag Een mevrouw vertelt je hier waar een noodpakket uit bestaat. Wat zit er in ieder geval niet in een noodpakket?
Antwoord
a. EHBO doos b. Dekens c. Een mobiele telefoon d. Een fluitje om hulp in te roepen e. Kopie van een identiteitsbewijs
Punten:
a. 0 b. 0 c. 10 d. 0 e. 0
Scherm 27 Locatie: de stadsgracht Tekst Je bevindt je nu aan de historische stadsgracht. Als crisisteam moet je je gebied goed kennen. Anders kun je in een crisissituatie niet de noodzakelijke beslissingen nemen. Loop eens langs beide kanten van de gracht en bekijk wat voor soort panden er staan. Vraag Welke panden kom je tegen? Antwoord
a. Kaaspakhuis, slagerij, bakkerij, woonhuizen, boerderij, apotheek, souvenirwinkel, b. Kaaspakhuis, slagerij, postkantoor, apotheek, boerderij, souvenirwinkel, bakkerij c. Kaaspakhuis, groentewinkel, woonhuizen, apotheek, smederij, boerderij Punten:
a. 10 b. 5 c. 0
27
Scherm 28 Locatie: de stadsgracht Vraag Langs de gracht staan verschillende bedrijven. Bij welke twee bedrijven zijn in geval van een overstroming de gevolgen het grootst, zowel voor het bedrijf zelf als voor hun klanten? Antwoord
a. Apotheek en bakkerij b. Kaaspakhuis en slagerij c. Boerderij en slagerij d. Souvenirwinkel en kaaspakhuis Punten:
a. 5 b. 5 c. 10 d. 0
Scherm 29 Locatie: de stadsgracht Tekst Bedrijven, werkplaatsen, winkels, restaurants… Zij moeten de klok rond kunnen produceren en ze rekenen op aan- en afvoer van producten. Evacuaties en overstromingen hebben grote economische gevolgen: er ontstaat in één klap grote werkloosheid en ondernemingen moeten weer van de grond af worden opgebouwd. Een voorbeeld: als de Randstad onder water loopt, is Nederland feitelijk failliet en duurt het een jaar voordat de bedrijvigheid behoorlijk terug is. Vraag Veel belangen moeten tegen elkaar worden afgewogen als er een crisissituatie ontstaat. Als crisisteam moet je mogelijk keuzes moeten maken die je niet wilt. Wie breng je in geval van nood als eerste in veiligheid? Antwoord
a. bedrijven b. scholen c. ziekenhuizen en verpleeghuizen d. winkelcentra e. boerenbedrijven f. de gewone huizen
28
Punten:
a. 0 b. 10 c. 10 d. 5 e. 0 f. 5 Scherm 30 Locatie: dijkmagazijn Tekst Dit dijkmagazijn was vroeger eigendom van het waterschap Drechterland. Dit waterschap werd in 1921 opgenomen in het nieuwe Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Vraag Waar werd dit dijkmagazijn vroeger voor gebruikt? Antwoord
a. Bij hoog water werd hier de wacht gehouden b. Hier lag het materiaal opgeslagen dat nodig was voor dijkbewaking c. Tijdens de dijkinspectie vergaderden hier de bestuursleden van het waterschap d. Zowel a, b als c Punten:
a. 5 b. 5 c. 5 d. 10 Scherm 31 Locatie: dijkmagazijn Tekst Je ziet hier vier filmpjes. Bekijk ze kort en beantwoord de vraag. Vraag Waar gaan de films over?
a. Allemaal over de bouw van de Afsluitdijk 1927-1932 b. Eén film gaat over de bouw van de Afsluitdijk, de andere drie over overstromingen en evacuatie vroeger en nu c. Drie films gaan over de bouw van de Afsluitdijk, de andere film gaat over overstromingen en evacuatie vroeger en nu
29
Punten:
a. 0 b. 10 c. 0 Scherm 32 Locatie: bovenstaande Tekst !! Alarmbericht vanuit de crisislocatie!! Er komt nu zand mee door de dijk en het water is nog meer gestegen. Het dreigt over de dijk heen te komen! Het waait nog steeds hard. De lucht is dreigend. Vraag Had je al dijkbewaking ingesteld? Antwoord
a. Ja b. Nee, maar nu wel graag c. Nee, nog niet nodig Punten:
a. 10 b. 5 c. 0 Scherm 33 Locatie: bovenstaande Tekst Je kunt vast materialen en mankracht reserveren. Dat scheelt straks tijd. keuze 1 Wil je zandzakken bestellen? Antwoord
a. ja b. nee Punten:
a. 10 b. 0
30
Scherm 34 Locatie: bovenstaande keuze 2 Wil je zeil bestellen? Antwoord
a. ja b. nee Punten:
a. 10 b. 0
Scherm 35 Locatie: bovenstaande Keuze 3 Wil je groot materieel bestellen zoals graafmachines? Antwoord
a. Ja b. nee Punten:
a. 10 b. 0
Scherm 36 Locatie: bovenstaande keuze 4 Wil je legerinzet vragen? Antwoorden
a. ja b. nee Punten:
a. 10 b. 0
31
Scherm 37 Locatie: bovenstaande keuze 5 Vraag je om burgerinzet? Antwoord
a. ja b. nee Punten:
a. 10 b. 0
Scherm 38 Locatie: bovenstaande keuze 6 Wil je de wijk rondom de lekkage ontruimen? Antwoord
a. Ja b. nee Punten:
a. 10 b.
0
Scherm 39 Locatie: kerk Tekst Vroeger vluchtte men bij een overstroming of hoog water vaak met vee en al naar de kerk. Kijk maar naar deze afbeelding. Vraag Waarom vluchtte men naar de kerk? Antwoord
a. de kerk stond vaak op de veiligste plek in het dorp b. men geloofde in de heilige bescherming van de kerk c. De kerk was het stevigste gebouw in het dorp
32
Punten:
a. 10 b. 0 c. 5 Toelichting: De kerk was vaak gebouwd op een terp.
Scherm 40 Locatie: kerk Vraag Wat is de reden om het vee hier te brengen en niet buiten het risicogebied? Antwoord
a. Koeien geven melk en kunnen in tijd van nood geslacht worden en als voedsel dienen b. Een verre reis zou de dieren te veel stress bezorgen c. Een verre reis kost te veel tijd als elke minuut telt d. In tijden van nood zijn harde keuzes noodzakelijk: mens is dan belangrijker dan dier Punten:
a. 0 b. 5 c. 10 d. 5
Scherm 41 Locatie: bovenstaande Helaas heb je in dit soort situaties niet alles in de hand: de natuur is grillig. Maak nu een willekeurige keuze uit A of B en kom erachter wat het toeval voor je in petto heeft. Indien keuze A, dan verschijnt dit: Helaas, het weer verslechtert! De wind draait weer naar het noordwesten en er wordt opnieuw veel regen verwacht. Indien keuze B, dan verschijnt dit: Je hebt geluk! De wind blijft waaien uit zuidwestelijke richting en neemt af. De hoeveelheid regen die eerst voorspeld werd, blijkt mee te gaan vallen. Punten:
a. 0 b. 10
33
Scherm 42 Locatie: bovenstaande Tekst Je kunt ernstige wateroverlast verminderen of voorkomen door het nemen van grote maatregelen. Vraag Maak een keuze Antwoord
a. Wijs een lage polder aan en breek daar de dijk door b. Zet de sluizen open voor een gecontroleerde overstroming c. Zet noodaggregaten in bij de spuisluizen om te blijven spuien Punten: a. 0 b. 10 c. 10
Scherm 43 Locatie: Marker haven Tekst Marken was vroeger een eiland met drassige grond en zwakke dijken. Regelmatig stroomde het water van de Zuiderzee over het land. De bewoners waren er aan gewend en hadden manieren gevonden om te leven met het hoge water. Ze hadden hun huizen er speciaal op gebouwd Vraag Kijk naar de afbeelding en het Marker huis dat je hier op dit eiland in het museum ziet. Hoe beschermden de bewoners van Marken zichzelf en hun spullen tegen het hoge water? Antwoord
a. Ze woonden permanent op de eerste verdieping van het huis; het huis was gebouwd op palen b. Ze woonden hoog doordat ze hun huis op een terp hadden gebouwd c. Het huis stond toch al op een eiland, dus het water kon er niet bij komen Punten:
a. 10 b. 0 c. 0
34
Scherm 44 Locatie: Marker haven Tekst Vroeger werden dijken voornamelijk met de hand gebouwd. Machines kwamen er niet of nauwelijks aan te pas. Voor het tillen van de zware stenen waarmee de dijk werd bekleed, gebruikten ze deze hijsinstallaties. Test nu bij deze installatie of je net zo sterk bent als een dijkwerker honderd jaar geleden moest zijn! Vraag Waarom hijs je de ene mand makkelijker naar boven dan de andere? Antwoord
a. Dat ligt aan je spierballen b. Dat ligt aan het soort touw dat er wordt gebruikt c. Dat ligt aan over hoeveel schijven het touw verdeeld is. Punten:
a. 0 b. 5 c. 10
Eindscenario 1 Bij 200-410 punten Gefeliciteerd, jullie zijn echte Watertoppers! Je hebt zoveel mogelijk gedaan om de schade aan de dijk te beperken en met resultaat: Het lijkt er op dat de hoeveelheid zand die door de dijk komt nu gelijk blijft. Metingen wijzen nog niet op een verzakking van de dijk; de dijk is nog sterk. Mocht het water over de dijk slaan, dan heb je genoeg maatregelen genomen om grote problemen te voorkomen. In het geval de situatie onverwacht ernstig verslechtert, heb je ervoor gezorgd dat mens en dier in veiligheid is. Je kunt een echte crisis aan. Jij en je team hebben geen extra cursus nodig!
Eindscenario 2 Bij 85 -200 punten Geen slechte score! Jullie zijn op de goede weg om echte Watertoppers te worden. Er is wel een aandachtspunt. De hoeveelheid zand die door de dijk komt lijkt nu gelijk te blijven, maar bij metingen is wel gebleken dat de dijk aan het verzakken is. Een ernstige zaak die voor veel problemen kan zorgen. Blijkbaar hebben jullie niet voldoende maatregelen genomen om dat te voorkomen. Hopelijk hebben jullie wel een evacuatieplan klaarliggen. Kortom, de toekomst voor jullie als crisisteam ziet er goed uit, maar een opfriscursus is wel nodig.
35
Eindscenario 3 Bij < 85 punten Oeps! Jullie dijk ziet er ondertussen uit als een plumpudding! Alle keuzes die je tot nu gemaakt hebt, hebben er niet voor gezorgd dat de schade aan de dijk meeviel. Er spoelt op één plek zand mee met het water onder aan de dijk. Dat betekent dat de basis van de dijk zwak wordt. De wateroverslag neemt op meerdere plekken plukken gras mee. Dat kan voor uitholling van de dijk zorgen. Is jullie toekomst als crisisteam nu verkeken? Nee, volg een cursus bij het Hoogheemraadschap en ook jullie kunnen nog echte Watertoppers worden!
36
Bijlage 2: achtergrondinformatie Nederland en het water Er wordt in Nederland veel geld, tijd en aandacht besteed aan het droog houden van het land. Als dat niet gedaan wordt, staat meer dan de helft van Nederland onder water. Overstromingen, stormvloeden en dijkdoorbraken hebben vroeger vaak grote rampen veroorzaakt. Hieronder volgen een aantal belangrijke momenten in de Nederlandse watergeschiedenis.
900: terpen Rond het jaar 100 kan het zeewater Friesland vrij in- en uitstromen. Dijken zijn er niet. Al heel lang geleden zijn er mensen op het lage land gaan wonen. Dichtbij het water en de handelsroutes over zee. De mensen bouwen hun huizen op steeds hogere plaatsen, want het zeewater stijgt langzaam. Dit doen ze door de plek steeds met klei en afval op te hogen. Zo ontstaan er terpen. Eerst met een huis en later zelfs met een heel dorp erop gebouwd. 1000: eerste dijkaanleg Na 1000 worden de eerste dijken aangelegd. Achter de dijk blijft het land droog. Het wordt gebruikt voor de akkerbouw. Daarom moet het beschermd worden tegen het buitenwater. Rondom West-Friesland wordt omstreeks 1250 een dijk gebouwd. De Westfriese Omringdijk is de oudste dijk die nog bestaat. Deze dijk heet een gesloten dijkring. Ook in Friesland worden deze lage en smalle dijken aangelegd. De dijken worden nog met de hand gebouwd. 1544: waterschappen Het onderhoud van de dijk is de taak van de eigenaar van het land waarop de dijk ligt. De boeren zijn echter vaak niet in staat de dijk te onderhouden. In 1544 wordt in West-Friesland besloten een organisatie op te richten: het waterschap “de Uitwaterde Sluizen”. Alle boeren moeten daar geld aan betalen. De oudste en belangrijkste taak van het waterschap is het onderhouden van de dijken. En dat gebeurt nog steeds. 1600: windmolens Windwatermolens bestaan nog niet zo lang. Omstreeks 1400 is er de eerste molen op windkracht. De molen maalt de laaggelegen polder droog. Het scheprad in de molen schept het water omhoog en laat het achter de dijk weglopen. Dit heet bemaling. De oudste windwatermolen heeft een vaste kap. Later wordt het een draaibare kap, die de wieken naar alle windrichtingen kan laten draaien. 1640: droogmakerijen Meren en delen van de zee worden al sinds de 16de eeuw drooggelegd. Men noemt ze droogmakerijen. Om een meer droog te maken worden eerst een dijk en een kanaal rond dit meer gemaakt. Deze ringdijk is de bescherming tegen het buitenwater. Op de ringdijk komt een weg en daar langs staan de molens. Vaak staan er meerdere molens achter elkaar. Iedere molen pompt het water hoger. Dit wordt een molengang genoemd. Het water komt uiteindelijk in de ringvaart. De ringvaart heeft een verbinding met een rivier of kanaal om het water verder te lozen. In droge tijden kan het water door de sluizen ingelaten worden in de droogmakerij In de 17de eeuw is de handel op zijn hoogtepunt. Hollandse kooplieden verdienen veel geld. Ze drijven handel op Afrika, Amerika en Azië. Het plan ontstaat om van de grote meren in Noord-Holland nieuw land te maken. Meer land levert ook meer producten op voor de handel. Rijke kooplieden steken geld in de droogmakerijen om er nog rijker van te worden. Later blijkt dat het land niet geschikt is voor de landbouw; het is te drassig. 1651: stormvloeden In de 16de en de 17de eeuw zijn langs de kusten van de Zuiderzee veel overstromingen. Dijken zijn niet hoog genoeg of worden niet goed onderhouden. De natuur kan ook overstromingen veroorzaken. De hoogte van de zeespiegel bij eb en vloed is niet altijd hetzelfde. Bij springvloed staat het water op zijn hoogst. Komt er ook nog een zware noordwesterstorm dan is de kans op overstromingen groot.
37
1684: NAP Om te bepalen hoe hoog of hoe laag land of water ligt, gaan we meestal uit van de ligging ten opzichte van de stand van de zeespiegel. Deze is niet altijd en overal gelijk bij eb en vloed. Ruim driehonderd jaar geleden is de gemiddelde hoogte van de vloed in de haven van Amsterdam opgemeten. Deze waterhoogte wordt Amsterdams Peil (AP) genoemd. Eind 19de eeuw heeft men de waterstand nog eens nagerekend en bijgesteld. Sindsdien heet het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Op veel plaatsen in Nederland is aan gebouwen een peilschaal te zien die aangeeft hoe hoog of laag land of water ligt ten opzichte van NAP. 1730: paalworm De allereerste dijken worden gemaakt van klei en zand en zijn begroeid met gras. Later worden de dijken versterkt met wier en houten palen. In 1731 ontstaat er een grote ramp. De houten halen worden aangevreten door paalwormen. De paalworm is een soort mossel die naar ons land gekomen is als passagier op de VOC schepen uit Nederlands-Indië. De beste oplossing is de aanleg van schuine hellingen met keien. Duizenden en duizenden keien moeten worden aangevoerd. 1825: stormvloeden In februari van het jaar 1825 teistert een zware storm de kusten van de Zuiderzee. Op vele plaatsen breken de dijken door en komen grote delen van het land onder water te staan. 1916: stormvloeden Op 13 en 14 januari 1916 voltrekt er zich in Nederland een watersnood rond de Zuiderzee. Een stormvloed valt samen met een hoge afvoer op de rivieren. Als gevolg breken op tientallen plaatsen de dijken en is daarnaast op veel plaatsen sprake van schade aan binnenbeloop en bekleding van de dijken. In de provincie Noord-Holland vallen 19 doden, terwijl er bij diverse scheepsrampen op zee nog eens 32 mensen omkomen. De afsluiting van de Zuiderzee wordt hierdoor versneld uitgevoerd. 1892: plannen drooglegging Zuiderzee Vanaf 1600 zijn een groot aantal meren in Noord-Holland drooggemaakt. In deze eeuw is er ook belangstelling voor meer grond. Het nieuwe land is noodzakelijk voor de landbouw. Vele hebben plannen gemaakt om de Zuiderzee droog te leggen. Het eerste plan is van Hendrick Stevin. Al in 1667 stelt hij voor om de Zuiderzee van de Noordzee te scheiden. Dit zou gebeuren door dammen en sluizen te leggen tussen de Waddeneilanden en de Friese kust. Het plan is pas weer in 1920 ontdekt. In 1886 is de Zuiderzeevereniging opgericht om een onderzoek in te stellen naar het beste plan. Uiteindelijk wordt besloten een plan van Cornelis Lely uit te voeren. 1932: Afsluitdijk In 1920 wordt begonnen met de aanleg van de Afsluitdijk. Het laatste gat is in 1932 gedicht. Belangrijk is dat de veiligheid is vergroot. Eb en vloed komen achter de dijk niet meer voor. Het zoute water van de Zuiderzee wordt zoet en het IJsselmeer ontstaat. Voor de boeren en de drinkwaterbedrijven is dit zoete water voordelig. Minder gunstig is het voor de vissers. Zij moeten ander werk zoeken of in het zoete water op paling gaan vissen. Door de afsluiting is het mogelijk om polders droog te leggen. Niet alleen voor landbouwgrond, maar ook voor woonruimte en recreatie. 1953: De watersnoodramp De Watersnood van 1953 (kortweg ook de Ramp van 1953) voltrekt zich in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Springtij en een noordwesterstorm stuwen het water in de trechtervormige Noordzee op tot recordhoogte. In Nederland overstroomt een groot deel van de provincies Zeeland en West-Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden. Hierbij verdrinken meer dan 1800 mensen en veel dieren; 100.000 mensen verliezen hun huis en bezittingen. De Ramp van 1953 veroorzaakt, behalve het enorme verlies aan mensenlevens, grote schade aan de veestapel, gebouwen en infrastructuur. 1997: Deltawerken De Deltawerken zijn een verdedigingssysteem tegen hoog water uit zee in Zeeland en zuidelijk Zuid-Holland. De bescherming van de Zeeuwse kust komt voort uit het Deltaplan: het afdammen van de riviermondingen. Dit plan bestaat al voor de watersnoodramp van 1953, maar krijgt door de ramp een extra impuls, waardoor de werken versneld uitgevoerd werden. Hoewel veiligheid voorop staat, heeft het economisch belang van de haven van Antwerpen ervoor gezorgd dat de Westerschelde een open verbinding is gebleven. De afdamming van de Botlek in 1950 markeert de start van de Deltawerken die in totaal 18 bouwwerken in Zeeland en Zuid-Holland kent. Met de oplevering van de Maeslantkering in 1997 zijn de Deltawerken nu compleet. Door de realisatie van de Deltawerken is de kustlijn met ongeveer 700 kilometer verkort.
38
Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Bron: www.hhnk.nl Waterschappen of hoogheemraadschappen horen bij de overheid. Net als provincies en gemeenten. Ze zijn zelfstandig en mogen allerlei zaken zelf regelen. Ze kunnen regels maken waaraan burgers zich moeten houden, vragen speciale belastingen en organiseren verkiezingen voor het bestuur. Ze hebben wel andere taken. Gemeenten en provincies houden zich bezig met zaken van algemeen belang: onderwijs, cultuur, sporthallen en zelfs het plaatsen van een wip in een park als de mensen dat willen. Het waterschap heeft maar één taak: bezig zijn met water in een bepaald gebied. Maar ze bemoeien zich niet met drinkwater en grondwater. Waterkeren Het water wordt tegengehouden met dijken en duinen, want meer dan de helft van Nederland ligt lager dan het water in de Noordzee. Zonder dijken en duinen was er helemaal geen Noord-Holland. Aan drie kanten van Noord-Holland is water. De Noordzee, de Waddenzee en het IJsselmeer. Bijna heel Noord-Holland achter de duinen bestaat uit polders. Sommige zijn al meer dan vierhonderd jaar geleden drooggelegd. De meeste mensen staan er niet bij stil dat ze onder de zeespiegel wonen. Ze vertrouwen erop dat de dijken, duinen en kades hen beschermen tegen het water. Terecht, want het waterschap werkt elke dag aan het behoud van onze duinen, dijken en kades. Ze zorgen ervoor dat de duinen niet verstuiven en de dijken niet wegzakken. Alleen als deze goed worden onderhouden, blijft het veilig in de polders. Water beheersen Waterschappen regelen het waterpeil in de sloten. Ze pompen met gemalen het water dat teveel is weg. Via sloten, kanalen en rivieren wordt het afgevoerd naar zee. En ze laten water binnen als het te droog wordt. Geen stukje land is hetzelfde in Noord-Holland. Het ene deel ligt hoger of lager dan het andere en heeft dus ook een hoger of lager waterpeil. Waarvoor de grond wordt gebruikt bepaalt ook hoe hoog het waterpeil in de sloten mag staan. Bij grasland mag het water best hoog staan in de sloten, maar niet als er aardappelen op worden geteeld, die kunnen dan verrotten.
Daarom zijn er 1.770 verschillende gebieden met een eigen waterhoogte. Het hoogheemraadschap regelt de hoogte van het water, zodat koeien in het weiland kunnen grazen en kelders droog blijven. Als ze dat niet zouden doen, lopen de polders langzaam weer vol water. Vooral als het veel heeft geregend, draaien de gemalen op volle toeren. Water zuiveren Waterschappen zuiveren afvalwater. Je drol in de wc spoel je weg en verdwijnt dan in de riolering van de gemeente. Waterschappen transporteren al het vieze water naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie en daar maken ze het schoon. Wegen onderhouden In het westen van het land onderhouden sommige waterschappen, net als vroeger, polderwegen en wegen op dijken.
39
Dijken en duinen Dijken en duinen noemen we waterkeringen. Het hoogheemraadschap heeft 300 km waterkeringen die heel erg belangrijk zijn. Zonder die waterkeringen zou Noord-Holland niet bestaan, die noemen we primaire waterkeringen. Daarnaast ligt er 1.220 km waterkering die kleinere gebieden tegen het water beschermen. Maar ook die zijn belangrijk, je zal er maar achter wonen. Sloten en boezems In de polders ligt 25.000 kilometer sloten die we ook wel waterlopen noemen. Het te veel aan water uit de lage polders wordt door gemalen uit die sloten in de boezems gepompt. Een boezem bestaat uit kanalen en meren die speciaal gebruikt worden voor de berging en afvoer van het overtollige water. De totale lengte daarvan is ongeveer 3600 kilometer. Het hoogheemraadschap heeft drie boezems: •
Schermerboezem,
•
Amstelmeerboezem.
•
Vereenigde Raakmaats- en Niedorperkoggeboezem
Gemalen Vroeger werd de waterstand geregeld met molens. Later in de tijd kwamen er stoomgemalen en weer later dieselgemalen. Een aantal van die molens en gemalen zijn bewaard gebleven, zodat je nu nog kan zien hoe dat vroeger in zijn werk ging. Nu regelen we de waterstand met ongeveer 400 elektrische gemalen. Waarvan vijf gemalen heel erg groot zijn. Zoals gemaal De Helsdeur in Den Helder. Dat gemaal kan 3.600 m3 water per minuut wegpompen naar zee. Dat is driemiljoenzeshonderdduizend liter water per minuut. Als alle inwoners in het gebied van het hoogheemraadschap meedoen om het gemaal bij te houden, moeten we allemaal elke minuut 3,6 liter water opdrinken. Als de stroom uitvalt kan dit gemaal gewoon doordraaien. Het is uitgerust met een noodaggregaat die dan automatisch aangaat. Overal wordt de hoogte van het water en op verschillende plaatsen ook de hoeveelheid regen gemeten. Computers bepalen dan wanneer een gemaal moet gaan pompen. Maar een gemaal is ook op afstand aan te sturen. De ‘machinist’ heeft een laptop, waarmee hij het gemaal zelfs thuis kan bedienen. Onder het gemaal door, kan als het laag water is in de Waddenzee gespuid worden. Dan loopt vanzelf het water uit het Noordhollands Kanaal de zee in. Afhankelijk van de waterstanden kan dat maximaal 4.800 m3 water per minuut zijn. Heel wat meer water dan de capaciteit van de pompen en zonder stroomkosten. Dus als het even kan, spuien we liever dan dat we malen. Stuwen Iedereen heeft wel eens een dammetje gebouwd op het strand of in een riviertje. Het water verzamelt zich achter de dam, en het waterpeil wordt even hoog als de hoogte van de dam. Maar in sommige sloten moet het water over een dam kunnen lopen, dan maken we daar een stuw. In het gebied van het hoogheemraadschap zijn ongeveer 2.500 stuwen te vinden. Die houden het water vast en als het water te hoog gaat staan, loopt het vanzelf over de stuw in een ander gedeelte van de sloot. Sommige stuwen zijn op afstand elektrisch in hoogte te verstellen, zodat we zelf de waterstand kunnen regelen. Maar door een stuw kan je met een schip niet varen, daarom hebben we ook sluizen.
40
Sluizen Een stuw houdt het water tegen, aan de ene kant van de stuw kan het water veel hoger zijn dan aan de andere kant. Maar door een stuw kan je met een schip niet varen. Daarom hebben we sluizen. Een schip kan dan van de ene waterhoogte naar de andere gebracht worden. Dat noemen we schutten. De Wieringermeer is een diepe polder. Schepen die vanuit de Wieringermeer naar het IJsselmeer willen varen, moeten door de Stontelerschutsluis. Vier grote dikke sluisdeuren houden het water tegen. Die zijn zo hoog als een huis, wel 7,50 meter. Naast schutsluizen hebben we ook spuisluizen. Daar kan een schip niet doorheen varen. Spuisluizen kunnen alleen maar overtollig water weg laten lopen. Waterinlaten Tijdens een lange, droge zomer ontstaat er watergebrek in de sloten. Dan wordt het water steeds viezer en worden de planten en de dieren in en bij de sloot ziek. Maar we kunnen dan water uit het IJsselmeer en Markermeer inlaten in de boezems. Via buizen kunnen we dat water in de polders laten stromen. Dat kan op afstand bediend worden, net als bij de gemalen en de stuwen. Waterbeheer in de 21e eeuw Al eeuwen voeren we strijd tegen het water. Maar er gebeurt iets vervelends, het klimaat gaat veranderen. Regen komt steeds vaker met bakken tegelijk naar beneden. Maar in de zomer komen er ook vaker droge perioden. Daarnaast gaat het zeewater steeds hoger staan en de bodem van ons land zakt. De dijken moeten dan hoger en steviger zijn en de gemalen moeten harder werken. In de Afsluitdijk bijvoorbeeld zitten een heleboel spuisluizen van Rijkswaterstaat. Als het op zee eb is en het zeewater staat lager dan het water in het IJsselmeer, dan zetten ze de spuisluizen open en loopt het water van het IJsselmeer vanzelf in de Waddenzee. Maar als het water in de zee steeds hoger komt te staan, lukt dat niet meer zo gemakkelijk. Dan moeten er heel dure gemalen gebouwd worden. We zijn al druk bezig om op een andere manier voor de waterhoogte te zorgen. Dat noemen we ‘Waterbeheer in de 21e eeuw’ (WB21). We waren altijd gewend om na zware regenbuien het water direct weg te pompen, maar dat werkt straks niet meer. We moeten ruimte maken voor water en het zo lang mogelijk opsparen. Want voor je het weet hebben we het weer nodig in een droge zomer. Pas als het niet anders kan, laten we het in zee lopen. Alleen waar moeten we al dat water laten? We hebben niet zoveel ruimte in ons kleine Nederland. We kijken met zijn allen hoe gevaarlijk het is als het land onder water loopt. Voor een stad vol mensen is dat veel erger dan voor grasland. Bij het bouwen van nieuwe huizen letten we erop dat er ruimte genoeg overblijft voor water. Op verschillende plaatsen kopen we nu land. Dat land graven we af en maken er kleine natuurgebiedjes van. Hierin kunnen we het water dat teveel is opsparen, dit noemen we waterberging. Nederland moet leren leven met water, maar dat hoeft helemaal niet vervelend te zijn. Door het maken van waterberging, krijgen planten en dieren meer ruimte. En je kan er bijvoorbeeld varen, schaatsen of wandelen.
41
Het Zuiderzeemuseum en het leven aan de Zuiderzee Zie ook www.zuiderzeemuseum.nl Het Zuiderzeemuseum is een museum in de open lucht en opgebouwd als een dorp. Hier zie je echte oude gebouwen die vroeger aan de Zuiderzee stonden: huizen, werkplaatsen, winkels, een school, een kerk en nog veel meer. Het is de ideale plek om een idee te krijgen van het leven aan de Zuiderzee 100 jaar geleden. De Zuiderzee, die bestaat toch niet meer? Dat klopt. Waar nu het IJsselmeer ligt, lag vroeger de Zuiderzee. De Zuiderzee was voor veel mensen een bron van inkomsten. Ze verdienden bijvoorbeeld hun brood in de visserij. Anderen vonden werk in bedrijven die met de visserij te maken hadden: de zeilmaker maakte zeilen voor de vissersschepen, de smid maakte ankers, de kuiper maakte tonnen en vaten om de vis in te bewaren en de visrokerijen rookten de gevangen vis zodat deze langer houdbaar bleef. De Zuiderzee had echter ook veel nadelen; zo waren er vaak overstromingen. Huizen en land liepen iedere keer schade op en nog veel erger: veel mensen verdronken. Deze overstromingen werden veroorzaakt doordat de Zuiderzee in het noorden een open verbinding had met de Noordzee. Bij noordwesten wind werd er daarom iedere keer veel water de Zuiderzee in gedreven. Om de overstromingen tegen te gaan besloot de regering de Zuiderzee af te sluiten met een dijk: de Afsluitdijk. Deze dijk was in 1932 klaar en zorgde ervoor dat er geen Noordzeewater meer de Zuiderzee in kon stromen. De overstromingen hielden dus op te bestaan, maar daarmee ook de Zuiderzee. Door de Afsluitdijk werd het zoute water zoet. De zee werd een meer: het IJsselmeer. Kijk maar eens naar de kaart van Nederland in de atlas. Dan kun je het IJsselmeer en de Afsluitdijk vinden. Veel mensen waren blij dat de Zuiderzee en de overstromingen verdwenen waren, maar er waren ook veel mensen verdrietig. De vissers bijvoorbeeld. Vele van hen raakten hun baan kwijt omdat er in het IJsselmeer veel minder vissen zaten dan in de Zuiderzee. En omdat de vissers hun baan kwijt raakten, raakten ook veel andere bedrijven die met de visserij te maken hadden hun inkomsten kwijt. De Zuiderzee, en daarmee de manier van leven aan de Zuiderzee, verdween. Om ervoor te zorgen dat de Zuiderzeecultuur toch nog bewaard bleef, werd er besloten een Zuiderzeemuseum op te richten. Daarvoor moest men eerst allemaal panden verzamelen en weer opbouwen in het museum. Dit kostte veel tijd maar in 1983 was het zover: het buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum werd geopend.
Het leven aan de Zuiderzee 100 jaar geleden In veel opzichten was het leven hetzelfde als nu: mensen woonden, werkten en gingen naar school. Toch was het ook heel anders. Straks kun je in het Zuiderzeemuseum echt een kijkje nemen in een school, huis of winkel uit die tijd. Maar eerst kom je in dit hoofdstuk al wat meer te weten over het Nederland van 100 jaar geleden. Veel producten werden nog met de hand gemaakt. Iedere ambachtsman had z’n eigen specialiteit: de smid, de kuiper, de mandenmaker, de touwslager, de borstelmaker. Deze mannen waren trots op hun vak. De geheimen van hun vak brachten ze over op hun zoons of andere leerjongens. Maar er waren ook al veel fabrieken waar het werk met behulp van machines werd gedaan. De machines werden aangedreven door een stoommachine. Veel mannen werkten in de visserij en gingen met hun houten zeilschepen de gevaarlijke zee op.
42
Mensen vonden ook werk als winkelier of straathandelaar. Een straathandelaar werd in die tijd wel een venter genoemd. Grote supermarkten bestonden nog niet. In een dorp of stad waren veel verschillende winkels: voor groente ging je naar de groentewinkel, voor vlees naar de slagerij, voor brood naar de bakker. Zelfs voor melk had je een aparte winkel. De kruidenierswinkel leek nog het meest op de supermarkt van vandaag, maar hij was veel kleiner en bovendien mocht je niets zelf pakken. Dat was het werk van de man of vrouw achter de toonbank die alles woog en in zakjes deed. In de kruidenierswinkel kon je allerlei producten krijgen: van snoep, rijst en koffie tot schoensmeer, wasmiddel en lucifers. Ook kwamen veel kooplieden nog bij de mensen aan huis: de groenteman, de visventer, de melkboer, de olieman of de kolenboer. Met paard en wagen, met de hondenkar, met de fiets of zelfs lopend met een juk op de schouders. Handelaren liepen soms wel kilometers lang van dorp naar dorp om hun waar aan de man te brengen. Aan het begin van de twintigste eeuw bestond de auto al, maar alleen rijke mensen konden zich een auto veroorloven. Het zou dan ook een tijd duren voordat het gewoon was dat iedereen een auto bezat. Net zoals nu kwam de postbode ook aan huis. Brieven, kaarten en telegrammen waren lange tijd de belangrijkste manier van communicatie. Ook de telefoon bestond al, maar nog weinig mensen hadden thuis een telefoon. Het leven was hard. Mensen werkten 6 dagen per week van ’s morgens vroeg tot in de avond. Op zondag was je vrij, maar stond je vroeg op om naar de kerk te gaan. De lonen waren laag en het werk was vaak zwaar en ongezond, vooral in werkplaatsen en fabrieken. Als je je baan kwijtraakte of je werd ziek moest je jezelf maar zien te redden. Uitkeringen zoals we die nu kennen bestonden niet of nauwelijks. De gemeente hielp soms de allerarmsten. Deze hulp bestond dan vaak uit gratis woonruimte en voedsel. Mensen moesten tot op hoge leeftijd doorwerken. Verzekeringen voor de oude dag werden nog nauwelijks door de regering geregeld. Via de weinige regelingen die er wel waren kregen ouderen een zeer armoedig pensioen. Geld om te sparen hadden mensen vaak niet. Veel oude mensen moesten wel blijven werken wilden ze niet in armoede vervallen.
De zorgen thuis Vrouwen voedden de kinderen op en verzorgden het huishouden. Het huishouden was erg zwaar werk en nam veel meer tijd in beslag dan nu. Vrijwel alles moest met de hand worden gedaan. De was doen was daardoor een enorme klus. Veel huishoude lijke apparaten die we nu hebben bestonden nog niet of ze waren voor de meeste mensen te duur om aan te schaffen. De kinderen en het huishouden waren niet de enige taken van de vrouwen. Daarnaast deden ze vaak ook betaald werk. Veel gezinnen hadden het niet breed. Het inkomen van de man was meestal niet voldoende om het hele gezin te onderhouden. Vrouwen verkochten bijvoorbeeld spullen aan de deur, maakten vis schoon, breiden visnetten, werkten in de visrokerij en de fabrieken en deden nog veel meer extra werk. Toch was wat vrouwen met dit werk verdienden vaak niet meer dan een bijverdienste. De meeste vrouwen waren dan ook afhankelijk van hun man. Als een vrouw ongehuwd was of weduwe werd, had ze het moeilijk en moest ze meerdere banen tegelijk hebben om het hoofd boven water te houden. In de meeste gezinnen moesten de kinderen ook werken. Lange tijd gingen veel kinderen niet of nauwelijks naar school. Ouders waren dan ook niet verplicht om hun kinderen naar school te sturen. Kinderarbeid was hard nodig om het gezinsinkomen aan te vullen. Meisjes werden thuis gehouden om te helpen met het huishouden en het verzorgen van jongere broertjes en zusjes. Daarnaast werkten ze bijvoorbeeld in de visrokerij, pelden ze garnalen of gingen ze werken als dienstmeisje bij een rijke familie. In dat laatste geval gingen ze al op hun tiende of twaalfde het huis uit.
43
Jongens gingen al heel jong in de leer bij een smid, mandenmaker of kuiper of gingen, als hun vader visser was, de zee op. Vaak waren ze dan nog maar 9 of 10 jaar oud. Veel kinderen werkten in fabrieken. De omstandigheden waaronder de kinderen moesten werken waren, vooral in de fabrieken, erg slecht. In 1874 kwam er het Kinderwetje van Van Houten. Vanaf toen werd het verboden om kinderen onder de 12 jaar in fabrieken te laten werken. Ander werk mochten jonge kinderen echter nog wel doen, zoals landarbeid. Pas in 1901 kwam er een wet die bepaalde dat kinderen naar school moesten. Deze wet heet de Leerplichtwet. Voortaan moesten kinderen tot hun twaalfde naar school . Veel kinderen werkten echter nog steeds voor en na schooltijd. Als ze twaalf waren stopten de meeste met school en gingen ze volledig werken. Alleen kinderen uit rijke gezinnen konden doorleren. Pas in de loop van de twintigste eeuw kwam hier langzaam verbetering in en konden steeds meer kinderen langer naar school.
44
Bijlage 3 Les 1: Live blog januari 2012 Heel het land heeft last van storm en hoogwater, met name in de kustgebieden. Bij het Groningse dorp Tolbert dreigt een polder onder te lopen. RTL hield een live blog bij. Let op: Lees het blog van onderen naar boven!
23:00 uur Het liveblog is gesloten. Kijk voor updates van het extreme weer op RTLNieuws.nl 22:00 uur De vriendschappelijke voetbalwedstrijd FC Cambuur – FC Groningen die morgen in Leeuwarden gespeeld zou worden, is afgelast. De politie heeft alle politie-inzet in het noorden nodig voor de gevolgen van het extreme weer. 20:56 uur Het Groninger Museum is overgegaan tot ontruiming van de benedenverdieping. Er wordt een waterstand verwacht van 1,30 meter boven NAP. Dat ligt 20 cm boven het peil dat het Groninger Museum hanteert om tot ontruiming over te gaan. De exposities van Azzedine Alaïa en Jan Altink worden verplaatst naar de Gouden Toren. 19:23 uur Op het eiland De Burd, bij het Friese Grou, is een dijk doorgebroken. 26 vaste bewoners en ruim 100 mensen in recreatiewoningen op camping Yn’e Lijte wordt dringend geadviseerd het eiland te verlaten. Een groot deel van het eiland dreigt nu onder water te komen, meldt een woordvoerder van de gemeente. Als het water verder stijgt, kunnen de mensen de pont niet meer bereiken en zitten ze vast. De elektriciteit moet nu ook afgesloten worden door het dreigende water 18:29 uur Het Groninger Museum zet nachtwachten in om de waterstand rond het museum in de gaten te houden. Het museum is in een kanaal gebouwd. Vooralsnog worden de benedenzalen niet ontruimd 17:22 uur De situatie in Leek - Tolbert is wat minder kritiek. Nu is er duidelijk aandacht voor gebied Lauwersmeer. De schade lijkt ‘niet vreselijk groot te zijn’, meldt burgemeester Rehwinkel. Om 20:00 komt het regionaal beleidsteam opnieuw bij elkaar. Militaire ondersteuning wordt geboden. 17:15 uur De Friese gemeente Boarnsterhim heeft de bewoners van een recreatiepark en een eiland bij Grou opgeroepen hun woning te verlaten vanwege overstromingsgevaar. De oproep geldt voor ruim 150 vaste bewoners en een onbekend aantal vakantiegangers. De evacuatie is op vrijwillige basis, omdat de situatie niet levensbedreigend is. 17:10 uur De veiligheidsregio Groningen geeft nu een persconferentie. 16:46 uur Rijkswaterstaat heeft vier noodpompen naar Leek gebracht om in Groningen en Friesland het overtollige water weg te pompen. Het waterschap Noorderzijlvest had om de extra hulp gevraagd. Staatssecretaris Joop Atsma (Water) zegt te verwachten dat de pompen donderdag of vrijdag al in werking zullen zijn.
45
16:03 uur De vier coupures, openingen in de dijk waar de weg de dijk kruist, in Delfzijl zijn door het waterschap Noorderzijlvest gesloten. Er wordt een waterstand verwacht van 3.40 boven NAP. Pas als het water weer is gezakt worden de wegen geopend, meldt het waterschap. 15:28 uur Op Schiphol zijn inmiddels al tientallen vluchten geannuleerd en veel vluchten vertraagd. 14:53 uur De dijk bij Tolbert lijkt het vooralsnog te gaan houden. Vannacht wordt er meer neerslag verwacht, waardoor de dijk opnieuw in de problemen kan komen. 14:50 uur In de provincie Friesland, is net als in Groningen, een vaarverbod ingesteld op de provinciale vaarwegen. Het is ingesteld omdat de golfslag in de kanalen de doorweekte dijken in gevaar kunnen brengen. Het vaarverbod geldt tot nader bericht. 14:31 uur Aan de gehele kust worden vannacht nog hogere waterstanden verwacht. Niet alleen in Zuid-Holland-Zuid, maar ook in Groningen wordt vannacht de hoogste waterstand verwacht. 14:27 uur Dijken bij Lauwersoog opgehoogd. 14:21 uur De veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid meldt dat de waterstanden vannacht tussen 2 en 3 uur ook hoog zullen zijn. In Dordrecht wordt een waterstand verwacht om 2:39 uur van 2.40 meter boven NAP. Vanmiddag om 16:29 wordt het water op 2.27 meter verwacht. In Krimpen aan de Lek wordt een waterstand van 2.36 meter boven NAP om 15:10 vanmiddag verwacht, en 2.39 meter om 2:30 uur vannacht. 13:56 uur Bij Tolbert zijn 50 militairen aangekomen. Zij kunnen worden ingezet als dat nodig is. Ze hebben vrachtwagens, rubberboten en ambulances. 13:40 uur Verslaggever Antoin Peeters: “Het water stijgt waar je bij staat in het centrum van Dordrecht.” 13:35 uur Wetterskip Fryslan richt vanaf 15.00 uur een callcenter voor inwoners van Friesland en het Groninger Westerkwartier. Zij kunnen daar terecht met vragen over de wateroverlast en de maatregelen die genomen worden. Ook kunnen inwoners incidenten melden. Het telefoonnummer is: 058 292 2222. 13:33 uur KNMI meldt: Volle storm op Waddengebied 13:25 uur Vlieland is afgesloten van de buitenwereld. Er varen geen boten van en naar het Waddeneiland. De twee supermarkten, hotels en restaurants op het eiland krijgen daarom geen nieuwe voorraad aangeleverd. Tot lege schappen leidt dit niet, zegt burgemeester Yorick Haan. Voor noodgevallen staat er een reddingsboot klaar die mensen naar de wal kan brengen. Het zeewater staat volgens de burgemeester zo hoog dat de boot dwars over de zandbanken zou kunnen varen. 13.14 uur De polder Kropswolde in Groningen staat op het punt om onder gezet te worden. Eerst moet een paardje gered worden uit de wei, twittert verslaggever Pim Sedee. Een graafmachine maakt een dam waarover het dier weg kan.
46
13:09 uur Volg de scheepvaart op de Nieuwe Waterweg. Alleen kleine schepen zonder loods kunnen daar nog varen. 12:53 uur In Dongeradeel in Friesland waait het zo hard, dat er een zeehond is aangespoeld. 12:47 uur De stormachtige winden gaan voorlopig nog niet liggen. Ze houden tot vannacht aan. Dat zegt RTL-weerman Peter Timofeeff. 12:42 uur Het doorprikken van de Kropswolderbuitenpolder, dat was gepland rond 12 uur, is uitgesteld. Er moet nog even worden gewacht omdat er nog een paard rondloopt in de polder. Bij de Oosterscheldedijken geldt fase 2 dijkbewaking. Die wordt ingesteld als bij Roompot Binnen een waterstand verwacht wordt tussen de 2,5 en 3 meter in combinatie met windkracht 9. De Oosterscheldekering wordt gesloten bij een waterstand hoger dan 3 meter, maar dat ligt niet in de verwachting, aldus een woordvoerster van het Waterschap Scheldestromen. 12:32 uur In Alblasserdam nemen bedrijven het zekere voor het onzekere en zetten elektronische apparatuur op de eerste verdieping, meldt verslaggever Floor Bremer op Twitter. 12:03 uur Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier sluit uit voorzorg de coupure in Den Oever in verband met hoogwater op het IJsselmeer. Een coupure is een onderbreking in een dijk of andere waterkering. De sluis in Enkhuizen is sinds gisterenmiddag dicht en blijft gesloten om een deel van de binnenstad te beschermen tegen hoogwater. Ook de sluis in Hoorn is dicht. 11:56 uur Er komt een tweede nooddijk bij het Lauwersmeer. Gisteren zijn al noodmaatregelen getroffen bij Lauwersoog, nu legt het waterschap een nooddijk aan bij Zoutkamp. 11:54 uur Verslaggever Pim Sedee: “Van Tolbert, nu bij Meerwijck, hier wordt zo dijk doorgestoken, zodat het overtollige water in polder wordt opgevangen.” 11:39 uur Nu langs hele kust noordwesterstorm. De waterstanden kan je bijhouden op de site van Rijkswaterstaat. 11:37 uur Aan het eind van de middag geeft de veiligheidsregio Groningen een persconferentie over de situatie in de polders. Deze is vanaf ongeveer 17:00 uur te volgen via www.rtlnieuws.nl. 11:31 uur In het westen heeft het Waterschap Rivierenland door opstuwing vanuit zee te maken met hoogwater. Het gaat daarbij om Papendrecht, Alblasserdam en Kinderdijk. Rivierenland houdt dijkinspecties. Rond 15:00 uur wordt hoogste punt verwacht in het waterschap. Rondom die piek zijn er dijkpatrouilles. 11:07 uur Het vee van de boeren in de polder bij Tolbert wordt geëvacueerd. 10:58 uur Noordwesterstorm op Terschellling en langs de kust van Noord-Holland. 10:57 uur De cameraman die op weg is naar Tolbert voor RTL Nieuws, heeft langs de N388 een aantal boerderijen gezien die onder water staan.
47
10:47 uur Een nieuw gemaal of een spui bij Lauwersoog zou wateroverlast in het gebied rond Tolbert in de toekomst kunnen voorkomen. Dat zegt waterbouwkundig constructeur Wilfred Molenaar van de TU Delft. Volgens hem pleiten de waterschappen in het gebied al langer voor nieuwe investeringen 10:34 uur Rond het middaguur moet het noorden opnieuw rekening houden met zeer zware windstoten van 90 tot 110 kilometer per uur, waarschuwt het KNMI. 10:32 uur In de polder Tolberter Petten is een noodverordening van kracht. Het gebied is afgesloten voor mensen die er niks te zoeken hebben. De gemeente hoopt hiermee ramptoeristen op afstand te houden. De maatregel geldt niet voor inwoners. Zij zijn wel verplicht de aanwijzingen van de politie op te volgen. 10:29 uur In het hele land worden markten afgelast vanwege de storm. Het gaat daarbij om onder meer om de markt in Utrecht Overvecht, Hoogvliet in het centrum van Zeist. 10:25 uur Wie met de trein reist, moet rekening houden met vertragingen. Rond Amsterdam, Utrecht, Groningen en Leeuwarden is het treinverkeer verstoord door het weer. Zie het overzicht van de NS. 10:23 uur Waterschap Hunze en Aa’s gaat vanmiddag bergingsgebieden inzetten. De Kropswolderbuitenpolder en de Westerbroeksemadepolder worden rond 12.00 uur doorgestoken om een buffer te creëren voor het water. 10:15 uur Er trekken opnieuw buien over Tolbert, aldus Britta Sanders op Twitter. 10:05 uur Op dit moment inspecteren mensen van Wetterskip Fryslân of het nodig is om polders onder water te laten lopen. De Soestpolder bij Burgum is mogelijk een knelpunt. Bij Polder De Putten, tussen Burgummermeer en de Leijen, loopt het water sinds vanochtend over de kade. In die polder staan twee boerderijen. Spuien op de Waddenzee is niet meer mogelijk. Volgens het Friese waterschap wordt het de komende 48 uur vooral kritiek in het noordoosten van de provincie en in het centrale deel rond Grou. Ook in Friesland draaien de pompen en gemalen op volle toeren. 9:55 uur Waterschap Groot Salland heeft 200 vrijwilligers van de Hoogwaterbrigade aan het werk gezet. Zij sluiten de keermuur langs de stad. De middeleeuwse stadsmuur wordt over een lengte van 1,5 kilometer gesloten met schotten wegens dreigende overstroming door hoogwater. Het grootste probleem is dat de wind het water in het IJsselmeer en het Ketelmeer opstuwt richting het land. 9:47 uur De balgstuw in de IJsselmonding wordt vanmiddag gesloten. Drie enorme ‘ballonnen’ die de stuw vormen komen dan omhoog. De balgstuw van ruim 250 meter lengte en 10 meter doorsnee blaast zichzelf op met water en lucht als het waterpeil binnen een uur 50 centimeter stijgt en door de stroming bovendien de plaatsen Genemuiden, Hasselt, Zwartsluis en Zwolle bedreigt. 9:43 uur Voor een onbekend aantal dieren is het hoogwater in de Biesbosch fataal geworden, aldus Thomas van der Es van Staatsbosbeheer. Bijvoorbeeld reewild dat moet zwemmen sterft door vermoeidheid of stress. “De natuur is van slag. De dieren zijn het water gewend, maar dit gebeurt zeker niet jaarlijks.” 9:39 uur De Waterschappen in Groningen, Drenthe en Friesland gaan diverse waterbergingsgebieden gebruiken. Door die gebieden te laten overstromen, willen ze wateroverlast in steden als Groningen, Meppel en Leeuwarden voorkomen.
48
9:31 uur Verslaggever Britta Sanders: “De dijk bij Tolbert staat op doorbreken of overstromen.” 9:15 uur Van en naar Schiphol is een aantal vluchten geschrapt in verband met de harde wind. Passagiers moeten sowieso rekening houden met vertragingen. Schiphol denkt dat de hinder tot ver in de donderdag duurt. Kijk hier voor actuele vluchtinformatie. 8:59 uur De provincie Noord-Holland zet alle zeilen bij om de polders droog te houden. Oude windmolens worden ingezet om het water weg te pompen. 8:58 uur De Nederlandse Aardoliemaatschappij heeft twee gaswinninglocaties bij het Groningse Tolbert buiten gebruik gesteld. De putten liggen in het gebied dat wordt geëvacueerd wegens een dreigende dijkdoorbraak als gevolg van hoogwater. Het gaat om twee relatief kleine gasvelden. De putten op het veld zijn afgesloten met waterdichte afsluiters. 8:31 uur Alle veerdiensten van en naar Vlieland zijn uit de vaart genomen. Naar Ameland, Schiermonnikoog en Ameland wordt in verband met de weersomstandigheden en de hoge waterstand beperkt gevaren, zo meldden de rederijen Doeksen en Wagenborg. 8:28 uur Het blijft de komende uren spannend in Tolbert. Om 11:00 uur verwachten de autoriteiten het kritieke punt; dan staat het water het hoogst. 8:22 uur Politie zet wegen rond Tolbert af 8:01 uur Wegen rond Tolbert zijn allemaal dicht. De wegen zijn afgezet door de Mobiele Eenheid, meldt een twitteraar. 7:57 uur De Tolberter Petten is een polder van zo’n 200 hectare. Er staan 40 panden, waarvan 10 boerderijen. Er wonen circa 100 mensen. Het is nog niet duidelijk hoeveel bewoners gehoor hebben gegeven aan de oproep om te vertrekken. Evacuatie is vrijwillig. 7:49 uur Defensie staat klaar om de hulpdiensten te helpen bij de evacuatie. Het leger kan boten, ambulances en vrachtwagens leveren. Daar wordt vooralsnog geen beroep op gedaan. Dat twittert NOS-verslaggever Rienk Kamer. 7:44 uur Evacués die niet terecht kunnen bij familie of vrienden, kunnen onderdak krijgen in een hotel in Groningen. Dat meldt de brandweer. 7:32 uur Als de dijk doorbreekt, zal in korte tijd de polder onderlopen, meldt brandweerwoordvoerder Cyriel Hamstra. 7:27 uur Nu al loopt het water over de dijk het gebied in, heeft de Groningse burgemeester Peter Rehwinkel bekendgemaakt. Tientallen mensen en zo’n 100 dieren zijn al geëvacueerd. 7:23 uur Het exacte gebied dat gevaar loopt is op dit moment de Tolberter Petten, langs de Matsloot. Dat twittert Brandweer Groningen. Die waarschuwt ook dat eventuele wateroverlast in het gebied gevolgen kan hebben voor de nutsvoorzieningen en bedrijven.
49
7:09 uur “Boeren bij Tolbert blijven nuchter”, zegt Britta Sanders 7:05 uur Niet alleen Groningen kampt met de storm, het KNMI waarschuwt voor extreem weer in heel het land. Voor de kustgebieden geldt een code oranje. 6:55 uur Waterstand bij Den Helder is op dit tijdstip normaal gesproken 6 cm boven NAP. Nu is de waterstand 88 cm boven NAP, meldt Rijkswaterstaat. Die verwacht later vandaag een stand van 240 cm. 6:50 uur. 6:45 uur De kans dat de dijk doorbreekt is zeer reëel, zegt de brandweer. Er zijn drie scenario’s: - Dijk loopt over, lager gelegen gebieden lopen langzaam onder. - Dijk breekt door, water stroomt de polder in. - Er gebeurt niets, de polder blijft droog. 6:27 uur De politie heeft de polder afgesloten. Wie daar niet hoeft te zijn, wordt verzocht weg te blijven. Dit om de evacuatie niet te hinderen. Brandweer Groningen heeft een website met informatie over het hoogwater. 6:22 uur Het waterschap Noorderzijlvest probeert de bedreigde dijk te stutten, om een doorbraak te voorkomen. De hulpdiensten kunnen de veiligheid van de mensen niet meer garanderen. Het waterpeil is zo hoog dat het water niet meer weg kan. Bovendien komt er nog veel water bij uit stroomopwaarts gelegen gebieden. Andere polders lijken vooralsnog geen gevaar te lopen. 6:16 uur De evacuatie van de boerderijen gebeurt de komende uren. De bewoners zijn niet verplicht om te vertrekken. Een enkele boer heeft besloten zijn koeien nog te melken, meldt de politie. 6:12 uur 20 boerderijen worden ontruimd in de polder. Als de dijk breekt, kan het waterpeil in de polder stijgen tot maximaal een meter. Het diepste punt van de polder ligt namelijk op -1 meter NAP. 5:55 uur Om 7:00 uur geeft de brandweer in Groningen een persconferentie over het hoogwater in de provincie. 5:25 uur De brandweer noemt de kans op een dijkdoorbraak aannemelijk. Ook houden de hulpdiensten er rekening mee dat het water over de dijk heen komt. De brandweer probeert de dieren in de boerderijen ook weg te halen. 5:15 uur Brandweer meldt dat een dijkdoorbraak bij Tolbert dreigt. Vijftien boerderijen in de polder Tolbert Petten worden ontruimd. Het gaat om in totaal 85 mensen. Het volledige blog is te vinden op: http://www.rtl.nl/(/actueel/rtlnieuws/binnenland/)/components/actueel/rtlnieuws/2012/01_januari/05/binnenland/dijkdoorbraakdreigt-bij-tolbert.xml
50
Bijlage 4 Werkblad les 1: Er dreigt een overstroming! Live blog
Maatregelen
Door wie
51
Bijlage 5 Les 2: Overstromingen: persoonlijke verhalen 1. Interview met de familie Visser over het leven op Marken en de overstroming van 1916 “We woonden naast de Witte werf, op palen, zo’n tien meter van de werf af. Het was moeilijk om aan een huis te komen, want alles stond vol op de werf. Toen werden er huizen gebouwd op het land. Die moesten een onderbouw hebben voor als het water kwam. Op de werf liep het ook wel eens onder. Dan moest alles naar boven en de deur vergrendeld. Dan stonden we zo te kijken en ja hoor, dan kwam het. Als kind had je wel schik, want dan gingen we in een teil bootje varen en dan riep moeder: “Niet doen! Niet doen!”. De vloer in de kamer was zwart. Vloerbedekking had je niet want één keer per jaar had je water in huis. Dat zwart droogde maar langzaam, drie dagen lang lagen er planken door de kamer. Om de vloer schoon te houden liep iedereen op z’n sokken. Alleen de dokter hield z’n schoenen aan, en als die was geweest stonden z’n voetstappen door het hele huis. We hadden op Marken geen waterleiding. We dronken regenwater uit de ringbak. In de zomer was wel eens een tekort. Dan kwam er een schip met leidingwater van de vaste wal, en dat werd met tonnen naar huis gedragen. Maar dat was niet veel, dus je had eigenlijk gewoon geen water als het niet regende. ’s Winters bij vorst had je pas water om te wassen als het ijs ging kruien want dan kon je schotsen halen. Met een grote bijl ging vader ernaar toe, en dan sloeg hij brokken ijs van de schotsen en die nam je mee op de slee. Op 16 januari 1916 was er noordwester storm. Het water kwam maar hoger en hoger. Om alles vast te zetten sloegen we planken tegen het huis. De zee kwam in het onderhuis, en dat kwam zo omhoog zetten dat het luik in de vloer lag te klepperen. We moesten naar zolder. Het huis stond te schudden. Het zwiepte zo dat de naaimachine van tafel sloeg. Toen wist je dat het ernst was. Eerst had je nog gedacht dat het wel weer zou gaan zoals anders, maar nu begon iedereen te roepen van ‘dat gaat verkeerd’. Midden in de nacht heeft vader een plank weten te leggen naar het huisje naast ons dat dichter bij de werf stond. Hij spijkerde die plank vast en klom er overheen met een touw om z’n middel. Hij kwam daar in de koestal midden tussen de koeien die ook al bijna onder water stonden. Daar kon hij zijn kinderen natuurlijk nooit langs krijgen. Want we waren met vier kinderen, en dan was die ongelukkige vrouw er nog. ’s Morgens om zeven uur zijn we uiteindelijk met een bootje opgehaald. Maar die vrouw was stijf van de reuma en die hebben ze in bed gezet met dekens er omheen. Met haar is het ook goed gekomen want haar huis is blijven staan. Aan de andere kant van de werf is wel een huis omgegaan. En de andere dag was het prachtig weer en stond er een botter op de dijk. Na die keer had vader altijd een lange lijn klaar om het huis aan de werf vast te maken als het weer hoog water werd. Nou praten we over een watervloed, maar gewoon hoog water was gezellig, daar hadden we niks geen erg in. Alleen moest je achteraf wel het onderhuis schoonmaken van het slib. Maar de ratten waren dood en voor het gras was het goed. Dat werd natuurlijk zilt, maar daardoor raakte het als hooi minder gauw in de brand, en we konden het goed verkopen. Het ging naar de dorpen aan de Vecht, naar Loenen en naar Vreeland ”
2. Verslag van Eberhard in zijn reisbeschrijving: “Marken, in zijn waarde en zijn ellende beschouwd” over de oude vrouw op de Witte Werf . Op de Witte Werf had de storm en het water een deel van de huizen op palen weggeslagen. Eberhard vertelt: “Een woning was behouden en wel door een 76 jarige vrouw, Neeltje Tijp genaamd. Urenlang had zij op een stoel gezeten, half in het water, en met de benen tegen een plank, die op het punt stond te bezwijken. Aan die zijde spookte en bonsde de zee geweldig en wanneer zij losgelaten had of haar krachten hadden het niet meer kunnen uithouden dan had die plank moeten bezwijken en haar woning was evenals de andere woningen verloren geweest. Menigmaal dreigde het water haar omver te werpen, maar telkens kon zij zich ertegen verzetten, maar het kostte de oude ziel zeer veel inspanning…. Haar pogingen om haar huis te redden zijn volkomen gelukt, de stulp van de oude vrouw is bewaard gebleven, maar doodmoe, afgemat en verkleumd van de koude vond men de grijze heldin de volgende dag terug, nog wakende over haar eigendom”
52
3. Interview Jaap en Jan Tazelaar over de overstroming van 1953. Het boek Kroniek van een verdronken dorp is zes weken na de ramp geschreven. Het boek gaat over het dorp Stavenisse en is gebaseerd op honderden verhalen, die van mond tot mond gingen. Een van de verhalen gaat over Jaap Tazelaar. Jaap was zaterdagavond met zijn vrouw op verjaardagsvisite. Om half twaalf vindt Jaap het welletjes en hij gaat met zijn vrouw naar huis. Het valt niet mee op straat, want er staat een fikse storm, maar gelukkig is de weg niet lang. Beiden gaan gewoon naar bed en als de torenklok twaalf uur slaat is Jaap al in rust. Hoe lang hij geslapen heeft weet hij niet, maar plots is daar een angstig geluid. Nee, het kan de storm niet zijn. Het rijst en daalt, en het houdt maar aan. (….) het moet van de sirene zijn. “Als er nou brand is” zegt Jaap nog, “dan redden ze het nooit”. Inderhaast schiet hij wat kleren aan en in geen tijd is hij langs het steile trapje beneden in zijn zaak. Nergens ziet hij een rode gloed, maar er dringen wel geruchten van de straat tot hem door. “Het water,” is wat hij hoort, “het water komt”. De afstand naar de haven is niet groot. Hij worstelt tegen de noordwester in. Daar komt het water al, dat hem over zijn voeten spoelt (….) Hij gaat naar huis, waar zijn vrouw de gouden sieraden in een koffer stopt, en de familie trekt zich met wat levensmiddelen terug op zolder. Het water komt er dan heel snel aan, en hij ziet kans veel mensen naar binnen te krijgen en mee te nemen naar boven. Dan breekt de kruin van de dijk van Stavenisse af. Maar wat is dat voor dof gedreun, dat van verre komt en dat het geluid van de storm overstemt? Het is alsof de aarde splijt, zo machtig is het tumult. Ramen worden ingedrukt, gevels wankelen, schuren storten in (…) Een ander verhaal gaat over Jan Tazelaar. ‘We lagen al in bed toen de sirene ging. Ik wilde naar het dorp toe, maar het stormde zo ontstellend hard, dat ging zo hard, en we lagen in bed en mijn vrouw zei: “Blijf nou alsjeblieft hier, want het gaat zo tekeer…” Nou, ik was nog kwaad van dat ik niet weg mocht, maar het licht viel ineens uit in de kamer en het was hartstikke donker. En het ging tekeer buiten, het was aan het loeien om het huis heen en we hoorden de pannen van het dak afkletteren….En op een gegeven moment, toen we in bed lagen: “Wat hoor ik toch, staat er beneden een kraan open?” En ik ging naar beneden… trok m’n pyjama aan, en ging zo met m’n pyjama naar beneden toe, want een ochtendjas had ik nog niet. En ik kwam beneden en je gelooft het niet, maar ik zag het water onder de voordeur komen. Het kwam onder de voordeur naar binnen spoelen. Ik ging de kamer binnen en zag het water op hetzelfde moment. Dat is heel gek geweest. In één klap zag ik het water tegen de ramen opgolven, alsof ik in een aquarium stond. We hadden allemaal kleine raampjes met latjes ertussen dus. En de maan scheen helder, dat was ook zoiets geks. En ineens barstten de ramen kapot en het water stormde naar binnen toe. Gelukkig sloeg de deur naar boven niet dicht.(….) Ik kwam in de gang terecht tegen de trap aan. Ik had nog van de kast een klein olielampje kunnen pakken en toen heb ik met één arm nog wat jassen mee naar boven genomen en ben naar boven gevlogen. Mijn vrouw lag nog lekker in bed, als ze éénmaal slaapt dan slaapt ze. Ik zeg: “Kom eruit! Kom eruit! Want er is iets vreselijks: het water! Het stroomt het huis binnen en…” Ja, ik wist eigenlijk niet wat er aan de hand was. En zij zei: “Maak je nou niet druk, het gaat wel weer over”. Je zag het water gewoon de trap opkomen. Dat hou je niet voor mogelijk, dat water zag je gewoon omhoogkomen tegen de trap op. En dan ging je voor het raam staan. Buiten was het zo’n ontstellende kracht van het water, er dreef van alles, je wist niet wat je zag: balen stro, riet, koeien…. Ik weet het niet allemaal meer. Het was onvoorstelbaar. Onvoorstelbaar. Het water kwam al hoger en de slaapkamer was op de eerste verdieping. Maar ik kon niet hoger, daarboven was alleen de kap. En er was een heel klein vlierinkje, maar dat bestond alleen maar uit balken. Dus toen heb ik dat vlierinkje opengemaakt en op de balken heb ik de kastdeur van de linnenkast uit de slaapkamer getrokken en die heb ik daar bovenop gelegd en toen heb ik mijn vrouw en de baby en mijn dochtertje daarop gezet en nog een matras erop gegooid, en toen zijn we zo blijven zitten. En we zagen het water alsmaar hoger komen.’ Het wonder van het pannetje melk ‘En toen kwam het spannende verhaal dat ook in de kranten heeft gestaan. Het wonder op de vliering, het pannetje melk. Er was uit de keuken een pannetje melk mee komen drijven, met het water omhoog. En dat was helemaal boven aan de trap gekomen. En ik zag dat drijven, ik heb het gepakt, en we hadden een asperinebuisje, dat boven op de kast in de slaapkamer lag. Dat hebben we gepakt. Toen hebben we de melk door een zakdoek gezeefd en dat hebben we bewaard om aan de baby te geven, want de baby had geen eten natuurlijk. En m’n vrouw heeft het in de hand verwarmd, en zo hebben we dus twee dagen lang de baby eten gegeven.’
53
4. Film over de Watersnood van 1916 in Spakenburg. In januari 1916 is Aaltje Vedder hoog zwanger. Dan komt het water…. Een spannend en waar gebeurd verhaal wordt nagespeeld.
http://www.regiocanons.nl/utrecht/eemland/watersnood-/beeld--geluid/verleden-van-utrecht
5. Interview met brandweerman over dijkdoorbraak in Wilnis (2003) In 2003 brak de dijk van Wilnis door. Een deel van het dorp liep onder water. Dat had grote gevolgen. Zie het interview met de brandweerman. http://www.youtube.com/watch?v=TnyJCiAxfg0
54
Bijlage 6 OVEREENKOMST VAN BRUIKLEEN / VERHUUR Ondergetekende, uitlener / verhuurder Naam instelling: Stichting Rijksmuseum het Zuiderzeemuseum Contactpersoon: A. Tiedink (hoofd Educatie) Straat: Wierdijk 12-22 Postcode: 1600 AA Woonplaats: Enkhuizen Telefoon: 0228-351 111 Emailadres:
[email protected] Verklaart dat, gebruiker Naam instelling: Contactpersoon: Straat: Postcode: Woonplaats: Telefoon: Emailadres: De volgende goederen: ……(aantal) iPads in bruikleen heeft gekregen met de volgende registratienummers: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Uitlener en gebruiker komen overeen dat de geleverde goederen na gebruik onbeschadigd door gebruiker worden terugbezorgd. Voor deze uitleen/verhuur gelden de in bijlage 2 gestelde voorwaarden. Bijlage 1: Omschrijving goederen. Bijlage 2: Algemene bezoekersvoorwaarden Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend.
Enkhuizen
Datum ……………………………………………………..
Namens de eigenaar/verhuurder
Namens de gebruiker/huurder
……………………………………………… …………………………………………………….. (handtekening) (handtekening)
3.9 Indien schade uit welke hoofde dan ook wordt veroorzaakt door een minderjarige bezoeker, althans door leden van een groep bezoekers, dan zijn naast de betreffende bezoekers, de ouders, begeleiders en/of de organisatie die een groepsbezoek hebben of heeft geboekt jegens het Zuiderzeemuseum hoofdelijk gehouden de door de minderjarige bezoeker(s) en/of het groepslid c.q. de groepsleden veroorzaakte schade te vergoeden.
55