leer-/werkboek C. van Breugel K. Kats
Naam: Klas:
leer-/werkboek C. van Breugel K. Kats
Illustratieverantwoording Cartoons en strips: Hans Bremmers, Maastricht Technisch tekenwerk: Lansys, Groningen Vormgeving: Sittrop Grafische Realisatie, Oosterhout (gem. Nijmegen) Opmaak: PrePressMediaPartners, Wolvega Foto’s en afbeeldingen: Omslag: Martin Hogeboom, Epe Module-openingen: Martin Hogeboom www.admc.hct.ac.ae p. 37 - ANP, Rijswijk: Science Photo Library: Andrew Syred p. 11 Dr Jeremy Burgess p. 13 - Corbis, Amsterdam: Archivo Iconografico, S.A. p. 18 Bettmann p. 59 - www.digitalpersona.com p. 64 - ForNext, Houten/Ermelo: p. 10, 12, 17, 49, 57 - Hollandse Hoogte, Amsterdam: Patrick Post p. 55 - Sake Rijpkema p. 58 Sake Elzinga p. 60 - Michael Lange/Agentur Fo p. 61 boven - KLM p. 61 onder - http://myoldmac.net/FAQ/firstComputerBug.htm p. 7 - www.reischl.com p. 9 Spaarnestad Fotoarchief, Haarlem p. 69 - Henk Visscher p. 62 - www.wikipedia.com p. 43. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor: Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs. Voor meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978-90-06-26101-1 Eerste druk, eerste oplage © ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
Voorwoord
Toen wij zo oud waren als jij, hadden we nog nooit een computer gezien! Niemand had thuis een computer. Er is heel erg veel veranderd. Bijna elke dag werk jij wel met de computer. Schrijven, mailen, chatten, internetten; jij vindt alles heel normaal. Toch zijn er nog veel dingen die je waarschijnlijk niet weet. Weet jij bijvoorbeeld wat een terabyte is, of een pda, of virtual reality? Je leert het allemaal in Babbage 6. Alles wat je moet weten en kunnen op het gebied van ICT, ga je in deze methode leren. Dit boek bestaat uit 7 modulen. Door te werken met Babbage op de computer, de teksten te lezen en de cursussen uit het cursusboek te volgen, werk je de modulen door. Bij elke module hoort een examen. Als je ze allemaal goed hebt gedaan, heb je het Digitaal Rijbewijs voor Leerlingen (DRL) verdiend. Bij sommige opdrachten in dit boek staat een sterretje *. Vraag aan je leerkracht of jij die moet maken. De leerlingen van onze eigen scholen, het Witsiuscollege in Barneveld en het Driestarcollege in Gouda, zijn al jaren onze ‘proefkonijnen’. Zonder hen zou Babbage niet bestaan. Ze hebben ons het schrijven van lesmateriaal geleerd. We danken hen daarvoor hartelijk. We hopen dat jij veel plezier beleeft bij het werken met Babbage. Succes! Houten/Ermelo, voorjaar 2008 C. van Breugel, K. Kats
Inhoudsopgave 1
2
3
4
Module 1
Hardware
Leesblok 1 Leesblok 2 Leesblok 3 Leesblok 4 Leesblok 5 Leesblok 6 * Leesblok 7 Samenvatting
Hardware en software Bestanden en bytes Harddisk en USB-stick Diskette, CD en DVD Razendsnel Een USB-poort Wie was Babbage?
7 8 9 10 11 12 13 14
Module 2
Word
16
Leesblok 1 Leesblok 2 Leesblok 3 Leesblok 4 Leesblok 5 Samenvatting
Schrijven vroeger en nu Voordelen Handige toetsen Lay-out Veel gemaakte fouten
17 19 20 21 24 26
Module 3
Windows
28
Leesblok 1 Leesblok 2 Leesblok 3 Leesblok 4 Samenvatting
Een besturingssysteem Het bureaublad Het venster Windows Verkenner
29 30 31 32 35
Module 4
Internet
36
Leesblok 1 Leesblok 2 Leesblok 3 Leesblok 4 Leesblok 5 Leesblok 6 Leesblok 7 Leesblok 8 Samenvatting
Geschiedenis Browser, website, webpage Surfen op het www Zoektips E-mail en sms Contact! De wereld als een dorp Nog enkele termen
37 38 41 43 45 47 49 51 53
6
5
6 7
Module 5
Hardware verdiept
54
Leesblok 1 Leesblok 2 Leesblok 3 Leesblok 4 Leesblok 5 * Leesblok 6 Leesblok 7 Samenvatting
Netwerken Meer over netwerken Steeds makkelijker Computer in je hand Net echt … Gevaar! Computerkraak
55 56 58 59 61 62 64 66
Module 6
PowerPoint
68
Leesblok 1 Leesblok 2 Leesblok 3 Samenvatting
Presenteren vroeger en nu Werken met PowerPoint Een goede presentatie
69 70 72 73
Module 7
Excel
75
Leesblok 1 Leesblok 2 Leesblok 3 Leesblok 4 Samenvatting
Een spreadheet De opmaak Rekenen Grafieken
77 78 80 82 84
Trefwoorden
85
1
Hardware Instap
Iedere module van Babbage begint met een Instap. In de Instap lees je waar de module over gaat. Module 1 gaat over allerlei moeilijke woorden. Wat is hardware? Wat is een byte? Wat is een USB-stick? Je leert het allemaal in deze module. Ga verder met de computer
1
Leesblok 1 Hardware en software Een computer bestaat uit allerlei apparaten: beeldscherm, systeemkast, printer, enzovoort. Al die apparaten samen noemen we hardware. Maar aan alleen hardware heb je niets! Je moet ook programma’s hebben die de computer laten werken. Bijvoorbeeld: een tekenprogramma, een spelletje op de computer, een leerprogramma. Alle programma’s bij elkaar noem je software.
Bugs Eén van de eerste computers was een keer kapot. Er bleek een klein beestje (een mot) in de machine te zitten. Daardoor ontstond kortsluiting. Het Engelse woord voor ‘mot’ is ‘bug’. Een fout in software wordt daarom nog steeds een bug genoemd! De eerste bug in een computer is bewaard gebleven en ingeplakt!
Ga verder met de computer
1
OPDRACHT
1
Is het hardware of software? Zet een kruisje in de goede kolom. Hardware
Software
Beeldscherm Muis Babbage programma Printer Racespel Ga verder met de computer
Leesblok 2 Bestanden en bytes Bewaar je iets in de computer? Dan sla je het op als bestand. Een bestand kan van alles zijn: een foto, een brief, een muziekje, een filmpje. Als je een bestand opslaat, kost dat geheugenruimte. Eén plekje in het geheugen noem je een byte. Ongeveer 1000 byte noem je een kilobyte. Ongeveer 1000 kilobyte noem je een megabyte. Zo gaat het verder. Kijk maar naar het volgende rijtje: 1 plekje in het geheugen ongeveer 1000 byte ongeveer 1000 kilobyte ongeveer 1000 megabyte ongeveer 1000 gigabyte
= 1 byte = 1 kilobyte = 1 megabyte = 1 gigabyte = 1 terabyte
Wil je het gemakkelijk onthouden? Leer dan deze zin uit je hoofd! Bruine Kangoeroes Maken Geen Troep. De eerste letters zijn gelijk aan die van dit rijtje: Byte – Kilobyte – Megabyte – Gigabyte – Terabyte. Ga verder met de computer
OPDRACHT
1
2
a. Zet in de goede volgorde: gigabyte, kilobyte, megabyte, byte
b. Vul in: 1000 byte
=
1000 gigabyte
=
1000 megabyte
=
1000 kilobyte
=
*c. Vul in: 1000 000 byte
=
1000 000 megabyte = Ga verder met de computer
Leesblok 3 Harddisk en USB-stick Dingen die je op de computer maakt, wil je graag bewaren. Denk aan een werkstuk of een leuke tekening. Hoe kun je deze bestanden bewaren? Dat kan op allerlei manieren! USB-stick Je kunt bestanden opslaan op een USB-stick. Een USB-stick is een soort sleutelhanger. Hij past in een opening van je computer. Dat is de USB-poort. Een USB-stick wordt soms memory-stick genoemd. Harddisk De meeste bestanden worden opgeslagen op de harddisk. In bijna elke computer zit een harddisk. Een harddisk werkt heel snel. Er passen veel bestanden op.
1
Ga verder met de computer
Leesblok 4 Diskette, CD en DVD
Er zijn nog meer manieren om bestanden op te slaan. Diskette Je kunt bestanden opslaan op een diskette. Een diskette is een schijfje dat past in het diskettestation. Er kunnen niet veel bestanden op. Een diskette wordt daarom niet veel meer gebruikt. Die is een beetje ouderwets. CD en DVD Je kunt bestanden opslaan op een CD of op een DVD. Bij sommige oudere computers kan dat niet. Je hebt er een speciale brander voor nodig. Op een DVD passen meer gegevens dan op een CD. Een DVD wordt veel gebruikt voor videofilms. Let op! Als je in de winkel een CD met muziek koopt, of een DVD met een spel, dan kun je daar niets meer bij opslaan.
Ga verder met de computer OPDRACHT
3
a. Wat hoort bij elkaar? Trek de juiste lijnen.
10
Diskette
Wordt veel gebruikt voor videofilms
USB-stick
Zit soms in de computer gebouwd
Harddisk
Wordt niet veel meer gebruikt
DVD
Lijkt op een sleutelhanger
1
b. Waarop passen de meeste gegevens? Op een c. Waarop passen de minste gegevens? Op een Ga verder met de computer
Leesblok 5 Razendsnel Een computer kan razendsnel rekenen. Dat komt omdat er chips in de kast van de computer (systeemkast) zitten. Een chip is een klein metalen plaatje. Er zitten duizenden kleine draadjes in. Door die draadjes gaan kleine elektrische stroompjes. Op die manier kan een computer rekenen. De belangrijkste chip is de processor. Dat is de chip waarmee de computer ‘denkt’. Hoe sterker de Een mier met een chip. processor, hoe sneller de computer kan denken. Hoe snel de computer is, kun je zien aan een getal. Bijvoorbeeld: een processor van 5 GigaHertz is sneller dan een processor van 1 GigaHertz. Een afkorting voor GigaHertz is GHz.
11
1
GHz betekent Gigahertz. Een processor van 1 GHz maakt per seconde ongeveer 1000 000 000 berekeningen! Ga verder met de computer OPDRACHT
4
Vul in: Een
is een klein metalen plaatje.
De belangrijkste chip is de Met een processor kan de computer Een processor kan een snelheid hebben van 2
. . . Ga verder met de computer
* Leesblok 6 Een USB-poort Je hebt al geleerd wat een USB-stick is. Het is een soort kleine harddisk. Een USB-stick past in de USB-poort van je computer. De meeste computers hebben meer USB-poorten. Je kunt allerlei apparaten verbinden met de computer door een USB-poort. Denk aan een printer of een muis. Ook bij een fotocamera of videocamera zit vaak een USB-kabel. Zo kun je heel snel je foto’s en video’s in de computer laden.
Ga verder met de computer
12
1
Leesblok 7 Wie was Babbage? Dit boek heet Babbage. Waarom is het zo genoemd? Charles Babbage werd geboren in Engeland in 1792. Hij was heel erg goed in wiskunde. Dat kwam mooi uit, want voor zijn werk moest hij veel rekenen. Hij wilde dit werk graag sneller doen. Daarom bedacht Babbage een rekenmachine. Om de machine te kunnen bouwen, vroeg hij geld aan de regering. Hij was wel 20 jaar bezig om de machine af te krijgen. Het werd een ingewikkelde machine, vol met schroefjes, radertjes en stangetjes. Het bouwen ging heel moeilijk. Al die kleine onderdeeltjes moesten heel precies gemaakt worden. Dat lukte niet goed. De machine werkte daarom niet. In 1871 is Babbage gestorven. Hij heeft de machine niet afgemaakt. Zijn ideeën waren wel heel goed! Andere mensen hebben later de ideeën gebruikt. Zo ontstond de computer. Eigenlijk heeft Charles Babbage dus de computer bedacht! Hij wordt daarom ‘de vader van de computer’ genoemd.
Differentiemachine van Charles Babbage.
Ga verder met de computer
13
1
Samenvatting
14
Alle computer-apparaten bij elkaar noem je hardware. Alle programma’s bij elkaar noem je software. Een bug is een fout in de software. Iets wat je opslaat in de computer, noem je een bestand. De ruimte voor één teken heet een byte. Andere eenheden voor geheugenruimte zijn: Kilobyte – Megabyte – Gigabyte – Terabyte. Een USB-stick is een soort sleutelhanger om bestanden op te slaan. In elke computer zit een harddisk. Ook op de harddisk kun je bestanden opslaan. Een diskette is een schijfje om gegevens op te slaan. Er past niet veel op. Op een CD en een DVD passen veel gegevens. Als je een brander hebt, kun je er zelf gegevens op zetten. Via chips kan de computer ‘denken’. De processor is de chip waarin het ‘verstand’ van de computer zit. De snelheid van de processor geef je aan in Gigahertz (GHz). Via de USB-poort kun je apparaten zoals een fotocamera aansluiten op je computer. Charles Babbage heeft de ideeën van de computer uitgevonden.