C. van Breugel K. Kats
C. van Breugel K. Kats
Illustratieverantwoording Technisch tekenwerk: Lansys, Groningen Vormgeving: Sittrop Grafische Realisatie, Oosterhout (gem. Nijmegen) Opmaak: Sittrop Grafische Realisatie Cartoons: Hans Bremmers, Maastricht
Foto’s en afbeeldingen: Omslag: Hollandse Hoogte, Amsterdam Module-openingen: Martin Hogeboom, Epe www.admc.hct.ac.ae p. 75 - ANP, Rijswijk: Science Photo Library: Dr. Jeremy Burgess p. 11, Andrew Syred p. 14 - ForNext, Houten/Ermelo: p. 13, 15, 80 - Martin Hogeboom: p. 11, 12, 15, 99 - Hollandse Hoogte, Amsterdam: Sake Elzinga p.12, Thomas Schlijper p. 12, Sake Rijpkema p. 99, Michael Lange Agentur Fo p. 105(b) - KLM p.105(o) www.reischl.com p.16 - www.sxc.hu p.13 - Henk Visser p. 104
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor: Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs. Voor meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978-90-06-26114-10 Eerste druk, eerste oplage © ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
2
Voorwoord
Dertig jaar geleden had niemand een computer! Onze wereld is ondenkbaar zonder computers. Zo hard is de maatschappij veranderd. Bij een heleboel dingen is de pc onmisbaar. Ook jij kunt niet zonder ICT in je studie, in je latere beroep en in je privé-leven. Babbage ICT-coach is een cursus ICT-basisvaardigheden. Je leert omgaan met een moderne computer en moderne programma’s. Waarschijnlijk weet je al best veel van computers, tekstverwerken, spreadsheet en Internet. Daarom gaan we niet alles herhalen. Bijna elke module heeft een instaptoets. Deze toets meet welke vaardigheden en kennis jij al hebt. Daarna hoef je alleen maar de dingen te doen die je fout had bij de instaptoets. Per module krijg je een studie-advies. Daarmee kun je stukken uit het boek doorwerken. Zo word je voorbereid op het deelexamen van de module. Als je alle deelexamens hebt gehaald, heb jij het Digitaal Rijbewijs Leerlingen verdiend. Wil je later nog eens iets nakijken? Dit boek is ook prima bruikbaar als naslagwerk. Kijk maar bij de naslagpagina’s achterin! Veel succes! Houten/Ermelo, voorjaar 2008 C. van Breugel, K. Kats
3
Inhoudsopgave 1
MODULE 1 Hardware 1 BASISTERMEN 1 De naam Babbage 2 Mogelijkheden van spraakherkenning 3 Hardware en software 4 Laptop of notebook 5 Palmtop 6 USB-poort Diagnostische toets Hardware 1
10 11 11 12 12 12 13 13
CHIPS, OPSLAAN VAN BESTANDEN 7 Chip 13 8 Processor 14 9 Bestand 14
2
MODULE 2 Word ALGEMEEN 1 De belangrijkste voordelen van tekstverwerken 2 Lay-out of tekstopmaak 3 Tekstverwerkingstoetsen 4 Bijzondere tekens tikken, zoals €, ë, ó 5 Symbolen invoegen, zoals , en LAY-OUT TEKST 6 Tekst selecteren 7 Ander lettertype en andere tekengrootte kiezen 8 Tekst vetgedrukt, onderstreept en cursief maken * 9 Speciale letters maken, zoals schaduw en contour 10 Tekst kleuren 11 Achtergrond kleuren
4
10 Byte, kilobyte, megabyte, gigabyte, terabyte 11 Voordelen en nadelen van een diskette 12 Voordelen en nadelen van een harddisk 13 Voordelen en nadelen van een dvd 14 Voordelen en nadelen van een usb-stick 15 Back-up Diagnostische toets Hardware 2 Samenvatting
14 14 15 15 16 16 16 17
18
19 19 20 20 21 22 22 23 24 24 25
1 2 Markeerstift gebruiken 25 13 Tekst uitlijnen 26 14 Belangrijke tips voor de lay-out (tekstopmaak) 26 LAY-OUT PAGINA 15 Marges veranderen 27 16 Document liggend maken 28 17 Paginanummers toevoegen 28 18 Koptekst of voettekst toevoegen 29 19 Tekst in kolommen plaatsen 29 20 Rand om een pagina maken 30 21 Rand om een titel maken 31 Diagnostische toets Word 1 31 OMGAAN MET DOCUMENTEN 22 Afdrukken van (een deel van) je document 23 Hoeveel woorden telt je document?
32 33
24 Tekst inzoomen en uitzoomen 33 VAARDIGHEDEN 25 Tekst knippen en plakken 26 Tekst kopiëren 27 Spellingscontrole 28 Grammaticacontrole 29 Handelingen ongedaan maken en opnieuw uitvoeren 30 Tekst zoeken * 31 Tekst vervangen Diagnostische toets Word 2
3
34 35 35 36 36 37 37 38
MODULE 3 Windows
48
ALGEMEEN 1 Besturingssysteem 2 Bureaublad 3 Werken met de Sidebar 4 Vensters 5 Werkbalken aan- en uitzetten
49 49 50 51 53
ZAKEN INVOEGEN 32 Opsomming maken 33 Illustratie of afbeelding invoegen 34 Illustratie of afbeelding bewerken 35 Tekstvak gebruiken 36 WordArt toevoegen 37 Vormen toevoegen 38 Tabel maken en bewerken * 39 Een thema gebruiken *40 Een mooi voorblad maken Diagnostische toets Word 3
1 7 Bestanden verwijderen 18 Bestanden terugzetten uit Prullenbak 19 Bestanden sorteren 20 Bestanden filteren 21 Bestanden zoeken * 22 Bestanden inpakken * 23 Bestanden uitpakken
BUREAU-ACCESSOIRES 6 Bestanden openen 54 7 Bestanden opslaan onder een MAPPEN andere naam 55 24 Map maken 8 Wisselen tussen programma’s 56 *2 5 Map kopiëren 9 Kopiëren naar andere 26 Naam van een map wijzigen programma’s 57 * 27 Map verwijderen 10 Werken met Paint 58 Diagnostische toets Windows 2 11 Werken met de Rekenmachine 58 12 Werken met het Knipprogramma 59 Diagnostische toets Windows 1 60 BESTANDEN 13 Weergave van bestanden aanpassen 14 Bestanden herkennen 15 Bestanden kopiëren 16 Naam wijzigen van bestanden
38 39 40 41 43 43 45 45 46 47
64 65 66 66 00 00 00 69 69 70 70 71
61 62 63 64
5
4
MODULE 4 Internet
74
TERMEN 1 Het ontstaan van Internet 75 2 Provider 75 3 Browser 76 4 Website (of site) 76 5 Webpage en homepage 76 6 Hyperlink 77 7 Surfen op Internet 77 8 Zoekmachine en hits 78 9 Voordelen en nadelen van e-mail 78 10 Chatten op Internet 79 11 Werken met emoticons 79 12 Downloaden 79 * 13 Freeware en shareware 80 14 Webcam 80 15 Weblog (of blog) 80 16 Filter 81 17 Netiquette op Internet 81 18 Gevaren op Internet 81 19 Waar of niet waar? 82 * 20 De auteurswet 82 Samenvatting 83 Diagnostische toets Internet 1 84 GEBRUIK VAN INTERNET EXPLORER * 21 Meer ruimte op het scherm maken 84 * 22 Tekengrootte aanpassen 84 23 Knoppen van de browser gebruiken 85 * 24 Startpagina instellen 85 25 Adres toevoegen aan favorieten 86 *26 Map toevoegen aan favorieten 86 * 27 Geschiedenis van je surftochten bekijken 87 * 28 Werken met tabbladen 87 Diagnostische toets Internet 2 88
6
INFORMATIE VAN INTERNET HALEN 29 Tekst en afbeelding van een website kopiëren 88 30 Afbeelding van een website opslaan 89 31 Bestand downloaden 89 32 Informatie zoeken op Internet (tekst en afbeeldingen) 90 33 Dubbele zoekwoorden gebruiken 91 34 Internet als studiehulp 92 Diagnostische toets Internet 3 92 MAIL MET OUTLOOK 35 Adresboek maken 36 Groep maken 37 E-mail verzenden 38 E-mail met een bestand erbij verzenden 39 Belangrijke e-mail verzenden 40 E-mail verwerken 41 E-mail bewaren in een map 42 E-mail verwijderen Diagnostische toets Internet 4
93 93 94 95 95 95 96 97 97
5
MODULE 5 Hardware 2
98
APPARATUUR EN BEVEILIGING 10 Voordelen en nadelen van een 1 Aanraakscherm 99 netwerk 102 2 Scanner 99 11 Inloggen en rechten van een 3 Digitale camera 100 netwerk 103 4 Modem 100 5 Webcam 100 ALLERLEI 6 Hacken 101 12 RSI voorkomen 103 7 Virus in de computer 101 * 13 Een bug 104 Diagnostische toets Hardware 1 101 * 1 4 Virtual reality 104 * 15 Simulator 105 NETWERKEN Diagnostische toets Hardware 3 106 8 Netwerk 102 Samenvatting 107 9 Stand alone, server en werkstation 102
6
MODULE 6 PowerPoint
108
TERMEN 1 Dia en titeldia 2 Hand-out
109 109
PRESENTATIE MAKEN 3 Starten met een nieuwe presentatie 4 Weergaven van een presentatie 5 Dia toevoegen 6 Dia verwijderen 7 Dia kopiëren 8 Dia verplaatsen 9 Notities bij een presentatie maken 10 Afdruk van je presentatie maken Diagnostische toets PowerPoint 1
109 110 111 111 112 112 113 113 114
LAY-OUT EN ANIMATIE 11 Ontwerp kiezen 12 Kleuren en lettertypes aanpassen * 13 Opvuleffect gebruiken 14 Dia-overgang maken 15 Animatie maken 16 Regels voor een goede presentatie Diagnostische toets PowerPoint 2 ZAKEN TOEVOEGEN 17 Illustratie of afbeelding toevoegen en bewerken 18 Tekstvak toevoegen 19 WordArt toevoegen 20 Tabel toevoegen 21 Geluidsfragment toevoegen 22 Film toevoegen
114 115 115 116 117 118 119
119 121 122 122 123 124
7
HANDIGHEIDJES 23 Afbeelding comprimeren 24 Tekenen in een presentatie 25 Tijdsinstellingen maken 26 Presentatie eindeloos laten doorlopen * 27 Een cd als achtergrondmuziek gebruiken
7
125 * 28 Presentatie opslaan als 125 website 126 * 29 Sjabloon gebruiken Diagnostische toets 127 PowerPoint 3
132
ALGEMEEN 1 Cellen, kolommen en rijen 2 Rekenen met formules
17 Werkblad liggend afdrukken 133 * 18 Afdrukken op één pagina 134 Diagnostische toets Excel 2
VAARDIGHEDEN 3 Tekst en getallen invoeren 134 4 Afmetingen van een kolom of rij aanpassen 135 5 Meerdere werkbladen gebruiken 136 6 Cellen automatisch vullen 137 7 Cellen kopiëren 138 8 Cellen verplaatsen 138 9 Inhoud van een cel wissen 139 Diagnostische toets Excel 1 140
AFDRUKKEN 16 Werkblad afdrukken
8
130
128
MODULE 7 Excel
OPMAAK VAN CELLEN 10 Cellen een andere opmaak geven 11 Cellen uitlijnen 12 Aantal cijfers achter de komma aanpassen 13 Euro-teken voor bedragen toevoegen 14 Randen om cellen maken * 15 Cellen vastzetten
129 129
* FORMULES 19 Berekeningen maken 147 * 20 Snel een reeks cellen optellen (begrip functie) 148 * 21 Gemiddelde van een reeks cellen bepalen (begrip functie) 149 * 22 Maximum en het minimum van een reeks cellen bepalen 149 23 Huidige datum in de cel zetten 150
GRAFIEKEN 24 Grafiek van een reeks cellen 140 maken 141 * 25 Opmaak van een grafiek aanpassen 142 26 Grafiek afdrukken Diagnostische toets Excel 3 142 143 143 144
145 145 146
151 152 153 155
EXTRA CURSUS SharePoint Moviemaker
157 177
NASLAGPAGINA’S Word Windows Internet PowerPoint Excel
192 198 204 207 212
9
1
Hardware 1 Instap
De computer bestaat nog niet zo heel lang! Pas vanaf 1980 hebben mensen een computer in huis. Hij is nu niet meer weg te denken! Overal zie je computers. Je moet er dan ook goed mee om kunnen gaan. Deze module kijkt wat jij van computers weet. De dingen die je nog niet weet, worden daarna behandeld. Veel succes bij de eerste module.
10
1
1
De naam Babbage
Charles Babbage werd geboren in 1792 in Engeland. Op school is Charles goed in wiskunde. Hij gaat werk doen waarbij hij veel moet rekenen. Dan bedenkt hij een slimme manier om steeds dezelfde berekeningen te maken. Volgens hem moet dat kunnen met een machine. Babbage vraagt geld aan de regering. Met dat geld ontwerpt hij een ingewikkeld apparaat, vol met asjes en tandwieltjes. Het is een schitterende machine, maar … hij werkt niet! Sommige onderdeeltjes kunnen niet nauwkeurig genoeg gemaakt worden.
Babbage
In 1871 sterft Babbage, zonder dat de machine ooit gewerkt heeft. De ideeën van Charles Babbage zijn wél heel goed! Hij heeft de computer bedacht. Daarom wordt hij de ‘vader van de computer’ genoemd. Nu begrijp je hoe dit boek aan zijn naam komt. differentiemachine van Babbage
2
Mogelijkheden van spraakherkenning
Als je iets aan de computer wilt vertellen, gebruik je je toetsenbord. Maar het kan ook op een andere manier. Je kunt via een microfoon tegen de computer praten! De computer begrijpt wat je zegt. Je hoeft niets meer in te typen. Als je een brief voorleest, komt die vanzelf Als je spraakherkenning op je computer hebt, begrijpt op het scherm. Dit noemen de computer wat je zegt. we spraakherkenning. Sommige mensen werken al met spraakherkenning. Maar de computer maakt nog wel fouten. Daarom is er nog steeds een toetsenbord nodig. Daarmee kun je de fouten verbeteren.
11
1
3
Hardware en software
Een computer bestaat uit allerlei apparaten: beeldscherm, systeemkast, muis, printer, modem, en nog véél meer. Al die apparaten bij elkaar noemen we hardware. Maar aan die apparaten heb je helemaal niets! Je moet ook programma’s hebben die de computer laten werken. Bijvoorbeeld: een spelletjesprogramma, een tekenprogramma, Zonder software doet je een lesprogramma. Alle programma’s bij elkaar computer niets. noemen we software.
4
Laptop of notebook
Een laptop kun je makkelijk meenemen.
5
De eerste computers waren heel groot. Voor één computer zou je een heel klaslokaal nodig hebben. Tegenwoordig zijn computers veel kleiner. Toch is een gewone computer nog zwaar. Je kunt hem niet even meenemen. Daarom zijn er veel draagbare computers uitgevonden. Die kun je makkelijk dragen in een tas. We noemen zo’n draagbare computer een laptop of een notebook.
Palmtop
Een notebook is een draagbare computer. Toch is hij nog best wel groot. Een palmtop is nóg kleiner. Je kunt hem in één hand houden. Veel mensen gebruiken hem als agenda of als een klein schrijfblok. Er kan nog véél meer mee. Zo kun je heel makkelijk bestanden van je palmtop Een palmtop kan worden gebruikt als overladen op een gewone computer. Andere namen voor een palmtop zijn: agenda, schrijfblok en nog véél meer. pda, organiser of handheld computer.
12
1
6* USB-poort
Je weet vast wel wat een USB-stick is. Het is een soort kleine harddisk. Een USB-stick past in de USB-poort van je computer. De meeste computers hebben meerdere USB-poorten. Je kunt allerlei apparaten verbinden met je computer door de USB-poort. Denk aan een printer of een muis. Ook bij een fotocamera of videocamera zit vaak een USB-kabel. Zo kun je heel snel je foto’s en video’s in de computer laden. DIAGNOSTISCHE TOETS HARDWARE
1
1 Hoe wordt Charles Babbage wel eens genoemd? 2 Hoe heet het als de computer reageert op jouw stem? 3 Leg uit wat spraakherkenning is. 4 Geef aan of het hardware of software is: a. Raceprogramma b. Muis c. Systeemkast d. Tekenprogramma 5 Geef een andere naam voor een gewone draagbare computer. 6 Geef twee namen voor een heel kleine computer die in je hand past. 7 (*) Noem twee dingen die je kunt doen met een USB-poort.
7
Chip
In de computer zitten kleine metalen plaatjes. Dat zijn chips. In een chip zitten duizenden kleine stroomdraadjes. Door die draadjes gaan elektrische stroompjes. Daardoor kan de chip dingen onthouden of uitrekenen. Om een chip te beschermen tegen roesten, zit hij in een kunststof blokje. Kijk maar naar de foto.
13
1
8
Processor
Een mier met een chip
9
De belangrijkste chip is de processor. Dit is het verstand van de computer. Met de processor kan de computer heel snel rekenen. Een bekende processor is bijvoorbeeld de Pentium. De processor is het duurste onderdeel van een computer. De snelheid van een processor wordt aangegeven in Gigahertz. De afkorting van Gigahertz is Ghz.
Bestand
Bewaar je iets in de computer? Dan sla je het op als bestand. Een bestand kan van alles zijn: een foto, een brief, een muziekje, een filmpje. Als je het bestand opslaat, kost dat geheugenruimte. Hoe meer bestanden er op de harddisk zitten, hoe voller de harddisk wordt.
10
Byte, kilobyte, megabyte, gigabyte, terabyte
Een computer kan dingen onthouden. Dat gebeurt in het geheugen. Het geheugen lijkt op een ontzettend grote kast met allemaal kleine vakjes. In elk vakje past een letter. Een vakje waar een letter in past, noemen we een byte. Ongeveer 1000 bytes noemen een kilobyte. Ongeveer 1000 kilobytes noemen we een megabyte. Ongeveer 1000 megabytes noemen we een gigabyte. Ongeveer 1000 gigabytes noemen we een terabyte. Wil je het gemakkelijk onthouden? Leer dan deze zin uit je hoofd: Bruine Kangoeroes Maken Geen Troep. De eerste letters zijn gelijk aan die van dit rijtje: Byte – Kilobyte – Megabyte – Gigabyte - Terabyte
11
Voordelen en nadelen van een diskette
Vroeger zat in elke computer een diskettestation. Daarin kon je een diskette stoppen. Op een diskette kun je dingen bewaren, bijvoorbeeld een foto of een brief.
14
Tegenwoordig hebben niet veel computers een diskettestation. Het is een beetje ouderwets geworden.
Wat zijn de voordelen van een diskette? Hij kost bijna niets. Je kunt de diskette ook weer leeg maken. Je kunt er iets op zetten en de diskette aan iemand anders geven.
1
Wat zijn de nadelen van een diskette? Er passen niet veel gegevens op een diskette (bijna 1,5 megabyte) Niet elke computer heeft een diskettestation.
12
Voordelen en nadelen van een harddisk
Een harddisk zit in je systeemkast. Je kunt er heel veel bestanden op bewaren. Wat zijn de voordelen van een harddisk? Er passen heel veel gegevens op. Hij werkt heel snel. Wat is het nadeel van een harddisk? De harddisk zit meestal vast in je systeemkast. Je kunt hem niet aan iemand anders geven. Als je dus een werkstuk aan een klasgenoot wilt geven, kan dat niet met de harddisk. Je kunt wel een losse harddisk kopen. Die kun je via de USB-poort aan je computer koppelen.
13
Voordelen en nadelen van een dvd Een dvd past in de dvd-speler van je computer. Er passen heel veel gegevens op. Je kunt bijvoorbeeld een hele video bewaren op een dvd! Een dvd die je koopt kun je niet leegmaken om er iets anders op te zetten. Als je gegevens op een lege dvd wilt zetten, heb je een brander nodig. Tegenwoordig hebben veel computers zo’n brander. Wat oudere computers hebben soms een cdspeler. Daarin kun je wel een cd stoppen, maar geen dvd. Op een cd passen veel minder gegevens.
15
1
14
Voordelen en nadelen van een USB-stick
Een handige uitvinding is de USB-stick. Het wordt ook wel een memorystick genoemd. Het is een soort sleutelhanger, die je aan kunt sluiten op je computer. Hij past in een USB-poort. Voordelen: Op een USB-stick passen heel veel gegevens. Net zo veel als op duizenden diskettes! Een USB-stick is erg praktisch! Je steekt hem in je broekzak en neemt zo heel gemakkelijk een heleboel gegevens mee. Het nadeel van een USB-stick is dat hij niet echt goedkoop is. Je wilt daarom een USB-stick graag terughebben als je er één aan iemand uitleent.
15
Een USB-stick is superhandig! Je neemt een heleboel gegevens mee in je broekzak!
Back-up
Het is natuurlijk belangrijk je gegevens goed te bewaren! Stel je voor dat je veel geld op de bank hebt. Op een dag krijg je een brief van de bank, waarin staat dat de computer defect is. Nu weten ze niet meer hoeveel geld jij op je bankrekening hebt. Jammer … maar helaas! Dat kan natuurlijk niet. Daarom maken banken, bedrijven, scholen enzovoort regelmatig een back-up. Dat is een reservekopie van belangrijke gegevens. Wordt de computer gestolen of gaat hij kapot? Geen probleem, dan wordt de back-up uit de kast gehaald. DIAGNOSTISCHE TOETS HARDWARE
2
1 Welk onderdeel is het ‘verstand’ van de computer? 2 Waarom zou een processor heel duur zijn? 3 Geef drie verschillende voorbeelden van een bestand. 4 Zet in de juiste volgorde: Megabyte, Byte, Gigabyte, Kilobyte. 5 Op welk extern geheugen sla je de volgende dingen op? a Een video. b Een werkstuk waar je morgen verder aan wilt werken. c Een werkstuk waar je morgen verder aan wilt werken. 6 Noem een nadeel van een diskette. 7 Noem een nadeel van een harddisk. 8 Noem een nadeel van een USB-stick. 9 Leg uit wat een back-up is.
16
Samenvatting
1
Charles Babbage heeft de ideeën van de computer bedacht. Bij spraakherkenning kun je dingen tegen de computer zeggen via een microfoon. De computer begrijpt jouw stem. Hardware bestaat uit alle apparaten van de computer. Software bestaat uit alle programma’s in de computer. Een laptop of notebook is een draagbare computer. Een palmtop is een heel kleine computer die je in één hand kunt houden. Een USB-poort is een opening in je computer waar je een USB-stick of een USB-kabel in kunt stoppen. Een chip is een metalen plaatje met miljoen dunne stroomdraadjes. Via een chip kan de computer dingen onthouden of uitrekenen. Een processor is een speciale chip die heel snel kan rekenen. Een bestand is iets wat je bewaart in de computer, bijvoorbeeld een foto of een tekst. Een vakje in het geheugen waarin één letter past, heet een byte. Een kilobyte is ongeveer 1000 bytes. Een megabyte is ongeveer 1000 kilobytes. Een gigabyte is ongeveer 1000 megabytes. Een terabyte is ongeveer 1000 gigabytes. Op een diskette kun je bestanden bewaren. Een diskette is een beetje ouderwets. Op een harddisk kun je ook bestanden bewaren. Hij zit meestal vast in je systeemkast. Een dvd is een schijf waarop je bestanden kunt bewaren. Er past een hele video op. Een USB-stick is een soort sleutelhanger waar je bestanden op kunt bewaren. Hij past in een USB-poort van een computer. Een back-up is een reservekopie van je gegevens.
17