MUZISCH-CREATIEF Muzisch-creatief bezig zijn, is Handelingsgericht Werken!
Intuïtief was het al duidelijk. Wetenschappelijk bracht de UNESCO de bevestiging: taal, muziek, beweging en beeld zijn heel belangrijk voor de ontwikkeling van een kind of jongere. 75 % van de bevraagde landen gaf aan dat ‘muzisch-creatieve vorming’ de leerresultaten van de kinderen en jongeren aanzienlijk verbeterde. Door muzisch-creatieve vorming kijken kinderen, jongeren en ouders positiever tegen de school en leren aan. Hierdoor verbetert ook het welbevinden van het kind en de jongere. Het verhoogt tevens de samenwerking, het respect, het verantwoordelijkheidsgevoel, de tolerantie en de appreciatie in een klas. De aandacht voor muzische vorming blijkt ook voor leraren grote voordelen op te leveren. Het moedigt hen aan om meer innoverende, vernieuwende pedagogische processen in de les in te bouwen én het verhoogt hun welbevinden op school en de waardering voor hun eigen werk. In haar boek The Wow factor formuleert professor Ann Bamford op basis van haar wereldwijde UNESCO-onderzoek alvast enkele punten waaraan goede muzisch-creatieve vorming moet voldoen. Vooral aan inclusie lezen we: het is belangrijk om activiteiten te organiseren voor alle kinderen, voor alle jongeren. Geen musical, waarvoor eerst een auditie nodig is om de leerlingen die het best zingen, het vlotst bewegen en zich het best thuis voelen op een podium uit te kiezen. Wel een activiteit die samen met de klas tot stand komt, aansluit bij de leefwereld van de leerlingen en waar de hele klas met plezier aan mee kan doen. Geen sportmanifestatie opzetten waarop enkel het breken van nieuwe records de maatstaf is, maar waarin iedereen zijn/haar grenzen kan verleggen. Geen tentoonstelling organiseren van het zogenaamde ‘beste werk’ van de leerlingen, maar van het diverse werk van iedereen. Het onderzoek pleit ook voor een langetermijnwerking en evaluatie van de activiteiten. Degelijke cultuur- en bewegingseducatie kan dus bij uitstek een hefboom zijn voor gelijke kansen in onze diverse maatschappij. De klemtoon op Zorg en Handelingsgericht Werken zit sowieso vervat in het opzet van en de leerplannen bij de muzisch-creatieve vakken. Muzisch-creatief bezig zijn, is per definitie Handelingsgericht Werken. In de mindmap bij Muzisch-creatief en Handelingsgericht Werken is onmiddellijk duidelijk hoe sterk onze vakken aanleunen bij de principes én de richtlijnen van de Universal Design for Learning. Muzisch-creatief zweert al langer dan vandaag bij een brede waaier van het informatieaanbod, is de koploper bij uitstek voor actie en expressie en verhoogt aanzienlijk de betrokkenheid van de leerlingen bij het schoolgebeuren. De contexten waarin onze vakken zich bewegen, spreken boekdelen. Onze open en halfopen leerplannen vormen geen keurslijf en nodigen uit tot keuze, tot creativiteit, tot beschouwen van diversiteit, tout court tot écht handelingsgericht werken. Geen plaats bij ons voor het ‘cognitieve geweld’: alle leerlingen krijgen dezelfde kansen om te kunnen uitblinken in creativiteit, in ontwerpen, in zingen, schilderen, sporten, koken, dansen of bewegen.
Bovendien verloopt de evaluatie bij ons sinds jaar en dag anders en leggen we hierdoor andere facetten van de leerling bloot. De mindmaps geven ons de kans om even te reflecteren over ons doen en laten. Het mag niet volstaan onszelf te koesteren bij de idee dat onze vakken goed aanleunen bij de principes en richtlijnen van Handelingsgericht Werken. Het is zoals met de slogan van een grootwarenhuis: ‘We moeten onze leerlingen verdienen, elke dag’. We wensen jullie dan ook van harte veel arbeidsvreugde in het verder zinvol omgaan met Handelingsgericht Werken binnen muzisch-creatief! Patrick Ameye, Els Bilcke, Ann Casier, Pascale Muylaert, Isabelle Tack en Johan Vankeersbilck
ESTHETICA Dit schooljaar leggen we de focus op het Handelingsgericht Werken (HGW) binnen esthetica. Handelingsgericht werken is een systematische manier van werken, waarbij het onderwijsaanbod wordt afgestemd op de behoeften van iedere leerling. Wat heeft een leerling nodig om een bepaald doel te kunnen bereiken? Hoe kunnen we een en ander faciliteren? HGW en zorg krijgen dit schooljaar overigens prioritaire aandacht, zowel beleidsmatig op school als geïntegreerd binnen de vakken. Daarnaast breken we opnieuw een lans voor een concreet voorbeeld van ‘good practice’ in de klas, meer bepaald het werken met schetsboeken in de estheticales. Op de Dag van esthetica (dinsdag 10 december 2013) is het Oranje boven! We zijn verheugd dat de Groningse professor en kunst- en cultuurgoeroe Barend van Heusden ons wil onderhouden over cultuur in de spiegel. Daarna is het zijn landgenoot Harry Havekes die een lans breekt voor Actief Kunsthistorisch denken, om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van niet weinig leraren esthetica die vrezen dat de cultuurhistorische component wat verloren dreigt te gaan in ons aanbod. In de namiddag zijn er naar goede gewoonte weer twee concrete workshops: een rond wat met actieve werkvormen gedaan kan worden met Google SketchUp (architectuur) en een rond fotografische herinterpretaties van beeldmateriaal.
1
Handelingsgericht Werken vanuit esthetica
Het vak esthetica komt enkel aan bod in de 3de graad van het algemeen secundair onderwijs. Dit is m.a.w. een heel kleine niche. Niettemin is er vanuit de specifieke kenmerken en de eigenheid van het vak ontegensprekelijk een band met Handelingsgericht Werken en nog concreter met de principes en de richtlijnen van de Universal Design for Learning. We hebben in de algemene intro op muzisch-creatief al een zicht gekregen op de mindmap UDL binnen muzisch-creatief. Hieronder sommen we heel concreet op wat vanuit esthetica mogelijk is 1
Het open leerplan esthetica biedt letterlijk de openheid om binnen de afbakening van leerinhouden vrij om te gaan met leerstof en in te spelen op de ervaringswereld van de leerlingen.
2
Een evenwichtige spreiding van alle kunsttakken (schilder- en beeldhouwkunst, muziek, architectuur, dans, design, fotografie, videoart, ICT-art, film, e.a.) biedt de garantie dat alle interessesferen en competenties van de leerlingen bereikt worden.
3
Focus op procesbegeleiding: de ontwikkeling van vaardigheden en attitudes op langere termijn. Hoe evolueert de kijk- en luisterhouding van de leerling in de loop van het schooljaar?
4
Nadruk op variatie in de voorbeelden om inhouden te illustreren.
5
Vakoverschrijdende aanpak. Samenwerking met andere vakken van de 3de graad.
6
Graadoverstijgende aanpak. Samenwerking met de muzischcreatieve vakken van de 1ste en 2de graad (plastische en muzikale opvoeding).
7
Het communicatieschema, aanbevolen bij invalshoek I, kan didactisch inspirerend zijn: via het communicatieschema of een item ervan kan het werk van een kunstenaar verkend worden (en niet omgekeerd!). De weg van de zender: de beeldhouwer, de choreograaf, de
componist, de schilder, de regisseur … Naar boodschap: het kunstwerk zelf en zijn betekenis … Eventueel over de uitvoerder: de muzikant, de acteur, de danser … In een bepaalde code: bouwstenen, componenten en hun verhoudingen, technologische ontwikkelingen of stijlkenmerken … Via een kanaal of medium: via een schilderij, muziek, kunstboek, cd, film, tv, website … Naar de ontvanger: wij (de luisteraar, de kijker, de lezer …).
8
Werken met goed gekozen (exemplarische) onderwerpen binnen één lestijd. ‘Non multa, sed multum’ (Plinius de Jongere, Epistola).
9
Zorg voor afwisseling in de doelstelling van werkvormen en het vermijden van theoretische lessen.
10
Het op een actieve wijze betrekken van leerlingen in de les, zodat er een levendige interactie ontstaat.
11
Het leerproces gebeurt altijd aan de hand van visuele en auditieve beelden. Illustratie- en luistervoorbeelden – beiden van kwaliteitsniveau – zijn onontbeerlijk! De leerlingen worden methodes aangereikt om beeld en muziek te leren ontleden, evenwel op hun niveau.
12
Verantwoorde en zinvolle toetsen zijn alleen maar mogelijk met kijk- en luisteroefeningen. Een toets met uitsluitend cognitieve vraagstelling, zonder beeld- of klankmateriaal, gaat voorbij aan de doelstellingen van het leerplan en wordt kost wat kost vermeden. In feite leent permanente evaluatie zich schitterend tot de evaluatie van ons vak.
13
Het gebruik kunstdossier.
14
Het valoriseren van product- én procesevaluatie.
15
Uitgaan van de leerplandoelstellingen die bereikt willen worden en afhankelijk hiervan de gepaste leerinhoud kiezen. Selecteren en exemplarisch werken is dan ook zonder meer noodzakelijk. Op één lestijd per week kan onmogelijk ‘alles’ behandeld worden.
van
nieuwe
evaluatievormen
zoals
portfolio/
16
Om de leerplandoelstellingen optimaal te realiseren is een goed uitgerust vaklokaal allesbehalve een luxe en eigenlijk een noodzaak.
17
Creatie van een leeromgeving waarin plaats is voor een gevarieerd en gedifferentieerd aanbod aan werkvormen.
18
De leerling participeert op een actieve en constructieve wijze aan het leerproces.
19
Vakoverschrijdend samenwerken (horizontaal én verticaal binnen muzisch-creatief) is meer dan wenselijk in het kader van geïntegreerd werken.
20
Procesgerichte benadering is aangewezen.
21
Niet gericht op het louter kennis verwerven en reproductie.
22
De lesgever probeert van zijn les een afgerond geheel te maken, opgebouwd rond duidelijke en pedagogisch verantwoorde lesfases.
23
De leerplandoelstellingen en de leerinhouden zijn het uitgangspunt voor de opdrachten.
24
Het nastreven van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij de noodzaak om leerlingen efficiënt en effectief te leren omgaan met de veelheid aan informatie en creativiteit.
25
De leraar fungeert als coach en als vangnet. Deze is niet langer uitsluitend de overdrager van kennis, maar vooral de begeleider van het leerproces.
26
ICT is een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers het leerproces zelf in eigen handen nemen, zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal, op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen.
27
Een lesvoorbereiding, hoe beknopt en schematisch ook, is nog altijd geen overbodige luxe. Beginnende leraren of leraren nieuw in het vak doen er goed aan hun lesvoorbereidingen wat grondiger uit te schrijven.
28
Focus op probleemoplossend denken en handelen en zelfstandig werken. In de derde graad moeten de leerlingen in staat zijn zelf notities te nemen. Een keurig en overzichtelijk bordschema of een lesschema op een vooraf gedrukt blad kan een goede hulp zijn.
29
Het scheppen van een ordelijke en rustige sfeer in de klas, zodat iedereen ongestoord, intens en met genoegen naar kunst kan kijken en
naar muziek kan luisteren. 30
2
Noodzaak tot goed overleg met de collega cultuurwetenschappen in de Humane Wetenschappen. Overleg en samenwerking is hier zeker nodig. Streven om projecten rond kunst in te bedden in het bredere schoolkader.
Esthetica tot leven gewekt
Naar goede gewoonte laten we ook dit schooljaar een gedreven leraar esthetica aan het woord. Mieke Debaere geeft esthetica in 5de jaar aso, 6de jaar Humane Wetenschappen en artistieke projecten in vrije ruimte in het O.-L.V.Hemelvaartinstituut in Waregem. Sinds enige tijd laat zij haar leerlingen schetsboeken maken tijdens en na de lessen esthetica. De resultaten zijn toch wel verbluffend en de betrokkenheid van de leerlingen is navenant. Hopelijk inspireert haar passie ook andere leraren. We laten haar hieronder graag aan het woord.
Twee keer kijken. Een schilderij of een foto? Het was een reëel beeld van de hovercrafts in Noord-Korea, dat ik zag, maar het had evenveel weg van een Turner, zeker als je de foto op zijn kop hield. Onlangs zag ik op een recente tentoonstelling over het Modernisme in het Museum voor Schone Kunsten in Gent een kleur- en vormenspel dat meer dan ooit het hedendaags leven beïnvloedt. De betere modereportage kondigt dan weer een golf van kubistische inslag aan. En een bezoek aan het Louvre in Lens biedt geen beter middel tegen het huidige pessimisme in onze politiek en economische situatie. De opstelling vertelt ons hoe rijk en vooral hoe verwant culturen over tijden en landsgrenzen heen wel zijn. Het leven is onlosmakelijk verbonden met kunst en omgekeerd. Misschien meer dan ooit zelfs, in een overweldigende en voor iedereen
bereikbare beeldcultuur. Het zijn die inzichten die ik wil onderwijzen aan mijn leerlingen. Tenminste als onderwijzen zoveel inhoudt dat je de weg wijst en pijlen daartoe uitzet. 23 jaar esthetica onderwijzen, betekent als leerkracht een hele evolutie meemaken. Gaande van een chronologisch overzicht en een exhaustieve manier van lesgeven naar een heel open en thematische opvatting. Het is een illusie te denken dat je, met het luttele aantal lesuren die er voorhanden zijn, een volledige doordruk van het kunstgebeuren kunt maken. Selecteren is geboden, rekening houdend met het steeds maar evoluerende en groeiende aanbod aan kunst. Het is en blijft voor de leerkracht een proberen en experimenteren en voor de leerlingen een proeven, in de hoop dat ze zich de fijne, of bij momenten brute, brakke smaak van kunst blijven herinneren.
En toch wil ik iets meer. Misschien is het een vertwijfelde poging dat ik jongelui probeer een sleutel aan te reiken die deuren opent naar creativiteit, een eigenschap die meer dan ooit gegeerd is op een arbeidsmarkt, waar ze binnen een aantal jaar een plaatsje hopen te veroveren. Ik gooide het daarom op het idee van een ‘schetsdagboek’. Een eenvoudig zwart schrift, A4 formaat, zwarte kaft en bladzijden met de kwaliteit van een Steinbachpapier. Ook ik schafte me eenzelfde schetsboek aan. Ik zou immers, samen met hen uittesten hoe dit werkte, hoe dit precies aanvoelde. In een eerste opdracht dienden ze de zwarte kaft om te bouwen tot een collage met de vraag wat kunst voor hen betekent. Op het einde van het schooljaar zou hun mening worden herzien. Al deze kaftjes werden juweeltjes. Ik had er het volste vertrouwen in dat dit voor de rest wel vanzelf zou loslopen. Niets was minder waar. Bij een eerste tussentijdse evaluatie bleek algauw dat de beeldenrijkdom van de buitenkant herleid was tot een soort kaalslag binnenin. Het witte blad bleek voor de meesten een te grote
uitdaging. Ik zou dit beter moeten begeleiden. Hoe herleid je theorie tot een schets, tot een geheel met persoonlijke aantekeningen, aangevuld met schets en passende illustratie? Ik maakte blaadjes aan met de belangrijkste gegevens van een les, voorzien van bijpassende illustraties. En ik laste lessen in waarin het verwerken van dit materiaal werd begeleid.
Ondertussen verzamelde ik de juiste vaktijdschriften, waaruit ze mochten knippen, keuzes maken. Dit lukte moeizaam, maar toch zag ik het experiment groeien. Ik benadrukte dat ze vooral een persoonlijke keuze moesten maken uit het aangeboden materiaal. Ze hoefden niet alles op te nemen. De nadruk ligt op de ontwikkeling en uiting van een persoonlijke stijl. Kijk naar je voorkaft en probeer die sfeer te herhalen, in detail, in kleur enz. Dit zijn de tips die ik voortdurend herhaal. Na een aantal lessen zorgde ik ook voor een kleurige tijdsbalk. In één les overliepen we het grote model dat achteraan op de wand van de klas hangt. Met een systeem van velcro duidden we alle periodes aan de hand van de meest gekende meesterwerken aan. De leerlingen noteerden vlijtig en namen het model op in hun schetsboek. In de daaropvolgende lessen overliep ik het modernisme, met een knipoog naar het heden. Dit was de aanleiding om vanaf nu, in de keuze van illustraties nog meer de nadruk te leggen op de link tussen kunst en het leven. Hoe zien zij de verbanden? Ik wilde ogen en vooral de persoonlijke blik trainen. Mijn langverwachte droom, om op vrij eenvoudige manier, mits de nodige stimulans en begeleiding, uiting te geven aan zo’n complexe relatie, die kunst en het echte leven inhoudt, werd stilaan zichtbaar. Dit experiment lukte. Ik wou nog verder gaan en besloot bijvoorbeeld hen in de huid van een Picasso te laten klimmen en een plastische interpretatie toe te passen op een foto. Ze vonden het moeilijk. Maar ik deinsde niet terug en vroeg hen zelfs om het hele hoofdstuk even creatief als Picasso vorm te geven. De witte bladzijde was niet meer.
Voor wat betreft mijn laatste hoofdstukken ben ik van plan om hen niks anders te geven dan mijn woorden, beeld en tijd. De opdracht luidt als volgt: vul je blad op een interessante, persoonlijke wijze met tekst, schets, notitie. Op deze organische manier kun je als leerkracht je les altijd bijsturen en is het resultaat ronduit verrassend. Gegarandeerd wil geen enkele leerling dit schetsboek afstaan voor het archief. Een kunstdagboek kun je nog lang na je studietijd blijven aanvullen. Kunst is in dit schetsdagboek doorwrocht en doorleefd!
We wensen jullie een boeiend en creatief nieuw schooljaar toe!
Ann Casier en Johan Vankeersbilck
Dag van esthetica CURSUSCODE: D14-014 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: dinsdag 10 december 2013 van 09.00 u. tot 16.00 u. LOCATIE: DPB-centrum d’Abdij Brugge
Dag van geschiedenis (tweede en derde graad) CURSUSCODE: D14-009 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: dinsdag 15 oktober 2013 - volledige dag LOCATIE: DPB-centrum d’Abdij Brugge
Dag van geschiedenis (eerste en tweede graad) CURSUSCODE: D14-025 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: dinsdag 11 februari 2014 - volledige dag LOCATIE: DPB-centrum d’Abdij Brugge
LICHAMELIJKE OPVOEDING
Een klein meisje wandelde met haar broer door het bos. Er is wind. ‘Kijk’ zegt het kleine meisje, ‘God is in de bomen’. ‘Hoe bedoel je?’ vraagt haar broer. ‘God is in de bomen, want ze bewegen.’ ‘O’, zegt de broer aarzelend, ‘is God dan ook in het water?’ ‘Ja’, huppelt het meisje verder, ‘als er beweging in zit, zoals in de zee bijvoorbeeld.’ ‘En in de mensen? Is God ook in de mensen?’ Het meisje denkt even na … ‘Ja, ook in de mensen, maar alleen als ze bewegen.’
Leerlijnen in lichamelijke opvoeding Het uittekenen van leerlijnen bevordert de dialoog binnen de vakgroep, beoogt de verticale samenhang, reflecteert op het leerplan en de evolutie doorheen de graden. Heel wat vakgroepen lichamelijke opvoeding maakten al werk van inhoudgebonden leerlijnen. Zo’n ‘raamplan’ is essentieel en kan als uitgangspunt dienen voor het opmaken van jaarplannen. Een jaarplan geeft een overzicht van de leerplandoelen en leerinhouden van de bewegingsgebieden, realistisch gespreid over het schooljaar. Ook dit planningsdocument kan dienen om leerlijnen aan te tonen. In de doorlichtingsverslagen merken we geregeld een vraag naar leerlijnen binnen de persoonsdoelen. De pedagogische begeleiding lichamelijke opvoeding pleit voor het werken met periodeplannen. Een periodeplan is een leidraad die informeert over het thema, het bewegingsgebied en de zinvolle leertaak, de doelen (bewegingsdoelen + persoonsdoelen), de duur van de periode, de leerinhouden (mogelijk met resultaatsverplichting) van de opeenvolgende lessen, de werkvormen en de evaluatie. Alle periodeplannen samen van één graad geven een duidelijk zicht op de leerplanrealisatie. Bij het naast mekaar leggen van alle periodeplannen doorheen de verschillende jaren verkrijg je eveneens een leerlijn. Deze leerlijnen in de vorm van periodeplannen kunnen aan vervangende leraren heel goede diensten bewijzen. Zij zien in één oogopslag waarmee je bezig bent, hoever je staat in de periode en wat van de leerlingen verwacht wordt. Als leraren van vandaag kansen geven aan ‘actief leren’, andere instructievormen, andere werkvormen, andere evaluatieprocedures gebruiken, dan merken we een verschuiving van testcultuur naar begeleidingscultuur (of 'assessmentcultuur'). We blijven als een ‘goede huisvader’ voor ogen houden dat ons doel is dat na het secundair onderwijs zoveel mogelijk leerlingen ‘goesting’ blijven hebben om aan sport te doen. De huidige evaluatiecultuur is gebaseerd op het constructivistisch leermodel, waarbij leerlingen zelf nieuwe kennis en vaardigheden construeren en verbinden met al aanwezige kennis en vaardigheden. De leraar wil vooral de sterke en zwakke punten opsporen om het leerproces van de leerling te begeleiden. De evaluatie is een integraal deel van het leerproces, waardoor zowel leraar als leerling informatie krijgen over vaardigheden, kennis en attitudes. Leraar en leerling zijn samen verantwoordelijk voor het management, het plannen, het bijsturen van het leerproces, het evalueren. Omdat dit proces individueel heel verschillend verloopt, bijvoorbeeld afhankelijk van de beginsituatie en de zelf gestelde doelen, is het een belangrijke voorwaarde dat de leraar erin gelooft dat leerlingen zichzelf en anderen kunnen evalueren.
Evaluatiemomenten maken integraal deel uit van een stimulerende leeromgeving. Leerplandoelen verdienen een vertaling in meetbare kwaliteit (SMART). Beoordelingscriteria worden vastgelegd. De vertaling naar concreet observeerbaar gedrag en de link met leerinhouden en werkvormen zijn noodzakelijk. Leerlingen zijn tot veel in staat als de leeromgeving maar krachtig genoeg is. Door een onmiddellijke feedback te geven zal deze manier van evalueren ertoe bijdragen dat leerlingen gemotiveerd worden om te leren en een positief beeld van hun eigen kunnen ontwikkelen. De klemtoon ligt op de relatie tussen leren en kunnen. Kennis en vaardigheden worden 'opgebouwd'.
Typisch voor het menselijk leren is dat het beïnvloed en ondersteund wordt door emoties, motieven, overtuigingen en opvattingen die mensen hebben over zichzelf en hun eigen mogelijkheden. De manier waarop leerlingen begeleid worden bij leerprocessen speelt een grote rol in de ontwikkeling van persoonsgebonden aspecten. Het is evident dat leerlingen hun leren afstemmen op datgene waarvoor ze gewaardeerd worden. Het evalueren gebeurt best vanuit een positieve bezorgdheid. Het leren wordt positief beïnvloed door het creëren van een taakgericht klimaat, het verhogen van betrokkenheid en het stimuleren van het inzichtelijk en sociaal leren.
Een taakgerichte leeromgeving stelt niet de individuele prestatie centraal, maar wel de persoonlijke vordering van elke leerling. De leerling zelf wordt het criterium om de leervorderingen te meten. Betrokkenheid bij de leerlingen verhoogt wanneer ze zelf instaan en verantwoordelijk zijn voor hun leren en hun vorderingen, wanneer ze zelf hun doelen en leerwegen kunnen uitstippelen. Wanneer leerlingen zichzelf en anderen evalueren, dan is een actieve kennis van de leerdoelen nodig. Het inzichtelijk proces van weten wat je moet doen, hoe je dit kunt bereiken en hoever je staat betekent een stap vooruit bij het leren. Partnerevaluatie draagt rechtstreeks bij tot het ontwikkelen van interpersoonlijke en communicatievaardigheden, zoals overleggen, leren luisteren, elkaar aanmoedigen en feedback geven. Jij schopte de bal vijftig centimeter. Toen riep de meester: “O, wat ver.” Jij schopte weer Toen vijf meter ver Dankzij: “O, wat ver.” Ad Goos
Gezondheidsbeleid op school We eten ongezond, bewegen onvoldoende en roken nog te vaak. Omdat werken aan een gezond gedrag het best zo vroeg mogelijk begint, heeft ook het onderwijs hierin een belangrijke taak. Vanaf 1 september 2007 moet elke basisen secundaire school een gezondheidsbeleid uitstippelen, op maat van de leerlingen. Het thema wordt best gelinkt aan het opvoedingsproject van de school en geïntegreerd in het hele schoolgebeuren. Scholen nemen op dit moment al heel wat gezondheidsinitiatieven. Om elke school daarin verder te ondersteunen, ontwierp het VSKO een gezondheidsbrochure. De kwaliteitscirkel, die in de brochure besproken wordt, groeide uit de VOETnascholing en sluit nauw aan bij 'het beleidsvoerend vermogen van scholen'.
Een representatieve werkgroep ad hoc op het Pedagogisch Bureau van het VSKO werkte diverse ondersteunende documenten uit voor scholen die beleidsmatig met een gezondheidsbeleid wensen om te gaan. Hoe kun je als school een samenhangend gezondheidsbeleid ontwikkelen? Er worden ook tips gegeven over de wijze waarop de inspanningen van je school op het vlak van gezondheid gebundeld kunnen worden tot één geheel. Zo krijg je een overzicht van de verschillende initiatieven in je school. Wie de brochure 'Werken aan een gezondheidsbeleid op school' van het VIG gelezen heeft komt tot het besluit dat scholen al jaren heel actief zijn op dit terrein. Het Departement stuurde naar iedere school een gratis DVD ‘Gezond op school’. Er waren regionale invullingen van LOGO’s en NICE (Nutrition Informatie Center). De Stichting Vlaamse Schoolsport (www.fitteschool.be) ontwikkelde heel wat ondersteunend educatief materiaal. Met dit initiatief wil SVS de handen in elkaar slaan om het belang van beweging/sport en gezonde voeding samen aan te pakken in de school. Andere thematisch werkende gezondheidsorganisaties zorgden voor een netwerk van ondersteuning. Op basis van een analyse van hun eigen situatie kunnen scholen zo concrete streefdoelen formuleren en doelgerichte acties ondernemen. De schoolinspanningen zouden zo mee moeten bijdragen tot de realisatie van de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse Regering, zoals zij in een intentieverklaring werden vastgelegd:
het met 10 % verminderen van het aantal rokers; aandacht hebben voor schadelijk middelengebruik; de consumptie van vet- en suikerrijke dranken en voeding verminderen; een actieve bevordering van meer lichamelijke beweging; het verhogen van de vaccinatiegraad; een efficiënte voorlichting betreffende de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen; het terugdringen met 20 % van het aantal dodelijke ongevallen in de privésfeer en in het verkeer; de preventie van depressie en suïcide.
Voor de samenstelling van een werkgroep op school is het belangrijk dat deze bestaat uit gemotiveerde mensen. Het kan helemaal niet de bedoeling zijn dat de leraar lichamelijke opvoeding alleen deze taak op zich neemt. Werken aan een ‘Fitte school’ is een onderdeel van gezondheidsbeleid en hiervoor moet de leraar lichamelijke opvoeding in eerste instantie zijn verantwoordelijkheid nemen. Vanuit de huidige ruime visie op het vak speelt de leraar lichamelijke opvoeding in elk geval een sleutelrol in het welslagen van een duurzaam gezondheidsbeleid, meer bepaald met betrekking tot het aspect van fitheid, gezonde leefstijl en bewegingspromotie. Een team rond gezondheidsbeleid wordt best samengesteld op basis van engagement en met een benadering vanuit verschillende invalshoeken. Zo mag bijvoorbeeld ook de participatie van de leerlingen, maar
ook van ouders liefst niet ontbreken en kun je ook inspelen op de verschillende omgevingsfactoren en gedragsdeterminanten. Ben je als leraar lichamelijke opvoeding al betrokken bij het gezondheidsbeleid, dan kan volgende informatie in verband met voeding en roken op school interessant zijn. Het ‘start to eat’-voedingsplan biedt:
een schema van 10 weken dat aansluit bij de basisschema’s van ‘start to run’; lekkere en eenvoudige recepten voor elke dag; een praktische uitwerking van de actieve voedingsdriehoek, met combinatie van verse groenten en fruit, graanproducten en zuivel; kortom voedingsadvies op maat!
Op de site www.starttoeat.be vind je alle informatie over de schema’s, gezonde recepten, met inbegrip van boodschappenlijstjes, nuttige tips en veelgestelde vragen omtrent voeding en beweging. Sinds 1 januari 2006 is roken verboden op school. Een rookvrije school creëert een omgeving waarin niet-roken de norm is en leert leerlingen meer over de gevolgen van (mee)roken. De basis van zo'n rookvrije school is een beleid met formele afspraken over roken, educatie en aanvullende activiteiten. Sinds begin 2009 vormen VIG en de Ondersteuningscel Logo’s (OCL) VIGEZ: Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie En Ziektepreventie. Vanuit deze dienst is er vorming en ondersteuning mogelijk bij bepaalde gezondheidsthema’s, mogelijk op maat van uw school. Voor meer informatie (o.a. ‘actieve voedingsdriehoek’) surf je naar: www.vig.be. Het promoten van meer beweging op school maakt vanzelfsprekend deel uit van een efficiënt en effectief gezondheidsbeleid. De ‘Brede school met sportaanbod’ wil met dit opzet jongeren na school aan het sporten krijgen. Kinderen en jongeren moeten minimum 1 uur per dag matig tot heel intensief bewegen om gezond te zijn. Heel wat jongeren vinden echter de weg niet naar de sport. Daarom worden gemeenten, clubs en scholen, eventueel in samenwerking met SVS (FOLLO), uitgedaagd om in een lokaal overleg de ‘brede school met sportaanbod’ in hun regio uit te werken. Zij kunnen bijvoorbeeld accommodatie gebruiken die nu vaak leeg staat tussen 16.00 en 18.00 uur. Het concept staat voor een duurzame samenwerking van scholen met andere instellingen of partners voor de ontwikkeling van kinderen. Brede school met sportaanbod heeft als doelstelling de schoolgaande jeugd een naschools, laagdrempelig en pedagogisch ondersteund bewegingsaanbod aan te bieden. Bepaalde regio’s zijn succesvol in projecten als ‘sportsnack’ voor het basisonderwijs en ‘SNS’ voor het secundair onderwijs. Meer informatie vind je op www.sportnaschool.be.
Protocol schoolzwemmen In onderstaand kader vind je een schrijven van het Vlaams Instituut voor Sportbeheer (ISB) i.v.m. het vernieuwd Protocol Schoolzwemmen waaraan de pedagogische begeleiders lichamelijke opvoeding hun medewerking hebben verleend. Wij vinden het belangrijk dat je deze informatie meedeelt aan je collega’s van de vakgroep lichamelijke opvoeding en de directie zodat de opgezette samenwerking alle kansen krijgt om te slagen. We gaan er vanuit dat dit initiatief leidt tot een jaarlijkse constructieve dialoog tussen zwembadbeheerders en scholen. We hopen dat deze structurele samenwerking het zwemonderwijs ten goede komt. Wij kijken uit naar je feedback over de impact en het effect van dit initiatief. Het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (ISB) en de onderwijskoepels GO!, OVSG, POV en VSKO stellen het vernieuwd Protocol Schoolzwemmen: Inspiratiebron voor overleg en samenwerking tussen zwembaden en scholen voor. Deze leidraad, die zowel verspreid wordt naar de zwembaden als naar de scholen, is een startdocument dat de lokale partners wil inspireren en dat verder afhankelijk van de lokale context concreter vorm kan krijgen. Bij het samenstellen van deze leidraad stond de basisgedachte ‘elke leerling een kwaliteitsvolle zwemles aanbieden’ centraal. Een ander uitgangspunt was dat leerlingengroepen waarvoor de leerplandoelen zwemmen van toepassing zijn voorrang krijgen. Het Protocol Schoolzwemmen zag in 2003 het levenslicht. Naar aanleiding van signalen uit de onderwijswereld dat een aantal scholen de eindtermen zwemmen niet kon realiseren, pleegden afgevaardigden van ISB, de pedagogische begeleiding en de inspectie van basis-, buitengewoon en secundair onderwijs toen uitgebreid overleg. Dit resulteerde in het Protocol Schoolzwemmen. In 2004 werd het op basis van de ervaringen in de praktijk voor de eerste keer wat bijgeschaafd. Anno 2012 was het hoog tijd om het Protocol Schoolzwemmen weer onder de loep te nemen en te actualiseren waar nodig. Ook nu konden we weer op de gewaardeerde medewerking rekenen van een afvaardiging van zwembadbeheerders en de pedagogische begeleidingsdiensten van de verschillende onderwijskoepels. Deze samenwerking leidde tot het vernieuwde Protocol Schoolzwemmen: Inspiratiebron voor overleg en samenwerking tussen zwembaden en scholen. Je kan het Protocol Schoolzwemmen hier downloaden. Met dit initiatief hopen we de zwembaden en scholen een houvast te bieden voor de organisatie van het schoolzwemmen. Met vriendelijke groeten. Jan Bongaerts
Dany Punie
voorzitter ISB-commissie zwembaden
voorzitter ISB
Pascale Muylaert
Dag van lichamelijke opvoeding CURSUSCODE: D14-019 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: dinsdag 21 januari 2014 van 09.15 u. tot 15.00 u. LOCATIE: KH VIVES Campus Torhout
iPads in de lessen Lichamelijke Opvoeding CURSUSCODE: I14-226 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: woensdag 12 februari 2014 van 14.00 u. tot 16.30 u. LOCATIE: Sint-Pieterscollege - Sint-Jozefshandelsschool Blankenberge
MODE
Transformational reconstructions by Shingo Sato
1
Nieuw studierichtingsprofiel
Moderealisatie en -presentatie: profiel van de studierichting 2de graad bso studiegebied MODE (VVKSO, PWDOC/13/01 2013-01-17)
1.1
Wat en hoe leert de jongere in deze studierichting? De studierichting Moderealisatie en -presentatie speelt in op de vraag naar breed opgeleide mensen met gevoel voor lifestyle, esthetiek, commerciële gerichtheid en kennis van de mode- en interieursector. De leerlingen komen, via het realiseren en presenteren van modeartikelen, in contact met een ruime waaier van beroepen in de modesector. Leerlingen gaan aan de slag met creatieve opdrachten rond styling, visual merchandising, realiseren en presenteren van kledingstukken, interieurartikelen en accessoires. Zo ontwikkelen ze een eigen gevoel voor sfeer en kleur, verschillende stijlen en mode. Algemene en vakspecifieke ondersteunend.
computervaardigheden
werken
hierbij
Veel aandacht gaat naar vakterminologie, de mogelijkheden van diverse materialen, productkennis en machinebeheersing. Communicatieve vaardigheden helpen ons om te overleggen met collega’s en een gepaste assertiviteit te ontwikkelen naar klanten toe. Dit is een voorbereiding op het commercieel handelen waar in de derde graad meer nadruk zal op liggen. Leerlingen zullen, binnen hun mogelijkheden, leren zelfstandig, creatief en probleemoplossend te handelen. Ze leren samenwerken en activiteiten plannen binnen welbepaalde opdrachten.
1.2
Wie kan in deze studierichting starten? In de tweede graad ‘Moderealisatie en –presentatie' zijn de instapvereisten dezelfde als de globale instapvereisten voor de tweede graad bso. Deze leerlingen worden aangetrokken tot het esthetisch presenteren en realiseren van mode-, interieurartikelen en accessoires.
Wil de leerling zich thuis voelen in deze studierichting, dan:
1.3
*
heeft hij/zij interesse voor mode en lifestyle in het algemeen en volgt hiervan spontaan de trends;
*
is hij/zij bereid om zowel zelfstandig aan het werk te gaan als samen te werken in een team;
*
wil hij/zij met nieuwe technieken leren werken en die toepassen in eigen realisaties;
*
is hij/zij bereid zich voldoende in te zetten om nauwkeurig te werken.
Wat na deze studierichting? De meest logische richting na deze tweede graad is een derde graad ‘Moderealisatie en –verkoop’ bso.
1.4
Voorscholing nieuw leerplan 2de graad bso In functie van het nieuwe leerplan Moderealisatie en –presentatie 2de graad bso organiseert het VSKO een voorscholing. Het spreekt voor zich dat deelname een must is voor alle leraren die zullen werken met dit nieuwe leerplan. De leraren die deze voorscholing volgen, krijgen immers een uitstekende voorbereiding en zullen bijgevolg beschikken over voldoende inzicht in deze vernieuwing. Bovendien wordt er een digitale cursus voorzien die vertrekt vanuit de leerdoelen en gekoppeld is aan de evaluatiecriteria. De leraren krijgen ook de kans eigen cursusmateriaal mee te verwerken in de digitale cursus. Mode, communicatie, presentatie en lifestyle
3/13/10-module 1 basismodule 3/13/10-module 2 Innoverende werkvormen in de lessen mode 3/13/10-module 3 Integratie van communicatie, presentatie en lifestyle in het vak CPL 1314/05/014 ICT-ondersteuning bij het uitwerken van studiepakketten voor het nieuwe leerplan 2de graad bso mode
2
Vernieuwingen binnen de 2de graad bso CPL … Commerciële Presentatie en Lifestyle
2.1
Wat houdt CPL concreet in? CPL is een nieuw vak dat een aantal vakken uit het huidige leerplan samen neemt, zoals verkoopkunde en presentatietechnieken. De leerdoelen die in het huidige leerplan verspreid staan over verschillende vakken worden samengebracht binnen één vak (één groter geheel) en dit ter bevordering van het vakoverschrijdende karakter. CPL wordt een vak dat beschikt over een groot pakket lesuren. Zo komt er veel ruimte vrij om breed, projectmatig en conceptueel te werken.
2.2
Waarom CPL? Met CPL willen we inspelen op de vraag naar breed opgeleide mensen (brede vorming) met gevoel voor lifestyle, esthetiek, commerciële gerichtheid, kennis van de mode- en interieursector. Leerlingen aan de slag laten gaan met creatieve opdrachten en zo een eigen gevoel leren ontwikkelen voor sfeer, kleur, stijl en visie op mode. Ontwikkelen van communicatieve vaardigheden en passende assertiviteit naar klanten toe. Binnen de eigen mogelijkheden actief, creatief en probleemoplossend leren handelen.
2.3
Concrete voorbeelden van omgezette leerdoelen
Informatieverwerking: wordt momenteel verspreid gerealiseerd via leerdoelen bij de verschillende vakken. Via CPL kan informatieverwerking breed opengetrokken worden.
Verschillende stijlen binnen lifestyle en mode leren kennen aan de hand van voorbeelden (totaalconcept/interieurconcept, conceptstore, stijl, stijliconen …).
Karakteristieken van een bepaalde stijl herkennen en beschrijven en deze kaderen in een bepaalde sociale, religieuze of culturele leefwereld (eigen mensbeeld vormen).
Via CPL krijg je de ruimte om informatie breed te verwerken.
Informatie ordenen volgens verschillende (thematisch, alfabetisch, bron, seizoen, cultuur/muziek/media).
ordeningsprincipes kleur, materiaal,
Informatie visueel presenteren in 2D (2D basiscomposities bv. collages, PowerPoint, paneel…) in 3D (3D basiscomposities, basistechnieken met linnen, mode, accessoires, interieurartikelen …).
Informatie mondeling presenteren (spreekvaardigheden, lichaamstaal, terminologie, tekst).
Besluit: CPL kan een ondersteunend en inspirerend vak zijn voor het moderealiserende gedeelte. Daarin gaan waardevolle competenties waaronder persoonlijkheid en uitstraling, omgangsvormen, empathie en assertiviteit hand in hand met het ontwikkelen van een gevoel voor lifestyle, esthetiek en commerciële gerichtheid.
3
Project ‘SJAKOSSE’ Op 1 oktober 2013 plannen we een overleg voor alle betrokken leraren die deelnemen aan het project ‘Sjakosse’. We delen u later de juiste locatie mee. Tijdens dit overleg krijgen de deelnemers de kans om kennis te maken met een echte, volledig ingerichte snoezelruimte. Het wordt een inspiratievol moment. We hebben de mogelijkheid om te brainstormen. We wisselen praktische zaken en creatieve ideeën uit. Inschrijven kan via
[email protected].
4
Workshops
4.1 Via IVOC zijn er weer talloze interessante workshops zoals: 26/08/2013
1 d Infosessies Open Leerlokaal VDAB (voor leerkrachten) Antwerpen
27/08/2013
1 d Infosessies Open Leerlokaal VDAB (voor leerkrachten) Antwerpen
27/08/2013
1 d Workshop technisch fiches voor modeleerkrachten Antwerpen
18/09/2013
1 d Infosessies Open Leerlokaal VDAB (voor leerkrachten)
Antwerpen
4.2
19/09/2013
1 d Infosessies Open Leerlokaal VDAB (voor leerkrachten) Antwerpen
03/10/2013
2 d Functionerings-, evaluatie- en evolutiegesprekken Aarschot
09/10/2013
hd Technisch textiel - opleiding voor modeleerkrachten Sint-Denijs-Westrem
06/11/2013
hd Meubelstoffen - opleiding voor modeleerkrachten Sint-Denijs-Westrem
06/11/2013
5 d Drapage en Moulage Turnhout New
Nog te plannen
1 hd Retoucheopleiding voor leerkrachten Nijlen
Nog te plannen
-1 d Stoffenbenamingen Zellik
Nog te plannen
1 d Kleur- en stijladvies voor modeleerkrachten Oostkamp
Workshop MIAT *
Textielworkshop: Upcycle je kledij zaterdag 26/10/2013 – 10.30 uur – 17.00 uur Oude kledingstukken met een verhaal vormen de basis van deze workshop. Je laat je leiden door de specifieke ‘eigen’aardigheden van elk stuk om zo tot iets totaal nieuws te komen.
*
Textielworkshop: Handweven vrijdag 08/11/2013 – 14.00 uur – 17.00 uur Handweven is hipper dan ooit. Kleurrijke stoffen met verrassende weeftechnieken vind je terug in kleding en woningtextiel. Niets mooier dan dat, zeker wanneer het zelf gemaakt is.
5 5.1
Tentoonstellingen MOMU Antwerpen Happy Birthday Dear Academie! Van 8 september 2013 tot en met 16 februari 2014 presenteert MoMu de tentoonstelling '50 Jaar Antwerpse Modeafdeling'. De tentoonstelling kadert in de viering van 350 jaar Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Antwerpen, waarvan de prestigieuze modeafdeling deel uitmaakt. De expositie belicht verschillende aspecten van de Antwerpse Modeafdeling doorheen haar eerste 50 jaar: het specifieke curriculum van de afdeling en haar onderwijs- en evaluatiemethode, de shows op het einde van het jaar, het belang van modegrafiek, de verschillende generaties studenten en hun carrières, de vriendschap en opkomst van de 'Zes van Antwerpen' (Ann Demeulemeester, Dries Van Noten, Dirk Van Saene, Walter Van Beirendonck, Marina Yee, Dirk Bikkembergs) en Martin Margiela, en het afstudeerwerk van de meest markante alumni. Deze tentoonstelling schetst aan de hand van verschillende thema's een beeld van de opleiding als artistiek cocon. De studenten worden hierbij aangespoord om tot het uiterste te gaan in hun creatieve kunnen en een artistieke signatuur te ontwikkelen die als basis kan dienen voor hun hele verdere carrière. De tentoonstelling illustreert hoe divers en wijdverspreid de carrières van de alumni zijn en welke stempel deze opleiding heeft gedrukt op de internationale modewereld. Meer informatie: www.happybirthdaydearacademie.be.
5.2
MOMU Hasselt MODA - Made in Italy Van donderdag 20 juni 2013 tot en met zondag 9 februari 2014 brengt Modemuseum Hasselt de tentoonstelling Moda.Made in Italy. De expo illustreert aan de hand van uiteenlopende thema’s de bijzondere maar complexe geschiedenis van de Italiaanse mode. Beginpunt is de periode na WO II wanneer de Florentijnse zakenman Giovanni Battista Giorgini modeshows organiseert om de Italiaanse mode, voordien voornamelijk gekend voor accessoires, op de kaart te zetten.
6
Interessante vakliteratuur en links ALLISON SMITH, Handboek naaitechnieken, J.H.Gottmer/H.J.W.Brecht BV 2010.
ANGEL FERNANDEZ, Fontein/Trion 2008
GABRIEL
MARTIN
ROIG,
Modetekenen,
De
SARA ALM, HANNAH MC DE VITT, Droomjurken, J.H. Gottmer/H.J.W.Brecht BV 2012
Interessante link rond soorten stoffen en materialenkennis http://www.indemode.nu/ Isabelle Tack
MUZIKALE OPVOEDING 1
Creatief Als leraren muzikale opvoeding promoten we – samen met onze collega’s plastische opvoeding en anderen – de creativiteit. Er is in ons huidig systeem van onderwijs veel te weinig tijd en ruimte voor leerlingen om met hun eigen talenten uit te pakken, om te improviseren, om de onmetelijke stroom inspiratie die ze hebben in te zetten in klas. Plastische opvoeding vangt dit schitterend op: leerlingen laten zich inspireren door een plastisch kunstenaar, een verhaal, een onderwerp, een boeiend voorbeeld uit de andere kunsten. Ze krijgen wat uitleg over techniek, stappenplan, condities of opbouw en weg zijn ze. Dan zijn ze vaak vertrokken voor een boeiende tocht van inzet, inspiratie en transpiratie naar een zichtbaar resultaat. In veel scholen spelen ze met digitale media en zetten ze een fototoestel of een camera in om creatieve foto’s te maken, een filmpje te construeren of met blue of green screen te werken. Op die manier staat de techniek in dienst van de invallen, de goede ideeën en de uitwerking van jongeren. Ook voor muziek kan dit natuurlijk: zo is YouTube al lang ingeburgerd in vele lessen, op zich een zalig medium. Uitgeverijen spelen daar graag op in en filmpjes nemen een belangrijke plaats in bij hun aanbod. Zolang dit niet misbruikt wordt als goedkope manier om de les te vullen, is daar niets op tegen, integendeel. Soms bieden uitgeverijen te veel gesneden brood aan, of erger, voorgekauwd materiaal. Het luistermateriaal schijnt enkel en alleen belangrijk te zijn in functie van de vraagjes die netjes op het Bordboek verschijnen en telkens slechts één antwoord kennen. Dit biedt vast en zeker hulp aan leerlingen die wat moeite hebben met schrijven. Maar … regelmatig beperkt dit de creativiteit van leerlingen. We moeten zorgen dat kant-en-klaar uitgewerkte lessen niet alleenzaligmakend worden en dat leerlingen zelf aan zet kunnen komen. John Cage liet al weten dat je beter muziek kunt schrijven dan uitvoeren, beter kunt uitvoeren dan ernaar luisteren, beter luisteren dan haar misbruiken voor verstrooiing, amusement of cultuurconsumptie. It is better to make a piece of music than to perform one, better to perform one than to listen to one, better to listen to one than to misuse it as a means of distraction, entertainment, or acquisition of `culture'.
2
Nieuw leerplan Het nieuwe leerplan voor de tweede graad gaat in voege op 1 september 2013: muzikale opvoeding voor de tweede graad aso, tso, kso (D/2000/0279/003). Dit leerplan is bedoeld voor het tweede jaar van de tweede graad. Vermits leerplannen gradueel ingevoerd worden, betekent dit dat je nog een volledig jaar de tijd hebt om die leerplannen door te nemen. Je krijgt een voorstelling van het leerplan per scholengemeenschap.
3
Dag van Muzikale opvoeding
Dankzij jullie enthousiaste aanwezigheid en sterke lesgevers was de dag van muzikale opvoeding weer een hoogtepunt. Graag tonen we jullie enkele sfeerbeelden doorheen dit artikel.
Voor volgend schooljaar staat naast de ‘Dag van muzikale opvoeding’ en de ‘Dag van de Schoolmuziek (Muzes)' ook een nascholing ICT van het VVKSO op het programma. Zie www.nascholing.be 1314/04/702 ICT in muzische vorming: creatieve lessuggesties.
4
Handelingsgericht werken in muzikale opvoeding
Ook in een ‘klein’ vak als muzikale opvoeding is het belangrijk om iedere leerling een gepersonaliseerde zorg te geven. Daarbij is het belangrijk dat de leraar anticipeert op vragen, behoeften en beperkingen. Hieronder staan een aantal mogelijkheden. Gezien de korte lestijd en het groot aantal leerlingen, zal het niet mogelijk zijn om alles wat hieronder staat uit te werken en te realiseren. Het is belangrijk dat de leraar die elementen eruit haalt waar hij/zij zichzelf goed bij voelt. Het is mooi als je handelingsgericht kunt werken vanuit de kansen en talenten die elk kind in zich heeft, eerder dan vanuit de ‘problemen’. We stellen ons niet zo direct de vraag ‘Er is een probleem: hoe komt dat en hoe gaan we dat aanpakken?’, maar we zoeken naar de onderwijsbehoeften van de jongere en kijken hoe we daarop kunnen inspelen. Dit betekent dat we goed kunnen omgaan met de verschillen tussen leerlingen. Welke benadering, zorg of instructie heeft de jongere nodig? Universal Design for Learning (UDL) is goed toepasbaar in muzikale opvoeding. Als we terugkijken naar de oorsprong van Universal Design, dan staat daarin het creëren van toegankelijke omgevingen die bruikbaar zijn voor iedereen, ongezien
de beperking, leeftijd … centraal. Dit betekent dat we werken met ‘universele’ muziek, die voor iedereen (mits de nodige inspanning) toegankelijk is. Heel concreet betekent dit dan dat iedereen die muziek voor een deel op eigen manier kan beleven: spelen, zingen, uitbeelden met beweging, grafische partituren, analyseren, verwoorden … Binnen het creëren van muziek kan iedereen zich dan, naargelang eigen interesses en talenten, focussen op bepaalde deelaspecten. Elke leerling richt zich dan op de ritmische partijen, de bas, de melodie of op eenvoudige begeleiding.
De leraar biedt informatie aan: - muziek: zelf voorgezongen, puur auditief via geluidsdrager, met visuele ondersteuning … - muzikaal gegeven om mee te ontwerpen of te improviseren, bv. ritme, ostinato, motief, akkoordenschema, baslijn … - buitenmuzikaal gegeven om zelf mee te ontwerpen of te improviseren, bv. verhaal, gedicht, beeld, ‘stomme’ film … (R staat voor richtlijn) R1 R2 R3
De informatie is opneembaar via luisteren, kijken, bewegen, tekenen, schilderen … Andere zintuigen, naast gehoor, helpen om muziek te duiden: ‘de muziek ruikt als, proeft als …’ Een structuur is duidelijk via gerichte vraagstelling, grafische partituur, musicogram, leadsheet … De leerling krijgt verschillende mogelijkheden aangeboden om dit te verwerken: zingen, bepaalde partij musiceren, voor opname zorgen, voor begeleidende ‘tekst en uitleg’ zorgen …
De leerlingen krijgen kans tot actie en expressie: -
vocaal musiceren; instrumentaal musiceren; ontwerpen, improviseren, componeren; transformeren; …
R4
De leerling kan op verschillende manieren met de leerstof omgaan bv. volgens de leerstijlen van Kolb: - actief experimenteren en concreet ervaren (doener); - concreet ervaren en reflectief observeren (dromer); - reflectief observeren en abstract conceptualiseren (denker); - abstract conceptualiseren en actief experimenteren (durver); bv. via verschillende methodieken als rollenspel, interview, reportage, concert …
R5
De leerling kan op verschillende manier aantonen wat hij geleerd heeft, bv.: -
R6
uitgewerkte improvisatie, lied, speelstuk …; presentatie van opgezocht en bestudeerd materiaal; antwoorden op de gerichte vraagstelling; transformatie van muziek in beeld, beweging, woord; uitwerking via moderne media (bv. Audacity, Garageband …).
De leerling krijgt ondersteuning om doelen en prioriteiten te stellen via luister- en kijkwijzers, checklists, uitgewerkte voorbeelden, opnameapparatuur, media, evaluatiemodellen, organisatie van een concert, muziek bij andere kunstvorm …
De leerling toont betrokkenheid: -
via het zelf musiceren en ontwerpen van eigentijdse muziek;
-
muziek en emotie zijn sterk met elkaar verbonden en een emotionele betrokkenheid is een belangrijke factor bij het leren.
R7
De leerkracht speelt in op de interesses:
R8
- inspelen op de leefwereld van de jongeren; - rekening houden met ‘ownership’ van jongeren en hun muziek: respect! - werkvormen als muziekquiz of muzikale presentatie …; - kunstenaar in de klas … De leerkracht creëert doorzetting via:
R9
- duidelijke omschrijving van de doelen; - zekere vrijheid in opdrachten; - constructieve feedback; - elkaar helpen via eigen sterke muzikale en andere mogelijkheden; - groepswerk met sterke taakverdeling, bv. voorzitter, tijdsbewaker, materiaalmeester … De leerkracht biedt mogelijkheden tot inschatten en bijsturen: -
opnames (auditief en visueel), wijzers met criteria, reflectiemodel, …
Verder is er aandacht voor: -
een respectvolle relatie voor actief musiceren en luistervoorkeuren; waardering voor wat een leerling experimenteert, ontwerpt, samenstelt, componeert …; affectieve betrokkenheid zodat de leerling zonder angst kan musiceren.
5
Tablets in de klas
Ik geef je graag de antwoorden mee op de vragenlijst die je kreeg op de Dag van muzikale opvoeding. NR.
VRAAG
ja
1
Vind je het gebruik van tablets zinvol in een les muzikale opvoeding?
65
2
Werk je persoonlijk (voor eigen gebruik) al met een tablet?
21
3
Werk je al met een tablet in de klas?
4
4
Zo ja, is dit een iPad?
4
5
Zie je het zitten om zelf met een tablet te werken (na nascholing)?
59
6
Is er op school vraag naar tablets in muzikale opvoeding?
10
7
Zo ja, vanuit directie?
7
8
Zo ja, vanuit leerlingen zelf?
9
9
Biedt een tablet volgens jou een meerwaarde?
62
10
Zijn er op school tablets beschikbaar (iPads of andere tablets)?
6
11
Zijn de beschikbare tablets iPads?
6
12
Maak je daar nu al gebruik van?
1
Extra vragen
Wat zijn de drempels? Onvoldoende voorkennis, prijskaartje, nogal duur in aankoop zeker in combinatie met Mac, gebrek aan kennis, investering, zelf technisch te weinig onderlegd, snellere resultaten, extra begeleiding mogelijk, zinvol in BuSO.
Wat zijn de motivaties? Kwaliteit, kans tot creativiteit, alle leerlingen aan het werk, handig, prachtige resultaten, actueel, je kunt als leraar zelf leuke dingen maken om in klas te testen, vernieuwend, maakt bepaalde doelen meer haalbaar, bv. vorm, harmonie …
Wat zijn de praktische problemen? Zelf financieren, extra hulpstukken nodig, iedereen aan het werk krijgen, ICTkennis nodig, niet alle leerlingen kunnen daar goed weg mee, op school zweert men bij Windows, zijn er alternatieven voor Windows?
Wat is de didactische meerwaarde? Meer interactie, door- en inzicht (bv. hoe zit popmuziek in elkaar, veel mogelijkheden, iedereen kan werken, bevorderen creativiteit).
Kan dit budget beter geïnvesteerd worden? Allicht wel.
Stel dat je een budget hebt van € 10 000, wat zou je kopen? iPads enkel voor muzikale opvoeding, muziekinstrumenten, goede computer met muziekprogramma’s voor leraar, verschillende pc’s, drum, basgitaar en gitaar.
Wens je nog een verdere nascholing? 15 kandidaten
Wil je nog iets kwijt? o Muziek wordt nogal technisch voor één lesuur per week. o Ik wil het graag zelf eerst onder de knie krijgen voor ik het met leerlingen doe. o Hebben leerlingen al niet genoeg mogelijkheden met pc? o Het schrikt me af. o Leuk, maar ik krijg nu al geen budget, dus onmogelijk. o School koos voor aankoop notebook. o Ik wil eerst mijn eigen iPad integreren. o Op de Imac kun je wat je gemaakt hebt omzetten in partituur. Ik mis de geschreven muzieknotatie op de iPad. Is er een mogelijkheid om zelfgemaakte muziek in partituur op iPad om te zetten in partituur zonder hulp van de Mac?
Sprekende cijfers Vind je het gebruik van tablets zinvol in een les muzikale opvoeding? 96 % Zie je het zitten om zelf met een tablet te werken - na een bijscholing? 87 % Biedt een tablet volgens jou een meerwaarde? 91 % Wie zin heeft om in groep na te denken over het gebruik van tablets in klas, mag zijn naam opgeven bij mij. Ik start graag een werkgroep op! Op 12 februari 2014 gaat er een nascholing door in Blankenberge over iPad in de verschillende vakken, waar muziek sterk aan bod komt.
6
Populaire popliederen
Dit is een overzicht van de liederen die jullie aanbrachten op de vraag welke popliederen leerlingen graag zingen. Hopelijk dient dit als inspiratiebron!
Popliederen voor leerlingen secundair
1 2 3 4 5 6 7 8
Titel song
Artiest/groep
Apologize Beneath Your Beautiful Bohemian Rhapsody Da doo ron ron Diamonds Don't Worry, Be Happy Four Chords Songs Halleluiah
Emeli Sandé Queen The Crystals Rihanna Bobby Mc Farrin The Axis of Awesome Leonard Cohen
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
Happy Ending I don't wanna dance I Won't Give Up I Would Stay If You Needed Me Jij bent de zon Let Her Go Marry You Mia My Heart Will Go On Nine Crimes One thing Pack Up Pocahontas Price Tag Riverside Rolling in the Deep Set Fire to the Rain Skinny Love Skyfall (James Bond) Somebody's Knocking at Your Door Someone Like You Stay The Lion Sleeps Tonight Unfaithful Drunken Sailor White Flag Wild Rover
7
Mika Lady Linn Jason Mraz Krezip Broken Circle Breakdown Bart Van Den Bossche Passenger Bruno Mars Gorki Celine Dion Damian Rice One Direction Kato Jessie James Agens Obel Adele Adele Birdy Adele Gospel Adele Rihana Rihanna Shanty Dido Traditional
Music in the air!
Er zit muziek in de 'wolk' en dit kan in drie vormen: -
muziekabonnementen als Spotify en Deezer, online radio's zoals Last.fm, die continu muziek afspelen naar jouw smaak, diensten als Google Play Music en iTunes Matching: je kopieert je eigen muziekcollectie naar de 'wolk'.
Google Play Music is gratis. Je mag tot 20.000 nummers uit je eigen collectie naar de servers van Google laden. Gelukkig hoeft Google de nummers die het 'herkent' niet meer te uploaden. Dat heet 'matching' en dit doe je via de software, Google Play Music Manager. Daarna kun je nummers vanuit de 'wolk’ van Google afspelen met behoorlijke kwaliteit. Dit gebeurt met een leuke app die gemakkelijk te bedienen valt. Je kunt ook een plaatselijke kopie bewaren op je smartphone of tablet voor die momenten zonder internet.
8
In de ban van de band
Waarom staan vooral meisjes te roepen en te gillen bij optredens van een (boys)band? De tieners van nu kunnen zich amper inbeelden dat hun grootouders aan dezelfde heftige emoties overgeleverd waren bij de lendenslagen van Elvis Presley of bij de optredens van The Beatles of de Rolling Stones. Bij oma is de wildste idolatrie ondertussen geëvolueerd tot een milde vorm van nostalgie. Dat brengt ons bij de vraag wie de eerste muzikant was die zo aanbeden werd. Viel Wolfgang Amadeus Mozart, toch ook een sympathiek wonderkind, ooit deze enthousiaste respons te beurt? 'Nee', zegt popdoctor Gert Keunen. 'Mozart werkte in opdracht en voerde zijn muziek uit voor een beperkt publiek. Hij is nu populairder dan hij toen was. Idolaat fangedrag is er pas kunnen komen door de consumptiemaatschappij en de massacommunicatie. Dat wil dus zeggen de jaren '40. Frank Sinatra was de eerste die op handen gedragen werd. De Amerikaanse jongens zaten aan het front en hij bracht thuis troost aan al die smachtende vrouwenharten.' Sinatra betaalde meisjes die zich in het publiek mengden en schreeuwden, gilden en eventueel in zwijm vielen. De rest was kopieergedrag. In de grond gaat het toch steeds over de suggestie van een exclusieve ontmoeting. 'De songteksten spelen in op vragen waar de beginnende puber mee bezig is', zegt Gert Keunen. De artiest vult die in. Hij is een rolmodel en een gids. Heel vaak gaat het om projectie. Meisjes zijn verliefd op de artiest en leven in de irrationele droom dat ze kans maken op hun idool. Eén blik is voldoende om die vlam aan te wakkeren.' Ook de toegankelijkheid van de muziek speelt een rol. Freud schreef trouwens al dat het intellectueel functioneren in groep achteruit gaat. Enerzijds is er de individuele aantrekking van de artiest, maar anderzijds is er de behoefte om met gelijkgezinden samen te zijn. (vrij naar De Standaard, 30-04-2013)
9
Interessante sites
Volgende sites kunnen zeker inspiratie bieden: -
www.muzikaleopvoeding.be als ongelooflijk inspirerende site van Tom Collier, www.topsite.com/goto/kindamuzik.net met info over artiesten, www.enola.be hoofdzakelijk over popmuziek, maar ook over film, strips, theater …, www.cuttingedge.be als heel bekende site, maar inhoudelijk niet altijd even sterk, www.kwadratuur.be waar Koen Van Meel nieuwe muziek uit alle genres bespreekt, www.sound-factory.be over de permanente en interactieve tentoonstelling boven op het Concertgebouw. Wie zin heeft om mee te werken aan een didactische brochure, mag zijn naam doorgeven. De eerste vergadering heeft plaats op woensdag 18 september 2013.
10
Vergaderingen binnen de scholengemeenschappen Ook dit schooljaar trekken de begeleiders muzikale, plastische, lichamelijke opvoeding en esthetica samen op pad voor een SGvergadering. We komen telkens samen van 17.00 tot 19.00 u. De school ontvangt tijdig de precieze locatie en agenda. Donderdag Donderdag Donderdag Donderdag
10 oktober 2013 17 oktober 2013 21 november 2013 5 december 2013
Sint-Maartensscholen, Ieper Sint-Paulus, Waregem Sint-Martinusinstituut, Koekelare Groeninge, Kortrijk
All music is folk music, I ain't never heard no horse sing a song. Louis Armstrong
11
Uitnodiging voor leraars Brugge en omstreken Het Concertgebouw Brugge & Soundfactory nodigen jullie uit op woensdag 18 september 2013 voor een rondleiding in de Soundfactory en een gesprek met de educatieve dienst. We bespreken de mogelijkheden voor leerlingen om repetities of concerten bij te wonen. We kijken hoe Soundfatory eindtermen en leerplan ondersteunen en bespreken of een pedagogische brochure nuttig zou zijn. Om 14.00 uur stipt worden jullie aan de ingang van de Lantaarntoren (tussen In&Uit en Café) verwacht. Duur: tot 16.30 uur.
Ik wens jullie een muzikaal en creatief schooljaar toe! Ann Casier
Dag van muzikale opvoeding CURSUSCODE: D14-035 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: maandag 24 maart 2014 - volledige dag LOCATIE: DPB-centrum d’Abdij Brugge
Dag van esthetica CURSUSCODE: D14-014 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: dinsdag 10 december 2013 van 09.00 u. tot 16.00 u. LOCATIE: DPB-centrum d’Abdij Brugge
PLASTISCHE OPVOEDING
1
Handelingsgericht werken in plastische opvoeding en beeldende vakken
1.1
Een bevestiging! Zeven uitgangspunten kenmerken het handelingsgericht werken en vormen een samenhangend geheel. De uitgangspunten zijn een soort referentiekader, een ‘spiegel’, waaraan je je eigen handelen kunt toetsen. De introtekst bij het begin van deze muzisch-creatieve berichten gaat daarop uitgebreider in en de bijbehorende mindmaps tonen concreet aan hoe inherent handelingsgericht werken voor ons vak is.
1.2
Voor ‘alle’ leerlingen Wij moeten niet meer overtuigd worden van het belang van muzisch– creatieve vorming voor onze jongeren. Ann Bamford gaf het in haar eerder genoemd werk duidelijk aan: ‘Door muzisch-creatieve vorming gaan kinderen, jongeren en ouders positiever tegen de school en leren aankijken. Hierdoor verbetert ook het welbevinden van het kind en de jongere. En het verhoogt samenwerking, respect, verantwoordelijkheidsgevoel, tolerantie en appreciatie in een klas.’ En dat voor alle leerlingen en niet alleen voor de sterke leerlingen! Onze vakken lenen zich perfect om het beste uit elke leerling te halen en hen op zoek te laten gaan naar hun eigen talent. Eigenlijk gaat het om de bevestiging van eigen talent die ze in onze vakken vinden. Zelfs de wetenschapsjournalist Mark Mieras toont in onderstaand filmfragment aan hoe de hersenen reageren onder creatieve impulsen. ‘Kunsteducatie is broodnodig voor het kinderbrein. Kunst is een essentieel spel om te overleven, daarom is het belangrijk dat scholen kunstonderwijs serieus nemen.’ http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=phQZ5JlhTQ
Mark Mieras, wetenschapsjournalist
1.3
De leerkracht doet er toe Maar niet alleen de jongeren hebben er zoveel baat bij, ook wij als volwassenen en leerkrachten van beeldende processen hebben nood om muzisch-creatief te blijven ontwikkelen en op zoek te gaan naar innovatie in ons lesgeven (zie principe 1), om ook vernieuwend om te gaan met actie en expressie (zie principe 2) en om als beeldende leerkracht zelf betrokken te blijven bij de kern van ons vak (zie principe 3). Zo blijft onze interesse verbreden en groeien en verhoogt ons welbevinden zowel op persoonlijk vlak als op school.
1.4
De spiegel De moderne media bezorgen ons een schat aan inspiratie en informatie om te groeien in die innovatie, in actie en expressie en in betrokkenheid. Het thema hieronder ‘Pinterest en schoolblogs’ is daar een sprekend voorbeeld van. Die inspiratiebronnen zijn trouwens ook een spiegel voor zelfreflectie en zelfevaluatie.
1.5
Constructief samenwerken = constructief communiceren Met onze halfopen leerplannen zijn we het uitgelezen vak om vakoverstijgend samen te werken. De vele projecten waar leraren plastische opvoeding en beeldende vakken aan meewerkten zijn daarvan getuige. In punt 3 ’projecten’ gaan we hier verder op in.
2 2.1
Pinterest en schoolblogs: bronnen van inspiratie! Pinterest Pinterest is een visueel online prikbord, waarop je afbeeldingen en video’s kunt pinnen: de inspiratiebron voor opdrachten plastische opvoeding van over de hele wereld! Verruim je blik en bekijk hoe vaklokalen in andere continenten eruit zien, welke opdrachtenbladen ze gebruiken, hoe gelijklopend of verschillend de beeldtaal is, welke evaluatiecriteria ze gebruiken … Niet alleen de wijde wereld is inspirerend, ook de eigen collega’s uit ons bisdom vinden elkaar hier terug. Probeer http://pinterest.com/elsbilcke/ maar eens en klik door naar de borden van collega’s plastische opvoeding.
Inloggen en een profiel aanmaken kun je met je e-mailadres. Zo kun je borden blijven opvolgen en zelf verschillende prikborden maken (openbaar of verborgen). Als je een open bord creëert, kunnen andere collega’s ook dingen pinnen van je bord. Pinterest is dus een ideale tool om te brainstormen, inspiratie op te doen en projecten te delen. En zo kun je andere leerkrachten van over de hele wereld volgen. Je kunt Pinterest ook gemakkelijk inzetten in de klas. Al het fotomateriaal en de linken op YouTube kun je in klasmappen of opdrachtenmappen plaatsen. Zo heb je je materiaal altijd online mee en kunnen de leerlingen de beelden en filmpjes thuis herbekijken. Of oudere leerlingen kunnen ook inloggen en een map plastische opvoeding aanmaken met daarin hun voorbereidend beeldmateriaal. Een mooi voorbeeld vind je onder http://pinterest.com/posterretje/ (leerkracht M. Vereecken, St.-Jozefsinstituut, Tielt)
2.2
Schoolblog plastische opvoeding Leerkrachten vinden ook de weg naar schoolblogs voor plastische opvoeding. Ook hier sturen collega's leerlingenwerk de wijde wereld in. Zo kunnen leerlingen hun werk online bekijken en de link doorsturen naar vrienden of familie. De blog krijgt een link met de website van de school en het vak komt op die manier duidelijk naar buiten. Naast leerlingenwerk zetten sommige collega’s ook kunst, beeldmateriaal en linken die tijdens de lessen gebruikt worden op hun blog. Dat zorgt voor gemakkelijker en toegankelijker gebruik tijdens de les én voor mooi naslagwerk voor de leerlingen. Hieronder enkele interessante blogs plastische opvoeding uit ons bisdom: *
Sint-Bernardusinstituut, Knokke: http://plastische-opvoeding-si-be.blogspot.be/
*
Margareta-Maria Instituut, Kortemark: http://www.mmikortemark-po-gallery.blogspot.be/
*
Vrij Technisch Instituut, Brugge: http://www.po-werkjes.blogspot.be/
*
Blog met de prezi’s van Joke Vandewalle http://muzischeopvoedingbeeld.blogspot.be/
*
Hemelvaartinstituut - Spes Nostra, Brugge: http://pohuisje.blogspot.be/
*
Sint-Jozefsinstituut, Tielt: http://www.dekunsttank.blogspot.be
3
Projecten De uitgangspunten van handelingsgericht werken leggen duidelijk de nadruk op projectwerk en vakoverstijgend samenwerken. Dat zorgt niet alleen voor een intense communicatie tussen leerkrachten, maar ook voor een boeiende uitdaging en een hoger welbevinden van de leerkracht. In de eerste plaats hebben projecten en vakoverstijgend samenwerken vooral een grote meerwaarde voor de leerlingen omdat daar elk talent van elke leerling aangesproken wordt. Zowel van de leerling die beeldend of technisch sterk is, als van de leerling met visie, concept, uithouding, afwerking, verantwoordelijkheid, engagement en teamgeest … Projecten kunnen kleinschalig zijn of net een grote impact hebben op het lesgebeuren. Vaak is het moeilijk om een goed evenwicht te bewaren tussen het aanbod van de verschillende projecten. De leerkracht moet daarbij de juiste keuzes maken. Hieronder richten we de schijnwerpers op enkele DPB-projecten.
3.1
Musa Lisa Vorig jaar konden de leerlingen in een vakoverstijgend project de uitdaging aangaan om een mythe te hertalen met gebruik van een muzische taal. Dat kon via tableau vivant, foto, affiche, animatiefilm, bluekey, drama, muziek en dans … De werken kun je inkijken op de tentoonstelling tijdens de Dag van de klassieke studiën op zaterdag 12 oktober 2013 in de KULAK in Kortrijk. Hierbij een voorsmaakje.
Medusa 1A, Icarus 2A St.-Pauluscollege, Wevelgem - leerkracht I. Debonne
De mythe van Europa omgezet in hedendaagse mozaïek naar straatkunstenaar ‘space Invader’ 1A3 Margareta-Maria Instituut in Kortemark, leerkracht B. Bostyn
Hedendaagse interpretatie van Daedalus en Icarus, 3A1 en 3A2 Margareta-Maria Instituut in Kortemark, leerkracht I. Marcus
3.2
Project Blue-key en project iPad In samenwerking met de KHBO in Brugge konden leraren een beroep doen op studenten die zich op projecten met blue-key toegelegd hadden. De studenten van Project Kunstvakken deelden op deze manier hun kennis met de leraar. Een voorbeeld is het onderstaande filmpje in de techniek blue-key.
http://www.youtube.com/watch?v=w7q53LDynvc Spes Nostra Instituut, Kuurne, 3WE
Ook dit jaar kun je als leraar een beroep doen op een student van het KHBO Project Kunstvakken om je in de klas met een beeldende opdracht op de iPad op weg te helpen. Zo leer je van de studenten en kun je de jaren nadien verder bouwen op dit project. Heb je interesse om een student te ontvangen, dan mail je naar
[email protected].
3.3
Project ‘Sjakosse’ voor de richting creatie en mode Het project ‘Sjakosse’ is een interdiocesaan samenwerkingsproject tussen de studiegebieden Personenzorg en Mode van het bisdom Brugge en Gent, waarbij gewerkt wordt rond het thema ‘De Sjakosse voor mensen met dementie’. Als we de personen met dementie observeren, stellen we vast dat hun handtas in het dagdagelijkse leven een belangrijke plaats inneemt, hun ‘sjakosse’ is ‘levensomvattend’. Met dit project willen wij bruggen bouwen tussen enerzijds het sociale en anderzijds het modische aspect van onze maatschappij. Leerlingen uit de richting Mode & Creatie leren via dit project op een creatieve, inventieve en gefundeerde manier handtassen ontwerpen en vorm te geven inspelend op de belevingswereld van de doelgroep 'mensen met dementie'. Meer informatie op www.dpbbrugge.be onder ‘projecten in de kijker’.
3.4
Subsidies bij projecten Kijk alvast ook eens op de website van DYNAMO3 het subsidieproject van CANON Cultuurcel, of je niet in aanmerking komt voor een of andere vorm van subsidie. Zie: www.dynamo3.be.
4
Mediacultuur en beeldende hypes De media spelen een belangrijke rol in de leefwereld van volwassenen, jongeren en kinderen. Door de toenemende digitale informatiestroom komen beelden meer en sneller op ons af. De beeldcultuur die daaruit ontstaat, heeft een invloed op onze manier van denken en kijken. In onze beeldende vakken spelen we daar gretig op in. We hebben als leraar plastische opvoeding dan ook een unieke rol bij het begeleiden van jongeren in die beeldcultuur. Veel collega’s experimenteren al in hun lessen met multimediaopdrachten. Trickfotografie, lichtgraffiti, sleeveface, animatiefilm, blue-key toepassingen, tableau vivant … Fotografieopdrachten naar beeldafbakeningen/camerastandpunten/micromacro … raken ingeburgerd.
https://www.youtube.com/watch?v=4d7_cuYTHVg Sint-Godelievecollege, Gistel, leerkracht S. Ryckewaert
Hedendaagse kunstenaars zoals Ben Heine en Slinkachu zijn inspirators om nieuwe fotografische opdrachten te maken. Die opdrachten lijken eenvoudig maar bezitten waardevolle doelen. De opdrachten gaan niet alleen in op hedendaagse kunstvormen, ze leren de jongeren ook omgaan met de snelveranderende beeldcultuur en beeldtaal en leren de jongeren een correcte foto nemen met aandacht voor beeldafbakening, compositie en achtergrond. Voor jongeren die dagelijks foto’s nemen met hun GSM, zijn dat belangrijke aandachtspunten. Jongeren hebben meestal niet de bedoeling om met hun GSM een kunstfoto te maken. Ze willen wel een vluchtig belevingsmoment vastzetten.
Fotomateriaal Spes Nostra Kuurne en MMI Kortemark
Ook de iPad biedt met zijn beeldende toepassingen nieuwe mogelijkheden om te ontdekken en ermee te experimenteren. Op de dagen van plastische opvoeding zullen we hierop ingaan. Ook studenten van het KHBO kunnen samen met jou in de klas een iPad-project komen uitwerken. Meer informatie hierover vind je onder 3.2 Project Blue-key en project iPad. Enkele mogelijkheden met eenvoudige programma’s als Morfo, Puppet Pals 1 en 2 en iMovie werden bijvoorbeeld gebruikt in onderstaande link: http://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=LVlEiu5_5xc.
Concrete mogelijkheden en voorbeelden van leerlingenmateriaal zijn terug te vinden onder de mappen mediatoepassingen, beeldende hypes en iPadinspiratie op http://pinterest.com/elsbilcke/.
5
Nieuwe leerplannen Onze jongeren leven meer dan ooit in een beeldcultuur. De invloed aan beelden is ongekend sterk. De hoeveelheid beelden blijft toenemen en voortdurend ontstaan nieuwe vormen. De noodzaak voor vernieuwing in onze leerplannen bleef dan ook niet uit. Volgende graadleerplannen (en eventueel bijbehorende lessentabellen) worden vanaf 1 september 2013 progressief ingevoerd. Plastische opvoeding Nieuw leerplan 2013/052
gr/ov/leerjaar 2de graad bso
Basisvorming/ specifiek gedeelte studierichting/ complementair vak Plastische opvoeding voor de studierichtingen: Brood- en banketbakkerij, Haarzorg, Moderealisatie en -presentatie, Slagerij en vleeswarenbereiding Complementair voor de studierichting Verkoop
Beeldende vorming Nieuw leerplan
gr/ov/leerjaar
Basisvorming/ specifiek gedeelte studierichting/ complementair vak
2013/001
1 B-stroom bvl
specifiek gedeelte beroepenveld Decoratie
2013/034
3de graad tso Se-n-Se
specifiek gedeelte studierichting Creatie en patroonontwerpen NIEUWE LESSENTABEL
2013/003
2de graad bso
specifiek gedeelte studierichting Kantoor NIEUWE LESSENTABEL
2013/062
2de graad bso
specifiek gedeelte studierichting Verkoop NIEUWE LESSENTABEL
2013/009
3de graad
specifiek gedeelte voor de studierichting Kantoor, Verkoop NIEUWE LESSENTABEL
bso
De leerplannen zijn te downloaden op http://plastischeopvoeding.vvkso.be
6
Vakvergadering plastische opvoeding en beeldende vorming per scholengemeenschap Met de vakvergaderingen per scholengemeenschap willen we bepaalde punten op elkaar afstemmen en ervaringen uitwisselen. Het is niet goed om geïsoleerd te werken want reflectie op je werk is niet evident. De scholengemeenschappen die hieronder vermeld staan, komen dit schooljaar opnieuw samen, de andere in de volgende schooljaren. Scholengemeenschap Sint-Maartensscholen Sint-Paulus Houtland Groeninge
Datum donderdag donderdag donderdag donderdag
10 17 21 05
oktober 2013 oktober 2013 november 2013 december 2013
De scholen ontvangen bij het begin van het schooljaar een inschrijvingsformulier. Daarin staat de gastschool vermeld. Om de vergaderingen zo goed mogelijk voor te bereiden, is het belangrijk dat je vooraf inschrijft. De vakvergaderingen lopen telkens van 17.00 uur tot 19.00 uur. Collega’s die tot 17.00 uur les hebben, vragen best aan de directie of het mogelijk is om voor die gelegenheid de les wat vroeger te beëindigen. Op hetzelfde ogenblik vinden de vakvergaderingen lichamelijke en muzikale opvoeding plaats, soms ook samen met esthetica.
7
Dagen van Plastische opvoeding We lazen het al duidelijk in handelingsgericht werken: de leerkracht doet er toe! De leerkracht maakt het verschil! De leerkracht voor de spiegel! Handelingsgericht werken geeft ons inderdaad de kans om even te reflecteren over ons doen en laten. In dat opzicht gaven de Dagen van Plastische opvoeding van het voorbije schooljaar ook een belangrijke aanzet. Collega's die vorig jaar hebben deelgenomen, lijken de boodschap alvast begrepen te hebben en zijn opnieuw actief op zoek gegaan naar de oorspronkelijke drijfveer van hun studiekeuze … De Dag van Plastische opvoeding dit schooljaar gaat in op plastische opvoeding én beeldende vorming. De stuurgroep koos opnieuw om dit jaar te werken met verschillende workshops over twee dagen. Noteer alvast vrijdag 13 december en/of maandag 16 december 2013. Volgende workshops komen aan bod: grafiek, lay-out, textiel bewerken, beeld en geluid, schetsen, street art en beeldende opdrachten op de iPad. Meer informatie volgt in de brochure van het Eekhoutcentrum. Inschrijven kan na het verschijnen van de brochure in de scholen. Plaatsen zijn beperkt. Meer info: www.eekhoutcentrum.be. “Je moet leren wat er te leren valt En dan je eigen weg gaan” Georg Friedrich Händel
Met de wens voor een creatief jaar Els Bilcke
Visual Merchandising CURSUSCODE: I14-205 DOCENT: Philip Van Bost DATUM EN UUR: donderdag 17 oktober 2013 en vrijdag 15 november 2013 van 09.00 u. tot 16.00 u. LOCATIE: Etalages Van Bost Kortrijk
Plastische opvoeding in verzorging-voeding CURSUSCODE: I14-197 DOCENT: Joke Vandewalle DATUM EN UUR: donderdag 7 november 2013 van 09.00 u. tot 16.00 u. LOCATIE: KU Leuven Kulak Kortrijk
Dag van plastische opvoeding CURSUSCODE: D14-016 OF D14-017 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: vrijdag 13 december 2013 OF maandag 16 december 2013 van 09.00 u. tot 16.00 u. LOCATIE: DPB-centrum d’Abdij Brugge