Modulewijzer: MEDMEC2 Media en creativiteit: Identiteit
Logica brengt je van A naar B Verbeelding brengt je overal
Einstein
2 CP Cluster Media aan de Maas Opleiding: GMT, CMD en CDM Versie 4.1 van 4 november 2009
MEDMEC02 VERSIE 4.1 VAN 4 NOVEMBER 2009
1
A4-Modulebeschrijving Modulecode: Modulenaam: Belasting (CP): Relatie met andere onderwijs Voorkennis: Programmasoort Werkvormen: Looptijd Toetsing: Vrijstelling: Leermiddelen: Competenties:
Media & Creativiteit: MEDMEC02 Identiteit 56 klokuren (2 CP) Studenten ontwikkelen hun creatieve vermogens. Deze zetten zij in bij de uitvoering van projecten en bij het maken van opdrachten voor andere modules. MEDMEC02 Kennis gestuurd Werkcollege, reflectie en hoorcollege (gastspreker) 10 weken, waarvan 8 lesweken, 1 feedbackweek en 1 herkansingsweek. Uitwerking van opdrachten en reflectieverslag, eindpresentatie, aanwezigheid en inzet. Geen Modulewijzer MEDMEC02 en ‘Creativiteit. Hoe? Zo!’ Igor Byttebier MEDMEC02 draagt bij aan de competentie: 2.5 Creatief probleemoplosser. Bij het creatief probleemoplossen gaat het om: • Toepassen creatieve technieken • Waarnemen en verzamelen van informatie en inspiratiebronnen zodat innovatieve oplossingen worden bedacht voor ontwerpvraagstukken. 2.6 Onderzoeken (Context). Bij het onderzoeken gaat het om: • Uitvoeren van bronnenonderzoek zodat de oplossing een innovatief antwoord vormt op het voorliggende vraagstuk
Leerdoelen:
De student: 1. onderzoekt het begrip identiteit en is in staat vanuit verschillende perspectieven het begrip identiteit betekenis te geven. 2. onderzoekt de factoren behorende bij het begrip identiteit en is in staat de relevantie te benoemen. 3. is in staat zijn/haar identiteit evenals de identiteit van anderen vanuit verschillende perspectieven waar te nemen. 4. is in staat het effect (invloed) en wisselwerking van identiteit op de omgeving te herkennen. 5. is in staat door middel van een eigen creatief proces de essentie van zijn/haar identiteit visueel weer te geven. 6. Ideeën, inspiratie en schetsen vast te leggen in een dummy en te benoemen onder welke condities tot de meeste ideeën en inspiratie wordt gekomen. Specifiek voor deze module: * inzicht krijgen eigen identiteit * inzicht krijgen in hoe je eigen identiteit terug komt bijv. in je concepten en producten * je kunt je identiteit via worden en beelden overbrengen
Inhoud:
In deze module krijg je inzicht in je eigen identiteit en wie jij bent als onderdeel van de groep van makers. Organisaties, producten, diensten en applicaties hebben net als mensen een identiteit en een gedrag. Om als media professional de juiste media te ontwerpen is het nodig om inzicht in deze identiteit te hebben. Dan pas kun je een geschikt multimedia product ontwerpen en bouwen. Alvorens hieraan te beginnen dienen studenten hun eigen identiteit te onderzoeken en in een zelfgekozen medium uit te dragen. In deze module leer je hoe aspecten van jouw identiteit terugkomen in je concepten en producten en hoe je jouw identiteit via woorden en beelden kunt overbrengen.
De student heeft een zelfstandige, pro-actieve, nieuwsgierige en enthousiaste werkhouding. Justien Marseille en Belinda Mulder Auteur(s): Versie 4.1 van 4 november 2009 Versiedatum: Module beheerder: Belinda Mulder Opmerkingen:
MEDMEC02 VERSIE 4.1 VAN 4 NOVEMBER 2009
2
Inhoudsopgave A4-MODULEBESCHRIJVING
2
1
4
2
OPDRACHTEN OPDRACHT 1.1 VISUALISEER JE IDENTITEIT OPDRACHT 1.2 MAAK EEN IK-FILE OPDRACHT 1.3 PROCESVERSLAG OPDRACHT 2: DUMMY OPDRACHT 3. REFLECTIE
4 4 6 6 6
PROGRAMMA EN WEEKSCHEMA
8
3
TOETSING EN BEOORDELING 3.1 3.2 3.3
4
9
PROCEDURE TOETSMATRIJS HERSTEL EN HERKANSING
9 9 10
ALGEMENE OMSCHRIJVING 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
11
INLEIDING INHOUD RELATIE MET ANDERE ONDERWIJSEENHEDEN LEERDOELEN / DOELSTELLINGEN W ERKVORMEN LITERATUUR EN ICT-BRONNEN
MEDMEC02 VERSIE 4.1 VAN 4 NOVEMBER 2009
11 12 12 13 13 14
3
1
Opdrachten Als iemand je vraagt ‘wat is jouw identiteit?’ of ‘wie ben jij?’, wat zeg je dan? Je weet dat identiteit meer is dan het eten dat je lekker vindt of de muziek die je luistert of de kleding die je draagt. Opdracht 1 is één grote opdracht. Je werkt aan een IK-file, deze bestaat uit 1 verplichte en minimaal 3 gekozen deelopdrachten uit 3 categorieën. Deze informatie gebruik je om je identiteit visueel weer te geven. De visuele weergave van je IK file kan een tijdschrift, een film, animatie of een blog zijn. In ieder van deze vormen verwerk je de onderzochte bronnen en deelopdrachten tot en geheel. Daarnaast beschrijf je het gevolgde proces hoe je bent gekomen tot het bereikte eindresultaat. Opdracht 1.1 Visualiseer je identiteit Om jouw identiteit visueel weer te geven, kun je uitgaan van de volgende starformulering. Bedenk en ontwerp een unieke vorm hoe de essentie van jouw identiteit visueel te weer te geven. Herinner je dat een bedenk … hoe … te… -formulering een opdracht, een uitdaging en een richting geeft waarin je denken en je creativiteit worden geprikkeld; hiermee start je jouw creatieve proces. De vorm uit de startformulering is bijvoorbeeld een film, een animatie, een blog of een tijdschrift volgens eigen format (dus geen bestaand format, template of wizard gebruiken). Jouw identiteit is uniek dus ook jouw visuele uitingsvorm van jouw identiteit is uniek. Let er op dat de vorm waarmee je jouw identiteit weergeeft, visueel is. Als richtlijn kun je aanhouden 80% beeld en 20 % taal.
Opdracht 1.2 Maak een IK-file Onderzoek en ontdek verschillende facetten van jouw identiteit. Gebruik hierbij allerlei bronnen en gebruik ook de informatie van onderstaande (uitgewerkte) deelopdrachten. Ben je meer gericht op technologie dan op grafische vormgeving, denk dan goed na over hoe je een technologisch rendement kunt halen uit deze opdracht. Een grafisch georiënteerde student zal snel gaan tekenen, schetsen of photoshoppen. Wat zou jij doen? Programmeer je een eigen CSS/HTML-skin voor een Wordpressblog? Visualiseer je jezelf door middel van Flash/AS3? Of zijn er andere ervaringen uit andere vakken uit de vorige periode die je kan gebruiken? Verplicht onderdeel: cover Maak je een tijdschrift, dan is de verplichte opgaaf een cover die heen duidelijk jouw identiteit weergeeft, en verwerkt je de overige opdrachten als artikelen / onderdelen van je tijdschrift. Maak je een film of animatie, dan is je verplichte onderdeel een filmposter, en verwerk je in de film de deelopdrachten. Voor een blog is je basis ontwerp en banner je verplichte opdracht, daarna verwerk je de uitgewerkte deelopdrachten in je postings. Keuzeonderdelen IK-file: kies 3 opdrachten, uit elke categorie één Naast dit verplichte onderdeel van je ik file, cover, kies je uit elk van de 3 categorieën minstens 1 onderdeel. In totaal heb je dus 4 deelopdrachten die je grondig gaat onderzoeken en met voldoende diepgang gaat uitwerken. Je mag er natuurlijk ook meer kiezen om een nog breder inzicht in het begrip identiteit en jouw identiteit te krijgen. Wekelijks worden studenten (op basis van hun planning) uitgenodigd hun uitwerking van de deelopdrachten te presenteren. Categorie 1: Factoren van de identiteit. Dit onderdeel gaat over het onderzoeken en benoemen van den verschillende factoren die jou identiteit uniek maakt, bijvoorbeeld man/ vrouw, extrovert / introvert, pessimistisch of optimistisch. Kies minstens één deelopdracht uit deze categorie. MEDMEC02 VERSIE 4.1 VAN 4 NOVEMBER 2009
4
1. Avatar: maak op basis van jouw unieke en/of opvallende kenmerken een avatar. 2. Flowchart: Een flowchart is een grafische representatie van alle activiteiten in een proces. In essentie geeft het aan hoe in bepaalde situaties (bij het wel of niet voldoen aan condities) wordt gehandeld/gereageerd. Onderzoek de vorm en uitwerking van flowcharts en maak een flowchart van jezelf. Ga uit van 4 persoonlijkheidseigenschappen. Ontwikkel bij iedere eigenschap een flowchart waarin een activiteit beschreven staat die wordt beïnvloed door de desbetreffende eigenschap. Stel bijvoorbeeld dat je heel verlegen bent, dan komt in je flow chart terug dat je niet zomaar op iemand afstapt, en misschien zelfs dat je vaak te laat komt omdat je de weg niet durft te vragen (of juist dat je je beter voorbreidt omdat je anders de weg niet vragen). Ga na wat de invloed van je persoonlijkheid is in het uitvoeren van deze activiteit, wat keuzes zijn als je de eigenschap niet meeneemt in de activiteit en wat in beide gevallen de uitkomst zou zijn. 3. Sitemap: Een sitemap is in essentie een hiërarchische weergave van een website om snel informatie te kunnen vinden en op belangrijkheid te kunnen selecteren. Maak een sitemap van jouw identiteit/persoonlijkheid door je eigenschappen, uiterlijk, normen/waarden en visie op schematische wijze weer te geven. Denk hierbij ook aan de hiërarchie van deze persoonlijke kenmerken. Ben je bijvoorbeeld erg zelfverzekerd door je uiterlijk, dan zul je dit visueel en schematisch moeten weergeven. 4. Metafoor: Een metafoor is een voorbeeld van gelijkenis. Een metafoor kan een beeld, een voorwerp of een gedachtegoed zijn wat in essentie gelijkenis vertoont aan datgene waar je uitdrukking aan wilt geven. In deze module symboliseert jouw metafoor jouw identiteit. Bijvoorbeeld de metafoor voor verbondenheid is de ring. Vandaar dat de ring bij de trouwceremonie een belangrijke plaats inneemt. Wat is jouw metafoor? Je kunt hierbij ook denken aan een dier uit Spore of een totemdier. Als je niet precies weet waar een avatar, flowcharts, sitemap of metafoor aan moet voldoen, doe hier dan onderzoek naar en verwerk de resultaten van dit onderzoek in je eindproduct. Categorie 2: Perspectieven en identiteit. Het waarnemen van de identiteit is mede afhankelijk van het perspectief van waaruit je waarneemt. Zo blijkt uit onderzoek dat als we onze gesprekspartner als een ‘machtiger’ persoon zien, we zijn of haar lengte als hoger in schatten. Kies minstens één deelopdracht uit deze categorie. 1. Vermogen: Jouw vermogen gaat over wat je kunt en kent en de wijze waarop je dit inzet. Kies 3 van je belangrijkste kwaliteiten en 3 van je belangrijkste waarden. Maak bij elk van deze aspecten een foto of beeld die dit uitdrukt. Presenteer je foto’s/beelden middels een identity board (mood board / vision board). 2. De omgeving: Het leven van iemand met een mediatechnologische opleiding en een studieschuld zal in de Sahara heel anders zijn dan gewoon in Rotterdam. Een WestEuropese reclamecampagne is niet zomaar te gebruiken in een land waar je van rechts naar links leest. De betekenis kan radicaal anders zijn. Je identiteit en de omgeving waarin je bent zijn dus direct met elkaar verbonden. Jij, een beeld, boodschap of product hebben een effect op de omgeving en vice versa. o Wat is de invloed van de omgeving waar je bent opgegroeid op wie je nu bent? o Stel je voor dat je op een radicaal andere plaats opgegroeid zou zijn, hoe zou je leven er nu dan uitgezien hebben? 3. Wat zeggen anderen van jou?: vraag aan verschillende mensen uit je omgeving (bijvoorbeeld vrienden, ouders, docenten) te omschrijven hoe ze jou zien. Waar denken ze aan als ze je zien, laat ze omschrijven waar zij denken dat je mee bezig bent, waar je voor staat, waar je interesse in hebt. Je kunt ze ook vragen jou in één of enkele woorden te karakteriseren. Categorie 3: Herkennen van het effect van de identiteit op de omgeving. Kies minstens een opdracht uit de categorie herkennen van het effect van de identiteit op de omgeving. 1)
Jouw stijl: Met jouw stijl kun je op een unieke manier uitdrukking geven aan jouw persoonlijkheid. Presenteer jouw stijl. Je kunt hierbij denken aan een kledingstijl, maar ook aan een programmeerstijl, een designstijl of een grafische stijl. Je kunt ook 3 van je
MEDMEC02 VERSIE 4.1 VAN 4 NOVEMBER 2009
5
2)
3)
belangrijkste karaktereigenschappen en persoonlijkheidskenmerken kiezen en deze visueel weergeven, bijvoorbeeld door een foto of een ander beeld. Een persiflage van jezelf kan ook. Volg en beschrijf een onbekende: kies een persoon, bijvoorbeeld op een community site zoals Twitter of Hyves of Last Fm en volg deze persoon 1 week. Je kunt ook je favoriete codeschrijver of designer bescrhrijven. Geef een weergave van de identiteit van deze onbekende, waarbij je relatief oppervlakkige informatie verdiept en vertaalt naar identiteit. Hoe sta je in de wereld?: Wat vind jij mooi, belangrijk of verantwoord in het leven, war wil jij voor staan? Deze deelopdracht gaat over waar jij voor staat, wat jij belangrijk vindt en waar je wilt dat jouw werk voor staat. Bedenk iets dat dit uitdrukt. Je kunt hierbij denken aan een statement en/of logo.
Opdracht 1.3 Procesverslag Een belangrijk onderdeel van opdracht 1 is weergave van het gevolgde (creatieve) proces. Om deze aspecten inzichtelijk te maken, dient elke student een procesverslag te schrijven. Hierin worden onder andere de volgende onderwerpen uitgewerkt en weergegeven/beschreven: • De geraadpleegde informatiebronnen en de gebruikte inspiratiebronnen. • De startformulering mbt de uitwerking van de deelopdrachten en de visualisatieopdracht. • Terugblik op concept- en ideeontwikkeling. Denk aan de associatie- en brainstormsessies en de gebruikte creatieve technieken mbt het genereren van ideeën om tot uitwerking van deelopdrachten en visuele uitingsvorm te komen • …..
Opdracht 2: Dummy Continue worden wij als mens geprikkeld via onze zintuigen. Een deel van de prikkels ontvangen wij met onze ogen. Een groot deel van deze prikkels ervaren wij onbewust. We zien het wel, maar doen er verder weinig mee. Soms zien we ineens iets, wat een sterke prikkel geeft. Het roept verschillende gedachten of beelden op of we krijgen ineens ideeën. Bijvoorbeeld als je onder de douche staat, televisie kijkt of in de stad loopt. Voor iedereen is dit op een eigen unieke manier. Er ontstaat dan een onbewuste associatie met een onderwerp waar je mee bezig bent. Dit zijn waardevolle en inspirerende ingevingen. Ervaar bewust welke waarnemingen ‘in het oog springen' en/of een sterke associatie oproepen. Noteer in je dummy deze visuele waarnemingen en/of maak een schets. Noteer ook eens welke reactie (gedachte, gevoel, idee et cetera) het oproept. In je dummy plak je ook foto’s en krantenknipsels, maak je schetsen en schrijf je ideeën en citaten op. Je maakt onderscheid enerzijds in ideeën en inspiratie die betrekking hebben op een bepaalde probleemstelling, gewenste oplossing of opdracht en anderzijds in algemene ideeën en inspiratie. PS: De docent kan ook een thema aanreiken, op basis waarvan je de dummy dient te gebruiken. Sta ook eens stil bij wat je nu precies aanspreekt in datgene wat je in je dummy opneemt en noteer deze reden. Spreek hierbij niet in subjectieve oordelen, zoals ‘ik vind deze foto mooi’. Maak je reden concreet. Wekelijks kunnen studenten worden uitgenodigd hun dummy te presenteren.
Opdracht 3. Reflectie Om inzichtelijk te maken wat je precies hebt geleerd en in welke mate je de doelstellingen hebt behaald, ga je reflecteren. Een proces van inzoomen & uitzoomen op je prestaties om na te gaan in welke mate en op basis waarvan je kunt ‘aantonen’ aan welke doelstellingen je voldoet. Hiertoe kun je anderen interviewen en/of feedback geven. Je kunt ook jezelf door anderen laten interviewen en/of om feedback vragen. Handig is om je reflectieverslag wekelijks bij te werken. Belangrijk is een onderbouwing en beargumentering van de antwoorden. Wekelijks kunnen studenten worden uitgenodigd de eigen reflecties klassikaal te presenteren. De verzamelde informatie beschrijf je in een persoonlijk reflectieverslag wat aan de onderstaande criteria voldoet.
MEDMEC02 VERSIE 4.1 VAN 4 NOVEMBER 2009
6
De module leerdoelen aangevuld met persoonlijke leerdoelen. De leermomenten welke voortkomen uit de bijeenkomsten, de behandelde lesstof en de uitgevoerde opdrachten. Tevens beschrijft de student de meerwaarde voor hem / haar van elk leermoment. De (persoonlijke) leerdoelen en (deel)competenties waaraan je voldoet. De (persoonlijke) leerdoelen en (deel)competenties waaraan je nog niet voldoet. De concrete aandachtsgebieden en actiepunten om wel aan die (persoonlijke) leerdoelen en (deel)competenties te voldoen. De TOPS en TIPS voor de werkwijze en de inhoud van de module. Opmerking: voor het persoonlijke reflectieverslag is digitaal een format beschikbaar. Natuurlijk kun je ook je reflectie presenteren als artikel of verwerken in je IK-file.
MEDMEC02 VERSIE 4.1 VAN 4 NOVEMBER 2009
7
2
Programma en weekschema Lesweek
Onderwerpen
1
o o o
2
o o
Huiswerk voor komende weken en les
Toelichting op de module en de werkwijze. Toelichting deelopdrachten Toelichting op het onderwerp Identiteit
o o o o o
Bestuderen modulewijzer Opstellen leerdoelen en actieplan Kiezen deelopdrachten en planning IK-file Zelfwerkzaamheid opdrachten Gebruik dummy
Werken aan opdracht 1 Presentaties deelopdrachten en feedback
o o
Zelfstandig werken aan opdracht. werkzaamheid opdrachten Gebruik dummy
3
o o
Werken aan opdracht 1 Presentaties deelopdrachten en feedback
o o
Zelfstandig werken aan opdracht. Gebruik dummy
4
o o
Werken aan opdracht 1 Presentaties deelopdrachten en feedback
o o
Zelfstandig werken aan opdracht. Gebruik dummy
5
o o
Werken aan opdracht 1 Presentaties deelopdrachten en feedback
o o
Zelfstandig werken aan opdracht. Gebruik dummy
6
o o
Werken aan opdracht 1 Presentaties deelopdrachten en feedback
o o
Voorbereiden presentatie opdracht Gebruik dummy
7
o
Presentaties en feedback opdracht 1
o o
Voorbereiden presentatie opdracht Gebruik dummy
8
o o
Laatste les Presentaties en feedback opdracht 1
o o
Reflectie voorbereiden Gebruik dummy
9
o
Project beoordeling
o
Inleveren alle opdrachten
o
Chaosweek
o
Herkansing Medmec 01
10
MEDMEC02 VERSIE 4.1 VAN 4 NOVEMBER 2009
8
3
Toetsing en beoordeling
3.1
Procedure De student wordt getoetst op een aantal aspecten, te weten: o Compleetheid en volledigheid/verzorgdheid van uitwerking. o Onderbouwing en benoemen van voorbeelden waaruit blijkt dat de student voldoet aan de gestelde criteria. o De wijze waarop met de lesstof wordt omgegaan en de mate waarin de lesstof is eigengemaakt. o De resultaten en kwaliteit van de uitgevoerde opdrachten. o De kwaliteit van reflectie en de onderbouwing in het reflectieverslag. Om voor een beoordeling van de module MEDMEC02 in aanmerking te komen, moet je aan een aantal criteria hebben voldaan. Hieronder wordt beschreven wat deze criteria zijn: Inleveren (deel-)producten: o Er geldt een verplichting aan op tijd inleveren van materialen. In het weekschema is beschreven wanneer welke producten moeten worden ingeleverd. Ook kan de docent aanvullend aangeven wanneer een deelproduct moet worden ingeleverd. Hierop wordt geen uitzondering gemaakt. In de praktijk noemen we dit ‘deadlines’, die nodig zijn om het project / de opdracht op tijd te kunnen afronden. Het ‘te laat’ inleveren van (deel-)producten zorgt ervoor dat je geen feedback krijgt op je vorderingen. Tevens wordt bij te laat inleveren punten in mindering gebracht op het resultaat. Elke (deel van de) week te laat is een punt aftrek. Presentaties: o De presentatie dient te voldoen aan de gestelde criteria. o Om voor een beoordeling in aanmerking te komen moet je bij alle presentaties aanwezig zijn en een actieve bijdrage leveren. Niet verschijnen bij een presentatie houdt in dat je een punt aftrek krijgt op je eigen presentatie. Proces en gedrag: o Bij de (deel)producten is ook aangegeven welke processtappen je moet nemen. Als dat niet voorgeschreven is, dan kan een verantwoording van de gekozen processtappen gevraagd worden. o 100% aanwezigheid in de lessen met een pro-actieve (werk)houding tijdens de klassikale of groepsactiviteiten en uitvoering van de (individuele) opdrachten. Indien student eenmaal of tweemaal afwezig is, kan de docent aanvullende eisen stellen. Bij 3 of meer keer afwezigheid dient de module te worden herkanst.
3.2
Toetsmatrijs De module wordt beoordeeld aan de hand van de volgende 4 onderdelen: •
Onderdeel 1: Uitwerking Ik-file, visualisering Ik-file en procesverslag
•
Onderdeel 2: Dummy
•
Onderdeel 3: Uitwerking persoonlijke reflectie
Elk onderdeel moet aanwezig zijn. Bij het ontbreken van een van de onderdelen vindt geen beoordeling plaats. De uitkomst van de 3 onderdelen gezamenlijk levert één eindcijfer op variërend van 2, 4 tot 6. Daar bovenop kunnen extra punten verdiend worden, zoals beschreven in onderstaand overzicht.
MEDMEC02 VERSIE 4.1 VAN 4 NOVEMBER 2009
9
Beoordelingsmodel MEDMEC02 Het cijfer voor de onderdelen 1 t/m 3 gezamenlijk is een 2 of 4 of 6. Cijfer Toelichting 2:
de onderdelen zijn incompleet opgeleverd en voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) herkansen
4:
de onderdelen zijn compleet opgeleverd en voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) herstellen
6:
De onderdelen zijn compleet opgeleverd en voldoen aan de eisen (voldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) behaald
Daarnaast kan elke student maximaal 4 extra punten verdienen met onderstaande criteria. Het zijn criteria waarmee de student demonstreert de mate waarin de lesstof eigen is gemaakt en als parate kennis en vaardigheid beschikbaar is. Deze criteria gaan over het hebben van de gewenste attitude en begrip en inzicht in en het kunnen toepassen van de geleerde vaardigheden. Het verwerven van extra punten vraagt onder andere inzet, inzicht, het vermogen om verbanden te kunnen leggen en creativiteit. De wijze waarop dit wordt aangetoond bepaalt de student zelf. Criteria
Punt
Student heeft de informatie uit één of meerdere gastcolleges aantoonbaar toegepast in de uitwerking van de opdrachten.
1
Student heeft het nut en de meerwaarde van de dummy onder andere bij het uitwerken van opdrachten en het effect op het creatieve proces inzichtelijk gemaakt en duidelijk onderbouwd.
1
Student heeft aantoonbaar een oorspronkelijke en inspirerende aanpak gedemonstreerd.
1
Student heeft aantoonbaar gereflecteerd op het werk van medestudenten en reflectie van medestudenten in zijn/haar IK-file verwerkt.
1
3.3
Herstel en herkansing Het herstellen van ingeleverd werk en de herkansing zijn als volgt geregeld: - Bij een cijfer 2 aan het einde van de lesperiode, dient de student de module te herkansen. Dit houdt in dat de student, direct na het bekend worden van het cijfer, afspraken maakt met de begeleidende docenten over het te volgen traject en de inhoud en criteria van de herkansing. de De herkansing wordt uiterlijk in de 10 lesweek van de volgende periode ingeleverd. Indien dit resultaat weer onvoldoende is, dient de student de module opnieuw te volgen. - Bij een cijfer 4 aan het eind van de lesperiode, volgt een herstelmogelijkheid in de direct daaropvolgende lesperiode. Dit houdt in dat de student, direct na het bekend worden van het cijfer, individuele afspraken maakt met de begeleidende docenten over het te volgen traject. de De herstelde onderdelen worden uiterlijk in de 5 lesweek van de volgende periode ingeleverd. Indien dit resultaat onvoldoende is, dient de student de module te herkansen. Maak je geen gebruik van de eerste herkansingsmogelijkheid, dan is er een tweede herkansingsmogelijkheid in de zomerperiode.
MEDMEC02, VERSIE 4 VAN 26 OKTOBER 2009
10
4
Algemene omschrijving
4.1
Inleiding Media aan de Maas leidt studenten op tot designers, developers, engineers en technologen voor de wereld van nieuwe media. Bij uitstek professionals van wie wordt verwacht dat ze creativiteit in kunnen zetten bij het uitvoeren van hun taken. Hun creatieve vermogen moet hen in staat stellen te komen tot oplossingen voor de vraagstukken waarmee ze zich uitgedaagd zien. Binnen de leerlijn Media en Creativiteit worden studenten zich bewust van hun eigen creatieve vermogen en ontwikkelingen op hun vakgebied. Ze leren hun creatieve vermogen in te zetten bij hun ontwikkeling en ten behoeve van hun latere beroepsuitoefening. MEDMEC 02 draagt bij aan de ontwikkeling van de volgende competenties: Creatief probleemoplosser (#) Competentiebeschrijving; de creatief probleemoplosser is in staat de eigen creatieve vermogens in te zetten om te komen tot oplossingen voor de vraagstukken die hij zich stelt. Hij verschaft zich toegang tot inspiratiebronnen en verzamelt alle mogelijke informatie. Vaak komt hij tot zijn oplossing door het leggen van nieuwe verbanden tussen bestaande delen informatie. Toelichting; het multimedia vakgebied is voortdurend in verandering. Daarmee veranderen ook de vraagstukken die voorgelegd worden aan de professionals. Professionals met de attitude van de creatief probleemoplosser, nemen niet klakkeloos de vragen van de opdrachtgever over. Zij stellen vragen om zich een goed en volledig beeld te kunnen vormen van het voorliggende probleem. Of om het probleem opnieuw te formuleren. Zij zoeken de ruimte op binnen de vraagstelling en fungeren zo als sparring partner van de opdrachtgever. Creatief probleemoplossers hebben een attitude van risico, durf en openheid ten aanzien van nieuwe ideeën. Geen idee is hen te dol. In ieder geval niet in eerste instantie. De reality check volgt later. In hun zoektocht naar oplossingen verzamelen zij veel informatie, afkomstig uit allerlei takken van sport. Zij combineren deze delen informatie op een nieuwe manier. Nieuwe technieken worden bijvoorbeeld ingezet om bestaande toepassingen te optimaliseren. Net zo lang totdat zij een bevredigend antwoord hebben gevonden. Bij het creatief oplossen van een probleem, gaat het om • Toepassen creatieve technieken • Waarnemen en verzamelen van informatie en inspiratiebronnen, zodat innovatieve oplossingen worden bedacht voor ontwerpvraagstukken De module MEDMEC02 draagt bij aan de volgende deelcompetenties; de student: 1. is in staat om binnen de context van een afgebakende probleemstelling verschillende creatieve technieken toe te passen bij het genereren en ontwikkelen van nieuwe ideeën en bij het bedenken van oplossingen: associëren, brainstormen, convergeren, binnenstebuiten luisteren, idee transfereren en visualiseren. 2. herkent de momenten waarop creatief probleem oplossen (toepassen van creatieve technieken) noodzakelijk is in zijn ontwerpproces. 3. is in staat naar aanleiding van een afgebakende probleemstelling op zoek te gaan naar inspiratiebronnen, informatie te selecteren, nieuwe ervaringen op te doen en ontmoetingen te ensceneren. De student is nieuwsgierig. (#) Bron: competentieprofielen van CMD en GMT.
MEDMEC02, VERSIE 4 VAN 26 OKTOBER 2009
11
Onderzoeken (#) Competentiebeschrijving; de onderzoeker context heeft zijn blik gericht naar buiten. Hij is op de hoogte van de nieuwste technologische en multimediale ontwikkelingen. Ook kan hij bronnenonderzoek uitvoeren en de onderzoeksresultaten gebruiken in de ontwikkeling van nieuwe concepten en producten. Toelichting; het vakgebied van de multimedia is voortdurend in verandering. De onderzoeker volgt alle ontwikkelingen op de voet. Hij is nieuwsgierig en brengt veel tijd door achter zijn computer, speurend op het Internet voor de nieuwste gadgets en ideeën. Daarnaast volgt hij toonaangevende blogs en neemt hij actief deel aan communities. Ook leest hij vaktijdschriften en participeert hij in seminars. Al zijn bevindingen legt hij vast in woord en in beeld. Op basis van zijn onderzoek is hij in staat om relevante vraagstellingen te formuleren. Ook kan hij voorspellingen doen over toekomstige ontwikkelingen, zodat een bedrijf innoverende producten kan ontwikkelen voor de markt. Bij het onderzoeken gaat het om: • Uitvoeren van bronnenonderzoek zodat de oplossing een innovatief antwoord vormt op het voorliggende vraagstuk De module MEDMEC02 draagt bij aan de volgende deelcompetenties; de student: 1. is in staat om relevante informatiebronnen te herkennen (#) Bron: competentieprofielen van CMD en GMT.
4.2
Inhoud In deze module krijg je inzicht in je eigen identiteit en wie jij bent als onderdeel van de groep van makers. Organisaties, producten, diensten en applicaties hebben net als mensen een identiteit en een gedrag. Om als media professional de juiste media te ontwerpen is het nodig om inzicht in deze identiteit te hebben. Dan pas kun je een geschikt multimedia product ontwerpen en bouwen. Alvorens hieraan te beginnen dienen studenten hun eigen identiteit te onderzoeken en in een zelfgekozen medium uit te dragen. In deze module leer je hoe aspecten van jouw identiteit terugkomen in je concepten en producten en hoe je jouw identiteit via woorden en beelden kunt overbrengen.
4.3
Relatie met andere onderwijseenheden In de modulelijn Media en Creativiteit word je aangemoedigd om een nieuwsgierige houding aan te nemen en jezelf open te stellen voor een veelheid aan (nieuwe) bronnen en ontwikkelingen op het vakgebied. Daarnaast ontwikkel je visie en gevoel voor innovatie en beeld, zodat de concepten die je in het creatieve proces ontwikkelt en de ontwerpen en producten die je maakt tijdens het projectonderwijs aan kwaliteit zullen winnen. Vooral tijdens de praktijk georiënteerde multidisciplinaire projecten zul je profijt hebben van deze technieken. Tenslotte bestaat verwantschap met onder andere Usability, Prototyping, Creative Marketing, waarbinnen de ontwikkeling van concepten een centrale positie inneemt.
MEDMEC02, VERSIE 4 VAN 26 OKTOBER 2009
12
4.4
Leerdoelen / doelstellingen De student: 1. onderzoekt het begrip identiteit en is in staat vanuit verschillende perspectieven het begrip identiteit betekenis te geven. 2. onderzoekt de factoren behorende bij het begrip identiteit en is in staat de relevantie te benoemen. 3. is in staat zijn/haar identiteit evenals de identiteit van anderen vanuit verschillende perspectieven waar te nemen. 4. is in staat het effect (invloed) van identiteit op de omgeving te herkennen en is in staat de wisselwerking tussen identiteit en omgeving te herkennen. 5. is in staat door middel van een eigen creatief proces de essentie van zijn/haar identiteit visueel weer te geven. 6. legt ideeën, inspiratie en schetsen vast in een dummy en benoemt onder welke condities tot de meeste ideeën en inspiratie wordt gekomen. Specifiek voor deze module: * inzicht krijgen eigen identiteit * inzicht krijgen in hoe je eigen identiteit terug komt bijv. in je concepten en producten * je kunt je identiteit via worden en beelden overbrengen
4.5
Werkvormen Om aan de doelstelling van deze module te voeldoen, is gekozen voor interactief onderwijs. Actieve deelname; de leerdoelen zijn voornamelijk te behalen door actieve deelname aan de lessen en het zelfstandig uitvoeren van praktijkgerichte opdrachten. Om die reden is gekozen voor een actieve ondersteuning en wegwijzende opdrachten in de bijeenkomsten. De docent leidt de opdrachten in, begeleidt de opdrachten en geeft aanwijzingen. De studenten bereiden zich voor op de volgende les en kunnen de vorderingen tot dat moment in de bijeenkomst laten zien. Het programma is zó opgezet, dat de behandelde onderdelen op elkaar aansluiten. Het spreekt voor zich dat een dergelijke vorm van onderwijs alleen ‘werkt’ als de studenten altijd aanwezig zijn. Om deze reden geldt een aanwezigheidsplicht! Het programma bestaat uit wekelijkse bijeenkomsten van 100 minuten. Daarnaast verricht je 40 uur zelfstudie en zelfwerkzaamheid. Theorie en praktijkopdrachten; elke les heeft een theoriegedeelte met voorbeelden en praktische oefening van de geleerde lesstof. De studenten werken tijdens en buiten de lessen, zowel in groepjes als zelfstandig, aan praktijkgerichte opdrachten. Zodanig dat de inhoud van deze module gericht wordt toegepast en daardoor de praktische inzetbaarheid wordt ervaren. Gastcolleges; elke periode worden 1 á 3 gastcolleges georganiseerd waarin gastsprekers uit de beroepspraktijk het modulethema vanuit verschillende invalshoeken bespreken. Gastcolleges zijn officieel onderdeel van het programma, ook als ze nog niet vermeld staan in de modulewijzer. Feedback en werkbijeenkomsten; de module kenmerkt zich door werkbijeenkomsten en feedbackbijeenkomsten. In de werkbijeenkomsten wordt in groepjes aan de opdrachten gewerkt en de docent begeleidt de studenten hierbij. In de feedbackbijeenkomst geeft een student of vertegenwoordiger van het werkgroepje een korte update van de stand van zaken met betrekking tot de uitwerking van de opdracht. De studenten en de docent geven hierop feedback. Op deze wijze kan de betreffende student/werkgroep gericht verder werken aan de opdracht en tegelijkertijd worden andere studenten/werkgroepen door deze feedback geïnspireerd. Reflectie; de student beschrijft naar aanleiding van elke les zijn/haar leermomenten, inzichten en acties en werkt het reflectieverslag bij. De laatste 5-10 minuten van een bijeenkomst kunnen worden besteed aan reflectie. Ook kan tijdens de lessen gereflecteerd worden of indien mogelijk in groepjes van 3 - 4 studenten (peer to peer).
MEDMEC02, VERSIE 4 VAN 26 OKTOBER 2009
13
Excursies; voor aanvang of tijdens het kwartaal kan bekend worden gemaakt dat er een excursie plaats vindt. Excursies zijn officieel onderdeel van het programma, ook als ze nog niet vermeld staan in de modulewijzer.
4.6
Literatuur en ICT-bronnen
o o o
Igor Byttebier, Creativiteit Hoe? Zo?, uitgeverij Lannoo, 3de druk 2002 Koen de Vos, Brainstormen, Pearson education Benelux, 2de druk 2006 www.leren.nl: De zes denkhoeden van Edward de Bono / kernkwadranten van Ofman / Leerstijlen van Kolb / teamrollen van Belbin / Interactie tussen mensen met Roos van leary.
MEDMEC02, VERSIE 4 VAN 26 OKTOBER 2009
14