Modulewijzer: MEDMEC03 Media en creativiteit: co-creatie
2 CP Cluster Media aan de Maas Opleiding: GMT, CMD en CDM Versie 2011/februari
MEDMEC03, 09/02/2010
1
A4-Modulebeschrijving Modulecode: Modulenaam: Belasting (CP): Relatie met andere onderwijs Voorkennis: Programmasoort Werkvormen: Looptijd Toetsing: Vrijstelling: Leermiddelen: Competenties:
Media & Creativiteit: MEDMEC03 Co-creatie 56 klokuren (2 CP) Studenten ontwikkelen hun creatieve vermogens. Deze zetten zij in bij de uitvoering van projecten en bij het maken van opdrachten voor andere modules. MEDMEC01 en MEDMEC02 Kennis gestuurd Werkcollege, hoorcollege 10 weken, waarvan 4 lesweken, 4 weken geen les en 2 workshopdagen in week 9. Uitgewerkte opdrachten en eindpresentatie. Geen Modulewijzer MEDMEC03 en ‘Creativiteit. Hoe? Zo!’ Igor Byttebier MEDMEC03 draagt bij tot de ontwikkeling van de volgende competenties: 2.5 Creatief probleemoplosser. Bij het creatief probleemoplossen gaat het om: o Toepassen creatieve technieken o Waarnemen en verzamelen van informatie en inspiratiebronnen zodat innovatieve oplossingen worden bedacht voor ontwerpvraagstukken. 2.6 Onderzoeken. Bij onderzoeken gaat het om: o Benoemen van technologische en multimediale ontwikkelingen o Uitvoeren van bronnenonderzoek zodat de oplossing een innovatief antwoord vormt op het voorliggende vraagstuk.
Leerdoelen:
De student is in staat: De relatie tussen verzamelde inspiratiebronnen en het gemaakte werk van de student zelf te zien. Het verschil te zien tussen idee en concept en dit toe te passen. Uit te leggen wat de term co-creatie inhoudt en toe te passen.
Inhoud:
MEDMEC03 gaat over hoe je als ontwerpteam optimaal in het creatieve proces kunt functioneren om te komen tot ideeën, nieuwe oplossingen en innovatieve ontwerpen. Dit kun je door co-creatie bereiken. Een aspect van co-creatie is oordeelloos en open minded naar elkaar zijn ten aanzien van ideeën, maar ook hoe je elkaar kunt inspireren en versterken. Tijdens dit kwartaal gaan we ons ook richten op het proces van idee naar concept. Wat is het verschil tussen de twee? Hoe kan inzicht in dit proces tot betere ideeën leiden? De student heeft een zelfstandige, pro actieve en enthousiaste werkhouding. Fedde van der Velde, Belinda Mulder. Wil Adolfs Versie 2011 februari Belinda Mulder
Opmerkingen: Auteur(s): Versiedatum: Module beheerder:
MEDMEC03, 09/02/2010
2
Inhoudsopgave A4-MODULEBESCHRIJVING
2
1
4
OPDRACHTEN OPDRACHT 1: CO-CREATIE MET PAPIER OPDRACHT 2: VOORONDERZOEK CO-CREATIE OPDRACHT 3: DUMMY OPDRACHT 4: W ORKSHOP
2
PROGRAMMA 2.1
3
7
W EEKSCHEMA
7
TOETSING EN BEOORDELING 3.1 3.2 3.3
4
4 4 5 6
8
PROCEDURE TOETSMATRIJS HERKANSINGEN
8 8 9
ALGEMENE OMSCHRIJVING 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
10
INLEIDING INHOUD RELATIE MET ANDERE ONDERWIJSEENHEDEN LEERDOELEN LITERATUUR EN ICT-BRONNEN
MEDMEC03, 09/02/2010
10 10 10 10 10
3
1
Opdrachten
Als iemand je vraagt ‘wat is co-creatie?’ of ‘waarom is co-creatie nuttig?’, wat zeg je dan? Je weet dat co-creatie meer is dan samen tot een eindresultaat komen. Opdracht 1 Co-creatie met papier. Met deze opdracht beleef je co-creatie door te doen. Het is een introductie met co-creatie. In opdracht 2 verkrijg je via enkele deelopdrachten inzicht in het begrip co-creatie. In de laatste deelopdracht verwerk je de onderzochte bronnen en deelopdrachten tot 1 geheel. Er zitten een aantal weken zonder les tussen opdracht 1 en opdracht 2. Ter voorbereiding van opdracht 2 ga je onderzoek doen naar allerlei bronnen, tijdschriften, artikelen, boeken om het begrip co creatie zo goed mogelijk te bestuderen. Opdracht 3 is je dummy. Ga verder waar je gebleven was met het verzamelen van inspiratie bronnen. Noteer en schets over je ideeën (voor alle vakken). Concludeer, leer zien, hoe er een relatie is tussen je inspiratiebronnen en wat je maakt. Opdracht 4 is één grote opdracht. Met een groepje of individueel werk je aan deelopdrachten om tot een Concept en productvoorstel te komen. Hierbij pas je co-creatie toe. Daarnaast beschrijf je het gevolgde proces hoe je bent gekomen tot het bereikte eindresultaat. Opdracht 1: Co-creatie met papier Deze opdracht, als introductie van de term co-creatie, bestaat uit 5 delen. Maak van papier een vrijstaande constructie die zo ver mogelijk de ruimte in reikt. Deze opdracht wordt tijdens de les uitgevoerd. 1. Onderzoek: Individueel. Bedenk 10 verschillende manieren om bouwelementen te maken van papier (bijv. stapelen, vouwen, rollen, etc.). Leg je resultaten vast dmv schetsen en foto’s. 2. Plan: Team. Verzamel met je team jullie beste onderzoeksresultaten. Welke manieren om bouwelementen te maken gaan jullie toepassen? Wat is jullie plan voor de constructie? 3. Bouwen: Team. Ieder team start vanaf zijn tafel met de bouw van de constructie. Het is de bedoeling dat je met je constructie contact maakt met de constructie van een ander team. Op welke wijze kan dit het makkelijkst? 4. Evaluatie: Klassikaal. Op welke gebieden maakte je gebruik van elkaar? Maak foto´s van het resultaat. 5. Vastlegging: Individueel. Verwerk je proces en conclusies in je vooronderzoek. Randvoorwaarden Gebruik hiervoor 80gr A4 papier. Het is niet toegestaan lijm, paperclips, nietjes of welk ander verbindingsmateriaal dan ook te gebruiken. Het is ook niet toegestaan ander gereedschap te gebruiken dan je handen. Voer deze opdracht uit in kwartetten.
Opdracht 2: Vooronderzoek co-creatie In deze opdracht verwerf je inzicht in het begrip co-creatie. Wat is het precies, hoe doe je het en wat heb je eraan. Om tot dit inzicht te komen werk je individueel en in groepsverband aan drie deelopdrachten. Voor de uitwerking van deze drie deelopdrachten geldt:
MEDMEC03, 09/02/2010
4
2.1 Individueel gedeelte: Je werkt de 3 deelopdrachten individueel uit (Wat is co-creatie?, Hoe werkt co-creatie?, Waarom cocreatie? 1. Je onderzoekt allerlei bronnen en vindt voorbeelden. Minstens 5 bronnen en 5 voorbeelden. 2. Verdeel de gevonden informatie in rubrieken en verwerk deze informatie in een mindmap. 3. Schrijf een leesaantrekkelijke en duidelijke samenvatting van 400 – 1.200 woorden waarin je de essentie van co-creatie beschrijft. De onderzochte en gevonden informatie over de 3 vragen hieronder verwerk je in je samenvatting. Deze samenvatting is dus gebaseerd op meerdere bronnen en praktijkvoorbeelden. Ondersteun je samenvatting met beeld en als je minder woorden gebruikt, dan gebruik je meer beeld. Deelopdracht 2.1.a. Wat is co-creatie? Als je aan co-creatie denkt, waar denk je dan aan? Welke spontane gedachten komen bij je op? Wat is co-creatie nou precies? In dit onderdeel vorm je jezelf een beeld over wat co-creatie is. Onderzoek het begrip co-creatie. Vind bronnen en praktijkvoorbeelden. Deelopdracht 2.1.b Hoe werkt co-creatie? Zoals jullie in Medmec01 hebben geleerd is een belangrijke voorwaarde om tot nieuwe ideeën te komen: uitstel van oordeel. Daarnaast is het belangrijk om een probleem anders te bekijken en je af te vragen, ‘wat is nog meer een goed idee’. Dit zijn voorwaarden waar aan moet worden voldaan om creatief denken succesvol te maken. Zo zijn er ook voorwaarden om co-creatie mogelijk te maken. Daarover gaat deze opdracht. Hoe werkt co-creatie en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om te kunnen co-creëren. Vind nieuwe (andere dan gebruikt bij 2.1.a) bronnen en praktijkvoorbeelden. Deelopdracht 2.1.c Waarom co-creatie? Voordelen van creatief denken is dat je met je denken ‘out of the box’ treedt en daardoor met elkaar tot betere oplossingen komt dan je alleen had gekund. Co-creatie heeft ook voordelen. Wat is de meerwaarde van co-creatie? Welke voordelen heeft co-creatie? Vind nieuwe (andere dan gebruikt bij 2.1.a en 2.1.b) bronnen en praktijkvoorbeelden. 2.2 Groepsgedeelte: Het groepsgedeelte kan pas aanvangen na afronding van het individuele gedeelte. 1. Vind 3 klasgenoten en bespreek de gevonden informatie van stap 2.1.a t/m 2.1.c met elkaar. 2. Bereid samen een presentatie van 5 minuten voor over de essentie van co-creatie, verwerk hierin jullie gevonden informatie van alle deelopdrachten en gebruik praktijkvoorbeelden.
Opdracht 3: Dummy Continue worden wij als mens geprikkeld via onze zintuigen. Een deel van de prikkels ontvangen wij met onze ogen. Een groot deel van deze prikkels ervaren wij onbewust. We zien het wel, maar doen er verder weinig mee. Soms zien we ineens iets, wat een sterke prikkel geeft. Het roept verschillende gedachten of beelden op of we krijgen ineens ideeën. Bijvoorbeeld als je onder de douche staat, televisie kijkt of in de stad loopt. Voor iedereen is dit op een eigen unieke manier. Er ontstaat dan een onbewuste associatie met een onderwerp waar je mee bezig bent. Dit zijn waardevolle en inspirerende ingevingen. Ervaar bewust welke waarnemingen ‘in het oog springen' en/of een sterke associatie oproepen. Noteer in je (digitale) dummy deze visuele waarnemingen en/of maak een schets. Noteer ook eens welke reactie (gedachte, gevoel, idee et cetera) het oproept. In je dummy plak je ook foto’s en krantenknipsels, maak je schetsen en schrijf je ideeën en citaten op. Je maakt onderscheid enerzijds in ideeën en inspiratie die betrekking hebben op een bepaalde probleemstelling, gewenste oplossing of opdracht en anderzijds in algemene ideeën en inspiratie. PS: De docent kan ook een thema aanreiken, op basis waarvan je de dummy dient te gebruiken.
MEDMEC03, 09/02/2010
5
Sta ook eens stil bij wat je nu precies aanspreekt in datgene wat je in je dummy opneemt en noteer deze reden. Spreek hierbij niet in superlatieven, zoals ‘ik vind deze foto mooi’. Maak je reden concreet. Waarom vind je de foto mooi? Wekelijks kunnen studenten worden uitgenodigd hun dummy te presenteren. Noteer en schets over je ideeën (voor alle vakken). Concludeer, leer zien, hoe er een relatie is tussen je inspiratiebronnen en wat je maakt. Opdracht 4: Workshop Opdracht 4 is één grote opdracht. Deze opdracht neemt 4 dagdelen in beslag verdeeld over 2 aan een volgende dagen. Met een groepje werk je aan 1 deelopdracht om tot een concept en productvoorstel te komen. Hierbij pas je co-creatie toe en leer je onderscheid te maken tussen visie, idee(ën), concept. en productvoorstel Deze opdracht krijg je tijdens de workshop dagen.
MEDMEC03, 09/02/2010
6
2
Programma
2.1
Weekschema Lesweek
Onderwerpen
Huiswerk voor komende week en les
1
o o
Inleiding module & werkwijze Inleiding opdracht 2
o o o
Bestuderen modulewijzer START met opdracht 2 Dummy
2
o
Werken in de les aan opdracht 1
o o o
Verder werken aan opdracht 2. Presentatie voorbereiden opdracht 2 Dummy
3
o
Presentaties opdracht 2
o o
opdracht 2 afmaken Dummy
4
o o
Geen les Inleveren Opdracht 2
o
Dummy
5
o
Hoorcollege Rond Zuur en Geel. Van idee naar Concept.
o
Dummy
6
o
Geen les
o
Dummy
7
o
Geen les
o
Dummy
8
o
Geen les
o
Doorlezen opdracht 2 ter voobereiding van workshop
9
o
2-daagse workshop
o
Inleveren afronding workshop
10
o
Herkansing Medmec02
MEDMEC03, 09/02/2010
7
3
Toetsing en beoordeling
3.1
Procedure De student wordt getoetst op een aantal aspecten, te weten: o De wijze waarop met de lesstof wordt omgegaan. o De mate waarin de lesstof is eigengemaakt. o De resultaten en kwaliteit van de uitgevoerde opdrachten Om voor een beoordeling van de module MEDMEC03 in aanmerking te komen, moet je aan een aantal criteria hebben voldaan. Hieronder wordt beschreven wat deze criteria zijn: Inleveren (deel-)producten: o Er geldt een verplichting aan op tijd inleveren van materialen. In het weekschema is beschreven wanneer welke producten moeten worden ingeleverd. Hierop wordt geen uitzondering gemaakt. In de praktijk noemen we dit ‘deadlines’, die nodig zijn om het project / de opdracht op tijd te kunnen afronden. Het ‘te laat’ inleveren van (deel-)producten zorgt ervoor dat je geen feedback krijgt op je vorderingen. Tevens wordt bij te laat inleveren punten in mindering gebracht op het resultaat. Elke (deel van de) week te laat is een punt aftrek. Presentaties: o De presentatie dient te voldoen aan de gestelde criteria. o Om voor een beoordeling in aanmerking te komen moet je bij alle presentaties van je werkgroep aanwezig zijn en een actieve bijdrage leveren. Niet verschijnen bij een presentatie houdt in dat je een punt aftrek krijgt op je eigen presentatie. Proces en gedrag: o Bij de (deel)producten is ook aangegeven welke processtappen je moet nemen. Als dat niet voorgeschreven is, dan kan een verantwoording van de gekozen processtappen gevraagd worden. o 80% aanwezigheid in de lessen met een pro-actieve (werk)houding tijdens de klassikale of groepsactiviteiten en uitvoering van de (individuele) opdrachten. o Bij de workshop is 100 % aanwezigheid verplicht. o Bij het hoorcollege is aanwezigheid verplicht.
3.2
Toetsmatrijs De module wordt beoordeeld aan de hand van 3 onderdelen:
Onderdeel 1 – Vooronderzoek (hierin komen opdracht 1 en 2 samen)
Onderdeel 2 - Dummy
Onderdeel 3 – Workshop
Elk onderdeel moet aanwezig zijn. Bij het ontbreken van een van de onderdelen vindt geen beoordeling plaats. De uitkomst van de 3 onderdelen gezamenlijk levert één eindcijfer op variërend van 2, 4 tot 6. Daar bovenop kunnen extra punten verdiend worden, zoals beschreven in onderstaand overzicht.
MEDMEC03, 09/02/2010
8
Beoordelingsmodel MEDMEC03 Het cijfer voor de onderdelen 1, 2 en 3 gezamenlijk is een 2 of 4 of 6. Cijfer Toelichting 2:
de onderdelen zijn incompleet opgeleverd en voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) overdoen
4:
de onderdelen zijn compleet opgeleverd en voldoen niet aan de eisen (onvoldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) reparatie
6:
De onderdelen zijn compleet opgeleverd en voldoen aan de eisen en (voldoende uitgewerkt, zoals terug te vinden in de beschrijving van de opdrachten) behaald
Daarnaast kan elke student maximaal 4 extra punten verdienen met onderstaande criteria. Het zijn criteria waarmee de student demonstreert de mate waarin de lesstof eigen is gemaakt en als parate kennis en vaardigheid beschikbaar is. Deze criteria gaan over het hebben van de gewenste attitude en begrip en inzicht in en het kunnen toepassen van de geleerde vaardigheden. Het verwerven van extra punten vraagt onder andere inzet, inzicht, het vermogen om verbanden te kunnen leggen en creativiteit. De wijze waarop dit wordt aangetoond bepaalt de student zelf. Criterium
Punt
Student heeft de informatie uit het hoorcollege aantoonbaar toegepast in de uitwerking van de opdrachten.
1
Student heeft het nut en de meerwaarde van de dummy onder andere bij het uitwerken van opdrachten en het effect op het creatieve proces inzichtelijk gemaakt en duidelijk onderbouwd.
1
Student heeft aantoonbaar een oorspronkelijke en inspirerende aanpak gedemonstreerd.
1
Student heeft zich onderscheiden door …………
1
3.3
Herkansingen De herkansingen zijn als volgt geregeld: - Bij een onvoldoende resultaat aan het eind van de lesperiode, volgt een herkansing in de direct daar opvolgende lesperiode. Dit houdt in dat, nadat het eindcijfer bekend is, de student individuele afspraken maakt met de begeleidende docenten over het te volgen de herkansingstraject. De herkansingen worden in de 10 lesweek van de volgende periode ingeleverd. Indien dit resultaat weer onvoldoende is, dan volgt het cursusjaar daarop een nieuwe kans. - Bij onvoldoend resultaat van een deelproduct worden er individuele afspraken gemaakt met de student over zogenaamde reparatiewerkzaamheden, om dit resultaat om te vormen tot een voldoende resultaat. Dit gebeurt direct nadat de beoordeling heeft plaatsgevonden. - Heb je de workshop niet gehaald of gemist, dan moet je deze herkansen. Vraag je docent voor meer informatie over tijd en locatie. Maak je geen gebruik van de herkansingsmogelijkheid, dan vervalt het recht op herkansing. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken, echter uitsluitend in overleg met SLC-coach en begeleidende docenten.
MEDMEC03, 02/02/2008
9
4
Algemene omschrijving
4.1
Inleiding Media aan de Maas leidt studenten op tot designers, developers, engineers en technologen voor de wereld van nieuwe media. Bij uitstek professionals van wie wordt verwacht dat ze creativiteit in kunnen zetten bij het uitvoeren van hun taken. Hun creatieve vermogen moet hen in staat stellen te komen tot oplossingen voor de vraagstukken waarmee ze zich geconfronteerd zien. Binnen de leerlijn Media en Creativiteit worden studenten zich bewust van hun eigen creatieve vermogen. Ze leren hun creatieve vermogen in te zetten bij hun ontwikkeling en ten behoeve van hun latere beroepsuitoefening. Om als professional te functioneren is het dus essentieel dat de student: o Zich bewust is van zijn/haar eigen creatieve vermogens opdat hij/zij deze in kan zetten bij het vinden van oplossingen voor ontwerpvraagstukken; o In staat is sturing te geven aan het eigen creatieve proces; o De meerwaarde kent van het ontwikkelen van creativiteit en creatieve vermogens in het licht van de beroepsuitoefening
4.2
Inhoud MEDMEC03 gaat over hoe je als ontwerpteam optimaal in het creatieve proces kunt functioneren om te komen tot ideeën, nieuwe oplossingen en innovatieve ontwerpen. Dit kun je door co-creatie bereiken. Een aspect van co-creatie is oordeelloos en open minded naar elkaar zijn ten aanzien van ideeën, maar ook hoe je elkaar kunt inspireren en versterken. Tijdens dit kwartaal gaan we ons ook richten op het proces van idee naar concept. Wat is het verschil tussen de twee? Hoe kan inzicht in dit proces tot betere ideeën leiden?
4.3
Relatie met andere onderwijseenheden In de module Media en Creativiteit word je aangemoedigd om een nieuwsgierige houding aan te nemen en jezelf open te stellen voor een veelheid aan (nieuwe) bronnen. Daarnaast ontwikkel je gevoel voor vernieuwing, compositie en beeld, zodat de concepten die je ontwikkelt in het creatieve proces en de ontwerpen die je maakt tijdens het designonderwijs aan kwaliteit zullen winnen. Ook tijdens de praktijk georiënteerde projecten zul je profijt hebben van deze technieken, bijvoorbeeld bij het genereren en ontwikkelen van nieuwe ideeën en concepten. Tenslotte bestaat verwantschap met onder andere Usability, Prototyping, Creative Marketing, waarbinnen de ontwikkeling van concepten een centrale positie inneemt.
4.4
Leerdoelen De student is in staat: De relatie tussen verzamelde inspiratiebronnen en het gemaakte werk van de student zelf te zien. Het verschil te zien tussen idee en concept en dit toe te passen. Uit te leggen wat de term co-creatie inhoudt en toe te passen..
4.5
Literatuur en ICT-bronnen
Ter inspiratie: de o Igor Byttebier, Creativiteit Hoe? Zo?, uitgeverij Lannoo, 3 druk 2002 de o Koen de Vos, Brainstormen, Pearson education Benelux, 2 druk 2006 de o Ghislaine Bromberger, De kracht van beelddenken, Uitgeverij Nelissen, 2 druk 2006. de o George Parker, Het grote boek van de Creativiteit, Archipel, 3 druk 2004 o Guy Claxton & Bill Lucas, Ontdek je creativiteit, Element, 1ste druk 2004
MEDMEC03, 02/02/2008
10
o o
Minique Hampsink en Nanette Hagedoorn, Beweging in je brein, Academic Services, 1ste druk 2006 de Jo Bos en Ernst harting, Projectmatig creëren, Scriptum Management, 5 druk januari 2001
o o o o o o o o
http://www.emerce.nl/nieuws.jsp?id=1604972 http://www.favelafabric.com/Proposition.asp http://www.upstream.nl/comments.php?id=360_0_1_0_C http://www.nieuweproductenbedenken.nl/default.asp?pid=723&sid=2&blid=732 http://www.creatingminds.org/ www.cocd.org (Centrum voor Ontwikkeling van Creatief Denken) www.leren.nl www.brainssstorm.com
MEDMEC03, 02/02/2008
11