REIN KIEVIET
MKB gaat over naar SEPA, maar weet het nog niet! Het Nederlandse betalingsverkeer staat voor grote uitdagingen. Binnen enkele jaren moeten de Nederlandse betaalmiddelen zijn vervangen door Europese om onderdeel te kunnen worden van de Single Euro Payments Area. Banken, de grote bedrijven, en ook het midden- en kleinbedrijf moeten samen voor een soepele overgang zorgen, want tijdens de verbouwing moeten betalingen en ontvangsten gewoon doorgaan.
Drs. R.F.M. Kieviet is senior beleidsmedewerker bij de Divisie betalingsverkeer van de Nederlandsche Bank
In het eurogebied betalen we elkaar met euro’s, of we dat nu contant doen of giraal via de betaalrekening. Hier kunnen we contant overal met dezelfde op Europese leest geschoeide munten en bankbiljetten terecht. Giraal hebben we echter nog vooral nationale betaalmiddelen die buiten de landsgrenzen niet bruikbaar zijn. Maar dat gaat veranderen. Sinds januari 2008 bestaan er in een groot deel van Europa al Europese Overschrijvingen en binnenkort komen daar Europese incasso’s bij, girale betaalmiddelen die in alle landen ook op dezelfde Europese leest geschoeid zijn. En ook de bankpassen krijgen een groot Europees bereik. Alle inwoners en bedrijven van de eurolanden kunnen over enkele jaren overal op dezelfde manier betalen, in eigen land en in andere eurolanden. We zijn onderweg naar één grote Europese betaalmarkt: de Single Euro Payments Area, kortweg SEPA.1 1 SEPA omvat in principe het eurobetalingsverkeer van 32 landen: de 16 eurolanden, de overige 11 EU-landen, de overige 3 EER-landen en ten slotte Zwitserland en Monaco.
22
WAAROM ‘EUROPEES BETALEN’? Een geïntegreerde betaalmarkt is onontbeerlijk om de Interne Markt in de EU te voltooien. De Europese Commissie, het Europese Parlement, de Europese Centrale Bank en de aangesloten centrale banken zijn grote voorstanders van SEPA. De Europese Commissie heeft laten becijferen dat de kostenbesparingen voor de hele Europese markt zouden kunnen oplopen tot meer dan honderd miljard euro over een periode van zes jaar. Die ontstaan door schaalvergroting en verhoogde concurrentie in een open en transparante markt. Zo krijgen ondernemers keuze uit veel meer aanbieders van betaaldiensten dan nu nationaal het geval is. Gemeenschappelijke standaarden in een Europees ‘level playing payments field’ vormen bovendien een goede voedingsbodem voor verdere efficiencybevorderende innovaties. Eén Europese betaalmarkt biedt inefficiënte betaallanden relatief meer voordelen dan efficiënte, zoals Nederland. Maar toch kan ook Nederland profiteren, al worden die voordelen vooral op langere termijn zichtbaar.
S E P T E M B E R 2010
24788-7_BW_MKB0810.indd 22
23-08-2010 10:29:41
SEPA vooral nationale migratie De kortetermijnvoordelen zijn groter naarmate consumenten en bedrijven meer naar of in het Europese buitenland betalen. Zo is het in SEPA niet langer noodzakelijk om rekeningen aan te houden in andere landen om buitenlandse klanten met locale betaalproducten goedkoop te kunnen incasseren.
Eén Europese betaalmarkt biedt inefficiënte betaallanden meer voordelen dan efficiënte, zoals Nederland. Maar toch kan ook Nederland profiteren
De verleiding is groot om de voordelen in het grensoverschrijdende betalingsverkeer te benadrukken, maar daar krijg je niet veel partijen enthousiast mee. Hoeveel consumenten en bedrijven hebben baat bij een gemakkelijker betalingsverkeer met het buitenland? We doen bijna 99% van al onze betalingen in eigen land. Veel bedrijven met louter binnenlandse klanten denken al snel buiten schot te blijven en dus niets te hoeven doen. Een misvatting. Maar het valt niet mee om uit te leggen dat, om een Europese betaalmarkt te creëren, juist de nationale betalingen op Europese standaarden worden gebaseerd. In Nederland, maar ook in Duitsland, België en in al die andere eurolanden. En zelfs voor eurobetalingen van en naar niet-eurolanden in Europa! Dát is integratie. Door dat in al die landen te doen, ontstaat een nieuw, veel groter binnenland. Helaas is SEPA nog te vaak een puur Europees onderwerp, terwijl het vooral om nationale migratie gaat.
om ervoor te zorgen dat de kaarten even gemakkelijk en veilig bij geld- en betaalautomaten in het buitenland als in het binnenland te gebruiken zijn. In sommige landen, zoals in Nederland, is ervoor gekozen het nationale merk te vervangen door een internationaal merk. Voorlopig zijn oude en nieuwe SEPA-betaalmiddelen naast elkaar op de markt. Bedrijven bepalen in principe nu nog zelf wanneer ze met Europese producten gaan betalen en ontvangen en wanneer ze stoppen met de Nederlandse, maar de deadlines voor de laatste komen eraan.
Wat bedrijven moeten doen De overgang naar Europese producten, standaarden en systemen houdt voor bedrijven vergaande aanpassingen in. Denk aan herziening van administratieve processen en systemen, implementatie van SEPA-standaarden en -interfaces, afbouw gebruik ‘oude’ betaalrekening, producten en kanalen in alle systemen en administratieve processen, en ook communicatie met de eigen relaties over de nieuwe betaalproducten en rekeningnummers. Het is aan te bevelen niet te wachten tot een harde einddatum voor het Nederlandse betalingsverkeer is gesteld, maar vroegtijdig in kaart te brengen wat SEPA voor de eigen organisatie concreet betekent. Dit beperkt extra inspanningen en kosten, en bereidt de organisatie soepel en tijdig voor op SEPA.
De overgang naar Europese producten, standaarden en systemen houdt voor bedrijven vergaande aanpassingen in
Het valt niet mee om uit te leggen dat, om een Europese betaalmarkt te creëren, juist de nationale betalingen op Europese standaarden worden gebaseerd Europese betaalproducten vervangen Nederlandse Om één markt voor betalingsverkeer te creëren, moeten nationale betaalstandaarden, rekeningnummers en betaalproducten plaatsmaken voor Europese, waarmee binnenlands én grensoverschrijdend kan worden betaald en geïncasseerd. Over enkele jaren kunnen bedrijven en consumenten alleen nog betalen en incasseren met Europese overschrijvingen, ‘SEPA credit transfers’ en met Europese incasso’s, ‘SEPA direct debits.’ Steeds meer nieuwe releases van betaal- en boekhoudpakketten voorzien in de Europese standaarden. Voor de betaalpassen is niet voorzien in een gemeenschappelijk Europees kaartmerk, maar zijn wel afspraken gemaakt
Figuur 1. De SEPA-landen
NEDERLANDSE MARKT NOG ONVOLDOENDE BEWUST VAN SEPA Veel bedrijven zijn zich nog onvoldoende bewust van SEPA. Dat blijkt uit een enquête die de Nederlandsche Bank (DNB) onder bedrijven en overheidsinstellingen heeft gehouden om inzicht te krijgen in het SEPA-bewustzijn en
S E P T E M B E R 2010
24788-7_BW_MKB0810.indd 23
23
23-08-2010 10:29:41
in de stadia van voorbereiding. Het algemene beeld van deze SEPA-monitor is dat overheden en grote bedrijven bekend zijn met SEPA en bezig zijn met de voorbereidingen, maar dat in het midden- en kleinbedrijf het SEPA-bewustzijn nog niet zo hoog is. Verder is vooral in het MKB, maar toch ook bij grote bedrijven en overheden, behoefte aan algemene en concrete informatie. Het feitelijke gebruik van Europese overschrijvingen is bij alle bedrijven nog gering. De SEPA-monitor, die DNB tweemaal per jaar uitvoert, inventariseert ook de voortgang bij leveranciers van betaalen boekhoudpakketten met de aanpassing van hun (ERP-) software. Ongeveer de helft is nog druk bezig met aanpassen en een kwart van de ondervraagden heeft softwarepakketten op de markt gezet die betalen met SEPA credit transfers ondersteunen.2
MKB nog onvoldoende voorbereid Voor het MKB-deel van de monitor heeft DNB een marktonderzoekbureau onder 458 ondernemers in het midden- en kleinbedrijf telefonische interviews laten afnemen. Deze ondernemers zijn verdeeld over vijf grootteklassen en verspreid over tien verschillende sectoren.3 Er is een duidelijk verband gevonden tussen de omvang van het bedrijf en de kennis over SEPA. Het SEPA-bewustzijn is het laagst bij kleine bedrijven met maximaal 4 werknemers. Bij bedrijven met 5-19 werknemers is 31% op de hoogte, oplopend tot 42% bij bedrijven met 50-249 medewerkers. Ook blijken er verschillen te zijn tussen sectoren. Zo zijn MKB’ers in de groothandel en in vervoer & opslag relatief goed op de hoogte. In deze sectoren doen ondernemers relatief veel zaken met het buitenland.
Vergeleken met het grootbedrijf zijn er binnen het MKB veel minder bedrijven die een beeld hebben van de gevolgen van SEPA voor de eigen organisatie
Vergeleken met het grootbedrijf zijn er binnen het MKB veel minder bedrijven die een beeld hebben van de gevolgen van SEPA voor de eigen organisatie. Ongeveer 11% geeft aan hier enig, maar nog onvoldoende zicht op te hebben, 4% heeft een algemeen beeld en nog eens 4% een volledig beeld. De resterende 81% weet niet wat voor gevolgen de komst van Europese betaalmiddelen heeft. Het kennisniveau 2 De SEPA-monitor is te downloaden op: http://www.dnb.nl/betalingsverkeer/mob/publicaties/index.jsp. 3 Sectoren: industrie, bouwnijverheid, detailhandel, horeca (grote bedragen), groothandel, vervoer en opslag, informatie en communicatie, dienstverlening, cultuur en recreatie en de zorgsector (markt). Deze zijn na weging representatief voor het MKB in de beschouwde (deel)sectoren. De grootteklassen zijn gemeten naar aantal werknemers: zzp, 2-4, 5-19, 20-49 en 50-249 werknemers.
24
blijkt toe te nemen met de bedrijfsomvang en internationaal georiënteerde bedrijven geven wat vaker aan een beeld te hebben van de op stapel staande veranderingen. Aan de MKB’ers die aangeven op de hoogte te zijn, is gevraagd welke veranderingen zij denken te moeten invoeren. Meest genoemd is vermelding van de IBAN, het internationale rekeningnummer en de BIC-code van de eigen bank op alle facturen en alle bedrijfscorrespondentie (31%), gevolgd door aanpassing van de internetbankieromgeving (15%) en de omzetting van nationale naar internationale rekeningnummers in het crediteuren- en debiteurenbestand (15%). Daarnaast noemde 10% de overgang naar een EMV-betaalterminal een belangrijke verandering. Slechts een enkele MKB’er weet dat bij zakelijke incasso’s nieuwe machtigingen moeten worden afgegeven. Bijna de helft van de ondernemers weet nog niet wat voor aanpassingen zij moet treffen om op Europese betaalmiddelen over te gaan.
Van de ondervraagde MKB-bedrijven betaalt slechts 4% al met Europese overschrijvingen en is niet meer dan 5% begonnen met de voorbereidingen daartoe Van de ondervraagde MKB-bedrijven betaalt slechts 4% al met Europese overschrijvingen en is niet meer dan 5% begonnen met de voorbereidingen daartoe. Dat betekent dus dat 91% feitelijk nog niets heeft gedaan. In de laatste groep zitten relatief veel zzp’ers en kleine bedrijven. De meerderheid hoorde via de enquête voor het eerst van SEPA en wist niet dat ze iets zou moeten doen, terwijl ruim eenderde antwoordde niet te weten wat ze zou moeten doen. Het mag hoe dan ook geen verbazing wekken dat de behoefte aan informatie over SEPA groot is. Zo gaf 80% van de MKB’ers aan nader geïnformeerd te willen worden over de nieuwe Europese betaalmiddelen. Ze willen vooral praktische informatie, zoals over aanpassingen in hun interne betaal- en boekhoudsystemen, in hun facturen en bedrijfscorrespondentie. Ook willen ze weten hoe de huidige nationale rekeningnummers van hun klanten kunnen worden omgezet in internationale, en welke kosten de omschakeling met zich meebrengt. Tweederde verwacht de gewenste informatie van de eigen bank te krijgen. De meeste grotere bedrijven in de steekproef zijn al bezig met de voorbereidingen, maar ook hier betaalt nog maar een klein deel met Europese overschrijvingen. Grote bedrijven zijn nog terughoudend om snel over te gaan. Een aantal wacht liever tot heel Europa klaar is en zij in één keer al hun overschrijvingen binnen SEPA met dezelfde standaarden kunnen doen. Ook geven de grotere bedrijven aan liever niet voor de troepen uit te lopen. Dat geldt minder voor de
S E P T E M B E R 2010
24788-7_BW_MKB0810.indd 24
23-08-2010 10:29:41
overheidsbedrijven, die of al over zijn of zeer vergevorderd zijn met de voorbereidingen. Van hen wordt dan ook een voortrekkersrol verwacht.
overschrijvingen. Per 1 november komt de Europese Incasso, de SEPA Direct Debit, in heel Europa naast de nationale incasso op de markt. Daarmee kunnen bedrijven gelden innen bij meer dan 2700 banken in SEPA.
MKB neutraal tegenover SEPA De bedrijven is ook gevraagd om op een schaal van 1 (zeer ongunstig) tot 7 (zeer gunstig) aan te geven hoe ze de gevolgen van SEPA voor hun eigen onderneming/organisatie inschatten. Grote bedrijven en overheidsbedrijven zijn overwegend positief over die gevolgen. Het MKB staat er gemiddeld genomen vrij neutraal tegenover: 19% schat de gevolgen van SEPA voor de eigen onderneming negatief, 34% neutraal en 29% positief in. Verder heeft 18% aangegeven deze vraag niet te kunnen beantwoorden.
In de bouwnijverheid en in de dienstverlening verwacht men het minst te profiteren van SEPA De positieve verwachtingen blijken toe te nemen met de bedrijfsomvang. Zo staat 17% van de zzp’ers negatief tegenover SEPA, 41% neutraal en 25% positief, terwijl 14% van de MKB’ers met 50-249 werknemers verwacht dat SEPA ongunstig voor zijn bedrijf is, en 28% neutrale en 53% positieve verwachtingen heeft. De genoemde percentages bij de grootste bedrijven in het MKB zijn vrijwel gelijk aan die voor de grote bedrijven die in dit onderzoek zijn benaderd. Bedrijven met veel internationale contacten, zoals in de sectoren informatie en communicatie, groothandel en vervoer en opslag, zijn gemiddeld genomen positiever dan bedrijven in andere sectoren. Bedrijven in de groothandel en in vervoer & opslag hebben een beter beeld van de veranderingen en zijn al relatief vaak bezig of zijn zelfs al klaar met hun voorbereidingen. In de bouwnijverheid en in de dienstverlening verwacht men het minst te profiteren. In de bouwnijverheid is sowieso heel weinig bekend over SEPA.
Migratie gaat te langzaam Een niet zo hoog SEPA-bewustzijn, onvoldoende informatie over wat er moet gebeuren, wel inspanningen en beperkte voordelen zijn niet bepaald factoren die de overgang naar SEPA bespoedigen. Dat blijkt ook uit de cijfers. De Europese overschrijving is ruim anderhalf jaar op de markt, maar wordt nog weinig gebruikt. Een klein aantal bedrijven in Nederland boekt er euro’s mee over naar het buitenland. Met de SEPA Credit Transfers kun je leveranciers betalen bij 4500 banken in Europa. In het tweede kwartaal van dit jaar werd in Nederland 1,9 miljoen keer met SEPAoverschrijvingen naar het buitenland betaald. Maar het gaat vooral om het binnenland en daar wordt nog nauwelijks ‘Europees’ betaald. In hetzelfde kwartaal werden slechts 287.000 binnenlandse SEPA-overschrijvingen geregistreerd. Dat is minder dan 0,1% van het totale aantal binnenlandse
De Europese overschrijving is ruim anderhalf jaar op de markt, maar wordt nog weinig gebruikt Grensoverschrijdend machtigen was tot nu niet mogelijk. De overgang naar de Europese incasso is dus uitsluitend een binnenlandse migratie. Ofschoon banken hiermee dit jaar de basisinfrastructuur voor Europees betalen gereed hebben, moeten ook zij nog veel doen om te zorgen dat alle SEPA-producten en varianten via alle kanalen ook beschikbaar zijn voor al hun klanten. De migratie komt wat meer op gang doordat steeds meer Nederlandse overheids- en semi-overheidsinstellingen hun nationale overschrijvingen omzetten in Europese. Als dan de grotere betalers en incassanten snel volgen, gaan ook steeds meer kleinere bedrijven en consumenten SEPA ervaren. We hebben echter nog een lange weg te gaan voordat alle incasso’s en overschrijvingen op gemeenschappelijke Europese standaarden zijn gebaseerd. En de vraag is of we daarvoor nog wel genoeg tijd hebben.
EINDDATUM VOOR NEDERLANDSE BETAALPRODUCTEN IN ZICHT Europese en nationale autoriteiten, maar ook steeds meer marktpartijen zijn van mening dat de markt moet worden geholpen door bij wet een einddatum voor de nationale betaalproducten vast te stellen. Een reële einddatum voorkomt onnodige kosten van een dubbele infrastructuur. Niet alleen voor banken, maar ook voor bedrijven die anders lange tijd hun administratie zowel op Nederlandse als Europese standaarden en rekeningnummers moeten inrichten. De Europese Commissie werkt aan een Verordening voor heel SEPA waarin een einddatum wordt vastgesteld voor betalingen met nationale overschrijvingen en incasso’s. Elektronisch betalen met de betaalpas valt erbuiten. Een werkdocument met de contouren van dit ontwerp stond in juni open voor consultatie. De Afstemgroep SEPA Nederland (ASN) heeft hier namens de Nederlandse betaalgemeenschap op gereageerd.4 De ASN verwelkomt een gereguleerde 4 Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) heeft de ASN ingesteld om SEPA in Nederland zo soepel, kostenefficiënt en veilig mogelijk te kunnen invoeren. In deze afstemgroep zitten vertegenwoordigers van banken, consumenten en bedrijven (waaronder MKB-Nederland, VNO-NCW, Detailhandel Nederland, Koninklijke Horeca Nederland), en ook van DNB en de ministeries van Financiën en Economische Zaken. Het MOB richt zich op de bevordering van de maatschappelijke efficiëntie van het Nederlandse betalingsverkeer. Deelnemers zijn vertegenwoordigers van aanbieders en gebruikers in het betalingsverkeer.
S E P T E M B E R 2010
24788-7_BW_MKB0810.indd 25
25
23-08-2010 10:29:41
einddatum, maar acht een enkele einddatum veel efficiënter en transparanter dan de voorgestelde aparte data voor de uitfasering van de nationale overschrijvingen en incasso’s. Verder willen de ASN-leden dat de standaarden zo gedefinieerd zijn dat bestaande SEPA-standaarden toepasbaar blijven zonder de flexibiliteit en innovatie te beperken. In Nederland zitten de stakeholders op één lijn. In Europa is een meerderheid van gebruikers en autoriteiten voor gescheiden einddata. Ingeval van twee data kunnen Nederlandse gebruikers overigens nog wel in één keer over als de eerste einddatum voor de overschrijvingen ver genoeg in de toekomst ligt. Daarom heeft de ASN in de consultatie aangegeven die datum niet vóór 2014 te willen, anders hebben de meeste marktpartijen in Nederland niet genoeg tijd om soepel en efficiënt over te kunnen gaan. De verwachting is dat in 2011 twee einddata bij Europese wet verplicht worden gesteld. De exacte data zal het Europese politieke krachtenveld moeten gaan uitmaken.
worden enige pilots gereorganiseerd. In juni is de eerste gestart in Amsterdam, waar ondernemers en consumenten bij ruim dertig winkels aan het nieuwe pinnen kunnen wennen. Belangrijkste verandering is dat de pas met de chip in de automaat moet worden gestoken in plaats van hem er met de magneetstrip doorheen te halen. Bovendien moet de pas gedurende de hele transactie in de automaat blijven. De eerste ervaringen zijn positief, maar er is wel een aantal verbeterpunten gesignaleerd waarvoor oplossingen worden gezocht. Bedoeling is dat het nieuwe pinnen zich via de pilots en via winkelketens die snel helemaal overgaan, als een olievlek over Nederland gaat verspreiden. Om het grote publiek te informeren, is voor 2011 een landelijke communicatiecampagne voorzien. De voorlichtingscampagne voor acceptanten gebeurt branchegewijs. Voor ondernemers die hun terminal vervroegd moeten afschrijven, is er een financiële tegemoetkoming (Sloopregeling Betaalautomaten). Ondernemers die nog niet dit jaar een vervangende terminal aanschaffen, komen in aanmerking voor een vroegevogelkorting.
Nederland moet over naar pinnen met een (EMV-)chip en met een nationaal én internationaal te gebruiken merk Ook einddatum voor pas met magneetstrip en nationaal merk PIN Hoewel eerdergenoemde Europese einddatum alleen de overschrijvingen en incasso’s raakt, is er ook een nationale einddatum voor het betalen over de toonbank met de puur nationale pinpas. Het pinnen gaat niet verdwijnen, maar wordt wel aan internationale afspraken aangepast om in SEPA ook onderdeel te kunnen worden van de Europese ‘pinmarkt’. Daartoe moet Nederland over naar pinnen met een (EMV-)chip en met een nationaal én internationaal te gebruiken merk. Banken en de koepels van de winkeliers hebben in onderling overleg de einddatum voor deze EMV-migratie op eind 2011 gesteld, met een streefdatum van 30 juni 2011. Pinnen met een EMV-chip voorkomt skimmingfraude, waarbij criminelen de magneetstrip kopiëren en de rekening van de kaarthouder plunderen. Zo’n chip is veel moeilijker te kopiëren. Om die technologie te kunnen gebruiken, moeten de betaalpassen, pinautomaten en de infrastructuur worden aangepast. De infrastructurele EMV-migratie komt al aardig op stoom. Verreweg de meeste Nederlandse betaalpassen (en ook creditcards) zijn al voorzien van een EMV-chip. Die chipkaarten zijn bij alle geldautomaten in Nederland te gebruiken, maar nog niet bij alle betaalterminals in de winkels. Ongeveer 10% van de ca. 250.000 terminals kan die chip helemaal niet lezen, de overige terminals kunnen dat wel, maar nog maar 1% beschikt over de software die houders van deze chippassen het pinnen met magneetstrip onmogelijk maakt. Die software is nodig om op grote schaal te gaan pinnen met EMV. Om ervaring op te doen en kinderziektes te verhelpen,
26
Figuur 2. Met dit logo zal het nieuwe pinnen onder de aandacht worden gebracht
CONTRACTEN EN DATACOMLIJNEN AANPASSEN Winkeliers en andere toonbankinstellingen moeten in de overgangsperiode niet alleen hun automaat vervangen, maar ook hun contract. Een kenmerk van het nieuwe pinnen is ook de overgang van het nationale merk PIN naar een internationaal betaalmerk, zoals Maestro. Voor deze merkmigratie is van belang dat de accepterende bedrijven hun automaatcontracten omzetten. Hoewel ook dit deel van de migratie vordert, dient nog meer dan de helft van de acceptanten het contract om te zetten. Deze omzetting heeft geen gevolgen voor de tarieven en functionaliteiten, zoals banken en toonbankinstellingen in 2009 hebben vastgelegd bij de Nadere Overeenkomst bij het Convenant Betalingsverkeer.
Een kenmerk van het nieuwe pinnen is ook de overgang van het nationale merk PIN naar een internationaal betaalmerk, zoals Maestro
Verder krijgen de toonbankinstellingen het advies zo nodig te zorgen voor een betere datacommunicatieverbinding.
S E P T E M B E R 2010
24788-7_BW_MKB0810.indd 26
23-08-2010 10:29:41
Omdat met het nieuwe pinnen meer data met de bank worden uitgewisseld, is omwille van de snelheid breedband (adsl, kabel, glas) gewenst. Vooral bij kleinere acceptanten loopt de data-uitwisseling vaak nog over gewone telefoonlijnen, waarbij voor elke transactie apart wordt betaald. Afhankelijk van het gebruik kan breedband zelfs goedkoper zijn, omdat ongeacht het aantal pintransacties een vast bedrag per maand wordt betaald. Meer informatie over de chipmigratie is te vinden op www.hetnieuwepinnen.nl. Het doel is dat Nederlanders vanaf 1 januari 2012 alleen nog met de nieuwe chip kunnen pinnen.
Vooral bij kleinere acceptanten loopt de data-uitwisseling vaak nog over gewone telefoonlijnen, waarbij voor elke transactie apart wordt betaald
TEN SLOTTE Zowel het midden- als het kleinbedrijf krijgt het dringende advies om tijdig over SEPA te gaan nadenken en de huisbank om informatie te vragen. Voorkom de tijdsklem van een bij wet opgelegde einddatum voor het gebruik van Nederlandse overschrijvingen en incasso’s. De impact van SEPA is groter naarmate het betalingsverkeer en de klantenadministraties groter en complexer zijn. Maar ook kleine bedrijven en consumenten krijgen met SEPA te maken, alleen al via de omzetting van de bankrekeningnummers. Voor winkeliers met oude betaalterminals is haast geboden om die te vervangen en de contracten met de bank te wijzigen om in 2011 op tijd SEPA-proof te zijn. Om met de logica van een bekende oudvoetballer te eindigen: ‘Als ik iets eerder begin te lopen, dan lijk ik sneller.’
Andere te raadplegen websites over het nieuwe pinnen en over SEPA zijn: www.sepanl.nl, www.detailhandelnederland. nl, www.mkb.nl, www.allesoverbetalen.nl en www.dnb.nl.
MKB-BEDRIJVEN DIE OVER DE GRENS ONDERNEMEN PRESTEREN BETER MKB-bedrijven die internationaal actief zijn, presteren beter dan bedrijven die alleen binnen de landsgrenzen actief zijn, blijkt uit onderzoek van de Europese Commissie. Bedrijven met activiteiten over de grens hebben een betere concurrentiepositie, zijn innovatiever en hebben meer groei- en overlevingskansen. In hun studie hebben de onderzoekers gekeken naar de internationalisering van het Europese mkb en benoemen ze de belangrijkste belemmeringen en voordelen daarbij. Er zijn bijna 10.000 bedrijven onderzocht. Het Nederlandse bedrijfsleven scoort op het gebied van internationalisering hoger (52%) dan het Europees gemiddelde (44%). In Nederland ondersteunt het ministerie van Economische Zaken met verschillende programma’s ondernemers die over de grens willen ondernemen. Starters op buitenlandse markten kunnen bijvoorbeeld gebruikmaken van prepare2start.
SER GAAT ADVISEREN OVER ARBOBELEID ZZP’ERS Het dagelijks bestuur van de SER heeft minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laten weten een afzonderlijk advies uit te brengen over het vraagstuk van het realiseren van gelijke arbeidsomstandigheden voor werknemers en zzp’ers. De minister had de SER gevraagd in het komende advies over de positie van
zelfstandig ondernemers aandacht te besteden aan de fysieke belasting van zzp’ers in de bouw. Het dagelijks bestuur onderschrijft het uitgangspunt dat de arbeidsomstandigheden, het beschermingsniveau en de veiligheid op de werkplek voor iedereen die daar werk verricht, gelijk moeten zijn. Concurrentie op arbeidsomstandigheden is immers ongewenst. Dat geldt niet alleen voor de bouw, maar ook voor andere sectoren. Daarom wil de SER het vraagstuk breder trekken. Vanwege de complexiteit van de materie geeft de SER de voorkeur aan een afzonderlijk advies.
AOW-PARTNERTOESLAG WORDT GEKORT De AOW-partnertoeslag gaat met ingang van 1 januari 2011 met 8% omlaag. Huishoudens met een gezamenlijk inkomen tot 110% van het wettelijk minimum (circa € 20.000) worden echter van deze maatregel uitgezonderd. Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een daartoe strekkend wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. Aanvankelijk zou de AOW-partnertoeslag, vooruitlopend op de gehele afschaffing in 2015, met 6% omlaag gaan. Maar in februari verhoogde het kabinet de korting naar 8% om daarmee een financieel gat te dichten. Dat was ontstaan nadat een streep was gezet door de vervroegde afschaffing van de AOW-partnertoeslag in 2011 voor de groep nieuwe AOW’ers met partners jonger dan 55 jaar. Die maatregel was namelijk zowel in de Tweede Kamer als in het land op veel verzet gestuit.
S E P T E M B E R 2010
24788-7_BW_MKB0810.indd 27
27
23-08-2010 10:29:42