Ministerie van Verkeer en Waterstaat
-mwrnm
H v •*
Onderzoek Watersnood Maas
Deelrapport I Wateroverlast december 1993
dU^i-ie
Riikfwaterstaat/K!^>«
Rijksinstituut voor Integral Zoetwiterbahwu «ti
Afvalwattrbchandeilllj DocumentariE Poscbus 17
8200 AA Lelystad
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Onderzoek Watersnood Maas
Deelrapport I Wateroverlast december 1993
waterloopkundig laboratorium|wL
ex
De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in de volgende rapporten: Hoofdrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport Deelrapport
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
'Wateroverlast december 1993' 'Beleving van wateroverlast' 'Bestuurlijke aspecten' 'Hydrologische aspecten' 'Hydraulische aspecten' 'Morfologische aspecten' 'Geohydrologische aspecten' 'Landschapsecologische aspecten' 'Schademodellering' 'Kades, dijken en bijzondere constructies' 'Kosten en opbrengsten van ontgrondingen' 'Selectie van maatregelen' 'Ontwikkeling van strategieen' 'Onzekerheidsanalyse'
Dit Deelrapport 1 "Wateroverlast december 1993' beschrijft gedeeltelijk het in onderstaand fig gemerkte deelonderzoek.
gegevensverzameling / analyse oorzaken van schade
waterhuishoudkundige aspecten
landschapsecologische aspecten
ontwikkelen van maatregelen en methodiek voor ettectbepaling
selecteren van maatregelen
ontwerp van strategieen
bepaling elfecten van strategieen
effectentabellen
overige functies bestuurlijke aspecten
(landbouw. scheepvaart. recreatie)
Q1858/T1349
Deelrapport 1
december 1994
Woord vooraf In opdracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat is het 'Onderzoek Watersnood Maas' uitgevoerd door het Waterloopkundig Laboratorium ( W L ) , in nauwe samenwerking met het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling ( R I Z A ) . Aan het onderzoek is meegewerkt door een groot aantal gespecialiseerde bedrijven, rijksdiensten, universiteiten en instituten zoals Bureau S M E , Witteveen + Bos Raadgevende ingenieurs, Grondmechanica Delft ( G D ) , Research and Marketing ( R & M ) , Technische Universiteit Delft ( T U - D ) , Bureau Stroming, Universiteit Gent, Bureau Hamhuis + Van Nieuwenhuijze + Sijmons ( H + N + s ) , Stichting Toegepaste Landschapsecologie ( S T L ) , de diensten Weg- en Waterbouwkunde (DWW), Bouwdienst en Meetkundige Dienst ( M D ) van Rijkswaterstaat, Stichting Regionaal Archeologisch Archiverings Project ( R A A P ) en T N O . Daarnaast is advies ingewonnen van een aantal deskundigen. De resultaten van het onderzoek zijn samengevat in het Hoofdrapport, ondersteund door 14 Deelrapporten. In dit Deelrapport 1, 'Wateroverlast December 1993' wordt een overzicht gegeven van het onderzoek naar de in december 1993 opgetreden wateroverlast en de daarbij opgetreden schade. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van informatie verkregen van een groot aantal instanties, groepen en personen, zoals waterschappen, provincies, Rijkswaterstaatsdiensten, ingenieursbureaus, wetenschappelijke instellingen, stichtingen, comites en individuele indieners van suggesties voor oplossingsrichtingen. Zonder deze informatie en medewerking was het onmogelijk geweest het onderzoek uit te voeren. Vooral de Directie Limburg van Rijkswaterstaat, de Provincie Limburg, het waterschap Peel en Maasvallei en het waterschap Roer en Overmaas hebben het onderzoek uitgebreid en voortvarend ondersteund. De onderzoekers zijn alien die informatie hebben verschaft zeer dankbaar. Het onderzoek werd begeleid door de Commissie Watersnood Maas (Commissie Boertien II) en een door de Commissie ingestelde Klankbordgroep. W L is de Commissie Watersnood Maas erkentelijk voor de stimulerende ondersteuning en de positieve becommentariering van de door W L voorgestelde werkwijze, en voor de voortvarende manier waarop gereageerd is op de door de onderzoekers gepresenteerde tussenresultaten van het onderzoek. Hierbij heeft de Klankbordgroep als een buitengewoon waardevolle intermediair gefungeerd. W L is volledig verantwoordelijk voor de wijze waarop die informatie is gebruikt bij het onderzoek, voor de interpretatie daarvan, alsmede voor het trekken van de conclusies en het doen van aanbevelingen uit het onderzoek. W L vertrouwt erop dat een duidelijke invulling is gegeven aan de door de Commissie Watersnood Maas geformuleerde onderzoeksopdracht, en dat het onderzoek zal bijdragen aan het vinden van een maatschappelijk verantwoorde oplossing voor de vermindering van de wateroverlast in de Maasvallei.
waterloopkundig laboratorium |
W L
Woord vooraf — 1
Deelrapport!
Q1858/T1349
december 1994
Inhoud Woord vooraf Rapportsamenvatting
1
Inleiding 1.1 Doel van het deelrapport 1.2 Oorzaken van wateroverlast 1.3 Herkomst van de gegevens 1.4 Waardegrondslag van de schade 1.5 Indeling deelrapport
1—1 1—1 1—1 1—2 1—3 1—4
2
Oorzaken van wateroverlast 2.1 Algemeen Korte toelichting van bevindingen per gemeente 2.2
2—1 2—1 2 —3
3
Particulieren 3 —1 3.1 Inventarisatie december 1993 3 —1 3.2 Overzicht van opgetreden schade aan woningen en inboedels . . . 3 — 1 3.3 Overige schade 3 —6
4
Land4.1 4.2 4.3
5
Bedrijven 5.1 Inventarisatie december 1993 5.2 Indeling van de sector bedrijven 5.3 Overzicht van opgetreden schade
5—1 5 —1 5—1 5 —2
6
Instellingen 6.1 Inventarisatie december 1993 6.2 Indeling van de sector instellingen 6.3 Overzicht van opgetreden schade
6—1 6—1 6—1 6 —2
7
Overheid en Nutsbedrijven 7.1 Inventarisatie december 1993 7.2 Indeling van de sector overheid en nutsbedrijven 7.3 Overzicht van opgetreden schade 7.4 Toedeling van schade aan gemeenten
7—1 7—1 7—1 7 —3 7 —5
en tuinbouw Inventarisatie december 1993 Indeling van de landbouwsector Aanvullende opmerkingen
Bijlage A . Fotobladen inundatiegebied
waterloopkundig laboratorium |
WL
4—1 4—1 4—1 4 —5
Q1858/T1349
Deelrapport 1
december 1994
Rapportsamenvatting Doel en aanpak Dit deelrapport beschrijft de oorzaken en omvang van de wateroverlast van december 1993. Kennis van de precieze oorzaken van de wateroverlast is essentieel voor het ontwerp van maatregelen die in de toekomst de overlast kunnen verminderen. De inventarisatie van de omvang van de schade, gerelateerd aan de verschillende schadeoorzaken, is van belang voor het kunnen beoordelen van de effectiviteit van mogelijke maatregelen. In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van een schademodel gebaseerd op schadefuncties die voor een schadecategorie de relatie beschrijven tussen schade en inundatiediepte. Een belangrijk doel van de schadeinventarisatie die in dit deelrapport wordt beschreven is het verschaffen van de basisinformatie voor het afleiden van deze schadefuncties. De onderverdeling in schadecategorieen in dit deelrapport komt overeen met de categorieen gehanteerd in het schademodel: • • • • •
particulieren landbouwbedrijven overige bedrijven instellingen overheid en nutsbedrijven
Oorzaken van schade De primaire oorzaak van wateroverlast en schade in het Maasdal is dat er in of dichtbij het winterbed van de rivier wordt gewoond en gewerkt. Voor de toekomst zijn bestuurlijke maatregelen denkbaar die grenzen stellen aan activiteiten in het winterbed. In dit deelrapport is evenwel het huidig gebruik van het winterbed als uitgangspunt genomen en is de aandacht geconcentreerd op de fysieke oorzaken van overlast. Ten aanzien van de oorzaken van wateroverlast is onderscheid gemaakt tussen overlast ontstaan door inundatie, terugstromen via de riolering, kwel, stroomschade en calamiteiten. Verreweg de meeste schade is ontstaan door directe inundatie. Het gehele stroomvoerend winterbed en zelfs enkele gebieden daarbuiten zijn gei'nundeerd geweest. Op enkele plaatsen is schade ontstaan door terugstromen van de riolering of kwel. Stroomschade, doordat objecten direct omstroomd worden is slechts beperkt voorgekomen. De meest in het oog lopende calamiteit is geweest het doorbreken van de dijk te Arcen, waardoor het gehele dorp overstroomde. Opgetreden schade De totale schade door wateroverlast in het projectgebied (Eijsden tot Mook en Middelaar) in december 1993 bedraagt 254 M f . De schade die voor het onderhavige onderzoek relevant geacht wordt omdat deze mogelijk te vermijden is, bedraagt 215 M f . De categorie particulieren heeft de meeste schade ondervonden van de watersnood (97 M f ) . Voor de bedrijven bedraagt de schade van de wateroverlast 19 Mf voor de landbouwbedrijven en 74 Mf voor de overige bedrijven. De schade voor rekening van de overheid en nutsbedrijven bedraagt 61 Mf waarvan 21 Mf aan rivierschade (schade aan oevers, dijken, het verwijderen van havenslib, etc.). De schade aan instellingen tenslotte is een relatief geringe post: 1 M f . De schadecijfers zijn weergegeven in Tabel 1.
waterloopkundig laboratorium |
WL
Rap.sam. — 1
december 1994
Deelrapport 1
Q1858/T1349
In Figuur 1 is de ruimtelijke verdeling aangegeven van de schade zoals die in het schademodel is opgenomen. Opvallend daarbij is de grote schade die in de steden Venlo en Roermond is opgetreden. In Venlo is de schade in de categorie bedrijven groot. Voorts kunnen duidelijk de kernen onderscheiden worden die min of meer volledig geinundeerd geweest zijn. In de gemeente Maastricht nemen de buurtschappen Borgharen en Itteren meer dan 2/3 van de schade voor hun rekening. In de gemeente Susteren is de plaats Roosteren volledig geinundeerd geweest; in Roermond is een groot deel van de schade veroorzaakt door de overstraining van het buurtschap Herten-Ool. Ook de nagenoeg gehele inundatie van de plaats Arcen kan in de figuur worden teruggevonden.
Schadecategorie
Totaal geraamd (Mf)
Particulieren woningen auto's caravans tuinen Landbouwbedrijven
Bedrijven industrie, bouw, handel, dienstverlening grondstoffenwinning Instellingen
Overheid en nutsbedrijven scholen, gebouwen en terreinen rivierinfrastructuur landinfrastructuur nutsvoorzieningen opruiming, hulpverlening Totaal
96,51 (38,1%) 80,76 1,00 13,50 1,25 19,38 (7,6%) 73,96 (29,2%) 71,25 2,71 2,58 (1,0%) 61,25 (24,2%) 6,55 21,93 15,43 7,30 10,04 253,69
Tabel 1 Totale schade watersnood december 1993 (incl. BTW)
Rap.sam — 2
waterloopkundig laboratorium |
WL
december
Q1858/T1349
Deelrapport 1
1994
Miljoen gulden
Mook en Middelaar Cuijk Gennep Boxmeer Vierlingsbeek Bergen Meerlo-Wanssum Broekhuizen Grubbenvorst Arcen en Velden Venlo Tegelen Maasbree Belfeld Kessel Beesel Roggel en Neer Haelen Swalmen Roermond Maasbracht Heel Echt Susteren Born Stein Meerssen Maastricht Eijsden
- m33
-1 J
30 i
20 i
10
Gemeente «'
0 5
50
Overig
3 112
0 0.2
40 i
5
Bedrijven
] 70 69
- n i.6 -*////////////.
Landbouw
••"vWa
-^•x\\^w^n - Fj 0 8 -B i i
I 18.6
Particulieren • 47C
no
28 -a i.o
• 37 4
- ESP 28 - 3 0 -I 0.2 9
a •^au 3D i s
• 13
4
0.9
4 9
• 21 8
i 03
Figuur 1 Verdeling van de schade over Maasgemeenten
waterloopkundig laboratorium
| W L
Rap.sam. — 3
Q1858/T1349
Deelrapport 1
1
Inleiding
1.1
Doel van het deelrapport
december 1994
Dit deelrapport beschrijft de oorzaken en omvang van de wateroverlast van december 1993. Kennis van de precieze oorzaken van de wateroverlast is essentieel voor het ontwerp van maatregelen die in de toekomst de overlast kunnen verminderen. De inventarisatie van de omvang van de schade, gerelateerd aan de verschillende schadeoorzaken, is van belang voor het kunnen beoordelen van de effectiviteit van mogelijke maatregelen. In het onderzoek voor de Commissie Watersnood Maas wordt gebruik gemaakt van een schademodel waarmee schade door wateroverlast kan worden berekend als functie van de inundatiediepte, ook voor andere waterstanden dan tijdens het hoogwater van december 1993. Het schademodel is gebaseerd op schadefuncties die voor een schadecategorie de relatie beschrijven tussen schade en inundatiediepte. In deelrapport 9 zijn het schademodel en de schadefuncties beschreven. Een belangrijk doel van de schade-inventarisatie die in dit deelrapport wordt beschreven is het verschaffen van de basisinformatie voor het afleiden van deze schadefuncties. De onderverdeling in schadecategorieen in dit deelrapport komt overeen met de categorieen gehanteerd in het schademodel.
1.2
Oorzaken van wateroverlast
De primaire oorzaak van wateroverlast in het Maasdal is dat er in of dichtbij het winterbed van de rivier wordt gewoond en gewerkt. Voor de toekomst zijn bestuurlijke maatregelen denkbaar die grenzen stellen aan activiteiten in het winterbed. In dit deelrapport is evenwel het huidig gebruik van het winterbed als uitgangspunt genomen en is de aandacht geconcentreerd op de fysieke oorzaken van overlast. Ten aanzien van de oorzaken van wateroverlast is onderscheid gemaakt tussen overlast ontstaan door inundatie, terugstromen via de riolering, kwel, stroomschade en calamiteiten. In de periode 18 maart tot 31 maart 1994 hebben orienterende gesprekken plaatsgevonden met de burgemeesters van de Limburgse Maasgemeenten over de gevolgen en de getroffen maatregelen tijdens de watersnood van december 1993. In juni vonden gesprekken plaats met de burgemeesters van de gemeenten Vierlingsbeek en Boxmeer, twee van de drie in NoordBrabant gelegen Maasgemeenten waar de Maas niet is voorzien van primaire waterkeringen. Met de burgemeester van de gemeente Cuijk heeft in augustus een gesprek plaatsgevonden. De gesprekken zijn in beginsel gevoerd met alle aan de bovenloop van de Maas grenzende gemeenten. Een uitzondering is gemaakt voor de gemeenten Echt, Thorn en Eysden omdat daar geen schade is geregistreerd. Na de gesprekken met de burgemeesters zijn de betrokken gemeenten schriftelijk benaderd met het verzoek om specifieke gegevens te verstrekken over de omvang en oorzaken van de schade. In zes gemeenten waar de schade complex en/of omvangrijk is geweest, zijn gesprekken gevoerd met door de burgemeesters aangewezen ambtenaren. Daarnaast is dankbaar
waterloopkundig laboratorium |
W L
1 - 1
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
gebruik gemaakt van de door de waterschappen gemaakte inventarisatie van mogelijke maatregelen en de door Rijkswaterstaat gemaakte luchtfoto-interpretatie betreffende de omvang van het geinundeerde gebied.
1.3
Herkomst van de gegevens
De schade-inventarisatie richt zich op schades opgetreden in de 24 Limburgse Maasgemeenten. De drie Brabantse gemeenten die aan de onbedijkte Maas grenzen, te weten Vierlingsbeek, Boxmeer en Cuijk, zijn bij de gedetailleerde schade-inventarisatie buiten beschouwing gebleven. De reden is dat de schades van de Brabantse gemeenten beperkt van omvang zijn geweest en dat in de gemeenten Boxmeer en Cuijk een primaire waterkering aanwezig is. Bij de inventarisatie van de schade van de wateroverlast van december 1993 is uitgegaan van de taxaties die door de schade-experts direct na de watersnood zijn uitgevoerd. Drie organisaties hebben informatie over de opgetreden schades geleverd: • • •
Stichting Watersnood December 1993: schademeldingenvanwoningeigenarenenhuurders van woningen. Stichting Watersnood Bedrijven Limburg: schademeldingen van eigenaars van bedrijven (ondergebracht bij het Instituut voor Midden en Kleinbedrijf Limburg). Limburgse Land- en Tuinbouw Bond: schademeldingen van eigenaars van agrarische bedrijven uit hoofde van de Bijdrageregeling Landbouwbedrijven overstromingsschade Maas 1993 (ondersteund door Interpolis/Hagelunie).
Daarnaast zijn schade-inventarisaties opgesteld door de gemeenten, de Provincie, de Waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei, het Zuiveringschap Limburg en de Rijkswaterstaat. A l deze instanties hebben essentiele informatie omtrent de opgetreden schade beschikbaar gesteld. Van het merendeel van de schadegevallen die gemeld zijn bij de verschillende instanties die zich met de schade-afwikkeling hebben bezig gehouden is de schadelocatie bekend. Slechts in enkele gevallen is alleen het postadres bekend en niet het schadeadres. Voor het aangeven van de locatie van de schadegegevens is gebruik gemaakt van de zescijferige postcode van het schadeadres. De postcodegebieden vormen de kleinste geografische eenheden in de schadebestanden. Om anonimiteit van de aangemelde schadegevallen te waarborgen zijn alleen algemene gegevens betreffende de postcodelocatie en het type bedrijf of instelling overgenomen en vastgelegd in de voor deze studie ontwikkelde gegevensbestanden. Naast de informatie van bovengenoemde instellingen betreffende expliciet vermelde schades, is er ook sprake van niet-expliciet vermelde schadegevallen c.q. soorten van schade, bijvoorbeeld zomerhuisjes, caravans, etc. Op basis van gesprekken met schade-experts, verzekeraars en inwoners van het door de watersnood getroffen gebied zijn schattingen gemaakt van dergelijke schade. Bij de beschrijving van de verschillende schadecategorieen zal onderscheid gemaakt worden tussen 'gemelde schade' en 'geschatte schade'.
1 - 2
waterloopkundig laboratorium |
WL
Q1858/T1349
Deelrapport 1
1.4
december 1994
Waardegrondslag van de schade
Bij de vaststelling van voor vergoeding in aanmerking komende schades zijn per schadecategorie verschillende grondslagen gehanteerd. Zo zijn de schademeldingen van particulieren vastgesteld inclusief B T W en op basis van zowel dagwaarde als nieuwwaarde. De schademeldingen van bedrijven zijn vastgesteld exclusief B T W en op basis van herstelkosten tot maximaal de herbouwwaarde c.q. de staat (inclusief de staat van onderhoud), waarin het object zich op het tijdstip direct voorafgaande aan de overstroming bevond. Bij agrarische bedrijven zijn in principe alleen de schades aan activa geinventariseerd, waarbij aangetekend wordt dat de schades aan de teelt op een bij deze bedrijfstak gebruikelijke wijze geactiveerd zijn en als zodanig bij de overige activa zijn opgeteld. Bij niet-agrarische bedrijven is een indicatiebedrag van de bedrijfsschade vastgesteld aangezien deze schade in eerste instantie niet voor vergoeding in aanmerking zou komen. Inmiddels is bepaald dat deze schade ook vergoed kan worden. In de onderhavige studie is er naar gestreefd alle schadegevallen en schadebedragen op eenzelfde basis vast te stellen. Alle schades zijn berekend inclusief B T W . Als waardegrondslag wordt voor de schade aan particulieren de nieuwwaarde genomen en voor bedrijven, instellingen en infrastructuur de herbouwwaarde tot de staat (van onderhoud) direct voorafgaande aan de overstroming. De bedrijfsschade wordt eveneens tot de schade gerekend (gevolgschade van de overstroming). Hiervoor is het indicatiebedrag van de schade-experts aangehouden. Op deze wijze worden zowel de directe en indirecte financiele effecten van de overstroming gemeten in het overstroomde gebied. Schades die optreden indien er geen maatregelen genomen worden, vormen de grondslag voor het beoordelen van de effectiviteit van maatregelen om wateroverlast te voorkomen (baten = vermeden schades). Indien deze beoordeling op economische gronden gedaan zou worden, zouden niet de financiele waarden van schades genomen moeten worden, maar de economische waarden. In dat geval zou het correct zijn de bedragen exclusief B T W te vermelden, aangezien de B T W een overdrachtsbelasting is die vanuit nationaal economisch gezichtspunt geen waarde toevoegt (de uitgaven van de ene partij, zijn inkomsten voor de andere partij, i.e. de overheid). Omdat het merendeel van de schadegevallen getaxeerd was inclusief B T W is besloten om de gehele analyse inclusief B T W uit te voeren. Dit heeft als bijkomend voordeel dat betrokkenen zich beter identificeren met de schade die voor zijn of haar schadecategorie bepaald is (bijvoorbeeld de gemeentelijke overheden die vrij wel uitsluitend bedragen inclusief B T W kennen). Omdat de afweging van maatregelen betrekking heeft op lange termijn evenwichtssituaties wordt in deze studie aangenomen dat de opgetreden bedrijfsschade een goede maat is voor het verlies aan toegevoegde waarde binnen het studiegebied en voor Nederland als zodanig. In een nationaal economische afweging kan weliswaar verondersteld worden dat de bedrijfsschade die in het overstromingsgebied is opgetreden opgeheven wordt door bedrijfsinspanningen elders ('de een z'n dood is de ander z'n brood'); maar gedurende de overstroming is een deel van het produktie-apparaat van de natie niet benut geweest en heeft dus geen toegevoegde waarde kunnen produceren. Overigens is bij de vaststelling van de bedrijfsschade door de schade-experts wel rekening gehouden met een mogelijke inhaalvraag direct na het optreden van het hoogwater.
waterloopkundig laboratorium |
WL
1 - 3
december 1994
1.5
Deelrapport 1
Q1858/T1349
Indeling deelrapport
In het volgende hoofdstuk wordt per gemeente ingegaan op omvang en de oorzaken van de wateroverlast van december 1993. De ligging van de schadegebieden is aangeduid op een serie luchtfoto's die als bijlage is bijgevoegd. De Hoofdstukken 3 tot en met 7 bevatten de resultaten van de schadeinventarisatie voor de categorieen: particulieren, landbouw, bedrijven, instellingen en tenslotte voor de categorie overheid en nutsbedrijven. Daarbij wordt aandacht gegeven aan de herkomst en eventuele bewerking van de schadebedragen.
1 - 4
waterloopkundig laboratorium | W L
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
2
Oorzaken van wateroverlast
2.1
Algemeen
De in dit hoofdstuk gepresenteerde informatie betreffende de oorzaken van wateroverlast is verkregen uit gesprekken met de burgemeesters en technische ambtenaren van de betrokken Maasgemeenten, aangevuld met schriftelijk toegeleverde informatie. In de Hoofdstukken 3 tot en met 7 wordt de informatie over de schade-omvang per schadecategorie gepresenteerd. In bijlage A is een serie luchtfoto's opgenomen (opname 18 mei 1992), waarop de ligging van de getroffen gebieden is aangegeven. Deze luchtopnamen zijn beschikbaar gesteld door Rijkswaterstaat. Op de kaarten wordt (door de onderzoekers) de volgende informatie gepresenteerd: • • • • • • •
de de de de de de de
herkomst van het water; plaatsen waar tijdelijke maatregelen zijn genomen; locaties waar stroomschade is ontstaan; plaatsen van calamiteiten; grens van het gei'nundeerde gebied; gebieden waar schade is ontstaan door het terugstromen van water via riolen; en gebieden waar schade is ontstaan door kwel.
Tevens is, voorzover uit de gesprekken en de toegezonden informatie bekend, in het oog lopende schade aan bedrijven en aan gemeentelijk eigendom aangegeven. Met betrekking tot de begrenzing van het gei'nundeerde gebied, is dankbaar gebruik gemaakt van de door Rijkswaterstaat gemaakte interpretatie van luchtopnamen . 1
Figuur 2.1 geeft een kaartje waarop de ligging van de gemeenten is aangegeven.
1
De Maas, hoogwater december 1993, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal, Rijkswaterstaat, Directie Limburg
waterloopkundig laboratorium |
WL
2 - 1
Deelrapport 1
Q1858/T1349
december 1994
***** nijmege/ + +
\ o
-
o\33 ••.
grave « > | # r ^ *
\ +
mook 13
+++ +
+
15 - boxmeer 20 - cuijk 107 - vierlingsbeek 2 4 5 6 7 8
-
arcen en velden beesel belfeld bergen born broekhuizen
10 - echt 11 - eijsden 13 14 16 17 24 26
• -
gennep grubbenvorst haelen heel kessel maasbracht
27 - maasbree 28 - maaslricht - meerlo-wanssum - meerssen - mook en middelaar * roermond - roggel en neer - stein
30 31 33 38 39 44
46 - susteren 47 - swalmen 48 - tegelen thorn
49 52
venlo
waterschappen: peel en maasvallei I roer en overmaas
e=3 StUW + + + ++
landsgrens
—*—
trajectindeling provinciegrens
o o o o o primaire waterkering
Figuur 2.1 Kaart Limburg met Maasgemeenten
2 - 2
waterloopkundig laboratorium
| W L
Q1858/T1349
Deelrapport 1
2.2
december 1994
Korte toelichting van bevindingen per gemeente
Maastricht (Bijlage A, Bladen 01 - 05) De schade in de gemeente Maastricht is aanzienlijk geweest. De dorpen Borgharen en Itteren overstroomden volledig en ten zuiden van de stad trad veel overlast op door kwelwater. Op de linkeroever, bij de grens met Belgie' liep bij de Hoge Kanaaldijk de weg onder. Bij enkele huizen ontstond schade. Bij de jachthaven St Pieter, verder stroomafwaarts, ondervonden enkele huizen gelegen aan de St. Pietersluisweg wateroverlast doordat water over een laag punt in de weg, genaamd Het Driflce, stroomde. Op de rechteroever, in Heugem, was veel overlast van kwelwater. Verschillende straten liepen onder en in de aangrenzende huizen ontstond schade. Volgens de gei'nterviewde ambtenaren is Heugem gebouwd in een oude overlaat van de Maas, die bij extreme afvoer water langs de oostzijde van Maastricht afvoerde. Er is een inrichtingsplan voor de uiterwaard bij Heugem. In de binnenstad liep de parkeerplaats aan de Wilhelminakade onder. Door het tijdig plaatsen van schotbalken werd voorkomen dat water naar de stad stroomde. In de Boschstraat is via het riool een parkeergarage ondergelopen. In het centrum is een aantal kelders ondergelopen, waarschijnlijk door kwelwater. Op de rechteroever ter hoogte van 'het Waterpoortje' zou, indien het water nog 30 cm hoger was geweest, het stadsdeel Wyck zijn ondergelopen. Nu is de overlast daar beperkt gebleven tot kwelwater in de kelders. Op de rechteroever heeft de Franciscus Romanusweg onder water gestaan. Door het tijdig treffen van maatregelen werd voorkomen dat water het lager gelegen Wyck in stroomde. Bij het weer in gebruik nemen van de weg is flinke schade aan het wegdek ontstaan. In Boschpoort hebben enkele woningen wateroverlast gehad als gevolg van het overlopen van het Voedingskanaal (watertoevoer van de Zuid - Willemsvaart). Verderop, richting grensovergang met Smeermaas (Belgie) zijn woningen ondergelopen aan de Bosscherweg. Het betrof woningen die in het winterbed van de Maas gelegen zijn en woningen die gesitueerd zijn tegen de Zuid - Willemsvaart. Van de Sluisdijk, die loopt van de sluis Limmel naar Borgharen, werd over een groot gedeelte de asfaltlaag door het water opgetild en kwam in het weiland terecht. De alternatieve route via de Schutkolkweg kon niet gebruikt worden omdat het water daar te hoog was. Hierdoor werd de hulpverlening aan Borgharen aanzienlijk gehinderd. Naast de schade aan eigendommen van particulieren is, met name in de dorpen Borgharen en Itteren, ook schade ontstaan aan sportaccommodaties, scholen etc. Meerssen (Bijlage A, Bladen 05 - 06) In de gemeente Meerssen is schade ontstaan door overstroming van het gehele gebied tussen de Maas en het Julianakanaal. Behalve de schade aan woonhuizen is schade opgetreden aan enkele landbouw- en veeteeltbedrijven. Van schade door terugstromen van water via de riolering of door kwel is in deze gemeente geen sprake. Stein (Bijlage A, Bladen 06 - 08) In de gemeente Stein is vrij wel het gehele gebied tussen de Grensmaas en het Julianakanaal geinundeerd geweest. Bij Terhagen is via een duiker in de Hemelbeek water onder het Julianakanaal doorgestroomd. In het dorp Stein zijn enkele kleine gebiedjes nat geworden doordat water via duikers onder het Julianakanaal door stroomde. De woonkern van Meers is voor het grootste deel ondergelopen. Volgens de gei'nterviewde gemeente-ambtenaar kwam het water zowel direct uit de rivier als uit het noorden. In Maasband liepen enkele huizen
waterloopkundig laboratorium |
W L
2 - 3
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
schade op. Op verschillende plaatsen zijn wegen en bedijkingen weggespoeld. Ook zijn enkele riooloverstorten door stroming beschadigd. In het landelijk gebied heeft een aantal veeteeltbedrijven schade opgelopen. Bij Nattenhoven zijn enkele kleine gebiedjes waar overlast door kwelwater is ontstaan. Van schade door terugstromen van water via de riolering is in deze gemeente geen sprake. Born (Bijlage A, Bladen 08 -10) In de gemeente Born is de schade beperkt gebleven. De woonkernen Obbicht, Papenhoven en Schipperskerk zijn beschermd door een dijk. Bij de Koeweide is de dijk overspoeld, waardoor benedenstrooms van Papenhoven het gehele gebied tussen de Maas en het Julianakanaal inundeerde. Het water stroomde aan beide zijden van de Ruiterdijk in noordelijke richting. In Obbicht en bij Papenhoven is enige schade ontstaan door het terugstromen van water via de riolering. In Grevenbicht is sprake van kwel. Susteren (Bijlage A, Bladen 10 -12) In de gemeente Susteren stuwt het Maaswater bij hoge afvoeren op door de nauwe opening bij de brug naar Maaseik. Het gehele gebied tussen de Maas en het Julianakanaal is ondergelopen. Alleen enkele hoger gelegen plaatsen zijn droog gebleven. Bij Illikhoven en Vissersweert zijn natuurlijke hoogten in het landschap, waarop de woonkernen zijn gebouwd. Het Maaswater stuwt hier op tussen de Maas en de Ruitersdijk, die loopt van Illikhoven naar Roosteren. Men spreekt van 'de fuik van Illikhoven'. Bij Illikhoven is men gewend aan wateroverlast. Meestal is de wateroverlast beperkt tot kwelwater, nu is er ook sprake van directe overstroming. Ook in Roosteren komt wateroverlast regelmatig voor. Het water komt normaal uit het noorden. Nu stroomde het water over de Ruitersdijk en kwam ook vanuit het zuiden naar Roosteren, waardoor de bevolking werd verrast en de mogelijkheid voor het treffen van schadebeperkende maatregelen beperkt is geweest. Bij Roosteren is behalve schade aan particulier eigendom ook schade ontstaan aan sportaccommodaties en een woonwagenlocatie. Bij de brug naar Maaseik is de oever sterk geerodeerd. Maasbracht (Bijlage A, Bladen 12-16) In de gemeente Maasbracht heeft het gehele stroomvoerend winterbed onder water gestaan. In het zuidelijk deel van de gemeente bestaat het winterbed uit een westelijke en een oostelijke tak. Doordat in de gemeente Susteren water over de Ruitersdijk stroomde, kwam in Maasbracht water via de oostelijke tak (oude Maas). In het tussen beide takken gelegen gebied is op veel plaatsen overlast geweest van kwelwater en op enkele plaatsen is water via de riolering teruggestroomd. Bij het buurtschap Brandt is een gebiedje ondergelopen en in Ohe en Laak zijn woningen ondergelopen. Bij Ohe is veel zorg besteed aan het beschermen van de dijk, waardoor grotere schade is voorkomen. In het midden van de gemeente is aanzienlijke schade ontstaan aan de Bunkerweg, die ligt op de scheiding tussen de Maas en het Julianakanaal. Deze schade is voor rekening van het Rijk hersteld. Stroomschade is ontstaan aan de bekleding van de landhoofden van de Eilandbrug te Stevensweert en aan een gedeelte van de Weerderweg te Linne. In het noordelijk deel van de gemeente is het gehele gebied tussen de Maas en het Julianakanaal geinundeerd, met uitzondering van het terrein van de Clauscentrale. In het buurtschap de Weerd is wateroverlast geweest door overstroming. Heel (Bijlage A, Bladen 15-17) De wateroverlast in de gemeente Heel is beperkt geweest. Bij Wessem dreigde schade door het doorbreken van de Maasboulevard. Op enkele plaatsen is schade ontstaan door water uit rioleringen. Langs de Maas traden lokaal uitspoelingen op. De jachthaven bij de Prins
2 - 4
waterloopkundig laboratorium |
WL
Q1858/T1349
Deelrapport 1
december 1994
Mauritshaven liep geheel onder en er ontstond schade aan de weg. Bij de Slaag en de Sleybeek inundeerde een klein gebied. Bij Beegden liepen enkele stallen onder en moest vee worden geevacueerd. Roermond (Bijlage A, Bladen 16 - 19) De overlast in Roermond is aanzienlijk geweest. Het buurtschap Ool en de woonwijk Den Ekkert in Herten overstroomden. Langs het Oolderveld overstroomden enkele kassen, een akkerbouwbedrijf, een tuinbouwbedrijf en een boomkwekerij. Het sportpark van Herten, de sporthal, het cultured centrum Herteheym, het kinderdagverblijf en de beide basisscholen, raakten geinundeerd. In de wijk Roer stroomde water terug door de riolering. In de Voorstad Sint Jacob ontstond wateroverlast door water uit de Maas, de Roer en door water dat via de riolering terug stroomde. Het industrieterrein langs de stedelijke Roer overstroomde voor een belangrijk deel. Langs de Prins Willem Alexander Haven overstroomde het industrieterrein en het aangrenzend sportterrein. In de binnenstad van Roermond liepen enkele huizen en straten onder. Het terrein van de R W Z I bij de spoorbrug van Buggenum bleef droog. De recreatiecomplexen de Rosslag, Hatenboer en de Weerd overstroomden. De drijvende paalwoningen van het recreatiepark Marina Oolderhuuske bleven nog net op hun plaats. Bij een iets hogere waterstand zouden de drijvende woningen op drift geraakt zijn. Bij Hatenboer ontstond schade aan een veeteeltbedrijf. Haelen (Bijlage A, Bladen 17-20) In de gemeente Haelen is sprake van schade aan circa 125 woningen gelegen langs de hoogwaterlijn. Bij Horn en Buggenum ontstond schade aan wegen. Het terrein van de Maascentrale is droog gebleven. In een nabij gelegen gemaal ontstond schade. Het overgrote deel van het gei'nundeerde gebied bestaat uit akkerbouwbedrijven. Swalmen (Bijlage A, Bladen 19 - 20) In de gemeente Swalmen is slechts in beperkte mate schade opgetreden. De wateroverlast betreft hier vooral de buurtschappen Asselt, Einde en Wieler. De Eindweg en de Broekweg hebben onder water gestaan. In Swalmen zelf hebben enkele huizen langs de Swalm wateroverlast gehad. Bij de jachthaven bij Asselt zijn maatregelen getroffen om onderspoeling van de weg te voorkomen. Het gei'nundeerde gebied is gedeeltelijk in gebruik voor landbouw en veeteelt, gedeeltelijk als natuurgebied. Op zes plaatsen, bij Asselt (2), bij Wieler, Rookhuizen, Molenstraat en de Beekstraat is schade ontstaan aan rioolgemalen. Roggel en Neer (Bijlage A, Bladen 19-20) In de gemeente Roggel en Neer zijn circa 100 huizen ondergelopen. Er hebben zich geen calamiteiten voorgedaan. De meeste schade is ontstaan door opstuwing van de Neerbeek. In de Bouxweerd overstroomde het landelijk gebied en een nieuwbouwwijk. De huizen waren nog geen jaar klaar. In het gei'nundeerde gebied is enige schade ontstaan aan wegen en rioleringen. Er is geen schade ontstaan door terugstromen via de riolering, door kwel of door stroming. Beesel (Bijlage A, Bladen 20 - 21) In de gemeente Beesel is vooral schade opgetreden in de buurtschappen Rijkel en Ouddorp, waar circa 35 woningen onder zijn gelopen. Bij Beesel heeft het Maasveld onder water gestaan tot aan het zwembad. Ten noorden van Beesel kwam het water tot aan de Roermondse weg. In Reuver ontstond schade aan een kunstatelier doordat een duiker kapot ging. Behalve genoemde woonhuizen, hebben een twaalftal akkerbouw bedrijven, een vijftal gemengde
waterloopkundig laboratorium |
WL
2 - 5
december 1994
Deelrapport 1
Q1858/T1349
bedrijven, een fruitteeltbedrijf, een champignonkwekerij en een cactuskwekerij schade opgelopen. In het recreatiepark de Lommerbergen kwam het water tot aan de parkeerplaats. Verder ontstond schade aan enkele monumenten en aan de begraafplaats te Beesel. Het spoorwegviaduct te Reuver bij de overgang van de Schelkensbeek, enkele akkers bij Rijkel en diverse woningen in de Kerkstraat en Ouddorp liepen stroomschade op. Doordat de N271 gedurende ongeveer twee weken afgesloten is geweest, is veel verkeer over lokale wegen gekomen, waardoor schade is ontstaan. Kessel (Bijlage A, Bladen 20 - 22) In Kessel is weinig schade ontstaan. Het dorp ligt hoog, met uitzondering van de veersteiger. Hier heeft een restaurant forse schade opgelopen. Bij de loswal/passantenhaven ontstond schade aan het talud door kwel. De kelder van het gemeenschapshuis liep onder, waardoor kortsluiting ontstond en de lift beschadigd werd. Direct ten noorden van Kessel liep de camping onder water. In het gei'nundeerde gebied worden hoofdzakelijk veeteeltbedrijven aangetroffen. Tijdens de overstroming werden vijfhonderd stuks vee geevacueerd. Er zijn in Kessel geen calamiteiten geweest en er is geen schade ontstaan door terugstromen van water uit het riool. Wel zijn enkele rioolpompen uitgevallen doordat de elektriciteitskastjes onder water kwamen te staan. In vijf rioolputten is de bedrading vernieuwd. Belfeld (Blad 22) De schade in Belfeld is beperkt. Alleen het gebied tussen de Maas en de Roermondse weg is geinundeerd geweest. Een dertigtal huizen in het gebied Urbanusstraat / Maasstraat werden getroffen. Daarnaast is schade ontstaan aan een cafe, een garagebedrijf en een drietal boerenbedrijven. Het overstromingsgebied betreft een laag gelegen gebied, deels in de winterbedding van de Maas, dat gedeeltelijk vaker overstroomt. De mensen die er wonen zijn op de hoogte van het feit dat ze in een risicogebied wonen. Doordat de Rijksweg werd afgesloten is schade ontstaan aan secundaire wegen. Op de grens met de gemeente Tegelen in de wijk Nabben is enige schade ontstaan aan woningen door het opstuwen van de Aalsbeek. Baarlo (gemeente Maasbree) (Bijlage A, Bladen 22 - 23) In Baarlo hebben circa 86 huizen van particulieren schade opgelopen. Daarnaast ontstond schade bij 36 agrarische bedrijven en 10 zelfstandigen. Indien het water 10 cm hoger was gekomen, zou ook een hele nieuwbouwwijk met circa 1000 woningen zijn ondergelopen. In Baarlo is het hele gebied tussen de rivier en het buurtschap Vergelt ondergelopen. In de nieuwbouwwijk van Baarlo ontstond schade door het terugstromen van water via de riolering. Schade door kwel, stroming, of directe calamiteiten hebben zich in de gemeente Maasbree niet voorgedaan. In het gei'nundeerde gebied is aanzienlijke schade ontstaan aan wegen. In het noordoosten van Baarlo en bij Hout -Blerick zijn tijdelijke waterkeringen aangelegd. Bij Blerick (gemeente Venlo) is hierdoor veel schade voorkomen. Tegelen (Blad 23) De schade in Tegelen is aanzienlijk geweest. Ongeveer 600 woningen hebben wateroverlast ondervonden. Er is in vier gebieden wateroverlast ontstaan: de wijk Nabben in het dal van de Aalsbeek, de Maashoek bij Steyl, in het bestemmingsplan Maasveld en in een stukje oud Tegelen dat buiten het Maasveld is gelegen. Alle schade is veroorzaakt door directe inundatie. In de wijk Nabben zijn dure villa's gebouwd. Men zou graag de duiker onder de Venlose weg afsluitbaar maken, maar het is niet duidelijk of het bestaande weglichaam geschikt is als waterkering. In de Maashoek is de inundatiediepte bij sommige huizen 1 a 1,5 m geweest.
2 - 6
waterloopkundig laboratorium |
WL
Q1858/T1349
Deelrapport 1
december 1994
Van het nabijgelegen klooster werden de bewoners geevacueerd. Een tweede klooster werd door een tijdelijke dijk beschermd. Hier liep alleen de kelder onder. In het bestemmingsplan Maasveld is de inundatiediepte steeds beperkt geweest tot minder dan 50 cm. Uiteindelijk komen hier 1000 woningen. Nog niet alle kavels zijn verkocht. In het noorden van de gemeente werd een kassencomplex door een tijdelijke dijk beschermd. In Tegelen is geen schade ontstaan door terugstromen van water door de rioleringen, door stroming of door calamiteiten. Venlo (Bijlage A, Bladen 23 - 24) In de gemeente Venlo is veel schade opgetreden. Ongeveer 1350 woningen en 750 bedrijfspanden hoofdzakelijk op de rechter Maasoever ondervonden wateroverlast. Het ziekenhuis kwam geisoleerd te liggen. In het bestemmingsplan Centrum Zuid ontstond de meeste schade door directe inundatie. Op sommige plaatsen heeft 1,5 m water gestaan. In de binnenstad is veel schade ontstaan doordat riolen gingen overlopen. In Blerick ondervonden grote gebieden wateroverlast door kwel. Op de linker Maasoever is zuidelijk van de stad veel schade voorkomen door het tijdelijk verhogen van de dijk bij Maasbree. Wel was er in het gehele gebied tot aan de gemeentegrens sprake van kwel. Bij de monding van de Springbeek liep een restaurant schade op. Arcen en Velden (Bijlage A, Bladen 24- 27) In Arcen is veel schade ontstaan doordat op 23 december de kade in de dorpskern van Arcen overstroomde. Op enkele plaatsen na is het hele dorp ondergelopen. Circa 500 huizen hebben schade opgelopen. Ook de nieuwbouwwijk de Lage Lei heeft onder water gestaan. De kelders van de huizen in de dorpskern te Arcen hebben alle te maken gehad met kwelwater. Schade door het terugstromen van water via de riolering heeft zich in feite in het gehele ondergelopen gebied voorgedaan. In het niet bebouwde gebied ondervonden 28 glastuinbouw bedrijven schade, waaronder driebloemenkassen. Daarnaast 14 veeteeltbedrijven, 2 pluimveebedrijven, een fruitteler, drie akkerbouwbedrijven, een champignonkwekerij en een paardehandel. Onder de bijzondere gebouwen waaraan schade is ontstaan, kunnen worden genoemd: de sporthal in Arcen, de watermolen en de Kasteeltuinen van Arcen. In de rijksweg is een duiker bezweken waardoor het verkeer werd bemoeilijkt. A l het verkeer moest over lokale wegen waardoor de nodige schade is ontstaan. Op de Witveld-weg te Arcen is als gevolg van het binnenstromende Maaswater de asfaltverharding over een lengte van 100 meter weggespoeld. Het telefoonverkeer met het netnummer 04703 is als gevolg van de inundatie uitgevallen op 23 december en tot na de eerste week van januari 1994 buiten gebruik dan wel ernstig gestoord geweest. In Arcen is stroomschade ontstaan aan de panden Maasstraat 19 en 21, waar het Maaswater Arcen binnenstroomde. Broekhuizen (Bijlage A, Bladen 26- 27) In Broekhuizen is de schade relatief beperkt gebleven: twee horeca bedrijven, 2 a 3 grote kwekerijen, 13 woningen in bestaande wijken alsmede 10 woningen in een nieuwbouwwijk, waarvan achteraf wordt gezegd dat die te laag is aangelegd. Verder heeft een monument schade opgelopen: het kasteel Ooien. Er zijn in dit gebied geen dijken. Derhalve is er weinig geen kans op calamiteiten. Tussen Ooien en Broekhuizervorst is schade aan de weg ontstaan doordat er water over de weg stroomde. Bij een aantal boerenbedrijven zijn de afrasteringen (die haaks op de rivier staan) weggespoeld. Overigens is er geen melding gemaakt van schade door stroming. De veerdienst heeft schade opgelopen: operationele schade (aanlegpunten staan onder water) en materiele schade. Er is geen melding gemaakt van schade door kwel of terugstromen van de riolering.
waterloopkundig laboratorium |
W L
2 - 7
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
Grubbenvorst (Bijlage A, Bladen 24 - 26) In de gemeente Grubbenvorst is een groot deel van het gebied tussen de rivier en provinciale weg geinundeerd geweest. Er is schade ontstaan bij ca 60 particulieren, hoofdzakelijk in de woonkernen Grubbenvorst en Lottum. Het monument Borggraaf heeft schade opgelopen. In het gemeentehuis van Grubbenvorst ontstond schade door opkomend Maaswater en kwelwater. Er is geen schade ontstaan door terugstromen van water via de riolering, wel is in het dorp Grubbenvorst enige schade door kwel ontstaan. Op enkele vitale punten in de Venlose weg deden zich breuken voor in kabels en leidingen. Er is de nodige schade ontstaan aan lokale en doorgaande wegen. Meerlo Wanssum (Bijlage A, Bladen 27-30) In Meerlo Wanssum is een groot gebied geinundeerd geweest. Dit gebeurt ieder jaar. Bij Wanssum heeft het halve dorp onder water gestaan door het samenspel van de hoge Maaswaterstand en de afvoer van de Molenbeek. Het buurtschap Blitterswijck is gei'soleerd geweest doordat wegen waren ondergelopen. Er is schade ontstaan bij ca 200 particulieren, bij 9 recreatiebedrijven, 13 landbouwbedrijven en 7 bedrijven op bedrijfsterreinen. Verspreid over het gehele gei'nundeerde gebied is schade ontstaan aan lokale wegen. Bijna alle schade is veroorzaakt door directe overstroming en achterloopsheid. Er is geen schade ontstaan door kwel of door terugstromen van water via de riolering. Op een aantal plaatsen zijn nooddijken gelegd. Bij Blitterswijck is hierdoor veel schade voorkomen. De tijdelijke dijk rond camping het Karrewiel is bezweken. Bergen (Bijlage A, Bladen 27 - 32) In Bergen heeft vrijwel het gehele gebied tussen de Maas en de Rijksweg blank gestaan. Zelfs enkele woningen in Nieuw Bergen zijn nat geworden. De gemiddelde inundatiediepte bedroeg 40 - 80 cm. De kritieke punten in Bergen zijn de verbindingswegen tussen Bergen en Nieuw Bergen en de Kasteellaan in Well (verbinding tussen oud en nieuw Well). Tijdens het hoogwater zijn meer dan 1000 mensen geevacueerd geweest, circa 700 mensen uit het dorp Bergen en 300 uit Aijen. De bewoners van het bejaardentehuis te Well en de 35 naastgelegen aanleunwoningen alsmede een aantal andere huizen in de directe omgeving werden eveneens geevacueerd. In het landelijk gebied ontstond schade aan 12 tuinbouwbedrijven (waarvan 7 met kassen), 16 rundveebedrijven, 2 varkensfokkerijen, 5 gemengde bedrijven, 1 fruitteeltbedrijf, 1 akkerbouwbedrijf en 1 boomkwekerij. De Rijksweg is afgezet geweest. Veel zwaar verkeer is daardoor over de ruilverkavelingswegen gereden, wat tot forse schade heeft geleid aan lokale wegen en dijken. In de gemeente Bergen is geen schade bekend door stroming. Vierlingsbeek (Bijlage A, Bladen 30 - 32) In de gemeente Vierlingsbeek is weinig schade ontstaan. De meeste zorg is besteed aan het beschermen van de ingang van de Jansbeek bij Vortum Mullem. Er zijn enkele schadeclaims van particulieren ingediend bij de provincie Noord Brabant. Het landelijk gebied is uiterwaardgebied. Op akkerbouwbedrijven is men er aan gewend dat er regelmatig overstromingen zijn. Er is geen schade ontstaan door kwel of door terugstromen via de riolering. Boxmeer (Bijlage A, Bladen 32 - 35) In de gemeente Boxmeer is weinig schade ontstaan. Het grootste deel van het gebied is bedijkt. Het belangrijkste knelpunt is bij het ziekenhuis. Hier zijn maatregelen getroffen om de bestaande dijk te versterken. In het kader van het werk van de Commissie Boertien I is aan deze situatie reeds aandacht besteed.
2 - 8
waterloopkundig laboratorium | W L
Q1858/T1349
Deelrapport 1
december 1994
Gennep (Bijlage A, Bladen 32 - 36) In de gemeente Gennep is relatief weinig schade opgetreden. Er is erg hard gewerkt om het water te keren. Toch zijn 2700 mensen geevacueerd geweest (o.a. een bejaardentehuis waar de elektriciteit uitviel). Er is 9 km nooddijk aangelegd. In totaal 13 km aan wegen en ruim 25% van het gemeentelijk oppervlak raakte geinundeerd. Bij de schade aan particuliere eigendommen wordt een prominente plaats ingenomen door de sporthal/zwembad. De inundatie strekt zich uit over het gehele gebied tussen de rivier en de rijksweg. Behalve uit de Maas, stroomt aan de noordkant van het gebied water binnen uit de Mookerplas (over de Pastoorsdijk) en via de Teelebeek. Men heeft hier tijdelijk de rijksweg afgesloten om water uit de Teelebeek over de weg naar de Maas te pompen. De gemeente heeft een tijdelijke dijk gelegd rond het industrieterrein van Milsbeek en bij de steenfabriek. Het Buurtschap Ottersum en de noordkant van Gennep raakten geinundeerd door water uit de Niers, resp. doordat een gemaakte nooddijk en een bestaande waterkering doorbraken. Het industrieterrein van Heyen werd bedreigd doordat water uit de Rijksvluchthaven dreigde te stromen. Kasteel Heijen heeft rondom in het water gestaan. Van de boerderijen in de buurt is het vee geevacueerd. Het Maaseiland 'Rechtersteegse Weiden' is geheel geinundeerd. Een hier gelegen restaurant liep daardoor ernstige schade op. Mook en Middelaar (Bijlage A, Bladen 36 - 37) In Middelaar, Plasmolen en Mook is schade ontstaan aan circa 106 huizen en 24 boerderijen en bedrijven. Daarnaast is er aan enkele tientallen woningen schade ontstaan door ondergelopen kelders. In Plasmolen is er uiteindelijk 10 cm. water over de dijk gelopen en is er een nooddijk doorgebroken. Hierdoor zijn er in het Muldershof- en Broekweggebied kelders en onderverdiepingen tot 160 cm. boven peil dorpelhoogte onder water gelopen. Op Jachthaven Eldorado en de bijbehorende camping is grote schade ontstaan aan tientallen caravans, de terreininrichting en de kantine met de beheerderswoning. Bij de Pastoorsdijk stroomde water over de weg naar de gemeente Gennep en kwam verderop weer terug in het Middelaarsgebied waardoor er enkele woningen onder water kwamen staan. Tijdens het hoogwater zijn meer dan 600 mensen uit Middelaar en Plasmolen geevacueerd geweest. Op verscheidene plaatsen evenwijdig aan de Maas en de Mookse Plassen trad schade door kwel op. In de buurt van jachthaven Eldorado stroomde kwelwater terug via de riolering over de laagst gelegen terreinen in Plasmolen. Enkele woningen bleven 6 tot 8 weken na de terugval van de Maas nog wateroverlast in kelders en woongedeelten houden. Landbouwgebieden bleven over zeer lange tijd onbereikbaar. Gedurende een maand zijn de gebieden Middelaar en Plasmolen bemalen om de schade te beperken c.q. te voorkomen. In vrijwel het gehele gei'nundeerde gebied trad schade op aan wegen en infrastructuur. Vooral door het te vroeg berijden van deze wegen is er nog extra schade ontstaan. Er is geen schade aan weglichamen voorgekomen door directe stroming. Daarentegen hebben delen van bestaande waterkeringen schade opgelopen. In het landelijk gebied ondervonden 14 veeteeltbedrijven overlast. In totaal werden meer dan 5000 stuks vee geevacueerd. Cuijk en St Agatha (Bijlage A, Bladen 35 - 37) Het gehele gebied van de gemeente Cuijk en St Agatha is bedijkt. Bij St Agatha zijn 3 in de uiterwaard gelegen woningen ondergelopen. In St Agatha ontstond enige wateroverlast door kwel.
waterloopkundig laboratorium | W L
2 - 9
Q1858/T1349
Deelrapport 1
3
Particulieren
3.1
Inventarisatie december 1993
december 1994
Per 1 juni 1994 hadden zich 5874 particulieren aangemeld bij de Stichting Watersnood December '93 om voor vergoeding van geleden overstromingsschade in aanmerking te komen. Hiervan bevonden zich er 5780 binnen het studiegebied. Van 5580 gevallen is een positief schadebedrag vastgesteld. Institutionele verhuurders zoals woningbouwverenigingenmeldden opgetreden schade aan opstallen bij de Stichting Watersnood Bedrijven Limburg. Bij de inventarisatie van de schades aan opstallen is een complicerende factor dat de schades gedeeltelijk door de bewoners en gedeeltelijk door de verhuurders zijn gemeld. Volgens de reglementen van de Stichting Watersnood December '93 komen alleen eigenaar-bewoners in aanmerking voor vergoeding van zowel opstalschade als inboedelschade. De schadegevallen met zowel opstal- als inboedelschade zijn zonder meer overgenomen in het schadebestand van deze studie (nieuwwaarde, inclusief B T W ) . Huurders krijgen alleen schade aan de inboedel vergoed. Op deze gevallen is een handmatige bewerking toegepast om de bijbehorende opstalschade te vinden. Daartoe zijn uit de bestanden van de Stichting Watersnood Bedrijven de verhuurders geselecteerd. Waar mogelijk zijn de schades gemeld door de verhuurders opgeteld bij de schademeldingen van de huurders (een deel van de schademeldingen is voorzien van een eigendomscodering). De schade die op deze wijze niet kon worden toegedeeld is gelijkelijk verdeeld over de objecten waarvoor nog geen schatting van de opstalschade bestond (aannemende dat het dus huurwoningen met zowel inboedel- als opstalschade betrof). De schades die door de Stichting Watersnood Bedrijven zijn vastgesteld zijn exclusief B T W . De B T W is in rekening gebracht alvorens deze schades toe te delen aan de huurobjecten.
3.2
Overzicht van opgetreden schade aan woningen en inboedels
De totale schade aan inboedels bedraagt 36,3 M f . De totale schade aan opstallen 44,5 M f , waarvan 33,4 Mf aan opstallen van particuliere eigenaren, 10,2 Mf aan opstallen van woningbouwverenigingen en 0,8 Mf aan opstallen van particuliere verhuurders. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de schademeldingen door particulieren, onderverdeeld naar gemeente en naar de posten 'inboedelschade' en 'opstalschade'. In Tabel 3.2 is de schade aan opstal van eigenaren-bewoners en van verhuurders weergegeven. Tabel 3.3 toont per gemeente de totale schade aan opstallen en inboedels alsmede de gemiddelde waarde per woning. Op basis van deze tabel is een tweetal grafieken gemaakt die de verdeling van de schade over de gemeenten weergeven. In de figuur zijn de gemeenten geografisch gerangschikt. Figuur 3.1 geeft de gemiddelde schade per woning weer. In het middelste deel van de het projectgebied is de hoogste gemiddelde schade per woning opgetreden. Wellicht zijn in dat gebied de mensen het meest verrast zijn door het hoogwater. In het zuidelijke deel komen inundaties frequenter voor (vgl. Borgharen en Itteren) zodat men er beter op voorbereid is. In het
waterloopkundig laboratorium | W L
3 - 1
Deelrapport 1
Q1858/T1349
december 1994
noorden is de voorbereidingstijd voor het nemen van maatregelen langer. Figuur 3.2 toont de totale schade (aan opstallen en inboedels) per gemeente. De hoogste schadebedragen komen voor in de gemeenten waar gehele wijken geinundeerd geweest zijn: in de gemeente Maastricht de wijken Borgharen en Itteren; in de gemeente Susteren de woonkern Roosteren en in Roermond de buurtgemeente Herten-Ool. Tenslotte kan nog genoemd worden de vrij wel volledige inundatie van de plaats Arcen.
Code
101 102 103 104 105 106 107 110 111 112 114 116 117 201 202 203 204 208 213 214 216 217 312 401 403 405 703 704 717
Gemeente
Gemiddelde schade (k/, incl. BTW)
Totale schade fk/, incl. BTW)
Aantal meldingen totaal
met schade
Inboedel
Opstal
Arcen en Velden Beesel Belfeld Bergen Broekhuizen Gennep Grubbenvorst Kessel Maasbree Meerlo-Wanssum Mook en Midd. Tegelen Venlo Born Echt Haelen Heel Maasbracht Roermond Roggel en Neer Susteren Swalmen Stein Eijsden Maastricht Meerssen Boxmeer Cuijk Vierlingsbeek
563 27 24 196 42 98 38 20 88 208 103 377 894 99 5 99 4 42 699 132 483 21 280 2 1.096 91 23 17 9
540 26 21 177 42 88 33 14 84 189 87 356 835 73 3 93 3 38 657 124 469 20 258 2 1.021 84 21 14 5
4.186,3 119,3 147,8 882,2 130,1 351,7 133,8 126,1 733,1 845,7 343,0 1.742,5 4.656,8 171,9 3,6 752,1 0,7 116,7 7.338,7 1.025,9 3.957,1 131,3 1.388,9 9,7 6.440,9 404,1 92,1 35,1 15,6
3.467,0 419,0 115,5 707,1 182,5 411,2 302,2 155,6 1.004,3 985,6 558,7 2.270,5 4.038,4 171,8 7,4 891,8 13,8 122,8 5.897,8 840,4 3.111,8 342,6 1.319,7 9,3 5.398,6 361,8 173,0 63,9 48,4
Totaal
5.780
5.377
36.282,6
33.392,5
Totaal Inboedel
Opstal
Totaal
7.653,2 538,3 263,3 1.589,3 312,7 762,9 436,0 281,6 1.737,5 1.831,3 901,7 4.013,0 8.695,2 343,7 11,1 1.643,8 14,5 239,5 13.236,5 1.866,2 7.068,9 473,9 2.708,6 19,0 11.839,5 765,9 265,1 99,0 64,0
7,7 4,6 7,0 5,0 3,1 4,0 4,1 9,0 8,7 4,5 3,9 4,9 5,6 2,4 1,2 8,1 0,2 3,1 11,2 8,3 8,4 6,6 5,4 4,9 6,3 4,8 4,4 2,5 3,1
6,4 16,1 5,5 4,0 4,3 4,7 9,2 11,1 12,0 5,2 6,4 6,4 4,8 2,4 2,5 9,6 4,6 3,2 9,0 6,8 6,6 17,1 5,1 4,6 5,3 4,3 8,2 4,6 9,7
14,2 20,7 12,5 9,0 7,4 8,7 13,2 20,1 20,7 9,7 10,4 11,3 10,4 4,7 3,7 17,7 4,8 6,3 20,1 15,1 15,1 23,7 10,5 9,5 11,6 9,1 12,6 7,1 12,8
69.675,1
6,7
6,2
13,0
Tabel 3.1 Schade gemeld door particulieren
3 - 2
waterloopkundig laboratorium |
WL
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
Schade aan opstal (k/, incl. BTW) Code Gemeente Bewoners
101 102 103 104 105 106 107 110 111 112 114 116 117 201 202 203 204 208 213 214 216 217 312 401 403 405 703 704 717
Verhuurders / Woningbouwverenigingen
Totaal
Arcen en Velden Beesel Belfeld Bergen Broekhuizen Gennep Grubbenvorst Kessel Maasbree Meerlo-Wanssum Mook en Middelaar Tegelen Venlo Born Echt Haelen Heel Maasbracht Roermond Roggel en Neer Susteren Swalmen Stein Eijsden Maastricht Meerssen Boxmeer Cuijk Vierlingsbeek
3.467,0 419,0 115,5 707,1 182,5 411,2 302,2 155,6 1.004,3 985,6 558,7 2.270,5 4.038,4 171,8 7,4 891,8 13,8 122,8 5.897,8 840,4 3.111,8 342,6 1.319,7 9,3 5.398,6 361,8 173,0 63,9 48,4
476,0 0,0 7,8 228,3 55,7 0,0 0,0 0,0 19,9 43,3 9,7 437,4 5.109,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2.391,9 0,0 808,4 0,0 552,2 0,0 945,7 0,0 0,0 0,0 0,0
3.943,0 419,0 123,3 935,4 238,2 411,2 302,2 155,6 1.024,2 1.028,9 568,4 2.707,9 9.148,3 171,8 7,4 891,8 13,8 122,8 8.289,7 840,4 3.920,2 342,6 1.871,9 9,3 6.344,4 361,8 173,0 63,9 48,4
Totaal
33.392,5
11.086,2
44.478,7
Tabel 3.2 Schade aan opstal: eigenaren en verhuurders
waterloopkundig laboratorium |
W L
3 - 3
Code Gemeente
101 102 103 104 105 106 107 110 111 112 114 116 117 201 202
203 204 208 213 214 216 217 312 401 403 405 703 704 717
Arcen en Velden Beesel Belfeld Bergen Broekhuizen Gennep Grubbenvorst Kessel Maasbree Meerlo-Wanssum Mook en Middelaar Tegelen Venlo Born Echt Haelen Heel Maasbracht Roermond Roggel en Neer Susteren Swalmen Stein Eijsden Maastricht Meerssen Boxmeer Cuijk Vierlingsbeek Totaal
Deelrapport 1
Q1858/T1349
december 1994
Aantal meldingen met schade
554 26 21 193 42 88 33 14 88 189 92 376 909 73 3 93 3 38 683 124 481 20 280 2 1.031 84 21 14 5 5.580
Gemiddelde schade per woning (k/, incl. BTW)
Totale schade (k/, incl. BTW) Inboedel
Opstal
Totaal
Inboedel
Opstal
Totaal
4.186,3 119,3 147,8 882,2 130,1 351,7 133,8 126,1 733,1 845,7 343,0 1.742,5 4.656,8 171,9 3,6 752,1 0,7 116,7 7.338,7 1.025,9 3.957,1 131,3 1.388,9 9,7 6.440,9 404,1 92,1 35,1 15,6
3.943,0 419,0 123,3 935,4 238,2 411,2 302,2 155,6 1.024,2 1.028,9 568,4 2.707,9 9.148,3 171,8 7,4 891,8 13,8 122,8 8.289,7 840,4 3.920,2 342,6 1.871,9 9,3 6.344,4 361,8 173,0 63,9 48,4
8.129,3 538,3 271,2 1.817,5 368,3 762,9 436,0 281,6 1.757,4 1.874,6 911,3 4.450,4 13.805,1 343,7 11,1 1.643,8 14,5 239,5 15.628,4 1.866,2 7.877,3 473,9 3.260,8 19,0 12.785,3 765,9 265,1 99,0 64,0
7,6 4,6 7,0 4,6 3,1 4,0 4,1 9,0 8,3 4,5 3,7 4,6 5,1 2,4 1,2 8,1 0,2 3,1 10,7 8,3 8,2 6,6 5,0 4,9 6,2 4,8 4,4 2,5 3,1
7,1 16,1 5,9 4,8 5,7 4,7 9,2 11,1 11,6 5,4 6,2 7,2 10,1 2,4 2,5 9,6 4,6 3,2 12,1 6,8 8,2 17,1 6,7 4,6 6,2 4,3 8,2 4,6 9,7
14,7 20,7 12,9 9,4 8,8 8,7 13,2 20,1 20,0 9,9 9,9 11,8 15,2 4,7 3,7 17,7 4,8 6,3 22,9 15,1 16,4 23,7 11,6 9,5 12,4 9,1 12,6 7,1 12,8
36.282,6
44.478,7
80.761,4
6,5
8,0
14,5
Tabel 3.3 Schade aan woningen per gemeente
3 - 4
waterloopkundig laboratorium |
WL
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
Duizend gulden 15
10
5 JL
Gemeente
20
25
i
i
i '////////////////////////////////A 9 ! V / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A 7.1 - ////////////////////////////A a ? I
30
Mook en Middelaar Cuijk Gennep /////////////////////////////////ZZZ2ZZ1 Boxmeer • / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / M M "8 Vierlingsbeek Bergen • / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A 94 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A 99 Meerlo-Wanssum V / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A 8.8 Broekhuizen Grubbenvorst - V / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / W / / / M 13.2 Arcen en Velden V / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Z & 14.7 Venlo - E^ZZZZZZZZZZZjZZ^^ZZZZZa i5 J V / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / X 11.8 Tegelen Maasbree SZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZa Belfeld • / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / z z z z z z z z a i2.9 Kessel Beesel Z^^^^ZZZZZZZZZZZjZjZjZjZjZ^^^ZZZZZa 20.7 Roggel en Neer ////////////////////////////////////////////////& 181 Haelen aazzzzzzzzzzzzzzzzzzz^z^z^ Swalmen 23.7 Roermond z^^^zzzzzzzzzzz^zjzjzjzs^zjzgz^gjzjza ^^^^^zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzza Maasbracht '////////////////////A 6.3 Heel - 7 / / / / / / / / / / / / M 4 8 Echt - / / / / / / / / / / / A 3.7 Susteren Born ' / / / / / / / / / / / / / / A 4.7 Stein / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A 116 Meerssen / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A 9.1 Maastricht W / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Z Z 7 Z 7 A 124 Eijsden V / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A _ _ * * _ 1 7 7
Figuur 3.1 Gemiddelde schade per woning per gemeente
Miljoen gulden Gemeente Mook en Middelaar Cuijk Gennep Boxmeer Vierlingsbeek Bergen Meerlo-Wanssum Broekhuizen Grubbenvorst Arcen en Velden Venlo Tegelen Maasbree Belfeld Kessel Beesel Roggel en Neer Haelen Swalmen Roermond Maasbracht Heel Echt Susteren Born Stein Meerssen Maastricht Eijsden
4
6
_L_
_L_
8 _l_
10
12
14
i
i
i
16
18
__i
0.91 0.10
0 76
3
0 27 0.06
/ / / / / / / / A 182
T^ZSS. 187 - 3 0 24 -3 0 30 - V / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / M / M / A 8.1
a^^^a^^g^zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzza /////////I 1.76 - 3 0 27 -2 0.28 -22 0.64 - /////////A 1.87 -////////A 164 - 23 - a^^m^^^^^zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzza 3 24 0
47
0
/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A 788 - 3 0.34 - Y////////////7777A 3 26
222 ^^ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZa 12.79 0.77
Figuur 3.2 Totale schade aan woningen per gemeente
waterloopkundig laboratorium |
W L
3 - 5
december 1994
3.3
Deelrapport 1
Q1858/T1349
Overige schade
Naast de schade aan woningen, die goed geadministreerd is, kan nog een aantal andere schadeposten aan andere particuliere eigendommen genoemd worden. Van de volgende schadeposten zijn geen gedetailleerde gegevens bekend, maar er mag wel van aangenomen worden dat er min of meer substantiele schade is opgetreden: • • • •
zomerhuisjes; auto's en andere voertuigen; caravans; en tuinen.
Zomerhuisjes Van deze categorie zijn in het geheel geen gegevens bekend, noch over het aantal zomerhuisjes noch over de mogelijke schade per object. Doordat bij de uitkeringsregeling is besloten geen vergoeding voor schade aan tweede huizen uit te keren, zijn deze schades niet geregistreerd. Omdat er ook geen bestand beschikbaar is waarin zomerhuisjes geadministreerd zijn, is het ook niet mogelijk de schade aan deze categorie te schatten. De indruk bestaat echter dat het om een kleine groep van woningen gaat en dat het gemis aan schade-informatie daardoor geen grote afwijkingen van het uiteindelijke schadebedrag te zien zal geven. Auto's Van auto's waaraan schade is ontstaan is evenmin een bestand aangelegd. In het merendeel van de gevallen is de schade verzekerd en is rechtstreeks met de betreffende maatschappijen afgehandeld. Navraag in de verzekeringswereld levert een schatting van de totale schade aan auto's op van circa 1 M f . Caravans De groep caravans viel eveneens buiten de verschillende uitkeringsregelingen, met als gevolg dat er geen meldingen van schade zijn geweest. Door middel van enkele bezoeken aan campings langs de Maas en een telefonische enquete is een indruk verkregen van de schade die toegebracht is aan (sta)caravans op campings in het Maasdal. Van de ongeveer 20 campings langs of dichtbij de Maas, zijn er 13 waar daadwerkelijk schade is opgetreden aan caravans. Het gaat daarbij om circa 950 gevallen. De schadebedragen per caravan lopen sterk uiteen en houden direct verband met de waarde van de caravan. Bij een substantiele inundatie moet een caravan vrijwel direct als 'total-loss' beschouwd worden, aangezien het water in de vloer en de wanden trekt en het verband van de caravan verbreekt. De schadebedragen die werden genoemd lopen uiteen van 5 k / tot meer dan 30 k / . Het gemiddelde ligt tussen de 10 k / en 15 k f . Daarbij wordt opgemerkt dat de schade zich vaak pas na verloop van tijd openbaart (zwellen van wanden, rotten van vloeren, e.d.) en dat daardoor de schade meestal tegen blijkt te vallen. Indien voor het gemiddelde schadebedrag 15 kf wordt aangenomen en het aantal gevallen op 900 gesteld wordt, bedraagt de schade aan caravans 13,5 M f . Volgens de gemeentelijke verordeningen dienen caravans gedurende de winterperiode verwijderd te worden. In die zin bestaat er geen verplichting van de overheid om voor enige vorm van bescherming te zorgen. Vandaar dat bij de schademodellering geen rekening gehouden is met deze schadecategorie.
3 - 6
waterloopkundig laboratorium |
WL
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
Tuinen Bij de inventarisatie van schade aan woningen is eventuele schade aan eigendommen rondom het huis en aan de tuin niet meegenomen. Uit de enquete naar de beleving van de wateroverlast in Limburg, uitgevoerd door het bureau R & M als deelstudie van de onderhavige studie , blijkt dat bijna de helft van de respondenten aangeeft dat er substantiele schade is ontstaan aan tuin en/of bijgebouwen. 2
Als deze bevinding doorgetrokken wordt naar het totale aantal schademeldingen, hebben ongeveer 2500 huishoudens schade aan tuin en/of bijgebouwen geleden. Helaas zijn geen cijfers over de hoogte van de schade per huishouden bekend. Aangenomen is dat de gemiddelde schade per geval / 500 bedraagt. Vermenigvuldigd met het geschatte aantal schadegevallen betekent dit dat er in totaal een schade is opgetreden aan tuinen en bijgebouwen van circa 1,25 M f . Dit bedrag lijkt redelijk vergeleken met de schade aan openbaar groen die, afgezien van schade aan bijgebouwen, op ruim 300 kf gerekend wordt (zie Hoofdstuk 6, Tabel 6.3). Gezien het vrij geringe bedrag en de grote onzekerheid van dit bedrag is bij de bepaling van de schadefunctie van particulieren geen rekening gehouden met deze schadepost. Resume De omvang van schade aan particulieren niet begrepen in de schade aan opstallen en inboedels wordt geraamd op circa 16 M f . In Tabel 3.4 is de verdeling van deze raming over de genoemde schadeposten gegeven.
Omschrijving van de schade
Gemiddelde schade
Schatting aantal schadegevallen
Auto's en andere voertuigen Caravans op campings langs de Maas Tuinen en bijgebouwen
Totale schade (HQ
-
1.000,0
900
15,0
13.500,0
2500
0,5
1.250,0
-
p.m.
Zomerhuisjes
15.750,0
Totaal
Tabel 3.4 Raming van overige schade aan particulieren
2
Zie deelrapport 2, Deel A: huishoudens
waterloopkundig laboratorium | W L
3 - 7
Q1858/T1349
Deelrapport 1
4
Land- en tuinbouw
4.1
Inventarisatie december 1993
december 1994
Het gegevensbestand van de landbouwschade bevat in totaal 575 schadegevallen. 571 schadegevallen zijn gemeld bij de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond en 4 bij de Stichting Watersnood Bedrijven Limburg. Van de 575 schadegevallen hebben er 62 betrekking op schadegevallen buiten het projectgebied van deze studie. Van 5 gevallen die niet gelokaliseerd konden worden is gezien de postcode-locatie van eigenaren eveneens verondersteld dat ze buiten het projectgebied zijn opgetreden. In totaal bevat het bestand dus 508 schadegevallen die in het Maasdal (projectgebied) zijn opgetreden. Van deze 508 schadegevallen hebben er 473 tot erkenning van een positief (groter dan nul) schadebedrag geleid. Doordat de locatie op basis van postcodes van de woonplaats van de eigenaar en niet het schade-adres is aangegeven is het niet altijd duidelijk waar de schade is opgetreden. In geval de eigenaar van een perceel niet in het Maasdal woonachtig is, is als locatie de kortste afstand tussen de opgegeven postcode-locatie en de Maas verondersteld. V i j f van de 575 gevallen konden echter op deze manier aan een oeverlocatie langs de Maas toegedeeld worden. Deze zijn verder buiten beschouwing gebleven. Van de 473 schadegevallen in het Maasdal zijn zowel de totale schade als de hoofdcomponenten 'activa' en 'bereddering' bekend. Onder de post 'activa' is in dit bestand behalve de schade aan gebouwen en inventaris ook de geactiveerde teeltplanschade ten gevolge van de wateroverlast gerekend. De kosten van bereddering zijn de kosten die gemaakt zijn om schade te voorkomen, zoals het evacueren van dieren, het aanleggen van nooddijkjes rondom de bedrijfsgebouwen, etc. Er is enige discussie geweest over de vraag of deze kosten vergoed zouden worden. Uit economisch oogpunt behoren ze wel degelijk tot kosten door de wateroverlast. Daarom zijn ze meegenomen in de schadeberekening van de landbouwsector. In het landbouwbestand zijn de schades, afhankelijk van de belastingsituatie van de ondernemer, inclusief of exclusief BTW vermeld. Omdat in de studie met schadebedragen inclusief BTW wordt gerekend, zijn de bedragen waar nodig gecorrigeerd voor BTW.
4.2
Indeling van de landbouwsector
Op de schadeformulieren zijn 10 bedrijfstypen onderscheiden: I. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
rundveehouderij varkenshouderij pluimveehouderij akkerbouw gemengd bedrijf tuinbouw voile grond tuinbouw in kassen fruitteelt boomkwekerijen overig
waterloopkundig laboratorium |
WL
4 - 1
Deelrapport 1
Q1858/T1349
december 1994
Tabel 4.1 geeft een overzicht van landbouwschade door de overstroming van december 1993.
Totale schade (kf incl. BTW)
aantal gevallen
Gemiddelde schade (kf incl. BTW)
melding
met schade
activa
beredd.
totaal
activa
beredd.
totaal
Maasdal Elders
508 67
473 55
17.020 1.058
2.355 169
19.375 1.227
36,0 19,2
5,0 3,1
41,0 22,3
Totaal
575
528
18.078
2.524
20.602
34,2
4,8
39,0
Tabel 4.1 Totaal overzicht landbouwschade
Tabel 4.2 geeft voor de 528 schadegevallen waarvoor een positief schadebedrag is vastgesteld een uitsplitsing naar bedrijfstype. De schade in de tuinbouw in kassen is het grootst. Bijna de helft van de totale schade (44%) valt in dit bedrijfstype. Reden hiervoor is de hoge schade per schadegeval (110 k f ) . Na tuinbouw in kassen hebben de categorieen rundveebedrijven en gemengde bedrijven de grootste schade opgelopen, ieder circa 15% van de totale schade. De reden hiervoor is dat deze bedrijfstypen dominant aanwezig zijn in het Maasdal (242 van de 473 gevallen met een schade groter dan nul).
Maasdal
Totaal bedrijfstype
schade
schade aantal (k/)
% van totaal
aantal (kf)
% van totaal gemiddeld bereddering 0V)
rundvee varkens pluimvee
140 26 8
3.075 1.180 178
14,9% 5,7% 0,9%
112 23 8
2.566 1.089 178
13,2% 5,6% 0,9%
22,9 47,8 22,2
15% 45% 36%
akkerbouw gemengd
42 119
359 3.150
1,7% 15,3%
38 112
335 2.970
1,7% 15,3%
8,8 26,8
4% 11%
voile grond kassen
55 75
1.394 9.060
6,8% 44,0%
50 71
1.331 8.842
6,9% 45,6%
26,1 124,5
5% 10%
fruit boomkwekerij overig
10 30 23
556 1.394 256
2,7% 6,8% 1,2%
10 30 19
556 1.335 164
2,9% 6,9% 0,8%
55,6 46,0 8,2
8% 9% 17%
528
20.602
100%
473
19.375
100%
41,0
12%
Totaal
Tabel 4.2 Schade per bedrijfstype
De gemiddelde schades in de verschillende bedrijftypen zijn, met uitzondering van de tuinbouw in kassen, van dezelfde grootte orde. Omdat de spreiding van schades bij individue-
4 - 2
waterloopkundig laboratorium |
WL
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
le bedrijven rondom het gemiddelde groot is, is besloten zo veel mogelijk bedrijftypen samen te voegen. Voor de verdere verwerking van de schadegegevens zijn nog slechts twee categorieen gehanteerd: 1001 : Landbouw: alle bedrijfstypen met uitzondering van tuinbouw in kassen; en 1002 : Tuinbouw in kassen. In het schadebestand is een viercijferige codering gebruikt. Het eerste cijfer heeft betrekking op de schadegroep (landbouw 1000), het laatste op de subtypen. Voor de overige schadegroepen is een vergelijkbare codering gehanteerd. De totale landbouwschade in het projectgebied bedraagt 19,4 M f , waarvan 8,8 Mf in de categorie tuinbouw in kassen. In Tabel 4.3 zijn de totale en gemiddelde schade per categorie weergeven. Tabel 4.4 toont de verdeling van de landbouwschade over de verschillende gemeenten. De informatie is grafisch weergegeven in Figuur 4.1. Een groot deel van de schade is in het noordelijk deel van het projectgebied opgetreden (tussen de gemeente Arcen en Velden en de gemeente Bergen).
Totale schade
Gemiddelde schade
Off)
Off)
Aantal
1001 Landbouw 1002 Kassen
10.533,7 8.841,8
26,2 124,5
402 71
Totaal
19.375,5
41,0
473
Tabel 4.3 Schade per schadecategorie
waterloopkundig laboratorium |
W L
4 - 3
december
Deelrapport 1
Q1858/T1349
1994
Miljoen gulden Gemeente
2
3
I
_1_
2 ^ 0.91 Mook en Middelaar 3 o os Cuijk V / / / / / / / / / A 0 47 Gennep 0 02 Boxmeer Vierlingsbeek 22 0 .12 Bergen Meerlo-Wanssum / / / / / / / / / / / / / / / / A 0.69 Broekhuizen •/////////////////////A 0.89 Grubbenvorst Arcen en Velden / / / / / / / / / / / / A 0 53 Venlo Tegelen ZZZZZZ2 0 • / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / M A 108 Maasbree Belfeld 22 0 .15 Kessel - ZZ3 0.22 Beesel - ' / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A Roggel en Neer / / / / / / / / / / A 045 Haelen 23 0.15 Swalmen -22 Roermond • / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / A Maasbracht / / / / / / / A 0 36 Heel -77A o 16 Echt 2ZS 0 .16 Susteren ££2£3 0 59 Born 2^23 0 29 Stein - ^ Z ^ 0 40 Meerssen Maastricht - 2' 2/ / / / 0.16 / / / / / / / A 051 Eijsden 0 1 4
Figuur 4.1 Schade in de land- en tuinbouw per gemeente
4 - 4
waterloopkundig laboratorium
| W L
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
gemeente code naam 101 102 103 104 105 106 107 110 111 112 114 116 117 201 202 203 204 208 213 214 216 217 312 401 403 405 703 704 717
Gemiddelde schade (kf) landbouw
Arcen en Velden Beesel Belfeld Bergen Broekhuizen Gennep Grubbenvorst Kessel Meerlo-Wanssum Maasbree Mook en Middelaar Tegelen Venlo Born Echt Haelen Heel Maasbracht Roermond Roggel en Neer Susteren Swalmen Stein Eijsden Maastricht Meerssen Boxmeer Cuijk Vierlingsbeek
32,9 17,7 44,3 20,0 33,7 24,5 37,1 24,2 51,9 11,4 45,4 4,3 12,5 17,2 40,5 10,0 3,8 15,5 57,8 32,2 28,2 17,4 24,9 0,4 23,0 12,3 17,5 12,3 41,0
Totaal
Aantal bedrijven landbouw
kassen 103,9 361,0 31,2 162,5 151,9 0,0 114,2 0,0 99,7 140,9 0,0 256,0 119,2 0,0 0,0 0,0 153,3 0,0 121,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
kassen 30 15 2 31 7 19 21 9 17 33 20 3 4 17 4 15 1 23 19 14 21 8 16 1 22 13 10 4 3
23 2 2 7 3 0 1 0 20 5 0 2 4 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 71
402
Tabel 4.4 Gemiddelde schade per bedrijfssector per gemeente
4.3
Aanvullende opmerkingen
Tijdens gesprekken met vertegenwoordigers van de landbouwsector is aandacht gevraagd voor het feit dat de schade in de landbouw in principe gevoelig is voor seizoenen. De watersnood van december 1993 vond op een betrekkelijk gunstig moment plaats, namelijk aan het begin van het groeiseizoen voor het merendeel van de gewassen. Bij de schadebepaling is overigens rekening gehouden met de daardoor veroorzaakte opbrengsten-derving. Bij het optreden van een vergelijkbare watersnood op een later moment in de tijd zou de schade aanzienlijk hoger kunnen uitvallen. Om met deze seizoensafhankelijkheid rekening te houden zou een seizoensgebonden kansfunctie vragen voor het optreden van dit soort watersnoden. Een dergelijke functie is niet voor handen. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat de kans van optreden van watersnoden als die van december 1993 in het zomerseizoen relatief laag is. Dit zou betekenen dat een hogere schade (kwetsbaarder plantmateriaal) samenvalt met een kleinere kans van optreden.
waterloopkundig laboratorium |
W L
4 - 5
december 1994
Deelrapport 1
Q1858/T1349
Bij de inventarisatie is gebleken dat sommige schade is ontstaan door regelgeving op het gebied van milieuverontreiniging: mestkelders die onder water komen te staan waardoor (zeer) waterige mest moet worden afgevoerd tegen zeer hoge kosten (f 125/m ). 3
4 - 6
waterloopkundig laboratorium |
WL
Q1858/T1349
Deelrapport 1
5
Bedrijven
5.1
Inventarisatie december 1993
december 1994
De informatie betreffende schade aan bedrijven (niet-agrarisch) is verkregen van de Stichting Watersnood Bedrijven. Per bedrijf is bij de aangifte onderscheid gemaakt tussen schade aan activa (opstal, inventaris, voorraden, etc.) en bedrijfsschade (gederfde inkomsten als gevolg van het feit dat geen bedrijfsvoering kon plaatsvinden ten tijde en na afloop van het hoogwater). Ten tijde van inventarisatie van de schade was het merendeel van de gemelde schadegevallen getaxeerd door de experts. De door de schade-experts vastgestelde bedrijfsschaden zijn, na toevoeging van de BTW, overgenomen in de bestanden van deze studie. De nog niet getaxeerde schadegevallen zijn vastgesteld door het studieteam aan de hand van de door de indieners opgegeven ramingen. Deze bedragen zijn met een factor 0,6 vermenigvuldigd en ook hier is de BTW toegevoegd. De factor 0,6 is afgeleid uit het gemiddelde verschil tussen de opgegeven schadebedragen en de door de experts vastgestelde schades.
5.2
Indeling van de sector bedrijven
In de bestanden van de Stichting Watersnood Bedrijven worden de volgende categorieen bedrijfstypen onderscheiden: 1. industrie 2. groothandel 3. detailhandel 4. horeca, recreatie en toeristische activiteiten 5. overige dienstverlening In het schademodel wordt naast de informatie uit de schadebestanden, gebruikt gemaakt van informatie uit bestanden van de firma B R I D G I S . In deze laatste bestanden wordt een uitgebreidere indeling in categorieen gehanteerd. De informatie uit het bestand van de Stichting Watersnood Bedrijven is omgezet naar de indeling van het BRlDGIS-bestand. Enkele categorieen bevatten weinig bedrijven met schade of zijn weinig relevant met betrekking tot de schadefuncties. Uiteindelijk resulteren 4 categorieen bedrijven waarvoor schadefuncties bepaald zijn: 2001. Industrie 2002. Bouwnijverheid 2003. Handel, horeca en recreatie 2004. Dienstverlening In de gebruikte codering heeft het eerste cijfer betrekking op de schadegroep (bedrijven 2000), het laatste op de subtypen.
waterloopkundig laboratorium |
WL
5 - 1
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
In de door B R I D G I S gehanteerde indeling komen naast deze categorieen ook agrarische bedrijven, grondstoffenwinning en transport voor. In de categorie 'dienstverlening' wordt onderscheid gemaakt tussen zakelijke- en overige dienstverlening. In het bedrijvenbestand waren 4 agrarische bedrijven aanwezig. Deze zijn overgebracht naar het landbouwbestand. De schadegevallen in de categorie grondstoffenwinning (grind en zand) zijn verwijderd uit het bedrijvenbestand. De reden hiervoor is dat de schade aan deze sector niet of nauwelijks te vermijden is. Immers, deze bedrijfsactiviteiten vestigen zich vanzelfsprekend direct aan de oevers van de rivier. De omvang van de schade in deze categorie (circa 2,7 Mf in december 1993) is zodanig dat het weglaten slechts een geringe invloed op de totale schade heeft. De categorieen 'zakelijke dienstverlening' en 'overige dienstverlening' zijn samengevoegd omdat op basis van de veelal summiere informatie omtrent de precieze aard van de bedrijfsactiviteiten, geen duidelijk onderscheid kon worden aangebracht. De sector 'transport' is aan deze categorie toegevoegd omdat in deze sector slechts een gering aantal gevallen (42) is gemeld, met een gemiddelde schade die overeenkomt met die van de twee andere sectoren.
5.3
Overzicht van opgetreden schade
Het totaal aantal schademeldingen van bedrijven in het Maasdal bedraagt 1484 met een totale schade van circa 74 Mf (tabel 5.1). Om de schade die voor het schademodel relevant geacht wordt te vinden moet de schade aan bedrijven die zich met grondstoffenwinning in of langs de Maas bezig houden in mindering gebracht worden. De 'relevante' schade bedraagt 71,3 M f , met een gemiddelde schade per bedrijf van ongeveer 50 k f . In Tabel 5.2 is voor de vier gekozen bedrijfssectoren een overzicht gegeven van het aantal schadegevallen en de totale schadebedragen. Uit het overzicht blijkt dat er een groot verschil is tussen de gemiddelde schade per bedrijf in de verschillende bedrijfssectoren. In de sector industrie is de gemiddelde bedrijfsschade (140 k f ) aanmerkelijk hoger dan in de overige sectoren. De gemiddelde schade inde sectoren 'bouwnijverheid' en 'dienstverlening' zijn vrijwel identiek (circa 37 k f ) , terwijl de gemiddelde schade in de sector 'handel, horeca en recreatie' enigszins hoger uitvalt (46 k f ) . Van het merendeel van de bedrijven kon een eenduidige schadelocatie bepaald worden. Van slechts 8 schadegevallen was dit niet mogelijk omdat het bedrijven betrof die op meerdere locaties schade hebben geleden, zoals brouwerijen met meerdere cafes. In figuur 5.1 is de totale schade aan bedrijven per gemeente (excl. grondstoffenwinning) weergegeven. De grote schade in Roermond en met name in Venlo springen daarbij direct in het oog. In deze steden hebben vooral de bedrijven op de industrieterreinen veel schade ondervonden van het hoogwater. Voorts valt de schade in Maasbree op. In Tabel 5.3 is per gemeente en per sector het aantal bedrijven en de gemiddelde schade gegeven. Uit de tabel blijkt dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen de gemiddelde schadebedragen in een bedrijfssector in verschillende gemeenten. De gemiddelde schade per sector kan niet zonder meer toegepast worden om de schade bij bedrijven per gemeente vast te stellen.
5 - 2
waterloopkundig laboratorium |
WL
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
Gemiddeld
Schade (kf)
aantal
Sector(code)
(Kf)
Totaal relevante schade
Totaal bedrijven Maasdal
Minimum
1.467
1.430
53.741,2
17.512,7
71.253,9
49,8
17
16
2.520,5
183,2
2.704,7
169,0
1.484
1.446
56.261,7
17.695,9
73.958,6
51,1
Grondstoffenwinning
Bereik (kf) Maximum
529,6
9,7
Tabel 5.1 Schade aan bedrijven in het Maasdal
Schade (kf)
aantal Sector(code)
Activa
met schade
totaal
Bedrijfsschade
Totaal
Bereik (kf) Gemiddeld Minimum Maximum (k/)
Met vastgestelde locatie 2001 2002 2003 2004
88 73 1.046 252
86 70 1.022 244
8.676,7 1.784,6 36.456,7 6.590,7
3.393,6 827,5 10.715,2 2.455,4
12.070,3 2.612,1 47.171,9 9.046,1
140,4 37,3 46,2 37,1
Totaal
1.459
1.422
53.508,7
17.391,7
70.900,4
49,9
0,2 0,1 0,1 0,1
3.196,0 412,6 2.222,0 789,3
49,4 4,2
49,4 105,2
Zonder vastgestelde locatie 2002 2003
1 7
1 7
49,4 183,1
0,0 121,0
49,4 304,1
49,4 43,4
Totaal
8
8
232,5
121,0
353,5
44,2
Tabel 5.2 Schade per bedrijfssector
waterloopkundig laboratorium |
W L
5 - 3
Q1858/T1349
december 1994
Deelrapport 1
Miljoen gulden
Mook en Middelaar Cuijk Gennep Boxmeer Vierlingsbeek Bergen Meerlo-Wanssum Broekhuizen Grubbenvorst Arcen en Velden Venlo Tegelen Maasbree Belfeld Kessel Beesel Roggel en Neer Haelen Swalmen Roermond Maasbracht Heel Echt Susteren Born Stein Meerssen Maastricht Eijsden
10
5
Gemeente
15 _1_
20
25
30
i
-22
MJ 0 34 V//////////M 0 20 0 03 23 vo3 0 25 -3 0 4 5 007
ZS2Z2ZZ22 23
7 20
0.19 -3 0 47 0 17 - 3 048 -1 0 38 0 04
zzzzzzzzzz^zzzzzzzzzzzzzi
-7777% 1.69 - 21 0 68 0.04 223 153 0.02 1 0 31 0 06 "222223 2 57 - 3 0.30
Figuur 5.1 Schade aan bedrijven (niet-agrarisch) per gemeente
5-4
waterloopkundig laboratorium
| W L
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
gemeente code 101 102 103 104 105 106 107 110 111 112 114 116 117 201 202 203 204 208 213 214 216 217 312 401 403 405 703 704 717
naam Arcen en Velden Beesel Belfeld Bergen Broekhuizen Gennep Grubbenvorst Kessel Meerlo-Wanssum Maasbree Mook en Mid. Tegelen Venlo Born Echt Haelen Heel Maasbracht Roermond Roggel en Neer Susteren Swalmen Stein Eijsden Maastricht Meerssen Boxmeer Cuijk Vierlingsbeek Maasdal
Gemiddelde schade per sector (kf)
Aan al bedr jven per sector 2001
2002
2003
2002
2003
2004
223,8 0,0 0,0 85,5 152,4 80,5 0,0 0,0 0,0 140,7 27,3 20,7 106,3 1,4 0,0 118,3 138,0 15,0 360,0 64,0 38,8 0,0 20,2 0,0 89,2 8,7 70,0 0,0 0,0
44,0 13,7 0,0 7,8 0,0 13,6 0,0 0,0 30,9 141,1 52,8 14,3 36,0 0,0 26,4 0,0 0,0 0,0 38,0 0,0 16,2 0,0 3,8 0,0 10,8 12,4 0,0 0,0 0,0
69,0 34,2 25,0 21,8 40,9 51,0 33,2 8,9 48,0 134,6 32,8 33,2 42,7 3,7 2,9 34,0 52,0 32,2 63,7 14,3 53,9 20,2 22,1 47,7 20,5 6,6 14,7 171,1 33,4
19,9 5,3 66,2 5,1 7,0 19,7 3,9 109,6 15,4 81,1 21,8 10,3 41,4 0,0 0,0 7,6 128,9 62,3 29,7 67,7 12,7 0,0 12,0 59,3 20,0 6,1 26,2 0,0 0,0
3 0 0 1 1 11 0 0 0 7 2 6 15 1 0 1 1 4 17 2 2 0 1 0 8 1 2 0 0
2 2 0 2 0 3 0 0 1 7 2 3 16 0 1 0 0 0 12 0 5 0 3 0 10 1 0 0 0
51 4 5 41 7 60 2 4 4 34 29 34 491 6 3 7 3 8 110 6 23 2 11 5 62 4 2 2 1
13 1 1 6 2 10 1 4 2 8 1 4 85 0 0 3 3 22 33 4 10 0 3 1 24 2 1 0 0
140,4
37,3
46,2
37,1
86
70
1022
244
Tabel 5.3 Gemiddelde schade per bedrijfssector per gemeente
waterloopkundig laboratorium
| W L
2004
2001
5 - 5
Q1858/T1349
Deelrapport 1
6
Instellingen
6.1
Inventarisatie december 1993
december 1994
Gegevens over schade aan instellingen ten gevolge van de watersnood van december 1993 aan instellingen zijn verkregen uit drie bronnen: •
• •
de Stichting Watersnood Bedrijven Limburg: in de meeste gevallen komen deze schades niet voor subsidie in aanmerking omdat er geen sprake is van een onderneming; wel zijn in een aantal gevallen de schades door taxateurs geschat; de Provincie: het merendeel van deze meldingen zijn voorzien van een taxatierapport; de Gemeenten: de schade aan gemeentelijke eigendommen zijn alle vastgesteld door taxateurs en zijn vermeld in de gemeentelijke schaderegistratie formulieren.
Een aantal gevallen is bij meerdere instanties gemeld. Om dubbeltellingen te vermijden heeft een zorgvuldige screening van de meldingen plaatsgevonden. Bij de screening zijn, voor zover controle mogelijk was (het merendeel van de dossiers was anoniem voor de onderzoekers), geen dubbeltellingen aangetoond. Hieruit blijkt dat de verschillende stichtingen en de overheden die zich met de schade-afwikkelingen hebben bezig gehouden zeer secuur te werk zijn gegaan. Geen geringe inspanning als de hectische omstandigheden waaronder gewerkt moest worden in ogenschouw wordt genomen. Het is mogelijk dat van een object meerdere meldingen voorkomen. Zo betreffen de gemeentelijke opgaven alleen schade aan gebouwen en terreinen; terwijl de inventarisschade veelal bij de provincie is aangemeld. Een en ander betekent dat er in het bestand twee meldingen kunnen bestaan betreffende hetzelfde adres: een voor de schade aan de opstal (indien in eigendom van de gemeente) en een voor de schade aan het inventaris.
6.2
Indeling van de sector instellingen
De categorie 'instellingen' omvat schadegevallen met een bekende schadelocatie (postcode), die niet onder een van de drie hierboven genoemde schadecategorieen vallen, noch onder de groep 'overheid en nutsbedrijven' die in Hoofdstuk 7 aan de orde komt. De definitie van deze schadecategorie is enigszins arbitrair. Criteria zijn dat de eigendomsvorm een stichtingsvorm is en dat er een eenduidige locatie is aan te geven voor de activiteit of het gebouw waaraan schade is toegebracht. Een uitzondering hierop zijn schades aan woningen van woningbouwverenigingen. Hoewel deze qua eigendomsvorm ook tot de categorie 'instellingen' behoren, wordt de schade geleden door woningbouwverenigingen toegedeeld aan de woningen (zie Hoofdstuk 3). Bij de instellingen die onder de stichtingsvorm opereren kan onderscheid gemaakt worden tussen particuliere stichtingen en min of meer publieke stichtingen. Aangezien een aantal gemeentelijke diensten en nutsbedrijven tegenwoordig ook in een dergelijke vorm opereren zouden zij ook onder deze categorie vallen. Er is echter voor gekozen, dergelijke activiteiten in te delen bij de groep 'overheid en nutsbedrijven'. Nutsbedrijven hebben, evenals de meeste overheidsdiensten, schade ondervonden op meerdere locaties (bijvoorbeeld schade aan gemeentelijke kabelnetwerken).
w a t e r l o o p k u n d i g
laboratorium
|
WL
6 - 1
Deelrapport 1
Q1858/T1349
december 1994
De meldingen van deze gevallen is vrij diffuus geschied zodat het mogelijk is dat een aantal schadegevallen niet in het bestand is opgenomen. Gezien de beperkte omvang van de individuele schade is het niet te verwachten dat dergelijke omissies tot een sterke vertekening van het schadebeeld leiden. Hoewel scholen en peuterspeelzalen ook als stichtingen kunnen zijn opgezet, is deze categorie ook ondergebracht bij de groep 'overheid en nutsbedrijven', omdat de schade aan scholen voornamelijk voor rekening van de overheid zal komen. De volgende categorieen instellingen zijn gehanteerd in het schadebestand: 3001.
gemeenschapsvoorzieningen (gemeenschapshuizen, bibliotheken, etc.);
3002. 3003. 3004. 3011.
sportverenigingen; vrije-tijdsgezelschappen (toneelverenigingen, zangverenigingen, etc.); overige voorzieningen (musea, kerken, etc.); en bejaardenoorden.
6.3
Overzicht van opgetreden schade
Door de wateroverlast van december 1993 is schade ontstaan aan 152 instellingen. De totale schade bedraagt 2,6 M f . De gemiddelde schade per object bedraagt ruim 17 k f . De schadegegevens per categorie zijn opgenomen in Tabel 6.1.
code
omschrijving
schade (kf)
aantal totaal
3001 3002 3003 3004 3011
gemeenschapsvoorzieningen sportverenigingen vrije-tijdsverenigingen overige instellingen bejaardenoorden Totaal
gemiddeld
33 63 26 28 3
846,0 849,7 163,4 505,8 216,5
25,6 13,5 6,3 18,1 72,2
152
2.581,4
16,9
Tabel 6.1 Schade aan instellingen
6 - 2
waterloopkundig laboratorium | W L
Q1858/T1349
Deelrapport 1
7
Overheid en Nutsbedrijven
7.1
Inventarisatie december 1993
december 1994
Gegevens over schade aan overheidsinstellingen en nutsbedrijven zijn verkregen uit de volgende bronnen: •
• •
de Stichting Watersnood Bedrijven Limburg: in de meeste gevallen komen deze schades niet voor vergoeding in aanmerking omdat er geen sprake is van een onderneming; wel zijn in een aantal gevallen de schades door taxateurs geschat; de Provincie: het merendeel van deze meldingen zijn voorzien van een taxatierapport; de Gemeenten: de schade aan gemeentelijke eigendommen zijn alle vastgesteld door taxateurs en zijn vermeld in de gemeentelijke schaderegistratieformulieren ; het Ministerie van Onderwijs: schade aan schoolgebouwen zijn gemeld bij het ministerie en zijn indien voorzien een taxatierapport in het merendeel van de gevallen vergoed door ditzelfde ministerie; 3
•
•
•
diensten van Rijkswaterstaat: dienstkring wegen Venlo; dienstkring Nijmegen Maas; dienstkring Roermond Maas; dienstkring Nijmegen Maas; de waterschappen: Roer en Overmaas; Peel en Maasvallei; het Zuiveringsschap Limburg;
•
nutsbedrijven (o.a. aanvullende informatie):
•
-
PLEM;
MEGA Limburg; PTT Telecom; en CAI-bedrijven. Het merendeel van de gemeentelijke schade is vastgesteld door schade-experts. Van de overige schade is niet altijd duidelijk wie deze heeft vastgesteld, veelal is dat geschied door interne deskundigen.
7.2
Indeling van de sector overheid en nutsbedrijven
De schadecategorie 'overheid en nutsbedrijven' omvat de schade door wateroverlast aan eigendommen van overheden en nutsbedrijven. Er is onderscheid gemaakt in schade die vermeden kan worden en schade die min of meer inherent is aan het riviersysteem, zoals dichtslibbing van havens; schade aan dijken, kades en oevers; schade aan rivierbakens. Bij schade die min of meer inherent is aan het riviersysteem, gaat het om schade in of direct grenzend aan de rivier (verder aangeduid als 'rivierschade'). Bij het ontwerp van voorzienin-
alleen de opgaven van de Limburgse Maasgemeenten zijn verwerkt. waterloopkundig laboratorium |
WL
7 - 1
december 1 994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
gen die tot het riviersysteem behoren is, veelal een afweging gemaakt ten aanzien van schade bij hogere afvoeren. Zo kan bij het ontwerp van een oeverbescherming schade ten gevolge van uitschuring verminderd worden door een zware beschoeiing aan te brengen, dit leidt echter tot hogere kosten. Bij de onderhavige beleidsanalyse is de rivierschade daarom buiten beschouwing gebleven. De rivierschade wordt voor de volledigheid wel in dit hoofdstuk gepresenteerd. Voor de analyse van maatregelen om de schade ten gevolge van hoogwater te beperken is de zogenaamde vermijdbare schade het meest van belang. Deze schade is in het schademodel ingebouwd. Van slechts een deel van de schade in deze categorie is een specifieke schadelocatie bekend, namelijk de gebouwen van overheidsinstellingen en scholen. Het merendeel van de schade in de categorie 'overheid en nutsbedrijven' kon niet aan een specifieke (punt)locatie toegewezen worden in het kader van deze studie. Schadegevallen zoals schade aan infrastructuur, aan PTT- en CAl-netwerken en kosten van noodhulp, kunnen aan postcodes toegedeeld worden. Voor de situatie van december 1993 zou dan een goed ruimtelijk beeld van de opgetreden schade gepresenteerd kunnen worden. Echter voor de bepaling van schade bij hogere afvoeren dan in december 1993 levert een dergelijke aanpak geen oplossing, omdat van de postcodes die in december buiten de inundatiezone vielen geen informatie beschikbaar is omtrent mogelijke schade. Om die reden worden in het schademodel kostendragers gehanteerd die uit andere bestanden afkomstig zijn, zoals de B R I D G I S - en CBS-bestanden. Andere kosten die over het gebied verdeeld voorkomen kunnen aan deze kostendragers toegedeeld worden. Voor de ruimtelijke toedeling van de verspreide schade van de schadecategorie 'overheid en nutsbedrijven' worden twee kostendragers gebruikt: huizen en de in het GlS-bestand voorkomende oppervlak aan wegen. In de schadebestanden is de schadecategorie 'overheid en nutsbedrijven' onderverdeeld in de volgende sectoren: 4001. gemeentelijke instellingen (gemeentehuizen, gemeentelijke terreinen en opstallen) 4002. sporthallen 4003. sportvelden 4004. gemeentelijke scholen 4005. overige scholen (schoolverenigingen) 4006. peuterspeelzalen 4009. crisiscentra 4011. oevers 4012. havens 4013. dijken 4014. bebakening 4019. opruimen/schoonmaken oevers 4021. wegen 4022. bruggen 4023. riolering 4024. openbaar groen 4031. nutsvoorzieningen, nutsbedrijven (energie, telecommunicatie) 4032. kabelnetten (CAl: centrale antenne inrichtingen) 4041. voorzieningen t.b.v. herstel (nooddijken, opruimen/schoonmaken slib en zwerfvuil) 4042. hulpverlening ex. art.25 van de Rampenwet
7 - 2
waterloopkundig laboratorium |
WL
Q1858/T1349
Deelrapport 1
december 1994
Deze indeling betreft voornamelijk schadeposten die ten laste van de overheid komen. Een uitzondering hierop is schadecategorie 4005: schoolverenigingen die niet direct onder de gemeente vallen (schoolverenigingen). Echter omdat het hier een kleine groep betreft zijn ze als subgroep van 4004 (scholen) behandeld. Een zelfde redenering gaat op voor de groep nutsbedrijven waarvan er een aantal als BV of stichting opereren. Omdat niet altijd duidelijk was wat de precieze eigendomsvorm is, is dit onderscheid hier niet verder expliciet gemaakt. Bij de schademeldingen van de scholen zijn ook scholen aangetroffen die als crisiscentrum hebben gefunctioneerd (subgroep 4009). Deze scholen zijn niet geinundeerd geweest en worden als zodanig niet tot 'inundatieobjecten' gerekend. De schade aan deze scholen hangt samen met het optreden van wateroverlast elders. Het is daarom dat deze schade wordt toegerekend aan het totaal van schade-objecten en niet als specifiek schade-object gepresenteerd wordt.
7.3
Overzicht van opgetreden schade
In de Tabellen 7.1 tot en met 7.5 is de schade weergegeven die is opgetreden in de verschillende subgroepen van deze schadecategorie. Tabel 7.1 laat de schade aan gebouwen en terreinen van overheidsinstellingen zien. Voor de locatie van deze schade is de postcode gehanteerd. Tabel 7.2 geeft de rivierschade weer. Deze is voornamelijk opgetreden bij het Rijk (Rijkswaterstaat) en slechts voor een zeer klein deel bij de waterschappen (i.e. Waterschap Peel en Maasvallei 126 k f ) . De belangrijkste kostenposten zijn de schade aan oevers en de dichtslibbing van havens. De totale kosten die gemoeid zijn met het verwijderen van het slib zijn hoger, maar er is een correctie voor achterstallig onderhoud toegepast. De kosten van het herstellen van de oevers is sterk afhankelijk van het soort oeververdediging dat toegepast wordt. Gezien de beleidsuitgangspunten aangaande natuurlijke oevers kunnen de kosten van het herstel van de oevers mogelijkerwijs aanzienlijk lager uitvallen. De schade aan de zogenaamde landinfrastructuur is weergegeven in Tabel 7.3. Het merendeel van de kosten komt voor rekening van de gemeenten. De post 'wegen' is daarbij het meest omvangrijk. Een bedrag van 556 kf (schade aan riolering en kosten voor bemaling) is voor rekening van het Zuiveringschap Limburg. In de tabel is dit bedrag onder het hoofd Rijk/provincie vermeld. De schade aan nutsbedrijven wordt weergegeven in Tabel 7.4. De schade is het meest omvangrijk bij de elektriciteitsdistributie en P T T Telecom. Een groot deel van de schade bestaat uit waak- en beredderingskosten. In Tabel 7.5 worden de kosten van de hulpverlening en het opruimen van het zwerfvuil vermeld. Dit blijkt een aanzienlijke post te zijn die zelfs hoger kan uitvallen indien de Brabantse gemeenten ook dergelijke kosten blijken te hebben. Het is niet duidelijk of de gemeenten alle kosten van de hulpverlening hebben opgegeven bij de provincie. De aangifteformulieren van een aanzienlijk aantal gemeenten zijn op dit punt onduidelijk. In Tabel 7.6 worden de 5 voorgaande tabellen samengevat. De totale schade van circa 61 M / blijkt voor meer dan een derde te bestaan uit schade die moeilijk te voorkomen is (rivierscha-
waterloopkundig laboratorium |
WL
7 - 3
Deelrapport 1
Q1858/T1349
december 1994
de). Verder geeft de tabel aan dat de helft van de schade voor rekening van de gemeenten komt. Van de 23,6 Mf schade die door Rijk en provincie zijn geleden is het overgrote deel voor rekening van Rijkswaterstaat (23,0 M f ) . Ook binnen het deel dat voor rekening van de provincie komt is het merendeel voor de waterstaat.
code
omschrijving
schade (kf)
aantal totaal
4001 4002 4003 4004 4005 4006
gemiddeld
gebouwen en terreinen sporthallen sportterreinen scholen, peuterspeelzalen schoolverenigingen peuterspeelzalen
18 22 6 25 2 4
465,2 2.163,8 163,5 3.612,7 23,4 116,3
25,8 98,4 27,3 150,5 11,7 29,1
Totaal
76
6.544,9
86,1
Tabel 7.1 Schade aan gebouwen en terreinen van overheidsinstellingen
code
omschrijving
4011 4012 4013 4014 4019
Oevers Havens Dijken en kades (incl. duikers) Bebakening Opruimen (oevers, sluizen) Totaal
Rijk/provincie (kf)
Gemeente (kf)
Totaal (kf)
7.646,8 8.459,5 149,3 238,7 826,9
91A 500,3 413,6
7.744,1 8.959,8 562,8 238,7 826,9
20.921,1
1.011,2
21.932,3
Tabel 7.2 Rivierschade
Rijk/provincie (kf)
Gemeente (kf)
Totaal (kf)
code
omschrijving
4021 4022 4023 4024
Wegen Bruggen Riolering Openbaar groen
900,2 1.245,0 556,1
8.770,8 151,1 3.490,5 319,1
9.671,0 1.396,1 4.046,6 319,1
Totaal
2.701,3
12.731,4
15.432,7
Tabel 7.3 Schade aan infrastructuur
7 - 4
waterloopkundig laboratorium |
WL
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
code
omschrijving
4031 4032
Nutsvoorzieningen, nutsbedrijven
nutsbedrijven OV)
gemeente (kf)
Totaal (HO
6.460,3 416,2
203,8 221,9
6.664,1 638,1
6.876,5
425,7
7.302,2
CAI
Totaal
Tabel 7.4 Schade aan nutsvoorzieningen
bedrag (kf)
code
omschrijving
4009 4041
crisiscentra infrastructurele voorzieningen voor herstel (nooddijken, opruiming/schoonmaken, etc.) kosten van hulpverlening ex art.25 van de Rampenwet (brandweer, evacuatie, etc.)
4042
13,0 4.510,9 5.514,3
10.038,2
Totaal
Tabel 7.5 Overige schade bij gemeenten
omschrijving
code
4001-4006 4011-4019 4021-4024 4031-4032 4009 / 4041-4042
Rijk/ provincie (V)
Gemeente
Nutsbedrijven
Totaal
(kf)
OV)
(kf)
%
10,7% 35,8% 25,2% 11,9% 16,4%
Gebouwen en terreinen Rivierinfrastructuur Landinfrastructuur Nutsvoorzieningen Overig (opruiming, hulpverlening)
20.921,1 2.701,3 -
6.544,9 1.011,2 12.731,4 435,7 10.038,2
6.876,5 -
6.544,9 21.932,3 15.432,7 7.302,2 10.038,2
Totaal
23.622,4
30.761,4
6.876,5
61.250,3
_
Tabel 7.6 Overzicht schade overheid en nutsbedrijven
7.4
Toedeling van schade aan gemeenten
Van een deel van de schade is geen exacte locatie bekend. In Tabel 7.7 is een overzicht opgenomen van deze schade. In het schademodel is ze over de gemeenten verdeeld, omdat ze anders niet meegenomen kon worden. De toedeling is geschied naar rato van het aantal woningen dat schade heeft ondervonden in december 1993. Tabel 7.8 laat de resultaten van deze toedeling zien. Figuur 7.1 geeft de ruimtelijke verdeling van de totale schade vermeld in Tabel 7.8. Daarbij zijn de totale schade in gemeenten, de schade met onbepaalde locatie en de schade aan
waterloopkundig laboratorium |
W L
7 - 5
Deelrapport 1
Q1858/T1349
december 1994
gemeentelijke wegen bij elkaar opgeteld. Vanzelfsprekend springen daarbij de grote gemeenten in het oog. Opvallend is de meer dan gemiddelde schade in Gennep. De reden hiervoor is dat het gei'nundeerde gebied overwegend complexen betrof van de gemeente en niet zozeer woon- of werkgebieden. Met name de schade aan een sportcomplex heeft voor deze relatief grote schade gezorgd.
1. 2. 3. 4.
353,5 6.868,2 900,2 1.801,1
121,0 617,8
232,4 6.250,4
Bedrijven Nutsbedrijven Wegen: provincie en rijk Overige infrastructuur
totaal OV)
bedrijfsschade OV)
aktiva OV)
9.923,0
subtotaal (te verdelen over gemeenten) 5. Rivierschade: - provincie en rijk - gemeenten
20.921,1 1.011,2
-
-
subtotaal (niet relevant voor schademodel)
21.932,3
totaal
31.855,3
Tabel 7.7 Verspreide schade in het Maasdal Miljoen gulden Gemeente Mook en Middelaar Cuijk Gennep Boxmeer Vierlingsbeek Bergen Meerlo-Wanssum Broekhuizen Grubbenvorst Arcen en Velden Venlo Tegelen Maasbree Belfeld Kessel Beesel Roggel en Neer Haelen Swalmen Roermond Maasbracht Heel Echt Susteren Born Stein Meerssen Maastricht Eijsden
2
3
4
i
i
i
5 i
6
22222222225 " o
0 03 0 02
222222223
2223 0.30 2ZZZZSZZZZZZZZ2ZZZZZ2 *53 •///////////////////////////A V / / / / / / / / / / / / \ 0 98
-23 3 -23
1.97
0 18 0 13
0.19
- / / / / / / / A o.< V//////M 0 68
-2223 oat
22222222222222222222222222225222
-222222 0.66
•3
0.09
0.01
////W////^//^^^
223
345
0.24
ZZZZa 0 94 -223
0.32
Figuur 7.1 Totale schade aan instellingen, overheid en nutsbedrijven per gemeente
7 - 6
waterloopkundig laboratorium
|
december 1994
Q1858/T1349
Deelrapport 1
Schade met onbepaalde locatie, maar gelegen in Maasdal Totaal 0V)
Schade in gemeenten OV) Gemeente
Gemeente- Gemeente objecten 4001, 4006
code naam
101 102 103 104 105 106 107 110 111 112 114 116 117 201 202 203 204 208 213 214 216 217 312 401 403 405 703 704 717
Arcen Beesel Belfeld Bergen Broekhuizen Gennep Grubbenvorst Kessel Maasbree Meerlo-W. Mook Tegelen Venlo Born Echt Haelen Heel Maasbracht Roermond Roggel&N. Susteren Swalmen Stein Eijsden Maastricht Meerssen Boxmeer Cuijk Vierlingsb.
Tota;il
3001-3011 4009, 4022, 4023, 4031, 4032, 4041, 4042
o,c
546,8 19,4 58,8 474,7 34,1 3.369,3 128,0 23,5 260,8 410,6 475,5 386,1 2.006,1 16,0 0,0 409,8 90,4 383,0 1.511,5 243,4 634,5 135,0 67,9 0,0 2.649,6 197,1 0,0
o,c
o,c
o,c
o,c
6.614,2
14.531,1
122,2 0,0 0,0 203,5 0,0 1.480,1 25,5 77,4 31,5 5,7 28,0 163,5 1.841,6 0,0 0,0 78,7 0,0 0,0 1.379,2 0,0 220,9 0,0 6,7 0,0 949,8 0,0
Instellin- Wegen Bedrij- Nuts- Infrastr. ven bedrijven rijk/prov. gen 4021
278,8 623,3 4,5 132,2 95,0 1,8 280,3 1.170,8 46,9 180,4 81,0 686,5 72,8 0,0 2,2 5,7 51,8 497,7 61,6 1.095,7 24,5 436,3 172,3 427,0 307,2 681,8 69,6 5,7 0,0 0,0 58,5 3,5 0,0 0,0 3,6 113,0 657,4 1.450,0 5,1 120,9 53,0 71,1 90,0 55,9 23,9 169,6 0,0 0,0 434,1 528,7 15,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 o,c
o.c
2.576,5 8.770,c
20012004
40314032
0V)
4021-4023
35,1 1,6 1,3 12,2 2,7 5,6 2,1 0,9 5,6 12,0 5,8 23,8 57,6 4,6 0,2 5,9 0,2 2,4 43,3 7,9 30,5 1,3 17,7 0,1 65,3 5,3 1,3 0,9 0,3
656,8 30,1 25,2 262,1 50,4 101,9 38,6 16,2 101,9 229,9 125,9 446,9 1.053,4 84,5 3,5 107,7 3,5 45,2 899,4 146,8 627,0 23,2 449,2 2,3 1.193,4 97,2 24,3 16,2 5,8
268,1 2.531,1 2,6 190,5 0,2 182,3 5,4 2.409,0 3,9 318,4 67,9 5.792,3 35,2 302,0 0,2 126,1 34,2 983,5 85,7 1.901,2 1,2 1.097,3 245,6 1.865,3 35,1 5.982,7 56,8 237,2 4,8 8,4 13,3 677,2 0,3 94,3 15,3 562,5 18,3 5.959,0 80,0 604,1 1.814,7 3.451,7 0,1 305,5 208,7 943,8 0,3 2,7 94,5 5.915,4 6,6 321,9 0,5 26,2 0,0 17,1 18,8 24,9
353,f
6.868,2
3.118,2 42.833,6
Tabel 7.8 Gemeentelijke schade en aan gemeenten toegedeelde schade in het Maasdal
w a t e r l o o p k u n d i g
laboratorium
| W L
7 - 7
Deelrapport 1
Q1858/T1349
Bijlage A
december 1994
Fotobladen inundatiegebied
legenda: gemeentegrens beek stroomrichting xxxxxxxx
ooooo
tijdelijke maatregelen stroomschade bijzondere locaties met schade
geinundeerd gebied terugstromende riolering kwel
waterloopkundig laboratorium
| W L