Miniconferentie VSV INSPIRATIE & INTERACTIE Verslag 12 oktober 2011
Minder rapporteren, meer meedenken ´Tja, VSV’ers, hoeveel zijn het er eigenlijk en hoe zien ze eruit? Dat weten we niet. Net hoor ik dat ik een VSV-bestuurder ben. Dat is ook nieuw voor mij. Wat dat betreft voel ik mij ‘Alice in Wonderland’. En toch, de leerlingen zitten om ons heen in de school. Wat is het belangrijk dat we er ‘bovenop’ zitten en dat we beseffen hoe jonge mensen kunnen worstelen met hun beroepskeuze of door een thuissituatie gehinderd worden om te investeren in hun studie. We moeten nog ‘preventievere preventie’ doen, alert blijven en vooral heel goed contact blijven houden met deze jongeren. Minder rapporteren, meer meedenken´. Aan het woord is Guus Hagt van het Baudartiuscollege, een van de sprekers tijdens de VSV-mini-conferentie. De middag staat bol van de verhalen en plannen op het gebied van VSV in de regio. In maar liefst 6 workshops komen actuele thema’s en projecten aan bod. Projectleiders, docenten en studenten vertellen er zelf over. Hoewel het tempo van de middag er goed in zit, is er gelukkig ook gelegenheid om elkaar te ontmoeten en te spreken. En iedereen gaat, gewapend met een fiks VSV-handboek, tevreden huiswaarts. Best Practices Na een warm welkom door de dagvoorzitter Ron Dorreboom van RSG Noordoost Veluwe (‘We maken elkaar beter, het gaat om ‘opdenken’ en niet om ‘afdenken’!’) is het al snel tijd voor de inspiratieronde. Bezoekers hebben de keus uit de volgende Best Practices: 1. Zo werkt de voor-intake op Het Stedelijk in Zutphen 2. Ouderbetrokkenheid, ook in het MBO! 3. Mentoring: een steuntje in de rug 4. Uitgevallen in Havo / VWO, geslaagd naar het MBO 5. Verzuimen is een werkwoord 6. Het VSV-Jongerenteam, leren van elkaar 1. Zo werkt de voor-intake op Het Stedelijk in Zutphen Sandra Goulmy, decaan van Het Stedelijk in Zutphen heeft positieve ervaringen met het gebruik van de Educatiemeter. Het Stedelijk heeft meegedaan aan een pilot Vervroegde Intake. Het gaat hierbij om een aantal vierdejaars leerlingen. Deze leerlingen wisten in maart/april (nog) niet welke vervolgopleiding ze zouden moeten kiezen en vanuit welke motivatie. Zij hebben als onderdeel van een speciaal begeleidingstraject de Educatiemeter ingevuld. Redenen om hiervoor te kiezen: • de Educatiemeter is een test die ingezet kan worden om een beroeps- of studiekeuze helder te krijgen. • de test is gemakkelijk te maken (gebruiksvriendelijk en alles gaat via internet). • de uitslag is direct voorhanden. In één gesprek krijgt een docent of decaan een duidelijk beeld van wat de jongere wil en kan en hoe hij dit probeert te bereiken. • de Educatiemeter geeft voldoende praktische handvatten om (gerichte) vragen te stellen en om de begeleiding of gespreksstijl aan de jongere te kunnen aanpassen. 2
De ervaring met de pilot heeft Sandra Goulmy geleerd dat leerlingen hierna hun schoolkeuze met meer overtuiging maken, er beter over gaan nadenken en hierin beter begeleid kunnen worden door een decaan of mentor. Zie voor meer info over de Educatiemeter het VSV-handboek (pag.26) en de bijgevoegde Powerpointpresentatie. 2. Ouderbetrokkenheid, ook in het MBO! Harm Onvlee, docent bij de opleiding Detailhandel van ROC Aventus, vertelt met passie over de activiteiten die het opleidingsteam het afgelopen jaar heeft ondernomen om het voortijdig schoolverlaten van studenten terug te dringen. ‘Bij onze activiteiten hebben we ook steeds aandacht gegeven aan de relatie met de ouders van de studenten. Enkele activiteiten waren direct op de ouders gericht.’ Activiteiten: Eerstejaars studenten hebben zelf een ouderavond georganiseerd. Studenten hebben een jaarkalender gemaakt met schoolgegevens, zoals stageperiodes, 10-minutengesprekken en ouderavonden. De kalender hebben ze vervolgens op de ouderavond gepresenteerd. Een groep studenten heeft meegedaan met een traject bij het Dagelijks Bestaan in Zutphen om te werken aan het vergroten van zelfvertrouwen. Hun ouders zijn achteraf geïnterviewd en zij bleken tevreden over het effect van het programma. Een groep studenten heeft meegedaan met Workskills: een vijfdaags programma dat studenten helpt te ontdekken waar ze goed in zijn en dat hen stimuleert om (haalbare) persoonlijke ontwikkelplannen te maken. Marieke Willemsen, VSV-projectleider, heeft het Detailhandelteam bij zijn aanpak ondersteund. Zie voor meer info het VSV-handboek (blz.30).
3. Mentoring: een steuntje in de rug Bart Perenboom van de MBO-opleiding ‘Onderwijsassistent’ staat tijdens zijn workshop stil bij de pilot ‘peercoaching’. In het cursusjaar 2010/2011 is de MBO-opleiding ‘Onderwijsassistent’ samen met twee VO-scholen (‘Cortenbosch’ in Apeldoorn en ‘het Slatink’ in Deventer) een pilot ‘peercoaching’ gestart. Doel van de samenwerking is dat studenten uit het MBO leerlingen uit het VMBO helpen bij de keuze van hun vervolgopleiding. Zo krijgen VMBO-leerlingen ondersteuning bij het succesvol afronden van hun periode in het voortgezet onderwijs. Bij de start in de nieuwe MBO-opleiding loopt het contact met de ‘peer-mentor’ nog enige weken door. Tijdens de workshop vertelt een student enthousiast over zijn positieve ervaringen met dit project. Het heeft hem geholpen om met meer vertrouwen de overstap van 3
VMBO naar MBO te maken. MBO-studenten hebben voor hun rol als ‘peer-mentor’ een aparte training gevolgd en hebben in het project waardevolle ervaringen opgedaan die pasten in hun opleidingsprogramma. Zie voor meer informatie het VSV-handboek (pag.18).
4. Uitgevallen in Havo/VWO, geslaagd naar het MBO Carla op den Kelder vertelt de aanwezigen op de conferentie over het project ‘ Uitgevallen in Havo/VWO, geslaagd naar het MBO ‘. De aanleiding voor dit project is kort gezegd: ‘Hoe buig je teleurstelling bij ouders en jongeren, dat het niet wil lukken op de Havo, om naar een positieve ervaring bij het MBO?’ Tijdens het project waaraan 18 havisten hebben meegedaan, is er steeds contact geweest met de betrokkenen: de ouders en de toeleverende scholen. In de workshop zijn vooral ervaringen gedeeld over de jongeren die aan deze pilot hebben meegedaan. Het blijkt dat voor hen de onderdelen van het programma niet altijd alleen maar leuk zijn. Het is soms ‘duwen en trekken’ voor de begeleiders om de jongeren aan de slag te krijgen. Bedrijfsbezoeken en stages moeten gestimuleerd worden, maar de leerlingen ervaren ze achteraf als positief. Iedereen heeft het uiteindelijke resultaat zeer positief beoordeeld: 16 jongeren hebben een gemotiveerde keuze voor een MBO-opleding gemaakt, één deelnemer is naar HAVO 4 teruggegaan en één 18-jarige deelnemer heeft ervoor gekozen om te gaan werken. Tijdens de workshop is er veel interactie met de aanwezigen. Zij noemen de volgende punten om mee te nemen: Kan men de decanen van de scholen benaderen wanneer er weer een groep start? Is er een terugkomdag (na een half jaar) om te kijken hoe het dan met hen gaat? Is het mogelijk om andere scholen erbij te betrekken? Wisselen met uitvoeringslocaties Zijn de ouders na dit project anders gaan denken over het MBO? Lees meer over de uitgevoerde pilot van het Doorstroomprogramma HAVO/VWO -> MBO in het VSV-handboek (vanaf pagina 28) of bijgevoegde powerpointpresentatie. 5. Verzuimen is een werkwoord Deze workshop gaat over het digitale verzuimloket, het verzuimprotocol en over een aantal praktijkvoorbeelden. Er worden drie cases behandeld waarbij de rol van de gemeente, het onderwijs, de ouders en de leerling aan bod komen. Afstemming en goede afspraken zijn enorm belangrijk, omdat een leerling anders gemakkelijk tussen wal en schip valt of ‘vergeten’ wordt. Dat maakt een casus, waarin de problematiek 9 maanden lang niet werd opgelost, duidelijk. Verder komen de verschillen tussen leerlingen onder de 18 en boven de 18 jaar aan de orde. De regels rond de kwalificatieplicht blijken niet bij iedereen bekend. Daarom is de verzuimposter in het VSV-project ‘Verzuim’ ontworpen. Deze poster laat heel duidelijk het verschil zien tussen de leer- en kwalificatieplichtigen tot 18 jaar enerzijds en de 18-plus leerlingen anderzijds. De deelnemers van de workshop krijgen ook een goed beeld van de werkzaamheden van de leerplichtambtenaar. Hij gaat aan het werk nadat de ltb’er het 4
verzuimprobleem heeft gesignaleerd. Op veel scholen houden nog andere functionarissen zich bezig met verzuim en verzuimmeldingen. ‘Verzuimen’ blijkt toch een veel actiever gebeuren te zijn dan vooraf is gedacht. Lees meer nuttige informatie over ‘Verzuim’ in het VSV-handboek (vanaf pagina 16) of bekijk bijgevoegde powerpointpresentatie.
6. Het VSV-jongerenteam, leren van elkaar Een van de workshops gaat over een project van buiten de regio Stedendriehoek. Esmee, een MBO-studente, verzorgt de presentatie van ‘het VSV-Jongerenteam’. Zij neemt, als voormalig VSV’er, deel aan een jongerenteam dat op scholen in Eindhoven gastlessen verzorgt. Zij brengt in haar verhaal heel duidelijk over hoe het op school helemaal mis kan gaan als er thuis geen veilige basis is. Na haar zeer persoonlijke verhaal vragen de aanwezigen zich verbaasd af hoe het mogelijk is dat er zowel door de school als door de zorgfunctionarissen niet tijdig is ingegrepen. Esmee vertelt dat er lange tijd niemand was die ze echt in vertrouwen durfde te nemen. Ook heeft niemand haar in al die jaren eens even apart genomen voor een gesprek in alle openheid. De boodschap van Esmee in het VSV-Jongerenteam is: ‘Zoek iemand die je vertrouwt, durf te praten over wat je meemaakt, wacht daar niet mee en zoek de uitweg niet op straat bij verkeerde vrienden.’ Jochem de Weerdt, een oud-speler van Go Ahead Eagles, legt uit dat er in de regio Stedendriehoek ook de mogelijkheid is om een Jongerenteam-project te starten in samenwerking met de organisatie Sport United. Omdat Sport United een subsidie ontvangt van OCW kan dit project zelfs zonder financiële bijdrage van scholen opgezet worden. Piet Terpstra laat weten dat hij gaat onderzoeken of er een VSV-jongerenteam voor de Stedendriehoek kan worden gevormd. Bekijk voor meer informatie en filmpjes de website van Sport United: www.sportunited.nl Plenaire presentaties Na de workshopronde houdt Piet Terpstra, programmamanager VSV regio Stedendriehoek, een presentatie over het nieuwe Activiteitenplan 2011-2012. Hij begint met de relativerende opmerking dat de beste VSV-resultaten nog steeds worden bereikt door dat waar de scholen dagelijks mee bezig zijn: het bieden van goed onderwijs en aandacht geven aan de persoonlijke begeleiding van de leerling. Voor situaties waarin dat echter niet toereikend is, biedt het regionale VSV-programma aan scholen mogelijkheden om te werken aan gerichte acties. In de presentatie wordt verduidelijkt dat er in ruime mate VSV-middelen beschikbaar zijn. Middelen op basis van budgetten uit de afgelopen jaren waarvoor een specifieke besteding geldt (zoals ouderbetrokkenheid, stage-projecten, intake), maar ook nieuwe middelen die onderverdeeld zijn in een budget voor VO en MBO. Het Activiteitenplan VSV 2011-2012 beschrijft dit kader. Belangrijk in dit schooljaar is de start van het regionale VSV-netwerk van contactpersonen.
5
Met hen worden in de loop van de komende maanden nieuwe bijeenkomsten georganiseerd. De deelnemende scholen ontvangen een vergoeding van 0,1 fte voor hun inzet van een contactpersoon. Zie voor meer informatie de bijgevoegde powerpointpresentatie.
Guus Hagt van het Baudartius leest de zaal een column voor. Hij beschrijft een paar leerlingen van wie hij zich telkens afvraagt of dat nu de VSV’ers zijn op wie hij zich zou moeten richten. VSV’ers, wie zijn ze, hoe zien ze eruit en om hoeveel gaat het eigenlijk? We weten dat ze een probleem zijn, maar we weten niet echt hoe ze eruit zien. De leerlingen zitten om ons heen en de meesten zitten aan de goede kant. Die krijgen een diploma, soms met kunst- en vliegwerk. We maken ons daar heel erg druk om. Voor het groepje waar het werkelijk om gaat, hebben we minder rapporten nodig. Sleutelwoorden zijn aandacht, support, gesprekken en coaching. ‘Tijdig verzuim signaleren, aan nog ‘preventievere preventie’ doen, als het zo genoemd mag worden. Blijf hierop alert’, is zijn afsluitende oproep. Paul Adels vertelt namens ROC Aventus wat voor hem een eyeopener is geweest: bij analyse van de VSV-cijfers is geconstateerd dat 10% van de ROC-opleidingen zorgt voor de helft van de voortijdige uitval. Daarom gaat Aventus in 2011-2012 heel gericht aan de slag met die, wat onverbloemd aangeduide, ‘VSV-haarden’. Hij realiseert zich dat de problematiek meervoudig is en vaak al begint bij het keuzegedrag van de binnenkomende VMBO’er. ‘Achter iedere VSV’er zit een verhaal. Naar dat micro-niveau moet je vaak teruggaan om tot oplossingen te komen. Daarnaast is het ook een gegeven dat tweederde van de VSV’ers binnen het jaar terugkeert op school. Wat hebben we dan voor ze klaar staan? Sturen we ze van het kastje naar de muur of bieden we ze een warm welkom?’ Een van de VSV-acties van ROC Aventus richt zich op een flexibele instroom voor degenen die een nieuwe start willen gaan maken. De VSV-zomeractie op zijn school heeft een flinke verbetering opgeleverd in de werkprocessen rond de instroom van nieuwe studenten. In 2012 zal de Zomeractie opnieuw veel aandacht krijgen. Paul Adels hoopt dat dat in de hele Stedendriehoek het geval zal zijn. Zie voor meer informatie de bijgevoegde powerpointpresentatie. Als laatste spreekster voert Anky Veldman het woord vanuit haar rol als bestuurder van de regionale contactschool voor VSV. Ze geeft aan dat het haar irriteert dat bij VSV de focus vaak ligt op zaken waar het niet om zou moeten gaan. Die focus moet veel meer liggen op de talenten van jongeren. Hoe geef je jongeren een goede start? Hart hebben voor jongeren, daar draait het om. Terugkijkend op de regiocijfers zitten we nog niet goed. ‘We zijn wat langzaam op gang gekomen, maar nu we op stoom zijn, gebeurt er ook echt wat’. In het Bestuurlijk Overleg VSV wil ze binnenkort het gesprek aangaan over de nieuwe convenantsperiode die is aangekondigd. Voor een goede aanpak zijn ook anderen nodig, want aan de deskundigheid van scholen zitten grenzen. Een complementaire rol ligt o.a. bij jeugdzorg en maatschappelijk werk. Anky Veldman sluit af met de presentatie van het VSV-handboek. Ze overhandigt het boek aan dagvoorzitter Ron Dorreboom. ‘Dit handboek is bedoeld voor op je bureau, niet voor 6
in de kast. Het bevat namelijk heel veel praktijkvoorbeelden en ideeën om het aantal VSV’ers te laten afnemen. Eerlijk gezegd vind ik de map nog wel te dun. Ga ‘m als scholen vullen, kom met ideeën, er is nog budget beschikbaar!’ In een afsluitende reactie bedankt Ron Dorreboom de gastschool, de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap, voor de gastvrijheid. Hij spreekt de hoop uit dat het handboek voor iedereen zal bijdragen aan ‘gewin, gemak en genot’ in de bestrijding van voortijdig schoolverlaten: ‘In dat geval gaat het zeker gebruikt worden. Laten we er voor zorgen dat geen leerling tussen wal en schip raakt, laten we er bovenop zitten en met elkaar in contact blijven. Dan gaat de aanpak van VSV nog beter werken.’ Na deze laatste oproep is er voor de deelnemers aan de conferentie de gelegenheid om de inspiratie die is opgedaan, te delen in informele onderlinge contacten. Er is een ‘run’ op de VSV-handboeken, iedereen kijkt ze nieuwsgierig in en neemt de mappen vervolgens mee naar de eigen school. Meer informatie Wilt u meer weten over de projecten die op 12 oktober zijn gepresenteerd, of over VSV regio Stedendriehoek in het algemeen? Neem dan contact op met Piet Terpstra, programmamanager VSV Regio Stedendriehoek. Telefoon: (088) 28 36 522 of 06-54964558. E-mail:
[email protected]
7