Inspiratie & Interactie Voorwoord U bent betrokken bij de VSV-aanpak in de regio Stedendriehoek. Tijdens het minicongres heeft u kennisgemaakt met een aantal ‘Best Practices’ van de afgelopen periode. Maar u heeft samen veel meer ontwikkeld! Een weerslag daarvan treft u aan in dit handboek, dat beslist geen statisch document is. Graag willen wij volgend jaar 'Best Practices' uit uw school toevoegen. U krijgt de tools om zelf aan de slag te gaan. U vindt informatie over VSV-instrumenten uit de Stedendriehoek en inspiratie om de VSV-aanpak binnen uw school handen en voeten te geven. Het uiteindelijke doel is dat we met elkaar zoveel mogelijk leerlingen op school houden èn dat we onze ambitie halen: een VSV-reductie van 40% eind 2012! U staat er niet alleen voor. Het programmateam, onder leiding van Piet Terpstra (programmamanager VSV, p.terpstra@aventus.nl), ondersteunt u graag. Dat kan op verschillende manieren. Bij ieder instrument staat aangegeven op welke ondersteuning van het team u kunt rekenen. Voor VSV-activiteiten hebben wij een aanzienlijke subsidiepot. In overleg met de programmamanager kunt u bekijken welke onderdelen helemaal of gedeeltelijk voor financiering in aanmerking komen. Ook kunt u in gesprek gaan met scholen die al gewerkt hebben met VSV-instrumenten. Inspiratie en interactie! Twee prachtige woorden, die u kunt omzetten in daden. Laat u inspireren om mee te doen met de projecten, laat u inspireren om samen actie te ondernemen. We hopen dat wij
u inspireren om op uw school aan de slag te gaan zodat u helpt te voorkomen dat uw leerlingen de school voortijdig verlaten. Ik wens u veel succes toe met de VSV-aanpak in uw eigen school!
Anky Veldman
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
1
Inspiratie & Interactie
Voorwoord
1
Inhoudsopgave
2
I.
5
Algemene informatie a. Terugblik
6
b. Waar staan we anno 2011
6
c. Wat gaan we in schooljaar 2011/2012 in de VSV-aanpak doen?
6
d. Over VSV-cijfers van Duo
6
II. VSV programma-organisatie a. Wie zijn betrokken bij het VSV-programma? b. Het programmateam c. Overleg
9 10 12 13
III. VSV-instrumenten
15
1.
Verzuim a. algemeen b. protocol verzuim c. materiaal d. belangrijke spelers e. ondersteuningsaanbod VSV-team
16
2.
Mentoring in VO en MBO a. algemeen b. vormen van mentoring i. 10-10 mentoring ii. interne peer-mentoring iii. externe peer-mentoring c. materiaal d. belangrijke spelers e. ondersteuningsaanbod VSV-team
18
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
2
Inspiratie & Interactie 3.
Instrumenten voor Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB) a. algemeen b. instrumenten LOB i. Workshop Studeren in het MBO ii. OpZicht 2011-2012 c. materiaal d. belangrijke spelers e. ondersteuningsaanbod VSV-team
20
4.
Stage a. algemeen b. programma c. materiaal d. belangrijke spelers e. ondersteuningsaanbod VSV-team
22
5.
De Overstap a. algemeen b. protocol 'De Overstap' c. materiaal d. belangrijke spelers e. ondersteuningsaanbod VSV-team
24
6.
Voor-intake VMBO-MBO a. algemeen b. uitvoering c. materiaal d. belangrijke spelers e. ondersteuningsaanbod VSV-team
26
7.
Doorstroomprogramma Havo/VWO naar MBO a. algemeen b. uitvoering c. materiaal d. belangrijke spelers e. ondersteuningsaanbod VSV-team
28
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
3
Inspiratie & Interactie 8.
IV.
Ouderbetrokkenheid a. algemeen b. uitvoering c. materiaal d. belangrijke spelers e. ondersteuningsaanbod VSV-team
30
Best VSV practices uit de scholen
32
Zomeractie
V.
Activiteitenplan VSV 2011-2012
33
VI.
Actuele VSV ontwikkelingen
34
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
4
Inspiratie & Interactie
I. Algemene informatie a. Terugblik b. Waar staan we anno 2011? c. Wat gaan we in schooljaar 2011/2012 in de VSV-aanpak doen? d. Over VSV-cijfers van Duo
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
5
Inspiratie & Interactie Algemene informatie a. Terugblik In 2008 heeft de Stedendriehoek (scholen, contactschool en contactgemeente) met het Rijk het VSV-convenant afgesloten. Daarin staan resultaatgerichte afspraken over de reductie (-40%) van het aantal VSV'ers in de Stedendriehoek. We krijgen van het Rijk een prestatiesubsidie van € 2.500,- per VSV'er minder t.o.v. schooljaar 2005/2006. Naast deze afspraken hebben we in totaal € 1.685.000 gekregen om maatregelen te nemen om het aantal VSV'ers te verminderen. Dit geld is verdeeld over 2 perioden: 2008/2009 en 2010/2011. b. Waar staan we anno 2011? In het schooljaar (2010/2011) staan we op 21,6% reductie (=1087 VSV'ers) in plaats van op de beoogde 40% reductie (=555 VSV'ers). De meeste VSV-maatregelen uit de eerste en tweede tranche zijn al opgepakt, maar er is nog geld over dat we het komende schooljaar gericht kunnen inzetten. c. Wat gaan we in schooljaar 2011-2012 in de VSV-aanpak doen? De VSV-bestuurders hebben voor het verlengingsjaar (2011/2012) opnieuw programmagelden (€ 622.581,-) aangevraagd. Er worden activiteiten in de doelgroepen van het VO (VO zonder diploma en 18'ers) en het MBO (bol 2 en 4, bbl 2) gestart. In hoofdstuk 4 van het activiteitenplan staan de plannen die de VSV-bestuurders geaccordeerd hebben. d. Over VSV-cijfers van Duo
VSV-cijferproducten Op basis van de VSV-cijfers uit BRON (Basisregistratie Onderwijs) maakt het ministerie van OCW cijferproducten: de VSV-Atlas, de VSV-Verkenner en de factsheets per MBO-instelling en RMC-regio. Deze cijferproducten bevatten informatie over het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters per schooljaar op landelijk, regionaal en schoolniveau. Deze zijn uitgesplitst naar leerweg en leerniveau, naar sector, naar leeftijd en etniciteit. Via de VSV-cijfertabellen van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) zijn alle VSV-cijfers in te zien. Sinds ruim een jaar is er een nieuw VSV-cijferproduct beschikbaar: maandrapportages. Een waarin op naam en rugnummer terug te vinden is hoeveel leerlingen zonder startkwalificatie zich de voorgaande maand hebben uitgeschreven en een waarin het verzuim per leerling is aangegeven.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
6
Inspiratie & Interactie
Maandrapportage ‘uitschrijving zonder startkwalificatie’ Via het Zakelijk Portaal van DUO hebben scholen, gemeenten en RMC-coördinatoren toegang tot de maandrapportage ‘uitschrijving zonder startkwalificatie’. U heeft een speciale token nodig om in te kunnen loggen. De precieze beschrijving hoe dat werkt, kunt u lezen in de handleiding die is toegevoegd aan dit handboek. Rond de 9 e van iedere maand staan de gegevens van de voorgaande maand erop.
Maandrapportage ‘relatief verzuim’ Via hetzelfde Zakelijk Portaal van DUO hebben scholen, gemeenten en RMCcoördinatoren toegang tot de maandrapportages 'relatief verzuim'. Hiervoor geldt dezelfde procedure als bij voorgaande.
De VSV-verkenner De website www.vsvverkenner.nl is een applicatie die verschillende VSV-cijfers laat zien.
VSV-Cijfertabellen De VSV-Cijfertabellen vormen de basis voor veel cijferproducten.
VSV-Atlas In de VSV-Atlas staan de resultaten van de convenanten ‘Aanval op Schooluitval’ op landelijk en gemeentelijk niveau.
Definities 1.Wat is een nieuwe voortijdig schoolverlater (VSV’er)? Een leerling van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie in een bepaald schooljaar het onderwijs verlaat. 2.Wat is een startkwalificatie? Een Havo- of VWO-diploma of een diploma van een opleiding op niveau 2/3/4 van het MBO. 3. Hoe wordt het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters bepaald? Door een vergelijking te maken tussen twee peilmomenten. Van de deelnemers die op 1 oktober 2010 een inschrijving op een instelling voor VO of MBO hadden, wordt nagegaan welke deelnemers een jaar later (1/10/2011) het bekostigd onderwijs hebben verlaten zonder een startkwalificatie (Havo-, VWO- of een MBO-diploma op niveau 2 of hoger). De startkwalificatie kan behaald zijn in het betreffende schooljaar of eerder.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
7
Inspiratie & Interactie 4. Wat zijn ‘witte vlekken’? In het percentage VSV'ers is sprake van overschatting van het aantal daadwerkelijke VSV'ers. Dat heeft te maken met de zogenaamde ‘witte vlekken’. Deze zijn: algemeen particulier VO-onderwijs, particulier MBO-onderwijs, de politieschool, opleidingen bij defensie (niet via een ROC), onderwijs aan gedetineerde jongeren, overstap naar onderwijs in België tijdens of na het VO of MBO, een deel van de minderjarige asielzoekers die na een periode op school in Nederland terugkeren naar het land van herkomst, jongeren die tijdens het VO of MBO een vrijstelling van inschrijving krijgen van de leerplichtambtenaar op basis van hun lichamelijke of psychische ongesteldheid en tot slot de jongeren die na hun MBO-1 diploma een baan hebben gevonden van enige omvang. 5.Wat is verzuim? Verzuim betekent dat een leerling minimaal 16 uur ongeoorloofd van school is weggebleven in een periode van vier aaneengesloten weken. Dan moet de school het verzuim melden bij het ‘Digitaal Verzuimloket’. 6. Wat is een RMC-regio? RMC staat voor Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie. Nederland is opgedeeld in 39 verschillende RMC-regio’s. Elke RMC-regio heeft een contactgemeente die de melding en registratie van voortijdige schoolverlaters coördineert. De contactgemeente is verantwoordelijk. Bronnen: - Handleiding Cijferproducten VSV van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - Voorlopige VSV-cijfers 2009/2010 RMC regio 11 Stedendriehoek
Bijlage: - Handleiding Cijferproducten VSV van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
8
Inspiratie & Interactie
II. VSV programma-organisatie a. Wie zijn betrokken bij het VSV-programma? b. Het programmateam c. Overleg
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
9
Inspiratie & Interactie
VSV programma-organisatie a. Wie zijn betrokken bij het VSV-programma? Er zijn veel personen betrokken bij de VSV-aanpak in de Stedendriehoek. In het activiteitenplan zie je wat hun rol is. Hier zie je ook alvast hun gezichten (met telefoonnummers en e-mailadressen).
Anky Veldman Bestuurder contactschool VSV Telefoon: 088-283 60 00 E-mail: a.veldman@aventus.nl
Nathan Stukker Bestuurder contactgemeente Telefoon: 14 055 E-mail: n.stukker@apeldoorn.nl
Paul Adels Ambtelijk opdrachtgever contactschool Telefoon: 088-283 60 00 E-mail: p.adels@aventus.nl
Jeanet Pijfers Accountmanager OCW Telefoon: 070-412 27 87 E-mail: a.a.j.pijfers@minocw.nl
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
10
Inspiratie & Interactie
Karin Stiksma Adviseur bestuurder contactschool VSV Mobiel: 06-19057019 E-mail: karin@jointprojects.nl
Wilma Danhof Coördinator contactgemeente VSV Telefoon: 14 055 E-mail: w.danhof@apeldoorn.nl
Piet Terpstra Programmamanager VSV Telefoon 088-283 69 30 Mobiel 06-54964558 E-mail p.terpstra@aventus.nl
In schema op de volgende pagina ziet het er zo uit. Het is een coördinatiestructuur (programma) met een focus op activiteiten die (tijdelijk) moeten worden afgestemd. Dit zal plaatsvinden binnen de context van ROC Aventus als contactschool en de gemeente Apeldoorn als contactgemeente, in een overlegstructuur met OCW. Nieuw! VSV-contactpersonen in de scholen! Zij zijn de link tussen de scholen in de Stedendriehoek en de VSV-projectleiders en de VSV-programmamanager.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
11
Inspiratie & Interactie
VSV bestuurders
Ambtelijk opdrachtgever contactschool: Paul Adels
Bestuurlijk opdrachtgever contactschool: Anky Veldman
Projectdirectie VSV OCW Bestuurlijk opdrachtgever contactgemeente
VSV RMC-coördinator contactgemeente Accountmanager OCW
Programmamanager
Projectleiders VSV
VSV-contactpersonen (= directeuren scholen c.q. sectoren)
b. Het programmateam Het programmateam, onder leiding van Piet Terpstra (programmamanager VSV), ondersteunt u graag bij de VSV-aanpak in uw school. Dat kan op verschillende manieren. Bij ieder instrument staat aangegeven op welke ondersteuning u kunt rekenen van het team. Neem contact met ons op, we helpen u graag!
Hannah de Jong Projectleider VSV Mobiel: 06-53737695 E-mail: h.dejong@veluwsescholengroepcvv.nl
Tineke Greutink Projectleider VSV Mobiel: 06-53831340 E-mail: t.greutink@ettyhillesumlyceum.nl
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
12
Inspiratie & Interactie Nanke Kraehe-Vriezen Projectleider VSV Mobiel: 06-15860435 E-mail: n.kraehe@aventus.nl
Piet Terpstra Programmamanager VSV Telefoon 088-283 69 30 Mobiel: 06-54964558 E-mail: p.terpstra@aventus.nl
Marieke S. Willemsen Projectleider VSV Mobiel: 06-83691193 E-mail: m.willemsen@aventus.nl
c. Overleg VSV-bestuurlijk overleg: Besluitvorming door de onderwijsbestuurders over de VSV-activiteiten ter voorbereiding op besluitvorming door bestuurders van de contactschool en de contactgemeente. Op uitnodiging kan de projectdirectie c.q. de accountmanager van OCW als adviseur uitgenodigd worden in dit overleg. Dit overleg vindt 3 keer per jaar plaats. Bestuurlijk overleg contactgemeente/contactschool: Definitieve besluitvorming over de beslissing die is genomen door het VSV bestuurlijk overleg. Dit overleg vindt 3 keer per jaar plaats. Tripartiete overleg contactschool/contactgemeente/OCW: Ambtelijk overleg dat een informatief, adviserend en toetsend karakter heeft. OCW wordt geïnformeerd over de activiteiten binnen de Stedendriehoek en OCW toetst, adviseert en informeert over nieuwe ontwikkelingen. Dit overleg vindt eens per 6 weken plaats.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
13
Inspiratie & Interactie
VSV-contactpersonenoverleg: Informatief overleg tussen VSV-contactpersonen. De programmamanager is voorzitter. Partijen informeren elkaar over en weer over de stand van zaken van VSVpercentages en VSV-activiteiten. Er is ruimte voor sparren, klankborden en intervisie. Dit overleg vindt 3 keer per jaar plaats. Programmateamvergadering: Overleg tussen de VSV-projectleiders en de VSV-programmamanager. Zij werken met elkaar en in nauwe samenwerking met de scholen de opdrachten van de VSVbestuurders uit.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
14
Inspiratie & Interactie
III. VSV-instrumenten 1. Verzuim 2. Mentoring in VO en MBO 3. Instrumenten voor Loopbaanoriëntatie en Begeleiding 4. Stage 5. De Overstap 6. Voor-intake VMBO-MBO 7. Doorstroomprogramma Havo/VWO naar MBO 8. Ouderbetrokkenheid
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
15
Inspiratie & Interactie
1. Verzuim
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
Inspiratie & Interactie 1. Verzuim a. Algemeen Alle scholen werken samen met de gemeenten zodat iedereen de leer- en kwalificatieplicht naleeft. De school constateert als eerste of een leerling wel of geen onderwijs volgt. Als spijbelgedrag of ongeoorloofd verzuim te vaak voorkomt, maakt de school hiervan melding bij de gemeente via het Digitaal Verzuimloket van DUO. Scholen zijn verplicht het verzuim consequent te registreren. Dit is van belang omdat de leerplichtambtenaar en de RMC-medewerker ermee aan de slag kunnen. In de regio Stedendriehoek zijn afspraken gemaakt over hoe we omgaan met deze meldingen. b. Protocol verzuim
De plicht van scholen om acties te ondernemen om een leerling terug te krijgen op school.
De overschrijding van de wettelijke verzuimtermijn.
Welke informatie bij het digitaal verzuimloket gemeld moet worden. De mogelijkheden van de leerplichtambtenaar en de RMC-medewerker.
c. Materiaal
Folders voor ouders en leerlingen; ouders moeten weten dat bij ongeoorloofd verzuim hun kind gemeld wordt bij het Digitaal Verzuimloket. Posters voor verwijzers en melders; het protocol staat in schema afgebeeld, inclusief de wettelijke termijnen.
bijlage
bijlage
d. Belangrijke spelers Medewerkers van de school, docenten, mentoren, conciërges, verzuimcoördinatoren, LTB'ers, SLB'ers, zorgcoördinatoren en afdelingsleiders. Zij signaleren als eerste het verzuim. Een door de school aangewezen functionaris meldt een overschrijding van de wettelijke verzuimgrens bij het Digitaal Verzuimloket. De ingevoerde melding komt automatisch bij de administratie van de leerplicht om vervolgens naar de betreffende leerplichtambtenaar of RMCmedewerker te gaan, die de communicatie met de begeleider van de student start.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
16
Inspiratie & Interactie d. Ondersteuningsaanbod VSV-team
Advies en probleemoplossing, het bijhouden van gewijzigde wetgeving, in gesprek blijven met alle belangrijke spelers van het traject.
Procesbegeleiding bij interne processen op scholen of tussen scholen en gemeenten;
Informerende en verhelderende workshops van RMC/LPA.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
17
Voorbeelden van geoorloofd verzuim: t ;JFLUFHFNFMEWPMHFOTEFBGTQSBLFOWBOEFTDIPPM t #F[PFLBBOBSUT JOEJFOHFNFMEDPOGPSNEFBGTQSBLFOWBOEF school; t 7FSMPGWBOXFHFCFHSBGFOJT CSVJMPGU KVCJMFVNPGSFMJHJFV[FGFFTU EBH8FMNPFUEF[FWSJKTUFMMJOHCJKEFEJSFDUJFWBOEFTDIPPMPG iemand die daarvoor gemachtigd is zijn aangevraagd;
Voorbeelden van ongeoorloofd verzuim: t 4QJKCFMFOVSFOPGEBHFOBMTEFSFEFOIJFSWBOPOCFLFOEPGOJFU wettig is; t 5FMBBULPNFOCJKBBOWBOHWBOEFMFTBMTEFSFEFOPOCFLFOEPG niet wettig is; t 7SJKFEBHPQOFNFO[POEFSEBUEBBSWPPSWPPSBGUPFTUFNNJOHWBO EFTDIPPMEJSFDUFVSPGEFMFFSQMJDIUBNCUFOBBSJTWFSMFFOE (luxeverzuim); t ;JFLUFOJFUWPMHFOTEFBGTQSBLFO WBOEFTDIPPM OJFUPQUJKE HFNFME EPPSPVEFSTWFS[PSHFSTJOHFWBMWBOMFFSQMJDIU
In enkele gevallen is verzuim geoorloofd. Voor de duidelijkheid leggen we hieronder het verschil tussen geoorloofd en ongeoorloofd verzuim uit:
Verzuim: geoorloofd of niet?
W W W. B E R O E P S K O L O M - S T E D E N D R I E H O E K . N L
Algemeen: www.duo.nl www.rijksoverheid.nl
Websites voor meer informatie voor de regio Stedendriehoek: XXXCFSPFQTLPMPNTUFEFOESJFIPFLOM www.schoolverlaten.nl
)FCKFJFUTHFMF[FOJOEF[FGPMEFSXBBSKFWSBHFOPWFSIFCU .BJM[FEBOOBBSWTW!CFSPFQTLPMPNTUFEFOESJFIPFLOM
t ;PSHEBUKFPQEFIPPHUFCFOUWBOEFSFHFMTWBOEFTDIPPM t "MTKF[JFLCFOU NFMEEBUEBOPQUJKEPQTDIPPM8BUOPHCFUFSJT vraag je ouders of ze je ziek willen melden. t #FTDIPVXKFMFTTFOBMTBGTQSBLFO;FU[FJOKFBHFOEB EBOIPFG je niets te missen. t )FCKFWSBHFO [PFLEBOBMUJKEKFEPDFOUPQWPPSEFBOUXPPSEFO t )PVEUKFMFSBBSCFHFMFJEFSHPFEPQEFIPPHUFWBOKPVXTJUVBUJF zodat er geen misverstanden ontstaan tussen jou en je school. t 8JMKFWFSMPGBBOWSBHFO EPFEBUEBOSVJNWBOUFWPSFO
Tips voor het voorkomen van verzuim
Voorbeelden van verschillende soorten verzuim
Relatief verzuim van jongeren tot 18 jaar
Relatief verzuim van jongeren van 18 tot 23 jaar
Absoluut verzuim
Vermoedelijk ongeoorloofd verzuim
Signaalverzuim
Luxe verzuim
RMC-verzuim
Een jongere onder 18 jaar (leerplichtig of kwalificatieplichtig) staat niet op een school ingeschreven.
Een jongere is te vaak afwezig, zonder toestemming te vragen, of zonder zich ziek te melden. Als het verzuim de grens bereikt van 16 uur in 4 weken moet dit door de school gemeld worden bij de gemeente .
Een jongere is vaker dan 10 keer te laat, of met enige regelmaat afwezig. De school maakt zich zorgen om deze leerling en meldt het verzuim bij de gemeente. De grens van 16 uur hoeft niet bereikt te worden.
Een jongere verzuimt op de laatste dag voor een vakantie en hij heeft hiervoor geen toestemming van de school gekregen.
De 18-plusser is niet kwalificatieplichtig, maar heeft wel een contract met school. Bij 30 dagen verzuim moet de school dit melden. In de meeste gevallen gebeurt dit eerder.
W W W . S C H O O LV E R L AT E N . N L
VOOR N GE E LE RLINE RS D U EN O
DENK FF NA!
V
O O H C SERZUI
-----------
Absoluut verzuim
Voor wie geldt de leer- en kwalificatieplicht? %FWPMMFEJHFMFFSQMJDIUEVVSU tot het eind van het schooljaar waarin je 16 wordt of tot het
)FUSFDIUPQPOEFSXJKTMFJEUUPU EFMFFSFOLXBMJýDBUJFQMJDIU waaraan je als jongere moet WPMEPFO0QEJUWMBLXFSLFO scholen en gemeentes nauw TBNFO;JKIFCCFONFUFMLBBS XFSLBGTQSBLFOHFNBBLUPWFS IFUOBMFWFOWBOEFMFFSFO LXBMJýDBUJFQMJDIU XBBSPWFSJO deze folder meer informatie te lezen valt.
"MTKFKPOHFSCFOUEBOKBBS FOOPHHFFOTUBSULXBMJýDBUJF IFCUCFIBBMECFOKFUPUKFF
Met het niveau 2 diploma kon ik verder naar niveau 3. Ik kan dan straks echt wat meer gaan verdienen! Of verder met niveau 4 (zucht) misschien wel verder leren, maar dan pas later.
Iris 18 jr., MBO niveau 3
FJOEFWBOIFUFWPMMFEJHHF WPMHEFTDIPPMKBBSPQFFOSJK&FO TDIPPMKBBSMPPQUWBOBVHVTUVT tot 1 augustus.
In Nederland hebben alle kinderen en jongeren recht op onderwijs om zich goed te kunnen voorbereiden op onze dynamische maatschappij en arbeidsmarkt.
Wat doet de leerplichtambtenaar? %FMFFSQMJDIUBNCUFOBBS[JFUFSPQ UPFEBUEFMFFSQMJDIUXPSEUOB HFMFFGE)JKQSPCFFSU[JDIUFWFS QMBBUTFOJOEFXFSFMEWBOFFO jongere die niet naar school gaat FOPGTQSFFLUNFUEFCFUSPLLFO PVEFST%FMFFSQMJDIUBNCUFOBBS
Waarom bestaat de leer- en kwalificatieplicht? 8BOOFFSKFFFOSFDIUIFCUIPPSU daar vaak automatisch ook een QMJDIUCJK%FMFFSFOLXBMJýDBUJF QMJDIUJTFSWPPSCFEPFMEPN zoveel mogelijk jonge mensen IVOPQMFJEJOHUFMBUFOBGSPOEFO .FUFFOBGHFSPOEFPQMFJEJOH IFCKFJNNFSTWFFMCFUFSFLBO TFOPQFFOMFVLFCBBO PPLJO de toekomst!
Wat doet de school? "MMFTDIPMFOJOIFUWPPSUHF[FUFO NJEEFMCBBSCFSPFQTPOEFSXJKTJO EFSFHJP4UFEFOESJFIPFLXFSLFO samen met de gemeenten om ervoor te zorgen dat iedereen de MFFSFOLXBMJýDBUJFQMJDIUOBMFFGU
Yoran, 15 jr., havo 3
Soms heb ik echt geen zin. Wat leer ik nou op school? Ik maak hele andere dingen mee . Ik snap ook wel dat een diploma belangrijk is enzo, ik ben nie t dóm. Dus ga ik maar wel.
? Wie heb Wegblijven van school lve jezelf, je daar nou mee…beha natuurlijk!?
Orhan, 18 jr. vwo 5
4DIPMFODPOTUBUFSFOBMTFFSTUF of iemand wel of geen onderwijs WPMHU4QJKCFMHFESBHPGPOHF PPSMPPGEWFS[VJN[JKOCFMBOHSJKLF BBOXJK[JOHFO"MTEJUHFESBHUF vaak voorkomt moet de school IJFSWBONFMEJOHNBLFOCJKEF HFNFFOUF4DIPMFO[JKOWFSQMJDIU het verzuim van een leerling te SFHJTUSFSFO[PEBUEFMFFSQMJDIU BNCUFOBBSNFUEF[FHFHFWFOT aan de slag kan.
Mijn vader heeft geen diploma’s en hij is daardoor altijd bang dat hij ontslagen wordt als het slecht gaat. Hij is ook bang dat hij niet goed genoeg is voor mijn broer en mijn zusjes, omdat we niet zoveel geld hebben. Dat wil ik niet, hoor. Liever ben ik zelf de baas, maar dan moet ik wel eerst naar school. Dan heb ik altijd geld, ook voor mijn vader. Hoeft hij zich geen zorgen meer te maken.
Jimmy, 15 jr. vmbo 3
Et la core facipis Relatiefexverzuim ex van jongeren van 18 tot 23 jaar Relatief verzuim van jongeren tot 18 jaar Absoluut verzuim
ER Wat doet de gemeente? %FNFEFXFSLFSTWBOEF3FHJP OBMF.FMEFO$PÚSEJOBUJFGVODUJF 3.$ WBOEFHFNFFOUFXBBSJO KFXPPOU CFHFMFJEFOTDIPPM verlaters in de leeftijd van 18 tot KBBS)VOEPFMJTPNKFXFFS onderwijs of een leerwerktraject UFHBBOMBUFOWPMHFO0PLLVO OFO[JKKFCFHFMFJEFOOBBSFFO WBTUFCBBO
RMC-verzuim Luxe verzuim Signaalverzuim Vermoedelijk ongeoorloofd verzuim
Ik zorg echt wel dat ik ingeschreven sta op een nieuwe school, dan hoef ik daar niet meer over na te denken. Dan heb ik straks écht vakantie!
De school meldt dit verzuim zo mogelijk dezelfde dag nog bij de gemeente.
Absoluut verzuim
Het Digitaal Verzuim loket "MTFFOTDIPPMPOHFPPSMPPGE verzuim constateert meldt zij dit BBOIFU%JHJUBBM7FS[VJNMPLFU WJBXXXJCHSPFQOM)FU%JHJUBMF Verzuimloket zorgt ervoor dat EFWFS[VJNNFMEJOHEJSFDUCJK de gemeente terecht komt waar deze leerling woont. De gemeente schakelt vervolgens EFMFFSQMJDIUBNCUFOBBSPG3.$ medewerker in.
De school meldt dit verzuim binnen 2 dagen bij de gemeente, ook als dit verzuim binnen de wettelijke grens van 30 dagen valt. De school maakt zich zorgen om deze leerling en meldt het verzuim binnen 2 dagen bij de gemeente. De school meldt dit verzuim binnen 2 dagen bij de gemeente, als het verzuim de grens bereikt van 16 uur in 4 weken.
Emre 16 jr., vmbo 4
Desie, 16 jr., mbo niveau 2
Mijn moeder was ziek en ik had op school niet verteld dat ik alles thuis moest doen. Telefoontjes van school nam ik niet aan, ook niet op mijn 06. Toen werd ik gebeld door een leerplichtambtenaar. Met haar heb ik gepraat en ze heeft ook met mijn ouders gepraat. Nu kan ik weer gewoon naar alle lessen toe, want dat is wel erg belangrijk.
In eerste instantie gelden altijd de regels van de school. Bij afwezigheid van de jongere onderneemt de school altijd actie: bellen, brieven sturen, sms-en, e-mailen etc.
LBOIFMQFOPNPQMPTTJOHFOUF CFEFOLFO0PLIFFGUIJKIFU recht om in het uiterste geval FFOQSPDFTWFSCBBMPQUFNBLFO XBOOFFSFSTQSBLFJTWBOPOHF oorloofd verzuim.
De LPA of de RMC-medewerker onderzoekt de melding binnen 5 dagen en zoekt contact met de jongere en/of zijn/haar ouders. Soms kan het telefonisch afgehandeld worden, soms worden zij uitgenodigd voor een gesprek.
De LPA van de gemeente overlegt met de jongere en zijn of haar ouders. De LPA zoekt contact met een school om de jongere daar in te schrijven. Als de jongere en zijn/ haar ouders niet mee willen werken, kan de LPA een proces verbaal opmaken.
WFSKBBSEBHLXBMJýDBUJFQMJDIUJH &FOTUBSULXBMJýDBUJFJTFFONCP OJWFBVEJQMPNB FFOIBWP EJQMPNBPGFFOWXPEJQMPNB
LPA: Leerplichtambtenaar
L O O H C ZUIM
De RMC-medewerker gaat in gesprek met de jongere, met als doel hem/haar alsnog de opleiding af te laten ronden, eventueel op een andere school. Etkan la core facipis Ook de jongere ex ex naar begeleid worden een passende baan. Als het verzuim zich herhaalt, of blijft aanhouden, dan kan de LPA een jongere verwijzen naar een hulpverleningsinstantie. In dat geval wordt de verantwoordelijke zorgcoördinator van de school op de hoogte gesteld.
RMC-medewerker: Medewerker van de gemeente voor de 18+ jongeren
Als de jongere en/of zijn/haar ouders niet mee wil werken (in het uiterste geval), kan de LPA bijvoorbeeld een proces-verbaal opmaken. Met ouders wordt bedoeld: feitelijke verzorgers
Afspraken tussen de scholen en de gemeenten
L M O I O U H Z C R S VE Jonger dan 18 jaar
1 Vermoedelijk ongeoorloofd verzuim binnen vier weken.
1 t/m 9 uur afwezig.
Actie school intern en inschakelen ouders.
10 t/m 15 uur afwezig.
School mag melden bij DUO. Binnen 5 dagen.
16 of meer uur afwezig.
School meldt bij DUO. Binnen 5 dagen.
Inschakelen ouders en direct op de hoogte brengen van de DUO melding door school.
Onderzoek LPA start binnen 5 dagen en hij/zij bevestigt dit bij school.
Terugkoppeling na afronding onderzoek naar school d.m.v. verslag door LPA. Binnen 5 dagen.
Indien geoorloofd: geen actie.
2 Signaal verzuim.
1 t/m 9 keer te laat of afwezig.
Actie school intern en inschakelen ouders.
10 keer of meer te laat.
Zorgwekkend afwezig, vanaf 10 uur.
Mogelijke acties: - waarschuwingsbrief - Halt-afdoening - proces-verbaal - melding SVB (mogelijk stopzetten kinderbijslag 16 en17 jaar). - inschakelen (hulpverlening)instanties
School meldt bij DUO. Binnen 5 dagen.
Inschakelen ouders en direct op de hoogte brengen van de DUO melding door school.
Onderzoek LPA start binnen 5 dagen en hij/zij bevestigt dit bij school.
Terugkoppeling na afronding onderzoek naar school d.m.v. verslag door LPA. Binnen 5 dagen.
Recidive.
Mogelijke acties: - waarschuwingsbrief - Halt-afdoening - proces-verbaal - melding SVB (mogelijk stopzetten kinderbijslag 16 en17 jaar). - inschakelen (hulpverlening)instanties Indien geoorloofd: geen actie.
3 Luxeverzuim.
Zonder toestemming directeur of LPA verlof nemen.
School meldt direct bij DUO. Ouders direct op de hoogte brengen van de DUO melding door school.
Mogelijke acties: - waarschuwingsbrief - proces-verbaal
Onderzoek LPA start direct.
Indien geoorloofd: geen actie.
18 tot 23 jaar 4 RMC-verzuim.
Vanaf 5 schooldagen.
30 dagen en meer.
School mag melden bij DUO.
School meldt direct bij DUO.
Leerling wordt direct van de DUO-melding op de hoogte gebracht. Afhankelijk van schoolbeleid of ouders geïnformeerd worden of niet.
Onderzoek RMCmedewerker start direct.
Terugkoppeling na afronding onderzoek naar school door RMCmedewerker.
Mogelijke acties: Begeleiden naar: - eigen school/opleiding - andere school/ opleiding - werk
Alle leeftijden
Advies bij zorgwekkend ziekteverzuim.
Voorbeelden van verschillende soorten verzuim Langdurig ziekteverzuim: op de 11e aaneengesloten ziektedag.
Frequent ziekteverzuim: bij 4e maal ziekteverzuim binnen het schooljaar.
Indien geoorloofd: geen verdere actie. School zorgt voor begeleiding.
Bij minder dan langdurig en frequent ziekteverzuim.
Relatief verzuim van jongeren jonger dan 18 jaar.
Relatief verzuim van jongeren van 18 tot 23 jaar.
Absoluut verzuim.
Vermoedelijk ongeoorloofd verzuim.
Signaalverzuim.
Luxe verzuim.
RMC-verzuim.
Een jongere onder 18 jaar (leerplichtig of kwalificatieplichtig) staat niet op een school ingeschreven.
Een jongere is te vaak afwezig, zonder toestemming te vragen, of zonder zich ziek te melden. Als het verzuim de grens bereikt van 16 uur in 4 weken moet dit door de school gemeld worden bij de gemeente .
Een jongere is vaker dan 10 keer te laat, of met enige regelmaat afwezig. De school maakt zich zorgen om deze leerling en meldt het verzuim bij de gemeente. De grens van 16 uur hoeft niet bereikt te worden.
Een jongere verzuimt op de laatste dag voor een vakantie en hij heeft hiervoor geen toestemming van de school gekregen.
De 18-plusser is niet kwalificatieplichtig, maar heeft wel een contract met school. Bij 30 dagen verzuim moet de school dit melden. In de meeste gevallen gebeurt dit eerder.
Interne actie school. Bij langdurig en frequent ziekteverzuim.
Indien ongeoorloofd route 1 of 4.
Bij zorgen: advies inwinnen bij schoolarts. Voor meer informatie zie: - verzuimprotocol Stedendriehoek - www.schoolverlaten.nl - www.rijksoverheid.nl
Absoluut verzuim.
Voor meer informatie over schorsen en verwijderen zie: - www.schoolverlaten.nl
Bij ernstige zorgen: inschakelen zorgcoördinator en eventueel ZAT.
W W W . S C H O O LV E R L AT E N . N L
Inspiratie & Interactie
2. Mentoring in VO en MBO
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
Inspiratie & Interactie 2. Mentoring in VO en MBO a. Algemeen Mentoring is een 1 op 1 situatie waarbij een ervaren mentor een minder ervaren mentee begeleidt en ondersteunt. Het gaat om het ontwikkelen van sociale, cognitieve en emotionele competenties. In deze persoonlijke en vrijwillige relatie ontstaan voor beiden leerervaringen. In onze pilots hebben we gekozen voor 'peermentoring', een vorm van begeleiding tussen een VMBO-leerling en een MBOstudent. Problemen die samenhangen met school en het jong-zijn worden bespreekbaar gemaakt en opgelost. Het koppelen of matchen van de leerlingen/studenten is een zorgvuldig proces dat plaatsvindt onder begeleiding van een coördinator. De studentmentoren krijgen een training aangeboden die coördinatoren van de deelnemende scholen ook volgen. Met de opgedane kennis kunnen zij de training in volgende jaren zelf verzorgen. De
projecten
worden
gemonitord
via
een
speciaal
hiervoor
ontworpen
webapplicatie (www.mentoring-stedendriehoek.nl). Betrokken coördinatoren en leerlingen/studenten hebben toegang tot deze applicatie. Hier kunnen de koppels afspraken
en
evaluaties
vastleggen.
Uit
deze
applicatie
kan
vervolgens
managementinformatie verzameld worden. b. Vormen van mentoring In pilots is ervaring opgedaan met diverse vormen van mentoring.
10-10 mentoring: Ouderejaars MBO-studenten begeleiden aankomende MBO-studenten bij een eerste kennismaking met de nieuwe opleiding vanaf 10 weken voor de zomervakantie. In de eerste 10 weken van het schooljaar begeleidt de mentor de mentee bij de start van de opleiding als vraagbaak en adviseur.
interne peer-mentoring: Ouderejaars leerlingen/studenten worden 'opgeleid' tot peermentor om eerstejaarsstudenten van dezelfde opleiding te begeleiden.
externe peer-mentoring: 3e jaars VMBO-leerlingen krijgen aan het eind van het schooljaar een MBOstudent als mentor. Deze is bij voorkeur een oud-leerling van dezelfde VMBO-school. In de periode mei–juli wordt naast een matchingsdag, tenminste één keer een contactmoment gepland tussen mentor en VMBOleerling. In het examenjaar worden 5 werkelijke contactmomenten afgesproken. Daarnaast is er telefonisch en digitaal contact naar behoefte.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
18
Inspiratie & Interactie c. Materiaal
Trainingsprogramma voor
op aanvraag
mentoren
Beschrijving van criteria bij
op aanvraag
matching, werving van mentoren en mentees.
Webapplicatie
Via inlogcode op aanvraag
Beschrijvingen van eerdere
bijlage
mentoring-projecten
Schermafdruk van de
bijlage
webapplicatie mentoring d. Belangrijke spelers
Coördinator mentoring-programma (uit het onderwijsteam)
Leerlingen/studenten
Ouders
e. Ondersteuningsaanbod VSV-team
Adviseren over het opzetten van een mentoring-programma
Organiseren van een training voor beoogde mentoren
Supervisie regelen bij uitvoering van een mentoring-programma
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
19
Peermentoring in het VMBO en MBO Regio Stedendriehoek
Me4U Me4URFuture 10-10 Project
Uitgevoerd in samenwerking met Heliconopleidingen, Apeldoorn ROC Aventus Detailhandel, Deventer ROC Aventus Onderwijsassistenten, Deventer De Waerdenborch, Holten
Me4URFuture
Uittreksel projectplannen
Hannah de Jong Tineke Greutink April 2011
1
Teksten zijn afkomstig uit de definitieve Projectplannen Mentoring 2010-2012 en betreffen beschrijving visie en methodiek: 10-10 Project, tweedejaars studenten OA begeleiden instromende OA studenten 10 weken vóór tot 10 weken na de overstap ROC Aventus Onderwijsassistenten, Deventer……………………………………………………….3
Me4U, ouderejaars leerlingen begeleiden eerstejaars leerlingen gedurende een heel schooljaar Heliconopleidingen Apeldoorn ………………………………….………………………………………7 ROC Aventus Detailhandel, Deventer………………………………………………………………….9 De Waerdenborch, Holten…………………………………………………………………..…………12
Me4URFuture, mbo-studenten begeleiden vierdejaars vmbo-leerlingen gedurende een heel schooljaar De Waerdenborch, Holten in samenwerking met ROC Aventus Onderwijsassistenten………13
Alle studentmentoren krijgen een trainging aangeboden, coördinatoren van de deelnemende scholen volgen deze trainging ook, volgens het train de trainer principe. Met de opgedane kennis kunnen zij in volgende jaren zelf de training verzorgen. Uitgebreide beschrijvingen zoals “criteria bij matching, werving van mentoren en mentees” zijn niet meegenomen in onderstaande tekst. De projecten kunnen gemonitord worden via een speciaal hiervoor ontworpen web applicatie (www.mentoring-stedendriehoek.nl). Betrokken coördinatoren en leerlingen/studenten hebben toegang tot deze applicatie waarbinnen de koppels, afspraken, evaluaties vastgelegd kunnen worden. Uit deze applicatie kan vervolgens managementinformatie verzameld worden. Volledige projectplannen zijn beschikbaar bij projectleiding of projectmanagement.
2
1. 10-10 Project Mentoring ROC Aventus Onderwijsassistenten Deventer “You said goodbye, I say hello” Inleiding. Binnen de opleiding OA veranderen een derde tot een vierde deel van de studenten in het eerste jaar van studierichting. Dit willen we graag terugbrengen door aankomende studenten in een begeleidingstraject van vo naar mbo geplaatst zouden worden. Op die manier kan het team OA al snel zicht krijgen op studenten en daardoor ook sneller zicht op mogelijke uitvallers. Belangrijkste reden dat studenten hun koers wijzigen is dat het beeld van het beroep en het beeld van de opleiding niet conform hun verwachtingen was. Dit blijkt uit opmerkingen van studenten die reeds vroegtijdig stopten: “Als ik geweten had dat we zoveel moesten rekenen!”, of “Na de eerste stagedag wist ik al dat het niets zou worden.” Door deelname aan het Me4URFuture project in 2010-2011 werd onze mening versterkt dat een begeleidingstraject vo-mbo de moeite waard is om uit te proberen en een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan het keuzeproces van de aankomende student. En een juiste keus vermindert het aantal voortijdig schoolverlaters, het primaire doel van dit project. Doelen: 1. Aankomend studenten Onderwijsassistenten(OA) maken persoonlijk kennis met het beroep. 2. Aankomend studenten Onderwijsassistenten(OA) maken persoonlijk kennis met studenten van de opleiding OA, en proeven van de opleiding ROC “Aventus” in Deventer. 3. Voorkomen vroegtijdig uitval van OA-studenten. 4. Studenten OA krijgen de gelegenheid zich te bekwamen in het begeleiden van de beginnende student. Dit valt onder Kerntaak 1, werkproces 1.4, t.w. Begeleidt leerlingen/deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen. Middels de begeleiding werken ze aan het keuzevak “Peercoach: Begeleiden OA1-studenten” Werkwijze: Tien weken voor de zomervakantie wordt de aankomend student(mentee) gekoppeld aan een student van de opleiding(mentor), bij voorkeur een eerstejaars en/of iemand met eenzelfde herkomst van voortgezet onderwijs als de aankomend student. De mentor neemt de mentee mee in de laatste tien weken van het cursusjaar. De mentee gaat in overleg met de mentor. Er wordt een „programmaatje‟ samengesteld. Enkele voorstellen zijn : a. volg een aantal vooraf gekozen lessen, deze gaan we samen volgen. b. Draai een dagje mee in de klas/coachgroep. c. Woon een LTB-gesprek bij. d. Enkele stagedagen met de mentor meedraaien. e. Reisroute samen „doorlopen‟, wat is de snelste weg, kortste weg. Als je trein mist dan kun je het beste…………. Etc. f. Aanvullingen………. De mentor zorgt voor een goede hechting, hij woont de vo-diplomering van de mentee bij als dat mogelijk is. Na elke samenkomst wordt kort besproken wat de mentee van de activiteit vond. Daarnaast hebben de mentor en een mentee minimaal één gesprek over de beroepskeuze, is dat een juiste geweest? Dit gesprek vindt een week voor de aanvang van de vakantie plaats. De mentor licht de coördinator „intake-gesprekken‟ (bij opleiding OA is dat Ina Wieffer) in over de bevindingen. Als de mentee twijfelt volgt een gesprek met een van de coaches van OA. Als de keuze toch op een andere opleiding valt dan wordt de student niet ingeschreven bij opleiding
3
OA. De student wordt doorverwezen naar het servicebureau om alsnog een goede keuze te maken. De eerste tien weken na de zomervakantie begeleidt de mentor de mentee bij aanvang van de opleiding. De mentor fungeert als vraagbaak/adviseur voor de mentee, op woensdag zijn beiden aanwezig op de opleiding aan de Middelweg, er wordt een tijdstip ingepland om een gesprek mogelijk te maken. Onderwerpen in advies: Vragen over het rooster Vragen over lokalen en ruimte Vragen over onderwijsprogramma Huiswerkbegeleiding Begeleiding in planning Verdere kennismaking met de locatie en sector. De mentor vraagt altijd naar het welzijn van de mentee: voel je je op je plek? In de vijfde week start de stage voor de mentee, de mentor vraagt wekelijks na hoe de stagedag is geweest. Verloopt alles naar wens? Na ongeveer acht weken vindt een warme overdracht plaats van mentor naar de LTB-er van de mentee. Middels een invulformulier wordt het traject geëvalueerd. De mentee is nog minstens enkele weken in de gelegenheid om de mentor te consulteren. Langere begeleiding op vrijwillige basis wordt toegejuicht. Na tien weken neemt de LTB-er het helemaal over. Als de mentee twijfelt volgt een gesprek met de LTB-er. Als de keuze toch op een andere opleiding valt dan wordt de student doorverwezen naar het servicebureau om alsnog een goede studiekeuze te maken. In een laatste gesprek zitten mentor, mentee en LTB-er bij elkaar om te praten over het functioneren van de mentor gedurende het traject. De competenties behorende bij werkproces 1.4. (Begeleidt leerlingen/deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen) worden ingevuld op een evaluatieformulier (zie bijlage1). De LTB-er maakt een certificaat aan voor de mentor „begeleiding van studenten‟. Deze kan hij toevoegen aan het ontwikkelportfolio, in de map „keuzevakken‟. Voorwaarden 1. De mentor volgt een training van twee dagdelen „peercoaching‟, in of voor de derde reflectieweek. 2. De mentor neemt deel aan één intervisiebijeenkomst op in de zesde week van periode 4, als onderdeel van de training. 3. Toevoeging op het intakegesprek. Ad. 1. Inhoud van de training is gericht op coachingsvaardigheden: a. Gesprekstechnieken b. Feedback geven c. Motiveren d. Adviseren e. Socratisch doorvragen f. Intervisie-vaardigheden Ad.2.Onder leiding van een begeleidend docent lopen de mentoren een intervisiemoment door waarin zij hun bevindingen delen en vraagstukken kunnen voorleggen. De mentoren evalueren samen het geleerde uit de training, met als doel de training te verfijnen. Ad.3 Tijdens het intakegesprek bij de opleiding OA wordt elke aankomend student gevraagd of hij behoefte hebben aan een kennismaking zoals het 10-10 project schetst. Mensen die zich bij meerdere opleidingen opgegeven hebben, worden strikt geadviseerd het traject te volgen om een duidelijke keuze vóór de zomervakantie te heroverwegen. Na de intake wordt de mentee gekoppeld aan een mentor: de match. Deze vindt plaats in het begin van periode 4, doch na de landelijke examens VMBO.
4
Gewenst bereik ROC Aventus opleiding OA streeft naar minimaal 10 en maximaal 15 matches. Resultaat Aankomende eerstejaarsstudenten: - Studenten worden zich bewust van hun keuze voor de opleiding onderwijsassistenten - Studenten versterken hun motivatie voor deze keuze - Studenten haken minder snel af waardoor de uitval afneemt - Studenten hebben een duidelijk aanknopingspunt om hun functioneren in een nieuwe en anders georganiseerde school te ondersteunen Tweedejaars studenten OA: - Studenten leren hun leeftijdsgenoten of iets jongeren te coachen - Studenten zijn meer betrokken bij de interne begeleiding van studenten - Studenten leren verantwoordelijkheid te nemen voor anderen - Studenten werken aan de competentie leidinggeven die is beschreven binnen het competentieprofiel van hun opleiding Voor de studentmentor is het voordeel dat naast het opdoen van ervaring, de training en het sociale aspect deelneming studiepunten oplevert. Werving mentoren en mentees De coördinator van het mentoring project ROC Aventus MBO Deventer werft studentmentoren binnen de opleiding OA. Deelname van studentmentoren is op vrijwillige basis en vindt plaats na een uitgebreide voorlichting door de coördinator mentoring. Tijdens het intakegesprek bij de opleiding OA wordt elke aankomend student gevraagd of hij/zij behoefte heeft aan een kennismaking zoals het 10-10 project schetst. Studenten die zich bij meerdere opleidingen opgegeven hebben, wordt strikt geadviseerd het traject te volgen om een duidelijke keuze vóór de zomervakantie te heroverwegen. Na de intake wordt de mentee gekoppeld aan een mentor: de match. Deze vindt plaats in het begin van periode 4, doch na de landelijke examens VMBO.
5
Kerntaak 1 Assisteren bij het uitvoeren van onderdelen van het primaire proces 1.4 werkproces: Begeleidt leerlingen/deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen Omschrijving De onderwijsassistent begeleidt leerlingen/deelnemers individueel of in groepen bij leeractiviteiten op basis van het onderwijsprogramma. Zij motiveert, stimuleert, gaat flexibel om met veranderingen en neemt op tijd pedagogische beslissingen. Zij reageert adequaat op agressie en conflicten Gewenst resultaat De onderwijsassistent heeft, onder toezicht van de leraar/leraren/het team, de leerlingen/deelnemers bij leeractiviteiten begeleid waarbij zij de juiste begeleidingsvaardigheden heeft toegepast; op tijd pedagogische beslissingen heeft genomen en adequaat heeft gereageerd op agressie en conflicten. Competentie Component Prestatie-indicator Vakkennis en (en) vaardigheden Begeleiden De onderwijsassistent stimuleert de leerlingen/deelnemers om Coachen Conflicthantering en kritisch naar zichzelf te kijken, zet ze aan om zelf naar omgaan met Motiveren mogelijke oplossingen te zoeken, motiveert de agressie Anderen leerlingen/deelnemers om hun best te doen, helpt ze hun Kennis van ontwikkelen doelen te bereiken en uitdagingen aan te gaan en biedt als (ontwikkelings)psyc zodanig ondersteuning bij het leren en ontwikkelen. hologie Aandacht en begrip De onderwijsassistent toont betrokkenheid bij de leervragen Interesse tonen Kennis van doelen tonen van leerlingen/deelnemers, laat zien naar de Luisteren van leeractiviteiten leerlingen/deelnemers te luisteren door te spiegelen en door Inleven in Kennis van te vragen, geeft aandacht aan de zorg die door de andermans groepsprocessen leerlingen/deelnemers wordt geuit en biedt de gewenste en gevoelens Kennis van leer- en mogelijke ondersteuning, waarmee de onderwijsassistent een Anderen gedragsproblemen bijdrage levert aan de begeleiding van leerlingen/deelnemers steunen Kennis van bij de uitvoering van programmaonderdelen. leerstijlen en Ethisch en integer De onderwijsassistent handelt consequent binnen de Ethisch leerbehoeften handelen afgesproken lijn in de school/in de klas/m.b.t. de handelen Kennis van Integer handelen leerling/deelnemer, houdt zich aan de geldende waarden en vakinhoud normen en aan de gemaakte afspraken over de begeleiding Verschillen leergebieden van de leerling(en)/deelnemer(s) en toont zich tevens aan de tussen mensen (o.a.rekenen/taal) leerlingen/deelnemers als betrouwbaar persoon, waarbij ze respecteren Methodische ook nog handelt vanuit het principe van gelijkheid in het vaardigheden onderwijs. Motivatietechnieken Vakdeskundigheid De onderwijsassistent schakelt snel tussen de verschillende Vakspecifieke toepassen toepassen leerlingen/deelnemers en van de individuele mentale Voorlichting-, leerling/deelnemer naar de groep gericht op de voortgang van vermogens advies- en de leeractiviteit. aanwenden instructievaardighed Omgaan met De onderwijsassistent reageert flexibel op veranderingen en Omgaan met en verandering en communiceert ook in onduidelijke en onzekere situaties helder onduidelijkheid aanpassen en eenduidig naar de leerlingen/deelnemers met het oog op en onzekerheid een optimaal verloop van de leeractiviteiten, daarnaast richt Met diversiteit (tussen mensen) de onderwijsassistent zich op verschillen qua leerstijl en leerbehoefte van de individuele leerling/deelnemer, handelt omgaan daarbij met respect voor de eigenheid van een individu en past daarbij de begeleiding aan de (veranderende) leerbehoefte aan, zodat tijdens de begeleiding aansluiting bij de leerbehoefte gegarandeerd blijft. Met druk en De onderwijsassistent kan eigen gevoelens functioneel Gevoelens tegenslag omgaan hanteren en geeft gecontroleerd uiting aan gevoelens en onder controle emoties, gericht op de begeleiding van leerlingen/deelnemers houden tijdens leeractiviteiten.
6
2. Project Mentoring M4U Helicon MBO Apeldoorn Visie Het begrip mentoring kent meerdere doelen. Dat kan variëren van het ontwikkelen van leergedrag tot ondersteuning bieden bij het maken van keuzes. Visie & missie Helicon MBO Apeldoorn De missie van Helicon Opleidingen is als volgt verwoord: “ Een ondernemend onderwijsbedrijf ziet veranderingen in de samenleving al snel als uitdaging en kansen. Een innoverend team weet met een vernieuwende aanpak in te spelen op deze veranderende weg. Duurzaamheid is daarbij de rode draad. Want we leiden niet op voor de waan van de dag. En we willen dat kennis & kunde beklijven. Dit doen we door meer gebruik te gaan maken van elkaars expertise, specialisme en voorzieningen. Dit resulteert in duurzaam, ondernemend, innovatief onderwijs voor een hoeveelheid aan deelnemers, met een veelheid aan leerwensen en leerstijlen, dat resulteert in een veelheid aan leerwegen en –routes. Dat doen we samen”. (uit: koersplan Helicon Opleidingen 2015) In een samenleving waar kennis een belangrijke rol speelt, is het van essentieel belang dat het onderwijs het beste in mensen naar boven weet te brengen. Leerlingen en studenten moeten, meer dan vroeger, creatief met kennis om kunnen gaan, zich snel nieuwe kennis eigen kunnen maken en zich kunnen bewegen in een kennismaatschappij. Dit vraagt veel van het onderwijs. Het onderwijs moet permanent in beweging zijn om leerlingen voor te bereiden op de maatschappij van morgen. Het onderwijsbedrijf moet daarin mee bewegen. Helicon Opleidingen hanteert daarom een driepuntsvisie: 1.De deelnemer / de leerling centraal De opleiding sluit aan bij interesses, ambities en mogelijkheden van de deelnemer/leerling. 2.De opleiding duaal Het leren is geënt op de actuele werkelijkheid en de reële beroepspraktijk. We werken intensief samen met bedrijven en (maatschappelijke) organisaties in de regio. 3.De organisatie optimaal Het leerproces maakt gebruik van het natuurlijk levend vermogen van de deelnemer/leerling, waarbij de expertise en outillage van Helicon-vestigingen over en weer zo goed mogelijk wordt benut. Visie op leren Helicon Opleidingen staat voor het Competentiegericht Onderwijs. Competentiegericht Onderwijs ontwikkelt het vermogen van de deelnemers om kennis, inzicht, vaardigheden en houding te integreren en daarbij de transfer te maken naar verschillende beroepscontexten. Dit bereiken wij door voor elke deelnemer de beroepspraktijk centraal te stellen. Als school regisseren, faciliteren en begeleiden wij de processen die hiervoor nodig zijn. Doel Het doel van mentoring op Helicon MBO Deventer is het voorkomen van voortijdig schooluitval. Subdoelen zijn: Leerlingen kunnen maximaal leren Leerlingen kunnen eigen keuzes maken Op de lange termijn zijn studenten maximaal voorbereid op de toekomst.
7
Doelgroep Eerstejaarsstudenten: - De begeleiding door derdejaars studenten van de opleidingen activiteitenbegeleiding en dierverzorging moet resulteren in zelfverzekerde en assertieve eerstejaars leerlingen die hun unieke positie en bijdragen binnen de school kennen en daarbinnen vrij en enthousiast kunnen functioneren. Derdejaarsstudenten: - De studenten kunnen door de bewustwording van hun positie een voorbeeldfunctie vervullen. Daarnaast wordt de leerlingen hierdoor geleerd om verantwoordelijkheid te nemen. Tevens leren zij een aantal technieken die bijdragen aan een zelfstandig individu, voor nu én de toekomst. Methodiek Tweedejaars studenten van de opleiding activiteitenbegeleiding en dierverzorging worden “opgeleid” tot peermentor, om eerstejaars studenten van de opleidingen activiteitenbegeleiding en dierverzorging te begeleiden (mentees). Mentoren van de desbetreffende opleidingen kunnen studenten “aanmelden” voor extra begeleiding. De aanmelding loopt via de coördinator mentoring van Helicon. Deze maakt vervolgens de match tussen studentmentor en mentee. De coördinator mentoring heeft regelmatig contact met de zorgcoördinator van de vestiging, over het project mentoring. Voor de studentmentor is het voordeel dat naast het opdoen van ervaring, de training en het sociale aspect deelneming studiepunten oplevert. Gewenst bereik Helicon MBO Apeldoorn streeft naar 8 matches. Resultaat Eerstejaarsleerlingen: - Studenten worden zich bewust van hun keuze - Studenten haken minder snel af waardoor de uitval afneemt - Studenten hebben meer zicht op de mogelijkheden binnen Helicon Derdejaars leerlingen: - Studenten leren hun leeftijdsgenoten of iets jongeren te coachen - Studenten zijn meer betrokken bij de interne begeleiding van leerlingen - Studenten leren verantwoordelijkheid te nemen voor anderen Op dit moment is het totaal voortijdig schooluitval percentage, binnen Helicon MBO Apeldoorn, + 6%. Schooljaar 2009-2010 hebben 25 leerlingen de school verlaten en niet gekozen voor een andere opleiding. Doordat de redenen van de uitval divers zijn is het moeilijk om een prognose van het te behalen resultaat te geven. Wel is het streven om deze uitval met 50 % te reduceren. Keuze matching Helicon MBO Apeldoorn maakt ten aanzien van de matching een voorselectie, op basis van vooraf geformuleerde criteria, waarna een begeleider en een mentee elkaar ontmoeten.
8
3. Project Mentoring M4U ROC Aventus Detailhandel Deventer In de opleidingen detailhandel is de voortijdige schooluitval traditioneel relatief hoog. Dit heeft te maken met het feit dat deze opleidingen voor een aanzienlijk deel van de leerlingen die hiervoor kiezen een restkeuze is. Zij kiezen dus wel voor deze opleiding, maar niet heel gericht. Voor veel leerlingen is de algemene motivatie dan ook betrekkelijk laag. Het is daarom een taak van de opleiding deze leerlingen te bevestigen in hun keuze en ze te helpen hun motivatie en inzet te versterken. In dit kader heeft de opleiding detailhandel van ROC Aventus een project opgestart om de voortijdige schooluitval tegen te gaan. In het kader van dit project worden diverse activiteiten ontwikkeld die gericht zijn op de hierboven aangegeven taakstelling. Ze hebben alle tot doel zoveel mogelijk leerlingen te helpen hun keuze voor deze opleiding waar te maken. Dit gebeurt door intensivering van de begeleidingsactiviteiten en het ontwikkelen en inzetten van specifieke programma‟s die gericht zijn op het verbeteren van de persoonlijke effectiviteit en het professioneel functioneren. Het project peermentoring maakt deel uit van dit meer omvattende project. De uitvoering van het project is in het schooljaar 2011-2012. Er zullen 15 mentoren en 15 mentees aan het project deelnemen. Het project wordt ingezet als pilot met het doel het te continueren in de staande uitvoering van de opleiding. Visie & missie ROC Aventus MBO Deventer Samen ontwikkelen wij, enthousiast en betrokken, de talenten van studenten en cursisten. Zo bieden wij hun een mooie toekomst op de arbeidsmarkt of in het vervolgonderwijs. Visie op leren ROC Aventus ontwikkelt de competenties van studenten en cursisten binnen flexibele onderwijsprogramma‟s. Een competentie is de combinatie van kennis, vaardigheden en houding/attitude. Het leren van en in de praktijk staat daarbij centraal. Daarnaast wordt ook een fundament aan competenties ontwikkeld, met name op het gebied van taal en rekenen. Met ons onderwijs spelen wij in op maatschappelijke ontwikkelingen en daarbij maken wij optimaal gebruik van technologische mogelijkheden. Opleiding en beroepsuitoefening lopen in elkaar over. Alleen op deze wijze is ROC Aventus in staat om vakmensen op te leiden. Doel Het doel van mentoring op ROC Aventus MBO Deventer is het voorkomen van voortijdige schooluitval. Binnen dit project is deze doelstelling gericht op de studenten.
Instromende leerlingen in de opleiding detailhandel worden geïntroduceerd in de opleiding door een leerling die deze al voor een groot deel heeft doorlopen en maken op die manier kennis met de opleiding. Door een directe match met een derdejaarsleerling hebben instromende leerlingen een aanknopingspunt in een voor hen nog nieuwe organisatie. Dit geeft houvast en vermindert de kans op vroegtijdige uitval. Door het contact met een (goed functionerende) ouderejaarsleerling worden de instromende leerlingen gestimuleerd om de juiste houding ten opzichte van opleiding en beroep te ontwikkelen. De ouderejaarsleerlingen kunnen door de begeleiding van een nieuwe leerling ervaring opdoen in het begeleiden. Dit onderdeel valt in hun opleidingsprogramma onder de competentie leidinggeven en zal daar ook als zodanig beoordeeld worden.
Doelgroep Eerstejaarsstudenten: - Studenten opleidingen verkoper (niv2), verkoopspecialist(niv 3) en manager handel (niv 4) Derdejaarsstudenten: - Studenten van de opleiding manager handel (niveau 4)
9
Methodiek - Derdejaars studenten van de opleiding detailhandel worden “opgeleid” tot peermentor, om eerstejaars studenten van de opleidingen verkoper (niv2), verkoopspecialist(niv 3) en manager handel (niv 4) te begeleiden. Leertrajectbegeleiders van de desbetreffende opleidingen kunnen studenten “aanmelden” voor extra begeleiding. De aanmelding loopt via de coördinator mentoring van ROC Aventus detailhandel. In de introductieweek wordt de nieuwe student(mentee) gekoppeld aan een student van de opleiding(mentor), bij voorkeur een derdejaars en/of iemand met eenzelfde herkomst van Voortgezet Onderwijs als de nieuwe student. Dit gebeurt tijdens een matchingbijeenkomst. Deze bijeenkomst is deels informeel, bv door gezamenlijk te eten en dit zelf klaar te maken, of door een spelactiviteit (intern of extern). Daarna is er een speeddating activiteit, waarin alle mentoren en mentees nader kennis maken. Op basis hiervan moet de match tot stand komen. Gedurende het eerste schooljaar begeleidt de mentor de mentee. De mentor fungeert als vraagbaak/adviseur voor de mentee. In de eerste 10 weken wordt er wekelijks een afspraak gemaakt op een vaste dag (nog nader af te spreken). Onderwerpen in advies: Vragen over het rooster Vragen over lokalen en ruimte Vragen over onderwijsprogramma Huiswerkbegeleiding Begeleiding in planning Verdere kennismaking met de locatie en sector. De mentor vraagt altijd naar het welzijn van de mentee: voel je je op je plek? In de vijfde week start de stage voor de mentee, de mentor vraagt wekelijks na hoe de stagedag is geweest. Verloopt alles naar wens? Aan het eind van elk onderwijsperiode is er een plenaire activiteit van één dagdeel voor alle mentoren en mentees onder leiding van de coördinator en eventueel enkele LTB‟ers. Deze bestaat uit een informeel deel (zie matching bijeenkomst) en een evaluerende activiteit. Hierin wordt teruggekoppeld hoe de contacten in de voorgaande periode zijn verlopen en wat zij opgeleverd hebben. De verwachting is dat de contacten zullen worden ondersteund door het gebruik van sociale media (Hyves, Facebook, Twitter…) Voorwaarden 4. De mentor volgt een training van twee dagdelen „peercoaching‟, in de introductieweek. 5. De mentor neemt deel aan één intervisiebijeenkomst in de derde week van periode 1, als onderdeel van de training. 6. De mentees nemen deel op grond van een selectieprocedure 7. De deelname van de mentor wordt afgesloten met een beoordeling in de werkprocessen 1.8 en 1.9 van het kwalificatiedossier Ad 1. Inhoud van de training is gericht op coachingsvaardigheden: g. Gesprekstechnieken h. Feedback geven i. Motiveren j. Adviseren k. Socratisch doorvragen l. Intervisie-vaardigheden Ad 2. Onder leiding van een begeleidend docent lopen de mentoren een intervisiemoment door waarin zij hun bevindingen delen en vraagstukken kunnen voorleggen. De mentoren evalueren samen het geleerde uit de training, met als doel de training te verfijnen.
10
Ad 3. Alle nieuwe leerlingen kunnen zich aanmelden als mentee. Hiervoor ontvangen zij voor aanvang van het schooljaar een brief met aanmeldingsformulier en uitleg. Tijdens de introductieweek vindt een voorselectie plaats als het aantal aanmelding zodanig is dat dit nodig is. Dit gebeurt aan het begin van de introductieweek. Ad 4. Betreffende werkproces: zie hieronder. Gewenst bereik ROC Aventus MBO Deventer detailhandel streeft naar minimaal 10 en maximaal 15 matches. Resultaat Eerstejaarsleerlingen: - Studenten worden zich bewust van hun keuze voor de opleiding detailhandel - Studenten versterken hun motivatie voor deze keuze - Studenten haken minder snel af waardoor de uitval afneemt - Studenten hebben een duidelijk aanknopingspunt om hun functioneren in een nieuwe en anders georganiseerde school te ondersteunen Derdejaars leerlingen: - Studenten leren hun leeftijdsgenoten of iets jongeren te coachen - Studenten zijn meer betrokken bij de interne begeleiding van leerlingen - Studenten leren verantwoordelijkheid te nemen voor anderen - Studenten werken aan de competentie leidinggeven die is beschreven binnen het competentieprofiel van hun opleiding Voor de studentmentor is het voordeel dat naast het opdoen van ervaring, de training en het sociale aspect deelneming studiepunten oplevert. Op dit moment is het totaal voortijdig schooluitval percentage, binnen ROC Aventus Detailhandel Deventer 15% We streven naar een reductie van 20%
1.8 werkproces: Begeleidt medewerkers bij het functioneren in het beroep Omschrijving De afdelingsmanager begeleidt en voert formele gesprekken met medewerkers in het kader van het beroeps functioneren. Hij geeft in een formeel gesprek aan op welke wijze hij de medewerker zijn beroeps functioneren kan verbeteren en stuurt zo nodig de prestaties en de resultaten bij door de medewerker te coachen en extra begeleiding te geven. Gewenst Door de begeleiding worden de medewerkers gemotiveerd en gestimuleerd zich te ontwikkelen resultaat in het beroep functioneren. Competentie Component(en) Prestatie-indicator Vakkennis en vaardigheden Aansturen • Functioneren van De afdelingsmanager: Controleert of • In relatie tot de branche mensen controleren medewerkers naar behoren en volgens ,waarin bpv plaatsvindt: gemaakte afspraken functioneren en • Beloning onderneemt actie als zij niet voldoen aan • Formeel gesprek de verwachtingen, zodat zij begeleid • Functiebeschrijving kunnen worden om zich te ontwikkelen in • Introductie hun beroeps functioneren. Begeleiden
• Coachen • Motiveren
De afdelingsmanager: Geeft heldere en constructieve feedback, toont betrokkenheid bij de medewerkers, maakt medewerkers enthousiast voor de werkzaamheden en daagt ze uit om grenzen te verleggen, zodat medewerkers gemotiveerd zijn en blijven en zich willen inzetten voor hun eigen kansen en die van de organisatie. 11
4. Project Mentoring Me4U Waerdenborch Visie De Waerdenborch is een school met aandacht voor zowel leerlingen, personeel als ouders. Meestal zijn de leraren en begeleiders de spil als het gaat om de begeleiding op school. Middels mentoring kan deze „aandacht‟ uitgebreid worden. Het is immers bewezen dat leerlingen van hun gelijken („peers‟) veel ondersteuning hebben en willen overnemen. De cultuur van de school, een veilige en prettige leeromgeving, wordt op deze manier tevens overgedragen aan de nieuwe generatie scholieren. Doelgroep Eerstejaarsleerlingen: - De begeleiding door vierdejaars leerlingen moet resulteren in zelfverzekerde en assertieve eerstejaars leerlingen die hun unieke positie en bijdragen binnen de school kennen en daarbinnen vrij en enthousiast kunnen functioneren. Derdejaarsleerlingen: - De leerlingen kunnen door de bewustwording van hun positie een voorbeeldfunctie vervullen. Daarnaast wordt de leerlingen hierdoor geleerd om verantwoordelijkheid te nemen. Tevens leren zij een aantal technieken die bijdragen aan een zelfstandig individu, voor nu én de toekomst. Methodiek Het uitgangspunt voor de interne mentoring is dat acht derdejaars leerlingen GT ieder een eerstejaars leerling begeleiden op de Waerdenborch. In deze opzet is het de bedoeling dat er frequent (8 keer) contact is tussen mentor en mentee. Deze contactmomenten worden door de coördinator gepland, vanaf schooljaar 2011-2012 Gewenst bereik Waerdenborch streeft naar 8 matches. Resultaat Eerstejaarsleerlingen: - Leerlingen voelen zich vertrouwd op de Waerdenborch - Leerlingen voelen zich veilig op de Waerdenborch - Leerlingen zijn assertiever - Leerlingen hebben meer zicht op de mogelijkheden binnen de Waerdenborch - Leerlingen raken meer betrokken bij de cultuur van de Waerdenborch - Leerlingen worden meer gewaardeerd Derdejaars leerlingen: - Leerlingen leren hun leeftijdsgenoten of iets jongeren te coachen - Leerlingen zijn meer betrokken bij de interne begeleiding van leerlingen - Leerlingen leren zwakkeren in de samenleving te ondersteunen - Leerlingen leren verantwoordelijkheid te nemen voor anderen Keuze matching De Waerdenborch maakt ten aanzien van de matching een voorselectie, op basis van vooraf geformuleerde criteria, waarna een begeleider en een mentee elkaar ontmoeten. Werving intern Binnen de Waerdenborch worden zowel eerste- als derdejaarsleerlingen door hun mentor i.s.m. de coördinator geselecteerd.
12
5. Project Mentoring Me4URFuture Waerdenborch, i.s.m. ROC Aventus Doel Het doel van mentoring op De Waerdenborch is het voorkomen van voortijdig verlaten van de school voor VO en het ROC. Doelgroep Vierdejaarsleerlingen: - De leerlingen kunnen door de bewustwording van hun positie een voorbeeldfunctie vervullen. Daarnaast wordt de leerlingen hierdoor geleerd om verantwoordelijkheid te nemen. Tevens leren zij een aantal technieken die bijdragen aan een zelfstandig individu, voor nu én de toekomst. - Daarnaast willen wij dat de vierdejaars leerlingen een goede overstap kunnen maken naar het vervolgonderwijs. Hoewel hiervoor een palet aan instrumenten beschikbaar is, kunnen de ervaringen en begeleiding van leerlingen die reeds zijn begonnen aan hun vervolgopleiding(en) bijdragen aan een goede overstap richting hún vervolgopleiding. Methodiek Het uitgangspunt voor de pilot is dat tien huidige derdejaars leerlingen GT aan het eind van schooljaar 2010-2011 in afstemming met Aventus een mentor krijgen. Deze mentor is, bij voorkeur, een oud-leerling van De Waerdenborch, die nu op het ROC zit. De opzet is dat er in de periode mei 2011 – juli 2011 naast de matchingsdag, tenminste één keer een contactmoment is tussen mentor en VO-leerling. In het examenjaar (2011-2012) wordt er gestreefd naar 5 werkelijke contactmomenten. Daarnaast staat het een ieder vrij om telefonisch en digitaal contact te hebben naar behoefte. Er worden minstens 2 gezamenlijke bijeenkomsten georganiseerd door de coördinatoren waar aan alle leerlingen en studenten meedoen. De coördinatoren hebben minimaal 1x per 6 weken een interne bijeenkomst met hun eigen leerlingen/studenten en tevens een individueel overleg elke 6 weken. Een verslag van de bijeenkomsten en een overzicht van de contactmomenten kan worden toegevoegd in de web applicatie Mentoring Stedendriehoek. Gewenst bereik Waerdenborch streeft naar 10 matches. Resultaat Vierdejaars leerlingen: - Leerlingen kunnen hun eigen keuzes en doelen beter verwoorden - Leerlingen zijn gemotiveerd en presteren goed op het ROC. - Leerlingen haken niet af. - Leerlingen stappen met meer zelfvertrouwen het ROC binnen. - Leerlingen hebben goed zicht op het beroepenveld en kunnen beter kiezen. - Decanen en verantwoordelijken ROC overleggen structureel met elkaar over instroom (niveau, keuze van de opleiding en uitval). Keuze matching De Waerdenborch maakt ten aanzien van de matching een voorselectie, op basis van vooraf geformuleerde criteria, waarna een begeleider en een mentee elkaar ontmoeten. Werving intern Binnen de Waerdenborch worden huidige derdejaarsleerlingen door hun mentor geselecteerd. Werving extern De coördinator van het mentoring project Waerdenborch benadert de projectleider van de Beroepskolom, deze neemt contact op met de coördinator mentoring van ROC Aventus. In het lesprogramma van de opleiding Onderwijsassistenten van ROC Aventus is mentoring reeds opgenomen als een facultatieve module. 13
Inspiratie & Interactie
3. Instrumenten voor Loopbaanoriëntatie en Begeleiding
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
Inspiratie & Interactie 3. Instrumenten voor Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB)
a. Algemeen Er bestaan twee belangrijke gezamenlijke LOB-instrumenten:
Workshop 'Studeren in het MBO'.
'OpZicht' 2011-2012
Zowel de Workshop 'Studeren in het MBO' als 'OpZicht' moeten op de deelnemende scholen ingekaderd zijn in een LOB-leerlijn. Daarom is er ondersteunend materiaal beschikbaar of in ontwikkeling. b. Instrumenten LOB
De workshops 'Studeren in het MBO' voor het 3e leerjaar van het VMBO worden op alle schoolvestigingen in de regio gegeven. De zin van een tijdig voorbereide keuze voor een opleiding en beroep komt aan de orde in gastlessen. Ook is er aandacht voor het werken met een portfolio als doorstroomdossier naar het MBO. In het 4e leerjaar wordt meer informatie gegeven over wat ‘competentiegericht leren’ betekent voor de student en wordt de MBO-intake voorbereid. Voor ouders en VMBO-docenten kunnen ouderavonden en speciale workshops op studiedagen verzorgd worden.
'OpZicht' was voorheen een grootschalig project: een jaarlijkse meeloopdag op niveau 3 en 4 van MBO-opleidingen. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 is het veranderd in een doorlopend aanbod van kleinschalige meeloopmomenten voor (in eerste instantie) 3e jaars VMBO-tl'ers. Ook VMBO-docenten kunnen eraan meedoen. Vanaf begin november is op de website www.beroepskolom-stedendriehoek.nl het meeloop-aanbod te vinden. Via de site kan men erop inschrijven.
c. Materiaal
Portfolio voor leerlingen
verspreid naar alle scholen (jaarlijks)
OpZicht-boekje voor leerlingen
vanaf 1 november'11 beschikbaar
Materiaal voor leerlingen
op aanvraag
Beschrijving workshops
bijlage
voorgaand schooljaar d. Belangrijke spelers
Workshopleiders 'Studeren in het MBO'
Projectleiders 'OpZicht'
Contactpersonen op de VO-scholen
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
20
Inspiratie & Interactie
e. Ondersteuningsaanbod VSV-team 1.Workshop 'Studeren in het MBO':
advisering over de voorbereiding van de workshops;
planning en verzorging van de workshops op de scholen;
evaluatie van de uitvoering.
2.'OpZicht':
coördinatie van het 'OpZicht'-aanbod van de opleidingen;
beheer van de website met het meeloop-aanbod;
ontwikkeling van ondersteunend materiaal ter voorbereiding en evaluatie;
advisering over invulling en organisatie van het meeloop-aanbod;
advisering over deelname in 'OpZicht';
organisatie van de evaluatie van het vernieuwde 'OpZicht'-programma.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
21
Beschrijving project “Studeren in het MBO” (2010-2011) Onderzoek bij de 1e-jaars studenten in het MBO toont aan dat zij de overgang van VMBO naar MBO als erg groot ervaren. In de intake op het MBO blijkt dat de aankomende studenten zich vaak niet realiseren wat het verschil is in verwachtingen van hem/haar. Vaak blijkt men geen idee te hebben van het doel van de intake. Hoewel in de Beroepskolom Stedendriehoek al jaren de afspraak bestaat dat VMBO-leerlingen zich m.b.v. het opbouwen van een portfolio voorbereiden op hun opleidings- en beroepskeuze wordt daar door de leerlingen maar beperkt gebruik van gemaakt. In de afgelopen 2 jaar is ruime ervaring opgedaan in het verzorgen van voorbereidende workshops door zgn. „MBO-ambassadeurs‟ bij 3e- en 4e-jaars VMBO-leerlingen. De ontvangen evaluaties van de workshops door leerlingen en de betrokken docenten/mentoren zijn zeer positief.
Uitvoering in schooljaar 2010-2011 In het schooljaar 2010-2011 werd het project voor de 2e maal uitgevoerd. in de maanden september 2010 tot 1 juni 2011 werden workshops uitgevoerd voor 3e en 4e jaars vmbo-leerlingen. In totaal hebben 16 scholen/locaties deelgenomen aan de workshop voor 4e jaars (intakegesprek en wat is studeren in het mbo). Dit waren ongeveer 2200 leerlingen. Aan de workshops voor de 3e jaars (portfoliogebruik) hebben 14 scholen/locaties meegedaan. Dit waren ongeveer 2250 leerlingen. In totaal hebben ruim 4400 leerlingen deelgenomen aan deze voorbereiding op de overstap naar het mbo. In vergelijking met de pilot van vorig schooljaar hebben er 9 “nieuwe” scholen/locaties meegedaan. Doelgroep: Alle derde en vierdejaars leerlingen van het VMBO in de regio Stedendriehoek. Doel: Derdejaars VMBO leerlingen informeren over studeren in het MBO en hen stimuleren om zich hierop voor te bereiden en hierbij een portfolio te gebruiken. Vierdejaars VMBO leerlingen bekend maken met de vorm van onderwijs (competentiegericht leren) die zij in het MBO gaan tegenkomen en hen voorbereiden op het intakegesprek bij het MBO. Werkwijze: In groepen van 10-15 nemen de VMBO-leerlingen op hun eigen schoollocatie deel aan een workshop van één lesuur die wordt verzorgd door een MBOambassadeur.
1
Aantal workshops: De workshops worden op alle VMBO-schoollocaties uitgevoerd voor totaal 4200 leerlingen. Het aantal te geven workshops per jaar is 350. Uitvoering en globale planning: Er worden twee ambassadeurs ingezet, totale formatie 0,75 fte. De taken voor de ambassadeurs zijn: organisatie & planning, ontwikkelen inhoud, uitvoering en evaluatie. In de maand september vindt de planning en organisatie van de workshops plaats en wordt de inhoud ervan nader bijgewerkt. Alle materialen worden gereed gemaakt voor direct gebruik. Na de herfstvakantie wordt begonnen met de uitvoering van de workshops. In de loop van het schooljaar kan bijstelling van de workshop-inhoud plaatsvinden op basis van contacten met VMBO-docenten en mentoren. Voor de zomervakantie wordt het project geëvalueerd en worden voorstellen gemaakt voor het daaropvolgende schooljaar. Inhoud van de workshops: De opzet van de workshops is om een relatie aan te gaan met de leerlingen en daadwerkelijk met ze in gesprek te zijn. De inhoud en werkwijze van de workshop dient aan te sluiten aan bij de belevingswereld van de leerling. De ambassadeurs werken parallel en bieden aan een klas op hetzelfde moment de workshop aan. Voor derdejaars is het onderwerp : kennismaken met het MBO en het portfolio. Bij het onderwerp „portfolio‟ wordt gesproken over o.a. over hobby‟s, bijbaantjes en stages om de leerling te laten nadenken over zichzelf. Aan het eind van de bijeenkomst vullen de leerlingen een individuele „wie ben ik –kaart‟ in en voegen die aan het portfolio toe. Op deze manier oefent de leerling reflecteren en het gebruik van een portfolio. Voor vierdejaars is het onderwerp: studeren in het MBO en de intake. Bij het onderwerp „studeren in het MBO‟ komen o.a. zelfstandig werken, eigen verantwoordelijkheid, de begeleiding en competentiegericht onderwijs aan bod. Bij het onderwerp „intake‟ komen in een rollenspel o.a. aan de orde: jezelf presenteren, durven vragen te stellen en je opleidingskeuze kunnen motiveren. Aan het eind van de bijeenkomst ontvangen de derdejaars leerlingen een folder en vierdejaars leerlingen een informatieboekje waarin staat wat er in de workshop is besproken. Na de uitvoering van de workshops ontvangen de bezochte VMBO -scholen een evaluatieformulier. Organisatie: De workshops worden in overleg met de contactpersoon van de VMBO scholen gepland. Voor de organisatie van de workshops is het wenselijk om op elke VMBO school een vast contactpersoon te hebben die ook aanwezig is op de dag(en) waarop de voorlichting plaatsvindt. Voor aanvang van de workshop zijn de leerlingen hierop in een LOB-les al voorbereidt.
2
Tijdens de workshop is een docent/mentor aanwezig. Van deze docent/mentor wordt een actieve rol vooraf en naderhand in de reflexie met leerlingen verwacht Voor de uitvoering zijn twee lokalen nodig. Het is prettig om van te voren een rooster te ontvangen met daarin de lestijden en lokalen die zijn ingepland voor de workshops. Derdejaars: De workshops worden uitgevoerd in de maanden maart t/m mei. De leerlingen zijn op de VMBO-scholen bekend gemaakt met het portfolio en er is een start gemaakt met het vullen ervan. Vierdejaars: De workshops voor de vierdejaars vinden plaats in de maanden november, december en januari en februari. Met het oog op de open dagen in het begin van het kalenderjaar en de start van de intakegesprekken vanaf het voor jaar is voor de uitvoering van de workshops voor deze maanden gekozen. De leerlingen zijn in het derde jaar al begonnen met vullen van het portfolio en kunnen dit tijdens de workshop laten zien ter voorbereiding op het intakegesprek.
3
Inspiratie & Interactie
4. Stage
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
Inspiratie & Interactie 4. Stage
a. Algemeen VMBO-leerlingen maken al op zeer jonge leeftijd een keuze voor een toekomstig beroep zonder een helder beeld te hebben van dit beroep. Veel studenten ontdekken pas tijdens hun MBO-opleiding dat zij een verkeerde keuze hebben gemaakt en raken daarom steeds minder gemotiveerd. Ze moeten dan alsnog switchen of ze ontwikkelen zich tot matige arbeidskrachten. Door al in een vroeg stadium kennis te maken met de toekomstige beroepspraktijk kiezen jongeren bewuster voor een toekomstig beroep en kunnen ze de consequenties van de keuze beter overzien.
b. Programma Doelstellingen Buddystages: 1. Jongeren kiezen bewuster voor een toekomstig beroep en kunnen de consequenties van die keuze beter overzien als ze al in een vroeg stadium kennismaken met de toekomstige beroepspraktijk. 2. Jongeren krijgen een beter beeld van de eisen en de competenties die aan dit beroep en aan de benodigde vervolgopleidingen worden gesteld. 3. Jongeren worden opgeleid tot betere en meer gemotiveerde arbeidskrachten, waaruit onze BPV-bedrijven bij vacatures een selectie kunnen maken. 4. Onze studenten worden begeleid door docenten van de MBO-opleiding en de VMBO-leerlingen door docenten van het VMBO. 5. De MBO-studenten krijgen opdrachten die betrekking hebben op supervisietaken. 6. De leerlingen van het VMBO verrichten eenvoudige administratieve werkzaamheden en werken aan oriëntatie-opdrachten. 7. MBO-stagiairs begeleiden VMBO'ers. Daarmee slaan wij meerdere vliegen in één klap:
Het bedrijf hoeft niet te begeleiden, want dat doen onze deelnemers.
De MBO'ers trainen supervisievaardigheden door VMBO-leerlingen te begeleiden.
Een zelfstandige snuffelstage op het gebied van bedrijfsadministratieve, secretariële, juridische en ICT-beroepen is voor VMBO-leerlingen onmogelijk te realiseren, maar in samenwerking met het MBO wel.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
22
Inspiratie & Interactie
De VMBO-leerlingen krijgen een goed beeld van het toekomstig beroep door de oriëntatieopdrachten en de werkzaamheden tijdens de snuffelstage, maar ook van de benodigde (competentiegerichte) MBO-opleiding.
De opleidingsteams van MBO en VMBO werken nauw samen bij de organisatie en begeleiding van snuffelstages en delen zo veel kennis.
Het totale opleidingstraject van een leerling wordt geoptimaliseerd.
Bedrijven krijgen een beter beeld van het totale opleidingstraject. Ze krijgen inzicht in de competentieontwikkeling in het algemeen van jongeren op weg naar het beroepenveld waarvoor de snuffelstage wordt georganiseerd.
c. Materiaal
Leidraad voor snuffelstagiair
bijlage
Leidraad voor
bijlage
buddysnuffelstage d. Belangrijke spelers
Leerlingen
Begeleiders van de verschillende schoolsoorten
Bedrijfsmensen
e. Ondersteuningsaanbod VSV-team
Matchen van docenten en opleidingen bij aanvang van het programma
Ondersteuning bij het schrijven van een specifiek plan bij de school en de meer specifieke doelgroep.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
23
Help, ik begeleid een snuffelstagiair!
Help, ik begeleid een snuffelstagiair!
Inleiding Wat geweldig dat jij gekozen hebt om een leerling van het VMBO te begeleiden! Zo help je deze leerling immers verder in zijn loopbaan. Via jou krijgt hij een idee van het werk op jouw werkplek, hoe het is om dit beroep te functioneren. Je deelt hem ook in jouw ervaringen op je opleiding. Doordat jij deze leerling begeleidt,kan hij straks een betere keuze maken. Maar … het levert voor jezelf ook heel wat op. Je ontwikkelt je leidinggevende capaciteiten. Je leert feedback te geven. Je hebt er weer een ervaring bij voor je CV. In dit document proberen we je een handreiking te geven voor de periode waarin jij deze leerling begeleidt. Misschien mis je nog onderwerpen, laat het ons dan weten.
Wat is het doel van deze snuffelstage? Jouw stagiaire zit op dit moment op het VMBO en moet een beslissing nemen die van groot belang is voor de toekomst. Hij/zij moet een keuze gaan maken voor een toekomstig beroep en voor een vervolgopleiding. Jij kunt daarbij behulpzaam zijn tijdens deze snuffelstage. Het is de bedoeling dat de stagiaire tijdens deze stage een idee krijgt van het werken in dit beroep. Wat houdt het bijvoorbeeld in om te werken op een secretariaat of bij een verzekeringsbedrijf? Je geeft zoveel mogelijk informatie over de opleiding die je volgt. Welke vakken zijn van belang? Hoe is de verhouding tussen theorie en praktijk? Hoe zelfstandig ben je of moet je zijn op school? Op welke manier heb je invloed op het verloop van je studie? Bedenk zelf wat van belang kan zijn om te vertellen of te laten zien. Sta open voor vragen.
De eerste ontmoeting met jouw stagiair Deze ontmoeting vindt plaats voordat de eigenlijk snuffelstage begint. Tijdens deze eerste ontmoeting maak je kennis met elkaar. De volgende onderwerpen kun je in willekeurige volgorde aan de orde stellen. o
Je maakt kennis met elkaar. Wie ben je? Welke opleiding volg je? In welke jaar zit je? Als de snuffelstagiair wat verlegen is, stel je zelf vragen om hem een beetje op zijn gemak te stellen.
o
Je vertelt iets over het bedrijf waar de stage plaatsvindt. Wat is het voor bedrijf? Groot, klein, profit, non-profit. Op welke afdeling werk je? Met veel collega’s?
o
Je vertelt iets over je werkzaamheden, over de begeleiding. Heb je het erg druk? Krijg je grote opdrachten? Heb je je eigen vaste taken?
o
Je vraagt de stagiaire wat zijn doel is met deze snuffelstage. Als de snuffelstagiaire niet zo’n doel heeft, dan kun je misschien helpen door vragen te stellen. Wat lijkt je leuk om later voor werk te doen? Wat lijkt je nu juist helemaal niet leuk? Kantoorwerk? Achter de PC? Met mensen werken?
o
Vraag of er vanuit de school opdrachten zijn die op de stage uitgevoerd moeten worden. Als dat zo is, is het belangrijk dat jij weet om welke opdrachten het dan gaat. Hoe kom jij in het bezit daarvan?worden
1
Help, ik begeleid een snuffelstagiair!
o
Je bereidt de snuffelstagiaire voor op de stage. Op welke dag/datum begint de snuffelstage? Hoe laat? Heb je advies over kleding? Zijn er al regels, die nu van belang zijn te vertellen? Mobiele telefoon gebruiken? Internetgebruik?
o
Je wisselt e-mailadressen en telefoonnummers uit voor het geval dat.
Voorbereiding van de snuffelstage Jij loopt al even stage, dus voor jou is alles niet nieuw meer. Misschien was jij wel een beetje gespannen toen jij de eerste dag naar deze stage ging. Voor jouw snuffelstagiaire is het allemaal nog veel spannender. Jij was al een beetje voorbereid op de beroepsomgeving, maar voor jouw snuffelstagiaire is alles nieuw. Een goede voorbereiding is voor jullie allebei prettig. Je kunt het best alvast een globaal programma maken voor elke dag. Bedenk wat je per dag met je stagiaire zou willen doen. Welke werkzaamheden kun je laten zien? Waarbij kun je de stagiaire mee laten lopen? Bij welke collega kan jouw stagiaire iets bijzonders bekijken?Wat kun je laten uitvoeren? Maak eventueel al afspraken met collega’s. Stel alvast een programma op voor de hele periode. Probeer dat voor de eerste dagen al zo gedetailleerd mogelijk te doen. Voor de rest van de dagen kan dat globaler. Laat niet al te veel aan het toeval over. Je kunt beter een vol programma hebben, waar je iets in moet schrappen. Bedenk we dat de snuffelstagiaire zelf met wensen kan komen. Zorg dat je daar vooral rute voor geeft.
Voorbereiding dag 1 o
Zorg voor een programma voor de eerste dag. Leg je ideeën voor aan je eigen begeleider.
o
Zorg voor een schrijfblok met pen om notities te kunnen maken. Daarmee stimuleer je de stagiaire om zonodig notities te maken!
o
Bereid zo mogelijk een rondleiding voor.
o
Bedenk aan wie je je stagiaire wilt voorstellen.
o
Ga na of er een werkplek is voor de stagiaire. Als dat niet het geval is, waar zit hij/zij dan? Naast jou? Is er een stoel?
o
Wat ga je deze dag samen doen? Heb jij je eigen werkzaamheden en laat je de snuffelstagiaire meekijken?
o
Bespreek het programma dat je voor vandaag en de komende dagen van de stage hebt bedacht. Geef aan dat er alle ruimte is voor wensen en ideeën van de stagiaire zelf.
o
Als je laat meekijken bij werkzaamheden, geef dan zoveel mogelijk uitleg over het waarom en hoe. Is er een taak bij, die je de snuffelstagiaire in de loop van deze twee weken zelf wilt laten uitvoeren? Vertel daar dan alvast wat over als dat handig is. Laat eventueel alvast aantekeningen maken.
o
Vraag ook naar eventuele opdrachten die de stagiaire van school heeft mee gekregen. Pas die samen in in het totale programma. Maak afspraken over hulp die je misschien kunt bieden. Let daarbij ook op afspraken over tijd die je kunt
2
Help, ik begeleid een snuffelstagiair!
uittrekken voor je stagiaire. Tenslotte heb je je eigen werk ook tijdens deze periode.
Feedback geven tijdens de stage Jij bent voor de stagiair de leidinggevende. Een belangrijke taak van een leidinggevende is het geven van feedback op allerlei terreinen. Alleen door het krijgen van feedback komt iemand er achter of zijn functioneren goed is of nog verbetering behoeft. Denk eraan dat ook positieve feedback nodig is. Dat verhoogd iemands zelfvertrouwen. Het is altijd prettig om positieve feedback te krijgen, dus als zich een kans voordoet, geef dan complimenten. Helaas kan het ook voorkomen dat je negatieve feedback moet geven. Het is goed om daar van tevoren over na te denken. Wat doe je als jouw stagiair zich niet houdt aan afspraken? Wat als jouw stagiair te laat komt? Wat als jouw stagiair laat merken eigenlijk helemaal geen zin te hebben in deze stage? Problemen stel je aan de orde stellen. Bereid je voor op zo’n gesprek. Wat gaat er niet goed. Wat stoort je aan het gedrag? Wat is precies het probleem? Hoe kan het probleem opgelost worden? Alleen aangeven wat er niet goed gaat, helpt niet. Als je niet zo goed weet wat je aanpak zou moeten zijn, hoe je dit gesprek moet voeren, dan heb jijzelf natuurlijk ook een leidinggevende. Leg je probleem voor, oefen desnoods het gesprek. Je hebt hierbij twee doelen. Jij wilt graag leren hoe op een goede manier feedback te geven en je wilt met jouw feedback je stagiair helpen. Ook als jouw feedback niet goed uitpakt, kun je natuurlijk terugvallen op je eigen leidinggevende om op terug te vallen. Belangrijk: Het is handig als van dit soort gesprekken een verslag is. Vraag je stagiair van het gesprek een verslag te maken. Wat is er besproken? Welke afspraken zijn gemaakt? Datum en handtekening erop. Op die manier heb je alles vastgelegd en kun je naar afspraken verwijzen als dit nodig is. Als jouw feedback - wel of niet met ondersteuning op de achtergrond – niet het gewenste effect hebt, neem je contact op met de begeleidende docent van de stagiair. Meld deze stap wel aan je eigen begeleider en aan de stagiair. Je legt het probleem voor, vertelt welke acties je hebt ondernomen en wat het effect is.
Evaluatie Bij begeleiden hoort ook evalueren en beoordelen. Van tevoren spreek je een aantal evaluatie momenten af. Als bijlage vind je een evaluatieformulier. Je kunt er zelf nog items aan toevoegen. Om de zelfkennis van je stagiaire te toetsen en eventueel te vergroten, vullen jullie beiden het formulier in. Ieder voor zich. Tijdens het evaluatiegesprek vergelijken jullie de scores. Het spreekt voor zich dat juist afwijkende scores aanleiding zijn tot een gesprek. De afspraken die worden gemaakt om scores te verbeteren, worden schriftelijk vastgelegd. Bij het volgende gesprek wordt gekeken of er de afspraken zijn nagekomen, of er zaken verbeterd zijn. De laatste evaluatie, tijdens het eindgesprek, vindt plaats in aanwezigheid van de begeleidende docent van school en eventueel jouw eigen begeleider.
3
Help, ik begeleid een snuffelstagiair!
Rollen en verantwoordelijkheden: Jij:
bent verantwoordelijk voor de inhoud van snuffelstage; bent verantwoordelijk voor het welbevinden van de stagiair; geeft feedback, evalueert en stuurt waar nodig bij; onderhoudt contact met de docent van de stagiair; bent voorzitter tijdens het eindgesprek.
Jouw begeleidende BPV-docent:
ondersteunt je (op afstand) en bij complexe situaties eventueel ter plekke na telefonisch overleg; coacht je bij supervisie van de snuffelstagiair (ter aanvulling op de support door de praktijkopleider van het bedrijf); adviseert je met betrekking tot acties naar aanleiding van gebrek aan motivatie bij de snuffelstagiair / afwezigheid / incidenten, enzovoort.
Jouw snuffelstagiair:
krijgt tijdig te horen waar de stage zal zijn (van het ROC); krijgt jouw naam en telefoonnummer (van het ROC); neemt telefonisch contact met jou op om te horen wanneer en waar het kennismakingsgesprek zal plaats vinden; bereidt zich voor op het kennismakingsgesprek; maakt een verslag van kennismakingsgesprek; stuurt dit verslag naar jou en zijn begeleidende docent; stuurt halverwege de stage het ingevulde evaluatieformulier naar zijn begeleidende docent; zorgt dat op de afgesproken datum eventueel gemaakte opdrachten of andere documenten in het bezit zijn van zijn docent; zorgt dat er een afspraak is met alle betrokkenen voor het eindgesprek.
4
Help, ik begeleid een snuffelstagiair!
Bijlage 1: Gegevens Gegevens ‘snuffel’stagiair School Begeleidende docent Telefoon docent Naam stagiair Telefoon Gegevens bedrijf Naam Contactpersoon Adres PC Plaats Telefoon Gegevens begeleidende stagiair Naam Telefoon
5
Help, ik begeleid een snuffelstagiair!
Bijlage 2: Vastleggen afspraken Leg alle afspraken vast over bijvoorbeeld: - data van de stage - werkdag van zo laat tot zolaat - procedure bij verhindering (ziekte, tandarts enzovoort) - werkzaamheden - tijd om aan eventuele opdrachten voor school te werken - vaste momenten om even terug te kijken Datum: Onderwerp: Afspraken:
Datum: Onderwerp Afspraken:
6
Help, ik begeleid een snuffelstagiair!
7
Bijlage 3: Evaluatieformulier
Naam bedrijf: Naam stagiaire: Naam begeleider: Periode:
Datum o
t
m g p
o
t
m g
p
o
t
m g
p
o
1. Je bent altijd aanwezig.
◦
◦
◦
◦
◦
2. Je komt op tijd en gaat niet te vroeg weg.
◦
◦
◦
◦
◦
3. Je straalt motivatie uit.
◦
◦
◦
◦
◦
4. Je hebt een goede inzet.
◦
◦
◦
◦
◦
5. Je komt afspraken na.
◦
◦
◦
◦
◦
6. Je kunt met feedback omgaan.
◦
◦
◦
◦
◦
7.
◦
◦
◦
◦
◦
8.
◦
◦
◦
◦
◦
9.
◦
◦
◦
◦
◦
Datum:
Eindoordeel:
Handtekening begeleider
Toelichting:
t
m g
p
Leidraad voor de snuffelstagiair
Leidraad voor de snuffelstagiair
Inleiding Jij gaat onder supervisie van een MBO-leerling snuffelen op een werkplek bij een bedrijf. Deze MBO-leerling is tijdens deze periode jouw leidinggevende. Misschien heb je al een baantje. Dan weet je wel wat het is om in een bedrijf te werken. Als dat niet zo is, dan vind je misschien best spannend. Wat is het voor bedrijf? Met wie krijg je te maken? Moet je al direct aan het werk of mag je rustig wennen? Tijdens deze stage krijg je een idee van het werk op een bepaalde werkplek. Je ziet welke werkzaamheden horen bij een bepaald beroep. Je hoort het een en ander over een beroepsopleiding. Deze ervaringen kunnen je allemaal helpen, als je straks moet kiezen voor een bepaald beroep of een vervolgopleiding. In dit document proberen we je een handreiking te geven voor deze periode. We willen graag dat je zoveel mogelijk profijt hebt van deze stage.
Wat is het doel van deze snuffelstage? Je zit op dit moment op het VMBO en moet een beslissing nemen die van groot belang is voor de toekomst. Je gaat een keuze maken voor een toekomstig beroep en voor een vervolgopleiding. Het is de bedoeling dat je tijdens deze stage een idee krijgt van het werken in dit beroep. Wat houdt het bijvoorbeeld in om te werken op een secretariaat of bij een verzekeringsbedrijf? Je krijgt informatie over de opleiding die je volgt. Welke vakken zijn van belang? Hoe is de verhouding tussen theorie en praktijk? Hoe zelfstandig ben je of moet je zijn op school? Op welke manier heb je invloed op het verloop van je studie?
Voorbereiding Een goede voorbereiding is het halve werk! Je hebt straks een kennismakingsgesprek met je leidinggevende. Deze leidinggevende is een MBO-leerling. Deze leerling is bijna klaar met een beroepsopleiding. Hij of zij is bezig met een afrondende stage. Tijdens dit gesprek probeer je zoveel mogelijk te weten te komen over de stage. Ook geef je aan wat je verwachtingen en wensen zijn. Hiervoor maak je van tevoren een lijst. Schrijf alle vragen op die je zou willen stellen. Al zijn ze nog zo gek, schrijf ze gewoon op. Je kunt tijdens het gesprek altijd nog beslissen of je het wel of niet zult vragen. Schrijf ook op wat je van de stage verwacht. Wat is je doel? Wat wil je te weten komen? Wat wil je leren? Wat zou je graag willen zien, meemaken? Deze lijst neem je mee naar het kennismakingsgesprek. Je kunt eventueel gebruikmaken van ‘bijlage 2’. Misschien stelt jouw school, jouw docent bepaalde eisen aan de stage. Dat kunnen opdrachten zijn, die je moet uitvoeren tijdens de stage. Misschien wil je docent aan het eind van je stage graag een verslag hebben. Zorg dat je precies weet wat de school van je vraagt. Neem die opdrachten of eisen dan ook mee voor het eerste kennismakingsgesprek. Je leidinggevende zal een programma voor jouw stageperiode maken. Het is fijn als dat programma zo goed mogelijk aansluit bij jouw wensen.
Regels tijdens de stage Elke bedrijf hanteert regels waar medewerkers zich aan moeten houden. Vaak zijn er nog extra regels voor stagiaires. Misschien krijg je direct een lijstje van aandachtspunten. Is dat niet zo, vraag er dan naar. Op die manier voorkom je misschien pijnlijke situaties.
1
Leidraad voor de snuffelstagiair
Sommige bedrijven hebben bijvoorbeeld kledingvoorschriften. Ook zijn er vaak afspraken over het gebruik van het privé mobieltje of internet voor privégebruik. Verder spreekt het voor zich dat je je houdt aan afspraken. Je komt op tijd. Als je van tevoren weet dat je een uur, dagdeel of dag niet aanwezig kunt zijn, dan overleg je dat van tevoren. Je weet altijd al een hele tijd dat je een bruiloft hebt. Ook afspraken met de tandarts zijn al eerder gemaakt. Het kan dus niet dat ’s middags vertelt dat je de volgende dag niet komt omdat je een bruiloft hebt of naar de tandarts moet.
Lastige situaties op je stage We gaan ervan uit dat je een fijne tijd hebt tijdens je stage. Fijne begeleiding, leuke collega’s. Maar … het kan gebeuren dat het niet gaat zoals je verwacht had. Blijf er niet mee lopen. Misschien ben jij iemand die een probleem snel op tafel legt. Dat is fijn. Soms gaat het om iets waar je begeleider of collega’s helemaal niet bij stil hebben gestaan. Als je er dan over praat, is het probleem snel opgelost. Misschien vind je het toch wel lastig met je leidinggevende te praten over iets wat je niet prettig vindt. Leg in dat geval je probleem voor aan je begeleidende docent van school. Samen met je docent kun je bespreken hoe je toch zelf het gesprek aan kunt gaan. Het kan ook een probleem zijn waarbij je echt hulp van je docent nodig hebt
Evaluatie Tijdens en aan het eind van je stage word je beoordeeld. Daarbij gebruikt je begeleider de volgende lijst. Deze is apart als ‘bijlage 2’ aanwezig ◦
Je bent altijd aanwezig.
◦
Je komt altijd op tijd en gaat niet te vroeg weg.
◦
Je straalt motivatie uit.
◦
Je hebt een goede inzet.
◦
Je komt afspraken na.
◦
Je kunt met feedback omgaan.
Aan het begin van de stageperiode worden data vastgesteld waarop een evaluatiegesprek zal plaatsvinden. Het is natuurlijk belangrijk hoe je begeleider jou beoordeelt. Maar … het is ook belangrijk dat jij jezelf kent en jezelf kunt beoordelen. Daarom vul jij zelf de lijst in en je begeleider doet dat ook. Tijdens het evaluatiegesprek vergelijken jullie beide lijsten. Alle punten worden besproken. Waarom beoordeelt je begeleider je zo en waarom jij jezelf. Het is logisch dat de items waar jullie verschillend over oordelen goed doorgesproken worden. Als het nodig is, maken jullie afspraken over gewenste veranderingen, verbeteringen. Die afspraken worden vastgelegd op een afspraken formulier. In het volgende gesprek kunnen jullie hopelijk vaststellen dat de gemaakt afspraken na zijn gekomen.
2
Leidraad voor de snuffelstagiair
Rollen en verantwoordelijkheden: Jouw begeleider op de stage (MBO-leerling):
is verantwoordelijk voor inhoud stage; is verantwoordelijk voor jouw welbevinden; geeft feedback, evalueert en stuurt waar nodig bij; onderhoudt contact met jouw docent van school; is voorzitter tijdens eindgesprek;
Je docent van school:
Zorgt voor eventuele opdrachten vanuit school - vóór de stage begint - en geeft daar toelichting op; ontvangt van jou een verslag van het kennismakingsgesprek; belt de tweede dag van je stage om te horen hoe het gaat, voor overleg over opdrachten, om te horen wat je allemaal gaat doen, om verduidelijking van verslag, indien nodig; belt halverwege de periode nog een keer; is adviseur in bijvoorbeeld lastige situatie; is aanwezig tijdens het eindgesprek als toehoorder, kan om verduidelijking vragen, maar heeft geen stem in het eindoordeel.
Jij:
krijgt tijdig te horen waar de stage zal zijn (van het ROC); krijgt naam en telefoonnummer van je begeleider (Mbo-leerling); neemt telefonisch contact op met je begeleider om te horen wanneer en waar het kennismakingsgesprek zal plaats vinden; bereidt je voor op het kennismakingsgesprek; maakt een verslag van kennismakingsgesprek; stuurt dit verslag aan je docent van school en aan je begeleider; stuurt halverwege de stage het ingevulde evaluatieformulier naar je docent; zorgt dat je docent op de afgesproken datum in het bezit is van eventueel gemaakte opdrachten of andere documenten; zorgt dat er een afspraak is met alle betrokkenen voor het eindgesprek.
3
Leidraad voor de snuffelstagiair
Bijlage 1: Hulplijst om je vragenlijst te maken voor het kennismakingsgesprek Mogelijke onderwerpen: ◦
Het bedrijf
◦
De afdeling
◦
Het beroep
◦
Het werk
◦
Opleidingen
◦
Werkzaamheden
◦
Regels
◦
Data
◦
Werktijden
4
Leidraad voor de snuffelstagiair
5
Bijlage 2: Evaluatieformulier
Naam bedrijf: Naam stagiaire: Naam begeleider: Periode:
Datum o
t
m g p
o
t
m g
p
o
t
m g
p
o
1. Je bent altijd aanwezig.
◦
◦
◦
◦
◦
2. Je komt op tijd en gaat niet te vroeg weg.
◦
◦
◦
◦
◦
3. Je straalt motivatie uit.
◦
◦
◦
◦
◦
4. Je hebt een goede inzet.
◦
◦
◦
◦
◦
5. Je komt afspraken na.
◦
◦
◦
◦
◦
6. Je kunt met feedback omgaan.
◦
◦
◦
◦
◦
7.
◦
◦
◦
◦
◦
8.
◦
◦
◦
◦
◦
9.
◦
◦
◦
◦
◦
Datum:
Eindoordeel:
Handtekening begeleider
Toelichting:
t
m g
p
Inspiratie & Interactie
5. De Overstap
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
Inspiratie & Interactie 5. De Overstap
a. Algemeen Decanen
en
leerplichtambtenaren,
ondersteund
door
administratieve
medewerkers,
hanteren 'De Overstap'. Dit is het digitale instrument van de Stedendriehoek dat de letterlijke overstap van leerlingen van het VMBO naar het MBO in de gaten houdt en de uitval van leerlingen in deze periode terugdringt. Absoluut verzuim (leerplichtige leerling die niet ingeschreven staat bij een vervolgopleiding) wordt vroegtijdig gesignaleerd en opgelost. b. Protocol 'De Overstap'
November: het proces start bij de evaluatie van 'De Overstap' van het jaar daarvoor. Nieuwe formats worden door de supervisor (Intergrip, exploitant van 'De Overstap') naar VO-administraties verstuurd zodat de eindexamenleerlingen VMBO in grote aantallen worden geüpload.
Januari: de leerlingen staan in het systeem en de decanen voeren de vervolgkeuzes van de leerlingen in.
Maart: bij deelnemende scholen worden checks uitgevoerd om te controleren of de leerling daadwerkelijk aangekomen is.
Zomervakantie: leerplichtambtenaren nemen de aansturende rol van de decaan over. De projectleider stuurt het proces aan en begeleidt de voortgang. Hij wijst alle partijen op acties en afspraken.
c. Materiaal
Website www.overstap-stedendriehoek.nl
www.overstap-stedendriehoek.nl
Hiervoor is een autorisatie vereist, die via de projectleider verkregen kan worden.
Protocol
bijlage
Handleiding voor de website
beschikbaar voor wie ermee werkt.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
24
Inspiratie & Interactie
d. Belangrijke spelers De eerste actie in 'De Overstap' is die van studentenadministraties die de lijsten met leerlingen aanleveren, zodat het systeem gevuld kan worden. Vervolgens zetten de decanen in het VO zich in voor een zo compleet mogelijke invulling van de vervolgkeuzes van de leerlingen. Ten slotte leveren studentenadministraties van het vervolgonderwijs lijsten aan, waarmee matches gemaakt worden. Zodoende weet men welke leerlingen aankomen in het vervolgonderwijs. Waar nodig komt de leerplichtambtenaar in actie, zodat leerlingen die dreigen de overstap niet te maken vroegtijdig opgespoord kunnen worden. e. Ondersteuningsaanbod VSV-team
Technisch en inhoudelijk advies: oplossen van knelpunten en vragen.
Procesbegeleiding: communicatie met aanbieder, supervisor en gebruikers, onderhoud van het protocol.
Ontwikkelingsplan: Overstap Nieuwe stijl
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
25
Procedure de Overstap Omschrijving activiteit
(rondom) datum
Verantwoordelijke
1
Aanleveren VMBO formats aan VMBO
november
supervisor
2
Laden leerlinggegevens in format Versturen naar Intergrip
november
VMBO
3
Inladen VMBO formats en aanmaken (nieuwe) gebruikersaccounts
december
supervisor
4
Bijeenkomst contactpersonen Evaluatie en voorbereiding
december
administrator
5
Actualiseren vervolgkeuzes per leerling
(vanaf )januari
VMBO
6
Wekelijks (automatisch) checken
(vanaf) 1 maart
supervisor/administrator
7
Check 1 (niet automatisch)
mei
Supervisor
8
Procedure mailen (jaarlijks)
juni
administrator
9
Laatste mutaties vervolgkeuzes
Laatste schoolweek/rond diplomauitreiking
VMBO
10
Check 2 (niet automatisch)
Laatste schoolweek
Supervisor
11
aansporen leerplicht
Laatste schoolweek
Administrator
12
Blijvend actualiseren inschrijvingen
Gedurende zomermaanden
MBO studentenadministraties
13
Brieven versturen
juli
Leerplicht
14
Contact opnemen met leerlingen
Juli/augustus
Leerplicht
15
Check 3 (niet automatisch)
Eerste schoolweek
supervisor
16
aansporen decanen
Eerste schoolweek
administrator
17
Actualiseren vervolgkeuzes per leerling
september
VMBO
18
Oktober check
Rond 10 oktober
supervisor
19
Laatste mutaties
oktober
VMBO
20
Schriftelijke evaluatie
november
administrator
21
afronding
november
administrator
Gebruikersrollen in de Overstap Uitgangspunt is dat de VMBO scholen verantwoordelijk zijn voor de leerlingen, totdat ze definitief op de nieuwe opleiding ingeschreven zijn. De term ‘supervisor’ wordt bij meerdere regio’s gehanteerd en heeft alleen maar betrekking op het totaalbeeld in het inhoudelijke systeem. De term heeft niets te maken met verantwoordelijkheden in de aansturing, besluitvorming en de communicatie rondom de Overstap. 1. 2. 3. 4. 5.
Administrator: de projectleider VMBO: de decanen en/of administratief medewerkers MBO: de leerling administraties Leerplicht: de leerplichtambtenaren Supervisor: de systeemontwikkelaar (Intergrip)
Om voor een gebruikersrol een account aan te vragen kan contact opgenomen worden met de administrator. Deze is de tussenpersoon/bemiddelaar tussen VMBO, supervisor en LP. De volgende gegevens moeten genoemd worden: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Naam Telefoonnummer Functie Emailadres Naam school Brinnummer school
Ad. 1. Administrator Een administrator is de projectleider met leesrecht over de totale database. De inhoudelijke voortgang kan hier gemonitord worden. De administrator is aanspreekpunt voor inhoudelijke vragen. Dit is de projectleider. Deze is de tussenpersoon/bemiddelaar tussen VMBO, supervisor en LP. Van een administrator worden de volgende acties verwacht: -
Monitoren van de voortgang Inhoudelijke ondersteuning Organisatie bijeenkomst Formeel aanspreekpunt
Ad. 2. VMBO De functionaris die een account beheert is een decaan. De volgende acties worden van een decaan verwacht: -
Aanleveren NAW gegevens van leerlingen
-
-
Invullen vervolgkeuzes Controleren vervolgkeuzes: - voor de zomervakantie: kloppen de gegevens? -na de zomervakantie: achterhalen wat de uiteindelijke keuze is. Definitieve vervolgkeuzes aanmerken, mits dit bij MBO-checks niet automatisch gebeurd is. Verwijderen overbodige tweede keuzes (of meerdere), voor het ‘schoonhouden’ van het bestand, indien de eerste keuze de definitieve status heeft.
Ad. MBO Van een MBO dat automatisch checkt wordt verwacht dat er op aangegeven data een aanmeldingsbestand met leerlingen naar supervisor@intergrip.nl wordt verstuurd. Van een MBO dat niet automatisch checkt, wordt verwacht dat ze een toegestuurde Excellijst met leerlingen controleert op inschrijvingen.
Ad. Leerplicht De leerplichtambtenaar die een account beheert voert de volgende acties uit: -
Brief sturen in juli naar leerlingen zonder keuze Actie tijdens de zomervakantie Controleren op vervolgkeuzes Na de zomervakantie: terugkoppeling naar decanen via systeemmail van leerlingen met wie gesprekken gevoerd zijn.
Ad. Supervisor De supervisor is een rol die Intergrip vervult. Omdat in aangrenzende regio’s ook met Intergrip gewerkt wordt, wordt hier de bovenregionale aanpak in de gaten gehouden. Daarnaast is de supervisor aanspreekpunt voor technische vragen. Voor de voortdurende ontwikkeling rondom de Overstap onderouden de supervisor en de administrator nauw contact. -
Monitoren voortgang Technische ondersteuning Ontwikkelingsvoortgang
De term ‘supervisor’ wordt bij meerdere regio’s gehanteerd en heeft alleen maar betrekking op het totaalbeeld in het inhoudelijke systeem. De term heeft niets te maken met verantwoordelijkheden in de aansturing, besluitvorming en de communicatie rondom de Overstap.
Vragen aan de supervisor: -
Automatische berichtgeving van de overschotlijst Beschikbaar blijven van lijst leerlplichtbehandeling/sorteren op in behandeling geweest? Signaal afgeven na keuze wie ingelogd heeft welke lpa de leerling behandeld heeft
Inspiratie & Interactie
6. Voor-intake VMB-MBO
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
Inspiratie & Interactie 6. Voor-intake VMBO-MBO
a. Algemeen Een specifieke groep 4e-jaarsleerlingen stelt de keus voor een vervolgopleiding te lang uit. Voor hen bestaat een intakeprogramma op maat. Dit programma, de Educatiemeter, helpt om de leerling meer zelfinzicht en handvatten te geven bij het maken van een studiekeuze en ondersteunt de overgang naar het MBO. Het is een belevingsonderzoek en een terugkoppelingsgesprek met een (studiekeuze)adviseur. De uitslag van de Educatiemeter wordt besproken met de leerling, de ouder(s) en de decaan of mentor. Daarna volgt een advies. Dat bestaat uit een leerlingversie en een begeleidingsversie voor het vervolgtraject. Er is onderscheid gemaakt in of de leerling een keuze wil maken (motivatie en leerbereidheid) en of hij dit ook kan (leervermogen). De Educatiemeter is een digitaal assessment dat de belevingswereld van de leerling in kaart brengt. Het geeft o.a. inzicht in:
wie de leerling is ( intrinsieke motivatie, talenten en valkuilen);
wat de leerling doet of juist niet (persoonlijke voorkeur en interesse);
waarom de leerling iets wel of niet doet (belevingsrealiteit);
wat de scholier mag/moet leren en welke begeleiding hierbij aansluit ( persoonlijke ontwikkeling).
De uitslag is voor de leerling in begrijpelijke taal opgesteld. Na het adviesgesprek kan :
een intakegesprek volgen op de vervolgopleiding;
een aanvullende oriëntatie op een sector naar keuze of een dag in de praktijk geregeld worden;
een ander traject (of eventueel verder onderzoek) afgesproken worden.
Wanneer de leerling is gestart met de nieuwe opleiding in het MBO wordt hij nog 4 maanden speciaal gevolgd. b.
Traject Voor-intake Het programma wordt in nauw overleg met de deelnemende VMBO-scholen uitgevoerd door de Dilemmamanager en de loopbaanadviseurs van de dienst Studentenservices van ROC Aventus. Een dilemmamanager is een particuliere aanbieder van producten (o.a. testen) op het gebied van gedrag en mentale ontwikkeling. Deze producten, zoals de Educatiemeter, zijn met een abonnement of een licentie verkrijgbaar. Een professional kan na een gebruiksinstructie zelf aan de slag gaan met het afnemen van digitale vragenlijsten en testen.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
26
Inspiratie & Interactie Dit gebeurt webbased en vraagt geen verdere investering. Wel moeten alle gebruikers voldoen aan inhoudelijke voorwaarden zoals deskundigheid, verantwoord testgebruik en aandacht voor privacy. c. Materiaal Beschrijving pilot in 2010-2011
De Educatiemeter
bijlage moet ingekocht worden (licenties)
d. Belangrijke spelers
Mentoren deelnemende scholen
Projectleider 'Voor-intake'
Dilemmamanager
e. Ondersteuningsaanbod VSV-team
Organisatie van het Voor-intake-traject
Inschakeling van de Dilemmamanager
Introductie van de Educatiemeter
Training in het gebruik van de Educatiemeter
Interpretatie van de uitslagen van de Educatiemeter
Ondersteuning en borging op de deelnemende school
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
27
Pilot Vervroegde Intake
Doelstelling van de pilot Vervroegde Intake: Een intakeprogramma op maat voor een specifieke groep leerlingen ( vierdejaars BB, KB en TL). Het programma helpt om de leerling meer zelfinzicht en handvatten te geven bij het maken van een studiekeuze. Er nemen minimaal vier VMBO scholen uit de regio Stedendriehoek deel aan dit project, maximaal 10 leerlingen per school. Leerlingen die meedoen hebben tot op dit moment ( tot 1 april 2011) nog geen keuze gemaakt voor een vervolgopleiding en zijn potentiële VSV-ers. Uitvoering: Het programma wordt uitgevoerd door de Dilemmamanager in samenwerking met het Servicecentrum van ROC Aventus en de deelnemende VMBO scholen. Opzet van het intakeprogramma: Het programma bestaat uit een belevingsonderzoek, genaamd de Educatiemeter en uit een terugkoppelingsgesprek met een (studiekeuze)adviseur. In dit gesprek zal de uitslag van de Educatiemeter worden besproken met de leerling ( en ouder en decaan/mentor). Na afronding wordt een advies uitgebracht over het vervolgtraject. Er wordt onderscheid gemaakt in of de leerling een keuze wil (motivatie en leerbereidheid) maken en of hij dit ook kan (leervermogen ). De Educatiemeter is een digitaal assessment die de belevingswereld van de leerling in kaart brengt. Het geeft o.a. inzicht in: Wie de leerling is ( intrinsieke motivatie, talenten en valkuilen) Wat de leerling doet of juist niet (persoonlijke voorkeur en interesse) Waarom de leerling iets wel of niet doet( belevingsrealiteit) Wat de scholier mag/moet leren en welke begeleiding hierbij aansluit( persoonlijke ontwikkeling) De uitslag is in een voor de leerling begrijpbare taal opgesteld. Na dit adviesgesprek kan: - een intakegesprek volgen op de vervolgopleiding, - een aanvullende oriëntatie op een sector naar keuze of een dag in de praktijk - een ander traject, eventueel verder onderzoek En vervolgens een intake op de vervolgopleiding. Wanneer de leerling is aangenomen en gestart met de nieuwe opleiding in het MBO zal de leerling gevolgd worden tot aan de Kerst.
Het project is uitgevoerd in de periode maart/april 2011. Deelnemende scholen: Etty Hillesum Lyceum (het Slatink) Deventer, 15 leerlingen. Het Stedelijk Zutphen, locatie Isendoornstraat 3 leerlingen en locatie Wijnhofstraat 6 leerlingen. AOC-Oost Twello 4 leerlingen. Sprengeloo Apeldoorn 7 leerlingen. Totaal hebben 35 leerlingen deelgenomen (ipv 40 zoals de eerste opzet was, één school is afgehaakt vanwege de korte voorbereidingstijd, een andere school is op het laatste moment aangehaakt). Selectiecriterium: leerlingen die eind maart nog geen keuze hebben gemaakt voor een vervolgopleiding en zich op uiterlijk 1 april moeten aanmelden. Tijdsinvestering: Voorbereiding op de deelnemende school: Decanen selecteren en benaderen leerlingen; lichten ouders ( niet in alle gevallen) en mentoren in over het traject. Zij maken een rooster voor de nagesprekken ( medewerker Dilemmamanager, decaan en/of mentor en leerling). In enkele gevallen vindt er nog een tweede gesprek plaats met de medewerker, ouder en leerling. Voorbereiden en gesprek plannen 1 uur, afnemen van de test 1 uur( kan in groep met 10 leerlingen) en nagesprek 1.30 uur( 45 minuten met leerling en medewerker Dilemmamanager en 30-45 minuten met leerling en mentor/decaan en ouder). Er volgt een adviesrapportage met leerdoelen die leerlingen en school ontvangen. Wat gaat goed: Pilot geeft inzicht in gedragskenmerken en studiehouding van de leerling, leerlingen hebben weinig zelfreflectie en maken daardoor moeilijk keuzes. Psycho-sociale problematiek wordt zichtbaar, het wordt duidelijk waarom sommige leerllingen school niet goed kunnen volgen. Binnen de structuur die op de school is uitgezet vallen toch leerlingen door de mazen van het net. Zichtbaar worden leerlingen met leer en- gedragsstoornissen. Deze leerlingen hebben veelal concentratie en- leerproblemen. Nagesprek met mentoren, directeur, leerling, medewerker Dilemmamanager in een mentorenoverleg: uitleg over de Educatiemeter, praktijkervaring van een leerling en ervaringen van decaan. Het creëren van draagvlak voor een vervolg van de pilot. Tips: Educatiemeter is zeer geschikt om al in het derde jaar toe te passen, preventief ipv curatief en voor TL-leerlingen begin vierdejaar omdat zij later kiezen. Het instrument maakt dan onderdeel uit van de loopbaan van de leerling: VMBO-MBO-HBO. ( Er zijn scholen die de Educatiemeter in het derde leerjaar VMBO aanbieden als onderdeel van het POP en studiekeuzerichting). Leg de uitvoering bij “vreemden”, de uitslag van de test. De nabespreking van het rapport met de leerling, de adviseur en de mentor blijkt een eye-opener voor mentoren: “als ik dit eerder geweten had..” Vroegtijdig betrekken van ouders bij het proces ( bijvoorbeeld in 10 minutengesprekken en op de profielavond), voorafgaand aan de test en bij de nabespreking (de ouders die nu betrokken waren bij het proces waren daar blij mee). Gevolg: het meer betrekken van ouders bij vervolgstudie wat de studieresultaten ten goede komt.
Trainen van mentoren in het functioneel voeren van een begeleidingsgesprek nav de doelen in het rapport. Uitvoering op VMBO-school is een meerwaarde, het is vertrouwd voor leerlingen. Ouders vooraf informeren per brief en nog meer betrekken bij gesprek. Voorlichting aan mentoren, niet met zorgcoördinatoren, het gaat niet om zorgleerlingen. Eventuele naamsverandering van vervroegde intake in…. Educatiemeter toevoegen aan portfolio en in dossier van leerlingen. Meenemen van uitkomsten (test, nagesprek en rapport) naar vervolgopleiding.
Inspiratie & Interactie
7. Doorstroomprogramma Havo/VWO naar MBO
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
Inspiratie & Interactie
7. Doorstroomprogramma van Havo/VWO naar MBO
a. Algemeen Steeds meer leerlingen kiezen voor de Havo als vervolgonderwijs. Een aantal van hen strandt voortijdig en wordt Vsv'er, zonder startkwalificatie. Het niveau en de manier van leren is voor deze leerlingen te hoog en te moeilijk (te algemeen en te theoretisch). Ook zijn er leerlingen die vanaf het begin op de Havo of het VWO zitten, maar in het derde of vierde leerjaar willen overstappen naar het MBO. Het blijkt lastig voor leerlingen om een doorstart te maken in het MBO, omdat ze er niet op voorbereid zijn om een beroepsopleiding te kiezen. Regionaal verlaten jaarlijks zo’n 70 jongeren voortijdig de Havo. (bron: VSV-atlas) Voor deze doelgroep wordt tweemaal per jaar (januari en mei-juni) een ‘Doorstroomprogramma MBO’ aangeboden op 30 dagdelen, verspreid over 4-8 weken. Een individueel programma is ook mogelijk. Doel van dit programma is dat het de leerling helpt om:
beter zicht te krijgen op de eigen mogelijkheden en onmogelijkheden;
een gemotiveerde vervolgstap te maken in zijn studieloopbaan;
de belemmeringen voor vervolgstappen in kaart te brengen en op te lossen.
Het ‘Doorstroomprogramma MBO’ bestaat o.a. uit 'de Educatiemeter', een digitaal assessment dat de belevingswereld van de leerling in kaart brengt. Op basis hiervan volgt een adviesgesprek met een loopbaanadviseur. Met het Metroc-werkboek werkt de leerling verder aan de beroeps- en opleidingskeuze. Begeleidingsgesprekken en een oriënterende bedrijfsstage maken deel uit van het programma. b. Uitvoering De VO-scholen in de regio kunnen 6-8 weken voor de start van een nieuw doorloopprogramma Havisten of VWO'ers aanmelden. Zelfstandige aanmelding door individuele leerlingen of hun ouders is niet mogelijk. Tijdens het programma blijven de leerlingen ingeschreven staan op de school die hen heeft aangemeld. c. Materiaal
Beschrijving pilot in 2010-2011
bijlage
De Educatiemeter
moet ingekocht worden (licenties)
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
28
Inspiratie & Interactie
d. Belangrijke spelers
Mentoren/decanen VO-scholen
Projectleider 'Doorstroomprogramma'
Dilemmamanager ( leverancier van de Educatiemeter en uitvoerder)
e. Ondersteuningsaanbod VSV-team
Planning van het Doorstroomprogramma
Organisatie van de aanmelding
Begeleiding van leerlingen en ouders bij het Doorstroomprogramma
Begeleiding van leerlingen en ouders bij instroom in het MBO
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
29
Beschrijving pilot ‘van HAVO naar MBO’ juli 2011 Samenstelling van de groep: 18 deelnemers; waaronder 12 deelnemers die gestart zijn op de HAVO en in leerjaar 4 zijn gestrand, 1 deelnemer die gestart is in het VWO en via HAVO 4 overstapt naar het MBO en 5 deelnemers die zijn doorgestroomd vanuit het VMBO TL naar de HAVO, 10 meiden en 8 jongens. Redenen waarom de HAVO niet is gelukt: - Vanaf leerjaar 3 wordt het lastig, vooral bij de vakken Nederlands en wiskunde. - Niveauverschil tussen onderbouw en bovenbouw HAVO scholen.( m.n. scholen die de onderbouw en bovenbouw niet op dezelfde lokatie hebben). Verwijzende scholen: - Het Stedelijk Zutphen - Etty Hillesum Lyceum, Deventer - Veluws College, Apeldoorn - Isendoorn College, Zutphen Programma: - Tijdsduur: 9 mei-23 juni 2011. - Inhoud:o.a. EducatieMeter, onderdelen uit het METROC-programma en stage. - Uitvoering: 2 loopbaanbegeleiders van Servicecentrum Aventus, 1 stagebegeleider en 1 ondersteuner van het Mentoringprogramma. Na afloop van het programma: - Kiezen 16 deelnemers voor het MBO ( o.a. Deltion, Graafschap College, Aventus) - Gaat 1 deelnemer terug naar HAVO 4 - En gaat 1 deelnemer werken (zij heeft een VMBO TL diploma, is 18 jaar) Tops:
Veel reacties op het van start gaan van de pilot. Telefonisch veelvuldig informatie verstrekt aan deelnemers/ouders/decanen/teamleiders en leerplichtambtenaren. Veel gehoorde reactie: ‘wat fijn dat er een speciaal traject komt voor havisten!’
De ouderavond aan het begin van de pilot (2de dag) met de persoonlijke inbreng van de uitvoerders en ruimte voor het stellen van vragen.
Goede bereikbaarheid van de begeleiders van het programma. Er kon rechtstreeks met de begeleiders gebeld worden door ouders, decanen en anderen.
Het bijhouden van de aanwezigheid van de deelnemers. Elke dag werd een registratie bijgehouden en eventueel gebeld naar huis bij afwezigheid.
Korte lijnen tussen de begeleiders van de pilot, de projectleiders en de verwijzende scholen.
Het inzetten van het mentoringprogramma voor elke deelnemer. De deelnemers krijgen na de zomervakantie een externe mentor toegewezen.
Tips:
De loopbaanbegeleiders hebben het gebruik van de EducatieMeter (een digitaal assessment die de belevingswereld van de leerling in kaart brengt) als positief ervaren. Deelnemers gaven wel aan dat er een overlap is tussen de EducatieMeter en het METROC programma. Tip: Het is wenselijk dat loopbaanbegeleiders op grote lijnen de inhoud kennen van de EducatieMeter om zo het METROC programma beter te laten aansluiten. Door het inzetten van de EducatieMeter in het 2e deel van het traject kan de methode gebruikt worden als aanvulling en /of bevestiging.
Zet voorafgaand de voorwaarden op papier voor de betrokken partijen. Leg vast wie wat doet en wie waar verantwoordelijk voor is. Dit is noodzakelijk voor een juiste offerte. Tip: Betrek alle partijen (ook op uitvoeringsniveau) bij de voorbereiding.
Het is belangrijk dat alle relaties, van uitvoerders tot bestuurders op de hoogte zijn van de pilot. We hebben gemerkt dat op bestuursniveau informatie blijft liggen. Tip: Stuur mailing naar alle lagen (mentoren/decanen/afdelingsleiders).
Informeer vooraf de verwijzende scholen over de voorwaarden van deelname van een leerling aan het programma. Te denken valt hierbij aan de verantwoordelijkheid die de verwijzende scholen behouden ook al volgt de leerling het programma op het ROC (verzekering stage, teruggang naar de verwijzende school bij het niet kunnen vinden van stage).
Maximaal 12 deelnemers in een groep.
Zorg voor voldoende ruimte/groot lokaal.
Nodig na aanmelding de deelnemers uit voor een intakegesprek en informeer hen over de voorwaarden van deelname.
Voer het programma uit op de ochtend.
Leg een adressenbestand aan van stageplaatsen en meeloopdagen.
Aanbevelingen voor een eventueel vervolgtraject:
Maak het programma onderdeel van de doorstroomklas. Geef voorlichting op HAVO scholen over het MBO. Pr voor dit programma is essentieel.
Inspiratie & Interactie
8. Ouderbetrokkenheid
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
Inspiratie & Interactie 8. Ouderbetrokkenheid in MBO
a. Algemeen Tot nu toe is de betrokkenheid van ouders niet vanzelfsprekend in het MBO. Lange tijd dacht men dat een beperkte rol van de ouders de zelfstandigheid van de student ten goede kwam. De Onderwijsraad constateert in 2010 dat ouders in het MBO een vergeten groep zijn. Zij kunnen een functie vervullen bij het voorkomen van schooluitval, bij het kiezen of vervolgen van een opleiding, bij het verwerven van stageplaatsen of helpen met afstudeeropdrachten. Als ouders betrokken zijn bij de opleiding en positief tegenover de school staan, zijn de schoolprestaties van hun kinderen over het algemeen beter en het voortijdig schoolverlaten minder. Het effect is het grootst wanneer scholen ouders serieus nemen en ze meer als partners zien. Dat kan door ouders vanaf het begin van de opleiding erbij te betrekken en goed naar ze te luisteren, door inzicht te geven in verzuim- en studieresultaten en rekening te houden met taalbarrières. Ook het publiceren van specifiek informatiemateriaal en het organiseren van spontane activiteiten kan juist 'moeilijk bereikbare ouders' meer bij de school betrekken. In eerdere VSV-projecten is al ervaring opgedaan met het organiseren van meer ouderbetrokkenheid. Het VSV-team kan scholen en opleidingsteams ondersteunen bij haalbare en effectieve manieren om de relatie met ouders te verbeteren. b. Uitvoering De opgedane ervaringen in VSV-verband hebben geen kant en klaar projectplan voor het stimuleren van ouderbetrokkenheid opgeleverd. Wel zijn er ervaringen opgedaan die gedeeld kunnen worden. Bovendien zijn er financiële middelen om dit thema bijzondere aandacht te geven. Voorbeelden van acties die op ouders gericht zijn:
het samenstellen van een door studenten ontworpen meertalige agenda/kalender voor het schooljaar. Ze presenteren deze op een ouderavond. Er staat informatie in over schoolzaken, over een arbeidsmarkt en over culturele aspecten;
het hanteren van een format voor ouderavonden;
het geven van een eigen toegang voor ouders op de schoolportal, zodat ouders inzicht hebben in resultaten en verzuim;
het maken van een nieuwsbrief met informatie over opleiding en activiteiten;
het samenstellen van een ouderplatform;
het organiseren van een Spiegelgesprek met ouders en docenten;
het organiseren van bijeenkomsten voor ouders van allochtone leerlingen.
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
30
Inspiratie & Interactie c. Materiaal
Schoolkalender voor ouders
voorbeeld in bijlage
Beschrijving methodiek
bijlage
Spiegelgesprek d. Belangrijke spelers
Ouders
Opleidingsteam en teammanager
Projectleider 'Ouderbetrokkenheid MBO'
Studenten
e. Ondersteuningsaanbod VSV-team
Opstellen 'Plan van Aanpak Ouderbetrokkenheid'
Adviseren van school- en opleidingsteam
Inbrengen van voorbeeldproducten
Organiseren van het uitvoeren van een Spiegelgesprek
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
31
Inspiratie & Interactie
IV. Best VSV-practices uit de scholen Zomeractie
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
32
Aventus Zomeractie Alle (aspirant)studenten ‘aan boord’! De zomervakantie nadert… Hoewel deze periode voor velen van ons betekent dat er genoten kan worden van een heerlijke vakantie, is dit tegelijkertijd een periode waarin er extra gevaar voor voortijdig schooluitval bestaat. Leerlingen uit het voortgezet onderwijs stromen uit met de bedoeling verder te leren bij een van de mbo-instellingen. Maar komen ze daar ook allemaal aan? En er zijn ook studenten van Aventus die ongemotiveerd de vakantie ingaan. Zien we ze allemaal weer terug in augustus? En lukt het onze gediplomeerde uitstromers om een baan te vinden? Komen ze daadwerkelijk aan bij het hbo, of bedenken ze zich in de komende weken? Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten staat het hele jaar door hoog op de agenda. Maar met de komende zomerperiode is er alle reden voor om hieraan extra aandacht te besteden. Onder de noemer ‘Aventus Zomeractie’ is een aantal maatregelen en acties in gang gezet die erop zijn gericht om (aspirant)studenten goed terecht te laten komen. Daarvoor moeten we in de eerste plaats zelf aan de slag, maar kunnen we ook rekenen op de medewerking van een aantal belangrijke partners bij de bestrijding van voortijdig schoolverlaten, met name de gemeenten en de leerplichtambtenaren. Zij hebben aangegeven deze Aventus Zomeractie zo goed mogelijk te willen ondersteunen. Alleen met de inzet van elk van onze medewerkers kunnen we deze ‘Aventus Zomeractie’ tot een succes te maken. Wij rekenen op jouw medewerking! Wat houdt de ‘Aventus Zomeractie’ in? Voorafgaand, tijdens en direct na de zomervakantie worden de volgende acties ingezet: •
Instroom monitoren via ‘De Overstap’: Sinds een aantal jaren werken de vo- en mbo-scholen en de gemeenten in de regio intensief samen in het programma ‘De Overstap’. De projectleiding is in handen van Nanke Kraehe, projectleider vsv. Alle vo-scholen voeren in het digitale systeem de vervolgopleiding en –instelling in van de uitstromende leerlingen. De ontvangende instellingen controleren of de leerlingen zich ook daadwerkelijk aanmelden, of er een intake plaatsvindt en of zij uiteindelijk aan de opleiding beginnen. Op deze manier zorgen we er gezamenlijk voor dat elke aspirant-student ook daadwerkelijk aan zijn vervolgopleiding begint! Dit betekent in eerste instantie flink wat (controle)werk voor de studentenadministraties, maar het is uiteraard belangrijk dat de intakes tijdig en zorgvuldig worden uitgevoerd. Kortom, we moeten een belangrijke gezamenlijke inspanning leveren.
•
Uitstroom monitoren via ‘Key-2-you-future’: Vanuit de MBO Raad is de afgelopen twee jaren het programma ‘School Ex’ gecoördineerd. In samenwerking met de partners in de regio heeft Aventus besloten om dit programma voort te zetten onder de noemer ‘Key-2-your-future’. De leertrajectbegeleiders vullen in een digitale omgeving in of de uitstromende student naar een vervolgopleiding gaat, of dat hij gaat werken. Na de zomerperiode wordt bekeken of de uitgestroomde studenten goed zijn terechtgekomen op hun vervolgopleiding, of ze daadwerkelijk een baan hebben gevonden etc. Diegenen die nog niet terecht zijn gekomen op een goede plek, krijgen hulp aangeboden bij hun vervolgstappen.
•
Voortzetting ‘Doormeldpunt’ bij Studentenservices: Vorig jaar is een proef gehouden met een intern ‘Doormeldpunt’.Vanwege de goede resultaten is besloten om dit ‘Doormeldpunt’ voort te zetten binnen het Servicecentrum van de dienst Studentenservices. Het doel van het ‘Doormeldpunt’ is om voor aspirantstudenten, die na de intake niet worden geplaatst bij de desbetreffende sector, zonder veel omwegen en tijdverlies op een andere plek bij Aventus een passend onderwijsaanbod aan te bieden. Indien deze situatie zich voordoet, kan de intaker contact opnemen met Carla op den Kelder van het ‘Doormeldpunt’. Zij is bereikbaar via telefoonnummer 088 - 283 69 00 of per e-mail: c.opdenkelder@aventus.nl. 1
•
Excellente verwerking van administratie: De afgelopen jaren hebben we geconstateerd dat er zich in de zomermaanden een piek voordoet van uitschrijvingen. Dat is enerzijds logisch en verklaarbaar, omdat er nu eenmaal veel studenten uitstromen in deze periode. Toch is het zaak om deze piek zo laag mogelijk te houden. De studentenadministraties hebben de opdracht ervoor te zorgen dat mutaties zo snel mogelijk verwerkt worden in de administratie. En het is aan de onderwijsteams om ervoor te zorgen dat de studentenadministraties zo snel mogelijk de juiste informatie krijgen om het werk snel en adequaat op te pakken.
•
Bereikbaarheid tijdens de zomerperiode: De ervaring leert ons dat er ook tijdens de zomerperiode nog flink wat (aspirant)studenten ons benaderen met vragen. Binnen de dienst Studentenservices wordt ervoor gezorgd dat Aventus gedurende de gehele zomerperiode bereikbaar is voor vragen per telefoon en e-mail. Met de sectoren zijn afspraken gemaakt wie eventueel bereikt kan worden in geval van dringende vragen. Tot slot vindt momenteel afstemming plaats tussen Studentenservices en de sectoren/onderwijsteams om ook tijdens de zomerperiode, waar nodig, intakegesprekken te laten plaatsvinden.
•
Perfecte registratie aan- en afwezigheid, óók bij start nieuwe schooljaar: Als onderwijsinstelling moeten wij wettelijk een perfecte administratie voeren van de aanen afwezigheid van onze studenten. Daar hadden we flink wat verbeterslagen te maken. Vorig schooljaar is hierop een verbetertraject gestart onder leiding van Jan van Amersfoort en met medewerking van diverse (extra) verzuimcoördinatoren. Zij hebben met elkaar gezorgd voor een verheldering van de procedures, voor een goede monitoring van de naleving en het ondersteunen van de onderwijsteams rond alles wat met verzuim heeft te maken. Dit heeft ertoe geleid dat we een flinke stap voorwaarts hebben gezet. Maar het kan – en moet – nóg beter! Daarom gaan we komend schooljaar vanaf de eerste dag weer van start met de ambitie om 100% aan- en afwezigheid te registreren. Dus ook in de vaak wat rommelige startweken van het nieuwe schooljaar. Vanuit de dienst Studentenservices worden de sectoren/teams nader geïnformeerd over de afspraken en procedures er voorbereiding op het nieuwe schooljaar.
•
Goede uitvoering van verzuimbeleid en -procedures: Het registreren van aan- en afwezigheid is natuurlijk geen doel op zich. Het gaat erom dat we in een vroeg stadium kunnen vaststellen of een student al dan niet ongeoorloofd afwezig is. In die gevallen moet er adequaat actie worden ondernomen. Het correct registreren van aan- en afwezigheid en het goed uitvoeren van het verzuimbeleid is in de eerste plaats in het belang van de student. Maar daarnaast is het goed om ons te beseffen dat de Onderwijsinspectie ons hierop nauwlettend controleert. De dienst Studentenservices (Jan van Amersfoort en de verzuimcoördinatoren) heeft de verzuimprocedures van Aventus gestroomlijnd, verbeterd en vastgelegd in een eenduidig handboek. Dit handboek geldt vanaf de start van het nieuwe schooljaar. De verzuimcoördinatoren bezoeken de sectoren/onderwijsteams om de procedures toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden. Natuurlijk wordt dit handboek op korte termijn gepubliceerd op de portal en alle medewerkers ontvangen hiervan een beknopte versie. Daarnaast verspreiden wij binnenkort een infopakket met o.a. posters waarin de verzuimprocedures en -afspraken staan beschreven die gelden voor de regio Stedendriehoek. Alle informatie is tot stand gekomen in overleg met de gemeenten, afdeling leerplicht.
•
Extra ondersteuning teams met veel vsv door schoolmaatschappelijk werk: Ons onderwijs is erop gericht om studenten optimale begeleiding te geven bij hun leertraject. Hier is een cruciale rol weggelegd voor de leertrajectbegeleiders (ltb’ers). Zij hebben ook een belangrijke taak bij het ondernemen van actie bij het constateren van ongeoorloofd verzuim. Het spreekt voor zich dat als er meer verzuimers (en dus potentiële vsv’ers) zijn, de ltb’er meer tijd moet besteden aan de begeleiding ervan. Binnen Aventus is een aantal opleidingen waar procentueel en absoluut gezien veel meer voortijdige schooluitval plaatsvindt dan gemiddeld. Om deze teams te ondersteunen bij het nemen van de juiste acties bij het constateren van ongeoorloofd verzuim, krijgen 2
deze teams het aanbod om gekoppeld te worden aan een vaste schoolmaatschappelijk werker. Deze (extra) inzet wordt niet doorberekend aan de teams. Deze schoolmaatschappelijk werker kan met raad en daad het team ondersteunen, bijvoorbeeld bij het creëren van korte lijnen met de zorgcoördinatoren en 2e lijns zorgvoorzieningen binnen en buiten Aventus (Servicecentrum, Leerplicht/RMC, ZAT, etc.). Waar nodig kan ook de samenwerking met de leerplichtambtenaar/RMC worden geïntensiveerd. In Apeldoorn is al een speciaal samenwerkingstraject opgezet tussen leerplicht en de sectoren HTR en Gezondheid; dit kunnen we mogelijk uitbreiden naar andere teams/sectoren. Vsv-cijfers tot en met mei 2011 Met de ‘Aventus Zomeractie’ hebben we een flink pakket aan maatregelen en acties in gang gezet om voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk te voorkomen. Wellicht ben je geïnteresseerd hoe we het dit schooljaar tot op heden doen op het gebied van vsv. Hieronder zie je 3 tabellen. Hierin kun je achtereenvolgens zien hoe we het doen o.g.v. het aantal uitschrijvingen (cumulatief en zonder startkwalificatie) en het aantal herinschrijvingen. Op basis van deze tabellen, die zijn opgesteld door DUO/OCW, kunnen we constateren dat het aantal uitschrijvingen lager ligt dan de afgelopen jaren in mei, terwijl het aantal herinschrijvingen elke maand wat hoger ligt. Dit lijkt erop te wijzen dat we het dit schooljaar beter doen op het gebied van voortijdig schoolverlaten. Aantal uitschrijvingen (cumulatief)
Aantal herplaatsingen per maand
07/08
08/09
09/10
10/11
07/08
08/09
09/10
10/11
1-nov
26
47
16
31
1-nov
0
0
0
0
1-dec
79
108
63
82
1-dec
0
5
3
1
1-jan
132
166
107
122
1-jan
3
3
3
18
1-feb
193
277
178
197
1-feb
15
12
12
32
1-mrt 1-apr
282
349
243
214
1-mrt
6
5
5
81
350
430
338
281
1-apr
4
9
0
25
1-mei
439
483
486
350
1-mei
2
5
35
26
1-jun
505
558
525
1-jun
2
2
19
1-jul
642
671
463
1-jul
7
6
143
1-aug
820
679
1261
1-aug
241
267
70
1-sep
796
670
1401
1-sep
50
28
399
1-okt
779
801
1257
1-okt
96
76
495
Tot slot… Het huidige schooljaar loopt over een paar weken ten einde. Iedereen is druk bezig om de werkzaamheden zo goed mogelijk af te ronden en de start van het nieuwe schooljaar voor te bereiden. In deze vaak hectische periode vragen we jullie om extra aandacht te besteden aan de activiteiten in het kader van de ‘Aventus Zomeractie’. Daarbij geldt: elke student telt! Niet alleen omdat we daarvoor meer bekostiging ontvangen en een aantrekkelijke prestatiebeloning krijgen van OCW (€ 2.500 per vsv’er minder t.o.v. schooljaar 2005/2006); maar vooral omdat we elke jongere naar een goede plek in de maatschappij willen leiden. Wij rekenen op jouw medewerking de komende periode en wensen je langs deze weg vast een mooie, stralende zomer toe! Anky Veldman lid college van bestuur
3
Inspiratie & Interactie
V. Activiteitenplan VSV 2011-2012
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
33
Activiteitenplan VSV 2011‐2012
Versie d.d. 15 september 2011 Karin Stiksma/Piet Terpstra
Versie d.d.15 september 2011
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding 2. Organisatiestructuur 2.1. Inleiding 2.2. Formatie 2.3. Besturing 2.4. De rollen van de spelers 3. VSV programmagelden en VSV maatregelen 4. Activiteiten 2011‐2012 4.1. Projectactiviteiten 2011‐2012 e a) Lob instrumentontwikkeling (1 tranche) b) Stagesysteem VO (1e tranche) c) Docentenuitwisseling (2e tranche) 4.2. Programma‐activiteiten 2011‐2012 (NIEUW) a) Maatregel 1: Behouden van VO‐ers zonder diploma zodat ze in mbo doorstromen (nieuw) b) Maatregel 2: Behouden van mbo’ers bol 2 en 4 en bbl 2 (nieuw) 4.3. Borgingsactiviteiten in de scholen 2012 e a) Verzuimbeleid (1 tranche) b) Mentoring (1e tranche + 2e tranche?) c) Overstap (2e tranche) d) Voor‐intake (2e tranche) e) Havo‐vwo 3‐4 (2e tranche) f) Ouderbetrokkenheid (2e tranche) 4.4. Reguliere activiteiten t.b.v. reductie VSV in de scholen 2011‐2012 a) Monitoring b) VSV buiten Stedendriehoek c) Communicatie d) VAVO: afstemming verbeteren
Blz.
4 5 5 6 6 7 8 8 9
11
16
18
2
Versie d.d.15 september 2011
e) LPA spreekuur op locatie f) Zorgformulier standaard voor intake in doorstroomprocedure g) Stopzetten studiefinanciering 5. Financiën a) Eerste en tweede tranche b) Verlenging
20
Bijlagen: 1) 2) 3) 4)
Financiële stand van zaken eerste en tweede tranche Inzet VSV maatregelen uit de eerste tranche in de verlengingsperiode 2011/12 Inzet VSV maatregelen uit de tweede tranche in de verlengingsperiode 2011/12 VSV cijfers die basis vormen voor nieuwe programmamaatregelen
3
Versie d.d.15 september 2011
1. Inleiding Terugblik In 2008 heeft de Stedendriehoek (scholen, contactschool en contactgemeente) met het Rijk het VSV convenant afgesloten, waarin resultaatgerichte afspraken verwoord staan t.a.v. de reductie van het aantal VSV‐ers in de Stedendriehoek. We krijgen van het Rijk een prestatiesubsidie van € 2.500,= per VSV‐er die we minder hebben. Naast deze resultaatgerichte afspraken hebben we in totaal € 1.685.000 gekregen voor maatregelen om het aantal VSV‐ers te verminderen. Dat hebben we in 2 tranches ontvangen. In de eerste tranche (2008‐2009) is er voor 4 maatregelen € 555.000,= ontvangen. En in de tweede tranche (2010‐2011) is er voor 8 maatregelen € 1.130.000 ontvangen. De contactschool en de contactgemeente moeten inhoudelijk verantwoording afleggen aan OCW en de contactschool heeft daarnaast de financiële verantwoordelijkheid. Vier projectleiders VSV en een programmamanager zijn/waren bezig om samen met ontwikkelgroepen, waarin medewerkers uit de scholen aan deelnemen, invulling te geven aan die VSV maatregelen. Ook binnen SOS verband wordt er hard aan gewerkt. Waar staan we anno 2011? Het uitvoeren van de VSV maatregelen en het behalen van de afgesproken doelstelling is een forse kluif, hebben we met elkaar gemerkt. Zo was de ambitie voor het verminderen van het aantal VSV‐ers gesteld op ‐10% per jaar t.o.v. het schooljaar 2005‐2006. Dit schooljaar (2010‐2011) zouden we ‐40% reductie moeten behalen. In aantallen VSV‐ers betekent dat dat we op Stedendriehoekniveau maximaal 555 VSV‐ers mogen hebben, dat waren er 1087. We staan op ‐21,6%. We hebben het dus nog niet gehaald. De meeste VSV maatregelen uit de eerste en tweede tranche zijn opgepakt. Er is echter sprake van een financiële onderuitputting, zie hoofdstuk 3. Hoe verder in schooljaar 2011‐2012? Dit activiteitenplan is het resultaat van de uitkomsten van het VSV minicongres d.d. 14 juni, het ambtelijke en bestuurlijk overleg tussen contactschool en contactgemeente, het overleg met de projectleiders, het beleidsoverleg SOS, de ervaringen uit de ZAT’s en de adviezen van de accountmanager van OCW. De uitvoering van het activiteitenplan zal in nauwe afstemming met de Plusvoorzieningen, Actieplan Jeugdwerkloosheid en SOS (speerpunten) gebeuren. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt eerst de organisatiestructuur voor het komende schooljaar beschreven. Vervolgens komen in het derde hoofdstuk de VSV maatregelen uit de 1e en 2e tranche aan bod, gevolgd in hoofdstuk 4 door de activiteiten voor het komende schooljaar. 4
Versie d.d.15 september 2011
Daarin wordt concreet beschreven wat we komend schooljaar samen gaan doen. Het activiteitenplan wordt afgesloten met een financieel hoofdstuk voor het komende schooljaar. 2. Organisatiestructuur 2.1. Inleiding Het uitgangspunt voor de organisatiestructuur is dat deze zoveel mogelijk ‘lean en mean’ is. De beschikbare middelen worden optimaal ingezet op activiteiten die ertoe leiden dat er minder VSV‐ers zijn. Tijdens het verlengingsjaar wordt voorgesteld om conform de bestaande organisatiestructuur (bestuurlijk overleg VSV, regionaal projectteam VSV) te opereren. Het is een coördinatiestructuur (programma) met een focus op activiteiten die (tijdelijk) moeten worden afgestemd. Dit zal plaatsvinden binnen de context van ROC Aventus als contactschool en de gemeente Apeldoorn als contactgemeente, in een overlegstructuur met OCW. De rol van programmamanager zal daarbij omvangrijker en prominenter zijn omdat er sturing nodig is voor verschillende soort activiteiten: projecten, programma’s, borgingsactiviteiten en reguliere activiteiten in de scholen. Hiervoor wordt 0,8 Fte gerekend. Daarnaast is het, gegeven de ervaringen uit de eerste en tweede tranche, belangrijk om de link tussen de scholen in de Stedendriehoek en de VSV projectleiders en de VSV programmamanager meer vorm te geven Daarom wordt voorgesteld om de contactafspraken met de scholen te verstevigen. Op basis van een vergoeding van 0,1 Fte per school wordt van de scholen/vestigingen/Mbo‐sectoren verwacht dat zij participeren in een driemaal per jaar te organiseren VSV‐voortgangsbijeenkomst en een vaste contactpersoon voor de VSV‐programmamager aanwijzen (totaal 3,3 Fte). Dit kan een directeur, een team‐ c.q. afdelingsleider of een andere functionaris met voldoende mandaat zijn. Het is van belang dat hij/zij binnen de school over ‘doorzettingsmacht’ beschikt, direct en snel toegang tot beslissers heeft en de bevoegdheid heeft om in bepaalde processen te interveniëren. Deze persoon is verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van VSV activiteiten in de school/sector, is het aanspreekpunt voor VSV‐vraagstukken, draagt zorg voor de interne communicatie en informatie van de regionale aanpak in de eigen school en vervult vice versa in de regionale contacten en relatie met de VSV‐programmamanager een communicatie c.q. informerende rol over VSV t.a.v. wat in de eigen school of sector aan de orde is. 5
Versie d.d.15 september 2011
Voorgesteld wordt om de scholen voor bijvoorbeeld het afnemen van testen en communicatieactiviteiten handgeld te geven zodat snelle actie mogelijk is zonder lange besluitvormingsprocedures. 2.2. Formatie De totale formatie van de VSV programmaorganisatie ziet er als volgt uit: Projectactiviteiten 2011‐2012 (zie 4.1) 1,25 Fte Programma‐activiteiten 2011‐2012 (zie 4.2) 3,3 Fte + Pm Borgingsactiviteiten 2011 (sept‐dec) 1,75 Fte Borgingsactiviteiten 2012 (zie 4.3) in school Reguliere activiteiten in school Programmamanagement 0,8 Fte VSV contactpersonen scholen 3,3 Fte Bovenstaande impliceert een projectteam in 2011 van 7,1 Fte en een projectteam in 2012 van 5,85 Fte. Daarnaast zijn er dus VSV contactpersonen in de scholen voor 3,3 Fte. 2.3. Besturing Schematisch ziet de programmabesturing er als volgt uit: Projectdirectie VSV OCW VSV bestuurders Ambtelijk Bestuurlijk Bestuurlijk opdrachtgever opdrachtgever opdrachtgever contactgemeente contactschool: Paul contactschool: Anky Adels Veldman VSV RMC coördinator contactgemeente Programmamanager Account manager OCW VSV contactpersonen (= directeuren scholen c.q. sectoren) Projectleiders VSV 6
Versie d.d.15 september 2011
2.4 De rollen van de spelers Hieronder worden de rollen van de verschillende functionarissen en de functie van de diverse gremia uiteengezet. Op hoofdlijnen zijn de rollen van de functionarissen als volgt: Bestuurlijk opdrachtgever contactschool zorgt ervoor dat het programma uitgevoerd kan worden en dat het programma 'gedragen' wordt door de scholen die erin participeren. Ook zorgt hij/zij ervoor dat de VSV stuurgroep heldere beslissingen neemt. Zij geeft opdrachten aan de programmamanager. Ambtelijk opdrachtgever contactschool stuurt op hoofdlijnen het programma en de kwaliteit van het proces aan. De voortgangscontrole vindt plaats tussen de ambtelijke opdrachtgever en de programmamanager. De programmamanager werkt de opdrachten van de opdrachtgevers uit en stuurt het totale spectrum van activiteiten doelengericht aan. Ook stuurt hij het projectteam met de projectleiders aan en onderhoudt intensieve contacten met de VSV contactpersonen. Tevens is hij de gesprekspartner op ambtelijk niveau van de contactgemeente en OCW. Daarnaast houdt hij overzicht over de verschillende soorten activiteiten die een relatie hebben met VSV (project‐, programma‐, borgings‐ en reguliere activiteiten). Hij verbindt en netwerkt met alle partners. Hij verzorgt de contactschoolactiviteiten en adviseert de bestuurlijke opdrachtgever. De projectleiders geven direct leiding aan een project en sturen aan op het bereiken van de afgesproken, concrete resultaten. De VSV contactpersonen in de scholen zijn de linking pin naar de VSV acties binnen de scholen en brengen de resultaten tot stand binnen de scholen. Zij monitoren de VSV cijfers, informeren de programmamanager/de leidinggevende van de school en indien gewenst de projectleiders. Zij hebben zicht op welke instrumenten er op regionaal niveau zijn en welke VSV activiteiten er binnen de school zijn. Ze komen 3 keer per jaar bijeen in een VSV contactpersonen groep met de programmamanager. De functie van de gremia: VSV bestuurlijk overleg: besluitvorming door de onderwijsbestuurders over de VSV activiteiten ter voorbereiding op besluitvorming door bestuurders van de contactschool en de contactgemeente. Dit overleg vindt 3 keer per jaar plaats. Op uitnodiging kan de projectdirectie c.q. de accountmanager van OCW als adviseur uitgenodigd worden in dit overleg. Bestuurlijk overleg contactgemeente/contactschool: definitieve besluitvorming over de door het VSV bestuurlijk overleg genomen beslissing. Dit overleg vindt 3 keer per jaar plaats. 7
Versie d.d.15 september 2011
Tripartiete overleg contactschool/contactgemeente/OCW: ambtelijk overleg wat een informatief, adviserend en toetsend karakter heeft. OCW wordt geïnformeerd over de activiteiten binnen de Stedendriehoek en OCW toetst, adviseert en informeert over nieuwe ontwikkelingen. Dit overleg vindt eens per 6 weken plaats. VSV contactpersonenoverleg: dit overleg zal 3 keer plaatsvinden in het komende schooljaar. Het heeft een informatief karakter. De programmamanager is voorzitter. Partijen informeren elkaar over en weer over de stand van zaken van VSV percentages en VSV activiteiten. Er is ruimte voor sparren, klankborden en intervisie. 3. VSV programmagelden en VSV maatregelen In het verlengde van het VSV convenant van 2008 zijn voor de periode 2008‐2009 (eerste tranche) en de jaren 2009‐2010 (tweede tranche)bij OCW programmagelden aange‐ vraagd voor het uitvoeren van verschillende soorten VSV maatregelen. In bijlage 1 is de financiële stand van zaken opgenomen, er is sprake van een onderuitputting van € 845.512,42.
In bijlage 2 en 3 is een overzicht opgenomen van de stand van zaken van de VSV maatregelen uit de 1e en 2e tranche. Tevens is daarin een voorstel opgenomen over hoe verder te gaan met die maatregelen die nog niet of niet volledig uitgevoerd zijn. In het volgende hoofdstuk wordt dat vertaald in concrete activiteiten voor het komende schooljaar. Ook nu wordt voorgesteld om programmagelden aan te vragen voor het verlengingsjaar 2011‐2012. In de bijlagen 2 en 3 zijn overzichten opgenomen van de stand van zaken van de eerste en tweede tranche en een voorstel over hoe deze voort te zetten in het verlengingsjaar. 4. Activiteiten 2011‐2012 De activiteiten voor het komende schooljaar zijn doelengericht. Anders gezegd, het betreft diverse soort activiteiten (projecten, dagelijkse routine, borging, regulier, improvisaties, e.d.) die allen op een andere manier bijdragen aan het verminderen van het aantal VSV‐ers. Het zijn zowel projecten die nieuw opgestart worden als projecten die nog dit jaar doorlopen, maar ook activiteiten die erop gericht zijn dat de ontwikkelde, succesvolle methodieken en instrumenten uit de eerste en tweede tranche zoals de overstap, de procedure van de voor‐ intake (inclusief Educatiemeter) breder geborgd worden in de scholen. De scholen kunnen gebruik maken van die instrumenten evenals van het budget als dat voor die maatregel nog beschikbaar is. Ook worden zaken die bij de scholen zelf horen maar wel een link hebben met de ambitie om VSV te verminderen, bekeken binnen dit programma. 8
Versie d.d.15 september 2011
Kortom, het is een complex geheel van activiteiten die niet aan allemaal een ‘begin en einde’ hebben. Dat vraagt een andersoortige aansturing en daarmee een bepaald type manager: een programmamanager. In de paragrafen hieronder worden de activiteiten beschreven die het komende jaar uitgevoerd worden. 4.1. Projectactiviteiten 2011‐2012 Dit zijn projecten die een ‘kop en een staart’ hebben. Het zijn resultaatgerichte activiteiten die aan het einde van het schooljaar 2011‐2012 afgerond zijn. Deze projecten hebben een projectleider nodig. Daarvoor zijn financiële middelen beschikbaar uit het bijbehorende projectbudgetten uit de 1e en 2e tranche. a) LOB instrumentontwikkeling (1e tranche) In de eerste tranche is een onderzoek gedaan en is gewerkt met een aantal LOB‐ instrumenten. Daarnaast is in de regio deelgenomen aan het LOB‐stimuleringsplan van de VO‐Raad en participeert ROC Aventus vanaf januari 2011 in een LOB‐stimuleringsplan voor het MBO. Visie en beleid voor LOB zijn in die projecten aan de orde geweest en vormen de bouwstenen voor een regionale benadering van LOB. Voor twee belangrijke gezamenlijke LOB‐instrumenten is herontwikkeling nodig: het meeloopprogramma OpZicht en de Workshops “Studeren in het MBO”. OpZicht zal met ingang van het schooljaar 2011‐2012 veranderen van een grootschalige jaarlijkse meeloopdag voor alle Mbo‐opleidingen op niveau 3 en 4 naar een doorlopend aanbod van kleinschalige meeloopmomenten voor (in eerste instantie) 3e jaars VMBO‐TL‐ ers. Ook zullen docenten meer dan voorheen bij het meelopen betrokken worden. Zij kunnen evenals hun leerlingen uit het meeloopaanbod een keuze maken voor een contactmoment met een Mbo‐opleiding. De workshops “Studeren in het MBO” zullen ook doorontwikkeld worden. In het 3e en 4e leerjaar van het VMBO zullen op alle schoolvestigingen in de regio door ‘Mbo‐ ambassadeurs’ workshops worden gegeven waarin (de zin van) een tijdig voorbereide keuze voor een beroep en opleiding aan de orde komt en het werken met een portfolio als doorstroomdossier naar het MBO wordt uitgelegd. In vervolg hierop wordt in het 4e leerjaar meer informatie gegeven over wat ‘competentiegericht leren’ betekent voor de student en wordt de Mbo‐intake voorbereid. In dit voorlichtingstraject worden met ingang van het schooljaar 2011‐2012 ook ouders en VMBO‐docenten betrokken door middel van speciale workshops op studiedagen en ouderavonden Omdat ‘vreemde ogen dwingen’ wordt de uitvoering van de workshops bij het MBO gelegd. Van het geheel worden o.a. draaiboeken en programmabeschrijvingen opgesteld 9
Versie d.d.15 september 2011
voor borging in de komende jaren. Budget: € 136.000,=. Formatie: 1,25 Fte. b) Stage in VO (1e tranche) Op basis van de vragen die in 2008 speelden is in de aanvraag voor de 1e tranche prioriteit gegeven aan het opzetten en uitvoeren van regionaal beleid voor zowel maatschappelijk als beroepsgerelateerde stages. Met inzet van deels VSV programmagelden en deels andere middelen is in de loop van de afgelopen jaren al veel tot stand gebracht. Voor het VO is de maatschappelijke stage goed op orde gekomen. Voor het MBO is bijvoorbeeld bij ROC Aventus in samenwerking met de regionale bedrijven PraktijkPlaza als stage‐ matchingsinstrument gemaakt en getest. In VSV‐verband zijn met name duostages (een vmbo‐leerling loopt mee met een mbo‐stagiaire) eerder succesvol gebleken maar te incidenteel uitgevoerd en nog nergens geborgd. De beschikbare instrumenten en de wijze waarop deze bijdragen aan het verminderen van het aantal VSV‐ers, vragen op onderdelen nog aanvulling en verbetering. Bijvoorbeeld op het gebied van afstemming tussen organisaties. Het komende jaar wordt bekeken welke onderdelen van het stagebeleid, die specifiek bijdragen aan het verminderen van het aantal VSV‐ers én niet binnen de reguliere bekostiging vallen, nog doorontwikkeling c.q. aanscherping vragen. Op basis van indiening van verbeterplannen zijn daarvoor voor de VO‐scholen middelen beschikbaar. Borging dient deel uit te maken van het verbeterplan. Budget: € 106.000,= c) Docentenuitwisseling (2e tranche) In het kader van docentenuitwisseling wordt voorgesteld om: docentenbezoeken onderdeel te laten uitmaken van OpZicht kennisdeling onderdeel uit te laten maken van de opzet voor de workshops “Studeren in het MBO”. Daarnaast wordt voorgesteld om het budget voor docentenuitwisseling in te zetten voor de bekostiging van de VSV contactpersonen in de scholen in de Stedendriehoek. Zij zijn nodig om de VSV maatregelen (oud en nieuw) uit te rollen binnen de scholen. De rol van deze contactpersonen (directeuren) is beschreven in hoofdstuk 2. Een belangrijke taak van deze functionarissen is om kennis te delen en ervaringen over best practices op het vlak van VSV aanpak uit te wisselen. In dat licht worden er drie keer in het komende schooljaar regionale thematische VSV‐bijeenkomsten georganiseerd, bijvoorbeeld over de beschikbare VSV instrumenten binnen de Stedendriehoek a.d.h.v. een VSV dienstencatalogus, het belang van melden van verzuim, de ZAT‐structuur, omgang met adolescenten, puberbrein en keuzes maken, taal/rekenen. Afhankelijk van het thema worden ook andere collega’s uitgenodigd voor deze bijeenkomsten. Budget: € 124.000,= 10
Versie d.d.15 september 2011
4.2. Programma‐activiteiten 2011‐2012 (NIEUW) In deze paragraaf worden de maatregelen uiteengezet die het komende jaar uitgevoerd worden in het licht van de verlenging van het VSV convenant. OCW heeft voorwaarden aangegeven voor de verlenging van het VSV convenant. De belangrijkste eruit zijn dat 2011‐ 2012 een overgangsjaar is waarin de focus vooral moet liggen op die doelgroepen in de Stedendriehoek die qua uitval slechter scoren dan het landelijk gemiddelde (de zgn. échte VSV problematiek). Er is een jaar lang extra tijd om de ambitie van 40% te behalen. De maatregelen moeten gebaseerd zijn op cijfers/aantallen en het effect moet het komende schooljaar zichtbaar zijn (quick wins). Financiële middelen mogen ook naar gemeenten gaan. In het nieuwe VSV convenant (2012 e.v.) zal het accent liggen op het percentage VSV‐ers (en dus niet zozeer op aantallen en de reductie). In bijlage 4 zijn de voorlopige cijfers van het schooljaar 2009‐2010 opgenomen die de basis vormen voor de maatregelen voor het verlengingsjaar die gericht zijn op twee groepen: de VO groep zonder diploma en 18‐ers en binnen het mbo 3 groepen (bol 2 en 4, bbl 2). In deze paragraaf worden de maatregelen uiteengezet. Concreet stellen we de volgende 2 maatregelen voor. a) Maatregel 1: Behouden van VO‐ers zonder diploma zodat ze in het MBO doorstromen (NIEUW) Als uitgangspunt voor de eerste doelgroep hanteren we dat we een vsv‐percentage willen behalen dat minimaal gelijk is aan het landelijk gemiddelde (0,7%) voor deze doelgroep. Rekening houdend met ongeveer 10% vervuiling van de VO‐cijfers door de zgn. ‘witte vlekken’ is de ambitie een afname van 91 VSV‐ers. Procentueel is dat een afname van 54,3% ten opzichte van het peiljaar. Het aantal VSV‐ers in het VO zou voor het schooljaar 2012‐2013 uitkomen op 161. Het budget voor deze maatregel is € 118.110,= Het vertrekpunt voor deze maatregel is de zorgplicht van VO‐scholen en het feit dat het VO na 5 leerjaren leerlingen niet meer noodzakelijk hoeft te laten gaan. Binnen deze totale risicogroep is doelgroepen te onderscheiden zoals bijv. Havo‐vwo‐ers. Een aangepast programma voor de potentiële VSV groep is wenselijk. De 500 Havoleerlingen in de regio dienen ook meer aandacht te krijgen. Zij hebben in het reguliere VO geen diploma behaald en een deel van hen slaagt daar ook via deze 2e‐kans route niet in. 11
Versie d.d.15 september 2011
Om de daadwerkelijke groep in beeld te krijgen waar gericht acties voor ondernomen kunnen worden, is het van belang om de volgende aspecten te analyseren: de groep lwoo 1‐2 en brug 1‐2. Dit is een omvangrijke groep (69), waarschijnlijk betreft dit uitstroom naar VSO (contactgemeente analyseert) andere witte vlekken (b.v. uitstroom naar particulier onderwijs, asielzoekers, speciaal onderwijs) binnen de VO scholen voor deze specifieke doelgroep het risicoprofiel, o.a. verzuimverleden, van de specifieke resterende doelgroep Concreet worden de volgende acties voorgesteld. onderwijs Gestandaardiseerde overdrachtsprocedure van vo naar mbo voor ongediplomeerden. Het systeem de Overstap staat. Het digitaal melden gebeurt. De feitelijke overdracht vanuit VO naar mbo kan uitgebouwd worden, vereenvoudigd worden. Het streven is om te werken met een gestandaardiseerde overdrachtsprocedure van de begeleiding voor ongediplomeerden. De vmbo‐mentor ontmoet hierbij de mbo‐studieloopbaanbegeleider. De volgende onderdelen maken daar onderdeel van uit: voor‐intake binnen het VO in samenwerking met MBO voor specifieke gevallen (met name degenen die niet tijdig tot een vervolgkeuze komen) inzet speciale testen (bijv. Educatiemeter, ANW –Insight , Studiecheck en vragenlijst overbelaste jongeren van de Plusvoorzieningen) het inzetten van programma’s als WorkSkills (empowerment) en Metroc (keuzes maken) overdracht van gegevens (o.a. aandacht voor procedure zorgformulieren i.v.m. intake) training van mentoren en studieloopbaanbegeleiders op o.a. gesprekstechnieken verplicht gebruik van een zorgformulier in de overgang van zorgleerlingen voor alle scholen en hun locaties in de regio Belangrijke afspraak c.q. randvoorwaarde hierbij is het niet uitschrijven van gezakte leerlingen voordat de warme overdracht heeft plaatsgevonden! Formatie: 0,1 Fte Experiment inzet gespecialiseerde casemanager Uitvoeren van een experiment met een gespecialiseerde casemanager die een doorbraak realiseert in een individuele casus voor een niet geïndiceerde leerling. Deze functionaris neemt de coördinatie van de aanpak van een potentiële VSV‐er ter hand, haalt het tijdelijk weg uit het onderwijsteam en gaat op zoek naar alternatieve manieren om de leerling weer op school te krijgen. In deze pilot wordt onderzocht wat de meerwaarde van deze doorbraakaanpak kan zijn en welke effecten er zijn op de bestaande werkprocessen en taken van diverse 12
Versie d.d.15 september 2011
instellingen en functionarissen. Budgetruimte: p.m.
gemeente Gerichte inzet RMC/LPA Inzetten van een gerichte aanpak van Leerplicht om deze specifieke groep te benaderen: inzet regionale leerplichtambtenaar/RMC functionaris (0,1 Fte in combinatie met inzet o.b.v. maatregel 2, in totaal 0,5 Fte zie verderop) die zich bezighoudt met (niet wettelijke) preventieve activiteiten zoals voorlichting op scholen, spreekuren, etc. Daarnaast inzet op kennisdeling tussen gemeenten, professionalisering en samenwerking met scholen. Formatie: 0,1 Fte (in combinatie met inzet voor maatregel 2, totaal: 0,5 Fte) samen VSV zomeractie VO Een VSV zomeractie Stedendriehoek 2012 die zich specifiek op de VO‐doelgroep richt. Formatie: 0,1 Fte (in combinatie met de actie onder maatregel 2) b) Maatregel 2: Behouden van mbo’ers (nieuw) Als uitgangspunt voor deze tweede doelgroep (bol 2 en 4, bbl2) hanteren we dat we een reductie van 40% ten opzichte van het peiljaar 2005‐2006 willen behalen. Concreet betekent dat een afname van deze VSV groep met 177 VSV‐ers zodat er maximaal 393 VSV‐ers over blijven. De specificaties per doelgroep treft u aan in bijlage 4. Voor het kunnen bereiken van de regionale doelstelling moet de grootste slag geslagen worden binnen het MBO. Er zijn heel gerichte acties, quick wins, hanteerbare projecten nodig. De MBO‐scholen en hun opleidingsteams analyseren zelf jaarcijfers en maandrapportages zodat nog meer maatwerk mogelijk is. Het budget voor deze maatregel is € 303.712,=. Concreet worden de volgende acties voorgesteld. onderwijs Extra stimulans implementatie Front Offices ROC Aventus De ontwikkeling naar de Front Offices als onderdeel van het Aventus Loopbaanexpertisecentrum wordt een extra stimulans geven door tijdelijk extra formatie in te zetten ten behoeve van een snelle implementatie. Daarin zal als eerste stap bij de front offices van ROC Aventus door loopbaanadviseurs van het Aventus Loopbaanexpertisecentrum piketdienst worden gedraaid om studiewisselaars en 13
Versie d.d.15 september 2011
studenten die zich willen uitschrijven direct op te vangen. Zij zijn de eerste schakel in een aanpak waarin we verder samenwerken met de Werkpleinen (m.n. de jongerenloketten), schoolmaatschappelijk werk, lpa/rmc en zorginstellingen. Een inspirerend voorbeeld voor de nagestreefde opzet is ‘het Toekomstloket’ in Den Bosch. Er komen met ingang van het schooljaar 2011‐2012 front offices op de locaties: Apeldoorn: Laan van Mensenrechten Deventer: Singel, Middelweg, Snipperlingsdijk Zutphen: Stationsplein Door te werken met piketdiensten is er permanent een loopbaanadviseur stand‐by voor direct contact met een student die zich meldt. Met 1,5 Fte kan dit model, de bijbehorende te ontwikkelen instrumenten en de fysieke en virtuele samenwerking binnen de front offices en het Aventus Loopbaanexpertisecentrum vorm worden gegeven. Formatie: 1,5 Fe € 97.500,= Gerichte acties op maat binnen 3 mbo’s en de ‘ VSV haarden’ binnen ROC Aventus. De 3 mbo’s (AOC‐Oost, Helicon en Hoornbeeck) gaan binnen hun scholen op zoek naar waar precies binnen de genoemde doelgroepen (bbl 2, bol 2 en 4) VSV voorkomt zodat zij, als het nodig is, gericht actie kunnen ondernemen. Binnen ROC Aventus vond in 2009‐2010 50% van de voortijdige schooluitval plaats bij 9 opleidingen van ROC Aventus: Crebo 93751 92640 90440 90360 90760 90541 93410 92630
Opleidingsnaam Sector Verkoper (Verkoper detailhandel) Ondernemen Helpende Zorg & Welzijn Gezondheid Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent T&E Medewerker ICT Economie Kok HTR Particuliere beveiliging (Beveiliger) Economie Autotechniek (Autotechnicus) Mobiel Pedagogisch Werk 4 Welzijn Pedagogisch Werk (Pedagogisch Werker 92620 kinderopvang) Gezondheid Voor 2010‐2011 wordt opnieuw een ‘VSV Top 10’ vastgesteld. In samenspraak met ZAT, de betreffende opleidingen en de sectordirectie worden gerichte acties ontwikkeld en uitgevoerd. Deze kunnen o.a. liggen op het terrein van: 14
Versie d.d.15 september 2011
melden van verzuim en uitval verbetering van het onderwijsprogramma intensivering van de studieloopbaanbegeleiding deskundigheidsbevordering verbetering van de intakeprocedure teamontwikkeling oudercontacten inzet van programma’s als WorkSkills (peer)mentoring benutten van VSV instrumenten en maatwerktrajecten vanuit de Plusvoorzieningen Formatie: 0,4 Fte € 26.000,= Een in‐ en doorstroomklas in ROC Aventus te Apeldoorn Uitrollen van een in‐ en doorstroomklas, fysiek gehuisvest bij ROC Aventus te Apeldoorn m.i.v. 1 november 2011. De in‐ en doorstroomklas is bedoeld voor studenten die willen instromen of switchen opleidingen vanaf niveau 2 (dit kan ook naar andere mbo opleidingen in de regio). Een flexibele instroom is mogelijk. Maatwerk is uitgangspunt, zeker omdat het hier ook specifieke doelgroepen kan betreffen. Onderdelen van het programma zijn: competentiemeting, arbeidsmarkt‐ en opleidingsoriëntatie, algemene vakken (bijwerken deficiënties), burgerschap, sociale vaardigheden, intensieve studieloopbaanbegeleiding. De loopduur van het programma is flexibel i.v.m. de individuele trajecten. Met VSV‐middelen wordt de start van dit nieuwe initiatief ondersteund op curriculumontwikkeling, methodische innovatie (o.a. studieloopbaanbegeleiding), inbedding en borging. De methodieken en instrumenten die worden ontwikkeld binnen ROC Aventus worden overgedragen aan de andere mbo’s in de regio. Formatie: 0,5 Fte € 32.500 (naast reguliere middelen) Projectactiviteiten (€ 975,= per traject x 60 studenten): € 58.500,= ‘Welkom terug‐ aanpak’ voor terugkeerders Doel is het actief bevorderen van het terugkeren naar school, daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen gekwalificeerde en niet‐gekwalificeerde VSV‐ers. Tweederde van de VSV‐ers komt binnen 1 jaar terug blijkt uit onderzoek van ECBO. De ‘spijtoptant’ dient zich gesteund te voelen bij zijn terugkeer, o.a. door een maatwerkbenadering. Onderdeel daarvan is dat voor de groep 18+ het onderwijs met o.a. een EVC/EVK – benadering een flexibele instroom mogelijk maakt en dat alle gemeentes het aantal herplaatsers gaat verhogen (regionaal verschillen de herplaatsingcijfers). 15
Versie d.d.15 september 2011
Formatie: 0,1 Fte € 6.500,= gemeente Gerichte gemeentelijke inzet van RMC/LPA t.a.v. 3 mbo doelgroepen Focus aanbrengen in de gemeentelijke aanpak door innovatieve instrumenten te ontwikkelen en good practices uit te rollen waarmee VSV‐ers boven 18 jaar beter bereikt en gemotiveerd kunnen worden om een (vervolg)opleiding te doen. Door de inzet van een regionale RMC‐medewerker (0,5 Fte in combinatie met taken bij maatregel 1)) die zich bezighoudt met (niet wettelijke) preventieve activiteiten zoals voorlichting op scholen, spreekuren, etc. Daarnaast inzet op kennisdeling tussen gemeenten, professionalisering en samenwerking met scholen. Voorbeelden zijn: ontwikkeling wijkgerichte aanpak (zoals Rivierenwijk Deventer). Jongerenwerkers in de wijk leiden drop‐outs terug naar een opleiding, eventueel via een instroomtraject. Contacten tussen deze jongerenwerkers en MBO’s worden structureel georganiseerd i.v.m. de effectiviteit van de aanpak. Formatie: 0,4 Fte € 26.000,= samen VSV zomeractie MBO Een VSV zomeractie Stedendriehoek 2012 die zich specifiek op de Mbo‐doelgroep richt. Formatie: 0,1 Fte (in combinatie met de actie onder maatregel 1) 4.3. Borgingsactiviteiten in de scholen 2012 Dit zijn activiteiten die een voortvloeisel zijn van de VSV projecten uit de 1e en 2e tranche. Eind 2011 worden de VSV projecten, die hieronder vermeld staan, afgerond en worden de bijbehorende instrumenten, protocollen, websites en programma’s opgeleverd. De projectleiders zijn in 2011 nog beschikbaar, de financiële dekking daarvoor is ook meegenomen in het huidige financiële overzicht. De inzet in de maanden september‐ december 2011 is erop gericht om in 2012 deze projectresultaten/middelen te borgen in de scholen. Voor drie maatregelen uit de tweede tranche is er nog budget beschikbaar voor borging in 2012: intake: € 86.000,= havo/vwo 3‐4: € 134.000,= ouderbetrokkenheid: € 55.000,=.
16
Versie d.d.15 september 2011
Eventueel kan hier nog formatie extra op ingezet worden. Daarnaast kunnen de middelen die scholen krijgen als prestatiesubsidies voor minder VSV‐ers ingezet worden voor borging. Voor ontwikkeling is er echter in 2012 geen geld meer beschikbaar. Het is de bedoeling dat de scholen de ontwikkelde instrumenten uitrollen binnen hun scholen en het nog beschikbare budget kan daarvoor gebruikt worden. De programmamanager van de contactschool houdt hier overzicht over, signaleert bij de bestuurders wanneer zaken mis dreigen te gaan en pleegt interventies waar nodig (‘regievoering zonder macht’). Uiteraard geldt ook voor de nieuwe activiteiten die onder 4.2 werden genoemd dat in het komend jaar voor borging gezorgd dient te worden. Concreet gaat het bij de twee voorafgaande tranches om de volgende borgingsactiviteiten. a) Verzuimbeleid (1e tranche) Extra aandacht voor het signaleren en melden van verzuim door mentor/SLB’er zodat de jongere snel in beeld is. Gemeenten gaan afhankelijk van de situatie bijvoorbeeld workshops op scholen verzorgen om procedure uit te leggen en te benadrukken dat meldingen altijd tot een vervolgactie leiden. De 2 soorten standaard programma’s mentoring zijn beschikbaar en de webapplicatie is bruikbaar op de scholen. Budget 2012: geen. b) Mentoring (1e tranche + 2e tranche) In de tranches 1 en 2 is op een aantal scholen het werken met (peer)mentoring ontwikkeld. De evaluatie daarvan is positief en heeft de basis gelegd voor een bredere uitrol in de regio. Zowel peer als externe mentoring zal worden uitgevoerd. Budget 2012: geen. c) Overstap (2e tranche) Het protocol wordt opgeleverd en aanpassingen worden geoptimaliseerd. Verder wordt in 2011 het systeem uitgebreid met de doelgroep naar VMBO‐3 en HAVO. De ontwikkelkosten van De Overstap werden door VSV‐middelen gedragen. Met ingang van 2012 zal de regio doorontwikkeling (indien nodig) en licentiekosten uit reguliere middelen moeten bekostigen. Budget 2012: geen. d) Voor‐intake (2e tranche) Op basis van ervaringen van het afgelopen jaar kan in scholen opnieuw het voor‐intake traject ingezet worden evenals het instrument ‘De Educatiemeter’. De standaard procedure voor het voor‐intake project is Scholen kunnen desgewenst gebruik maken van 17
Versie d.d.15 september 2011
De Educatiemeter en kunnen ervoor kiezen om zelf getraind te worden in het afnemen van een dergelijke test. Voor borging dient dekking van de licentiekosten van de test mogelijk te zijn. Budget 2012: € 86.000,= e) Havo‐vwo 3‐4 (2e tranche) Flexibele instroom van overstappers uit havo of vwo naar MBO in het brede ROC‐brede in‐/doorstroomprogramma zal in de loop van het schooljaar 2011‐2012 mogelijk gemaakt worden Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat van het doorstroomprogramma een uitnodigend effect uitgaat. Deelname van een havo‐ of vwo‐leerling is alleen mogelijk door aanmelding via de school waar hij/zij ingeschreven staat. Een evaluatie van de pilot aan het einde van het schooljaar 2010‐2011 heeft uitgewezen dat het voor uitvallende havisten (en hun ouders) zinvol is om een vervolg in het MBO goed voor te bereiden met een heroriëntatieprogramma waarin de beroeps‐ en Mbo‐ opleidingkeuze centraal staat. In havo/vwo is daar immers geen aandacht voor geweest. Mogelijk voorziet ook een instroomprogramma halverwege het schooljaar in een behoefte voor deze doelgroep. Het standaard ‘heroriëntatieprogramma’ voor deze doelgroep is inmiddels opgeleverd als resultaat van de pilot. Budget 2012: € 134.000,= f) Ouderbetrokkenheid (2e tranche) De communicatie met ouders is een belangrijk aandachtspunt bij alle VSV‐activiteiten. In de nieuwe projecten ‘OpZicht’ en de workshops ‘Studeren in het mbo’ wordt dit aspect integraal onderdeel. Ook wordt op dit vlak kennis en ervaring uitgewisseld met de projectleider van de Plusvoorzieningen van VO Apeldoorn waarbinnen ook een specifiek project voor ouderparticipatie is. De inhaalslag die in het MBO wordt gemaakt om ouders weer te betrekken bij de opleiding blijft ondersteund worden op basis van initiatieven van de opleidingsteams. Budget 2012: € 55.000,= 4.4. Reguliere activiteiten in de scholen 2011‐2012 Dit zijn activiteiten die tot het reguliere werk van scholen horen. Daarom is er geen aparte projectleider voor. Er is voor communicatie (€ 15.000,=) en monitoring budget beschikbaar vanuit het budget beheerskosten uit de 1e en 2e tranche. De contactschool beslist over de inzet van dit budget. De programmamanager van de contactschool houdt via de VSV contactpersonen in de scholen overzicht over de reguliere activiteiten die een relatie hebben met een daling van het aantal VSV‐ers , hij signaleert bij de bestuurders 18
Versie d.d.15 september 2011
wanneer zaken mis dreigen te gaan en pleegt interventies waar nodig (‘regievoering zonder macht’). a) Monitoring Monitoring van de doorstroomgegevens van de leerlingen van de VO‐scholen in het MBO, o.a. per school en per cohort, zodat beter zicht ontstaat op mogelijke verschillen in succes in het MBO en de oorzaken daarvan. Budget: onderdeel van het totale budget beheerskosten € 113.742,= b) VSV buiten Stedendriehoek Het aantal VSV‐ers dat in de Stedendriehoek woont en elders op school zit, bedraagt 17%. In het kader van verzuimbeleid is met omliggende ROC’s contact over de verzuimmeldingsprocedure. Op organisatieniveau zijn vanuit de gemeente contacten geweest. De contactgemeente neemt hierin het initiatief. Het is van belang om de problematiek van VSV buiten de regio ook op bestuurlijk niveau te agenderen. c) Communicatie Het VSV‐convenant en de VSV‐projecten en instrumenten ‘leven’ nog onvoldoende binnen de school, zowel op bestuurlijk als op medewerkerniveau. Er is de afgelopen 4 jaar onvoldoende informatie uitgewisseld tussen de projectorganisatie en de scholen, en tussen de bestuurders en de medewerkers in de scholen. Het komende jaar worden daarom, naast de geschetste optimalisering in de organisatiestructuur (prominentere rol programmamanager en VSV‐contactpersonen in de scholen), verschillende communicatiemiddelen en ‐activiteiten op basis van een communicatieplan ingezet om zo de aanwezigheid van VSV instrumenten onder de aandacht te brengen in de scholen en om kennis en ervaringen uit te wisselen. Budget: € 14.581,= d) VAVO: afstemming verbeteren Het VAVO heeft jaarlijks ongeveer 500 leerlingen in VMBO (60), HAVO (350), VWO (90). De contacten met LPA zijn goed. Binnen de VAVO biedt de HAVO, in tegenstelling tot het VMBO en VWO, ook een voorexamenjaar aan en heeft daarmee ook flexibele instroommogelijkheden. De groep 16‐17/18‐ jarigen kunnen worden uitbesteed door VO‐school aan VAVO met een overheveling van 95% van de financiële middelen. In Apeldoorn wordt van deze mogelijkheid minder gebruik gemaakt dan in Deventer. VO Apeldoorn heeft een ontmoedigingsbeleid ingesteld om leerlingen via de VAVO‐route een diploma te halen
19
Versie d.d.15 september 2011
omdat deze leerlingen het op ROC Aventus niet goed zouden doen. Nader overleg hierover is nodig. Met VAVO wordt los daarvan bekeken waar verbeteringen mogelijk zijn voor verbetering van de aansluiting op VO, imago, werkafspraken, e.d. Het VAVO biedt immers, waar aan de orde, een 2e kans om alsnog versneld een VO‐diploma te halen of een (voorlopige) instroom in MBO of HBO te combineren met een diplomagericht inhaaltraject. In voorkomende gevallen kan dit de meest passende oplossing zijn voor iemand die vast dreigt te lopen in zijn schoolloopbaan. Vanuit de focus van VSV‐preventie is aandacht voor VAVO daarom van belang. e) LPA spreekuur op locatie Leerplichtambtenaren gaan, indien nodig en mogelijk, tijdelijk spreekuur houden op schoollocaties met veel verzuim. f) Zorgformulier standaard voor intake in doorstroomprocedure Het is van belang dat de doorstroomprocedure voor zorgleerlingen wordt verbeterd zodat zorgformulieren vooraf beschikbaar zijn voor degene die de intake verzorgt.
g) Stopzetten studiefinanciering Het onderwijs gaat na in hoeverre ‘stopzetten studiefinanciering’ nu al actief wordt toegepast bij langdurig verzuim (na 8 weken). Dit instrument gaat actief ingezet worden. Dit zal bij aanvang van het verzuim en gedurende de verzuimperiode aangekondigd worden. 5. Financiën a) Eerste en tweede tranche In de bijlage 1 is, zoals eerder vermeld, de financiële stand van zaken van de eerste en tweede tranche opgenomen. Er is sprake van onderuitputting: € 845.512,42. Dit is een overzicht waarin de kosten voor projectleiding en programmamanagement tot en met 2011 zijn meegenomen. De vergoeding voor de contactschool activiteiten is tot en met september 2011 meegerekend. De overgebleven middelen voor de verschillende soorten maatregelen worden ingezet zoals is voorgesteld in bijlage 2 ‘Inzet VSV maatregelen uit de eerste tranche in de verlengingsperiode 2011‐2012’ en bijlage 3 ‘Inzet VSV maatregelen uit de tweede tranche in de verlengingsperiode 2011‐2012’. Deze middelen worden ingezet voor projectactiviteiten, borging‐ en reguliere activiteiten zoals is beschreven in hoofdstuk 4. 20
Versie d.d.15 september 2011
Voorgesteld wordt om het resterende budget voor monitoring en beheerskosten 1e en 2e tranche (totaal € 113.742,=) in te zetten in het verlengingsjaar voor de volgende kostenposten: Programmamanagement (0,8 Fte) Contactschool activiteiten Contactschool financiële verantwoordingsactiviteiten (€ 6.000,=) Monitoring
b) Verlenging Voor het verlengingsjaar kan € 622.581,= aangevraagd worden. OCW adviseert om 10% te reserveren voor beheerskosten (€ 62.258,=), mede in verband met de verantwoording over de vorige tranche en de voorbereiding en planvorming voor het nieuwe VSV convenant. Zoals eerder voorgesteld, kan het budget (€ 124.000,=) voor docentenuitwisseling ingezet worden voor de bekostiging van de VSV contactpersonen. Ook wordt er budget gereserveerd voor handgeld voor deze contactpersonen (€ 32.000,=) communicatie (€ 15.000,=). Dit leidt tot de volgende begroting. Subsidiebedrag € 622.581,= ‐/‐ 10% beheerskosten € 62.258,= € 560.322,= +/+ docentenuitwisseling € 124.000,= € 684.322,= ‐/‐ communicatie € 15.000,= € 669.322,= ‐/‐ VSV contactpersonen € 214.500,= € 454.822,= ‐/‐ handgeld contactpers. € 33.000,= € 421.822,= Voor de verdeling van dit budget (€ 421.822,=) wordt de volgende verdeelsleutel gehanteerd: aantal VSV‐ers binnen VO Stedendriehoek / totaal aantal VSV‐ers in Stedendriehoek = 302 : 1087= 0,28 aantal VSV‐ers binnen MBO Stedendriehoek / totaal aantal VSV‐ers in Stedendriehoek = 785 : 1087 = 0,72 Dat leidt tot de volgende budgetten voor maatregel 1 en 2: VO (maatregel 1) = € 118.110,= MBO (maatregel 2) = € 303.712,= 21
€ 21.935,00
Beheersactiviteiten
€
€
€
€
€
€
€
€
2. Mentoring&Coaching VO-Mbo
3. Intake
4. Optimaliseren stage aanbod V(mb)o Mbo
5. Docentenuitwisselingen
6. Havo/Vwo drie-vier
7. Ouderbetrokkenheid
8. Jeugdwerkloosheid
9. Inhoudelijke sturing-monitoring projecten
€
11. Beheersactiviteiten
Totaal begroot
Totaal Saldo 1e en 2e tranche
€ €
10. Onvoorzien
€
1. Overstap Vmbo-Mbo
€ 845.512,42
504.577,70
1.900,00 50.645,20
136.982,50
2.800,00
28.500,00
65.000,00
60.000,00
36.250,00
35.000,00
32.500,00
55.000,00
Begroot bedrag 2010 € 506.452,00
VSV 2e tranche Maatregel Subsidie OCW
€ 219.355,00
€ 57.500,00
4. Optimaliseren stageaanbod VMBO en MBO
Totaal
€ 50.000,00
3. Ontwikkelen van een doorgaande LOB lijn in de regio.
€ 69.270,00 € 20.650,00
Begroot bedrag 2008
2. Mentoring en coaching VO en MBO
VSV 1e tranche Begroting 1. Optimalisering verzuimbeleid
€
€ €
€
€
€
€
€
€
€
€
€ €
624.411,60
1.900,00 62.258,10
161.913,50
3.040,00
35.300,00
88.000,00
64.000,00
55.500,00
56.000,00
35.500,00
622.581,00 61.000,00
Begroot bedrag 2011
€ 335.484,00
€ 33.545,00
€ 78.750,00
€ 80.689,00
€ 30.750,00
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
1.128.989,30
112.903,30
3.800,00
298.896,00
5.840,00
63.800,00
153.000,00
124.000,00
91.750,00
91.000,00
68.000,00
116.000,00
€ 676.103,72
€ 77.510,55
€ 3.800,00
€ 5.840,00 € 3.949,41
€ 54.789,29
€ 133.920,00
€ 124.000,00
€ 91.750,00
€ 85.618,90
‐2.506,75
€ 97.432,32
€ 169.408,70
€ 32.281,68
€ 43.668,90 € 105.771,89
€ 13.735,92‐ € 1.422,15
Nog te besteden
€ 554.839,00
€ 55.480,00
€ 136.250,00
€ 130.689,00
€ 181.020,00 € 51.400,00
Totaal begroot bedrag € 1.129.033,00
Totaal begroot bedrag Begroot bedrag 2009 € 111.750,00
BIJLAGE 1: Financiële stand van zaken VSV eerste en tweede tranche (versie d.d. 28‐06‐2011)
‐ ‐ € 44.000,=
€ 106.000,=
Gereed
Gereed
Onderzoek naar LOB in de regio is gereed. Scholen in de regio gebruiken één doorstroomportfolio. Enkele gezamenlijke LOB‐activiteiten draaien. VMBO en MBO hebben in stimuleringsprogramma geparticipeerd.
Behoefte aan verbetering MAS blijkt beperkt tot grensproblemen (stages buiten gemeente van de school). Onderzoek gaande naar mogelijkheden voor het inzetten van PraktijkPlaza als database/platform voor bedrijven en scholen m.b.t. de beroepsgerelateerde stages. Tevens onderzoek gaande naar dergelijke mogelijkheden voor de MAS in de regio. Buddy‐project (VMBO‐ers lopen met MBO‐stagiaire mee) succesvol uitgevoerd maar geen vervolg kunnen maken. Geen eenduidigheid in behoefte aan gezamenlijke actie op beroepsgerichte stage.
1. Verzuimbeleid
2. Mentoring
3. LOB lijn
4. stage
Resterend budget
Status
1e tranche
Ontwikkelen en implementeren van OpZicht nieuwe stijl. Dit zijn doorlopende meeloop‐activiteiten tijdens schooljaar in het MBO als onderdeel van LOB‐ programma in het VMBO. Docentenuitwisseling wordt onderdeel van het programma. Verzorgen van workshops in het vo over studeren in het mbo in 2011/2012. Het aanbod wordt doorontwikkeld op de onderdelen docentenuitwisseling en ouderbetrokkenheid. De beschikbare instrumenten en de wijze waarop deze bijdragen aan het verminderen van het aantal VSV‐ers, vragen op onderdelen nog aanvulling en verbetering. Bijvoorbeeld op het gebied van afstemming tussen organisaties. Het komende jaar wordt bekeken welke onderdelen van het stagebeleid, die specifiek bijdragen aan het verminderen van het aantal VSV‐ers én niet binnen de reguliere bekostiging vallen, nog doorontwikkeling c.q. aanscherping vragen. Op basis van indiening van verbeterplannen zijn daarvoor voor de VO‐scholen middelen beschikbaar. Borging dient deel uit te maken van het verbeterplan.
In verlenging gaan verbreden
Procedures en middelen gericht inzetten in aansluiting op speerpunten in verlenging
Voorstel 2011/2012
BIJLAGE 2 Inzet VSV maatregelen uit de eerste tranche in de verlengingsperiode 2011/2012
€ 106.000,=
Budget: € 44.000,= € 92.000,= € 136.000,=
Budget
(lob‐1e tr/3e mtr) (stage 2e tr/4e mtr)
Financiële dekking
5. Docentenuit‐ wisseling
4. Stage
3. Intake
2. Mentoring
Het project is ondanks herhaalde pogingen nooit goed van de grond gekomen.
1. Overstap
Rest budget
€ 124.000
Conform projectbegroting zijn verplichtingen aangegaan Conform projectbegroting zijn verplichtingen aangegaan Jaarlijks uitgave boekje “MBO‐Intake”, is € 86.000 ontwikkeld, gemaakt en verspreid. ‘Voor‐intake’ uitgevoerd op het VMBO waar aan 40 BB en KB leerlingen van verschillende VMBO‐ scholen uit de regio Stedendriehoek meededen. Inzet ‘Educatiemeter’ met succes getest. Training docenten sector Ondernemen € 92.000 zie 1e tranche, 4e mtr
Status
Loopt. Protocol opleveren en aanpassingen optimaliseren Uitbreiding doelgoep naar VMBO‐3 en HAVO projectplannen gereed, 5 nieuwe projecten gestart binnen Aventus, Helicon en Waerdenborch
2e tranche
€ 86.000
Budget
Budget voor stage inzetten voor LOB ‐ instrumenten docentenuitwisseling onderdeel laten € 124.000 uitmaken van Opzicht docentenuitwisseling onderdeel uit laten maken van workshops studeren in het mbo daarnaast wordt voorgesteld om het budget voor docentenuitwisseling in te zetten voor de bekostiging van de VSV contactpersonen in de scholen in de Stedendriehoek. Een belangrijke taak van deze functionarissen is om de VSV maatregelen uit te rollen in de scholen, kennis te delen en ervaringen over best practices o het vlak van VSV aanpak uit te wisselen. In dat licht worden er drie keer in het komende schooljaar regionale
Combineren met gerichte acties i.h.k.v. speerpunten in verlenging
Voorstel 2011/2012
BIJLAGE 3 Inzet VSV maatregelen uit de tweede tranche in de verlengingsperiode 2011/2012
Financiële dekking
8. Jeugdwerkloos‐ heid
7. Ouderbetrok‐ kenheid
6. Havo/vwo drie‐ vier
Met succes is een pilot uitgevoerd voor 20 havisten. Pilot laat zien dat behoefte hieraan bestaat. Proberen of meerdere startmomenten in het schooljaar wenselijk zijn. Uitvoering van pilot bij MBO‐sectoren met relatief veel schoolverlaters. Ouderavond voor allochtone ouders in voorbereiding. MBO‐leerlingen maakten informatie‐ kalender voor ouders. Pilot bij 3 opleidingen met inzetten portal Aventus om ouders mogelijkheid te bieden direct inzicht te krijgen in resultaten en presentie van hun zoon/dochter. Project is achterhaald door regionaal project “Key2your future” in kader Actieplan Jeugdwerkloosheid € 5.900
€ 55.000
€ 134.000
Wordt onderdeel van “welkom‐terug” actie in verlenging.
thematische VSV‐bijeenkomsten georganiseerd Doorzetten in combinatie met in‐ en doorstroomklassen. Aansluiten bij analyse van de doelgroep “ongediplomeerde uitstroom VO” in verlengingsaanvraag Combineren met gerichte acties i.h.k.v. speerpunten in verlenging: 18+‐ers Bij exitgesprek ouder erbij Workshops studeren in het mbo Kalenders … …
€ 5.900
€ 55.000
€ 134.000
2005/2006 #vsv 23.775 456 10.494 931 34.269 1.387
2005/2006 2.597 21.178 23.775
#vsv 103 353 456
2005/2006 1.674 974 5.009 7.657
2005/2006 63.160 37.219 169.605 269.984
Regio S3H Mbo bol2 Mbo bbl2 Mbo bol4 Totaal doelgroep
Landelijk mbo Mbo bol2 Mbo bbl2 Mbo bol4 Totaal doelgroep
%vsv 2009/2010 4,0% 2.484 1,7% 21.493 1,9% 23.977
%vsv 2009/2010 1,9% 23.977 8,9% 10.526 4,0% 34.503
%vsv 2,0% 1,2% 1,3%
%vsv 1,3% 7,5% 3,2%
#vsv %vsv 212 13,1% 143 13,4% 215 4,4% 570 7,5%
#vsv 50 252 302
#vsv 302 785 1087
#vsv %vsv 2009/2010 #vsv %vsv 9.382 14,9% 58.895 7.500 12,7% 38.992 5.437 13,9% 5.810 15,6% 7.762 4,6% 173.430 6.579 3,8% 22.954 8,5% 271.317 19.516 7,2%
#vsv %vsv 2009/2010 255 15,2% 1.621 143 14,7% 1.071 257 5,1% 4.881 655 8,6% 7.573
Maatregel 2: Behouden mbo'rs (bol2, bol4, bbl2)
Vo'ers met diploma Vo'ers zonder diploma Vo'ers totaal
Maatregel 1: Behouden vo'ers zonder diploma
VO MBO Totaal S3H
Totalen # studenten
Reductie% t.o.v. 2005/2006 20,1% 6,4% 15,2% 15,0%
Reductie% t.o.v. 2005/2006 16,9% 0,0% 16,3% 13,0%
Reductie% t.o.v. 2005/2006 51,5% 28,6% 33,8%
Reductie% t.o.v. 2005/2006 33,8% 15,7% 21,6%
Daling in # t.o.v. 2009/2010: Daling in % t.o.v. 2009/2010: Uitgangspunt: realiseren 40% reductie t.o.v. ijkjaar 2005/2006
Doelstelling 2011/2012:
Daling in # t.o.v. 2009/2010: Daling in % t.o.v. 2009/2010: Uitgangspunt: realiseren van een %vsv dat gelijk is aan landelijk gemiddelde voor deze doelgroep minus 10% witte vlekken
Doelstelling 2011/2012:
#vsv 153 86 154 393 177 31,1%
91 36,1%
161
#vsv
Reductie% t.o.v. 2005/2006 40% 40% 40% 40%
54,3%
Reductie% t.o.v. 2005/2006
Inspiratie & Interactie
VI. Actuele VSV-ontwikkelingen
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
34
Inspiratie & Interactie
Actuele VSV-ontwikkelingen
Zie voor actuele informatie:
www.aanvalopschooluitval.nl
www.vsvstedendriehoek.nl
www.schoolverlaten.nl/stedendriehoek.nl (SOS:Schoolverlaters Offensief Stedendriehoek)
Handboek VSV Regio Stedendriehoek, versie 0.1 d.d. 12 oktober 2011
35