RMD08-0091
Bergen op Zoom
^^^M
Raadsmededeling
Datum
2 3 JUL! 2008
Van
Het college van B&W
Aan
De raads- en duoburgerleden
Nr.
RMD08-0091
Contactpersoon: Stijn Verstraten Email:
[email protected] Tel: 0164-277174
Kopie aan Onderwerp
voortgang pilot Brede School I
Doel
^
Informatie
D Zienswijzen / wensen en bedenkingen • Peilen van gevoelens Mededeling Met toepassing van artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet, delen wij u het volgende mede. In maart 2004 heeft u ingestemd met het wijkontwikkelingsplan Nieuw Borgvliet/Langeweg (SROB04/035). Onderdeel hiervan is de realisatie van een Brede School. Met het wijkplan Nieuw- Borgvliet/ Langeweg wordt een algemene verbetering van het woon -en leefklimaat en een versterking van de maatschappelijke structuur in de wijk nagestreefd. Een belangrijk onderdeel van het wijkontwikkelingsplan is de 'Brede School Borgvliet'. In aanvulling op de RMD 07-0231 wordt u tussentijds over de voortgang van de pilot 'Brede School Borgvliet' ge'i'nformeerd. In juni 2007 is er een intentieverklaring getekend door de partners Stichting Peuterspeelzalen Bergen op Zoom, Stichting de Zuidwester, Lowys Porquin Stichting, Kinderdagverblijf Frankje, Thuiszorg West-Brabant en de gemeente Bergen op Zoom. Sindsdien is er een pedagogisch plan gerealiseerd wat de samenwerking beschrijft random het kind en de ouders en de functie naar de buurt. Daarmee is in het eerste jaar prioriteit gegeven aan het inhoudelijk deel c.q. concept. Nu vindt uitwerking plaats 'in de stenen'. Een nieuwe ontwikkeling die een rol gaat spelen in de Brede School Borgvliet is de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Beoogd is om een vestiging van het Centrum voor Jeugd en Gezin in de Brede School Borgvliet onder te brengen. Daarmee is de GGD West-Brabant een nieuwe partner geworden. Zij, naast de eerder genoemde zes partners, hebben op 25 april 2008 het convenant "Brede School Borgvliet met Centrum voor Jeugd en Gezin XL" getekend. In het convenant worden vier onderdelen beschreven: 1. Het pedagogisch plan 2. Ruimte gebruik 3. Centra voor Jeugd en Gezin 4. Afspraken over eigendom, realisatie & bouw en beheer & exploitatie Op basis van het convenant vindt er een verdere uitwerking plaats hetgeen moet leiden tot de realisatie van een fysieke brede school waarbinnen samen wordt gewerkt random kind en ouders en naar de buurt toe.
in ii m II II 11 RMD08-0091
Bergen op Zoom
Raadsmededeling
De inhoudelijke samenwerking tussen de partners is gestart en zal zich intensiveren leidend tot een concreet jaarplan met activiteiten. De realisatie van het nieuwe gebouw is gepland voor januari 2011. De gemeente treedt op als opdrachtgever voor de bouw. In het vierde kwartaal 2008 komen wij bij u terug voor het beschikbaar stellen van een krediet voor het ontwerpen van de Brede School Borgvliet.
Bijlagen De volgende bijlagen zijn, als achtergrondinformatie voor deze raadsmededeling, ter inzage gelegd: Convenant Brede School Borgvliet met Centrum voor jeugd en Gezin XL april 2008. Planning realisatie 'Brede School Borgvliet'.
Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom,
A.J.F.M. Linssen Loco-burgemeester
Brede School Borgvliet met Centrum voor Jeugd en Gezin XL 25 april 2008
Convenant Brede School Borgvliet (BSB) Inleidinq Op 29 juni 2007 hebben zes partijen de intentieverklaring BSB ondertekend waarin de intentie is uitgesproken om de realisatie van de brede school actief te ontwikkelen Deze zes partijen zijn: 1. Lowys Porquin Stichting, zijnde het bevoegd gezag van de r.-k. Basisschool de Verrekijker 2. Stichting Peuterspeelzalen Bergen op Zoom 3. Kinderdagverblijf Frankje 4. Thuiszorg West-Brabant 5. Stichting de Zuidwester, 6. Gemeente Bergen op Zoom, Hierna is gestart met de verkenningsfase waarin middels persoonlijke interviews met de participanten, ook wel kernpartners genoemd, een uitgangsbeeld is gevormd overde brede school in Borgvliet. In breder verband is vervolgens met elkaar inhoudelijk van gedachte gewisseld (kennismaking; brainstormsessie middels woordveld; evaluatie en nabespreking; uitwerking aandachtsvelden, zoals programma en ruimtegebruik middels groepsgesprekken). Een van de resultaten van de verkenningsfase is het ontwikkelen van een Centrum voor Jeugd en Gezin binnen BSB. Het ontwikkelen van dit centrum past binnen het 'Zorgstructuur Jeugd' zoals de Gemeente Bergen op Zoom onlangs heeft beschreven. In de kademota Jeugd 2008-2012 wordt de zorgstructuur beschreven zoals die in 2010 moet gaan functioneren. De Gemeente Bergen op Zoom en de kernpartners vinden de opbrengsten van de verkenningsfase zo hoog, dat zij hebben besloten de samenwerking en ontwikkeling van BSB voort te zetten. De Brede School Borgvliet leidt naast verdergaande inhoudelijke samenwerking ook tot een fysieke Brede School Borgvliet. Dit wordt vastgelegd in dit convenant. Het convenant kent vier onderdelen; 1) de inhoudelijke samenwerking, vastgelegd in een pedagogisch plan; 2) Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) als onderdeel van BSB; 3) de vertaling van dit pedagogisch plan naar het ruimtegebruik; 4) afspraken over eigendom, realisatie & bouw, beheer & exploitatie. Het financiele kader van het initiatief BSB is nog niet uitgewerkt. Er zijn, door het ondertekenen van dit document, hieraan ook geen financiele consequenties verbonden. Uitgangspunt is, dat dit initiatief voor alle kernpartners budgetneutraal zal uitwerken. Onderstaand zijn de vier onderdelen kort beschreven. Alle kernpartners verklaren dat zij hiermee instemmen: 1. Pedagogisch Plan: Het doel van dit plan is om kaders te schetsen van BSB; wie zijn we, wat willen we, wat kunnen we, en waarom doen we wat we doen. Missie, visie, doelstellingen en ambitieniveau staan hierin beschreven alsmede 'de kijk' op het kind, de ouder, de wijk en de medewerker. 2 Ruimte gebruik: De kernpartners hebben aangegeven, wat vanuit de huidige situatie, de ruimte behoefte is in de brede school. In de volgende fase wordt de bijdrage, aan de realisatie van het pedagogisch plan, van de
kernpartners in activiteiten binnen een jaar geconcretiseerd. Op basis daarvan worden de ruimtelijke eisen gespecificeerd. Middels dit convenant geven de kernpartners aan dit proces in grote, effectieve stappen met elkaar te willen doorlopen. Uitgangspunt is om ruimten zoveel mogelijk gezamenlijk te gebruiken als bijdrage aan de samenwerking binnen de brede school, hetgeen uiteindelijk moet leiden tot een functioneel brede schoolgebouw. Binnen dit concept moeten ook niet kernpartners hun activiteiten kunnen uitvoeren. 3 Centra voor Jeuqd en Gezin (CJG) Binnen BSB wordt een Centrum voor Jeugd en Gezin gevestigd. Het ontwikkelen van dit centrum past binnen het 'Zorgstructuur Jeugd' zoals de Gemeente Bergen op Zoom onlangs heeft beschreven. In deze kadernota Jeugd 2008-2012 wordt de zorgstructuur beschreven zoals die er in 2010 moet staan. Een belangrijk onderdeel van de zorgstructuur vormt het Centrum van Jeugd en Gezin (zie paragraaf 10.3). Naast de ontwikkeling van een CJG binnen de brede school, zijn er verschillende initiatieven welke een rol dienen te krijgen binnen BSB zoals het implementeren van het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Het CJG zal een zogenaamde XL-versie worden; behalve het verstrekken van informatie zullen hierook gesprekken en onderzoeken gaan plaatsvinden. De locatie BSB is gekozen vanwege de buurtbehoefte, laagdrempeligheid van de brede school en de beoogde inhoudelijke samenwerking met de kernpartners binnen BSB. 4.1 Eiqendom 1. De Lowys Porquinstichting (verder LPS) en de gemeente Bergen op Zoom zijn gezamenlijk eigenaar van het pand en de grand ten behoeve van BSB. 2. De gemeente Bergen op Zoom investeert ten behoeve van en verhuurt aan de partners stichting Peuterspeelzalen Bergen op Zoom, kinderdagverblijf Frankje, Thuiszorg West-Brabant / GGD WestBrabant en stichting De Zuidwester en maakt hiertoe per Partij afspraken met inachtneming van de bestaande relatie. 3. De LPS en de gemeente zullen de eigendomssituatie nader uitwerken, leidend tot een gezamenlijke eigendomsconstructie. 4. De gemeente Bergen op Zoom waarborgt als mede-eigenaar in voldoende mate de belangen en inspraak van de hurende kernpartners, te weten stichting Peuterspeelzalen Bergen op Zoom, kinderdagverblijf Frankje, Thuiszorg West-Brabant / GGD West-Brabant en stichting De Zuidwester. 4.2 Realisatie & Bouw 1. Uit de eigendomssituatie vloeit voort dat LPS en gemeente middelen, geld, gebouw, menskracht etc., inzetten om te investeren teneinde de brede school fysiek te realiseren. 2. De LPS en gemeente zijn steeds gezamenlijk formeel opdrachtgever van projectleiding, architect, procesbegeleiding, uitvoering etc. Dit met inachtneming van hetgeen bovenstaand gesteld is overde belangen van de andere kernpartners. 3. Om de belangen van de toekomstige huurders te waarborgen wordt een gebruikersoverleg bestaande uit alle kernpartners gevormd dat verantwoordelijk is voor input aan het uiteindelijke definitieve ontwerp van BSB. In dit gebruikersoverleg nemen alle kernpartners een gelijkwaardige positie in. 4.3 Beheer & Exploitatie 1 .De kernpartners stellen het gezamenlijk belang van BSB boven het eigen belang en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor instandhouding, beheer, onderhoud, exploitatie, probleemoplossing en wat dies
meer zij met betrekking tot de brede school. 2. 6e dagelijkse leiding van de gehele brede school m.b.t. inhoud van het werk, facilitaire dienstyerlening, exploitatie en andere zaken vindt steeds plaats in opdracht van het collectief van de kernpaViers. 3. De kenwartners zijn in principe bereid om beheer en exploitatie uit te besteden aan een derde indien de meerwaarde hiervan aantoonbaar is.
Aldus opgemaaktte Bergen op Zoom, d.d. 25 april 2008, De kernpartners 1.
Lowys Porquin Meriting, zijnde het bevoegd gezag van de r.-k. Basisschool de Verrekijker vertegenwoordigdqpor de voorzitter de heer W.C.M. Stuart
2.
Stichting Peuterspeelzaleh Bergen op Zoom vertegenwoordigd door.de voorzitter van de Raad van Toezicht de heer S.Vermeulen
3.
Kinderdagverblijf Frankje vertegenwoordigd door de algemeen djrecteur mevrouw A. Howard
4.
Thuiszorg West-Brabant, Vertegenwoordigd doorde voorzitter van de Raad^ van Bestuur mevrouw S.B. Stilling
5.
GGD West-Brabant Vertegenwoordigd door de directievoorzitter de heer A.\toutman
6.
Stichting de Zuidwester, Vertegenwoordigd door de sectordirecteur de heer P. Muntz
alsmede 7.
Gemeente Bergen op Zoom, Vertegenwoordigd door de Wethouder A.Veraart
m m
meer zij met betrekking tot de brede school. 2. De dagelijkse leiding van de gehele brede school m.b.t. inhoud van het werk, facilitaire dienstverlening, exploitatie en andere zaken vindt steeds plaats in opdracht van het collectief van de kernpartners. 3. De kernpartners zijn in principe bereid om beheer en exploitatie uit te besteden aan een derde indien de meerwaarde hiervan aantoonbaar is.
Aldus opgemaaktte Bergen op Zoom, d.d. 25 april 2008, De kernpartners
a m m m m
1.
Lowys Porquin Stichting, zijnde het bevoegd gezag van de r.-k. Basissjjhjjol de Vetfekijker vertegenwoordigd door de voorzitter de heer W.C.M. Stuart
2.
Stichting Peuterspeelzalen Bergen op Zoom vertegenwoordigd door.de woorzitter va
ht de heer S.Vermeulen
3.
Kindeiaigverblijf Frankje . vertegenwoordigd door de algemeen directeur mevrouw A. Howard O U r t x x ^ o r a •
4.
Thuiszorg West-Brabant Vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur mevpj
m
a
/- o 5. GGD West-Brabant Vertegenwoordigd d<
9 9
6.
Stichting de Zuju«—.. 7 Vertegenwoordigd doo/de sectordirecteur de heer P. Mi
Z5R£-1&.
alsmede
1 1 1
Gemeente Bergen op Zoom, Vertegenwoordigd doorde Wethoud
m i 1
a
y
Inhoudsopgave §1.
1
Inleiding
Het pedagogisch plan §2.
§3.
§4.
§ 5.
§6.
§7.
§8. §9.
2 §10.
3
Doel van Brede School Borgvliet Missie Visie Doelstellingen Ambitie Profiel De Pedagogische insteek Wat staat er in een pedagogisch plan? 3.2 Waarom zijn pedagogische kaders moeilijk te beschrijven? 3.3 De Ruimtelijke insteek van een pedagogisch plan Het kind centraal 4.1 Primaire doelgroep 4.2 Verlengde Schooldag Ouder als partner van de brede school 5.1 Participatie/Betrokkenheid 5.2 0pvoeding 5.3 Inburgering De medewerker als fundament van de brede school 6.1 Draagvlak 6.2 Methode als handvat 6.3 Communicatie tussen medewerkers De wijk als inspirator 7.1Netwerk 7.2 Draagvlak 7.3 Afstemming 7.4Locaties Het pedagogische raamwerk Pedagogische kemtaken 9.1 Ontwikkelingsstimulering 9.2 Vormgeven doorgaande ontwikkelingslijn 9.3Voorwaardenvoordedoorlopendeleerlijn: 1. De socio-affectieve component: *Hoe voel ik me?» 2. De cognitieve component: *Hoe vemerk ik informatie/leerstof?» 3. De metacognitieve component: «Hoe stuur ik mezetfbij?»
7 7 7 7 7 8 9 9 9 9 10 10 10 11 11 11 11 12 12 12 12 13 13 13 13 13 14 15 15 15 15 16 16 16
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
17
CJG 10.1 Stimuleren van gezondheid en ontwikkeling 105 Profiel van CJG als onderdeel van de brede school 10.3 Minimale eisen CJG 10.4. Het raamwerk voor CJG binnen Brede School Borgvliet 10.5.Werkwijze 10.5.1 Samenhangendpakketvanzorg 10.5.2 Multidisciplinaire aanpak 10.5.3 Steun voor beroepskrachten
17 17 17 18 19 20 20 20 20
Het ruimtegebruik §11.
6
7
Ruimtegebruik Peuterspeelzaal, Kinderdagverblijf en Basisschool: 11.1 ReactiebasisschooI'deVerrekijker' 11.2Reactie peuterspeelzaal'DeHummelsoos' 11.3 Reactie Kinderdagverblijf'Frankje' §12. Reactie Stichting Thuiszorg West-Brabant/GGD West-Brabant en De Zuidwester als participant van CJG 12.1 Reactie TWB/GGD 12.1.1 Ruimtelijke wensen 12.2 Reactie De Zuidwester §13. Mogelijkheid voor niet kempartners: 13.1 Reactie CKB §13. Mogelijkheid voor niet kempartners:
21 21 21 22 23 24 24 24 25 26 26 26
§1.
Inleiding
De Gemeente Bergen op Zoom heeft initiatief genomen om te komen tot realisatie van een brede school in de wijk Borgvliet. De volgende kaders zijn voor de totstandkoming van de brede school in Borgvliet van toepassing: Wijkontwikkelinqsplan: Met het wijkplan Nieuw-Borgvliet/Langeweg wordt een algemene verbetering van het woon- en leefklimaat en een versterking van de maatschappelijke structuur in Nieuw-Borgvliet nagestreefd. De voorzieningen in de wijk moeten aansluiten bij het leefritme van haar bewoners. Een belangrijk onderdeel binnen het wijkontwikkelingsplan is het project 'brede school'. Met de ontwikkeling van de Markiezaten, waarvan het oostelijke gedeelte aansluiting zal krijgen bij Nieuw-Borgvliet/ Langeweg, wordt in de toekomst het voedingsgebied van de bestaande school' de Verrekijker' mogelijk vergroot. Wijkvisie: De wijkvisie 'wonen, leven en werken' van de wijkcommissie Borgvliet/Langeweg vormt een belangrijke input voor de ontwikkeling van de wijk en in het bijzonder de brede school. De wijkvisie geeft een duidelijke analyse van de wijk weer en bespreekt de bedreigingen maar vooral ook de kansen die de wijk kent. De wijkbewoners hebben middels een enquete aangegeven erg positief te staan tegenoverde komst van een brede school in hun wijk. Brede school beleid. De kadernota Brede school zal dit jaar gevolgd worden door een uitvoeringsnota. Er wordt een overkoepelende werkgroep 'brede scholen' opgezet waarin scholen en verschillende ketenpartners bijeenkomen om een visie te ontwikkelen omtrent het concept brede school. De gemeente zal hierbij vooral proberen om eigen initiatieven van partners te ondersteunen en faciliteren. De ontwikkeling van brede scholen maakt deel uit van een breder beleidskader. Op verschillende beleidsterreinen zijn ontwikkelingen gaande die relevant zijn voor de brede school. Te denken valt aan het jeugdbeleid, lokaal sociaal beleid, accommodatiebeleid, sport- en cultuurbeleid. Onderliggend document is als volgt opgebouwd: Allereerst zal kort een kader geschetst worden waarbinnen de brede school Borgvliet gerealiseerd gaat worden. Hierna worden de missie, visie en doelstellingen uiteengezet. Paragraaf 2 bevat de pedagogische insteek en de relatie met het ruimtelijke gedeelte. De pedagogische kaders zijn vervolgens uitgezet in vier onderdelen te weten; 1. het kind centraal, 2. ouder als partner binnen de brede school, 3. de medewerker als fundament van de brede school en tot slot 4. de wijk als inspirator. In paragraaf 8 wordt het pegagogische raamwerk besproken met daarna de pedagogische kerntaken als afsluitende paragraaf 9.
1
Het pedagogisch plan
§2.
Doel van Brede School Borgvliet
Naast persoonlijke kansen voor de individuele instellingen, zien de kernpartners vooral de kansen die de brede school biedt voor de wijk met haar grate diversiteit aan bewoners. De oprichting van een brede school brengt het voorzieningenniveau in de wijk op een kwalitatief hoger peil. De wijkbewoners hebben tijdens het voortraject duidelijk aangegeven dat een brede school zeker in een behoefte zal voorzien. Het wijkontwikkelingsplan stelt dat in de wijk Borgvliet voorzieningen aanwezig moeten zijn, die nauwe aansluiting vinden bij het dagritme van haar bewoners. Brede school borgvliet met de volgende gemeenschappelijk gedragen missie en visie, vormt daarbinnen een belangrijk onderdeel: Missie Brede school Borgvliet (BSB) wil binnen de wijk Nieuw Borgvliet/ Langeweg een aantoonbare bijdrage leveren aan de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren met daarbij de ondersteuning aan gezinnen en wijkbewoners. Visie Een brede school waarbij de partijen open staan voor elkaar en hun omgeving, de partijen gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen, de ontwikkeling van kinderen en ondersteuning aan de ouders stimuleren en nauw aansluit aan de behoeften uit de wijk.
Doelstellingen • De brede school biedt de basis voor een doorgaande ontwikkelingslijn. • Het voorkomen en wegwerken van achterstanden. Te denken valt aan onderwijsachterstanden, taalachterstanden, bewegingsachterstanden. • Het bieden van een toegankelijk en effectief zorgsysteem. • Een wezenlijke bijdrage vormen aan het voorzieningenniveau van de oude en nieuwe wijk. • Een sluitend en kwalitatief goede opvang bieden voor kinderen zodat ouders zorg en werk kunnen combineren en sociale activering bevorderd wordt. • De betrokkenheid van bewoners, organisaties en instellingen in de buurt versterken (sociale cohesie bevorderen). • Het bieden van een inspirerende informele en formele leer- en werkomgeving. • De inzet van de kernpartners is effectief en efficient. Hierbij moet gedacht worden aan infrastructuur, gezamenlijk gebruik van ruimtes, netwerken, sociale winst. Ambitie Samenwerkinq De transformatie van vijf afzonderlijke instellingen naar 1 brede school organisatie is een uitdaging. Het succes van een brede school staat of valt met een goede samenwerking tussen de ketenpartners. BSB
is een samenwerkingsverband welke in vorm en inhoud voor elkaar kiest. De kernpartners zijn van mening dat de inhoud leidend is. Een belangrijk (economisch) argument voor de nieuwe organisatievorm is dat door gebruik te maken van elkaars middelen (denk aan: ruimte, geld, personeel, materialen, netwerk, data etc.) de beheer- en coordinatiekosten niet hoger uitvallen dan dat zij tot nu toe zijn (per kempartner individueel). Van de 4 samenwerkingsvormen (individueel, gezamenlijk, integratie en vergaande integratie) is de vorm 'integratie van de samenwerking' op basis van de verkenningen het hoogst haalbare binnen BSB. Synergie is het kenmerk van deze samenwerkingsvorm. Door de nauwe samenwerking brengen verschillende partners een kwalitatief hoogwaardig niveau van voorzieningen tot stand. Samenwerking binnen de brede school is zowel ruimtelijk als inhoudelijk gericht. Profiel Vanuit de maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften zijn verschillende brede schoolprofielen te benoemen. Een profiel biedt een kader waarbinnen verdere afstemming en uitwerking van bv. het pedagogisch plan plaats moet vinden. De kernpartners zijn van mening dat een profiel niet rigide moet zijn. Een profiel moet flexibel en vooral ook toekomstgericht zijn. De wijk Borgvliet ziet er immers over 10jaarandersuitdan nu. Een onderscheid moet gemaakt worden tussen de interne en externe profilering van de BSB: Intern zal het profiel langs de volgende 2 assen lopen: het kansenprofiel en het buurtprofiel. Dit eerste profiel richt zich op de bestrijding van onderwijsachterstanden en het bieden van verrijkingsmogelijkheden. Het kansenprofiel vraagt om brede inhoudelijke samenwerking. Verder kent het een sterke koppeling met de zorgstructuur (zie §10, Centrum voor Jeugd en Gezin), is er aandacht voor taalstimulering en zet het in op ouderbetrokkenheid. Het buurtprofiel is gericht op het bevorderen van de sociale samenhang en het bijeenbrengen van voorzieningen in de buurt. BSB staat open voor haar omgeving wat inhoud dat zij op termijn zal streven naar aansluiting van meerdere partners binnen de brede school. Te denken valt aan bibliotheek, jongerenwerk, welzijn, maatschappelijk werk en het wijkcentrum. Een brede school die zich extern profileert als onderwijsachterstandenschool kan hier in de praktijk hinder aan ondervinden. Nieuwe wijkbewoners kunnen van mening zijn dat deze school 'een laag niveau kent' en zullen kiezen voor een andere school in een andere wijk. Om dit te voorkomen is het van belang hoe de BSB zichzelf in de wijk neer wil zetten; wat is het gezicht naar de wijk? Wat duidelijk naar boven komt bij de kernpartners is dat de brede school een laagdrempelig karakter heeft en uitnodigend moet zijn voor de wijk. Uitspraken als 'kloppend hart', 'pedagogisch hart', 'outreachend karakter', 'het moet zo'n aantrekkingskracht hebben, dat iedereen het kan en weet te vinden', 'huis voor kind en gezin' illustreren deze gedachte.
§3.
De Pedagogische insteek
3.1
Wat staat er in een pedagogisch plan?
Een visie op het opgroeiende kind, een idee over wat de instellingen om het kind heen dat kind hoort te bieden, zijn enkele twee voorbeelden wat een pedagogisch plan ons moet brengen. Maar ook; wat is de rol van de ouder in de brede school, wat wil de brede school in de wijk bereiken? Dat soort vraagstukken worden concreet gemaakt in een pedagogisch plan. De vragenstukken komen in het kort neer op d e : Brede School Borgvliet; wie zijn we, wat willen we, wat kunnen we, en waarom doen we wat we doen. Hoe gaan de doelstellingen gerealiseerd worden? Als men deze vraagstelling wil beantwoorden blijkt het pedagogisch plan eigenlijk het volgende in zich te moeten hebben; grondslagen, doelen en middelen. De drie zijn noodzakelijk omdat anders een gezamenlijk op te stellen pedagogisch plan onmogelijk blijkt. Een brede school werkt immers integraal. Je kunt niet tegelijkertijd beweren dat je onderwijs, zorg en welzijn bundelt ten behoeve van het opgroeiende kind, en het laten bij een gezamenlijk dak boven het hoofd. Bovendien dwingt het gemeenschappelijk gebruik van de ruimte ertoe, gezamenlijk iets te vinden. Als de een het opzoeken van grenzen stimuleert en de ander het verbiedt, raakt een kind onvermijdelijk in de war. De brede school versterkt het overgangsgebied tussen gezin en wereld. En dat is hard nodig, nu het gezin fragieler wordt. 'Je moet het opvoedingsgebied verbreden en de brede school pedagogiseren.' 3.2 Waarom zijn pedagogische kaders moeilijk te beschrijven? Waarschijnlijk omdat er doorgaans abstracte uitgangspunten falles in het belang van het kind'; 'opvoeden om grater te groeien'; 'het vergroten van ontwikkelingskansen'; 'zelfstandig maken') worden benoemd. Het concreet maken van abstracte doelen is altijd lastig. Waarom dat zo lastig is; doorgaans staat 'verkokering' als knelpunt voor de ontwikkeling van brede scholen genoemd. 'Het is lastig om alle neuzen dezelfde kantop te laten wijzen. Betrokken instellingen hebben hun specifieke 'eigen'-belangen. Daarvan afstand nemen/doen in het belang van een nieuwe voorziening blijkt vaak moeilijk.' 3.3 De Ruimtelijke insteek van een pedagogisch plan De doelstellingen die Brede School Borgvliet wil bereiken, vraagt om een voorziening op gebiedsniveau. Als de sociale samenhang in Borgvliet veranderd, verdwijnt of door herstructurering meer aandacht vraagt, is de brede school een van de plekken waar structuur, continuiteit en perspectief op verbetering aangeboden wordt. De brede school heeft de functie van vindplaats van de (kwetsbare) kinderen en hun ouders in de wijk. Om die reden ligt er een pedagogische druk op ruimte en inhoud binnen de brede school ontwikkeling. De ruimtelijke insteek moet in balans staan met het pedagogische plan. De fysieke component mag niet leidend zijn maar faciliteerd juist het pedagogische verhaal. Het gebouw zal zich fysiek gezien moeten kenmerken met termen als laagdrempelig, open, wijkgericht, aantrekkelijk en transparant. Het brede schoolgebouw zal een plek zijn van 'ontmoeting'.
§4.
Het kind centraal
4.1 Primaire doelgroep Brede School Borgvliet richt zich primair op kinderen van - 9 maanden tot 14 jaar binnen de wijk Borgvliet; onze primaire doelgroep. Een wijk die kenmerkend is door haar diversiteit in populatie. Van alle kinderen in deze wijk groeit een deel op te midden van een onveilige leefsituatie, normvervaging, een hoog percentage laaggeschoolden en pedagogische onzekerheden. Het andere deel daarentegen leeft in een totaal andere omgeving, met andere sociale en culturele achtergronden; voomamelijk zijn dit de nieuwe (en toekomstige) bewoners. Bij beiden ontbreken vaak de traditionele netwerken en het referentiekader, waardoor steeds meer taken van ouders door anderen worden vervuld of aangevuld. Deze taken zullen de partners in de brede school om moeten zetten in een sluitend aanbod, met een doorgaande lijn. Voor een groot deel van de kinderen (en ouders) geldt, dat zij gebukt gaan onder een toenemende sociaal-emotionele problematiek. Hierdoor kunnen wij zeggen dat de aanleiding van ons brede school beleid ligt in nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften binnen de wijk Borgvliet. De volgende zaken dienen dan aangepakt te worden: • • • • •
Veiligheid en geborgenheid bieden Een 'zachte' overgang (kind overdracht) binnen de brede school Uitgaan vanuit het positieve van het kind Insteken op het ontwikkelen van vaardigheden Ontwikkelingsgericht werken
4.2 Verlengde Schooldag De Verlengde Schooldag(VSD) is het naschoolse activiteitenprogramma dat Brede School Borgvliet kan aanbieden. Er zal dan vooral ingezet moeten worden op de inhoudelijke kwaliteit en de efficiency van de VSD. De volgende zaken dienen dan aangepakt te worden: • Doelgroepen specificeren en kinderen selecteren voor deelname • Ontwikkelingswensen helder formuleren • Koppeling binnen- en buitenschools leren (het formeel en informeel leren) • Inhoud geven aan 'Sociale Competenties' • Deskundigheidsbevordering (in te huren) vakkrachten • Uitbreiden en bundelen van de diverse netwerken van aanbieders welke worden onderhouden door de kernpartners • Goede communicatiestructuur en logistiek
10
§ 5.
Ouder als partner van de brede school
5.1 Participatie/ Betrokkenheid Ouderparticipatie is een oud woord. Tegenwoordig gebruikt men Never het woord Ouderbetrokkenheid. In de huidige situatie in Borgvliet blijkt dat van echte betrokkenheid nog onvoldoende sprake is. Ouders mogen meedoen - of liever nog meehelpen - maar meedenken is nog geen vanzelfsprekendheid. Er valtdusveeltedoen: • Ontwikkelen van ouderbeleid door de brede school • Ouders betrekken bij ontwikkeling Brede School Borgvliet • Een welbehagen creeren waarbij er ruimte is voor de ouder 5.2 Opvoeding Het voorbereiden van een kind op een volwaardige plaats in de Nederlandse samenleving stelt specifieke eisen aan de opvoeding. Niet voor alle ouders is dit een vanzelfsprekendheid; zij kunnen hier hulp en advies bij gebruiken. Andere belemmerende omstandigheden als slechte huisvesting, eenouderschap, verslaving en werkloosheid maken dat Opvoedingsondersteuning binnen de brede scholen hoge prioriteit heeft. Opdrachten: • Continuiteit en toegankelijkheid aanbod vergroten en waarborgen • Communicatiestructuur naar de ouder 5.3 Inburgering Met integratie hoog op de politieke agenda neemt de brede school ook op dit vlak haar verantwoordelijkheid. In Borgvliet wordt tot nu toe met name de behoefte gesignaleerd voor een Talige School, het bevorderen van taalvaardigheid van het kind maar zeker ook van de ouders; taal achterstanden wegwerken. De gemeente Bergen op Zoom heeft inburgeringtrajecten ingekocht bij het ROC. Het ROC heeft als opdracht meegekregen wijkgericht te gaan werken. Tevens zorgt het ROC ervoor dat deelnemers aan het inburgeringtraject hulp krijgen bij het zoeken naar passende kinderopvang. Opdrachten: • Communicatiestructuur naar de ouder • Structuur aanbrengen in Taalaanbod aan ouders binnen Brede School Borgvliet • Invulling en inbedding geven door instanties als de bibliotheek • Aansluiting inburgeringtrajecten met wijk Borgvliet
11
§6.
De medewerker als fundament van de brede school
6.1 Draagvlak Hoewel er al op bepaald vlak wordt samengewerkt tussen diverse kernpartners, zijn er geen eenduidige pedagogische richtlijnen opgesteld. Er zal daarvoor een breder draagvlak moeten ontstaan om de beoogde resultaten, de doelstellingen, middels een pedagogisch kader, te behalen. Opdrachten: • Brede school op de agenda van teamvergaderingen • Nu reeds taakgroepen formeren rond brede school-thema's • Communicatiestmctuur ontwikkelen waardoor alle medewerkers binnen de brede school goed worden geinformeerd 6.2 Methode als handvat De brede school vraagt een bepaalde houding van (mede)opvoeders. Men kan niet meer klakkeloos een methodiek toepassen zonder zich af te vragen hoe ook anderen de andere kempartner, de medeopvoeders dit doen. Er zal gesproken moeten worden over hoe men tot eenduidige afspraken kan komen. Een methode Sociale & Emotionele Ontwikkeling welke een verankering heeft in het schoolse, naschoolse, hetgezin en de wijk zal ontwikkeld/'ingekocht' moeten worden. 6.3 Communicatie tussen medewerkers Om tot integratie te komen op medewerkerniveau moet er een goede interactie plaatsvinden tussen alle kernpartners. Interactie leidt tot afstemming, hetgeen begint met: communicatie en informatie: • Communicatie: door het opbouwen van een communicatie 'netwerk' tussen de kernpartners kan de gezamenlijke prestatie verbeteren. • Informatie(systemen): van kernpartner-specifiek naar interorganisationeel gedeeld; brede school intranet, huisorganen zoals Nieuwsbrief en Website. Bovenstaande is nodig om interactie te laten plaatsvinden op het procesmatige vlak: • Processes, aansluiting op elkaars processen levert vloeiende overgangen (bijvoorbeeld; van peuter naar kleuter), het gezamenlijk optimaliseren van processen maakt vervlechting waardoor er geen harde scheidslijnen zijn; ontschotten. Een uiteindelijke kwaliteitsborgingsysteem zal moeten gaan gelden voor de gehele brede schoolorganisatie. Immers, alleen dan zijn echt alle processen gei'ntegreerd en beschreven. Het hoogste niveau van interactie is cooperatie. Nieuwe vormen van samenwerking (nieuwe processen) zijn mogelijk als men in staat is om gezamenlijke doelen te definieren met een uitwerking waarin een win-win ontstaat. De kernpartners zullen dus cooperatief moeten samenwerken. De aard van de afzonderlijke kempartner is zeer belangrijk voor het welslagen van de brede schoolorganisatie.
12
§7.
De wijk als inspirator
7.1 Netwerk De brede school is een samenwerkingsverband met de diverse kernpartners, zij kennen alien een netwerk van voorzieningen. Successen hangen af van de kwaliteit en de manier waarop dit netwerk wordt ingezet. Het is dan ook van net grootste belang dit netwerk goed te onderhouden en waar nodig verderuittebreiden. 7.2 Draagvlak Net als binnen de brede school zal ook in de wijk gewerkt moeten worden aan een stevig draagvlak voor de brede schoolaanpak. Bij de kernpartners is dit draagvlak reeds aanwezig; het dient nu vooral benoemd te worden! En in de wijk is het draagvlak in potentie aanwezig. Opdrachten: • Kennisvergroting wijkbewoners m.b.t. Brede School Borgvliet • Communicatiestructuur (beleidsniveau) bepalen, goede en eenduidige communicatie zowel naar het kind, de kernpartners (de medewerkers), ouders en de wijk. 7.3 Afstemming In Borgvliet heeft men reeds platformen welke een taak hebben binnen de wijk (o.a. de Wijktafel). Toch zal er goed afgestemd moeten worden om het rendement van alle inzet (ook landelijk, provinciaal en gemeentelijk) zo hoog mogelijk te laten zijn. Afstemming is nodig op het gebied van de vraag, het aanbod, de doelstellingen, de pedagogische methodiek en de rol- en taakverdeling. 7.4 Locaties Met de komst van de brede school in de wijk Borgvliet moet opnieuw beoordeeld worden waar het 'programma aanbod' wordt aangeboden. De kunst is om de meest geschikte ruimten zo efficient als kan in te zetten en daarmee voor de juiste doelgroep zo toegankelijk mogelijk te zijn. Naast de toekomstige bebouwing van de brede school zullen dit na de revitalisering zijn: Het wijkhuis, een zorgcluster, het winkelhart, het speelplein, de groenstrook, de speelvelden en het nabijgelegen bos.
13
§8.
Het pedagogische raamwerk
Thuiszorg/ GGD West-Brabant • Gekwalificeerd personeel • Jeugdgezondheidszorg is 100% gegevensdrager • Vormt de basis van: Sluitende aanpak 0-12 jaar • Vroegsignalering vanaf; min 9 maanden • Ontwikkelingsverloop ieder kind • Risicosignalering (medisch en psycho-sociaal) • Advisering over zorgverlening • Opvoedondersteuning Stichting peuterspeelzalen Bergen op Zoom • Gekwalificeerd personeel • Spelenderwijs leren • Opvoedingsondersteuning • Vroegsignalering • Ontwikkelingsstimulering • Kindvolgsysteem Kdv Frankje: • • • •
Gekwalificeerd personeel Belangrijke marktpartij (aanbieder) Overlap en aanvulling competenties voor de peuterspeelzaal Staat in teken van werkgelegenheid
LPS (bs. de Verrekijker): • Gekwalificeerd personeel • Zowel pedagogisch als didactisch sterk • Behalen kerndoelen • Belangrijke partner voor de ontwikkeling van het kind • Hier komen vaardigheden naar boven; o.a. coordinate-, taal-, reken-, informatievaardig • Kindvolgsysteem Stichting de Zuidwester • Gekwalificeerd personeel • Ruime aanvullende zorg en ondersteuning • Stevig aanbod voor kinderen, jeugdigen, gezin en ouder • Zorgen voor een verheldering van de hulpvraagstukken binnen de brede school
14
§9.
Pedagogische kerntaken
9.1 Ontwikkelingsstimulering Elke kempartner heeft tot taak om de algehele brede ontwikkeling van alle kinderen te stimuleren. Dat kan door uitnodigende speel-, leer-, werk- en verblijfssituaties te creeren. Elke kempartner zal het kind, ouder of gezin volgen en signaleren, vanuit haar kerntaken volgt de verantwoordelijkheid om elk kind in zijn ontwikkeling te volgen.
9.2 Vormgeven doorgaande ontwikkelingslijn Voor elke kempartner geldt; Een goede speel- en leeromgeving is een schakel in de ontwikkelingsketen en dus ook belangrijk in de uitvoering van het lokale jeugdbeleid. Alleen door een intensieve samenwerkingsvorm met de kempartners maakt: • Het plezier in spelen en leren individueel of samen met anderen staat voor alle kinderen binnen de brede school voorop. Er wordt een overzichtelijk dagprogramma gehanteerd, waarin spelmomenten, leermomenten en vrijetijdsbesteding in de meest mime zin worden aangeboden met de juiste zorg. leder kind wordt geholpen of gestimuleerd hier zoveel mogelijk gebruik van te maken. • Brede School Borgvliet gaat ervan uit dat ieder kind een apart individu is, zich ontwikkelt op een eigen wijze op basis van aanleg en temparament en in een eigen tempo. Er wordt rekening gehouden met individuele behoeften en mogelijkheden. Ook kinderen met een handicap kunnen de brede school bezoeken. Indien nodig wordt advies/ambulante begeleiding van deskundigen gevraagd en wordt deze behoefte op een juiste manier geindiceerd. • Brede School Borgvliet vindt dat het (spelenderwijs) stimuleren van deze ontwikkeling op motorisch, sociaal en cognitief gebied binnen de brede school een plaats heeft. We moedigen kinderen aan en lokken daartoe uit door middel van een uitnodigende en inspirerende speel-, leer- en werkomgeving. • Elk kind heeft als basis voor zijn groei en ontwikkeling een sfeer van veiligheid en vertrouwen nodig. De volwassenen hebben als taak voor die veiligheid en vertrouwen te zorgen. In die veilige sfeer kan het kind spelenderwijs allerlei ervaringen opdoen en zijn nieuwsgierigheid bevredigen. De ouder en de brede school hebben de taak de kinderen daarin te stimuleren, voor hen een omgeving te creeren die de nieuwsgierigheid prikkelt en de kinderen de ruimte te geven om te ontplooien tot een volwaardige, zelfstandige en democratisch burger die in de maatschappij zijn weg zal vinden. 9.3 Voorwaarden voor de doorlopende leerlijn: Het (zelfstandig) leerproces bestaat niet alleen uit een cognitieve element, maar kent ook nog; * de socio-affectieve component * de metacognitieve component De laatste twee componenten zullen in de wijk Borgvliet speciale aandacht vragen. Door de drie componenten de juiste 'dosering' te geven worden voorwaarden geschept voor een juiste leerlijn.
15
1. De socio-affectieve component: «Hoe voel ik me?» a. Intrinsieke motivatie: vindt het kind plezier in net leren (interesse, bekwaamheidsgevoel) b. Handelingscontrole: doet hij wat hij zegt, kan hij iets afmaken (daadkracht en doorzettingsvermogen)? c. Emoties: kan hij zijn aandacht bij de zaak houden (zelfzekerheid, angst of stress)? d. Sociale aspecten: steunt zijn sociale omgeving (thuis, op de brede school, zijn hele milieu) hem in het leren? Een aantal van de socio-affectieve factoren ligt buiten het bereik van de leidster en leerkracht. Verdriet, verliefdheid, een scheiding of sterfgeval, op het eerste gezicht heeft men daar weinig vat op. Toch kan de brede school zorgen voor een klimaat van wederzijds vertrouwen waarin leerlingen zich veilig en geborgen voelen. Op groepsniveau: bij zuigelingen, dreumesen, peuters en kleuters is dat misschien niet meerdan een knuffel op het juiste moment, bij oudere kinderen gaat het erom hen het gevoel te geven dat ze meetellen. Wat kan helpen: regelmatig oogcontact, iedereen aan het woord laten, iedereen verantwoordelijkheid geven, voldoende feedback geven, de leerlingen met de voomaam aanspreken, geen misplaatste of kleinerende opmerkingen geven. Op brede schoolniveau helpt een pest-vrije en open, niet-repressieve sfeer, waar de nadruk ligt op individuele ontplooiing en niet alleen op prestaties. Laat voelen dat leerlingen meer zijn dan de cijfers die ze halen. Dat fouten in de eerste plaats leerkansen zijn. 2. De cognitieve component: «Hoe verwerk ik informatie/leerstof?» Hoe maak ik een schema? Hoe leer ik woordenschat? Hoe memoriseer ik feiten? Hoe los ik een probleem op? Hoe gebruik ik een woordenboek, een atlas, Cd-rom. Leren is een vaardigheid die je niet van vandaag op morgen aanleert. Kinderen voelen zich pas veilig (en bereid om te experimenteren) in een niet bedreigende sfeer: niet het cijfer op de toets is belangrijk, maar wel de vraag hoe goed de leerstof verwerkt is en waar de knelpunten zitten. leren' is geen vak op zich, het moet continu gei'ntegreerd worden in elk vak. Overleg met de collega's is dus nodig. De brede school kan zorgen voor een krachtige leeromgeving. Maar is pas zinvol als het geleerde ook toegepast wordt bij de verwerking van de leerstof in de vakken en de kinderen hierbij ook begeleid worden. De cognitieve component (woordenschat studeren, schema's maken) krijgt te vaak de exclusieve aandacht binnen een doorlopende leerlijn. 3. De metacognitieve component: «Hoe stuurik mezelfbij?» Het kind reflecteert over zijn leer- en denkprocessen: hij plant zijn activiteiten, bewaakt wat hij doet, controleert en stuurt. Dat geldt voor alle taken (schoolse en niet schoolse) en voor alle leeftijden. Wie leert moet op elk moment van het leerproces reflecteren: Voor de leeractiviteit (orienteren en plannen), tijdens de leeractiviteit (bewaken) en na de leeractiviteit (evalueren).
16
2
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
§10. CJG 10.1 Stimuleren van gezondheid en ontwikkeling De jeugd en gezinnen in de wijk Borgvliet hebben te weinig goede basisvoorzieningen binnen handbereik. Er is geen vindplaats in hun wijk aanwezig om deze jongeren in hun gezondheid en ontwikkeling te stimuleren, om ouders te ondersteunen bij de opvoeding en om problemen te voorkomen, signaleren en aan te pakken. Tot op heden wordt er dus te weinig gedaan om vroegtijdig problemen te signaleren (en werken instanties nog onvoldoende samen). Het Kabinet wil met de ontwikkeling van CJG dat snel, goed en gecoordineerd advies en hulp op maat vanzelfsprekend wordt (een gezin, een plan). CJG moeten bovenal laagdrempelige fysieke inlooppunten zijn waar (aanstaande) ouders, kinderen en jongeren voor alles aangaande opgroeien en opvoeden terecht kunnen. Het is nu aan de participanten binnen Brede School Borgvliet om deze ambities te realiseren. Met name Thuiszorg West-Brabant, GGD en De Zuidwester kunnen deze ambitie waarmaken. 10.2 Profiel van CJG als onderdeel van de brede school Het profiel van de brede school, welke eerder (zie §2; Profiel) is beschreven, geeft aan dat deze over twee assen lopen; het kansenprofiel en het buurtprofiel. Binnen deze twee profielen past ook een CJG: • bundelt lokale fundies en taken op gezondheid, opgroeien en opvoeden • is een fysiek en laagdrempelig inlooppunt • is door de wijkbewoners goed te vinden* heeft een positieve uitstraling gericht op preventie en signalering • biedt echt advies en lichte hulp • coordineert/schakelt met alle mogelijke voorzieningen opjeugdbeleid, gezondheidszorg enjeugdzorg • kan bemoeizorg arrangeren • is van en voor een doelgroep van kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23jaaren hun ouders • is voor alle culturen even laagdrempelig • is tevens vraagbaak voor professionals • streeft naar uniforme signalering • middels het digitaal signaleringssysteem Zorg voor jeugd • en, maakt gebruik van verwijsindex en Elektronisch Kinddossier. Bij alle opvoed- en opgroeiondersteuning moeten de ontwikkeling en de opvoeding van kinderen en jongeren centraal staan. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. In de praktijk vertrekt ons denken en handelen nog te vaak vanuit bestaande expertises en bestaande instituties en hun aanbod. De ontwikkeling van kinderen en jongeren zien we, in aansluiting op het gedachtegoed van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de herijking van het welzijnsbeleid, als een proces van toenemende participate in allerlei maatschappelijke verbanden. Als een groei in meeleven, meedoen, meedenken en meebeslissen. Dat lukt alleen als kinderen en jongeren door volwassenen ook echt serieus worden genomen, als ze meetellen en gezien en gehoord worden en steeds meer op hun eigen verantwoordelijkheid worden aangesproken. Ouders zijn eerstverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen maar deze opvoeding is uitdrukkelijk ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Kinderen hebben recht op bescherming, bijzondere zorg en bijstand en op optimale voorwaarden voor hun ontwikkeling. Ouders moeten daarom een beroep op hulp en ondersteuning kunnen doen. Deze ondersteuning moet direct en gemakkelijk toegankelijk zijn.
17
10.3 Minimale eisen CJG Producten die het CJG volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning dient te leveren in de gemeente zijn: A. Jeugdgezondheidzorg B. De vijf Wmo-functies informatie en advies signalering toeleiding naar hulp licht pedagogische hulp coordinatie van zorg C. Schakel met Bureau Jeugdzorg D. Schakel Zorg- en Adviesteams In de kadernota Jeugd 2008-2012 van de gemeente Bergen op Zoom wordt de zorgstructuur beschreven zoals die er in 2010 moet staan. Een belangrijk onderdeel van de zorgstructuur vormt het Centrum van Jeugd en Gezin. De gemeente Bergen op Zoom kiest voor 11 inlooppunten; een in ieder woonservicegebied. De producten kunnen per inlooppunt verschillen. Het Centrum Jeugd en Gezin kent 4 vormen: 1. CJG Wijk (het krijgen van informatie en toeleiden naar hulp, aangepast aan de wensen, vragen en behoeften die er leven in een wijk). 2. CJG to go (het krijgen van informatie in de vorm van brochures). 3. CJG XL (op deze locatie vinden gesprekken/ onderzoeken plaats, et cetera). 4. CJG webwinkel (het digitaal verkrijgen van algemene informatie over bijvoorbeeld vrije tijd en uitgaan, evenementen die plaatsvinden, maar ook het digitaal verkrijgen van informatie en advies omtrent ontwikkelings-/ opvoed vragen). In de Brede School Borgvliet wordt een CJG XL gevestigd wat wil zeggen dat alle producten daar geleverd worden.
18
10.4. Het raamwerk voor CJG binnen Brede School Borgvliet Naast de minimale eisen waaraan de kempartners voldoen om een XL variant te kunnen verwezenlijken, kunnen deze partners ook maatwerk leveren. Hieronder is er een raamwerk beschreven met diensten die vanuit de Kempartners verwezenlijkt kunnen gaan worden. GGD/Thuiszorg • Personeel (wijkverpleegkundige) • Consultatiebureau • Vroegsignalering vanaf; min 9 maanden • Ontwikkelingsverloop ieder kind • Risicosignalering • Opvoedondersteuning • Bemoeizorg • Elektronisch kinddossier Stichting peuterspeelzalen Bergen op Zoom • Personeel (pedagogischmedewerker) • Vroeg en Voorschoolse Educatie • Opvoedingsondersteuning • Vroegsignalering • Ontwikkelingsstimulering • Kindvolgsysteem (LVS) Kdv Frankje: • Personeel (pedagogischmedewerker) • Vroegsignalering • Ouders; zorg en werk combineren • Ontwikkelingsstimulering LPS: • Personeel (IB'er/zorgteam) • Vroegsignalering • Hier komen vaardigheden naar boven; o.a. coordinatie-, taal-, reken-, informatievaardig • Vroegsignalering • Ontwikkelingsstimulering • Kindvolgsysteem (LVS) Stichting de Zuidwester • Personeel (maatschappelijkwerker) • Ruime aanvullende zorg en ondersteuning (toeleiding naar hulp) • Stevig aanbod voor kinderen, jeugdigen, gezin en ouder (toegeleide hulp) • Zorgen voor een verheldering van de hulpvraagstukken binnen de brede school.
19
10.5. Werkwijze De juiste hulp bieden is mogelijk door tijdige signalering en snelle begeleiding. Voor het oppakken van signalen wordt binnen CJG van de brede school gewerkt volgens duidelijke routes en er zijn tussen de (Kern)partners heldere overdrachtsafspraken gemaakt. Op het moment dat een beroepskracht op een van de vindplaatsen binnen de brede school (o.m. peuterspeelzaalleidsters, kinderopvangmedewerkers, leerkrachten, IB-er, coordinator etc.) signaleert dat het niet goed gaat met een kind of gezin, kan hij of zij terecht bij een van de medewerkers van het Centrum Jeugd & Gezin. Deze medewerker fungeert als vertrouwenspersoon vooroverleg, advies en de methode van aanpak. Door een vaste vertrouwenspersoon is CJG laagdrempelig voor buurtbewoners en beroepskrachten. Een vervolg kan de bespreking van casussen in verschillende netwerken, zowel binnen als buiten de brede school zijn. De zorgstructuur binnen de brede school maakt gebruik van de medewerkers van CJG. Hierdoor kan de werkwijze binnen CJG en binnen de brede school goed op elkaar afgestemd worden. Het oppakken van signalen wordt ondersteund door een digitaal signaleringssysteem 'Zorg voor Jeugd'. Dit systeem wordt aangesloten op de landelijke verwijsindex en in de toekomst op het Elektronisch Kind Dossier (EKD). 10.5.1 Samenhangend pakket van zorg De licht pedagogische hulp die de betrokken instellingen aanbieden, is geordend in ketens van licht naar zwaar. Op deze manier is een samenhangend pakket van dienstverlening ontstaan, waarmee we antwoord geven op vragen van kinderen, jongeren, hun gezinnen en beroepskrachten. Voorde verdere ontwikkeling van het samenhangende pakket wordt zo veel mogelijk gewerkt met een effectieve methodiek zoals Triple P. Triple P staat voor Positief Pedagogisch Programma, een evidence based laagdrempelig en integraal programma met als doel het voorkomen van emotionele en gedragsproblemen bij kinderen door het bevorderen van competent ouderschap. Deze methodiek zal aansluiting moeten vinden met de SEO-methode welke wordt ingezet voor de kinderen van de brede school. Er wordt hiermee gestreefd naar een compleet pakket van effectieve en kwalitatief goede methoden, voor alle problemen op het terrein van opgroeien en opvoeden. 10.5.2 Multidisciplinaire aanpak Het multidisciplinaire zorgteam dat binnen de brede school zal moeten worden samengesteld, biedt uitkomst wanneer problemen dusdanig complex zijn, dat vanuit meerdere disciplines een goede aanpak moet worden samengesteld. Bij een complexe situatie zullen er meerdere signalen afgegeven zijn in het digitale signaleringssysteem 'Zorg voor Jeugd'. Daarmee wordt er een ketencoordinerende organisatie aangewezen die verantwoordelijk is voor een integraal hulpverleningsplan voor het kind en/of gezin. De ketencoordinerende organisatie moet dit plan maken samen met de signaleerders en/of relevante partners 10.5.3 Steun voor beroepskrachten Het CJG zorgt voor informatie, advies en deskundigheidsbevordering voor de beroepskrachten binnen de brede school. Deze deskundigheidsbevordering krijgt invulling vanuit de expertise van de voorliggende voorzieningen in samenwerking met Bureau Jeugdzorg, onder andere in de vorm van gerichte trainingen. Daamaast ondersteunt CJG beroepskrachten door ondersteuning van processen in het centrum en het bedenken van oplossingen voor die situaties waarin CJG niet (automatisch) het gepaste antwoord op de vraag kan geven (ontwikkeling van programma's en innovatie). Hierbij wordt gewerkt met monitoring van signalen en trends en kwaliteitsbewaking. CJG binnen BSB kijkt daarmee dus niet alleen naar de huidige situatie, maar heeft ook oog voor de toekomst. De vraag van kinderen, jeugdigen en gezinnen zijn hierin leidend. Het CJG is in ontwikkeling en zoekt altijd naar verbetering.
20
Het ruimtegebruik Vanuit de te verwachten bijdragen aan de realisering van het pedagogisch plan en beschreven doelstellingen wordt bepaald met welke programma's/output c.q. resultaten deze doelstellingen binnen dit plan kunnen worden gerealiseerd. Daarna worden de activiteiten ge'inventariseerd, die moeten plaatsvinden om die resultaten te realiseren en daarmee maatgevend zijn voor de veranderingen in het leer- en werkproces. Deze activiteiten worden vervolgens vertaald in bouwstenen voor nieuwe leer- en werkomgeving; de elementen voor het functionele en ruimtelijke programma. Daamaast kent CJG specifieke, laagdrempelige gebruiksruimten welke past bij 'het merk' CJG, waar multidisciplinair en flexibel gewerkt kan worden. In paragraaf 11 t/m 14 hebben de kernpartners aangegeven, wat vanuit de huidige situatie, haar ruimte behoefte is. Middels dit convenant geven de kernpartners aan om bovenstaand proces in grate, effectieve stappen met elkaar te willen doorlopen, hetgeen uiteindelijk moet leiden tot een functioneel brede schoolgebouw.
§11.
Ruimtegebruik Peuterspeelzaal, Kinderdagverbiijf en Basisschool:
11.1 Reactie basisschool 'de Verrekijker'. Ruimtelijke wensen: Een ruimtelijk programma van eisen voor een 9,11 of 12 klassige school is op dit moment lastig op te stellen, maar zal worden 'doorgerekend' om de haalbaarheid ervan te toetsen. Ook is nog niet duidelijk in welke ruimten (van het totale brede schoolgebouw) zij gaan bezetten; wordt de huidige accommodatie aangepast of is het nieuw te bouwen deel wenselijk voor haar onderwijskundige concept. Een verdere orientatie naar het Brede schoolconcept en kennis van de ruimtelijke (on)mogelijkheden binnen de financiele randvoorwaarden zal hier inzicht in moeten brengen. Inhoudeliike wensen: de school zou graag van de gelegenheid gebruik willen maken om zowel peuterspeelzaal als kinderdagverbiijf (voornamelijk de peuterleeftijden) ondereen dak te brengen. Ook zouden er meer werkplekken voor personeel en kinderen moeten komen waardoor er niet meer 'op de gangen' gewerkt hoeft te worden. Verder geeft de basisschool aan een personeelsruimte tot haar beschikking te willen hebben waar vertrouwelijke gesprekken gevoerd kunnen worden. Een goede keuken en een goede overblijfruimte is wenselijk. Het deel van het gebouw dat blijft bestaan zal verder aangepast / gemoderniseerd moeten worden. Rekening dient gehouden te worden met extra ruimten voor brede schoolactiviteiten en een gemeenschapsruimte voor grate groepen kinderen en oud(eren)s die gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld vieringen, culturele uitingen, sport en feesten. Het gebouw en speelplein moet open en uitdagend zijn. De wens van een techniek/handvaardigheidruimte is tijdens een recent overleg met de leerkrachten naar boven gekomen. Mogelijk delen van ruimten met andere kernpartners is (mits in goed overleg) voor de basisschool niet bezwaarlijk. In de toekomstige visie van 'de Verrekijker' zal er meer aandacht geschonken worden aan taalachterstanden en communicatie. Tevens moeten kinderen meer kansen krijgen door hun talenten een plaats te geven. Dat zou bereikt moeten worden door een werkelijke samenwerking tussen de kernpartners, welke verder zal moeten gaan dan nu het geval is. Op dit moment wordt de basisschool door een extern bureau (Imago Groep) begeleid om tot een meer afgerond schoolconcept te komen. Dit traject zal nog enige tijd in beslag nemen.
21
11.2 Reactie peuterspeelzaal 'De Hummelsoos'. Ruimtelijke wensen: De peuterspeelzaal geeft aan met een zaal (9 dagdelen) binnen de brede school te willen participeren. Een tweede zaal wordt (in de toekomst) niet uitgesloten mits deze gedeeld kan worden met bijvoorbeeld de onderbouwkinderen van de BSO. Heeft liefst heeft 'De Hummelsoos'; eigen entree (is een visitekaartje voor alle gebruikers van het gebouw. De entree is een verzamelplaats voor de ouders bij het brengen en halen van de kinderen. Het is een ontmoetingsplek waar een eerste aanvang wordt gemaakt in het kader van ouderparticipatie en integratie), mime verkeersruimten, 1 peuterspeelzaal, garderobe, sanitair, leidsterruimte, kantoor, binnen-en buitenbergruimte, buitenspeelterrein. Inhoudelijke wensen: De peuterspeelzaal heeft, in het kader van de methode van werken een eigen identiteit, een eigen gezichthebben. De peuterspeelzaal, drempelloos, heeft bij voorkeur eigen speelse elementen hebben in onderscheid met de basisschool, een voorbeeld hiervan is een naar buiten toe uit de muur komend 'zwaairaam'. De peuterspeelzaal is uitgevoerd metfrisse en door kinderen herkenbare kleuren. De peuterspeelzaal heeft een uitstraling waarin geborgenheid, welbevinden en welbehagen tot uitdrukking komt. De peuterspeelzaal heeft hier en daar een terugkerende vorm, als voorbeeld: een bepaalde vorm terug laten keren in deurtjes toiletten, in linoleum, in kapstokken, etc. De peuterspeelzaal heeft extra brede verkeersruimten waar, bij slecht weer, het mogelijk is binnen te fietsen, te spelen, etc. Een keuken is toegankelijk vanuit de peuterspeelzaal en is ingericht op behoefte en gebruik van een peuterspeelzaal. Een peuterspeelzaal heeft veel materiaal tot de beschikking maar dit materiaal is niet altijd operationeel en moet dus opgeslagen worden. Daarnaast heeft een peuterspeelzaal de beschikking over een aanzienlijke hoeveelheid gebruiksmateriaal. Het gebouw beschikt over een leidsterruimte welke wordt gebruikt voor tutoring, oudergesprekken en teambijeenkomsten. Wenselijk is een ruime buitenspeelplaats alsmede het gebruik van een speelzaal; het delen van deze ruimten met andere kernpartners ziet de peuterspeelzaal als een schaalvoordeel.
22
11.3 Reactie Kinderdagverblijf 'Frankje' Frankje geeft aan naast de BSO en TSO ook met een deel van haar kinderdagverblijf binnen de brede school te willen participeren. Vooral voorde overgang ('warm kindoverdrachf) van de peuters naar groep 1 van de basisschool ziet Frankje als een van de voordelen van de samenwerking binnen de brede school. Ook geeft men aan een teamruimte te willen delen. Ruimteliikewensen: Ruimte voor 150 bso plaatsen en 32 peuterplaatsen; garderobe, sanitair, binnen- en buitenbergmimte en een goede buitenspeelterrein. Inhoudeliike wensen: Veiligheid, kwaliteit en geborgenheid zijn inhoudelijke thema's welke inhoudelijk zullen moeten worden uitgewerkt.
23
§12. Reactie Stichting Thuiszorg West-Brabant/GGD West-Brabant en De Zuidwester als participant van CJG Inleiding: Het CJG is een laagdrempelige centrale inloop waar alle kinderen, jongeren en ouders/verzorgers uit de wijk Borgvliet terecht kunnen. In een huiselijke omgeving worden de functies: wachtkamer, balie, kantoor/werkruimten, spreekruimten, consultatiebureau en groepsruimten geclusterd. Deze 'huiskamer' met haar verschillende functies zal zich bevinden nabij de hoofdentree. Hierdoor is CJG goed bereikbaar en kunnen ruimten multifunctioneel gebruikt worden (dus ook voor niet CJG zaken; centrale balie voor de totale brede school, werkplekken voor alle ondersteunende diensten/staffuncties, een leestafel voor beroepskracht/personeel, ortotheek etc.). Thuiszorg west-Brabant, GGD West-Brabant en De Zuidwester hebben aangegeven, wat vanuit de huidige situatie, de ruimte behoefte is in de brede school. In de volgende fase wordt de bijdrage, aan de realisatie van CJG, van deze kempartners in activiteiten binnen een jaar geconcretiseerd. Op basis daarvan worden de ruimtelijke eisen voor CJG gespecificeerd. 12.1 Reactie TWB/GGD 12.1.1 Ruimtelijke wensen: In het algemeen worden in de ruimte ten behoeve van Jeugdgezondheidszorg de volgende activiteiten verricht: -
Consultatiebureaus voor zuigelingen. Consultatiebureaus voor kleuters. Onderzoek gehoor en visus. (Telefonisch) spreekuur verpleegkundige Jeugdgezondheidszorg. Spreekuur dietist. Administratieve taken. Parkeren kinderwagens. Ruimte Kindertoilet Boxenkamer Artsenkamer Verpleegkundige kamer Bergruimte
Consultatiebureau Het is wenselijk dat het consultatiebureau dicht bij de entree is gesitueerd in het gebouw. Onderstaand zijn de ruimten beschreven die hiervoor noodzakelijk zijn. A) De boxenkamer Voor Jeugdgezondheidszorg heeft deze ruimte twee functies, (a) aan- en uitkleden van de kinderen en (b) wegen en meten. BjOnderzoek- of artsenkamer In deze kamer worden kleuters en/of zuigelingen onderzocht. Deze kamer is een, eventueel multidisciplinair te gebruiken, artsenkamer. C) Verpleegkundige Jeugdgezondheidszorg kamer
24
Direct qrenzend aan de artsenkamer dient een verpleegkundige Jeugdgezondheidszorg kamer aanwezig te zijn. Ook deze heeft een directe verbinding met de boxenkamer (zodat de kamers ook onafhankelijk gebruikt kunnen worden). De verpleegkundige Jeugdgezondheidszorg kan in deze kamer een aantal 'bureautaken" verrichten. Te denken valt aan: (telefonisch) spreekuur 'opvoedspreekuur administratieve verwerking van de contacten met clienten. 12.1.2 Inhoudeliike wensen: Het gebouw moet een uitnodigend karakter hebben. Bij klanten moet een zekere nieuwsgierigheid gewekt worden. De ruimte van Thuiszorg West-Brabant dient een herkenbaar onderdeel te zijn van een complex. Er wordt gestreefd naar optimale toegankelijkheid voor gehandicapten en kinderen in kinderwagens. De indeling van het gebouw is overzichtelijk van zichzelf, hetgeen ondersteund wordt door bewegwijzering. De werksituatie moet voldoen aan eisen van privacy van zowel klant als medewerker. Dat betekent dat contacten mogelijk moeten zijn buiten het gezichtsveld van wachtenden. Het betekent ook dat spreekkamers of behandelkamers liefst niet aan een trottoirzijde moeten liggen, zodat naar binnen kijken van passanten niet mogelijk is. Het gebouw dient samenwerking en teamgeest te bevorderen. De indeling moet snelle contacten tussen medewerkers bevorderen. De looplijnen mogen nietonnodig lang zijn. Gunstige verhouding van kamers, streven naar breedte:diepte = 1:1,5. De locatie dient een zo hoog mogelijke bezettingsgraad te hebben. De geluidsisolatie van de spreekkamers en behandelkamers moet, i.v.m privacy, optimaal zijn. De verschillende werkruimten moeten gelijktijdig en ongestoord gebruikt kunnen worden. Bij het gebouw is voldoende parkeergelegenheid aanwezig met voldoende ruimte voor het veilig in- en uitstappen met kinderwagens. 12.2 Reactie De Zuidwester De Zuidwester wil een kantoorfunctie en een spreekkamer realiseren voor haar activiteiten. Hierbij geeft men aan ruimten zo optimaal mogelijk te willen benutten waarbij gekeken moet worden naar medegebruik van ruimten door en van de overige kernpartners.
25
§13.
Mogelijkheid voor niet kernpartners:
Het gebruik van multifunctionele ruimten, te gebruiken door niet kernpartners, zullen op een of andere manier verwezenlijkt moeten gaan worden. Er zijn gesprekken gevoerd met de bibliotheek, maatschappelijk werk, het wijkhuis en het CKB. Vanuit het CKB is concreet aangegeven ruimte behoefte te hebben binnen de wijk Nieuw Borgvliet (zie paragraaf 13.1) Met Traverse is gesproken inzake nun huidige aanbod in de wijk en de eventuele ruimte behoefte binnen dit aanbod. Men gaf aan behoefte te hebben in een spreekkamer en gelegenheid om (TOS)activiteiten in een multifunctionele ruimte binnenruimte te ontplooien. Met het wijkhuis 'Hoofdkwartier' is gesproken over gezamenlijk gebruik van ruimten. Waarbij men aangaf behoefte te hebben in het gebruik van een 'middelgrote' vergaderruimte. Met bibliotheek De Markizaten is overleg geweest inzake participatie binnen BSB. Ook in werkgroepbijeenkomsten is reactie gekomen, waarbij de aanwezigen aangaven een rol van de bibliotheek binnen de brede school weggelegd te zien. De bibliotheek heeft positief gereageerd op participatie, mits de Gemeente Bergen op Zoom hiervoor concrete 'producten' bij hen inkoopt. Met deze 'houding' staat vooralsnog een bijdrage van de bibliotheek, tot realisatie van het brede schoolconcept en -gebouw, op losse schroeven.
13.1 Reactie CKB Ruimteliike wensen: Een groeps/onderwijsruimte t.b.v. danslessen en/of leerling- presentaties met aandacht voor vloer en licht/geluid voorzieningen. Sanitaire ruimte (incl 2 douches), kleedkamers (man / vrouw).
§14.
Gezamenlijke ruimtebehoefte voor BSB:
De kernpartners hebben aangegeven, wat vanuit de huidige situatie, de ruimte behoefte is in de brede school. In de volgende fase wordt de bijdrage, aan de realisatie van het pedagogisch plan, van de kernpartners in activiteiten geconcretiseerd. Op basis daarvan worden de ruimtelijke eisen gespecificeerd. Uitgangspunt is om ruimten zoveel mogelijk gezamenlijk te gebruiken als bijdrage aan de samenwerking binnen de brede school, hetgeen uiteindelijk moet leiden tot een functioneel brede schoolgebouw. Binnen dit concept moeten ook niet kernpartners haar activiteiten kunnen uitvoeren. In vloeroppervlakte perfunctie BVO: A Renovatie oudbouw B Vervangende nieuwbouw C Peuterspeelzaal F Kinderdagverblijf/BSO H CJG
1.250 750 195 811 160
Buitenruimten
1.310
Totaal incl. Buitenruimten
4.874
26
Id
Taaknaam
Duur
I
Begindatum
Einddatum
uitnodigen 8 architecten
2 wkn
maa 23-6-08
vri 4-7-08
inleveren aanmeldingsformulier
3 wkn
maa 7-7-08
vri 25-7-08
beoordelen aanmeldingen en selectie
2 wkn
maa 28-7-08
vri 8-8-08
uitnodigen 5 architecten
3 wkn
maa 11 -8-08
vri 29-8-08
vragenronden, keuze voor 3 architecten
2 wkn
maa 1 -9-08
vri 12-9-08
presentaties toelichten en inleveren
2 wkn
maa 15-9-08
vri 26-9-08
beoordelen presentaties, schetsplan en dekkingsplan, bepalen keuze voor 1,2,3
3 wkn
maa 29-9-08
vri 17-10-08
vervolggesprek met nummer 1
4 wkn
maa 20-10-08
vri 14-11-08
keuze melden in stuurgroep
2 wkn
maa 17-11 -08
vri 28-11 -08
10
gunning architect
2 wkn
maa 1 -12-08
vri 12-12-08
11
eerste sessie architect en gebruikers
2 wkn
maa 15-12-08
vri 26-12-08
12
voorlopig ontwerp bespreken met gebruikers
7 wkn
maa 29-12-08
vri 13-2-09
13
cdlegiaal overleg welstandscommissie
2 wkn
maa 16-2-09
vri 27-2-09
14
aanpassing voorlopig ontwerp
4 wkn
maa 2-3-09
vri 27-3-09
15
definitief ontwerp
5 wkn
maa 30-3-09
vri 1-5-09
16
bespreking definitief ontwerp
2 wkn
maa 4-5-09
vri 15-5-09
17
i aanpassing definitief ontwerp
3 wkn
maa 18-5-09
vri 5-6-09
18
bestektekeningen, bestek, indienen bouwaanvraag
7 wkn
maa 8-6-09
vri 24-7-09
19
starten aanbesteding
2 wkn
maa 27-7-09
vri 7-8-09
20
gunning aannemer
7 wkn
maa 10-8-09
vri 25-9-09
21
bouw brede school
46 wkn
maa4-1-10
vri 19-11-10
22
oplevering brede school
2 wkn
maa 22-11-10
vri 3-12-10
23
inrichting brede school
5 wkn
maa 6-12-10
vri 7-1-11
2 wkn
maa 10-1-11
vri 21-1-11
24
I opening brede school
Project: Brede School Borgvliet strokeni Datum, woe 11-6-08
Taak Splitsing
1111111111 i 11111111
|un
kw 3. 2008 Jul I auq I sep
kw4.2008 okt I nov i dec
kw 3. 2009 kw2, 2009, kw 1,2009 jan I feb I m r t apr | mei I jun I Jul ! auq i sep
kw4.2009 okt i nov I dec
I kw 2. 2010 kw 1.2010 jan [ feb I mrt ; apr I mei S jun
kw4.2010 I kw 1. kw 3^2010 . Jul I ^aug__l sep , okt I nov ! dec < jan
u Lh
111
Lh
Lh Lh LH
Lh
fa Qi
Lh
in
I Voortgang
Samenvatting
Bcterne taken
Mijlpaal
Projectsamenvatting
Externe mijlpaal
Pagina 1
Deadline
| ^
o