newton 1
Magazine ter inspiratie van E.ON-relaties
kennis
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
newton 11
Duurzame nrgi 4 heeft glDhongr 11 Alexandra van Huffelen Rotterdam ambitieus met transitie
14
investeringen ook plaatsvinden, hangt mede af van financiers. zij lijken niet al te happig om geld te steken in de energietransitie.
Slimme m/v Jan van Betten van Nudge
Duurzame energie geldhonger tempo in heeft duurzame energie is nodig. of al die een structurele verhoging van het investerings-
Mest, afval en rioolslib
Groen gas:
MAART 2011
newton
newton 2
Newton
Sir Isaac Newton, Brits natuurkundige, wiskundige, filosoof en alchemist (4 januari 1643 - 31 maart 1727). In de wiskunde ontdekte hij onder meer de differentiaalrekening en de integraalrekening (met Leibniz) en het Binomium van Newton. In zijn hoofdwerk Philosophiae Naturalis Principia Mathematica uit 1687 beschreef Newton onder andere de zwaartekracht en de drie wetten van Newton, waardoor hij de grondlegger van de klassieke mechanica werd. Op het gebied van optica schreef
6
hij het standaardwerk Opticks, vond hij de Newtontelescoop uit en ontwikkelde hij een theorie over kleuren, gebaseerd op het prisma, dat van wit licht een zichtbaar spectrum maakt. Door de lezen van de Britse Royal Society is Newton in 2005 gekozen als de grootste geleerde in de hele geschiedenis van de wetenschap.
24 03
100 woorden van...
Pier Nabuurs
04
Rotterdam ambitieus met transitie naar duurzaam
Interview met Alexandra van Huffelen
06
Groengas
geen proefbalon meer
11
Duurzame energie heeft geldhonger
Over de financiering van de energietransitie
13
Aankondiging FD Debat
14
Slimme M/V
Jan van Betten van Nudge
16
Inspiratie
Biogas
18
Afval is wat waard
22
De droom van Gertjan Lankhorst
24 Dubbelinterview
Kees Maas en Jelle van Everdingen
27
Je kunt niet milieuvriendelijk ontwerpen wanneer je zelf verspilt
Interview Ontwerpbureau VanBerlo
30
Feiten en fabels
over greenwashing
27 Colofon Newton is een publicatie van E.ON Benelux voor zakelijke relaties. Redactie Maxim Brouwer Ellen Hoogerdijk Edwin Kotylak Jacinta Janmaat Contactgegevens E.ON Benelux Postbus 8642 3009 AP Rotterdam www.eon-benelux.com
[email protected]
Tekstbijdragen Jan Bletz, Wilmie Geurtjens, Maarten van der Schaaf, Veronique van der Waal, Michiel Zonneveld. Vormgeving LVB Networks, Amersfoort Productie Pilgrims Productions Drukwerk Mediacenter, Rotterdam Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van artikelen of beeldmateri-
Fotografie & beeldmateriaal Micha Marlissa, Rob Niemantsverdriet, Paulien de Gaaij, Van Berlo, Hollandse Hoogte, Thinkstock, NASA.
aal is toestemming nodig van E.ON Benelux. In de meeste gevallen zal die graag worden verleend. De mening van personen of organisaties in de artikelen vertegenwoordigt niet het standpunt van E.ON Benelux, tenzij nadrukkelijk aangegeven.
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
newton 3
100 woorden van...
Pier Nabuurs
In 1973 bracht de oliecrisis een schok in de energiewereld teweeg. Er kwam beweging, gevoed door betrokkenheid en verantwoordelijkheid: milieu, klimaat, geopolitiek en ‘alternatieve’ energie. De liberalisering die eind jaren ‘90 begon was de eerste stap naar een vrije energiemarkt. De transitie van een monopolistische, door de overheid gedomineerde en gereguleerde markt naar een echt vrije markt duurt minstens een halve eeuw. Angst voor verlies van marktaandeel en ‘bescherming’ van consumenten zijn niet de juiste reacties. Niet voor de consument noch voor het energiebedrijf, de politiek of het klimaat. We moeten nog de nodige stappen zetten op weg naar een volledig vrije en optimaal functionerende energiemarkt, waarin de consument actief kan participeren zowel als consument maar ook als producent. Een verandering die voor de zittende orde mogelijk niet geheel pijnloos zal verlopen.
newton 4
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Wethouder Alexandra van Huffelen
Rotterdam ambitieus met transitie naar duurzaam Enkele jaren geleden legde Rotterdam de lat hoog. De uitstoot van CO2 moest volgens het Rotterdam Climate Initiative in 2025 met de helft zijn teruggebracht. De havenstad heeft haar ambities op het gebied van duurzaamheid sindsdien niet getemperd. Wethouder Alexandra van Huffelen (D66) van duurzaamheid, binnenstad en buitenruimte vertelt hoe de stad bezig is te vergroenen.
De stelling van Alexandra “Voor de transitie naar duurzaamheid is CCS onontbeerlijk.” Bent u het eens of oneens met deze stelling. Laat het ons voor 27 april 2012 weten op www.eon-benelux. com/newton. Hier vindt u later ook de uitslag.
“Ik geloof dat de CO2-reductie inderdaad nog steeds reëel is. Ik zeg dat omdat we ons niet alleen als stadsbestuur aan die doelstelling hebben verbonden. Het Rotterdam Climate Initiative (RCI) is een samenwerking met grote partners als het Havenbedrijf, de grote hier gevestigde bedrijven in de haven (verenigd in de brancheorganisatie Deltalinqs) en de milieudienst DCMR. Dat betekent dat het breed wordt gedragen.” Bent u niet bang dat de steun voor het RCI afneemt nu het economisch slechter gaat? “Nee, dat geloof ik niet. Op de eerste plaats zijn alle partijen doordrongen van het belang van de reductie van de uitstoot van CO2 en de transformatie van hun activiteiten. Daarom willen we verder gaan dan internationaal is afgesproken. Rotterdam ligt niet alleen aan de zee, het is ook een deltagebied, waar al het water uit het achterland naartoe stroomt. Ook merken we dat de neerslag toeneemt. Dat betekent dat we direct met de gevolgen van de klimaatverandering te maken hebben. Ons
beleid is er dus ook op gericht droge voeten te houden. Bovendien zie ik geen tegenstelling tussen economie en verduurzamen. Uit onderzoek van de Boston Consulting Group is gebleken dat naar schatting tot 2025 voor ruim 11 miljard aan investeringen moeten worden gedaan voor het verminderen van CO2-uitstoot. Het gaat om de aanleg van pijpen, installaties, netwerken etcetera. Dat is een enorme economische impact voor de regio, die jaarlijks 3.400 banen zal opleveren. Die transitie is overigens ook noodzakelijk vanwege het schaarser worden van olie en gas. Om als haven en industriegebied ook op de lange termijn concurrerend te blijven, moeten we in deze transitie-fase voorop blijven lopen. Het Havenbedrijf speelt hier stevig op in met de uitgangspunten in Havenvisie 2030 die eind vorig jaar is gepresenteerd. Daarnaast zijn ook de emissierechten van belang. De uitstoot van CO2 kost gewoon geld. ” Maar is zo’n radicale reductie van CO2-uitstoot wel te realiseren? “We verwachten veel van CCS, het afvangen en opslaan van CO2 (Carbon Capture and Storage). En CCS is geen concept voor de verre toekomst. Op dit moment wordt een deel van de CO2 zelfs al in de kassen in het Westland hergebruikt. We ontwikkelen plannen om CO2 in oude olievelden in de Noordzee op te slaan. Een van de mogelijkheden waar aan wordt gewerkt is om CO2 te gebruiken om restolie uit bijna lege olie- en gasvelden op te pompen. De grote uitdaging is om CCS grootschalig te gaan aanpakken. Dat zal nieuwe eisen stellen. Het betekent bijvoorbeeld dat CO2 zal
newton 5
PERSONALIA NAAM: Alexandra van Huffelen FUNCTIE: Wethouder Duurzaamheid, Binnenstad, Buitenruimte en Groen Rotterdam (D66)
MEER INFORMATIE www.rotterdam.nl/wethoudervanhuffelen www.havenvisie2030.nl www.road2020.nl
Is het huidige college van Rotterdam ambitieuzer dan het vorige? “Die vraag kan ik met nee en ja beantwoorden. Het RCI loopt al een aantal jaar. Maar dit college verbindt de doelen van het RCI nog concreter aan een beleid dat het leefklimaat en de gezondheid van de burgers in de regio verbeteren én de economie versterkt. Je moet dan denken aan het verbeteren van luchtkwaliteit en verminderen van geluidsoverlast en het bieden van ruimte aan innovatieve bedrijven. Zo zijn we bijvoorbeeld bezig met het stimuleren van elektrisch rijden en hebben we het eerste landelijke elektrisch vervoercentrum. Hier kan men kan proefrijden in een elektrische auto, maar ook voorlichting krijgen over de aanschaf ervan. Wat de Rotterdammers ook heel direct merken zijn de maatregelen waarmee we ons aan de klimaatveranderingen aanpassen.” moeten worden gezuiverd voordat het kan worden opgeslagen en hergebruikt. Een belangrijk initiatief vind ik het project ROAD (Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject). Dat is een plan van onder andere E.ON om jaarlijks 1,1 miljoen ton CO2 van een nieuwe elektriciteitscentrale op de Maasvlakte af te vangen en op te slaan. Als we er in slagen CCS op grote schaal van de grond te trekken, zal Rotterdam zich echt van haar concurrenten blijven onderscheiden. Een van onze voordelen is dat grote industrieën en energieproducenten hier zijn geconcentreerd. Dat betekent dat het eenvoudiger is samen te werken. Niet alleen met CCS overigens, maar ook door co-siting.”
Wat moeten we ons bij co-siting precies voorstellen? “Bedrijven kunnen duurzamer produceren door samen te werken. Bijvoorbeeld door energievoorzieningen te delen. Je kan ook denken aan concepten waarbij gebruik wordt gemaakt van restwarmte. Nu al wordt een deel van de Rotterdamse huishoudens verwarmd met de restwarmte van de Afvalcentrale Rijnmond. Een ander mooi voorbeeld van wat co-siting kan opleveren is een project waarbij we de overtollige warmte van een energiecentrale gebruiken voor de LNG installaties.” (newton: LNG wordt op zeer lage temperatuur verscheept. Het dient te worden verwarmd om per pijpleiding verder te kunnen vervoerd).”
Aan wat voor maatregelen moeten we dan denken? “Het afgelopen jaar hebben we al een enorme ondergrondse waterberging onder het Museumpark in gebruik genomen. Die kan het water bij zware regenbuien gaan opvangen. We ontwikkelen verder zogeheten waterpleinen. Dat zijn speelpleinen die bij extreem nat weer als waterbassin gebruikt kunnen worden. Een ander concept zijn de groene daken. Die maken de stad niet alleen mooier en groener, maar ze helpen ook regenwater vast te houden. Een vervolgstap is de daken te gebruiken voor • de ontwikkeling van stadslandbouw.”
newton 6
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
GroenGas geen proefbaLlon meer Groengas is de meest recente toevoeging aan het rijtje duurzame energiebronnen die de energietransitie moeten gaan vormgeven. Wordt Nederland na Slochteren een groengasland?
newton 7
newton 8
KENNIS
mensen
De tijd dat de Nederlandse gasindustrie een bescheiden rol speelde in het debat rondom de verduurzaming van de energievoorziening is voorbij. De gassector, die 50 procent van de totale Nederlandse energievoorziening verzorgt, heeft zijn troefkaart op tafel gelegd: groengas. En plots gaat het dan snel. De Green Deal over groengas die afgelopen najaar werd gepresenteerd door het kabinet is bijzonder ambitieus: een brede alliantie van energiebedrijven, overheden en kennisinstellingen hebben toegezegd de mouwen op te stropen om de productie van groengas de komende 20 jaar op te voeren van de huidige 30 miljoen naar 3 miljard m3 in 2030. In 2014 moet de huidige productie al zijn opgeschroefd tot 300 miljoen m3, een vertienvoudiging in twee jaar tijd. Niet alleen de gassector, maar ook andere energiebedrijven, de automobielindustrie en milieuorganisaties geloven dat groengas de energietransitie kan versnellen. Groengas wordt gezien als een belangrijk middel om de Europese doelstelling van 14 procent
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
duurzame energie in 2020 te halen. Bovendien draagt de ontwikkeling van groengas bij aan het overheidsbeleid om Nederland te positioneren als de gasrotonde van (Noordwest-) Europa en aan de totstandkoming van een bio based economie. Maar hoe realistisch zijn deze voorspellingen eigenlijk? Bram van der Drift van Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) erkent dat er ‘een beetje hyperig’ wordt gedaan over groengas. “De verwachtingen van ver-
gassing, de nieuwe technologie om groengas te maken uit biomassa, zijn hooggespannen. Iedereen maakt elkaar nu enthousiast en wil bij de ontwikkeling betrokken zijn. Zelf geloof ik ook in de mogelijkheden van groengas. Ik hoop dus niet dat het een hype is, maar ik kan het niet uitsluiten.” Van biogas naar groengas Groengas is eigenlijk niets nieuws. Sinds 1987 onttrekt afvalverwerkingsbedrijf Attero
DOSSIER
Klimaatneutrale kassen met behulp van groengastechnologie Afgelopen najaar werden er verschillende Green
Lans wordt hierdoor in een klap voor 80 procent
Deals gesloten over groengas. Zo reikte het ka-
duurzaam. Maar er is meer: bij de opwaardering
binet subsidie uit aan vijf jonge Zeeuwse boeren
van biogas naar groengas komt jaarlijks 28,8
die gas gaan produceren uit de resten van uien,
miljoen kilo CO2 vrij – die tijdens het groeiproces
tomaten en mest.
van de bewuste biomassa uit de atmosfeer is
De inzet van het project, genaamd Groen Poort,
aan het naastgelegen glastuinbouwgebied.
is een jaarlijkse productie van 31,5 miljoen m3
Daarmee wordt nog eens 5 tot 8 procent energie
biogas door middel van vergisting. Het biogas
bespaart. Groene Poort streeft naar een klimaat-
wordt opgewerkt tot 21 miljoen m groengas.
neutrale glastuinbouw en wordt ondersteund
Een deel daarvan gaat direct naar het aardgas-
door het Productschap Tuinbouw, LTO Glaskracht
net, de rest wordt geleverd aan glastuinbouw-
Nederland en het ministerie van Economische
bedrijf Lans in Maasland. De energievraag van
Zaken, Landbouw & Innovatie.
gehaald. De zuivere CO2 zal worden geleverd
3
newton 9
“De groengasproductie kan oplopen tot maar liefst 20 miljard m3, de helft van de Nederlandse gasbehoefte.”
Profiel
E.ON en groengas E.ON beheert de grootste biomassavergister van Europa in Schwandorf, Duitsland. De vergister in Beieren heeft een productiecapaciteit vergelijkbaar met 10 MW. Het groene gas wordt sinds 2008 direct aan
al gas aan een stortplaats in Tilburg. Het biogas wordt daar in een speciale installatie opgewerkt tot groengas en ter plekke geïnjecteerd in het regionale aardgasnetwerk. Begin 2011 passeerde Attero, dat inmiddels op vier locaties groengas opwekt, de productie mijlpaal van 100 miljoen m3. De nieuwe ontwikkelingen rondom groengas hebben volgens een woordvoerder van Attero alles te maken met het nieuwe subsidiestelsel. “Vanwege de forse aanvangsinvesteringen is subsidie onontbeerlijk. Sinds 2009 is groengas toegevoegd als categorie bij de SDE-regeling. Dat heeft geleid tot hernieuwde aandacht.” Ook op boerderijen wordt er al lang gas gewonnen. Boeren verzamelen mest in biogasinstallaties waar bacteriën door middel van vergisting organische stoffen omzetten in biogas. Die techniek is met name geschikt voor natte biomassa, zoals mest, organisch afval en rioolslib. Bram van der Drift: “Dat gas wordt echter niet toegevoegd aan het aardgasnet. Dat gaat immers niet zo maar. Het biogas moet eerst worden gezuiverd van vocht, zwavel en C02. Vervolgens moet het gas op druk worden gebracht. Voor veel boeren is dat proces te ingewikkeld en te duur. Daarom zetten zij het biogas nu om in elektriciteit met behulp van een WKK-installatie. Die zijn helaas niet zo efficiënt: er gaat veel warmte verloren.” Een ander nadeel van deze manier van gaswinning uit biomassa is de versnippering: er zijn relatief veel kleine bronnen, waardoor het lastig is om de productie op te schalen. Een van de plannen om deze obstakels te overwinnen behelst het aanleggen van een pijpleiding tussen boerenbedrijven waarin het biogas kan worden getransporteerd naar een centrale plek (zogenaamde Groengas Hubs) waar het gas kan worden gezuiverd en op druk gebracht. Op die pijpleiding zouden ook rioolwaterzuiveringsinstallaties
kunnen worden aangesloten want die installaties wekken ook al langer gas op door organische stoffen uit het afvalwater te vergisten. Net als op boerderijen wordt dat gas nu nog voornamelijk omgezet in elektriciteit.
het Duitse aardgasnet toegevoegd.
Doorbraak in vergassingtechnologie De productie van groengas uit natte biomassa kan oplopen tot pakweg twee miljard m3 per jaar. Dat lijkt veel, maar gezien de totale Nederlandse gasbehoefte van 40 miljard per jaar is die bijdrage bescheiden. Het huidige enthousiasme over groengas is vooral te danken aan de ontwikkeling van een andere technologie waarmee groengas kan worden opgewekt: vergassing van droge biomassa. Van der Drift: “Bij ECN hebben we een unieke technologie ontwikkeld om droge biomassa, zoals sloophout, snoeiafval en gemaaid gras, om te zetten in groengas.” Twee facetten van de nieuwe technologie zijn cruciaal. “Allereerst hebben we een zeer efficiënte methode ontwikkeld om teer te verwijderen, waardoor er geen schadelijke milieueffecten ontstaan bij het vergassen. Ten tweede haalt de vergasser een zeer hoog rendement van pakweg 70 procent. Daardoor loont het om droge biomassa te importeren uit andere landen. Met behulp van vergassing kan de groengasproductie oplopen tot maar liefst 20 miljard m3, de helft van de Nederlandse gasbehoefte.”
De biomassa die wordt vergist in
Pakweg 5.000 huishoudens worden zo volledig voorzien van groengas. E.ON bekijkt de mogelijkheden om dit groengas ook in Nederland te gaan leveren.
Schwandorf is afkomstig van circa honderd boeren uit de omgeving. Energiegewassen zijn voor hen een interessante nieuwe bron van inkomsten. Zowel uit economisch als ecologisch perspectief is het vergisten van biomassa alleen interessant als de biomassa niet over een grote afstand hoeft te worden getransporteerd naar de fabriek. De brandstof van de vergister bestaat niet alleen uit maïs, maar uit een echte biomassamix. Gras, en zogenaamde catch crops, allerhande groen dat tussen gewassen groeit, behoren tot de voornaamste vormen van biomassa die de vergister verwerkt tot biogas. Het grote voordeel daarvan is dat deze biomassa niet concurreert met voedselgewassen en dus niet voor inflatie zorgt op de mondiale voedselmarkt. Bovendien zorgt de groei van deze gewassen tussen de voedselgewassen voor de verhoogde vruchtbaarheid van de bodem en voor toegenomen kwaliteit van de akkers.
Import van biomassa Kiezen voor groengas door middel van vergassing van droge biomassa, betekent kiezen voor de import van droge biomassa uit landen als Brazilië, Canada en Rusland. Houtsnippers op een schip de oceaan oversturen om in Nederland te vergassen, heel duurzaam klinkt het niet. Toch kan dat een goede optie zijn, zegt Van der Drift. “Vijf procent van de biomassa verlies je >>
E.ON beschouwt groengas als een aantrekkelijke duurzame energiebron, die van grote waarde kan zijn in de transitie naar een duurzame energievoorziening. E.ON behoort tot de mondiale voorhoede als het gaat om de exploitatie van groengas. De totale output van alle biomassavergisters van E.ON in Duitsland is ongeveer 30 MW.
newton 10
bij het transport, dat is te overzien. Een andere optie is ter plekke vergassen en dan verschepen in de vorm van LNG. Maar verschepen moet je toch.” Hans Overdiep, namens GasTerra bestuurslid bij de Stichting Groengas Nederland, is geen voorstander van het verschepen van biomassa. “Als we biomassa in Rusland vergassen kunnen we dat via het gasnet hierheen transporteren. In tegenstelling tot het transport van elektriciteit zijn de verliezen bij gastransport met pijpleidingen nihil.” Van der Drift is zich daarvan bewust, maar
DOSSIER
Rijden op groengas of elektrisch rijden? Ruud Lubbers rijdt in een elektrische auto,
manier waarop de elektriciteit die ze
Ed Nijpels rijdt op groengas. De oplaadpaal-
gebruiken is opgewekt. Vreemd, want de
tjes voor elektrische auto’s komen als pad-
elektriciteit uit een kolencentrale is toch
denstoelen uit de grond, evenals het aantal
minder duurzaam dan van een zonnepa-
groengas tankstations. Maar welke techniek
neel.
is nu groener? En welke techniek wordt door
Auto’s die op (groen) gas rijden komen niet
de nieuwe belastingregels nu gestimuleerd
in aanmerking voor 0 procent bijtelling
of tegengewerkt?
want die auto’s overschrijden de 50 gram CO2-uitstoot per kilometer ruimschoots. Ook
Auto’s die minder dan 50 gram CO2 per
dat is vreemd, want de CO2 die groengas-
kilometer uitstoten zijn volgens de nieuwe
auto’s uitstoten is eerder onttrokken uit de
regels bijtellingsvrij tot 2014. Elektrische
atmosfeer – door de groei van biomassa –
auto’s vallen in die categorie, ongeacht de
en dus CO2 neutraal.
hij wijst ook op de risico’s. “Door in een ander land een installatie te bouwen, ben je afhankelijk van de lokale (politieke) situatie. Die kan veranderen. Kijk naar Shell, dat ooit heeft gekozen voor een grote raffinaderij in Pernis. In eerste instantie lijkt het goedkoper om een raffinaderij op te zetten op de plek waar de olie uit de grond komt, maar dat is niet altijd zo. De problemen van Shell in Nigeria laten dat duidelijk zien.” Voor deze discussie is gelukkig nog tijd genoeg, want de vergassingstechnologie moet eerst nog een paar ontwikkelingsfasen doorlopen. De eerste demonstratie-installatie wordt momenteel gebouwd in Alkmaar door ECN, energie en afvalnutsbedrijf HVC en TAQA Energy. In 2013 moet de proefvergasser, genaamd MILENA, klaar zijn. Rondom MILENA wordt ook het Nederlandse Expertisecentrum Biomassavergassing opgezet waar bedrijfsleven en wetenschap aan de slag kunnen met de verdere ontwikkeling van de technologie. Naar verwachting volgt in 2017 een commerciële installatie met een • vermogen van 50 tot 100 MW.
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
newton 11
Duurzame nrgi heeft gldhongEr
duurzame energie is nodig om het gestelde doel van 14 procent te halen. Of al die investeringen ook plaatsvinden, hangt mede af van financiers. Zij lijken niet al te happig om veel geld te steken in de energietransitie.
Een structurele verhoging van het investeringstempo in
newton 12
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
afdoende is; er wordt te weinig geïnvesteerd om te voldoen aan de eis dat de Nederlandse CO2-emissies in 2020 twintig procent lager liggen dan in 1990.”
Martijn Broekhof (links) en Sweder van Wijnbergen in discussie tijdens FD-Energiedebat.
Het aandeel hernieuwbare energie in de totale Nederlandse energievraag bedraagt nog geen 4 procent, terwijl het Europese gemiddelde bijna 12 procent is. Om te voldoen aan de Europese doelstelling van 14 procent in 2020, moet er in Nederland de komende acht jaar rond de 12 miljard euro (uitgaande van 1 GW tot 2020) worden geïnvesteerd, schat Marc Schmitz, Senior Vice President van Rabobank International, afdeling Renewable Energy & Infrastructure Finance. Een voorzichtige schatting: de Energieraad denkt dat er voor uitbreiding van de productiecapaciteit 35 tot 40 miljard euro nodig is, ING gaat zelfs uit van 56 miljard tussen 2010 en 2020. Waar moet al dat geld vandaan komen? Het was een vraag die aan de orde kwam tijdens het Energiedebat van Het Financieele Dagblad en E.ON afgelopen december over de financiering van de energietransitie. De discussie werd gedomineerd door de bekende econoom Sweder van Wijnbergen, die een CO2-tax als belangrijkst oplossing ziet voor dit vraagstuk. Hierdoor wordt de energie die gewonnen wordt uit kolen, olie en gas structureel duurder, en kan er een gelijk speelveld ontstaan voor duurzame en fossiele energie. De investeringen in hernieuwbare energiebronnen zullen dan toenemen, aldus Van Wijnbergen. “In theorie heeft Van Wijnbergen gelijk. Alleen is de CO2tax politiek gezien niet haalbaar. We hebben tenslotte al een systeem van handel in emissierechten”, zegt Martijn Broekhof, Power Programme Associate van het European Climate Foundation, een organisatie die zich inzet voor maatregelen tegen het broeikaseffect. “Het probleem is alleen dat het handelssysteem niet
Verzwakt Sterker nog, de investeringen in duurzame energie blijven over de hele linie achter. Niet alleen in Nederland trouwens, in heel Europa zijn er enorme bedragen nodig om duurzame energie verder te ontwikkelen. Alleen al voor de opwekking van duurzame energie in Europa is de komende acht jaar rond de 500 miljard euro nodig, verwacht Schmitz. “De energieproducenten gaan dat niet zelf betalen, daarvoor zijn hun balansen in de afgelopen jaren te zeer verzwakt.” De gebruikelijke externe financiers, de banken en verschaffers van risicodragend vermogen, lopen bovendien niet over van enthousiasme voor energie, en al helemaal niet voor duurzame energie. Schmitz denkt dat deze partijen slechts 120 miljard van de benodigde 500 miljard beschikbaar zullen stellen. “Ik voorzie dat dit een groot probleem wordt voor de sector.” Weliswaar is er op termijn een redelijk rendement te behalen – windenergie zal rond 2030 bijvoorbeeld goed kunnen concurreren met fossiele brandstoffen – maar toch Benodigde nvesteringen per toepassing tot 2020 (in mld) Land en tuinbouw 7 Windenergie 21
Gebouwen 44
Biomassa 18 Zonne-energie 2 Warmtepompen Geothermie 6 7
De investeringen zijn vooral nodig voor energiebesparende maatregelen (44 miljard euro). Van de resterende 56 miljard gaat het grootste deel naar windturbines op zee en biomassainstallaties. Jaarlijks wordt er nu 2 miljard euro geïnvesteerd. Er is dus een investerings- en financieringsgat van circa 8 miljard euro per jaar, aldus ING. Bron: Ecofys/ING, rapport Hernieuwbare energie in Nederland tot 2020.
newton 13
hebben financiers koudwatervrees. “Ze schatten de risico’s vaak veel te hoog in. Duurzame energie is voor hen ook nog een nieuw, onbekend terrein”, verklaart Broekhof. De laatste (crisis)maanden komt daarbij dat banken en andere verschaffers van vreemd vermogen steeds meer aversie krijgen tegen het uitlenen van geld, zeker als het gaat om langlopend vermogen”, constateert Schmitz. “En als ze over de brug komen, doen ze dat tegen een veel hogere rente dan enkele jaren geleden. Dit is weer direct van invloed op de verschaffers van eigen vermogen. Immers: als van een project het rendement gelijk blijft, dan daalt het rendement op eigen vermogen. Private Equity-huizen en andere verschaffers van risicodragend kapitaal zullen dus nog kritischer zijn bij de selectie van projecten in duurzame energie dan ze al waren.” Helpende hand Misschien kunnen andere partijen de benodigde financiering opbrengen, hopen Broekhof en Schmitz. Particulieren, bijvoorbeeld, die hun eigen zonne- of windenergie opwekken. Of institutionele partijen zoals de pensioenfondsen en kredietverzekeraars – in navolging van PGGM, dat een minderheidsbelang heeft genomen in een offshore-windpark van DONG Energy. Of leveranciers van turbines en andere hardware, zoals General Electric, die geld in energiebedrijven steken. Maar de belangrijkst kandidaat om de sector een helpende hand te reiken lijkt toch de overheid. Om te beginnen kan de overheid indirect een bijdrage leveren: “De Nederlandse overheid kan een consistent beleid voeren. Ik denk zelfs dat dat de belangrijkste manier is om de risicoperceptie bij financiers terug te dringen. Nu handelt de overheid inconsistent. Zo wordt de offshore-industrie als een topsector aangemerkt, maar wind op zee valt buiten de boot bij de SDE+-regeling om duurzame energie te stimuleren”, zegt Broekhof. Om het investeringsklimaat nog verder te verbeteren, kunnen overheden uiteraard ook zelf geld beschikbaar stellen voor duurzame energie. In diverse Europese landen hebben overheden in aanvulling op allerlei subsidieregelingen bijvoorbeeld investeringsbanken opgericht, waarvan de Duitse KfW de bekendste is. In Nederland is de Groene investeringsmaatschappij (GIM) in de maak. “Een goed initiatief”, zegt Broekhof. “Als de GIM investeert in een project, zullen andere partijen eerder meedoen.” Maar of partijen met elkaar de benodigde miljarden zullen opbrengen is de vraag. “Het is haalbaar”, denkt Schmitz. • “Maar het moet wel uit de tenen komen.”
27 maart 2012
Doe mee aan het FD Energiedebat op 27 maart in Amsterdam
De Witte Dame - Eindhoven
Gaan innovaties de haperende transitie naar een duurzame energieproductie redden? Moeten we de energieproductie helemaal decentraliseren met een smart grid? Visionairs beweren dat parkeergarages vol auto’s met brandstofcellen de nieuwe krachtcentrales zullen worden. Dat een op de vier huizen in Nederland straks zijn eigen energievoorziening zal hebben. En veel apparaten hun eigen ingebouwd
Wordt onze auto de krachtcentrale van de toekomst?
energiesysteem zullen krijgen. Maar hoe haalbaar zijn deze opties? Is het niet verstandiger om te focussen op het verbeteren van de efficiency op bestaande technologie? Over deze vragen kruisen drie topsprekers de degens tijdens het derde FD Energiedebat.
Debatteer mee en meld u aan op fd.nl/fdenergiedebat
Doe mee aan het FD-Energiedebat op 27 maart in Eindhoven Gaan innovaties de haperende transitie naar een duurzame energieproductie redden? Moeten we de energieproductie helemaal decentraliseren met een smart grid? Visionairs beweren dat parkeergarages vol auto’s met brandstofcellen de nieuwe krachtcentrales zullen worden. Dat een op de vier huizen in Nederland straks zijn eigen energievoorziening zal hebben. En veel apparaten hun eigen ingebouwd energiesysteem zullen krijgen. Maar hoe haalbaar zijn deze opties? Is het niet verstandiger om te focussen op het verbeteren van de efficiency op bestaande technologie? Over deze vragen kruisen drie topsprekers de degens tijdens het derde FD Energiedebat. Debatteer mee en meld u aan op fd.nl/fdenergiedebat
newton 14
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Slimme m/v
Jan van Betten BOTTOM UP
“Nudge wil een duurzame samenleving sneller dichterbij brengen door op een economisch verantwoorde manier allerlei initiatieven op te pakken. Wij zoeken de samenwerking tussen het bedrijfsleven, de overheid, de wetenschap en de consumenten om het initiatief sneller van de grond te krijgen. De Nudge-aanpak is geïnspireerd door mensen in Duitsland die iets vergelijkbaars deden. Zij waren succesvol door van onder af - bottom up - een verandering te bewerkstelligen. Dat is ook hoe Nudge werkt.”
soort panelen, wel of niet garantie, gezamenlijk inkopen, enzovoorts. Wij hebben samen een buurtbewonersbijeenkomst belegd en het project opgepakt. Inmiddels worden zonnepanelen voor de wijk geregeld. Vervolgens zijn we deze actie breder in gaan zetten: Nudge stelt een basispakket beschikbaar met informatie over installatie van zonnepanelen, waarmee wijken nu alles zonder ons kunnen regelen. Binnen 2 maanden hebben zich 123 buurtburgemeesters gemeld die daarmee aan de slag zijn.”
SWITCH
NIET GELUKT “Ons plan om zwerfafval
“Bij Reed Elsevier werkte ik ook aan duurzaamheid, maar dan vanuit een economisch perspectief. Uit kostenoverwegingen en de wens om je winstdoelstellingen te halen, ga je slimmer en efficiënter werken. Door efficiënter met energie om te gaan, ben je goed bezig in economisch opzicht, maar help je ook het klimaat. Nu heb ik een bewuste switch gemaakt, waarbij de wereld en het klimaat op één staan, en het economisch aspect op de tweede plaats komt.”
SCHRIK
“Kijk eens naar de wereld alsof het een bedrijf is. De cijfers zijn zo zorgwekkend dat ik onmiddellijk mijn aandeelhouders bij elkaar zou roepen. Waarom komen we bij een bedrijf wel in actie en blijven we bij de wereld aan de kant staan? Ik kan dat niet en heb besloten te gaan werken aan een ‘duurzame economie’.”
CLICHé “Dit is het leukste werk dat ik ooit heb gedaan. Er ging een nieuwe wereld voor me open met inspirerende, leuke en intelligente mensen. Mijn clichébeeld dat hier veel geitenwollensokkentypes zouden werken, heb ik fors moeten bijstellen. Het ondernemerschap loont en is leerzaam.”
HOOGTEPUNT “Dat zijn er veel. Een hoogtepunt was toen Albert Heijn besloot om Nudge-suggesties op hun verpakkingen te gaan zetten. Een ander hoogtepunt is het succes van de Actie Zonnekracht. Een meneer in Leidsche Rijn wilde zonnepanelen op zijn dak, en eigenlijk ook voor zijn hele wijk. Hij liep tegen veel lastige vragen aan over terugverdientijd, welk
op te ruimen in de buurt van kantoren via snelle acties tijdens de lunchpauze met de collega’s. Het bottom up principe werkt hier blijkbaar nog niet. Nederland Schoon is kennelijk beter thuis op dat domein.”
GELD “Onze partners zijn commerciële relaties. Zij betalen ons voor opdrachten. Wij werven klanten voor Greenchoice en doen marktonderzoek voor Alliander. Onze Nudge-on-tour trekt door het land om mensen te laten kennismaken met duurzame producten van partners zoals zonnepanelen of elektrische auto’s. We genereren ook inkomsten met ons jaarlijkse evenement Nudge Live, dat bol staat van presentaties, muziek, proeven, drinken en netwerken.”
PEOPLE
“Naast een duurzame planet, richten we ons ook op people. Mensen dichter bij elkaar brengen en beter integreren in de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan allerlei projecten die in de wijk kunnen worden uitgevoerd door vrijwilligers, zoals bijvoorbeeld het wegwerken van taalachterstand of integratieprojecten.”
TOEKOMST “Plannen genoeg voor 2012. We willen op de zakelijke markt aan de slag. De tweede helft van 2012 richten we ons op de wirwar van labels en keurmerken en onderzoeken we of dat duidelijker kan. Dat is belangrijk omdat goed geïnformeerde klanten een betere (zelfstandige) keus voor een merk of product kunnen • maken.”
newton 15
Naam Jan van Betten Beroep oprichter en directeur Nudge Prestatie 22e plaats duurzame top 100 Geboren 10 maart 1962, Den Haag Opleiding Universiteit van Amsterdam, jurist. Meer informatie www.nudge.nl
TITEL
newton newton 16 16KENNIS
ZAKEN KENNISMENSEN mensen
DIALOOG zaken
INSPIRATIE dialoog
E.ON inspiratie
e.on
newton newton 17 17
Biogas PROFIEL: MEST, AFVAL en RIOOLslib Biogas bestaat hoofdzakelijk uit methaan en
België wordt steeds meer biogas gebruikt van
koolstofdioxide. Het gas ontstaat als gevolg van
zowel afvalwaterzuiveringen als afvalstortplaat-
vergisting van organisch materiaal zoals mest,
sen. Door reiniging van biogas kan de kwaliteit
rioolslib of gestort huisvuil. Biogas dat op natuur-
worden verbeterd, met name door verwijdering
lijke wijze ontstaat is bijvoorbeeld moerasgas.
van water en waterstofsulfide. Toepassing vindt
Vanwege de biologische oorsprong is biogas een
bijvoorbeeld plaats in WKK’s en als autobrand-
duurzame energiebron. Het gebruik van (gerei-
stof. In Nederland wordt opgewaardeerd biogas,
nigd) biogas wordt daarnaast aangemoedigd
het zogeheten groengas, bijgemengd in het aard-
vanwege de gunstige verbrandingseigenschap-
gasnet. Ook het maken van LNG van biogas heeft
pen van methaan. Ook kan door het gebruik van
de belangstelling. De LNG is dan bedoeld als
biogas het vrijkomen van het sterke broeikasgas
transportbrandstof voor zware voertuigen.
methaan worden beperkt. In Nederland en
newton 18
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Afval is wat De Napolitaanse protesten tegen de stijgende berg rotzooi of de beelden van kinderen in de sloppen wijken van Calcutta doen soms anders vermoeden, maar toch gaat het goed met het afval. In ieder geval in Nederland. Van de ruim 63 miljoen ton afval die wordt geproduceerd, wordt 84 procent hergebruikt, o.a. om energie op te wekken. De overige 16 procent, ruim 9 miljoen ton, wordt op een zo verantwoord mogelijk manier verwerkt. Slim, want dat is niet alleen goed voor het milieu, onze economie is er ook bij gebaat. We produceren wereldwijd heel wat afval. Exacte getallen zijn moeilijk te geven, het is erg lastig om betrouwbare data te achterhalen. Cijfers maken wel keer op keer duidelijk dat er een directe relatie is tussen economische groei en hoogte van het inkomen enerzijds en de hoogte van de afvalberg. De blijvende trek van de wereldbevolking naar verstedelijkt gebied leidt ook tot meer afval. Voeg daar de groei van de wereldbevolking aan toe en de noodzaak van structurele oplossingen voor het afvalvraagstuk in alle delen van de wereld laat zich raden. PROFIEL
E.ON Energy from Waste Met een structureel tekort aan vuilverwerkinginstallaties in Italië is dat land voor Nederlandse afvalverwerkers een interessante groeimarkt geworden. E.ON Energy from Waste in Delfzijl, sloot recentelijk een contract met de stad Napels om een jaar lang tot maximaal 150.000 ton afval te verwerken. Het gaat per schip naar de afvalverbrandingcentrale in Delfzijl waar het wordt omgezet in warmte. Het opwekken van energie door het verbranden van afval wordt in Italië alleen in het noorden op grote schaal gedaan. De capaciteit is echter onvoldoende, waardoor gemeenten een hoge prijs moeten betalen voor elke afgeleverde ton afval. Hierdoor belandt veel afval op stortplaatsen. Meer informatie: www.eon-energyfromwaste.com/Leistungen/484.aspx
De westerse wereld is zich al jaren bewust van het belang van goed afvalmanagement. Het besef van een kleine groep dat verwoord werd in het eerste rapport van de Club van Rome in 1968 is inmiddels gemeengoed in het denken van bestuurders, de top van het bedrijfsleven, en van ook steeds meer consumenten. Het inzicht om verstandig met ons afval om te gaan is van alle tijden, zou je kunnen zeggen. Sinds mensen heugenis gebruiken we etensresten en andere biologisch afbreekbaar afval voor dierenvoeding of bemesting. De afvalberg begon snel te groeien toen we dankzij onze snelle industriële vooruitgang via massaproductie steeds goedkopere gebruiksvoorwerpen konden maken. Met de welvaart kwam ook de wens om ons voedsel zo hygiënisch mogelijk te verpakken. Gebruiksvoorwerpen werden wegwerpartikelen. Zonder het ons altijd goed te beseffen, groeide de afvalstroom de samenleving letterlijk boven het hoofd. Industrieel afval, uitstoot van gevaarlijke stoffen, maar ook het grote en overvloedige aanbod van producten. De samenleving kwam er in de jaren ‘60 achter dat dit niet zo door kon gaan. Daar waren soms keiharde confrontaties voor nodig met de ramp zalige gevolgen van het ontbreken
van verantwoord afvalmanagement, zoals het gifschandaal in Lekkerkerk in de jaren ‘80. Hoewel voorbeelden als Plastic Soup of Probo Koala aantonen dat afval management een grensoverschrijdend vraagstuk is, een zaak van lange adem dat over vele schijven loopt, is er in Nederland de laatste decennia grote vooruitgang geboekt. Het Nederlands afvalbeleid vindt een belangrijke basis in het denken van parlementariër Ad Lansink. Hij introduceerde in 1979 via een Tweede Kamer motie het begrip ‘ de Ladder van Lansink’. Kort gezegd bestaat zijn ladder uit vier treden: preventie, hergebruik, verbranden, storten. Het idee is dat het ultieme lot van producten (en daarmee het verlies van alle gebruikte grondstoffen voor toekomstig (her)gebruik) moet worden uitgesteld door materialen voortdurend opnieuw te verwerken in nieuwe toepassingen. Afvalbeleid op basis van de ladder geeft prioriteit aan de meest milieuvriendelijke wijze van verwerking. Nederlands afvalbeleid stimuleerde marktpartijen om de ladder zoveel mogelijk te beklimmen. Impliciet heeft het zo flink geholpen aan de sterke afname van om storten en verbranden van Nederlands afval. In 2010 werd van de ruim 54 miljoen ton industrieel afval en 9 miljoen ton
newton 19
waard Schatting hoeveelheid gegenereerd afval (in kg, per
hoofd van de bevolking, per jaar) in 25 landen, gegroepeerd naar hun inkomensniveau)
Duitsland Frankrijk Verenigde Staten
Libanon Pakistan Egypte
Mexico
Vietnam Thailand
Brazilië
Sri Lanka
Peru
100
Boost Nieuwe duurzame visies zoals Cradle to Cradle van McDonough en Braun gart of The Natural Step van Karl Henrik Robert gaven het nieuwe denken over afval een forse innovatieve injectie. Afval is verleden tijd. Zeker sinds Van Gansewinkel ‘Afval bestaat niet’ lanceerde. Het credo kreeg snel navolging. Afval is een grondstof. En dus handelswaar en financieel kapitaal. In het streven naar een afvalloze wereld komen veel inspirerende ontwikkelingen voorbij die het industrieel landschap de komende jaren fors
Maleisië
Zuid Afrika
Gegenereerde hoeveelheid afval (kg/per persoon/jaar)
huishoudelijk afval maar liefst 84 procent hergebruikt.
Filipijnen
Indonesië
Paraguay Argentinië
Japan
China
India
Colombia Ecuador
Nepal
Zwitserland
400
zullen veranderen. Van Gansewinkel zit bijvoorbeeld mee aan de tekentafel van nieuwe Philips consumentenproducten om al bij het ontwerp met een effectieve, efficiënte en duurzame afvalverwerking rekening te houden. Piet Hein Eek brak zo’n 10 jaar geleden door met het meubilair van gebruikt steigerhout. Zijn succes deed volgen. Het zogenaamde b-hout vindt nu via allerlei massakanalen afzet bij een groot publiek. De befaamde Nederlandse ontwerpclub DROOG Design ontwikkelt samen met grote retailer Marko het concept UP. Daarin krijgen producten die aan het eind van het seizoen onverkoopbaar blijken verrassende een nieuwe functie en een nieuw leven. Het Nederlandse bedrijf Sea2Cradle is bijzonder succesvol in
700
Inkomensniveau Hoog inkomen Gemiddeld inkomen Laag inkomen
de grootindustrie met de verantwoorde verwerking van afgedankte schepen. Het zijn slechts een paar bekende voorbeelden waarmee doorbraken in hergebruik worden bereikt. Verwerking In Nederland wordt jaarlijks zo’n 63 miljoen ton afval geproduceerd. De hoeveelheid industrieel afval is met ruim 54 miljoen ton aanzienlijk groter dan de meer dan 9 miljoen ton huishoudelijk afval die de 16 miljoen consumenten produceren. Per jaar produceert de gemiddelde consument meer dan 550 kilo afval. Ingezameld afval wordt naar verwerkingscentrales gebracht. Daar wordt >> ons afval zoveel mogelijk uitgeplozen.
TITEL
newton 20
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
9 miljoen ton afval van ruim 7 miljoen nederlandse huishoudens 2009 (totaal 9.051 kiloton)
3.866 Huishoudelijk restafval
82
Wit- en bruingoed
642
Grof huishoudelijk restafval
445
Grof tuinafval
87
Verbouwings restafval
38
Bruikbaar huisraad
1.301 GFT-afval
83
Metalen
1.076 Oud papier en karton
327
Houtafval
345
Verpakkingsglas
431
Schoonpuin
65
Textiel
108
Schone grond
21
Klein chemisch afval
108
Overig
26
Kunststof verpakkingen Bron: Vereniging Afvalbedrijven
Omdat consumenten blik nog niet scheiden wordt dit bij AVI’s van het afval gescheiden met speciale magneten. 90 procent van het blik is staal en 10 procent is aluminium. Dit materiaal wordt na scheiding als grondstof geleverd aan hoogovens. In Nederland wordt ongeveer 85 procent van de 215 duizend ton blikverpakkingen gerecycled. GFT-afval maakt de helft uit van ons huishoudelijk afval. Prima basismateriaal voor nuttige producten als compost of energie. GFT wordt gescheiden ingezameld en gaat naar speciale installaties voor compostering. De land- en tuinbouw neemt de helft van het compost af, de andere helft gaat voor een deel naar de groensector en de particulier. GFT wordt ook gebruikt voor vergisting waarbij naast compost ook biogas ontstaat. Dit biogas is ideaal voor duurzame energie. Nederland heeft forse ambities op het gebied van biogas. Het ligt voor de hand dat de afvalsector naast energieproductie door AVI’s ook op dit vlak de komende jaren een grotere rol zal gaan spelen.
Glas staat al decennia lang symbool voor recycling. Veertig jaar geleden werd het misschien nog niet zo genoemd, maar statiegeld leverde natuurlijk meer op dan de kleine aanvulling op het zakgeld van late babyboomers of geld voor inzamelingsacties voor hongerend Afrika. Glas heeft de fijne eigenschap dat het eindeloos hergebruikt kan worden. 80 procent van al ons glas vindt zijn weg wel naar de glasbak en herverwerking. Een ander traditioneel inzamelingsproduct is papier. Oud papier heeft in Nederland menige ijsclub en fanfare voorzien van extra financiële middelen. Vele zaterdagen zijn er opgeofferd voor plaatselijke inzameling. Inmiddels is er op veel plaatsen de papierbak voor in de plaats gekomen. Toen al, en nu nog steeds, loopt Nederland voorop op het gebied van papierrecycling. Van alle vezelgrondstoffen voor papier komt 75 procent van gebruikt papier. Sinds een paar jaar is Nederland een extra inzamelingsstroom rijker: plastic. Vele criticasters zijn verrast door de snelheid waarmee Nederland
Productie Groengas door AFVALSECTOR (miljoen m3) Jaarlijkse groei in milj. m3
20 16 12 8 4 0 2003
2004
2005
Bron: Vereniging Afvalbedrijven, 2010
2006
2007
2008
2009
de scheiding heeft omarmd. In 2009 werd al 38 procent van het kunststof verpakkingsafval ingezameld, in 2010 was dat al 48 procent. Het resultaat is opmerkelijk omdat de Plastic Heroes campagne in 2009 pas goed van de grond kwam en er in het begin scepsis was over de inzamelbereidheid van consumenten. Consumenten betalen sinds 1999 bij de aankoop van een elektrisch apparaat een verwijderingsbijdrage. De overheidsmaatregel die wordt ingerekend in de prijs is zonder veel tegenspraak alom geaccepteerd. De opbrengsten van deze bijdrage gaan naar milieuverantwoorde verwerking van het restafval en hergebruik van materiaal. Nederland dankt per jaar heel wat apparaten af, zo’n 600.000 koel- en vriesapparaten, 550.000 televisies, ruim 600.000 wasmachines en drogers, en daar bovenop ook nog eens een berg van zeker 10 miljoen kleine apparaten, van scheerapparaten tot tosti-ijzers. Al met al vindt dus een steeds groter deel van het Nederlands huishoudelijk afval zijn weg naar een nieuwe volwaardige toepassing. Alles hergebruiken lukt voorlopig nog niet. Het restafval dat echt niet meer hergebruikt kan worden zal naar de stortplaats verdwijnen, of, als het brandbaar is, liever nog verbrand worden in 1 van de 13 AVI’s die ons land rijk is. Want dan levert het bij verbranding in ieder geval nog warmte en elektriciteit op.
newton 21
Hoeveelheid niet hergebruikt afval
Met een totale brandstofvolume van bijna 6,5 miljoen ton afval leverden de AVI’s in 2010 met 3.356 GWh elektriciteit 3 procent van de Nederlandse elektriciteitsproductie en 11,2 PJ aan warmte. Samen goed voor ongeveer 15 procent van de duurzame Nederlandse productie, zoals de sector trots meldt in haar laatste jaarverslag. De levering van elektriciteit en warmte groeide de afgelopen jaren gestaag van in totaal 189 PJ in 2006 naar 23,3 PJ in 2010. De bijdrage in 2010 had nog hoger kunnen zijn, ware het niet dat de sector last lijkt te ondervinden van zijn eigen succes. Door het gebrek aan Nederlands afval moest de laatste jaren ook verbrandingscapaciteit worden afgeschakeld. Dankzij de investeringen in verantwoord afvalbeleid en de beschikbaarheid van moderne verwerking heeft Nederland grote internationale opdrachten gekregen van bijvoorbeeld Duitsland en Italië waardoor de capaciteit de komende periode • goed kan worden ingezet.
Bron Agentschap NL
Verwerkingswijze Hoeveelheden afval (kton) 2006 2007 2008 2009 2010 Storten:
Netto gestort
3.590 3.684 2.996 2.324 1.726
Bbk bouwstoffen
400 523 604 342 400
totaal op de stort gebracht
3.990
4.207
3.600
2.665
2.126
Storten in eigen beheer 65 61 77 75 67
Verbranden
Vergisten en composteren gft-afval 1.313 1.339 1.289 1.258 1.220
5.542 5.788 6.053 6.333 6.459
Totaal verwerkt
10.910 11.394 11.019 10.331 9.872
305 310 311 307 301
Slibverwerking
Hoeveelheid verbrand afval bij alle AVI’s in Nederland
Bron Agentschap NL
Provincie Installatie Hoeveelheden afval (kton) 2006 2007 2008 2009 2010 Groningen E.ON Energy From Waste Delfzijl - - - - 115 Drenthe
Attero Noord BV GAVI Wijster
547 594 625 609 598
Overijssel
Twence Afval en energie
289 293 282 493 588
Gelderland
ARN B.V.
257 244 273 268 281
AVR Afvalverwerking B.V.
346 379 354 361 365
Noord Holland
HVC Afvalcentrale locatie Alkmaar
666
Afval Energie Bedrijf
948 1.118 1.309 1.284 1.401
Zuid Holland
AVR Afvalverwerking Rijnmond
1.172
AVR Afvalverwerking Rotterdam
387 384 384 355 -
HVC Afvalcentrale locatie Dordrecht 196 203 196 189 233
681 1.174
662 1.195
682 1.168
664 1.186
ZAVIN CV 8 7 7 8 9 Noord Brabant
AEC (Afval Energie Centrale) Moerdijk
671
652
709
859
960
SITA ReEnergy 55 59 57 57 59 Totaal 5.542 5.788 6.053 6.333 6.459
Wat anders
Of je maakt er kunst van Afval, daar zit ook muziek in. Of kunst. Dat bewijst
is gericht op hergebruik en dit meestal leidt tot een
Harm Goslink Kuiper, een veelzijdige kunstenaar en
afwaardering van de oorspronkelijke waarde in de
musicus die zijn muziekinstrumenten zelf bouwt van
keten, krijgt materiaal bij upcycling door de nieuwe
afval. Zijn Nederlandstalige liedjes zijn doordrongen
toepassing en nieuwe kwaliteiten of functionaliteiten
van authentieke klanken van zelfgemaakte banjo’s en
juist een hogere waarde. Het Nederlandse merk reWrap
andere snaarinstrumenten van fruitkistjeshout of schil-
brengt I pad hoezen op de markt van hergebruikt
derslinnen, en veel meer. Goslink heeft inmiddels vele
plastic. Het tassenmerk Freitag maakt al jaren van af-
optredens achter de rug en de aandacht van menig
gedankt dekzeil van vrachtauto’s hippe nieuwe tassen
medium getrokken. Zijn benadering en zijn instrumen-
en accessoires.
ten bewijzen dat slim hergebruik tot mooie resultaten kan leiden. Langzaam maar zeker dringen producten
Het zijn een paar voorbeelden van de snel groeiende
van hergebruikt materiaal door in het reguliere aan-
lijst van hippe gerecyclede en geupcyclede producten.
bod. Vele producten blijken daarbij ook een tastbaar
Een uitgebreid overzicht is te vinden op
bewijs dat upcycling mogelijk is. Waar recycling vooral
www.c2c.mbdc.com/c2c.
newton 22
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
De Droom van GertJan Lankhorst In een wereld waar energie en de transitie naar duurzaamheid dagelijks onderwerp van gesprek zijn, is het verwonderlijk dat voor deze sector nog geen gespecialiseerde school bestaat. Vanaf september 2012 verandert dat. Dan beginnen in Groningen de eerste studenten hun opleiding aan de Energy Academy Europe.
Thema’s
Speerpunten van de Energy Academy Europe Energie van overmorgen: zonne-energie, windenergie, waterstofproductie, energieopslag, net-integratie Efficiency en besparingen: decentrale systemen, prosumers, keten-efficiency Gas: kwaliteiten, infrastructuren, markten en economie, biogas Emissie en emissiereductie: op- en afvang, opslag, emissierechten Smart grids: gebruikersinteractie, juridische en technische privacy, communicatietechnologie
Natuurlijk is er zowel in Nederland als daarbuiten een enorme hoeveelheid kennis beschikbaar over energie, zowel op praktisch als op theoretisch terrein. Kennis die, naast onderzoek, onderwijs en innovatie, te vinden is bij bedrijven en overheden, en ingebed in bestaande opleidingen als architectuur, civiele techniek en natuurkunde. Veel en divers dus, maar wel versnipperd. Bovendien zal een deel ervan de komende jaren met de vergrijzing de markt uitstromen. Het was een droom van Gertjan Lankhorst, CEO van Gasterra, om die zee aan kennis onder één dak bij elkaar te brengen. Een bruisende, inspirerende plek, waar iedereen die wil bijdragen
aan het ontwikkelen van betrouwbare en duurzame energiesystemen elkaar zou kunnen vinden. Zowel het individu als de organisatie of het bedrijf. De Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen pakten zijn idee op, en vanaf september 2012 brengt de gloednieuwe Energy Academy Europe het in praktijk. Op niveaus vanaf MBO, en verder tot HBO en Universitair. Naast technische zijn ook maatschappelijke, geografische, economische en juridische aspecten vanzelfsprekend in het lesaanbod geïntegreerd. De uitdrukkelijke intentie is om te werken op basis van onderzoeksvragen uit de markt. Hoezo Groningen? De Hanzehogeschool Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen doen beide al vele jaren en op meerdere faculteiten energie-onderzoek. Op hun campus, in het noordelijke deel van de stad, zullen het gebouw en een proeftuin voor nieuwe vormen van energiewinning worden gevestigd. Wat maakt Groningen, naast die onderzoeken van haar onderwijsinstellingen, nou tot zo’n geschikte plaats voor de Energy Academy Europe? Een logischere vraag is eigenlijk: wat niet? De regio heeft meer dan een halve eeuw ervaring met gaswinning en het bouwen en onderhouden van de bijbehorende infrastructuur. Het is bovendien de gasrotonde van Europa. In ruim vierhonderd bedrijven
newton 23
werken zo’n 30.000 mensen dagelijks op de een of andere wijze aan energie. Deze bedrijven, samen met overheden en kennisinstellingen gebundeld in de Stichting Energy Valley, willen die schat aan expertise verder ontwikkelen en internationaal uitdragen. Internationaal talent aantrekken dus, en innovatie en samenwerking op specialistisch niveau stimuleren. Allemaal participeren ze daarom met kennis en middelen in de opzet en uitbouw van de Energy Academy Europe. Ook de Rijksoverheid doet mee en heeft een eerste subsidie toegekend. Ze ziet energie als een topsector: een sector van bedrijvigheid die internationaal een sterke positie heeft en bijdraagt aan de oplossing van maatschappelijke kwesties. Gedeeld netwerk Andere prangende vraag: waarom zou je, wanneer het zo gemakkelijk is om via internet kennis uit te wisselen, weer een nieuw gebouw neerzetten? Is het niet genoeg om de opleidingen bestuurlijk en administratief bij elkaar te brengen? Het antwoord is een uitgesproken nee, omdat juist fysiek in dezelfde omgeving aan het werk zijn enorm stimulerend is. Het gedeelde netwerk maakt de som tot meer dan de delen. In het gebouw wordt les gegeven aan zowel studenten als aan ROC-docenten die hun kennis willen bijspijkeren, maar er zullen ook veel ontmoetingen zijn met het
bedrijfsleven. De gevestigde namen én de startende onderzoekers. Zij kunnen zich straks uitleven in de proeftuin voor toegepast onderzoek, Entrance (Energy Transition Centre) geheten. In feite kan iedereen met interesse voor het onderwerp energie bij het nieuwe gebouw informatie ophalen, proefopstellingen bekijken en vragen stellen. De ambitie is dat er uiteindelijk een terrein ligt van twee hectare met gebouwen, transformatoren, windmolens, velden met zonnecellen en een ringleiding. Een levend lab, waar MBO’ers veldwerk kunnen doen, HBO’ers onderzoeksvoorstellen schrijven en onderzoekers van de RUG hypotheses uitwerken. Met als doel het ontwikkelen van nieuwe toepassingen voor nieuwe markten. Bij een verwachte verdubbeling van de wereldwijde vraag naar energie is dat een absolute noodzaak. •
Financiën
Kosten van de nieuwe Energy Academy Europe De geraamde investering voor de EAE is tien miljoen euro per jaar gedurende tien jaar. De helft daarvan is voor het gebouw, de faciliteiten en de ondersteuning. De andere helft voor de salarissen van medewerkers aan onderzoek en onderwijs. Hanzehogeschool Groningen en Rijksuniversiteit Groningen nemen ongeveer een derde daarvan voor hun rekening. Bedrijfsleven en (Rijks)overheid financieren eveneens ieder een derde deel.
Profiel Directeur
Noé van Hulst Sinds 5 januari houdt Noé van Hulst zich als directeur bezig met het verder opzetten en uitbouwen van de Energy Academy Europe. De laatste vier jaar was hij secretaris-generaal van het International Energy Forum in Rijadh. Daarvoor werkte hij als directeur Strategie bij het International Energy Agency in Parijs en als Directeur-Generaal voor energie bij het Ministerie van Economische Zaken.
newton 24
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
De veranderingen binnen de agrarische sector volgen elkaar in rap tempo. “Er is van alles aan de hand in onze branche”, stelt Kees Maas, aardappelteler in Biddinghuizen en daarnaast directeur van DCA-Markt. Het Dienstencentrum Agrarische Markt, waar de afkorting voor staat, is onder andere de uitgever van Boer & Business.
boer zoekt Dubbelinterview Kees Maas en Jelle van Everdingen Kees: “In de agrarische markt vindt momenteel een grote omwenteling plaats. Er zijn veel laatste generatie boeren; boeren zonder opvolging. Daardoor kan een select aantal boerenbedrijven heel hard in omvang groeien. Schaalvergroting is aan de orde van dag en boeren hebben zich in de afgelopen jaren gaandeweg ontwikkeld tot managers. De boer is een ondernemer geworden.”
PERSONALIA: NAAM: Kees Maas FUNCTIE: akkerbouwer en directeur van DCAMarkt, uitgever van de website Boer & Business voor agrarische ondernemers (50.000 unieke bezoekers per maand). OVER Maas: Na de landbouwschool werkte Kees op de beurs van Amsterdam. In 2001 nam hij het akkerbouwbedrijf van zijn vader over. Op 130 hectare in de Flevopolder verbouwt hij frietaardappelen voor Aviko en McDonalds, uien, suikerbieten en graan.
MODERNE BOER Volgens Kees is de nieuwe generatie boeren een heel ander volk dan hun voorgangers. “Jonge agrariërs zijn doorgaans hoger opgeleid en bijzonder goed op de hoogte van de wereldwijde voedsel- en klimaatproblematiek, technologische en macro-economische ontwikkelingen. De Nederlandse boeren van nu zijn innovatieve en vooruitstrevende ondernemers met een duidelijke visie. Ze zijn kritisch en managen hun bedrijf op cashflow. Verder zijn ze in toenemende mate energiebewust.”
Op de website www.boerenbusiness.nl kunnen agrarische ondernemers terecht voor onafhankelijke branche-informatie. Abonnees worden via de website en het gelijknamige tijdschrift op de hoogte gehouden van nieuws, achtergronden, actuele marktkoersen en weersinformatie. Kortom, alles waar een moderne boer behoefte aan heeft. TROUWE KLANTEN Tot voor kort bevatte de kennissite echter geen noemenswaardige informatie over energie, terwijl dit volgens Kees toch een thema is dat sterk leeft in zijn branche. Met name onder ‘superboeren’ zoals hijzelf, de grotere afnemers van energie in de agrisector. Hoe komt dat? “De energiemarkt is nog altijd erg onduidelijk en ondoorzichtig. Vind maar eens een goede, overzichtelijke energie-site”, zegt Kees. “Daar komt bij dat boerenbedrijven door de meeste energiebedrijven nog altijd worden beschouwd als particulieren.
newton 25
energiepartner Hoewel boeren energiegrootverbruikers zijn en zij zich sinds een jaar moeten inschrijven bij de Kamer van Koophandel, worden agrarische ondernemingen nog steeds niet overal behandeld als een bedrijf. Tot slot zijn boeren over het algemeen zeer trouwe klanten. Hebben zij eenmaal iets geregeld, dan blijven ze daarbij.” ENERGIEBEWUST Weinig boeren veranderen van energiemaatschappij, vult Manager Channels Jelle van Everdingen aan. “Het is een algemene tendens dat particulieren en bedrijven bewuster willen omgaan met energie. Ook boeren kijken tegenwoordig, zoals Kees al aangaf, heel kritisch naar hun investeringen en rendement. De huidige ontwikkeling van het decentraal opwekken van energie biedt hen bovendien veel nieuwe mogelijkheden. Denk aan vergistingsinstallaties, zonnepanelen en windenergie.” Dat energiebewuste boeren dan toch niet of nauwelijks overstappen naar een andere
energieleverancier is volgens Jelle vooral een erfenis uit het verleden. “Zeven à acht jaar geleden was overstappen lang niet zo eenvoudig als nu. Kiezen voor een andere energieleverancier hield een zeker risico in. En een boer kan nu eenmaal niet zonder stroom. Alles hangt ervan af. Het is onacceptabel als de ventilatoren in een aardappelschuur niet kunnen draaien op het moment dat dat wel nodig is. Dat kan Kees in het ergste geval een deel van zijn oogst, oftewel zijn omzet, kosten. Tegenwoordig verloopt de overstap van de ene naar de andere energiemaatschappij doorgaans probleemloos, maar desondanks nemen veel boeren het zekere voor het onzekere. Zij blijven zitten bij hun huidige aanbieder.”
PERSONALIA NAAM: Jelle van Everdingen FUNCTIE: Manager Channels Business to Business bij E.ON Benelux
BRAINSTORMEN Kees zat op die manier ook al jaren bij dezelfde energieleverancier, maar besloot op een dag de stoute schoenen aan te trekken. “Energie maakt zo’n groot en >>
OVER everdingen: Als Manager Channels komt Jelle dagelijks in aanraking met nieuwe mensen, markten en bedrijven. Zijn uitdaging is om uit de vele mogelijkheden in de markt business te genereren voor E.ON.
newton 26
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
belangrijk onderdeel uit van mijn bedrijfsvoering dat ik me afvroeg of dat nou niet anders, beter, persoonlijker kon. Ik merkte dat deze vraag ook leefde bij mijn directe collega-boeren en bij veel andere agrarische ondernemers uit onze achterban. Toen heb ik E.ON gebeld.” Kees en elf andere grote aardappeltelers werden daarop door Jelle uitgenodigd voor een open brainstormsessie bij E.ON. Gelijk vanaf het eerste moment was er een klik. Bijzonder, want veel boeren kenden E.ON van tevoren niet. “Wij hebben van origine inderdaad geen marktaandeel in de agrisector”, beaamt Jelle, “maar met 30 miljoen klanten in Europa zijn we een grote en betrouwbare partij. Dat maakte indruk.” TERUGVERDIENMODEL E.ON is volgens Jelle bovendien veel meer dan alleen gas en elektra. “We zien onszelf als een betrokken partner van onze klanten. We willen het beste voor hen, nu en in de toekomst. Kees en zijn collega’s kunnen rekenen op een energieleverancier die gericht met ze meedenkt, ze adviseert en ondersteunt bij specifieke energievraagstukken. Die gerichte cliënt- en marktbenadering sprak de boeren volgens mij heel erg aan.” De twaalf ‘superboeren’ die bij E.ON op bezoek gingen, zijn inderdaad erg te spreken over de persoonlijke aanpak van E.ON. “Het draait om vertrouwen en daarmee zit het
e.on
wel goed”, zegt Kees. “Tijdens de kick-off bijeenkomst hebben we gesproken over zaken die ons boeren bezighouden, zoals led-verlichting, isolatie en energie besparen. Jelle vertelde dat we bijvoorbeeld een energiebesparingsonderzoek kunnen laten uitvoeren, mét terugverdienmodel. Als een boer iets mooi vindt, dan is het dat wel”, grijnst Kees. “Ook de mogelijkheid van een benchmark met andere boeren en professionele begeleiding bij lastige energievraagstukken heeft toegevoegde waarde.” ENERGIEPLATFORM Door samen te werken hopen DCA-Markt en E.ON op de website van Boer & Business een digitaal energieplatform te creëren voor de agrarische sector. “Wij weten waar boeren behoefte aan hebben en E.ON is expert op het gebied van energie. Het is de bedoeling dat we al die kennis met elkaar delen, zodat we elkaar kunnen versterken”, zegt Kees. “Wij kunnen de bij ons aangesloten boeren een goede partnerdeal bieden, terwijl E.ON zijn naamsbekendheid in onze sector kan vergroten.” Momenteel wordt gewerkt aan een marketingplan. Verder is op de website van Boer & Bedrijf een E.ON-gedeelte ingericht, dat gaandeweg zal worden uitgebreid. “Onze pagina’s worden nu al wekelijks bezocht door 250 unieke bezoekers”, zegt Jelle trots. “De informatie over de koersen en de uitleg over de energieprijs zijn het meest populair. We voorzien dus duidelijk in een behoefte.” PARTNERSCHAP “Het zou mooi zijn als aardappeltelers, melkveehouders en alle andere boeren van Nederland aan E.ON denken op het moment dat ze een vraag hebben over energie”, vindt Kees. Met een energiebesparingsplan voor zijn bedrijf wil Jelle hem en alle andere boeren laten zien hoe interessant E.ON voor een agrarisch bedrijf kan zijn. Hoewel de uitkomsten hiervan nog niet bekend zijn, is Kees al overtuigd. “Ik geloof oprecht in onze partnerschap en zoals gezegd: boeren zijn • loyale mensen.”
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
newton 27
Het internationaal opererende designbureau VanBerlo werkt steeds vaker volgens het principe van eco efficiency, zodanig ontwerpen dat je een minimum aan grondstoffen gebruikt en producten beter recyclebaar zijn. Omdat tien procent minder materiaal en CO2-uitstoot van één product weinig lijkt, maar in de bulk soms duizelingwekkende besparingen op kan leveren. “We willen iedereen helpen: de fabrikant, de consument en het milieu.”
Je kunt niet milieuvriendelijk ontwerpen wanneer je zelf verspilt
newton 28
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Meer dan honderd prijzen Sinds de oprichting in 1982 won
Natuurlijk zijn de zeventig medewerkers en stagiairs bij VanBerlo’s Eindhovense vestiging (de andere is in Delft) niet standaard gehuisvest. Ze brengen hun creatieve dagen door in een door het bureau zelf ontworpen ruim, licht en praktisch pand, met precies die open uitstraling die het bedrijf wil. Op een dakpatio staan houten picknickbanken, waar medewerkers zomers hun biologische lunch gebruiken. Binnen wisselen fel gekleurde en witte wanden elkaar af. Bij de bouw in 1998 werd waar mogelijk rekening gehouden met het milieu. Het vele glas is HR+, de isolatie uitstekend. Industrieel ontwerper Ad van Berlo begon zijn bureau in 1982, direct nadat hij zijn diploma haalde aan de Design Academy Eindhoven. De eerste tien jaar werkte hij alleen of samen met andere freelancers. Daarna groeide het bureau geleidelijk naar vijftien medewerkers in 1998 tot dertig in 2001, en toen werd het dringen in het pand. Een extra verdieping bracht soelaas en Van Berlo kon onbekommerd doorgroeien naar het huidige aantal mensen. Geloven Vanaf het begin kunnen opdrachtgevers bij VanBerlo terecht voor de meest uiteenlopende projecten. Het belangrijkste criterium is dat het bureau er in gelooft. Lastig mag het best zijn, want van moeilijke dingen leer je het meest. Die brede interesse maakt dat VanBerlo zich buigt over zowel productontwikkeling als engineering, merkontwikkeling en brand implementatie. In mindere mate ook over verpakkingen, bewegwijzering en huisstijlen. “Bij producten gaat het immers ook om het verhaal dat je vertelt aan fabrikanten, marketeers en eindgebruikers”, zegt
Bekendste ontwerpen en concepten van VanBerlo: Maxi Cosi - kinder autostoeltje Philips PerfectDraft - thuistap Yomani payment terminal - pinapparaat Batavus BUB – stadsfiets
VanBerlo meer dan honderd prijzen, waaronder iF Design Awards, Good Design Awards, Industrial Design Excellence Awards, Dutch Design
plan. Lampen en Tl-buizen zijn vervangen door LED’s, en onze nieuwe server verbruikt tweederde minder energie dan de oude. Nu hebben we dat keurmerk dus aangevraagd.”
Awards, en Good Industrial Design Awards.
chief financial officer Pascal Snelders. “De verschillende activiteiten zijn in 2006 juridisch-administratief gesplitst, maar we blijven intensief samenwerken. Naast design strategy & product development hebben we nu dus een communications-tak en zijn we aandeelhouder in IQ+ (een Innovation Capitalist). Die laatste zoekt financiering voor het vermarkten van onze kansrijke ideeën. Of liever gezegd radicale uitvindingen, waarmee we een compleet nieuwe markt kunnen creëren. Op het moment is dat een aantal medische producten, zoals een thuistest voor het opsporen van prostaatproblemen.” Communications houdt zich sinds kort ook bezig met het profileren van VanBerlo zelf. Pascal: “We zijn het grootste ontwerpbureau van Nederland en heel intensief bezig met het groengebeuren. Alleen stralen we dat nog niet uit. Pas hoorden we bijvoorbeeld aan welke eisen je moet voldoen om een keurmerk milieuvriendelijk bedrijf te krijgen. Dat waren dingen die we allemaal al lang deden! Zo hebben we groene stroom en groen gas. We doen aan afvalsplitsing en hebben een bedrijfsfietsen-
Goed gevoel Dat profileren wordt ook wel het creëren van brand identity genoemd. VanBerlo doet het al jaren voor anderen. In de praktijk betekent het dat je opdrachtgevers helpt om één lijn te krijgen in hun uitstraling, zodat hun afnemers weten wat je te bieden hebt en daar een goed gevoel bij krijgen. Brand identity zie je terug in producten, verpakkingen, drukwerk, bedrijfspand, website, commercials, bedrijfskleding. Voor Van Houtum bijvoorbeeld, een bedrijf dat het compleet gerecyclede wc-papier Satino
newton 29
Prijzen voor duurzame ontwerpen voor Satino Black Red Dot Communication Design Award Pentawards2010 Silver Award
Black maakt in een ecologische fabriek, deed VanBerlo de volledige communicatie en zette een stijlvol en toch milieubewust merk neer. VanBerlo’s eigen brand identity is die van een bureau dat niet ontwerpt, maar ontwikkelt. Pascal: “Opdrachtgevers weten blijkbaar ook heel goed wat ze van VanBerlo mogen verwachten. We zijn geen kunstenaars die ook nog een beetje geld willen verdienen. Voor elke opdracht wordt het meest geschikte team samengesteld van ontwerpers, engineers, communicatie-experts, strategie-experts en/ of trend watchers. Het team verdiept zich in de werking van een gevraagd product en bedenkt hoe ze het meerwaarde kan geven. Of het nu gaat om kinderzitjes of scootmobiels, reddingsgereedschap voor de brandweer of vaatwastabletten. We nemen ook altijd de vertaling van het product in de merkbeleving mee met oog voor de fabrikant, de consument en het milieu.” Gek Het is niet voor niets dat Pascal Snelders het woord voert. Hij is de financiële man en krijgt alle energienota’s onder ogen. Maar het gaat hem om veel meer dan cijfers. Glimlachend: “Ik ben hier een van de fanatiekste aanjagers van het milieubewustzijn. Mijn vrienden werden vroeger al gek van me. Ik ergerde me
bijvoorbeeld als iemand de kraan liet lopen tijdens het tanden poetsen. Of licht liet branden in een kamer waar niemand was. Ik wil niet inleveren op comfort, maar met verspilling schiet helemaal niemand iets op.” Pascal heeft zich daarom grondig verdiept in energiebesparing, al is het bureau geen extreme verbruiker. Met PlugIn’s, kleine metertjes die op individuele apparaten zijn aan te sluiten, onderzocht hij het stroomverbruik van computers, printers en kleine apparaten. De server kon hij er niet op aansluiten, wat wel jammer was, omdat die nou net 24 uur per dag aan moet blijven staan. Ook op de airco pasten de PlugIns niet. De verrassende uitkomst was desondanks dat het kantoor 45 procent van zijn totale energieverbruik opsoupeert buiten kantoortijd. Vooral vanwege die server en een aantal computers dat dag en nacht ontwerpen doorrekent. Besparing tijdens kantooruren moet dus vooral uit andere dingen komen. Broodjes aap De printer gaat in ieder geval voortaan standaard om tien uur ’s avonds uit, en de airco in het weekeinde. De verwarming en airco staan op een vaste temperatuur, daar wordt niet over gesoebat. Naast techniek is mentaliteitsverandering belangrijk. Medewerkers
vergeten nog steeds om hun computer uit te zetten als ze weggaan, het licht uit te doen, deuren achter zich dicht te trekken. En ook afval scheiden is nog niet vanzelfsprekend. De broodjes aap zijn taai: de verhalen dat het goedkoper is om het licht of de computer aan te laten dan om ze opnieuw op te starten. Of dat zonnepanelen niet renderen. Pascal: “Niet op korte termijn inderdaad, maar als je het geld nu kunt missen heb je het er over tien jaar uit. Naast het fijne gevoel dat je iets goeds doet.” Hij is echter optimistisch, want hij ziet dat mensen er toch steeds meer mee bezig zijn en beseffen dat het weliswaar wat kost, maar ook iets oplevert. VanBerlo werkt zelf aan de ontwikkeling van een biogasapparaat dat stroom maakt van mest. Een oerdegelijk ding zonder bewegende onderdelen voor gebruik in ontwikkelingslanden, dat zo’n tweehonderd euro kost. Pascal: “VanBerlo wil zoveel mogelijk goeie dingen doen. En je kunt niet milieuvriendelijk ontwerpen wanneer je zelf verspilt. Wij werken eco efficiënt vanuit de gedachte dat als je tien procent grondstoffen en CO2 bespaart op één product, dat in de bulk heel veel is. We proberen onze opdrachtgevers mee te nemen in dat ontwerpproces, en hopen dat zij ook gaan zien dat dat winst is. Zowel in besparing van geld • als in grondstoffen.”
newton 30
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Groen is ‘hot’. Consumenten voelen zich goed als zij producten kopen die bijdragen aan een betere wereld. Bedrijven willen daarom koste wat het kost een milieubewust, ‘groen’ imago. In de communicatie wordt duurzaamheid dan ook vaak gebruikt, maar soms ook misbruikt. Willem Lageweg, directeur van MVO Nederland, geeft voorbeelden van
Feiten & Fabels
goede, groene communicatie en typische gevallen van greenwashing.
Greenwashing Groen verkoopt
Greenwashing is aan de orde van de dag
Greenwashing gebeurt niet altijd bewust
“Nee. Dat ‘groen’ en ‘duurzaam’ populaire begrippen zijn, betekent niet dat ‘groen’ ook altijd goed verkoopt. Er is een substantiële groep consumenten voor wie duurzaam een belangrijk aankoopargument is, maar veruit de meeste consumenten vinden kwaliteit, prijs en functionaliteit nog altijd veel belangrijker. Groen is dus vaak meer een ondersteunend argument dan een hoofdargument om iets te kopen.”
“Greenwashing is kort gezegd je ‘groener’ presenteren dan je in feite bent. Communiceren over het groene karakter van bedrijven en producten wordt inderdaad steeds populairder. Uit een onderzoek van het internationale bureau Terrachoice blijkt dat er in 2010 maar liefst 73 procent meer groenere producten werd aangeboden dan in 2009. Met ‘groenere’ producten worden producten bedoeld waarvan de fabrikant of retailer beweert dat ze duurzaam of duurzamer zijn. Groen is dus ‘in’. En wat in de mode is, wordt vaak snel en klakkeloos gevolgd. En daar gaat het mis. Als reclamemensen denken dat groen verkoopt, ligt greenwashing op de loer. Je ziet dat in tal van sectoren. Bij wasmiddelen, auto’s en ook in de energiesector. Een energiemaatschappij die vooral bezig is met fossiele energie en zich niet bekommert om energiebesparing bij zijn klanten, maar vervolgens wel veel reclame maakt voor een enkel duurzaam product, doet aan greenwashing.”
“Dat klopt. Greenwashing gebeurt niet altijd bewust of met verkeerde bedoelingen. Het is soms het gevolg van enthousiasme of een gebrek aan professionaliteit. Er zijn ook topbestuurders die hun groene activiteiten uitvergroten met als doel om de interne organisatie hierin mee te krijgen. Ik ken een bank die in hoog tempo een ‘klimaatneutrale’ hypotheek introduceerde met als nevendoel om de eigen organisatie versneld te laten wennen aan de gedachte dat duurzaamheid leidend is in het bedrijfsbeleid.”
Greenwashing zou strafbaar moeten zijn “Er is een reclamecode commissie waar mensen hun klacht over greenwashing kunnen indienen. Zo is recent het bedrijf Asia Pulp and Paper veroordeeld voor het feit dat ze reclame maakte voor hun boomaanplant, terwijl het bedrijf in werkelijkheid veel meer bomen kapte dan aanplantte. Een wettelijk verbod op greenwashing is wat mij betreft niet nodig en ook erg ingewikkeld. Ik denk dat consumenten, NGO’s en de media sterk genoeg zijn om daar waar nodig corrigerend op te treden.”
newton newton 31 31
Een bedrijf met een groen keurmerk is goed bezig
PERSONALIA NAAM: Willem Lageweg (1951)
nemen, en lid van diverse besturen en jury’s op
FUNCTIE: directeur van MVO Nederland, de
het gebied van duurzaamheid.
nationale kennis- en netwerkorganisatie op het gebied van maatschappelijk verantwoord onder-
Wie liegt, valt vroeg of laat door de mand “Vooral door de opkomst van social media worden leugens of halve waarheden door consumenten, NGO’s, codecommissies en de media sneller doorgeprikt. In Nederland zijn er diverse ‘prijzen’ en lijstjes voor bedrijven of producten die hun claims onvoldoende waar kunnen maken. Interessant is www.rankabrand.nl waar mensen kunnen aangeven welke merken ze wel en welke ze niet groen en eerlijk vinden. Zie voor een internationaal overzicht www. greenwashingindex.com. Deze lijstjes kunnen consumenten helpen om hun keuze te bepalen.”
MEER INFO: www.mvonederland.nl
Goed duurzaam communiceren is imagoversterkend “Een goed voorbeeld hoe je groen op een functionele manier in je communicatie kunt verwerken is elektronicaketen BCC. Met behulp van het onafhankelijke Milieu Centraal communiceert BCC middels de EnergieWeter wat het jaarlijkse energieverbruik is van de elektrische apparaten die ze verkopen (www. energieweter.nl). Zo geven zij de consument goede voorlichting en dat versterkt absoluut hun imago.”
“Keurmerken kunnen helpen om op een onafhankelijke manier vast te stellen of een product aan bepaalde duurzaamheidseisen voldoet. In de houtsector is FSC een algemeen erkend keurmerk. Echter, een keurmerk geldt meestal maar voor een bepaald deelgebied –bijvoorbeeld milieu – en dekt andere thema’s, zoals mensenrechten of corruptie, dan vaak weer niet af. Daarnaast zijn er nogal wat labels die de suggestie van duurzaamheid wekken, maar die absoluut niks voorstellen. MVO Nederland vindt dat bedrijven pas echt goed bezig zijn als zij een integraal beleid hebben op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en via een open communicatie met de buitenwereld laten zien wat hun vorderingen zijn. Een groeiende groep bedrijven is bezig om duurzaamheid in alle aspecten van hun organisatie door te voeren. Dat is een lange weg met veel obstakels. Toch wordt hier vooruitgang geboekt. Multinationals als Philips, DSM, Unilever en AkzoNobel zijn internationale koplopers als het gaat om een integrale aanpak van duurzaamheid. Ook in het MKB groeit het aantal bedrijven dat integraal en oprecht met duurzaamheid bezig is in hoog tempo.”
newton newton 32 32KENNIS
KENNISMENSEN mensen ZAKEN
zaken DIALOOG
dialoog INSPIRATIE
inspiratie E•ON
e.on
Eén oogopslag
De wereld rond
100.000.000 ton
NASA Goddard Photo and Video
De kunststofarchipel, ook wel de
zowel de kust van Noord Amerika
plastic soup genoemd, is een gebied
en Japan. De exacte afmeting van de
in de Grote Oceaan waar bijna
plastic soup is niet bekend, naar
onzichtbaar enorme hoeveelheden
schatting gaat het om een gebied ter
plastic en ander afval bijeen drijven.
grootte van 34 keer Nederland. Het
Het afval verzamelt zich juist op
gebied bevat mogelijk meer dan 100
deze plek (coördinaten 135° tot
miljoen ton aan afval. Door het zoute
155°W en 35° tot 42°N) doordat de
zeewater en het licht valt het plastic
grote ringvormige zeestroom van
uiteen in heel fijne snippertjes, die
de Grote Oceaan, de North Pacific
vaak worden gegeten door kwallen
Gyre, het afval naar zich toetrekt.
en vissen. Op die manier komen ze in
De ringstroom trekt afval aan van
de voedselketen terecht.