1
53527AB OPRICHTING EN STATUTEN VAN DE STICHTING: “Stichting Groen Gas Nederland”
Heden negenentwintig november tweeduizend tien verscheen voor mij, mr. Anna Maria Bakker, notaris te Enkhuizen: mevrouw Geertruida Elisabeth Ott-Wanders, geboren te Venhuizen op elf februari negentienhonderd tweeënvijftig, ten deze woonplaats kiezend ten kantore van WFO Netwerk Notarissen, Burgemeester Schrijnderlaan 2 te 1613 JW Grootebroek, gemeente Stede Broec; in deze akte handelend als schriftelijk gevolmachtigde van: de heer Johann Ferdinand Dietrich Bernardus WEMPE, geboren te 's-Gravenhage op twee en twintig juni negentienhonderd twee en vijftig, (Nederlands paspoort nummer: NNRR4BCJ0, afgegeven te Apeldoorn en geldig tot zes en twintig februari tweeduizend twaalf), wonende Zuider Havendijk 86 te 1601 JE Enkhuizen, buiten gemeenschap van goederen gehuwd met mevrouw Annemarie Machteld Lub. De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde op te richten een stichting en voor deze stichting vast te stellen de navolgende statuten: STATUTEN. Naam en zetel. Artikel 1. 1.1 De stichting draagt de naam: Stichting Groen Gas Nederland en kan bij verkorting worden genaamd: Stichting GGNL. 1.2 De stichting heeft haar zetel in de gemeente Enkhuizen. Doel en middelen. Artikel 2. 2.1 De stichting heeft ten doel het stimuleren van de ontwikkeling van de productie en de benutting van Groen Gas in Nederland, door: a. het bevorderen van de kennisontwikkeling en kennis- en informatieoverdracht omtrent de productie, het transport, het opwerken en de benutting van Groen Gas, zowel in de nationale als in de internationale context, b. het bevorderen en faciliteren van de onderlinge dialoog over de productie, het transport, het opwerken en de benutting van Groen Gas tussen ondernemers, maatschappelijke organisaties en (lokale) overheden, en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, opdat het aantal ondernemingen die een rol spelen in de Groen Gas markt
2
en/of overgaat tot de productie, het opwerken, het transport en de benutting van Groen Gas, toeneemt. 2.2 De stichting tracht dit doel te bereiken door: a. het verschaffen van informatie aan alle partijen die een rol spelen bij het realiseren van Groen Gas-projecten, zowel van publieke als van private zijde, voor en over de productie, het opwerken, het transport en de benutting van Groen Gas, alsmede dit overzichtelijk en toegankelijk te maken en hierover een heldere communicatie te bieden via een website; b. het doorverwijzen van zowel kleine, middelgrote en grote ondernemingen naar gespecialiseerde kennisdragers en informatieaanbieders met betrekking tot de productie, het transport, het opwerken en de benutting van Groen Gas; c. het actief aanbieden van kennis en informatie op het gebied van de productie, het transport, het opwerken en de benutting van Groen Gas aan alle partijen die direct of indirect betrokken zijn bij het realiseren van Groen Gas-projecten, zowel van publieke als van private zijde, met dien verstande dat de stichting: (i) zorgt voor een neutrale informatieverschaffing, zonder dat daarbij sprake is van exclusiviteit van enige partij in het maatschappelijk verkeer, en (ii) deze informatie uitsluitend aanbiedt indien is gebleken dat op dit gebied niet reeds door andere partijen initiatieven zijn genomen; d. het in nauwe samenwerking met bestaande kennisinstellingen, ondernemingen en maatschappelijke organisaties identificeren van leemten in kennis over de productie, het transport, het opwerken en de benutting van Groen Gas, teneinde op basis daarvan onderzoeksprogramma’s op te (doen) zetten; e. het in nauwe samenwerking met de Rijksoverheid en regionale overheden identificeren van leemten in de wet- en regelgeving over de productie, het transport, het opwerken en de benutting van Groen Gas, teneinde op basis daarvan aanpassingen van de wet- en regelgeving te bevorderen; f. het initiëren en stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen primair ondernemingen die een rol spelen in het realiseren van Groen Gasprojecten, waarbij het overwegend bedrijfsoverstijgende zaken betreft; g. het nemen van initiatieven die de stichting van belang acht voor de verdere ontwikkeling van de productie, het transport, het opwerken en de benutting van Groen Gas. 2.3 Tot de werkzaamheden van de stichting behoren evenwel niet: a. het vervullen van een functie als ombudsman; b. het verstrekken van informatie aan consumenten over Groen Gas; c. het zelfstandig verrichten van onderzoek op het gebied van (aspecten van) de productie, het transport, het opwerken en de benutting van
3
Groen Gas (behoudens bijzondere omstandigheden die dergelijk onderzoek noodzakelijk maken); d. het verstrekken van financiële ondersteuning aan ondernemingen. Vermogen. Artikel 3. Het tot verwezenlijking van het doel van de stichting bestemde vermogen wordt gevormd door: a. bijdragen van de partners; b. subsidies en giften; c. hetgeen wordt verkregen door erfstellingen en legaten, met dien verstande dat erfstellingen niet anders kunnen worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving; d. overige baten. Aangesloten partners. Artikel 4. 4.1 Bij de stichting zijn “founders” en “geassocieerde partners” aangesloten. Founders zijn partijen die een sleutelrol spelen in de ontwikkeling van de Groen Gas-markt en middels een substantiële jaarlijkse bijdrage de Stichting Groen Gas Nederland mogelijk maken. Geassocieerde partners zijn partijen die actief zijn in de ontwikkeling van de Groen Gas-markt, hun activiteiten met betrekking tot Groen Gas middels de Stichting Groen Gas Nederland op elkaar afstemmen en middels deze activiteiten bijdragen aan de ontwikkeling van de Groen Gas-markt en mogelijk ook in beperkte zin financieel bijdragen aan de Stichting Groen Gas Nederland. 4.2 Als aangesloten “founders” en “geassocieerde partners” worden beschouwd de, op grond van het hierna bepaalde, erkende “founders” en “geassocieerde partners”. 4.3 Het algemeen bestuur kan “founders” en “geassocieerde partners” toelaten voor een bij het toelatingsbesluit vast te stellen periode, mits het besluit daartoe is aangenomen met algehele stemmen. 4.4 De hoedanigheid van een aangesloten “founder” of “geassocieerde partner” vervalt, indien het algemeen bestuur daartoe besluit, welk besluit moet zijn genomen met een meerderheid van tenminste drie/vierde (3/4) der uitgebrachte stemmen. Algemeen bestuur: taken, bevoegdheden,samenstelling, benoeming, ontslag Artikel 5. 5.1 Het algemeen bestuur is belast met het besturen van de stichting. 5.2 Het algemeen bestuur stelt een businessplan en jaarlijks een werkplan vast. 5.3 Het algemeen bestuur zal de programmaraad van de stichting raadplegen omtrent de algemene lijnen van het door het bestuur gevoerde en in de toekomst te voeren beleid, zoals dit is neergelegd in het verslag omtrent de werkzaamheden van de stichting, bedoeld in artikel 13.3 van deze statuten, en in het businessplan en werkplan, bedoeld in artikel 5.2 van deze statuten.
4
5.4 Elke founder wijst ter uitoefening van het algemeen bestuurslidmaatschap een vertegenwoordiger aan als bestuurslid. Dit algemeen bestuurslidmaatschap vangt aan bij de toelating als founder en eindigt indien de aangesloten founder ophoudt te bestaan of de hoedanigheid van founder verliest. 5.5 Het algemeen bestuur kan ten hoogste drie bestuursleden benoemen die niet verbonden zijn aan een van de founders. Deze leden van het algemeen bestuur worden benoemd op grond van hun specifieke deskundigheid op het gebied van de productie, het transport, het opwerken en de benutting van Groen Gas. Deze bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar, op voordracht van het dagelijks bestuur of op voordracht van ten minste twee leden van het algemeen bestuur, zoals in artikel 6 nader is bepaald. 5.6 Tevens zijn uit hoofde van hun functie de leden van het dagelijks bestuur lid van het algemeen bestuur. 5.7 Voor de bestuurders genoemd in de artikelen 5.5 en 5.6 geldt het volgende: a. Deze bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar. b. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd. 5.8 Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. 5.9 Niet benoembaar tot bestuurder is degene die niet het vrije beheer over zijn vermogen heeft. Evenmin kan een door de rechtbank ontslagen bestuurder van een stichting gedurende vijf jaar na het ontslag bestuurder van de stichting worden. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen drie maanden na het ontstaan ervan, voorzien. 5.10 Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, dan wel in de plaats van de beide laatsten een secretaris-penningmeester, aan. Het algemeen bestuur kan, ingeval van belet of ontstentenis van een functionaris als genoemd in de voorgaande zin, een bestuurder aanwijzen die tijdelijk de taak van die functionaris vervult. De aldus aangewezene heeft de titel van waarnemend-voorzitter, respectievelijk -secretaris, penningmeester dan wel -secretaris-penningmeester. Van deze aanwijzing doet het bestuur onverwijld opgave aan het handelsregister. 5.11 Een algemeen bestuurder verliest zijn functie: a. door zijn overlijden; b. door zijn faillissement, door het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of doordat hij surseance van betaling aanvraagt; c. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele vermogen;
5
d. e. f.
door zijn vrijwillig aftreden; door zijn ontslag door de rechtbank; door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of, betreffende een door een founder aangewezen bestuurder, indien de aangesloten founder ophoudt te bestaan of de hoedanigheid van founder verliest; g. bij een bestuursbesluit genomen met een meerderheid van ten minste tweederde (2/3) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie vierde (3/4) van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 5.12 Het algemeen bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen noch tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. 5.13 Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen ter zake waarvan een tegenstrijdig belang bestaat tussen de stichting en een of meer bestuurders. Deze besluiten kan het algemeen bestuur slechts nemen met een meerderheid van ten minste twee derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie vierde (3/4) van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 5.14 Leden van het algemeen bestuur, die geen lid zijn van het dagelijks bestuur, ontvangen geen vergoeding voor de kosten die zij maken voor de uitoefening van hun functie. Dagelijks bestuur: taken, bevoegdheden,samenstelling, benoeming, ontslag Artikel 6. 6.1 De dagelijkse leiding van de stichting berust bij het dagelijks bestuur. 6.2 Het algemeen bestuur kiest in zijn vergadering een dagelijks bestuur. 6.3 De leden van het dagelijks bestuur dienen hun werkzaamheden te verrichten uitsluitend in het belang van de stichting. 6.4 Het dagelijks bestuur maakt voor de benoeming van leden van het dagelijks bestuur een voordracht op, bevattende de namen van één of meer personen voor elke te vervullen functie; tevens kunnen tenminste twee leden van het algemeen bestuur een voordracht opmaken voor één of meer der te vervullen vacatures. 6.5 De voordrachten opgemaakt door het dagelijks bestuur moeten ten minste veertien dagen vóór de vergadering aan alle leden van het algemeen bestuur worden toegezonden. Voordrachten opgemaakt door anderen moeten tenminste twee volle dagen vóór de algemene bestuursvergadering bij de secretaris van het algemeen bestuur schriftelijk zijn ingediend. 6.6 Indien een algemeen bestuurslid, die door een aangesloten founder als
6
vertegenwoordiger van die founder was aangewezen, tot lid van het dagelijks bestuur wordt benoemd, is die aangesloten founder verplicht een ander in zijn plaats aan te wijzen. 6.7 Een dagelijks bestuurder verliest zijn functie: a. door zijn overlijden; b. door zijn faillissement, door het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of doordat hij surseance van betaling aanvraagt; c. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele vermogen; d. door zijn vrijwillig aftreden; e. door zijn ontslag door de rechtbank; f. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd; g. bij een besluit van het algemeen bestuur genomen met een meerderheid van ten minste twee derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie vierde (3/4) van de algemeen bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 6.8 De leden van het dagelijks bestuur blijven in functie totdat in de door hun aftreden ontstane vacature is voorzien. 6.9 Bij het defungeren van leden van het dagelijks bestuur beslist het algemeen bestuur over décharge voor het gevoerde beleid. 6.10 Het dagelijks bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen ter zake waarvan een tegenstrijdig belang bestaat tussen de stichting en een of meer bestuurders. 6.11 De redelijke kosten die de leden van het dagelijks bestuur in de uitoefening van hun functie maken, worden hun door de stichting vergoed. Bestuur: vertegenwoordiging. Artikel 7. 7.1 De stichting wordt vertegenwoordigd door het algemeen bestuur. 7.2 De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan het dagelijks bestuur. 7.3 De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan ten minste twee gezamenlijk handelende (algemeen en/of dagelijks) bestuursleden, waaronder steeds de voorzitter van het bestuur dan wel de bestuurder die blijkens de inschrijving in het handelsregister als waarnemer deze functie vervult. 7.4 De in de vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de stichting bestaat ook indien tussen de stichting en één of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat. 7.5 Het bestuur kan aan de directeur van het bureau een al dan niet doorlopende volmacht geven om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Bestuur: organisatie.
7
Artikel 8. 8.1 Het algemeen bestuur vergadert ten minste eenmaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of een andere bestuurder dit verlangt. 8.2 De bijeenroeping van een vergadering van het algemeen bestuur geschiedt schriftelijk onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, op een termijn van ten minste tien dagen, de dag van oproeping en die der vergadering niet meegerekend. 8.3 Vergaderingen van het algemeen bestuur worden gehouden in Nederland ter plaatse te bepalen door de voorzitter. 8.4 Toegang tot een vergadering van het algemeen bestuur hebben de bestuurders en zij die door de ter vergadering aanwezige bestuurders worden toegelaten. 8.5 De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter voorziet de vergadering zelf in haar leiding. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door de bestuurder die het langst als bestuurder van de stichting fungeert. 8.6 Een lid van het algemeen bestuur kan zich bij een bij geschrift door hem daartoe gevolmachtigde medebestuurder ter vergadering doen vertegenwoordigen. Onder geschrift wordt hierbij verstaan elk via gangbare communicatiekanalen overgebracht en mogelijk op schrift te ontvangen bericht. Een bestuurder kan ten hoogste één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen. 8.7 Van het verhandelde in de vergadering worden door een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon notulen opgemaakt, welke in dezelfde of de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering worden ondertekend. Algemeen bestuur: besluitvorming. Artikel 9. 9.1 Elk lid van het algemeen bestuur heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Leden van het algemeen bestuur zijn verplicht, indien aannemelijk is dat zij niet (geheel) onafhankelijk staan ten opzichte van een agendapunt in een bestuursvergadering, zich vóór de beraadslaging en de besluitvorming omtrent dit agendapunt te wenden tot de voorzitter van de vergadering. De voorzitter van de vergadering heeft de bevoegdheid te bepalen dat, ingeval naar zijn oordeel aannemelijk is dat een bestuurder niet (geheel) onafhankelijk staat ten opzichte van een agendapunt van een vergadering, deze bestuurder van de beraadslaging en besluitvorming ten aanzien van dat agendapunt wordt uitgesloten. 9.2 Alle besluiten waaromtrent bij deze statuten niet anders is bepaald, worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin ten minste de meerderheid van het aantal leden van het algemeen bestuurder aanwezig of vertegenwoordigd is. Is in deze
8
9.3 9.4 9.5
9.6
9.7
9.8
vergadering niet ten minste de meerderheid van het aantal bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan één en niet later dan drie weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan, ongeacht het aantal aanwezige en vertegenwoordigde bestuurders rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dat in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. In geval van een staking van de stemmen is de stem van de voorzitter beslissend. Alle stemmen geschieden mondeling. De voorzitter kan evenwel bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het een verkiezing van personen betreft, kan een aanwezige stemgerechtigde bestuurder verlangen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt door middel van ongetekende, gesloten stembriefjes. Indien de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht zijn genomen, kunnen toch geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen en mits alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan evenwel betwist, dan vindt overeenkomstig het in de wet bepaalde een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders dan wel, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde bestuurder dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. Het algemeen bestuur kan ook buiten de vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en zij allen schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen deze wijze van besluitvorming te verzetten. Een besluit is alsdan genomen, zodra ten minste een volstrekte meerderheid van de bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel heeft verklaard. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering wordt ondertekend. Het aldus vastgestelde relaas wordt tezamen met de in de eerste zin van dit lid bedoelde stukken bij de notulen
9
gevoegd. 9.9 In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij deze statuten voorzien, beslist de voorzitter van de vergadering. Dagelijks bestuur: besluitvorming. Artikel 10. 10.1 Elk lid van het dagelijks bestuur heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Leden van het dagelijks bestuur zijn verplicht, indien aannemelijk is dat zij niet (geheel) onafhankelijk staan ten opzichte van een agendapunt in een bestuursvergadering, zich vóór de beraadslaging en de besluitvorming omtrent dit agendapunt te wenden tot de voorzitter van de vergadering. De voorzitter van de vergadering heeft de bevoegdheid te bepalen dat, ingeval naar zijn oordeel aannemelijk is dat een bestuurder niet (geheel) onafhankelijk staat ten opzichte van een agendapunt van een vergadering, deze dagelijks bestuurder van de beraadslaging en besluitvorming ten aanzien van dat agendapunt wordt uitgesloten. 10.2 Alle besluiten waaromtrent bij deze statuten niet anders is bepaald, worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin ten minste de meerderheid van het aantal leden van het dagelijks bestuur aanwezig of vertegenwoordigd is. Is in deze vergadering niet ten minste de meerderheid van het aantal bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan één en niet later dan drie weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan, ongeacht het aantal aanwezige leden van het dagelijks bestuur rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dat in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders. 10.3 Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 10.4 In geval van een staking van de stemmen is de stem van de voorzitter beslissend. 10.5 Alle stemmen geschieden mondeling. De voorzitter kan evenwel bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het een verkiezing van personen betreft, kan een aanwezige stemgerechtigd lid van het dagelijks bestuur verlangen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt door middel van ongetekende, gesloten stembriefjes. 10.6 Indien de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht zijn genomen, kunnen toch geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen en mits alle leden van het dagelijks bestuur aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
10
10.7 Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan evenwel betwist, dan vindt overeenkomstig het in de wet bepaalde een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders dan wel, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde bestuurder dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 10.8 Het dagelijks bestuur kan ook buiten de vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en zij allen schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen deze wijze van besluitvorming te verzetten. Een besluit is alsdan genomen, zodra ten minste een volstrekte meerderheid van de leden van het dagelijks bestuur zich schriftelijk vóór het voorstel heeft verklaard. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering wordt ondertekend. Het aldus vastgestelde relaas wordt tezamen met de in de eerste zin van dit lid bedoelde stukken bij de notulen gevoegd. 10.9 In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij deze statuten voorzien, beslist de voorzitter van de vergadering. Bureau en directeur. Artikel 11. 11.1 De stichting kent een bureau, dat is belast met: a. de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur; b. het opstellen van het businessplan en het jaarlijkse werkplan van de stichting; c. de uitvoering van de werkzaamheden als omschreven in artikel 2.2 van deze statuten, binnen de termen van het businessplan en werkplan van de stichting. 11.2 Het bureau van de stichting staat onder leiding van een directeur, die door het algemeen bestuur wordt benoemd. Het algemeen bestuur stelt de arbeidsvoorwaarden van de directeur vast of, in geval van detachering van een directeur, de voorwaarden van de met een detacheringsbureau op te stellen overeenkomst. De directeur van het bureau kan door het algemeen bestuur geschorst en/of ontslagen worden. 11.3 De benoeming, de schorsing en het ontslag van het overige personeel van het bureau geschiedt door de directeur, en wel binnen het kader van de personeelsformatie en het arbeidsvoorwaardenbeleid zoals door het
11
algemeen bestuur vastgesteld. 11.4 De directeur van het bureau handelt slechts op grond van een door het bestuur aan hem verstrekte volmacht en zal het bestuur alle verlangde inlichtingen verstrekken. Programmaraad. Artikel 12. 12.1 De stichting kent een programmaraad, die als klankbord voor het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de directeur van de stichting fungeert. De programmaraad heeft tot doel bij te dragen aan het creëren van een maatschappelijk draagvlak voor de stichting. 12.2 Dit doel wordt gerealiseerd door: a. het gevraagd en ongevraagd informeren van het bestuur over actuele ontwikkelingen op het gebied van de productie, het transport, het opwerken en de benutting van Groen Gas; b. het gevraagd en ongevraagd adviseren omtrent de algemene lijnen van het door het algemeen bestuur gevoerde en in de toekomst te voeren beleid, zoals dit is neergelegd in het verslag omtrent de werkzaamheden van de stichting, bedoeld in artikel 13.3 van deze statuten, en in het businessplan en werkplan, bedoeld in artikel 5.2 van deze statuten, met dien verstande dat de programmaraad zich bij de vervulling van zijn taak dient te richten naar de doelstelling van de stichting. 12.3 Lid van de programmaraad zijn personen die door het algemeen bestuur, op voordracht van de geassocieerde partners van de stichting, worden aangewezen. 12.4 Het lidmaatschap van de programmaraad vangt aan bij de toewijzing als lid op voordracht van een geassocieerde partner en eindigt indien de geassocieerde partner ophoudt te bestaan of de hoedanigheid van geassocieerde partner verliest. 12.5 De wijze van vergaderen van de programmaraad en de relatie van de programmaraad met het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de directeur van de stichting worden nader uitgewerkt in een huishoudelijk reglement. Dit huishoudelijk reglement wordt door het bestuur vastgesteld. Boekjaar en jaarstukken. Artikel 13. 13.1 Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 13.2 Het algemeen bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 13.3 Het algemeen bestuur is verplicht om jaarlijks binnen zeven maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten van de stichting, alsmede een verslag omtrent de werkzaamheden van de stichting op te maken. De in dit lid bedoelde stukken worden onderzocht door een accountant als bedoeld in artikel 393 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die omtrent zijn onderzoek verslag uitbrengt aan het bestuur.
12
13.4 De balans en de staat van baten en lasten van de stichting worden door het algemeen bestuur in een vergadering, te houden binnen zeven maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter namens het algemeen bestuur ondertekend. 13.5 Uiterlijk één oktober van ieder jaar stelt het algemeen bestuur een werkplan met een begroting van de baten en lasten voor het volgend boekjaar vast. 13.6 Het algemeen bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde bescheiden ten minste vier jaar te bewaren. Statutenwijziging. Artikel 14. 14.1 Het algemeen bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. 14.2 Het besluit van het algemeen bestuur tot statutenwijziging kan slechts worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Zijn in een vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de orde is, niet alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders, rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten. Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit tot statutenwijziging kan worden genomen, ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders. 14.3 Bij de oproeping tot de vergadering waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd. 14.4 Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is iedere bestuurder bevoegd. 14.5 De leden van het algemeen bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft. Ontbinding. Artikel 15. 15.1 Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. 15.2 Op het besluit van het algemeen bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 14.2 en 14.3 van deze statuten van overeenkomstige toepassing. 15.3 Het algemeen bestuur stelt, gehoord de naar zijn oordeel bij de stichting betrokken belanghebbenden, de bestemming van een eventueel overschot na vereffening vast. 15.4 Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders. 15.5 Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de
13
ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van een persoon, die daartoe door het algemeen bestuur van de stichting is aangewezen. 15.6 Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van titel 1 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Reglementen. Artikel 16. 16.1 Het algemeen bestuur is bevoegd reglementen, waarin die onderwerpen worden geregeld welke niet in deze statuten zijn vervat en waarbij zoveel mogelijk de doelstelling van de stichting wordt gevolgd, vast te stellen, te wijzigen of op te heffen. 16.2 Op de vaststelling, wijziging en opheffing van reglementen is het bepaalde in de artikelen 14.2 en 14.3 van deze statuten zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Slotbepaling. Artikel 17. In alle gevallen waarin noch de wet noch deze statuten noch enig reglement voorzien, beslist het algemeen bestuur. Overgangsbepalingen. Artikel 18. 18.1Het algemeen bestuur van de stichting is verplicht, in het einde van het tweede boekjaar na oprichting van de stichting, bij bestuursbesluit, de sedert de oprichting van de stichting ondernomen activiteiten te evalueren aan de hand van de in het businessplan en de jaarlijkse werkplannen van de stichting geformuleerde doelstellingen. 18.2In afwijking van het bepaalde in de artikel 5.10 wordt de voorzitter voor de eerste maal bij deze akte benoemd. EINDE STATUTEN. Slotverklaring Ten slotte heeft de verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaard: 1. Voor de eerste maal wordt, bij gelegenheid van de oprichting van de stichting, de oprichter, voornoemde heer Johann Ferdinand Dietrich Bernardus Wempe voornoemd, benoemd tot enig en volledig vertegenwoordigingsbevoegd bestuurder van de stichting, in de gecombineerde functies van voorzitter/secretaris/penningmeester. 2. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op een en dertig december tweeduizend elf (31-12-2011). 3. Het adres van de stichting is: Zuider Havendijk 86, 1601 JE Enkhuizen. VOLMACHT Van gemelde volmacht blijkt uit een akte welke aan deze akte is gehecht. WOONPLAATSKEUZE De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde voor alles wat deze akte betreft woonplaats te kiezen op het kantoor van de notaris, bewaarder van deze akte.
14
SLOT AKTE De verschenen persoon is aan mij, notaris, bekend. De identiteit van de volmachtgever door mij, notaris, aan de hand van het hiervoor en in de volmacht vermelde en daartoe bestemde document vastgesteld. WAARVAN AKTE is verleden te Enkhuizen op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Nadat ik de verschenen persoon de zakelijke inhoud van deze akte heb meegedeeld, een toelichting daarop heb gegeven en haar op de gevolgen die voor de partij uit deze akte voortvloeit heb gewezen, heeft zij verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen en daarmee in te stemmen. Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing door de verschenen persoon en door mij, notaris, ondertekend.