rapportage F&C Investments
In dit nummer… ■
Kredietcrisis: wat is er misgegaan? En… hoe nu verder?
■
Mensenrechten voor het voetlicht: kunnen bedrijven verschil maken in Birma en Soedan?
■
Met corporate governance de opkomende markten op
■
Worstelen met de reus: arbeidsproblemen bij WalMart bij de kop
■
Oliemaatschappijen aangesproken: ExxonMobil ontdekt klimaatverandering
Expect excellence
1e kwartaal 2008
reo® rapportage
Onze filosofie reo® staat voor Responsible Engagement Overlay ■ Benutten van het aandeelhouderschap van onze cliënten voor stimulering van betere zakelijke prestaties op de lange termijn door sterker beheer van risico’s op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur;
Karina Litvack – Director, Head of Governance & Sustainable Investment F&C Management Limited
■ Uitoefenen van onze invloed via stemrecht en actief aandeelhouderschap met behulp van de vaardigheden van een van de grootste gespecialiseerde duurzaamheidsteams ter wereld; ■ Volledig implementeren van de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties
Waarom dit verslag? Onze plicht aan u F&C vertegenwoordigt u in de contacten met ondernemingen over milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur. Uw pensioenfonds heeft uw portefeuille aan ons toevertrouwd. Aan ons de taak om ervoor te zorgen dat de door u in portefeuille gehouden ondernemingen verantwoorde werkwijzen hanteren en hun activiteiten ontplooien met het oog op succes op de lange termijn.
betekenen dat wij die ondernemingen in voorkomende gevallen aansporen het beter te doen. In het algemeen geldt dat wij daarbij ook onze stemrechten – úw stemrechten – uitoefenen op algemene en buitengewone vergaderingen van aandeelhouders van ruim 3000 ondernemingen wereldwijd.1
Als uw vertegenwoordiger hebben wij een belangrijke verplichting aan u. Wij moeten in het oog houden hoe ondernemingen:
Van ondernemingen eisen wij transparantie als verantwoord ondernemer, dus van ons mag u hetzelfde verwachten. Als de uiteindelijke eigenaar van de ondernemingen in uw spaar- en pensioenportefeuilles hebt u het recht te weten wat ondernemingsdirecties in uw naam doen met het geld dat u aan hen hebt toevertrouwd. En u hebt evenzeer het recht te weten hoe wij uw belangen hebben vertegenwoordigd.
1. Met uw geld hun toekomstige groei denken te realiseren;
2. De bedrijfsrisico’s beheren en minimaliseren, waaronder ook de risico’s die samenhangen met milieu, maatschappij en goed bestuur; 3. Op langere termijn het financiële rendement veiligstellen.
Wat betekent dit in de praktijk? Dit betekent dat wij, als uw vertegenwoordiger, actief de dialoog aangaan met het senior management van de ondernemingen in uw portefeuille(s), dat wij luisteren naar wat dat senior management te zeggen heeft en uw punten van zorg overbrengen. Daarnaast kan dit ook
Transparantie: het mes snijdt aan twee kanten
Bij F&C vatten wij deze verantwoordelijkheid uiterst serieus op. In dit kwartaalverslag geven wij tekst en uitleg over de vragen en opmerkingen die wij namens u bij ondernemingsdirecties hebben neergelegd, zodat zij weten wat hun aandeelhouders bezighoudt. U vindt een elektronische versie van dit verslag op: www.fandc.nl
reo® wordt bedreven namens:
1
Dat geldt voor alle fondsen waarvan F&C het directe beheer verzorgt en voor diverse andere fondsen die F&C hebben opgedragen namens hen te stemmen.
1e kwartaal 2008
F&C in de kijker...
Climate change has the potential both to cause devastating damage to the economy if we do nothing about it, and to generate very profitable investment opportunities if we confront it by taking sensible early action. F&C strongly supports calls for the US government to introduce a mandatory national policy to cut CO2 emissions: investors and industry need certainty over what the regulatory regime will be over the next two to three decades in order to release the billions of investment capital that will finance the shift we need to make to a low-carbon energy system. Alain Grisay – CEO F&C Management Ltd, geciteerd in Responsible Investor, 27 februari 2008
Actief aandeelhouderschapsprogramma’s Ondernemingsbestuur: vooruitzichten 2008
7
- Schijnwerpers op auditcommissies na de kredietcrisis. - Topinkomens: te veel gericht op de korte termijn? - Sovereign Wealth Funds: naar een verantwoorde opstelling. - Verenigde Staten: beleggers ijveren voor adviesstem bij bezoldiging.
Ondernemingsbestuur: blik op emerging markets
8-9
- Het geld stroomt binnen: de zorg over goed bestuur dient zich aan. - F&C onderzoekt transacties tussen verbonden partijen in Korea. - China: verwatering verzwakt positie bestaande beleggers. - Met de boodschap naar de top: F&C spreekt vertegenwoordigers van de overheid in Rusland, India en Ghana.
Mensenrechten: zakendoen in lastige landen
10-11
- F&C roept op tot waakzaamheid in risicolanden. - Birma en Soedan: kunnen ondernemingen een positieve rol spelen? - Oproep aan Total en Chevron om de politieke situatie in Birma positief te beïnvloeden. - Staatsoliebedrijven in Soedan: gaan zaken en politiek samen?
Blik op olie en gas
12-13
- De zoektocht naar nieuwe oliebronnen: gevaren en kansen. - BP en Texas City – een jaar later. - Betere veiligheid voor externe medewerkers en joint venture-partners. - Amerikaanse oliemaatschappijen ontdekken klimaatverandering.
Wal-Mart: worstelen met een reus
14-15
- Betere arbeidsomstandigheden in de keten. - ‘Representing America’: F&C roept op tot beter anti-discriminatiebeleid. - Interne controle: beleid tot leven wekken. - Audit bij fabrieken: medewerkers helpen aan de bel te trekken.
reo® rapportage
In dit rapport opgenomen ondernemingen
Ondernemingsbestuur – Vooruitzichten 2008
blz. 7
Bedrijf
Landen
Bedrijf
Landen
Bedrijf
Landen
Aflac
VS
Bear Stearns
VS
Sachsen Landesbank
DE
Apple Computers
VS
Northern Rock
VK
Verizon Communications
VS
Ondernemingsbestuur – Opkomende markten Bedrijf
Landen
Bedrijf
blz. 8-9 Landen
Bedrijf
Landen
Bedrijf
Landen
Byd Company
CN
Gazprom
RU
Hyundai Steel
KR
Troika Dialog
RU
China Communications Service
Uralsvyasinform
RU
CN
Hyundai Hysco
KR
Lukoil
RU
China Petroleum and Chemical Corp CN
Hyundai Mobis
KR
Sberbank
RU
China Shenhua Energy Company Ltd CN
Hyundai Motors
KR
Securities & Exchange Board of India (SEBI) IN
Maatschappij - Mensenrechten Bedrijf
Landen
BAT
VK
Bedrijf
blz. 10-11 Landen
Mitsubishi Corporation
JP
Bedrijf
Petronas
Landen
VS
Weir Group
VK
VS
Mitsui Corporation
JP
Premier Oil
VK
CNPC/PetroChina
HK
Nippon Oil
JP
Sinopec
HK
Idemitsu Kosan
JP
ONGC
IN
Taisei Corporation
JP
JFE Holdings
JP
Petrofac
Total
FR
Sector - Olie en gas Bedrijf
Landen
Unocal
Chevron
VK
Bedrijf
MY
blz. 12-13
Landen
Bedrijf
Landen
Bedrijf
Landen
Bedrijf
Landen
BP
VK
ExxonMobil
VS
Royal Dutch Shell
NL
Technip
FR
Chevron
VS
Halliburton
VS
Schlumberger
VS
Total
FR
Conoco Phillips
VS
Occidental
VS
Suncor
VS
Onderneming - Wal-Mart Bedrijf
GAP
Landen
VS
blz. 14-15 Bedrijf
Nike
Landen
VS
Bedrijf
Wal-Mart
Landen
VS
1e kwartaal 2008
Activiteitenverslag – Hoe reo® helpt bij de implementatie van PRI F&C bereikt met haar responsible engagement overlay een diepere en bredere betrokkenheid dan wie dan ook. Ook helpt F&C haar cliënten de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties te implementeren. Wij onderscheiden ons door: ■ Ons 17-koppig team van specialisten op het gebied van goed ondernemingsbestuur en maatschap-
pelijk verantwoord ondernemen, dat in staat is de portefeuilles volledig te bewaken op risico’s met betrekking tot milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur en om waar nodig diepgaand en langdurig met individuele ondernemingen in gesprek te gaan;
■ Internationale betrokkenheid in alle markten; ■ Volledige benutting van stemrecht. F&C oefent het stemrecht uit op alle aandelen van cliënten
wereldwijd en doet hier maandelijks verslag van.
Aantal aangesproken ondernemingen dit kwartaal Programma Goed ondernemingsbestuur 141
Omkoping & corruptie 19
Transparantie & resultaten 113
Milieubeheer & verslaglegging 36
Biodiversiteit
51
Klimaatverandering
61
Arbeidsomstandigheden 37
Hiv/AIDS
3
Mensenrechten
34 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
Totaal aantal aangesproken ondernemingen dit kwartaal Aantal landen
235 32
3
Aantal vergaderingen waar is gestemd
341
Brieven aan directie over ondernemingsbestuur
140
Geografische verdeling
Overleg met ondernemingen4
VK
36%
Bestuursleden
26
Europa vasteland
15%
Vertegenwoordiger onderneming (niet-bestuurslid)
94
Noord-Amerika
27%
Azië (ex Japan)
14%
Japan
4%
Overig
4%
In deze tabel vindt u het land van vestiging van ondernemingen die F&C in het afgelopen kwartaal actief heeft aangesproken op hun beleid.
Moties bij aandeelhoudersvergaderingen Voor Tegen Onthouden
82% 7% 11%
Een overzicht van het aantal keren dat F&C het afgelopen kwartaal met ondernemingen in overleg is getreden, persoonlijk en telefonisch.
Redenen voor stem tegen directie Bestuurders en Raad van Bestuur 33% Bezoldiging
9%
Kapitaal
8%
Fusies/reorganisaties
1%
Beschermingsconstructies
Een overzicht hoe F&C het afgelopen kwartaal heeft gestemd. 2
Ondernemingen kunnen op meerdere beleidspunten zijn aangesproken Dat wil zeggen, vergaderingen waarvoor F&C steminstructies heeft afgegeven 4 Inclusief uitvoerende bestuurders in de Verenigde Staten, bij naam 3
140
130
2
0%
Aandeelhoudersmoties
25%
Overige
24%
Een overzicht van redenen waarom F&C zich het afgelopen kwartaal tegen de directie heeft uitgesproken.
reo® rapportage
Terugblik Samenvattend verslag internationaal F&C is het jaar 2008 ingegaan met de publicatie van het zesde nummer van haar jaarlijkse Responsible Investment Report.5 Daarin wordt een overzicht gegeven van de stemactiviteiten en het actieve aandeelhouderschap van F&C in 2007 alsmede een agenda voor ondernemingsbestuur en duurzaamheid in het komende jaar. Behalve dat wij onze verwachtingen naar alle ondernemingen hebben gecommuniceerd, hebben wij ook diverse belangrijke markten bezocht. Wij hebben onze boodschap persoonlijk overgebracht aan bedrijfsleven en toezichthouders door: In Rusland de discussie aan te gaan over verantwoorde groei op een conferentie die door het Russische ministerie van Economische Zaken was belegd. Daarnaast is met diverse toonaangevende ondernemingen gesproken over de verwachtingen van beleggers ten aanzien van duurzaamheidsbeheer;
In Japan ondernemingen aan te sporen om in te gaan op de zorgen van beleggers over weinig efficiënt bestuur. Ook is gewerkt aan een grotere bewustwording en beheersing van de duurzaamheidsrisico’s van activiteiten buiten Japan;
In India te wijzen op de noodzaak van een cultuur van goed ondernemingsbestuur door middel van een goede verslaglegging. Een aantal bedrijven is direct aangesproken op onderwerpen die varieerden van gedwongen verhuizing van de lokale bevolking tot klimaatverandering;
Een ontmoeting te organiseren met de minister van Financiën van Ghana, waarbij is gesproken over de transparantie van de inkomsten en hoe het vertrouwen van beleggers in dat land kan worden versterkt;
Ook in het nieuws: F&C draagt bij aan ethisch onderzoek BAE a beschuldigingen over corruptie6 en een N onderzoek door het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft BAE als reactie een nieuwe commissie ingesteld die zich gaat buigen over het gevoerde beleid en de ethische gebruiken. In een bijdrage aan de commissie hebben wij uiteengezet welke stappen er volgens ons dienen te worden genomen om toekomstige corruptiegerelateerde risico’s te voorkomen.
CEO F&C pleit voor samenwerking duurzaamheid tussen overheid en bedrijfsleven lain Grisay, de CEO van F&C, heeft het A bedrijfsleven opgeroepen zich actiever op te stellen ten aanzien van de beleidsvorming over duurzaamheid. In zijn toespraak op de jaarlijkse Business in the Community-conferentie in het Verenigd Koninkrijk wees Grisay op het feit dat ondernemingen het best graag goed willen doen, maar bij zwakke wet- en regelgeving een concurrentienadeel kunnen ondervinden ten opzichte van andere partijen die het minder nauw nemen.
F&C kondigt nieuwe stappen aan voor ‘groenere’ vastgoedbeleggingen… De afdeling Property Asset Management van F&C heeft een nieuwe Responsible Property Investment Strategy geïntroduceerd. De nieuwe strategie voorziet in de invoering van maatregelen die het nieuwe streefdoel van 20% minder CO2uitstoot binnen drie jaar moeten helpen realiseren. Onafhankelijk adviesbureau Upstream is in de
5 6
arm genomen voor onafhankelijke verificatie en rapportage over de resultaten van de strategie.
… doet mee met ambitieus actieplan beleggers tegen klimaatverandering… F&C heeft bij de Investor Summit on Climate Risk van de Verenigde Naties net als ruim 40 andere Amerikaanse en Europese institutionele beleggers (samen verantwoordelijk voor $ 1,75 biljoen) het actieplan van het Investor Network on Climate Risk (INCR) ondertekend. Ondertekenaars verplichten zich onder andere tot het uitbreiden van investeringen in schone technologieën, het aandringen bij analisten en ratingbureaus op informatieverstrekking over de kosten van CO2uitstoot op de lange termijn en het streven naar een reductie van 20% op de verbruikte energie bij vastgoedbeleggingen in de komende drie jaar.
…en dringt aan op betere duurzaamheidsrapportages door ondernemingen in de opkomende markten F&C heeft samengewerkt aan een Investor Statement on Sustainability Reporting in Emerging Markets. De betreffende beleggers vertegenwoordigen een vermogen van ruim $ 400 miljard. De verklaring over duurzaamheidsrapportage in de opkomende markten roept op tot verbetering van de rapportage over wezenlijke risico’s, duidelijkere communicatie over doelstellingen en de geboekte voortgang in de realisatie daarvan en voortgaande verbetering van de rapportage op basis van ontvangen feedback van groepen als beleggers, gemeenschappen en werknemers.
Zie www.fandc.nl. Zie reo® rapportage vierde kwartaal 2007 voor nadere informatie over de aantijgingen.
1e kwartaal 2008
Ondernemingsbestuur… vooruitzichten 2008 Overzicht
In de zesde uitgave van F&C’s jaarlijkse Responsible Investment Report wordt geanalyseerd hoe F&C in 2007 bij 3200 ondernemingen in 52 markten haar stemrecht heeft uitgeoefend. Het rapport biedt inzicht in hoe F&C haar invloed aanwendt om veranderingen bij ondernemingen in gang te zetten. Verder worden de schijnwerpers gericht op de belangrijkste punten die volgens F&C 2008 en de jaren daarna zullen bepalen. Wij lichten er hier een paar uit. Verpletterd door de crisis Hoe kwetsbaar het complexe web is dat de internationale kredietmarkten met elkaar verbindt, is in 2007 pijnlijk duidelijk geworden. Als gevolg van de kredietschaarste door de Amerikaanse subprime-hypotheekcrisis liepen zelfs belangrijke financiële groepen zoals Bear Stearns, Northern Rock en Sachsen Landesbank op de klippen. Hoe konden internationale markten zo in een gigantisch financieel dal storten door wat op het eerste gezicht een niet al te belangrijk gebeuren lijkt? Waren deze banken slachtoffer van de omstandigheden of werden zij door het nemen van al te ambitieuze risico’s aanstichters van een regelrechte ramp? Een van de verantwoordelijkheden van de auditcommissie is het toezicht op het risicobeheer en de interne controle. Beleggers zetten inmiddels echter vraagtekens bij de wijze waarop auditcommissies zich van deze verantwoordelijkheid kwijten. Bovendien leeft de vraag of de auditcommissie zich in het algemeen niet te nauw richt op het opstellen van de jaarrekening. Wat betreft de rol van de remuneratiecommissie vragen velen zich af of een bonusplan dat prestaties op de korte termijn rijkelijk beloont maar waarin geen straf voor verliezen zit ingebouwd misschien heeft bijgedragen aan dergelijke riskante strategieën, ten koste van een duurzame ontwikkeling op de lange termijn.
■ In 2008 zal F&C auditcommissies oproepen hun interne controle- en risicobeheersystemen opnieuw te bezien en eventuele verborgen risico’s aan het licht te brengen. F&C blijft zich daarnaast hard maken voor een beloningsbeleid dat waardecreatie op de lange termijn beloont en niet alleen maar het bereiken van doelstellingen op de korte termijn. De remuneratiecommissie zou ook het recht moeten krijgen om in voorkomende gevallen excessieve bonussen terug te vorderen.
Het mysterie van de Sovereign Wealth Funds De financiële pagina’s staan al sinds eind 2007 bol van het nieuws dat nationale beleggingsfondsen, de zogenoemde Sovereign Wealth Funds (SWF’s), deelnemingen hebben opgebouwd in een aantal van de grootste banken ter wereld. Zijn alle SWF’s hetzelfde? Wat voor soort aandeelhouder is een SWF en wat voor soort aandeelhouder zou het moeten zijn? Veel SWF’s zijn van oudsher omgeven met geheimzinnigheid. Er is maar weinig bekend over de investeringen en eigendomsstrategie. De angst groeit dat SWF’s het nationale politieke belang boven beleggingsresultaten stellen. Wel is dat ze bij in ernstige problemen verkerende banken snel en met veel geld over de brug zijn gekomen, dankbaar aanvaard. Protectionistisch verzet tegen SWF’s groeit echter. De IMF en andere partijen dringen er bij SWF’s op aan om een
‘vrijwillige’ gedragscode op te stellen die het wantrouwen moet wegnemen. Velen, waaronder F&C, geloven dat SWF’s een uitgelezen kans bieden om goed ondernemingsbestuur te versterken door verhoogde transparantie en bescherming van de rechten van aandeelhouders, vooral in een markt die staat te springen om kapitaal.
■ F&C ondersteunt vrijwillige inspanningen vanuit de sector die de transparantie en het verantwoord eigendom bij SWF’s beogen te verhogen. Voor ondernemingen die grote pakketten aandelen bij SWF’s onderbrengen, ijvert F&C er tevens voor dat de rechten van minderheidsaandeelhouders worden beschermd.
Het beeld in Amerika – twee stappen vooruit, één achteruit Ook in 2007 heeft F&C zich weer ingezet voor verbeteringen in de corporate governance in de Verenigde Staten. De drie belangrijkste aandachtsgebieden daarbij waren ‘meerderheid van stemmen’, ‘toegang tot volmacht’ en ‘inspraak in de bezoldiging’7. Op het eerste aandachtsgebied wordt gestaag voortgang geboekt, al is er nog heel wat ruimte voor verbetering: bij ongeveer eenderde van de S&P 500 wordt de benoeming van bestuurders nog altijd geregeld op basis van het grootste aantal stemmen. Hoewel de volmachtkwestie op dit moment bij de SEC op behandeling ligt te wachten, blijven beleggers zoeken naar innovatieve manieren om de toegang tot de stemming te verbeteren. Voor de Amerikaanse remuneratiecommissie wordt 2008 waarschijnlijk lastig laveren. De informatie over bezoldiging is door de nieuwe regels weliswaar verbeterd, maar de bezoldiging van het management blijft de pan uit groeien. Bestuurders rechtvaardigen verhogingen door te wijzen op de net gepubliceerde beloningspakketten van de concurrentie. Met een Amerikaanse recessie voor de deur zal noch de belegger noch het grote publiek staan te juichen bij forse stijgingen van de topsalarissen, tenzij er een verband is met uitzonderlijk goede prestaties. Ondernemingen als Aflac en Verizon Communications hebben al toegezegd de beloningen te zullen voorleggen aan de aandeelhouders voor een op Britse leest geschoeide adviesstemming. Voor het stemseizoen van 2008 ligt er een recordaantal aandeelhoudersmoties op tafel waarin wordt opgeroepen tot een ‘Say on Pay’, dus er zullen er waarschijnlijk nog vele volgen. Apple Computers is dit jaar als eerste geconfronteerd met een meerderheid van de aandeelhouders die stemden voor een adviesstemming over het bezoldingsbeleid.
■ Ook in 2008 blijft F&C zich weer inzetten voor meerderheid van stemmen en een adviesstem over beloning.
7
Zie ons Responsible Investment Report voor een uitgebreide discussie over deze onderwerpen
reo® rapportage
Ondernemingsbestuur: blik op… emerging markets Onze doelstellingen
Verbeteren normen ondernemingsbestuur in de opkomende markten: ■ Bescherming van de rechten van de minderheidsaandeelhouder, met name bij ondernemingen met één of meer grootaandeelhouders; ■ Verbetering niveau transparantie en rapportage, onder andere ook over belangrijke milieu-, maatschappij- en bestuurskwesties; ■ Ondernemingen in de opkomende markten aanmoedigen hun interne controlesysteem te verbeteren en werken aan bewustwording over hoe maatschappelijke en milieufactoren echte bedrijfsrisico’s met zich mee kunnen brengen; ■ Reduceren omkoping en corruptie.
Het toneel
Wat doet F&C?
Nu het geld binnenstroomt…
Onze invloed als aandeelhouder gebruiken: A Vote With A Voice™
Terwijl de ontwikkelde markten in de Verenigde Staten en Europa worstelen met de kredietschaarste en een steeds waarschijnlijker wordende recessie, blijven de opkomende markten lekker doorstomen op een gemiddelde BBP-groei van ruim 7% – bijna drie keer zoveel als het percentage in de volgroeide markten. Het olievlekeffect van de inzakkende kredietmarkten gaat de opkomende wereld grotendeels voorbij. Integendeel, zij trekken op dit moment recordinvesteringen – ruim $ 600 miljard in 20078. Naar het zich laat aanzien, zal deze trend ook in 2008 doorzetten. Maar wat betekent dat voor de ontwikkeling van goed ondernemingsbestuur?
…worden zwakke governance-plekken aangepakt? Meegezogen worden in deze indrukwekkende groeien investeringscijfers is natuurlijk makkelijk. Het ondernemingsbestuur in de opkomende markten blijft echter een belangrijk punt van zorg. Veel ondernemingen reageren op de instroom van buitenlands kapitaal met het oppoetsen van hun standaarden, maar diepgewortelde problemen zijn daarmee nog niet weg. Wij hebben het hier dan vooral over grootaandeelhouders die met hun gedrag de belangen van minderheidsaandeelhouders in gevaar kunnen brengen. Dit gebeurt zelfs in landen met corporate governance-codes die er aan de buitenkant goed uitzien. De binnenkant ontbreekt dan vaak. Wat dat in de praktijk betekent? Dat ondernemingen vaak gewoon slecht worden gerund en weinig aandacht besteden aan de belangen van minderheidsaandeelhouders en niet-financiële belanghebbenden, zoals werknemers, cliënten en gemeenschappen. Bovendien is er op deze manier vaak ook ruimte voor transacties tussen verbonden partijen of andere handelingen die, over de rug van de minderheidsaandeelhouder, het economische belang van de grootaandeelhouder dienen.
F&C zet haar positie als toonaangevende belegger in ondernemingen uit opkomende markten in voor proactieve actie voor beter ondernemingsbestuur op een aantal terreinen. F&C wil dit over de hele linie doen en is daarbij ten zeerste doordrongen van de realiteit waarmee ondernemingen in opkomende markten zich geconfronteerd zien. F&C heeft ten bate van dit proces richtlijnen op maat ontwikkeld voor diverse rechtsgebieden in de opkomende wereld, onder andere China, Rusland, India, Zuid-Korea en Latijns-Amerika. Om zeker te stellen dat ondernemingen in deze markten weten wat wij van ze verwachten, hebben wij aan het begin van 2008 de richtlijnen gestuurd aan de voorzitter van alle ondernemingen in opkomende landen die wij in portefeuille hebben. Dit vormt een fundamenteel onderdeel van de contacten die wij onderhouden in het kader van ons actief aandeelhouderschap. Ons stemgedrag illustreert op welke manier wij ons inzetten voor beter ondernemingsbestuur en geeft tegelijkertijd een aardig beeld van onze zorg over corporate governance in de opkomende markten. Zo heeft F&C in 2007 in 42% van de gevallen de directie in Mexico niet gesteund bij afzonderlijke moties en in Rusland in 40% van de gevallen. En dit in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk, waar F&C in dezelfde periode slechts in 3% van de gevallen bezwaar maakte tegen een directiebesluit. Uit onze stem tegen de directie blijkt de fundamentele zorg die wij hebben ten aanzien van de bedrijfsnormen:
■ Dubieuze financiële transacties; ■ Onduidelijkheid wie de voorgedragen bestuurders zijn en welke belangen zij vertegenwoordigen;
■ Beperkt onafhankelijk toezicht op het bestuur; ■ Uitgiften nieuwe aandelen waardoor het belang van bestaande beleggers verwatert, vaak tegen hun wens in.
8 International
Institute of Finance, oktober 2007
1e kwartaal 2008
Wat er speelt in de wereld In Korea vormen transacties tussen verbonden partijen een belangrijk aandachtsgebied voor F&C. Met behulp van dit soort transacties kan een grootaandeelhouder winsten tussen ondernemingen heen en weer schuiven en zo de minderheidsaandeelhouder beroven van diens rechtmatig deel. Dit probleem kwam bijvoorbeeld aan de oppervlakte toen diverse Koreaanse ondernemingen, waaronder Hyundai Motors, Hyundai Mobis en Hyundai Steel, een boete opgelegd kregen door de Fair Trade Commission voor onrechtmatige interne verrekening. Volgens de FTC had Hyundai Motor Hyundai Mobis gesubsidieerd door onderdelen tegen veel te hoge prijzen af te nemen en Hyundai Hysco door staalplaten boven de marktprijs te kopen. Wij hebben tegen de auditcommissie gestemd en de betreffende ondernemingen aangeschreven met de aanbeveling omvangrijke transacties tussen verbonden partijen, voordat deze worden goedgekeurd, aan de aandeelhouders voor te leggen. In China wilde een groot aantal ondernemingen in onze portefeuille omvangrijke bedragen aan nieuw kapitaal in de markt zetten zonder enig voorkeursrecht. Met andere woorden, nieuwe beleggers binnenhalen en de eigendomspositie verwateren. De stem van de zittende aandeelhouder verzwakt daarmee. Bij 25 van de 59 Chinese ondernemingen in onze portefeuille hebben wij ons gekeerd tegen dit soort kapitaalverhogingen – en daarmee de vermogenspositie van onze cliënten beschermd. Betrokken ondernemingen waren onder andere Byd Company, China Communications Service, China Petroleum and Chemical Corp en China Shenhua Energy Company Ltd. In Rusland kregen we te maken met bestuursbenoemingen waarbij de voorgedragen kandidaten niet onafhankelijk waren van de grootaandeelhouder of waarbij de informatie over hun achtergrond of de waarde die zij inbrengen in het bestuur veel te summier was. Het afgelopen jaar heeft F&C in 296 van de gevallen haar steun onthouden aan voorgedragen bestuurders bij onder andere Gazprom, Lukoil, Sberbank en Uralsvyasinform.
De berg gaat naar Mohammed Behalve dat wij ondernemingen aanschrijven en diverse daarvan in Londen spreken, zijn wij ook met onze boodschap naar Rusland, India en Ghana afgereisd. Daar bespraken wij vraagstukken over ondernemingsbestuur met zakelijke en politieke leiders.
de bedrijfscultuur van een onderneming. De Securities and Exchange Board of India (SEBI) kreeg van ons niets dan lof voor de solide normen die zijn vastgesteld. Hoewel ruim 90% van de ondernemingen in India een gedragscode of ethische code hebben die voldoet aan de eisen van de SEBI, moesten wij echter toch constateren dat de praktijk vaak achterblijft bij het ideaal. Uit diverse onderzoeken blijkt dat een belangrijk aantal Indiase ondernemingen de SEBI-richtlijnen niet naleven. Wij hebben dan ook het belang benadrukt van een echte governance-cultuur met actieve aandeelhouders en hebben onze visie uiteengezet dat wet- en regelgeving pas echt iets waard zijn als een overtreding tastbare en wezenlijke consequenties heeft. In Ghana had F&C een afspraak met de minister van Financiën en Economische Zaken over het belang van betere fiscale transparantie wil het land een betere rating krijgen voor zijn staatsobligaties en de kosten van lenen verlagen. Dit is niet alleen relevant voor de aanzienlijke mijnbouwopbrengsten van Ghana maar nu zeer actueel in het licht van belangrijke nieuwe olievondsten.
Overheidsbeleid en samenwerking F&C maakt zich al sinds november 2006 sterk voor een herziening door de Financial Services Authority (FSA) van de normen voor buitenlandse ondernemingen die een beursnotering op de Londense markt willen. Onze zorg is dat in tegenstelling tot de zeer stringente normen die op beursnoteringen van in het Verenigd Koninkrijk gevestigde ondernemingen van toepassing zijn, de groei van de noteringen in Londen nu vooral wordt gedomineerd door emittenten van Global Depositary Receipts (GDR’s). Over het algemeen zijn die GDR’s afkomstig uit de opkomende markten, waar veel lagere normen gelden. Het doet ons dan ook deugd dat de FSA een discussiedocument heeft gepubliceerd over het beursnoteringsbeleid in Londen, waarin wordt ingegaan op de zorgen ten aanzien van corporate governance-normen, met name op de GDR-markt. In een uitgebreide bijdrage aan de discussie heeft F&C opgeroepen tot een duidelijk zichtbaar onderscheid tussen de kwalitatief hoogwaardige hoofdbeurs en de aan minimale eisen onderworpen emittenten van GDR’s. Verder hebben wij er bij de FSA op aangedrongen dat GDR-emittenten uit opkomende landen hun verslaglegging verzorgen aan de hand van een nieuwe vrijwillige standaard die speciaal is toegesneden op ondernemingen met een structuur van grootaandeelhouders.
Wij zeiden...
“
In Rusland hebben wij op uitnodiging van de vooraanstaande investmentbank Troika Dialog zitting genomen in een panel met vice-premier Alexej Koedrin. De discussie ging over hoe buitenlandse beleggers aankijken tegen de ontwikkelde bestuurspraktijken in Rusland en wat voor gedrag zij van ondernemingen verwachten. Koedrin maakte een verzameling ambitieuze nieuwe regels bekend. Volgens F&C zou versterking van de rechten van aandeelhouders een goede aanvulling zijn op de regelgeving, omdat ‘good practices’ zo genuanceerder en flexibeler konden ontstaan.
We voted against following recent fines by the Fair Trade Commission regarding related-party transactions between Hyundaiaffiliated companies. The audit committee is responsible for overseeing such transactions and ensuring that these are made at fair value rates on the basis of arms-length assessments. Shareholders should also be given the opportunity to vote on significant related-party transactions prior to their approval.
In India hebben wij op uitnodiging van de International Finance Corporation (IFC) gesproken op een conferentie over de rol van wet- en regelgeving als aanjager van veranderingen in
Brief F&C aan Koreaans bedrijf waarin wordt uitgelegd waarom wij tegen de kandidaten voor de auditcommissie hebben gestemd.
”
reo® rapportage
Blik op… mensenrechten: zakendoen in lastige landen Onze doelstellingen
Ondernemingen die actief zijn op gebieden waar de wet zwak staat, waar conflicten zijn of waar belangrijke schendingen van de mensenrechten voorkomen, aansporen tot beheersing van de risico's voor de bedrijfsontwikkeling door middel van: ■ Mensenrechtenbeleid voor de eigen activiteiten, die van gelieerde ondernemingen en joint venturepartners; ■ Richtlijnen voor de veiligheid van medewerkers en installaties; ■ Procedures voor overleg met de lokale gemeenschap, inclusief inheemse bevolkingsgroepen; ■ Beleid voor een dialoog met lokale politici waarin wordt gewezen op de noodzaak voor het bedrijfsleven van een stabiele overheid die verantwoording verschuldigd is.
Inleiding Nu de honger van de wereldeconomie naar grondstoffen niet meer door ontwikkelde markten te stillen is, liggen de beste kansen voor ondernemingen vaak in 's werelds meest instabiele regio's. Landen als Soedan, Birma (Myanmar)9, de Democratische Republiek Congo (DRC), Indonesië en Colombia zijn rijk aan bodemschatten maar gaan gebukt onder conflicten, repressieve regimes, een zwakke rechtsstaat en systematische schendingen van de mensenrechten. F&C waarschuwt al zeker tien jaar voor het risico van activiteiten in landen met een regime dat zich op grote schaal schuldig maakt aan schendingen van de mensenrechten, met name Soedan en Birma. Vorig jaar nog liep het in Birma uit de hand, toen vreedzame demonstraties tegen de regering voor het oog van de hele wereld wreed de kop in werden gedrukt. Ook de al vijf jaar durende tragedie in Darfur (Soedan) staat weer volop in de publieke belangstelling: actievoerders en filmsterren gebruiken de Olympisch Spelen in Beijing om druk uit te oefenen op China. De Chinese staatsoliebedrijven worden alom beschuldigd van medeplichtigheid aan de misstanden in Darfur en op deze manier wordt bij China aangedrongen op een hardere aanpak van de Soedanese regering.
Het probleem In de afgelopen jaren zijn de verwachtingen van de maatschappij ten aanzien van goed ondernemerschap veranderd. Tegenwoordig is het vermijden van ‘medeplichtigheid’ aan de misstappen van de regering van landen als Soedan of Birma niet meer genoeg. Ondernemingen moeten zich proactief inzetten voor verbeteringen. Dit is een mijnenveld en vergt veel meer openheid over omgang met plaatselijke overheden dan men vroeger gewend was. Ook beleggers in deze ondernemingen hebben een probleem: steeds vaker klinkt de roep om de verkoop van aandelen van ondernemingen die niet het juiste beleid voeren ten aanzien van de situatie ter plekke. Cliënten die zich streng willen opstellen ten aanzien van bepaalde bedrijven helpt F&C met een programma van 9
Activiteiten F&C Birma
Het actief aandeelhouderschap van F&C begon in 1999 bij ondernemingen die zich sindsdien uit Birma hebben teruggetrokken of die zijn overgenomen, zoals Premier Oil, BAT en Unocal. In 2001 namen wij het voortouw in het opstellen van de Statement from Institutional Investors – Business Involvement in Myanmar (Burma)10. Sindsdien hebben wij onze inspanningen toegespitst op twee ondernemingen met de belangrijkste positie in het land: Total en Chevron (na de overname van Unocal in 2005). De enorme publieke druk en het actief aandeelhouderschap van beleggers als F&C hebben geleid tot positieve veranderingen in de manier waarop beide ondernemingen zich opstellen. Vooral Total heeft haar positie de afgelopen jaren aanzienlijk gewijzigd: het concern heeft de deur geopend voor onafhankelijk onderzoek en heeft sociaal-economische hulpprogramma’s opgezet voor de plaatselijke bevolking. Wel zouden wij Total graag nog steviger zien optreden in ’s lands politieke ontwikkelingen. De voortgang van Chevron is minder bemoedigend, ondanks de aanstelling van gespecialiseerde medewerkers en de onderschrijving van de Voluntary Principles on Security and Human Rights11. Wij blijven er bij de onderneming op aandringen om het gesprek aan te gaan met kritische aandeelhouders, samen met onafhankelijke experts te werken aan onderzoek naar mensenrechtenpraktijken in het pijplijngebied, specifiek verslag uit te brengen over de activiteiten in Birma en meer transparantie te verschaffen over de betalingen die er aan de Birmese regering worden gedaan.
De internationale gemeenschap spreekt in het algemeen van Birma; Myanmar is de naam die het land heeft gekregen van de militaire machthebbers. de verklaring wordt ingegaan op de zorg over de aanwezigheid van een militaire dictatuur in Birma en worden de risico’s voor aandeelhouders beschreven die in het land belangen hebben. De verklaring is opgesteld onder leiding van Friends Ivory & Sime, de rechtsvoorganger van F&C. 11 Deze principes zijn in 2000 ontwikkeld door een gezamenlijke werkgroep van overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke groeperingen en willen basisstandaarden bieden voor de veiligheid. F&C (destijds Friends, Ivory & Sime) heeft diverse Europese en Amerikaanse mijnbouwondernemingen zover weten te krijgen dat zij zich wilden inzetten voor de onderschrijving van die principes. 10 In
10
gerichte desinvesteringen. Is desinvestering voor de cliënt echter geen optie, dan gaan wij actief in gesprek om ervoor te zorgen dat de ondernemingen met hun handelen de situatie in het betreffende land niet verergeren. Daarnaast dringen wij erop aan dat de onderneming haar afkeuring van de schendingen van de mensenrechten aan de betreffende regering overbrengt. Naarmate het aantal cliënten dat bereid is uit te stappen groeit, wordt de druk op deze ondernemingen om het gesprek aan te gaan groter.
1e kwartaal 2008
Soedan
Wat verwacht F&C?12
In 2004, een jaar nadat er in Darfur gevechten waren uitgebroken en de omvang van de humanitaire crisis in volle hevigheid doordrong, heeft F&C ruim 60 internationale ondernemingen aangeschreven en om opheldering gevraagd over hun activiteiten in Soedan. De reacties waren wisselend maar duidelijk werd wel dat, net als in Birma, een handjevol olie- en gasmaatschappijen in het land de belangrijkste spelers zijn. Wij hebben derhalve ons actief aandeelhouderschap verder opgevoerd en contact opgenomen met de Chinese bedrijven CNPC/PetroChina en Sinopec, het Maleisische Petronas en het Britse ingenieursconcern Weir Group. Ook zijn diepgaande gesprekken gevoerd met Indiase oliereus ONGC en met Petrofac, een Brits bedrijf in oliediensten.
F&C is de mening toegedaan dat zaken en politiek wel degelijk samen gaan. Sterker nog, F&C vindt dat zaken en politiek wel samen moeten gaan, willen de belangrijkste problemen kunnen worden opgelost waarvoor de maatschappij en het bedrijfsleven zich gesteld zien. Voor ondernemingen die actief zijn in door conflicten verscheurde landen als Birma en Soedan hebben wij het volgende advies: ■ Laten zien bereid te zijn de regering in eigen land aan te spreken op de situatie in Birma en Soedan; ■ Aantonen op welke manier hun aanwezigheid positief is voor het dagelijks leven in de lokale gemeenschap en op welke manier die aanwezigheid maatschappelijke, politieke en economische stabiliteit dient; ■ Positieve effecten kunnen aanwijzen van hun dialoog met de nationale regering in Birma en Soedan op weg naar een stabielere samenleving; ■ Beleid inzake transparante inkomsten en anticorruptie ontwikkelen en implementeren, waaronder ook informatieverschaffing over alle betalingen aan de gastregering (honoraria, belastingen, de zogenoemde ‘signature bonus’ en andere betalingen).
Onze pogingen om in gesprek te komen met CNPC/ PetroChina, Sinopec en Petronas zijn vooralsnog stuk gelopen op een oorverdovende stilte − voor een aantal beleggers al voldoende aanleiding om uit deze fondsen te stappen. Van Weir Group kregen we te horen dat de onderneming het land wil verlaten zodra de bestaande contracten eind 2007 afliepen. De discussies met het senior management van ONGC gingen over personeelsbeheer en projecten in de lokale gemeenschap, maar gaven ons wel de kans er bij de onderneming op aan te dringen zich in het politieke debat over Soedan te mengen (zie hierna). Bij Petrofac kwam in een serie gesprekken naar voren hoezeer het beleid is versterkt na feedback van beleggers: de onderneming bestudeert het effect van de bedrijfsactiviteiten op de mensenrechten en financiert een NGO die samen met dorpen in de kwetsbare delen van het zuiden van Soedan scholen bouwt.
‘Zaken en politiek gaan niet samen’ Het lastige aan het aanspreken van ondernemingen in Soedan is dat vele daarvan geheel of gedeeltelijk het eigendom zijn van de staat, waardoor een en ander een gevoelig politiek tintje krijgt. Deels om deze reden staan ondernemingen uit landen als China en India vooralsnog niet te popelen om hun invloed, publiek of achter gesloten deuren, in te zetten voor de bescherming van de mensenrechten in Soedan. Nog verontrustender is dat actief aandeelhouderschap op bepaalde locaties tot goed gedrag van ondernemingen kan leiden, maar dat de mate waarin ambitieuzere doelen (een einde aan de conflicten, hervorming overheidspraktijken) kunnen worden bereikt, afhankelijk is van politieke processen die volledig buiten hun invloedsfeer vallen. Recht voor z’n raap: politiek is de essentie van wat ondernemingen zouden moeten bedrijven als zij in lastige landen opereren. De kop in het zand steken door het debat niet aan te gaan, geeft vrij spel aan extremisten. En dan kan de onderneming ervan worden beschuldigd te hebben meegewerkt aan een van de ergste humanitaire crises ter wereld. De politiek ‘veilige’ aanpak van niet ingrijpen in het politieke proces heeft tot nu toe zeer onbevredigende resultaten opgeleverd, voor zowel het bedrijfsleven als de samenleving. Een en ander vormt een enorme uitdaging voor ondernemingen en beleggers die geloven dat investeringen en economische welvaart de angel uit conflicten kunnen halen, de mensenrechten kunnen beschermen en samenlevingen uit de armoede kunnen trekken.
Vervolgmaatregelen Het actief aandeelhouderschap van F&C op het gebied van de mensenrechten blijft zich richten op ondernemingen die werkzaam zijn in sommige van de moeilijkste gebieden om zaken in te doen. Dat houdt onder ander in: ■ dat wij bij Total en Chevron blijven aandringen op leiderschap op het gebied van mensenrechten in Birma; ■ dat wij onafhankelijk en samen met een bredere groep institutionele beleggers de oliereuzen in Soedan aanspreken: CNPC/PetroChina, Sinopec, Petronas en ONGC; ■ dat wij vervolg geven aan een recent bezoek aan Japan, waar wij hebben gesproken met een aantal Japanse ondernemingen die in Birma en Soedan opereren, onder andere Mitsubishi Corporation, Mitsui Corporation, Nippon Oil, Idemitsu Kosan, Taisei Corporation en JFE Holdings. Wij hebben tijdens die gesprekken gepleit voor meer transparantie over de activiteiten in Birma en Soedan. Ook hebben wij erop aangedrongen dat de risicobeheersingsprocessen die voor het hoofdkantoor in Japan gelden worden uitgebreid naar alle activiteiten in risicolanden.
Zij zeiden...
“
Amid the international outrage over the bloodshed in Darfur, frustration has increasingly turned toward China, Soedan’s biggest trading partner and international protector, culminating in Steven Spielberg’s decision last week to withdraw as artistic adviser to the Beijing Olympics. And it may be working……….Few analysts expect China to walk away from its business ties to Soedan, but its willingness to take up the issue is a rare venture into something China swears it never does — meddle in the internal affairs of its trading partners.
”
“China, in New Role, Presses Sudan on Darfur”, New York Times , 23 februari 2008 12
Gedetailleerdere informatie over het actief aandeelhouderschap van F&C en mensenrechten, inclusief best practice-aanbevelingen en specifieke doelstellingen in verband met Soedan, is te vinden in een apart reo® onderzoeksrapport dat in het tweede kwartaal van 2008 wordt gepubliceerd.
11
reo® rapportage
Blik op… olie en gas Onze doelstellingen
Erop toezien dat ondernemingen: ■ Goed beleid hebben inzake het milieu, veiligheid en gezondheid en mensenrechten; ■ Dat goede beleid waar mogelijk ook van toepassing verklaren op externe medewerkers, joint ventures en gelieerde ondernemingen; ■ De gevolgen van klimaatverandering (toezicht, concurrentie, fysiek) in hun langetermijnstrategie integreren.
F&C laat van zich horen
■ Milieuhindernissen, omdat zij gebieden betreden die zeer
Met een olieprijs op een historisch hoogterecord zou je zeggen dat de oliemaatschappijen nu eens lekker achterover konden gaan leunen. Niets is minder waar: zij worden geconfronteerd met een bedrijfsomgeving die lastiger is dan ooit. Olieconcerns staan oog in oog met afnemende reserves en hun voortbestaan en groei hangen direct samen met het vinden van nieuwe bronnen op steeds lastigere locaties. Lastig vanwege de fysieke omstandigheden (diepwater, dichtbegroeid bos, van teer doordrenkt zand) of lastig omdat nieuwe nationalistische overheden hun kostbare hulpbronnen niet zo makkelijk uit handen geven.
milieugevoelig liggen zoals Alaska en het noordpoolgebied, en gebieden die van grote invloed zijn op het milieu, zoals de Canadese oliezanden; ■ Kwesties van corporate governance, omdat zij joint ventures aangaan met lokale bedrijven die lagere sociale en milieunormen hanteren.
Ook de hernieuwde problemen op het gebied van veiligheid en gezondheid trekken hun sporen in de sector (denk aan de ramp met de BP-raffinaderij in Texas City). Maar misschien is klimaatverandering nog wel het belangrijkste zorgpunt op de lange termijn: oliemaatschappijen hebben hiertegen vooralsnog geen overtuigende aanpak weten te bedenken.
De veranderende aard van de oliesector Staatsoliemaatschappijen, die nog steeds driekwart van de bekende oliereserves in handen hebben, houden steeds strakker zelf de controle over de activa of gaan over tot hernationalisatie. Tegelijkertijd wordt hard gewerkt aan de eigen technische deskundigheid. Steeds vaker keren de staatsconcerns de grote internationale oliemaatschappijen de rug toe en gaan ze in zee met leveranciers van oliediensten, zoals Schlumberger, Halliburton en Technip. Het gevolg is dat laatstgenoemde bedrijven zijn uitgegroeid tot belangrijke spelers, die kunnen beschikken over een technische capaciteit die niet onder doet voor die van de internationale oliemaatschappijen. En ondertussen wordt de staatsoliemaatschappij zelf een belangrijke investeerder, die in veel gevallen het overschot aan kapitaal gebruikt om internationaal uit te breiden en daarmee direct de concurrentie aangaat met de traditionele grote oliemaatschappijen. Van alle kanten in het nauw gedreven moeten de grote oliemaatschappijen in een steeds lastiger klimaat toegang zien te krijgen tot schaarse nieuwe middelen. En daarmee staan ze bloot aan nieuwe risico’s, in het bijzonder:
■ Operationele problemen, omdat de technische moeilijkheidsgraad stijgt;
■ Politieke kwesties en mensenrechten, omdat zij hun activiteiten uitbreiden naar controversiële delen van de wereld – zoals nader uitgewerkt in Blik op … mensenrechten in dit verslag; 12
Veiligheid voorop Gevaar is inherent aan olie- en gasactiviteiten. Veel tijd, moeite en investeringen gaan zitten in het handhaven van een veilig operationeel klimaat. De risico’s variëren van belangrijke incidenten zoals de explosie in 2001 in de chemiefabriek van Total in Toulouse en het ongeval in de BP-raffinaderij in Texas City (zie kader); tot veiligheidsrisico’s zoals kidnapping; tot persoonlijke veiligheid in de vorm van verkeersongelukken.
BP: de nasleep van Texas City De explosie in de BP-raffinaderij in Texas City in 2005 bracht weer even goed in herinnering dat ook bij een onderneming met uitgebreide ervaring in het beheer van veiligheid en gezondheid rampen kunnen gebeuren. De belangrijkste conclusie van het rapport Baker over de ramp was dat de integriteit van de fysieke activa minstens net zo belangrijk is als ervoor zorgen dat werknemers weten hoe zij voor hun eigen veiligheid moeten zorgen. Sinds de publicatie van het rapport Baker heeft BP zich vastberaden getoond om grip te krijgen op de veiligheidskwesties waarvoor de onderneming zich gesteld ziet. Maar een nieuw ongeval met dodelijke afloop in januari van dit jaar, wederom in Texas City, geeft wel aan van welke omvang de uitdaging is waarvoor BP staat. (Naar dit laatste ongeval is nieuw onderzoek ingesteld door de US Chemical Safety Board.) De lessen van Texas City en het rapport Baker gelden niet alleen voor BP: ook andere oliemaatschappijen kunnen en moeten hun eigen systemen opnieuw evalueren om te zien of ze de risico’s wel goed signaleren en daarnaar handelen. Zo dringt F&C er bij Royal Dutch Shell al een tijd op aan om iets te doen aan de relatief slechte staat van dienst op arbogebied. Dit jaar begint zich enige vooruitgang af te tekenen: het belang van veiligheid krijgt meer aandacht, beleid en procedures worden vereenvoudigd en er is een nieuwe uitvoerend bestuurder benoemd met verantwoordelijkheid voor gezondheid, veiligheid en het milieu.
1e kwartaal 2008
Bij Total gaat de discussie over een correlatie tussen de beloning van het management en de prestaties op het gebied van veiligheid en gezondheid. Natuurlijk is het niet makkelijk op dit terrein prikkels in te bouwen, maar het totaal ontbreken van enig verband maakt de aanspreekbaarheid van het bestuur hierover tot een wassen neus.
Groeiende invloedssfeer Arbobeheer is al moeilijk genoeg als een oliemaatschappij alleen haar eigen activiteiten beheert. Lastiger wordt het – en dit is vaak het geval – als het concern niet de volledige controle heeft over de mensen of de projecten waarbij het betrokken is. Een netelige kwestie is vooral ook hoe de onderneming de veiligheid van externe medewerkers garandeert. Zo’n externe kracht werkt mogelijk maar korte tijd voor het concern en is lang niet zo goed doordrongen van het beleid en de ethiek van de onderneming als de vaste medewerkers. Vaak zijn de arboprestaties bij externen vele malen slechter dan onder de vaste medewerkers: van de 37 dodelijke ongelukken bij Shell in 2006 betrof het in 35 gevallen een externe kracht. De omgang met milieu, maatschappij en bestuurskwesties wordt ook bemoeilijkt door het groeiende aantal joint ventures. Vorig jaar13 heeft F&C een rapport gepubliceerd over het beheer van deze kwesties in joint ventures in 2007. Dat rapport is naar 44 ondernemingen in de olie- en gassector gegaan met het advies onze aanbevelingen over de rapportage over beheersystemen voor joint ventures over te nemen.
Klimaatverandering: overal reacties op de kaart Oliemaatschappijen staan met klimaatverandering voor een tweeledig probleem. Ten eerste gaan hun eigen activiteiten gepaard met een hoge uitstoot. De winning, raffinage en verwerking van olie en gas zijn goed voor ruim 6% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Dat is drie keer zoveel als de uitstoot van luchtverkeer. Ten tweede is hun product gevoelig voor wet- en regelgeving inzake klimaatverandering. Een strengere aanpak van de uitstoot van voertuigen en alternatieven als biobrandstoffen zullen uiteindelijk ook hun weerslag gaan krijgen op de internationale vraag naar olie. Tot voor kort reageerden vooral de Amerikaanse oliemaatschappijen maar lauw op klimaatverandering – een weerspiegeling van het ontbreken van politiek leiderschap in de Verenigde Staten. Nu het ernaar uitziet dat de presidentsverkiezingen tot ander beleid gaan leiden, worden ze langzaam wakker. F&C dringt er al jaren bij ExxonMobil, Chevron, Conoco Phillips en recenter ook Occidental op aan om iets te zeggen over hun officiële beleid en strategie en om meer transparantie te bieden over lobbying. Bij ExxonMobil voltrok zich misschien wel de meest opvallende ommekeer (zie kader).
ExxonMobil ontdekt klimaatverandering Na gigantische druk van diverse belanghebbenden, waaronder tien jaar lang discussies met F&C14, is ExxonMobil eindelijk om wat betreft klimaatverandering: van vraagtekens over het wetenschappelijk bewijs en fanatieke tegenwerking van iedere vorm van overheidsingrijpen in broeikasgassen tot een actieve opstelling in het Amerikaanse debat over het beleid dat de overheid zou moeten hanteren. Onderdeel van deze ontwikkeling (die lang op zich heeft laten wachten) is dat inmiddels ook de financiering is opgeschort van groepen die berucht zijn om de effectieve marketing van wat wel “junk science” wordt genoemd. ExxonMobil neemt inmiddels volop deel aan het publieke debat over de juiste beleidsreactie. De onderneming pleit voor belasting op CO2-uitstoot. Misschien wel de belangrijkste nieuwe uitdaging is gelegen in de exploitatie van de oliezanden van Canada en Venezuela. De oliezanden van Canada vertegenwoordigen de op één na grootste oliereserve ter wereld na die van Saoedi-Arabië. Door de hoge olieprijs wordt het nu economisch interessant om deze olie te gaan winnen. Het prijskaartje voor het milieu is echter hoog: hoge uitstoot broeikasgassen en waterverbruik, verlies aan biodiversiteit. Wij hebben er bij BP, Total, ExxonMobil en Shell op aangedrongen transparanter te zijn in de rapportage over hoe zij met deze effecten om denken te gaan. Tevens is met Suncor, specialist in oliezanden, gesproken over de wijze waarop deze onderneming de duurzaamheid van de activiteiten beheerst en daarover rapporteert.
Zij zeiden...
“
The Energy Independence and Security Act 2007 did not set out to discriminate against Canada, America's biggest supplier of oil. But that is the effect of banning federal agencies from buying alternative or synthetic fuel, including that from non-conventional sources, if their production and use result in more greenhouse gases than conventional oil. Transforming Alberta's tarry muck into a barrel of oil is an energy-intensive process that produces about three times the emissions of a barrel of conventional light sweet crude.
”
“Please buy our dirty oil”, The Economist, 13 maart 2008
13 “Do 14
you know what Junior is doing?: Managing ESG risks in the mining sector”. Deze dialoog is in 1998 gestart met de voorgangers van F&C, Friends Ivory & Sime en ISIS Asset Management. Zie ook eerdere reo® rapportages alsmede het Responsible Investment Report 2007 van F&C voor nadere details over de dialoog met ExxonMobil.
13
reo® rapportage
Blik op… Wal-Mart: worstelen met een reus
Achtergrond: als prijsverlagingen niet langer tellen Dankzij een al 25 jaar niet aflatende focus op Every Day Low Prices (EDLP) is Wal-Mart Stores uitgegroeid tot het grootste detailhandelsconcern en de grootste particuliere werkgever ter wereld (1,9 miljoen werknemers). Vandaag de dag woont bijna 90% van de 300 miljoen inwoners van de Verenigde Staten binnen een straal van 25 kilometer van een Wal-Mart15. Aan het begin van de 21ste eeuw is EDLP alleen echter niet meer genoeg voor fantastische groei en een sterke koers. De laatste jaren ondervindt Wal-Mart forse tegenstand bij het betreden van nieuwe markten in steden en voorsteden. Actievoerders op het gebied van milieu en arbeidsomstandigheden hebben met succes de gemeenschap in beweging weten te krijgen tegen slecht betaalde banen en een slechte gezondheidszorg en zogenoemde ‘big box’ malls aan het randje van de stad die steden steeds uitgestrekter maken en nering onttrekken aan het traditionele centrum. Nationale actiegroepen zoals Wal-Mart Watch zijn opgericht met als nadrukkelijke doel om Wal-Mart op de nek te zitten. Zelfs filmmakers blazen een partijtje mee: de in 2005 uitgebrachte anti-Wal-Mart documentaire The High Cost of Low Price is in duizenden filmtheaters, kerken, scholen en bowlinghallen vertoond. Wal-Mart is bovendien tot de ontdekking gekomen dat de magische winkelformule in belangrijke andere delen van de wereld niet werkt: het concern heeft zich na een kostbare exercitie schielijk uit belangrijke nieuwe markten als Duitsland en ZuidKorea teruggetrokken. Door alle controverse, waaronder herhaaldelijke beschuldigingen over het ondermijnen van vakbonden en sweatshops in andere landen, is de reputatie van de onderneming aan gruzelementen en gebeurt er met het aandeel ook niet veel meer.
F&C laat van zich horen
Arbeidsomstandigheden: wie let er op de winkel? Al sinds het jaar 2000 kaart F&C het risicobeheer als zorgpunt aan bij Wal-Mart, met name in verband met het enorme personeelsbestand en het gigantische netwerk van fabrieken die goedkoop aanleveren. Ons actief aandeelhouderschap richt zich vooral op: ■ Een anti-discriminatiebeleid dat achterloopt bij collegawinkelketens in de Verenigde Staten; ■ Aanhoudende beschuldigingen over goederen die in sweatshops zouden zijn gemaakt; ■ Groeiend bewijs over overtredingen van het eigen beleid van Wal-Mart op lokaal niveau, onder andere stelselmatige discriminatie op grond van geslacht; werknemers die gedwongen worden na hun dienst onbetaald door te werken; schoonmakers die ’s nachts in de winkel worden opgesloten; ontslag voor klokkenluiders; en twijfelachtige praktijken tegen werknemers die zich bij een vakbond willen aanmelden. 14
F&C heeft sinds 2000 de krachten gebundeld met andere, 15
gelijkgestemde, in Amerika opererende beleggers. Ontplooide initiatieven zijn onder andere:
“Our Workforce Represents America”: het antidiscriminatiebeleid van Wal-Mart In 2001 hebben F&C en diverse in de Verenigde Staten gevestigde beleggers regelmatig gesprekken gehad met het hoofd van de People Division van Wal-Mart. In 2003 was het dan zover: de onderneming zegde toe bij werving, ontslag en promotie discriminatie op grond van seksuele geaardheid expliciet te zullen verbieden (iets dat in veel staten en zelfs volgens de nationale Amerikaanse wetten nog steeds geoorloofd is). Managementtrainingen en trainingen over ongewenst gedrag zijn uitgebreid met modules over seksuele geaardheid. Met dit aangescherpte anti-discriminatiebeleid houdt Wal-Mart gelijke tred met good practice in de Verenigde Staten. Dit is goed voor de reputatie van de onderneming als eerlijke werkgever en maakt het mogelijk zo breed mogelijk mensen te werven.
Verbetering arbeidsomstandigheden in de toeleveringsketen De niet aflatende nadruk op lage prijzen bij Wal-Mart kan voor leveranciers aanleiding zijn om het met de arbeidsomstandigheden niet zo nauw te nemen, willen ze toch nog enige winstmarge realiseren. Slechte arbeidsomstandigheden kunnen echter als een boemerang werken: de productkwaliteit kan eronder gaan lijden, het vasthouden van werknemers wordt moeilijker, om van de reputatieschade in verband met vermeende sweatshops nog maar niet te spreken. Samen met het in Amerika gevestigde Interfaith Center on Corporate Responsibility (ICCR) pleit F&C al zeven jaar bij de onderneming voor afstemming van de arbeidsomstandigheden in de toeleveringsketen op de wereldwijde best practice. In 2001 en 2003 heeft F&C samen met andere aandeelhouders een motie ingediend, waarin werd opgeroepen tot aanscherping van de internationale gedragscode voor toeleveranciers. Wal-Mart reageerde met expliciete bescherming in de arbeidscode voor vrijheid van vereniging en collectieve loononderhandelingen. Ook is het toezicht op fabrieken met het oog op de arbeidsomstandigheden sterk uitgebreid. Behalve de moties die zijn ingediend, gaan F&C en haar partners ook de inhoudelijke dialoog aan met de medewerkers van Wal-Mart. De nadruk ligt daarbij op de audit van de keten en op transparantie. F&C is in 2005 zelf gaan kijken bij de audit van de fabrieken van Wal-Mart in Honduras en El Salvador en heeft daarna aanbevelingen voor verbetering aan de hand gedaan. F&C maakte zich vooral zorgen over de geringe bekendheid van de werknemers met de klokkenluiderprocedure bij Wal-Mart, ondanks de posters die hierover bij elke fabriek hingen. Wij hebben geadviseerd dat de controlerend accountants aan alle medewerkers die zij spreken een informatiekaart meegeven. Op die manier kunnen zij de auditor benaderen over zaken die ze niet ten overstaan van anderen of niet op het fabrieksterrein willen vertellen. Wal-Mart is met deze verandering akkoord gegaan.
Fedgazette (publicatie van de Federal Reserve Bank of Minneapolis), “The Wal-Mart Effect: Poison or antidote for local communities?”, januari 2008
1e kwartaal 2008
In maart 2008 hebben F&C en ICCR met de CEO en andere topbestuurders bij Wal-Mart gesproken en aangedrongen op een hogere interne prioriteit en een hoger intern profiel van het ‘ethical sourcing’-programma. Onze aanbeveling was dat de onderneming verder keek dan alleen de mensen van de afdeling audit. Dat alle relevante gebieden van de onderneming zouden werken aan een betere toeleveringsketen: voor uiteenlopende divisies als IT, overheidszaken en inkoop is een rol weggelegd voorhet uitroeien van het ‘sweatshop-risico’. F&C benadrukte hierbij in het bijzonder het belang van een correlatie tussen de beloning van de medewerkers en een betere fabrieksprestatie. F&C geeft al sinds 2004 feedback over de Ethical Sourcingverslagen van Wal-Mart, vóór de feitelijke publicatie. Ondanks wat veranderingen in de marge verzet de onderneming zich tegen de publicatie van een volledig verslag waarin de problemen worden uitgelicht die men ondervindt bij het betrekken van producten uit de opkomende markten. Dit in tegenstelling tot andere ondernemingen met ingewikkelde ketens zoals het kledingconcern Gap of de (sport)schoenen specialist Nike.
Wij zeiden...
“
Like 2005, this is not a “warts and all” report. It does not really dig into some of the entrenched challenges of supply chain management. While this is more acceptable in the first year or two of a report, Wal-Mart has been reporting on these topics for too long to be giving such surface treatment to the challenges. The auditing staff knows the issues so well; the incredible knowledge they have gained in the field is not being utilized to your advantage in this report.
”
Uit feedback F&C over conceptversie 2006 Ethical Sourcing Report Wal-Mart
beleggers als PGGM, MN Services en Zweedse en Noorse pensioenfondsen aansluiten. Onze voorkeur gaat uit naar de dialoog boven de confrontatie. Wij blijven dan ook de hoop koesteren dat het overleg over compliance-systemen en de noodzakelijke hervormingen nieuw leven kan worden ingeblazen. Discussies met de afdeling juridische zaken kunnen een positief teken blijken. Uitgaand van in het verleden geboekt succes zal het management van Wal-Mart, als wij eenmaal hun aandacht hebben, de reputatie- en toezichtsrisico’s van slecht opgelegd intern beleid begrijpen.
Overzicht ■ Mei 2000: F&C begint met jaarlijkse gewoonte ondernemingen aan te schrijven over hoe er gestemd is (en waarom) op algemene vergaderingen van aandeelhouders.
■ December 2000: F&C dient samen met andere beleggers een motie in voor verbetering van de implementatie en bewaking van de gedragscode voor toeleveranciers van Wal-Mart.
■ September 2001: eerste overleg met bestuurders over discriminatie op basis van seksuele geaardheid.
■ December 2002: F&C dient samen met andere beleggers een motie in waarin wordt opgeroepen tot opname van de ILO-kernconventies als specifiek referentiepunt in de gedragscode.
■ Juni 2003: Wal-Mart voegt bescherming op grond van seksuele geaardheid toe aan het antidiscriminatiebeleid.
■ Mei 2005: F&C en drie grote institutionele beleggers zwengelen dialoog aan over interne controle.
■ September 2005: F&C spreekt twee onafhankelijke De controle kwijt? Streven naar arbeidsbeleid met handen en voeten bij Wal-Mart Wal-Mart heeft redelijk beleid dat de naleving van de Amerikaanse arbeidswetten moet waarborgen. Toch was Wal-Mart in 2004 en 2005 wel heel erg vaak in overtreding. Natuurlijk gaat er bij een ingewikkelde onderneming als WalMart wel eens wat mis, maar F&C begint zich nu toch echt af te vragen of een beroerde controle niet de reden was dat zinnig beleid ontoereikende systemen voor de implementatie opleverde. Samen met de pensioenfondsen van de City of New York hebben wij gesproken met twee onafhankelijke leden van het bestuur over het toezicht op de interne controle. F&C heeft daarbij vooral de nadruk gelegd op het stimuleren van het klokkenluiderschap als verdedigingsinstrument waar voorkeursmethoden als de bouw van een sterke cultuur, opleiding en uitmuntend leiderschap waren mislukt. De bestuurders zegden nadere gesprekken toe, maar gingen vervolgens niet in op onze diepgravender vervolgvragen over de beloning van filiaalchef en naleving van arbeidsstandaarden. Uiteindelijk resteerde F&C nog maar één mogelijkheid: samen met andere beleggers een aandeelhoudersmotie indienen voor de algemene vergadering van aandeelhouders van 2007. Gewoon om ervoor te zorgen dat deze kwestie niet uit beeld zou verdwijnen. In 2008 nemen wij het voortouw bij eenzelfde motie, waarbij zich ditmaal ook vooraanstaande Europese
bestuurders over interne controle.
■ November 2005: F&C aanwezig bij audit fabrieken WalMart in Midden-Amerika.
■ Maart 2006: auditcommissie Raad van Bestuur verbreekt ieder contact in de discussie over interne controle.
■ December 2006: F&C dient samen met andere beleggers een motie in voor de algemene vergadering van aandeelhouders in verband met reputatieschade uit hoofde van falen interne controle.
■ December 2007: F&C neemt het voortouw tot het indienen van dezelfde motie voor de algemene vergadering van aandeelhouders van 2008 en wordt daarin voor het eerst ondersteund door belangrijke Nederlandse beleggers als MN Services en PGGM.
■ Februari 2008: F&C overlegt met afdeling juridische zaken over heropening dialoog over interne controle.
■ Maart 2008: F&C en ICCR spreken met topmanagement, waaronder ook de CEO, over normen en bewaking van ketenbeheer.
15
Producten F&C biedt een breed pakket aan beleggingsoplossingen voor pensioenfondsen, liefdadigheidsinstellingen, financiële instellingen en overige organisaties. We bieden niet alleen de mogelijkheid tot discretionair vermogensbeheer, maar ook is het mogelijk om in onze institutionele beleggingsfondsen te participeren. Wij beleggen in diverse regio's zakelijke waarden, vastrentende waarden en depositofondsen. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u altijd contact met ons opnemen of bezoek onze website op www.fandc.nl
Wat zou er beter kunnen? Wij hopen dat wij uw zorgen en aandachtspunten goed voor het voetlicht hebben gebracht. Maar wij willen dat graag zeker weten en stellen uw inbreng dan ook zeer op prijs. Graag horen wij van u wat u wilt dat er met uw geld wordt gezegd.
Voor vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met uw accountmanager. U kunt uw commentaar ook per post opsturen naar F&C Netherlands B.V., Postbus 75471, 1070 AL Amsterdam.
Contact +31 (0) 20 582 3000 +31 (0) 20 582 3621 www.fandc.nl Belangrijke informatie. De in dit document weergegeven informatie was bij F&C bekend op 31 maart 2008, tenzij anders vermeld. Dit document is uitsluitend bedoeld voor professionele beleggers en dient niet te worden verstrekt aan niet-professionele beleggers. F&C heeft een “Investment Policy Committee” in het leven geroepen. Deze commissie vergadert ieder kwartaal. De bevindingen die voortkomen uit deze vergaderingen vormen de basis voor dit document. De informatie die verschaft wordt in dit document is alleen bedoeld ter informatie en dient niet te worden beschouwd als enige vorm van advies aan de ontvanger of lezer waar deze op mag/kan vertrouwen bij het nemen van beslissingen over het doen van investeringen, beleggingen of het aangaan van beleggingsovereenkomsten, noch betreft dit een aanbod om dergelijke transacties aan te gaan. De in dit document vervatte informatie, opinies, schattingen en voorspellingen zijn verkregen uit bronnen die wij redelijkerwijs betrouwbaar achten en zijn onderhevig aan wijziging. Door F&C wordt geen enkele garantie, uitdrukkelijk of impliciet, gegeven voor de correctheid of volledigheid van de informatie die dit document bevat. F&C Management Limited en iedere huidige en in de toekomst aan haar gelieerde vennootschap en/of maatschappij kan namens haar cliënten investeringen doen die in dit document worden omschreven. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde van beleggingen kunnen fluctueren. Het is mogelijk dat beleggers hun inleg niet (volledig) terugkrijgen. Indien beleggingen betrekking hebben op ontwikkelende markten, niet genoteerde effecten of kleinere bedrijven dan kan de prijsvolatiliteit het risico, met betrekking tot de waarde van en de inkomsten uit de belegging, verhogen. Investeerders (al dan niet potentieel) dienen niet over te gaan tot het beleggen in effecten indien zij niet bereid zijn om de risico’s die hiermee gepaard kunnen gaan te accepteren. F&C Management Limited is geautoriseerd en wordt gereguleerd in het Verenigd Koninkrijk door de Financial Services Authority (FSA) FRN: 119230. Geregistreerd in Engeland en Wales onder nr. 517895. Geregistreerd adres en hoofdkantoor: Exchange House, Primrose Street, London, EC2A 2NY. F&C Asset Management plc is genoteerd aan de beurs in Londen. F&C Management Limited is onderdeel van de F&C Group en dochtermaatschappij van F&C Asset Management plc. F&C, F&C logo, REO en het “reo” logo zijn geregistreerde handelsnamen van F&C Asset Management plc. F&C INVESTMENTS en het F&C INVESTMENTS logo zijn geregistreerde handelsnamen van F&C Management Limited. © Copyright F&C Management Limited 2008.
F&C Netherlands B.V. Jachthavenweg 109 k, 1081 KM Amsterdam, Nederland.
F&C /5809 03/08
Expect excellence