Afdeling Inwoners
Nota vrijwilligerswerkbeleid 2012-2015
Vrijwilligers maken het verschil !
VOORWOORD
Voor u ligt de nota Vrijwilligers maken het verschil! Deze titel komt u wellicht bekend voor ….. Het is het motto voor het Europees jaar van het Vrijwilligerswerk (EJV 2011). Het EJV 2011 is ook voor de gemeente Borne een mooi podium waarop alles wat gebeurt op het gebied aan vrijwilligerswerk in de schijnwerpers wordt gezet. De gedachte van EJV 2011 willen we in Borne graag vasthouden om steeds weer die vrijwilligers uit Borne, Hertme en Zenderen dat te geven wat ze verdienen: waardering en aandacht. In de beleidsvoorbereiding is het maatschappelijk middenveld uitgebreid betrokken bij het totstandkomen van deze nota. De digitale enquête Digimion is bij ruim 250 instanties uitgezet en ook panelgesprekken hebben veel interessante informatie opgeleverd. Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft diverse onderzoeken uitgevoerd naar hoe Nederlanders hun tijd besteden. Onderzoekers constateren dat de sociale participatie in de vorm van vrijwilligerswerk en mantelzorg de laatste jaren afneemt. In Borne wordt dit beeld niet herkend. De vrijwillige inzet van burgers, zowel in ongeorganiseerd als in georganiseerd verband, vormt een onmisbaar deel van het ‘neje noaberschap’’. Het ‘neje noaberschap’ is geen vanzelfsprekendheid. Waar het vroeger de gewoonte was iets voor de medemens te betekenen, kan dit nu bezien worden als een prestatie waar men trots op is. Maar wie is ‘men’? Gaat het ook over u, spreekt het de inwoners van de gemeente Borne aan? In het coalitieakkoord 2010-2014 ‘De kracht van Borne’ is o.a. het programma ‘Meedoen in Borne’ opgenomen, er wordt ingezet op actieve deelname aan en betrokkenheid van inwoners bij de samenleving. Het is de verwachting dat na 2014 het thema ‘Meedoen in Borne’ centraal blijft staan. Meedoen is immers de kerngedachte van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en het is niet voor niets dat ‘Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers’ één van de 9 prestatievelden is binnen de wet. In de periode 2012-2015 zal het vrijwilligerswerkbeleid in Borne zich in hoofdzaak richten op flexibilisering van het vrijwilligerswerk en het toekomstbestendig maken van vrijwilligerswerkbeleid binnen organisaties. Uit de nulmeting die in Borne in 2009 (bijlage 2) is gehouden in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) blijken vier van de vijf basisfuncties van het vrijwilligerswerk goed te zijn ingevuld. Met dit gegeven in het achterhoofd is het een goed moment aan organisaties te vragen wat zij belangrijk vinden op het gebied van vrijwilligerswerkbeleid. Er is dan ook gekozen om te komen tot integraal vrijwilligerswerk dat op een interactieve manier tot stand is gekomen. Bij deze wil de gemeente Borne alle inwoners bedanken die op welke wijze dan ook hun bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van deze nota. Het waren boeiende gesprekken en ontmoetingen waaraan de gemeente goede herinneringen bewaart. Ook de response op de enquête Digimon was boven verwachting hoog. Wij spreken de wens uit dat we elkaar in de toekomst blijven versterken onder het Bornse motto van de Wmo: Niemand staat alleen! Borne, oktober 2011
Michel Kotteman Lex Albers
INHOUDSOPGAVE INLEIDING
4
HOOFDSTUK 1 THEORETISCH KADER 1.1 Definitie vrijwilligerswerk 1.2 De waarde van vrijwilligerswerk 1.3 Wat zijn de voor- en nadelen van het meten? 1.4 Definitie maatschappelijke stage
5 6 7 7
HOOFDSTUK 2 ONTWIKKELINGEN EN EVALUATIE 2006-2010 2.1 Beleidsontwikkelingen rijksniveau 2.2 Beleidsontwikkelingen provinciaal niveau 2.3 Beleidsontwikkelingen gemeentelijk niveau 2.4 Evaluatie 2006-2010
8 8 9 10
HOOFDSTUK 3 VERTALEN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN 3.1 Visie en rol van de gemeente 3.2 Behoeften van het werkveld 3.3 Toekomstbestendig en flexibilisering 3.4 Bestrijding seksueel misbruik
12 13 13 14
HOOFDSTUK 4 VERBINDEN EN MAKELEN 4.1 Taken BVB 4.2 Nieuwe doelgroepen 4.2.1 Vrijwilligers met een uitkering 4.2.2 Maatschappelijke stagiairs 4.3 Ondersteuningsvragen van klanten
15 18 18 19 19
HOOFDSTUK 5 VERSTERKEN 5.1 Behoeften aan ondersteuning 5.2 Gemeentelijke aandacht, waardering en promotie van het vrijwilligerswerk 5.3 Collectieve verzekering voor vrijwilligers 5.4 Stimuleren van samenwerking tussen organisaties met andere partners 5.5 Huisvesting 5.6 Procedures voor subsidies en vergoedingen 5.7 Deskundigheidsbevordering
21 21 21 22 23 23 24
HOOFDSTUK 6 VERBREIDEN
25
HOOFDSTUK 7 VERANKEREN
27
HOOFDSTUK 8 FINANCIËLE PARAGRAAF
28
SAMENVATTING
29
BIJLAGEN
Bijlage 1: Maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen binnen het vrijwilligerswerk Bijlage 2: Terugkoppeling nulmeting basisfuncties vrijwilligerswerkbeleid, oktober 2009 Bijlage 3: Conclusies en aanbevelingen onderzoek vrijwilligerswerk in Borne, december 2010 Bijlage 4: Opbrengsten panels interactieve beleidsvorming 19 en 21 januari 2011 Bijlage 5: Activiteiten met betrekking tot vrijwilligerswerk(beleid) 1-1-2010 tot 1-10-2011
3
INLEIDING
In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op het theoretisch kader waarbij o.a. definities worden gegeven van vrijwilligerswerk en maatschappelijke stages. Ook wordt aandacht besteed aan de waarde van het vrijwilligerswerk. In hoofdstuk 2 worden beleidsontwikkelingen benoemd op zowel rijks, provinciaal als gemeentelijk niveau. Tevens wordt het vrijwilligerswerkbeleid 2006-2010 geëvalueerd. Maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen binnen het vrijwilligerswerk zijn als bijlage 1 bij deze nota gevoegd. Bevindingen en ervaringen uit het interactieve en integrale traject sluiten hierop aan. Bijlage 1 kan als achtergrondinformatie worden beschouwd en sluit zeker niet op alle punten aan op de Bornse situatie. De peilers van deze nota worden gevormd door de vijf basisfuncties zoals die in het document ‘Basisfuncties Lokale ondersteuning vrijwilligerswerk en mantelzorg’ (juli 2009) van Staatssecretaris Jet Bussemaker van VWS zijn opgenomen. Dit document is een nadere invulling van de beleidsbrief Mantelzorg en vrijwilligersbeleid 2008-2011 ‘Voor elkaar’ van het ministerie. De vijf basisfuncties zijn: • • • • •
Vertalen maatschappelijke ontwikkeling Verbinden en makelen Versterken Verbreiden Verankeren
De achtergrond van de basisfuncties en de invulling in de gemeente Borne komt aan de orde in de hoofdstukken 3 tot en met 7 van deze nota. Tot slot is in hoofdstuk 8 een financiële paragraaf opgenomen. e
De terugkoppeling van de nulmeting basisfuncties vrijwilligerswerkbeleid door Arcon is als 2 bijlage bij deze nota gevoegd. De gehouden nulmeting is positief en het huidige beleid wordt grotendeels gehandhaafd. De nulmeting is dan ook de basis geweest van waaruit deze nota is geschreven, m.n. de door Arcon benoemde aandachtspunten zijn nader ingevuld. De resultaten van het traject interactieve beleidsvorming treft u aan in bijlage 3 en 4. Het advies van het Wmo-platform is op 5 september 2011 binnengekomen bij de gemeente Borne en verwerkt in deze nota. Op advies van het Wmo-platform is een overzicht gemaakt van wat er in Borne aan activiteiten worden uitgevoerd op het gebied van vrijwilligerswerk(beleid). Dit overzicht is opgenomen in bijlage 5 van de nota. Het overzicht betreft het jaar 2010 en de eerste 9 maanden van 2011.
4
HOOFDSTUK 1 THEORETISCH KADER
In het eerste hoofdstuk worden de definities gegeven van vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage. Tevens wordt ingegaan op de waarde van het vrijwilligerswerk. Tenslotte wordt ingegaan op het meten van de waarde van vrijwilligerswerk. In hoofdstuk 7 Verankeren komt het onderwerp meten terug. Uitvoering van het vrijwilligerswerk en de ondersteuning daarvan moeten geëvalueerd worden zodat er waar nodig een verbeterslag en innovatie kan plaatsvinden. Hiervoor zijn meetinstrumenten nodig. 1.1 Definitie vrijwilligerswerk Bij het internationaal Jaar van Vrijwilligers in 2001 heeft de Verenigde Naties voor vrijwilligerswerk de volgende definitie vastgesteld: “Vrijwilligerswerk is werk dat onverplicht en onbetaald in enige vorm van georganiseerd verband wordt verricht ten behoeve van anderen en/of de samenleving”. Een andere term voor vrijwilligerswerk is vrijwillige inzet. Voor de herkenbaarheid wordt in deze beleidsnota de term vrijwilligerswerk gehanteerd. In 2011, Het Europees jaar van het Vrijwilligerswerk (EJV 2011), wordt de volgende definitie gehanteerd: “Vrijwilligerswerk is werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving”. In deze definities komen vier elementen terug: Onverplicht: vrijwilligerswerk wordt uit vrije wil gedaan en niet onder invloed van dwingende omstandigheden in opdracht van anderen. Dit neemt niet weg dat er vrijwilligers zijn die zich moreel verplicht voelen of zich tegenover de organisatie hebben verplicht (bijvoorbeeld via een vrijwilligersovereenkomst) om hun werk te doen. Onbetaald: bij vrijwilligerswerk vindt geen betaling plaats voor het werk dat wordt verricht. De vrijwilliger kan wel een vergoeding ontvangen voor gemaakte onkosten ten behoeve van zijn/haar functie (o.a. telefoonkosten, reiskosten, gebruik van printer). Georganiseerd verband: vrijwilligerswerk vindt plaats in een georganiseerd verband en onderscheidt zich daarmee van ongeorganiseerde en spontane buren- en familiehulp en mantelzorg. Ten behoeve van anderen of de samenleving: dit kenmerk onderscheidt vrijwilligerswerk van het louter voor eigen plezier of vorming verrichten van activiteiten, zoals sportbeoefening of musiceren. Vrijwilligerswerk kan gericht zijn op individuen of groepen of op het nastreven van ideeën, idealen en belangen. De definitie van vrijwilligerswerk is in tien jaar tijd niet veranderd. Maar klopt de definitie nog ? Want: • • • •
Georganiseerd? Wat is een georganiseerd verband? Twee mensen die afspraken maken? Een buurtcomité? Onverplicht? Maatschappelijke stage, reïntegratie: komt daar echt geen verplichting bij kijken? Onbetaald? Onkostenvergoedingen, de vacatiegelden voor brandweermannen, een kaartje voor een concert, korting op activiteiten. Is het werk echt onbetaald? Voor anderen? Tegenwoordig is het ook geaccepteerd als je het voor een goed gevoel doet. Of voor je CV. Of voor vriendschap.
5
De onduidelijkheid over wat vrijwilligerswerk nu eigenlijk is, geeft soms problemen. Een paar voorbeelden: • • • • • •
Mensen die zich niet vrijwillig inzetten omdat ze denken dat hun uitkering gekort wordt. Commerciële bedrijven die ervan uitgaan dat zij niet kunnen werken met vrijwilligers. Voor jongeren heeft het doen van vrijwilligerswerk iets te maken met oubolligheid. Allochtonen zijn vanuit hun eigen cultuur niet vertrouwd met het begrip vrijwilligerswerk, maar zetten zich met liefde vrijwillig in. Onderzoekers hanteren verschillende interpretaties van 'vrijwilligerswerk', met als gevolg verschillende cijfers over het aantal vrijwilligers. Tal van mensen en organisaties die een beroep kunnen doen op vrijwillige ondersteuning missen de kans, omdat ze zich niet herkennen in de benaming van het vrijwilligersbeleid.
Toch is een wijziging van deze definitie niet wenselijk. Daar waar er onduidelijkheid bestaat over grenzen is het goed dat hierover wordt gesproken. Wellicht ontstaat er inzicht: “Ach, ik wist niet dat óók ik vrijwilligerswerk deed”. Dit inzicht kan slechts worden verkregen door in Borne en elders ervaringen te delen en met elkaar in gesprek te zijn. Een definitie is een kapstok en in deze nota wordt met de volgende definitie gewerkt: “Vrijwilligerswerk is werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving”.
1.2 De waarde van vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is belangrijk en onmisbaar. Het is een waardevol onderdeel van de samenleving, daarover bestaat geen twijfel. Toch is de waarde van vrijwilligerswerk moeilijk te bepalen. Immers voor wie is het van belang ? Heeft het begrip waarde ook niet iets kapitalistisch in zich ? Regioplan Beleidsonderzoek inventariseerde de behoefte in het veld naar het meten van de waarde van vrijwillige inzet. Daarnaast keek men naar hoe dit in de praktijk er uit zou zien. Het onderzoek is in 2007 uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS. Wat is waarde? Het begrip waarde wordt gebruikt in twee betekenissen: • •
objectief, een getal kan worden toegekend aan een eigenschap van een zaak; subjectief, de beoordeling van een zaak door een persoon.
Waarde kan op verschillende manieren gemeten en ingevuld worden. In het kader van de waarde van vrijwillige inzet onderscheiden we drie typen. 1. Financieel-economische waarde: de financiële opbrengst, oftewel de in geld uit te drukken waarde, van de inzet van vrijwilligers. 2. Sociaal-economische waarde: het toekennen van een financiële waarde aan (bepaalde aspecten) van de vrijwillige inzet. 3. Sociaal-maatschappelijke waarde: de waarde van de verbetering van de maatschappelijke welvaart voortkomend uit de inzet van vrijwilligers. Er zijn in de loop der jaren meerdere meetinstrumenten ontwikkeld waarmee aspecten van waarde van vrijwillige inzet worden gemeten.
6
1.3 Wat zijn de voor- en nadelen van het meten? Partijen in het veld zien verschillende voordelen: • • • •
Meten verhoogt de motivatie van vrijwilligers en helpt bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Meten bevordert een betere zelfevaluatie en maakt kwaliteitswinst mogelijk. Meten stimuleert de professionalisering van het vrijwilligersbeleid; vormt een betere basis voor subsidieaanvragen en daarmee een betere financiële basis. Meten brengt verzakelijking: sociale investering wordt uit de ‘geitenwollensokkensfeer‘ gehaald.
Tegelijkertijd kleven er een aantal nadelen aan: • •
•
•
Meten brengt veel rompslomp, bureaucratie en kosten met zich mee. Meten zorgt voor verzakelijking in de relatie tussen de vrijwilliger en de ontvanger van de dienst, met name in de sectoren zorg en welzijn. Er gaat afgerekend worden op resultaat. Meten is daarmee in tegenspraak met het karakter van vrijwilligerswerk. Meten is vaak te beperkt. Sommige aspecten zijn onmeetbaar en worden genegeerd in een instrument dat waarde meet. De gemeten waarde wordt snel in geld uitgedrukt en dit dekt niet alle aspecten. Zo is de tijdbesteding van vrijwilligers vaak een andere dan voor betaalde werknemers. Meten kan een ongewenst resultaat opleveren. Organisaties kunnen op de uitkomsten worden afgerekend door geldschieters, bijvoorbeeld wanneer blijkt dat een organisatie het met veel minder geld of menskracht toe zou kunnen.
In hoofdstuk 7 Verankeren wordt dieper ingegaan op het onderdeel meten.
1.4 Definitie maatschappelijke stage Maatschappelijke stage is een vorm van leren binnen of buiten de school, waarbij leerlingen vanuit de school door het doen van onbetaalde activiteiten kennismaken met: • • •
vrijwilligerswerk; het dragen van verantwoordelijkheid voor een ander en/of een maatschappelijke belang; het reilen en zeilen van een vrijwilligers- of non-profitorganisatie.
Op 9 november 2007 is de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Van Bijsterveldt akkoord gegaan met het plan van aanpak voor de invoering van de maatschappelijke stages. Vanaf 2011 moeten alle scholen over een invoeringsplan voor de maatschappelijke stage beschikken. Hoe de maatschappelijke stage er precies uitziet, is afhankelijk van de school. Elke school bepaalt zelf in welk leerjaar de jongeren op stage gaan en in welke periode van het jaar. Het aantal stage-uren van 30 mag worden verspreid over de volledige opleidingsduur.
7
HOOFDSTUK 2 ONTWIKKELINGEN EN EVALUATIE 2006-2010
In het tweede hoofdstuk worden ontwikkelingen geschetst die relevant zijn voor het vrijwilligerswerkbeleid. Er wordt ingegaan op beleidsontwikkelingen op centraal en decentraal niveau. Tevens wordt het vrijwilligerswerkbeleid 2006-2010 geëvalueerd. Maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen binnen het vrijwilligerswerk zijn als bijlage 1 opgenomen. 2.1 Beleidsontwikkelingen rijksniveau In de periode 2001-2005 was de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligerswerk (TSV-regeling) van kracht. De TSV-regeling is in het jaar 2001 in het leven geroepen door de Staatssecretaris van VWS. Met de TSV-regeling wilde het Ministerie het vrijwilligerswerk extra stimuleren en gemeenten ertoe aanzetten maatregelen te treffen om het aantal vrijwilligers op peil te houden. De regeling was gebaseerd op 50% gemeentelijke medefinanciering. De gemeente Borne heeft gebruik gemaakt van de stimuleringsregeling. Per 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingevoerd. Met de komst van de Wmo zijn tal van regelingen en wetten samengevoegd. Door deze decentralisatie is de rol van de rijksoverheid minder groot geworden. De rijksoverheid stelt middelen beschikbaar en financiert o.a het kenniscentrum Movisie, waarvan gemeenten gebruik kunnen maken als het gaat om bijvoorbeeld expertise, onderzoek en training. In maart 2009 is in de Tweede Kamer het document ‘Basisfuncties Lokale ondersteuning vrijwilligerswerk en mantelzorg’ van Staatssecretaris Jet Bussemaker van VWS behandeld. Dit document is een nadere invulling van de beleidsbrief Mantelzorg en vrijwilligersbeleid 2008-2011 ‘Voor elkaar’ van het ministerie. De vijf basisfuncties zijn: • • • • •
Vertalen Verbinden en makelen Versterken Verbreiden Verankeren
De achtergrond van de basisfuncties komt aan de orde in de hoofdstukken 3 tot en met 7. 2.2 Beleidsontwikkelingen provinciaal niveau Het beleid van de provincie ligt vast in de nota Samen & Overijssel Jeugd, Sociale Infrastructuur en Cultuur 2009 -2012. De provincie Overijssel richt zich op de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers op regionaal niveau. Daarnaast wil zij het vrijwilligerswerk breder inzetten en innoveren. De provincie wil het vrijwilligerswerk ook inzetten op de beleidsterreinen jeugd en cultuur. Het vrijwilligerswerk richt zich op: • • • • • • •
versterken provinciale infrastructuur voor vrijwilligers; vrijwilligers en jeugd; maatschappelijke stages; vrijwilligers en cultuur; mantelzorg en palliatieve zorg; vrijwilligers en integratie; vrijwilligers en innovatie.
8
In het hoofdlijnenakkoord 2011-2015 van de provincie is het volgende opgenomen:
Samen met VNG-Overijssel onderzoeken of met betrekking tot de steunfuncties (zoals bijvoorbeeld WMO, Sport, Vrijwilligers) en de provinciale ondersteuning beter aangesloten kan worden op lokale behoeften, dubbelingen voorkomen worden en bestuurlijke en ambtelijke drukte mogelijk wordt teruggedrongen. De provincie heeft een subsidierelatie met SVWO/ARCON. SVWO/ARCON heeft voor alle gemeenten in Overijssel in het kader van ‘Goed voor Elkaar’ de nulmeting basisfuncties vrijwilligers gehouden. De resultaten zijn als bijlage bij deze nota gevoegd. In de komende hoofdstukken wordt op de resultaten van de nulmeting teruggekomen. SVWO/Arcon biedt voor het beleidsveld vrijwilligerswerk tot en met 2012 een tweetal dagdelen per jaar aan onze gemeente voor ondersteuning en deskundigheidsbevordering. De provincie beschikt over kennis en deskundigheid ten aanzien van derde geldstromen. Tevens verstrekt de provincie subsidies die het vrijwilligerswerk in de provincie (in)direct ten goede komen. 2.3 Beleidsontwikkelingen gemeentelijk niveau Gemeenten hebben met de invoering van de Wmo een cruciale rol gekregen: de invulling van de in de wet genoemde prestatievelden en de verdeling van financiële middelen liggen volledig in hun handen. Gemeenten hebben de opdracht ervoor te zorgen dat alle burgers kunnen deelnemen aan de samenleving. Prestatieveld 4 Wmo De vrijwillige inzet van burgers, zowel in ongeorganiseerd als in georganiseerd verband, vormt een onmisbaar deel van het ‘neje noaberschap’. Vrijwilligerswerk is bij uitstek het middel van burgers om hun betrokkenheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van de samenleving te tonen en te nemen. Zij geven daarmee tevens aan dat zij niet alles van een ander of van de overheid verwachten. Niet alleen het eigen ‘meedoen’ kan worden vormgegeven, maar inherent ook het ‘meedoen’ van kwetsbare groepen. De doelstelling van de Wmo is meedoen in de brede zin van het woord. Dit vereist dat vrijwillige inzet op alle terreinen van de samenleving ondersteund kan worden. Concreet voor Borne betekent dit dat er een volwaardig ondersteuningsaanbod voor vrijwilligers en mantelzorgers bestaat ter bevordering van de participatie in en aan het ‘neje noaberschap’ en ter voorkoming van overbelasting van mantelzorgers. De Wmo doet een groot beroep op de inschakeling van vrijwilligers. Tevens wordt het belang erkend dat vrijwilligerswerk voor de samenleving én voor de mensen zelf kan hebben. De breedte van de Wmo betekent dat het vrijwilligerswerk op veel manieren verbonden is aan deze wet. In het bijzonder in het in de wet geformuleerde prestatieveld 4, ‘Ondersteunen van Mantelzorg en vrijwilligers’, maar ook in sectoren waar vrijwillige inzet niet expliciet benoemd is, zoals: •
Prestatieveld 1 - Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.
•
Prestatieveld 5 - Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem.
Vrijwilligerswerk is nodig om de Wmo-doelstellingen te halen. Steunpunten vrijwilligerswerk kunnen een rol spelen bij het adviseren en ondersteunen van organisaties die met vrijwilligers werken en die onder de verschillende prestatievelden vallen.
9
Steunpunten kunnen op zoek gaan naar nieuwe combinaties en verbindingen: door verschillende partijen in de lokale samenleving bij elkaar te brengen (potentiële vrijwilligers, georganiseerde en niet georganiseerde verbanden, bedrijfsleven, scholen et cetera), door verschillende beleidsterreinen (Wmo, WI en WWB) met elkaar te verbinden, door op verschillende niveaus (individueel, organisatieontwikkeling, advies) ondersteuning aan te bieden. Steunpunten kunnen denken in termen van ketensamenwerking en ketenaanpak en het belang van deelname van vrijwilligersorganisaties in ketens onderstrepen. Daaruit kunnen nieuwe verbindingen en combinaties ontstaan die vernieuwend zijn en andere impulsen geven aan het vrijwilligerswerk en vrijwillige inzet, vormen van informele participatie en burgerinitiatief. De Wmo biedt dus kansen voor steunpunten vrijwilligerswerk om zichzelf te professionaliseren, te profileren en te positioneren. 2.4 Evaluatie 2006-2010 In de nota Vrijwilligerswerkbeleid 2006-2010 van de gemeente Borne zijn de volgende doelstellingen benoemd: • • • • •
promotie van het vrijwilligerswerk, waarbij de nadruk ligt op de meerwaarde voor de vrijwilliger zelf; ondersteuning van het vrijwilligerswerk in Borne door middel van voortzetting van het Bureau Vrijwilligerswerk Borne (BVB); stimulering van en ondersteuning bij het opzetten van intern vrijwilligersbeleid door (vrijwilligers)organisaties; het betrekken van jongeren bij het vrijwilligerswerk; het instellen van een vrijwilligerspanel.
Zijn de genoemde doelstellingen gerealiseerd? Promotie van het vrijwilligerswerk. In het verleden werd de Internationale Vrijwilligersdag in Borne gevierd met de uitreiking van de Bornse Oskar. Dit instrument is als gevolg van de grote personele en bestuurlijke inzet die gekoppeld is aan de uitreiking sinds een aantal jaren niet meer ingezet. BVB heeft hiervoor in de plaats een ander instrument ontwikkeld. Door BVB wordt maandelijks aandacht besteed aan een vrijwilliger of een vrijwilligersorganisatie die in het zonnetje wordt gezet. Met de inzet van dit instrument is de zichtbaarheid van de waardering vanuit de gemeente voor het vrijwilligersbeleid echter afgenomen. 1x per jaar is door BVB een avond georganiseerd waarbij vrijwilligers uit een bepaald segment worden gewaardeerd (bijvoorbeeld collectanten, vrijwilligers van wijkverenigingen). Bij nationale initiatieven zoals Make A Difference Day (MADD), de voorganger van NL DOET, wordt aangehaakt door BVB. Hierbij zijn vanaf oktober 2008 ook maatschappelijke stagiairs ingezet. Uit Digimon blijkt dat de gemeentelijke aandacht voor het vrijwilligerswerk gering is en dat de gemeentelijke aandacht, waardering en promotie voor en van het vrijwilligerswerk kan worden verbeterd. Het EJV 2011 is hiervoor een geschikte kapstok. Ondersteuning van het vrijwilligerswerk in Borne door middel van voortzetting van het Bureau Vrijwilligerswerk Borne (BVB). De gemeente heeft een structurele subsidierelatie met BVB. Jaarlijks worden prestatieafspraken gemaakt. Het BVB is in 2000 gestart met uitvoering van werkzaamheden.
10
Hoofdtaken van het BVB zijn: • • • • •
Promotie van vrijwilligerswerk in Borne; Werving van nieuwe vrijwilligers; Bemiddeling van vrijwilligers, o.a. door middel van het beheren van een vacaturebank; Advisering van vrijwilligersorganisaties, o.a. aanspreekpunt bij vragen en problemen, geven van informatie, et cetera. Het verzorgen van deskundigheidsbevordering door middel van informatieavonden, cursussen, et cetra.
Uit Digimon blijkt dat ruim 80% van de organisaties het lokale steunpunt vrijwilligerswerk kent, en ongeveer een kwart maakt er gebruik van. Over het algemeen zijn organisaties tevreden over de dienstverlening van het steunpunt. Een mogelijk aandachtspunt is de telefonische bereikbaarheid, de openingstijden en het aanbod van sectorgerichte opleidingen. De stimulering van en ondersteuning bij het opzetten van intern vrijwilligersbeleid door (vrijwilligers)organisaties Aan deze doelstelling is gewerkt door BVB, maar de doelstelling is niet gerealiseerd. In de praktijk is het onderwerp niet gestructureerd opgepakt en de gemeente is hierin niet voldoende sturend geweest richting BVB. Het betrekken van jongeren bij het vrijwilligerswerk was reeds een speerpunt voor Borne binnen de TSV-regeling. In opdracht van de gemeente Borne heeft BVB hieraan aandacht besteed door middel van een project maatschappelijke stages. In de jaren 2008 t/m 2010 heeft de gemeente Borne een pilot maatschappelijke stages gesubsidieerd die door BVB is uitgevoerd. Het instellen van een vrijwilligerspanel is niet gerealiseerd. Het idee was om leden van het panel ongeveer 2 keer per jaar een vraag voor te leggen over een actueel thema. Door het uitwisselen van informatie blijft de gemeente goed op de hoogte van wat er speelt binnen het vrijwilligerswerk en welke kansen en knelpunten vrijwilligers in hun werk tegenkomen. In 2010 is de digitale enquête Digimon uitgezet bij vrijwilligersorganisaties en organisaties met een vrijwillig bestuur. Een aantal onderwerpen zoals deskundigheidsbevordering en waardering zijn genoemd als thema’s voor panelgesprekken. Deze onderwerpen zijn ook aan de orde gekomen in Digimon. In januari 2011 is in twee panelgesprekken een aantal onderwerpen uit Digimon verder uitgediept. Het in 1993 reeds opgerichte Vrijwilligersplatform blijkt nog steeds in een behoefte te voorzien. In dit platform zijn zorg- en welzijnsorganisaties vertegenwoordigd die werken met vrijwilligers. Het platform komt drie keer per jaar bij elkaar. Er vindt uitwisseling plaats van ervaringen en BVB en de gemeente krijgen ruimte om uitvoeringszaken en beleidsontwikkelingen toe te lichten. Geconstateerd is dat organisaties zich spontaan bij BVB melden met de vraag of ze ook kunnen deelnemen aan het platform. Deelnemers aan het platform geven aan dat het platform in een behoefte voorziet. De rol van de gemeente is hierin regisserend en ook BVB treedt steeds meer als regisseur op. Organisaties kijken minder naar BVB en de gemeente om zaken gerealiseerd te krijgen en pakken met elkaar meer zaken op. De uitwisseling van kennis en mogelijke nieuwe vormen van samenwerking staat hierbij centraal. De werkwijze van het Vrijwilligersplatform sluit goed aan bij de uitgangspunten van de Wmo.
11
HOOFDSTUK 3 VERTALEN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING
Van de gemeente wordt verwacht dat zij in staat is om een visie te ontwikkelen op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en daar interactief beleid voor te formuleren en uitvoering aan te geven. In dit hoofdstuk komen in de eerste paragraaf de visie en rol van de gemeente aan de orde. In paragraaf twee wordt het onderwerp ‘behoeften van het werkveld’ besproken. In de paragraaf ‘toekomstbestendig en flexibilisering’ wordt ingegaan op de faciliterende rol van de gemeente en wordt een concreet aanbod aan vrijwilligersorganisaties gedaan. Bestrijding seksueel misbruik is als aandachtspunt genoemd in de nulmeting basisfuncties en hierop wordt ingegaan in paragraaf 3.4. 3.1 Visie en rol van de gemeente In het coalitieakkoord 2010-2014 ‘De kracht van Borne’ is o.a. het programma ‘Meedoen in Borne’ opgenomen, er wordt ingezet op actieve deelname aan en betrokkenheid van inwoners bij de samenleving. De gemeente wil de voorwaarden creëren om mee te kunnen doen. De visie op maatschappelijke ondersteuning ligt vast in het Wmo-bleidsplan 2008-2011: Borne is een gemeente waarin mensen, buurten (kernen), instanties en verenigingen zich bij elkaar betrokken voelen zoals in een Twentse noaberschap gebruikelijk. Naast onderlinge steun betekent het ook respect voor ieders eigenheid en verantwoordelijkheid binnen die betrokkenheid. Levenskeuzes worden gerespecteerd en de burgers blijven zo lang mogelijk in staat actief deel te nemen aan de samenleving en ontvangen daarvoor, indien nodig, steun vanuit de gemeenschap en/of instanties. Er is voldoende differentiatie in het aanbod van diensten, waardoor gebruikers van die diensten daadwerkelijk kunnen kiezen. Door samenwerking tussen en met ketenpartners kan de gemeente zich beperken tot een stimulerende, faciliterende en regisserende rol, gericht op de zorg om iedereen te bereiken en te betrekken. Smal versus breed beleid Het vrijwilligerswerk kan ‘smal’ en ‘breed’ worden opgepakt. Bij smal beleid wil een gemeente bijzondere aandacht en ondersteuning geven aan bepaalde soorten vrijwilligerswerk of bepaalde doelgroepen. De instrumentele waarde van vrijwillige inzet staat voorop in deze benadering. De gemeente stimuleert het maatschappelijk middenveld om een doelgerichte bijdrage te leveren aan het bereiken en ondersteunen van kwetsbare groepen. Met breed beleid wil een gemeente alle vormen van vrijwilligerswerk ondersteunen. De gemeente koestert de intrinsieke waarde van vrijwillige inzet door het in den brede te stimuleren en het werkveld zelf waar mogelijk te versterken. De lokale diversiteit in sectoren en vormen waarin vrijwillige inzet voorkomt, wordt juist aangemoedigd en ondersteund en ook het gemeentelijk beleid biedt ruimte aan de vele gezichten die de vrijwillige inzet kent. De gemeente als dirigent versus de gemeente als regisseur op afstand Een gemeente als dirigent ziet voor zichzelf een sterke verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van het vrijwilligerswerk, die gepaard gaat met een sturende rol. Op proactieve wijze bepaalt de gemeente de koers en kaders van het beleid waarbij het maatschappelijk middenveld de logische uitvoerende partner is. Een gemeente als regisseur op afstand ziet dat vrijwilligerswerk uit de samenleving zelf komt en gedaan blijft worden, of het nou ondersteund wordt of niet. De gemeente stelt zich meer terughoudend op en creëert voornamelijk het klimaat waarin vrijwilligers, burgers en maatschappelijke organisaties goed kunnen functioneren. De gemeente Borne: regie op afstand, breed beleid.
12
De gemeente Borne voert regie en zet in op breed beleid. De gemeente beperkt zich grotendeels tot faciliteren en ondersteunen van vrijwillige inzet en burgerinitiatieven in brede zin. Dit vanuit de visie dat vrijwillige inzet iets is wat vanzelf ontstaat en dus niet valt af te dwingen. Het maatschappelijk middenveld of burgers moet je niet opzadelen met allerlei overheidsdoelen. Je moet haar juist waarderen om de intrinsieke waarde die ze vertegenwoordigt. De gemeente gaat daarom grotendeels af op de wensen en behoeften van de civil society zelf. Deze visie past prima bij de totstandkoming van Borne 2030. De burger c.q. het veld is leidend, maar uiteindelijk stelt de gemeente het beleid vast. 3.2 Behoeften van het werkveld Het aantal leden en vrijwilligers is bij veel organisaties in Borne redelijk stabiel. Iets minder dan de helft van de organisaties is op zoek naar nieuwe leden en vrijwilligers. Er is opvallend veel vraag naar mensen in een bepaalde leeftijdscategorie, vooral naar mensen in de leeftijd van 31-50 jaar en ook jongeren. Veel van de mensen in de leeftijd 31-50 zijn drukbezet en moeten de aandacht verdelen over hun kinderen, werk en andere taken (bijvoorbeeld mantelzorg). Mensen willen zich ook niet meer direct voor langere tijd binden. Dat vraagt van vrijwilligersorganisaties een aanbod van flexibele en behapbare (tijdsgebonden) vrijwilligerstaken. Het vraagt van organisaties ook dat zij anders gaan aankijken tegen hun takenpakket en de verdeling daarvan over (meerdere) vrijwilligers. Als het gaat om het type vrijwilliger waar in Borne behoefte aan is, dan gaat het vooral om bestuurders en begeleiders bij activiteiten. Maatschappelijke stagiairs worden gezien als de vrijwilligers van de toekomst. Inzet van maatschappelijke stagiairs is een middel om jonge mensen kennis te laten maken met verschillende facetten van de maatschappij, waarmee ze wellicht minder gemakkelijk in contact zouden zijn gekomen. Organisaties geven aan graag te willen werken met maatschappelijke stagiairs, er is echter gebrek aan (tijd voor) begeleiding. De gemeente vervult bij het oplossen van deze problemen een faciliterende rol. O.a. door financiering van BVB. De nieuwe generatie actieve, kritische, goed opgeleide, mondige en geëmancipeerde (jonge) ouderen vormen een nieuw potentieel vrijwilligers. Uit de praktijk blijkt dat vrouwen zich makkelijker aanmelden als vrijwilliger dan mannen. Het is de kunst om mannen bij het vrijwilligerswerk te betrekken door aan te sluiten op hun behoeften. In omliggende gemeenten (o.a. Wierden) zijn goede ervaringen opgedaan met het organiseren van een bijeenkomst voor mannen die gaan genieten van hun (pre)pensioen. Door aan te geven dat in deze nieuwe levensfase ruimte ontstaat voor andere dingen, waarbij opgedane werkervaring en kwaliteiten kunnen worden ingezet ten bate van anderen. Bijvoorbeeld in de begeleiding van maatschappelijke stagiairs, het gaat om tijdelijke werkzaamheden, waarbij ‘oud leert jong’ centraal staat. In hoofdstuk 4 ‘Verbinden en makelen’ wordt hierop teruggekomen. Concreet:
In 2012 wordt aandacht besteed aan het Europees jaar van het actief ouder worden en de verbinding tussen generaties. In dit kader wordt in het voorjaar 2012 een bijeenkomst georganiseerd over inzet van mensen ouder dan 60 jaar. Deze bijeenkomst wordt georganiseerd vanuit de gemeente en BVB.
3.3 Toekomstbestendig en flexibilisering Toekomstbestendig vrijwilligerswerk en flexibilsering van het vrijwilligerswerk is voor de komende vier jaar één van de speerpunten in het vrijwilligerswerk. De gemeente faciliteert hierbij op tal van manieren. De gemeente krijgt in het kader van volwasseneneducatie rijksmiddelen om cursussen in te kopen bij het ROC. Tot en met 2011 is hierbij sprake van gedwongen winkelnering. Daarna zijn gemeenten vrij in de keuze van hun partner.
13
In 2011 kunnen 80 vrijwilligers uit Borne kosteloos een cursus gaan volgen. Ten opzichte van 2010 is dit een verdubbeling van het aantal plaatsen. Aan de hand van Digimon heeft de gemeente helder gekregen aan welke cursussen in het veld behoefte bestaat. In 2010 was 25% van de cursussen basiseducatie gericht op ondersteuning van vrijwilligers en in 2011 maar liefst 55%. In het EJV 2011 zijn extra vrijwilligerscursussen ingekocht. Gelet op de ontwikkeling dat ook derde geldstromen kunnen worden gevonden en het participatiebudget (pbudget) verder terugloopt, is een percentage van 55 in 2012 niet realiseerbaar. Toch is ook op dit punt ondanks bezuinigingen, enige ambitie wenselijk en een percentage van 40 lijkt reëel. Concreet:
In de periode 2012-2015 is het uitgangspunt dat 40% van de cursussen basiseducatie zijn gericht op de versterking van het vrijwilligerswerk in Borne
In het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen melden zich ook andere partijen dan het ROC om een aanbod te doen om vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties goed te outilleren. In 2011 biedt bijvoorbeeld het Rabofonds een tweetal workshops aan, waaraan in totaal zo’n 60 personen kunnen deelnemen: • •
De workshop ‘Werving en behoud vrijwilligers’ De workshop ‘Vinden en binden jonge(re) vrijwilligers’
De gemeente heeft invloed op de markt, want juist in 2011, het EJV2011, is gebleken dat door waardering en promotie, marktpartijen en particulier initiatief met ideeën en initiatieven komen die bijdragen aan een prettig vrijwilligersklimaat in de gemeente Borne. De rol van de gemeente Borne is hierbij regisserend en coördinerend. In hoofdstuk 6 ‘Verbreiden’ wordt teruggekomen op promotie en waardering van vrijwilligerswerk. 3.4 Bestrijden seksueel misbruik Bij de in 2009 gehouden nulmeting basisfuncties is bij het onderwerp ‘het bestrijden van seksueel misbruik’ als aandachtspunt genoemd. Bij de bespreking van de resultaten van de nulmeting met Arcon in 2009 is reeds benoemd dat dit onderwerp wat verloren is opgenomen in de basisfuncties. Het ministerie van VWS wilde het onderwerp ‘bestrijden seksueel misbruik’ ergens kwijt en uiteindelijk is gekozen om dit in de basisfuncties op te nemen. Er heeft over dit onderwerp overleg plaatsgevonden met de vertrouwenspersoon van de gemeente Borne. Het onderbrengen van het onderwerp ‘bestrijden seksueel misbruik’ bij de vertrouwenspersoon van de gemeente is aan de orde geweest. Deze oplossing is niet wenselijk en past niet bij de rol van de gemeente als regisseur. Bij de inventarisatie van de gemeenten in Netwerkstadverband is duidelijk geworden dat de denkrichtingen divers zijn. In april 2011 is het onderwerp ‘Verontruste signalen bij kinderen’ in de vorm van een workshop aan de orde gekomen bij de Miniconferentie Sport. Thans wordt gewerkt aan de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (de vermoedelijke ingangsdatum is in 2012). De meldcode is een stappenplan waarin staat hoe een professional moet omgaan met het signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Steunpunten huiselijk geweld krijgen een belangrijke rol bij de uitvoering van de meldcode en individuele burgers (en dus ook vrijwilligers en vertrouwenspersonen van vrijwilligersorganisaties) kunnen hier nu reeds zaken melden als ze een ‘niet pluisgevoel’ hebben. Vrijwilligersorganisaties wordt aanbevolen contact op te nemen met het Steunpunt huiselijk geweld. Tevens wordt aanbevolen een vertrouwenspersoon aan te stellen binnen vrijwilligersorganisaties. Het kunnen delen van vermoedens en gevoelens geeft ruimte en bevordert het welzijn van vrijwilligers binnen organisaties. De gemeente kan in het kader van deskundigheidsbevordering trainingen en cursussen aanbieden. Concreet:
In geval van niet pluisgevoelens vrijwilligersorganisaties adviseren contact op te nemen met Steunpunt huiselijk geweld. Vrijwilligersorganisaties adviseren een vertrouwenspersoon aan te stellen.
14
HOOFDSTUK 4 VERBINDEN EN MAKELEN
Binnen de gemeente zijn verschillende partijen actief in vrijwilligerswerk of belangrijk voor het vrijwilligerswerk. Vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties, ondersteuningsorganisaties, bedrijven, scholen en gemeenten hebben er allen belang bij dat er netwerken van partijen zijn en dat zij onderling samenwerken. Zo kunnen de verschillende organisaties elkaar versterken en er kan een betere match plaatsvinden tussen vrijwilligers en organisaties. Van de gemeente wordt verwacht dat zij in staat is om de verwachtingen en belangen van verschillende maatschappelijke spelers met elkaar te verbinden. In de eerste paragraaf wordt ingegaan op de taken die aan BVB worden toegewezen in de periode 2012-2015. De onderwerpen nieuwe doelgroepen en individuele hulpvragen komen in de paragrafen 2 en 3 aan de orde. 4.1 Taken BVB Met het BVB heeft de gemeente Borne een centraal, professioneel aanspreekpunt voor vrijwilligers en organisaties. Uit Digimon is gebleken dat ruim 80% van de organisaties BVB kent en ongeveer een kwart maakt gebruik van de diensten van BVB. Over het algemeen zijn de organisaties tevreden over de dienstverlening van het steunpunt. In de panelgesprekken is gebleken dat het aanbod van BVB niet zo goed bekend is. Hieraan kan meer aandacht worden besteed en het beschikbaar hebben van een goede website en een folder is essentieel. Als aandachtspunten wordt een drietal zaken benoemd door deelnemers aan Digimon: • • •
Telefonische bereikbaarheid Openingstijden Sectorgerichte opleidingen
Het eerste punt is oplosbaar door in de toekomst meer digitaal te gaan werken. Het tweede aandachtspunt is niet direct op te lossen. BVB is niet fulltime bezet. Voor BVB is tot 1 januari 2012 0,39 fte beschikbaar. Op de situatie na 1 januari 2012 wordt in dit hoofdstuk teruggekomen. De genoemde aandachtspunten worden opgepakt door heldere communicatie over bereikbaarheid. Vanuit het Kulturhus Borne wordt aangegeven wanneer de coördinator van BVB werkzaam is. Bij afwezigheid van de coördinator kan worden gewerkt met de afwezigheidassistent. Gelet op de maatschappelijk ontwikkeling als informatisering en verhouding werk/vrije tijd (zie bijlage 1 van de nota) zal er in de toekomst steeds vaker digitaal worden gewerkt. Sectorgerichte opleidingen worden ingekocht via het p-budget. In de nota ‘Borne in beweging’, waarin het sportbeleid 2010-2013 is opgenomen, is als doelstelling opgenomen dat in 2013 75% van de sportverenigingen bekend is en/of samenwerkt met BVB. De resultaten van Digimon zijn wat dat betreft hoopvol. Het in de sportnota genoemde knelpunt dat sportorganisaties niet beschikken over een goed intern vrijwilligersbeleid om vrijwilligers te vinden én te binden is niet nieuw. De integrale benadering van sportbeleid en vrijwilligerswerkbeleid kan een middel te zijn om op dit punt de komende jaren verbeterslagen te maken. Door ontmoetingen te organiseren kan zowel voor sportverenigingen als BVB een win-win situatie ontstaan. In hoofdstuk 5 ‘Versterken’ wordt hiervoor een concreet voorstel gedaan.
15
In de nota Vrijwilligerswerkbeleid 2006-2010 zijn de volgende hoofdtaken voor BVB benoemd: • • • • •
Promotie van vrijwilligerswerk in Borne; Werven van nieuwe vrijwilligers; Bemiddeling van vrijwilligers, o.a. door middel van het beheren van een vacaturebank; Advisering van vrijwilligersorganisaties; Het verzorgen van deskundigheidbevordering door middel van informatieavonden, cursussen, et cetera.
Werven van nieuwe vrijwilligers is primair de taak van organisaties zelf. Organisaties worden hierbij door de gemeente ondersteund, o.a. door workshops en cursussen aan te bieden. Deze hoofdtaak voor BVB komt in het nieuwe beleid te vervallen. De laatste hoofdtaak is erg algemeen gesteld en sluit niet aan bij de uitvoeringspraktijk. Cursussen worden verzorgd door het ROC, inschrijving loopt via BVB. In de afgelopen 3 jaar is gebleken dat ook op het gebied van vrijwilligerswerk de kracht van Borne zit in de samenwerking tussen partijen. Elkaar ontmoeten en elkaar kennen is het middel om zaken voor elkaar te krijgen. De genoemde samenwerking is kenmerkend voor Borne. BVB en de gemeente Borne krijgen hierop positieve reacties van andere gemeenten en steunpunten. In 2009 en 2011 zijn thema-avonden georganiseerd rondom onderwerpen die samenhangen met vrijwilligersbeleid (o.a. vrijwilligersverzekering, fondsenwerving). Het aantal deelnemers ligt rond de 150 en deelnemers zijn bestuurders van vrijwilligersorganisaties. Voorgesteld wordt om jaarlijks een thema-avond te organiseren rondom vrijwilligerswerkbeleid. Dit wordt een hoofdtaak van BVB. De gemeente is eindverantwoordelijk en zorgt voor de randvoorwaarden o.a. budgetten. Jaarlijks is hiervoor een bedrag van € 2.000,-- nodig. Makelaarsfunctie Vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage kunnen elkaar versterken en bieden veel kansen voor gemeenten. Dit is de reden dat de ministeries van OCW, VWS en de VNG een convenant hebben gesloten waar staat dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het vormgeven van een makelaarsfunctie voor vrijwilligerswerk én maatschappelijke stages. De wens van de ondertekenaars van het convenant is dat het aantal vrijwilligers toeneemt en dat er goede en voldoende begeleiding beschikbaar is voor vrijwilligersorganisaties. Daarnaast willen ze dat alle leerlingen die vanaf het schooljaar 2011-2012 instromen in het voortgezet onderwijs een maatschappelijke stage volgen. Hiervoor is het noodzakelijk dat er een maatschappelijke makelaarsfunctie wordt vormgegeven: een ondersteunings- en bemiddelingsinfrastructuur op gemeentelijk of regionaal niveau. Deze opdracht is met het convenant neergelegd bij de gemeenten. Gemeenten ontvangen voor de inrichting van de makelaarsfunctie geld via het gemeentefonds. Waarom is de makelaarsfunctie bij gemeenten neergelegd ? •
• •
•
Deze taak biedt gemeenten kansen om de sociale samenhang te versterken en om een duidelijke relatie te leggen tussen prestatieveld 4 van de Wmo en andere prestatievelden zoals leefbaarheid. De gemeente is spin in het web van maatschappelijke ondersteuning en heeft kennis van, regie over en financiële relaties met dit veld. De gemeente heeft een netwerk met zowel potentiële stagebiedende organisaties als VOscholen. Daarnaast financieren veel gemeenten al een infrastructuur voor vrijwilligerswerk (zoals vrijwilligerscentrales). Bij de organisatie van maatschappelijke stage is veel ruimte voor eigen initiatief van leerlingen, scholen en vrijwilligersorganisaties. Maar hierbij is een vangnet noodzakelijk voor als partijen elkaar niet weten te vinden: de gemeente.
16
Deze makelaarsfunctie is bedoeld voor: 1. het versterken van het brede vrijwilligerswerk en het zo nodig verzorgen van een passend aanbod voor scholieren maatschappelijke stage; 2. het ondersteunen van organisaties bij het plaatsen van maatschappelijke stagiaires én vrijwilligers; 3. het bevorderen dat de maatschappelijke stagiair van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt. De gemeente is belast met de taak van regisseur. De gemeente zorgt ervoor dat betrokken partijen bij elkaar worden gebracht, zodat de benodigde infrastructuur gevormd kan worden. Na het initiëren daarvan blijft de gemeente betrokken en stuurt waar nodig bij. De gemeente faciliteert de betrokken partijen. De gemeente blijft inhoudelijk op de achtergrond, de invulling van maatschappelijke stages is een verantwoordelijkheid van de scholen en de organisaties. De gemeente kan wel een rol spelen als aanbieder van stageplaatsen. Voor de jaren 2008 t/m 2010 heeft de gemeente Borne pilots laten uitvoeren door BVB om te experimenteren met maatschappelijke stages. Deze pilots zijn succesvol en vernieuwend gebleken. De rol van stagemakelaar is tot nu toe niet structureel ingevuld binnen Borne. Het is goed om de makelaarsfunctie bij BVB neer te leggen. Vanuit BVB is reeds een uitgebreid netwerk ontwikkeld. Tevens heeft BVB de deskundigheid en vaardigheden om als een spin in het web te functioneren. Natuurlijk zijn er andere partijen dan BVB om voor de gemeente Borne aan de slag te gaan met het onderwerp maatschappelijke stages. Gelet op de positieve ervaring die de gemeente Borne heeft met BVB wordt voor deze partner gekozen om binnen de gemeente Borne op een goede wijze een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van maatschappelijke stages. Regionaal (woon- en werkgebied Hof van Twente, Hengelo en Borne) worden beleidsmatige en uitvoeringszaken afgestemd in een periodiek overleg. Aan de algemene uitkering van het gemeentefonds (meicirculaire 2008) is een structureel bedrag toegevoegd voor maatschappelijke stages. Deze middelen zijn bedoeld voor het tot stand brengen van een effectieve lokale of regionale bemiddelingsinfrastructuur voor vrijwilligerswerk, mede gericht op de ontwikkeling van de maatschappelijke stage. Gemeente Borne heeft vanaf 2008 een structurele stelpost “Maatschappelijke stages” van € 15.000,-- hier voor opgenomen. Op 29 maart 2011 heeft het college besloten om de makelaarsfunctie voor 2011 en daaropvolgende jaren neer te leggen bij BVB. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 11.885,--. Dit betekent een uitbreiding van formatie met 0,16 fte naar 0,55 fte. Het restant bedrag van ruim € 3.000,-- wordt aangewend om activiteiten te financieren die samenhangen met maatschappelijke stages en vrijwilligerswerk. Beide bedragen worden gedekt uit bovengenoemde stelpost Het B&W besluit is meegenomen in het verzamelbesluit van mei en wordt behandeld in de gemeenteraad van 28 juni 2011.
17
Concreet:
De hoofdtaken voor BVB worden in de periode 2012-2015
Werken aan bekendheid van BVB; Promotie van vrijwilligerswerk in Borne; Bemiddeling van vrijwilligers, o.a. door middel van het beheren van een vacaturebank; Advisering van vrijwilligersorganisaties; Het organiseren van één thema-avond vrijwilligerswerkbeleid per jaar (zie 5.2); Het selecteren van kandidaten voor vrijwilligerscursussen; Zorgdragen voor goede communicatie over telefonische bereikbaarheid en openingstijden; Zorgen voor sectorgerichte opleidingen.
De makelaarsfunctie voor vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage wordt neergelegd bij BVB. Hiermee is in totaal 0,55 FTE gemoeid. Een bedrag van € 3.115,-- wordt toegevoegd aan het activiteitenbudget vrijwilligerswerk. 4.2 Nieuwe doelgroepen De gemeente Borne streeft naar integraliteit en in de beleidsvoorbereidingsfase is ook aandacht besteed aan het onderdeel ‘Vrijwilligers met een uitkering’. In de panelgesprekken die zijn gevoerd blijkt dat dit geen onderwerp is dat spontaan bij deelnemers aan de panels opkomt. Maatschappelijke stagiairs is een tweede nieuwe doelgroep waarmee BVB bemoeienis gaat krijgen. Deze twee doelgroepen worden in 2 subparagrafen behandeld. 4.2.1 Vrijwilligers met een uitkering Uit Digimon blijkt dat de meerderheid van de respondenten geen knelpunten of bezwaren ziet om activiteiten op te zetten in het kader van sociale activering, reïntegratie en inburgering. Bijna 80% van de respondenten heeft geen behoefte aan extra ondersteuning op dit vlak. Meer informatie over de (on)mogelijkheden is wenselijk. Hierbij is een sleutelrol weggelegd voor de gemeentelijke sociale dienst. Op 19 april 2011 is de rapportage ‘Inzet participatiebudget 2011’ vastgesteld door het college. In deze notitie wordt aangegeven hoe het participatiebudget voor 2011 wordt ingezet. Hierbij is de participatieladder het uitgangspunt. De participatieladder is een instrument waarmee de uitgangspositie van een uitkeringsgerechtigde kan worden bepaald. Met gebruikmaking van de middelen uit het participatiebudget, kunnen deze mensen ondersteuning krijgen om competenties te ontwikkelen en zodoende een of meer treden hoger op de ladder te komen. De ladder is geen normatief instrument. Het is een graadmeter die ingezet wordt om competenties van onze inwoners te benutten en te ontwikkelen. In de notitie is opgenomen dat het uitkeringsbestand van de productgroep sociale zaken in te delen is in een A en B route. De A route staat voor de direct bemiddelbaren. Zij blijven onder verantwoordelijkheid van de werkcoach die zorgt voor directe uitstroom met of zonder het gebruik van de gemeentelijke reïntegratie-instrumenten (sociale activering is hier niet aan de orde).
18
De B-route staat voor de niet direct bemiddelbaren die worden overgedragen aan de klantmanagers van de gemeente. Er wordt eerst een maatwerkgericht activeringtraject (werkervaring, scholing, werk/leer sociale activering) ingezet gericht op de reïntegratie. Voor de uitkeringsgerechtigden met een vrijstelling van de arbeidsverplichtingen of die door sociale/ psychische problemen worden belemmerd, worden stimuleringstrajecten (sociale activering, vrijwilligerswerk) ingezet, maar dan met het accent op persoonlijke ondersteuning en het deelnemen en participeren in de samenleving. De inschatting is dat hiervoor vijf trajecten per jaar worden ingezet. De rol van BVB is om deze groep uitkeringsgerechtigden te bemiddelen naar vrijwilligerswerk. De verdere begeleiding van uitkeringsgerechtigden ligt bij de klantmanager van de gemeente. Uit Digimon is gebleken dat organisaties die gaan werken met een uitkeringsgerechtigde behoefte hebben aan informatie over de inzet en hulp bij het begeleiden, vooral bij organisaties op het gebied van zorg- en hulpverlening en onderwijs en educatie. Organisaties die op dit moment al actief zijn op het gebied van sociale activering hebben de meeste behoefte aan ondersteuning. In de panelgesprekken zijn deelnemers kritisch geweest ten aanzien van de inzet van uitkeringsgerechtigden. “Is het wel zo vrijwillig als iemand met een uitkering vrijwilligerswerk gaat/moet doen?”. Ook de eventuele vluchtigheid van het werk wordt als aandachtspunt benoemd: “Hoe houd je deze vrijwilligers vast als ze een baan hebben gevonden”. Door verwachtingen helder te krijgen en hierover met elkaar te spreken kunnen problemen worden voorkomen. Een goede samenwerking en communicatie tussen aanbieder van vrijwilligerswerk, BVB en klantmanager van sociale dienst zijn hierbij essentieel. De deskundigheid van de klantmanager van de sociale dienst (welk middel wordt wanneer ingezet voor welke cliënt?) is het uitgangspunt. Als een uitkeringsgerechtigde wordt ingezet op een sociale activeringstraject gaat het om rechten en plichten, handhaving hiervan dient bij de klantmanager te liggen en de klantmanager houdt de regierol. 4.2.2 Maatschappelijke stagiairs Maatschappelijke stagiairs is een relatief nieuwe doelgroep voor vrijwilligersorganisaties. Belangrijkste knelpunten zijn volgens Digimon het ontbreken van geschikte werkzaamheden en de (tijd voor) begeleiding. Het eerste knelpunt kan worden opgepakt door aandacht te besteden aan good practices. Voorbeelden van andere organisaties kunnen inspirerend werken. In hoofdstuk 7 Verankeren wordt hierop teruggekomen. BVB en de gemeente Borne hebben in 2011 voor het eerst maatschappelijke stagiairs ingezet voor uitvoering van werkzaamheden binnen hun eigen organisaties. De belangrijkste ervaring is dat bij de keuze van activiteiten rekening moet worden gehouden met de capaciteiten van de leerlingen. Een VMBO leerling is een andere dan een VWO leerling. Als begeleidende instantie moet je je als professional aanpassen aan de kwaliteiten van leerlingen. ‘Learning by doing’ is voor BVB en gemeente een prima werkwijze geweest. De gemeente wil stageplekken blijven aanbieden aan maatschappelijke stagiairs. In de sportnota ‘Borne in Beweging’ is als doelstelling opgenomen dat in 2013 15 maatschappelijke stages in sport worden aangeboden. 4.3 Ondersteuningsvragen van klanten De doelstelling van de Wmo in de gemeente Borne is dat iedereen mee kan doen. Hierbij is het bevorderen van zelfredzaamheid en het participeren in de samenleving erg belangrijk. Wanneer dit (even) niet lukt kan een burger een ondersteuningsvraag hebben. Deze vragen zijn zeer divers en komen binnen bij verschillende organisaties. Ook de oplossingen voor de ondersteuningsvragen zijn zeer divers. Binnen de gemeente Borne ontbreken concrete afspraken en oplossingsstrategieën. Hierdoor worden burgers doorverwezen naar andere instanties dan wel wordt er (met de beste bedoelingen) een ad hoc oplossing bedacht. Het kost veel tijd en levert niet altijd het gewenste resultaat op.
19
De ondersteuningsvragen komen niet binnen op een centrale locatie maar worden gesteld aan BVB, Welzijn Ouderen Borne, Stichting Informele Zorg, het Wmo-loket, huisartsen en praktijopndersteuners, algemeen maatschappelijk werk, zorginstellingen en leveranciers en mogelijk nog andere plaatsen. Meestal wordt er voor de oplossingen een beroep gedaan op vrijwilligers. Hierbij moet gedacht worden aan de inzet van de hulpdienst van Welzijn Ouderen Borne (voor ouderen en chronisch zieken) of inzet vanuit de vrijwilligers van de ordening thuis administratie. Maar ook kunnen individuele vrijwilligers of verenigingen een oplossing bieden. Er wordt weinig verwezen naar bestaande oplossingen binnen het bedrijfsleven van Borne en omgeving. Vanuit het werkveld is behoefte aan het meer structureren van de ondersteuningsvragen. Vanuit de Wmo is vastgesteld dat een burger altijd eerst zelf in het eigen netwerk naar een oplossing moet zoeken (eventueel met hulp van een professional). Wanneer dit niet lukt moet binnen algemeen voorliggende voorzieningen gekeken worden naar oplossingen. Pas als dat ook niet tot een passende oplossing leidt zal een individuele oplossing moeten worden gerealiseerd. Voor het versterken van de maatschappelijke ondersteuning is het belangrijk dat burgers weten waar ze met vragen terecht kunnen, organisaties elkaars kwaliteiten kennen, overlap tussen kwaliteiten waar mogelijk voorkomen wordt, mogelijkheden bekend zijn en vrijwilligers begeleid en aangestuurd worden en signalen omgezet worden in kansen. Concreet:
In 2012 wordt een pilot gestart waarbij samen met partners binnen Borne signalen uit de gemeente wordt vertaald naar kansen. Tevens wordt structuur aangebracht in algemeen voorliggende voorzieningen binnen de gemeente Borne, zodat de burgers beter begeleid worden naar zelfstandigheid en iedereen mee kan doen in Borne. Waar nodig de (tijdelijke) oplossingen kunnen worden geboden door vrijwilligers of professionals.
Binnen de pilot zal in eerste instantie gewerkt worden met een kernteam dat de vraagstelling verduidelijkt. Zodra de vraagstelling helder is zal het team uitgebreid worden met oplossingspartners binnen de gemeente Borne. Voorgesteld kernteam • Welzijn Ouderen Borne • Bureau Vrijwilligerswerk Borne • Woonbeheer • Algemeen maatschappelijk werk • Stichting Informele Zorg • Gemeente Borne • Eerste lijns zorg. Daarna uitbreiden met: • Bundeling Bornse Ondernemers (BBO) • Reintegratie bedrijven • Maatschappelijk betrokken organisaties
20
HOOFDSTUK 5 VERSTERKEN
Een belangrijke taak van de gemeente is het vrijwilligerswerk doelmatig en passend, naar behoefte te ondersteunen zodat het vrijwilligerswerk waar het nodig is wordt versterkt. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op de behoeften aan ondersteuning. In de paragrafen 5.2 tot en met 5.6 worden de behoeften verder toegelicht. 5.1 Behoeften aan ondersteuning In Digimon is aan organisaties in de gemeente Borne die met vrijwilligers werken gevraagd aan welke ondersteuning vrijwilligersorganisaties behoefte hebben. Bijna 40% van de respondenten krijgt reeds ondersteuning door een landelijke bond of koepel. Dit geldt m.n. voor de sector sport en recreatie. Bijna 50% van de respondenten is tevreden over het beleid en de werkwijze van de gemeente en ruim 50% van alle respondenten heeft geen behoefte aan (extra) ondersteuning. De behoeften van organisaties hebben betrekking op de volgende onderwerpen: • • • • • •
Gemeentelijke aandacht, waardering en promotie van het vrijwilligerswerk Collectieve verzekering voor vrijwilligers Stimuleren van samenwerking tussen organisaties met andere partners Huisvesting Procedures voor subsidies en vergoedingen Deskundigheidsbevordering: Fondsenwerving Voorlichting, promotie en public relations Bestuursvaardigheden Werving van vrijwilligers (inclusief bestuursleden)
5.2 Gemeentelijke aandacht, waardering en promotie van het vrijwilligerswerk Vanuit BVB wordt op diverse manieren aandacht besteed aan promotie van het vrijwilligerswerk. Dit behoort vanaf 2006 tot haar kerntaken en ook in de periode 2012-2015 is dit een hoofdtaak, waarbij het onderdeel ‘waardering’ is toegevoegd. De aandacht die er is voor promotie en waardering vanuit BVB, is voor vrijwilligersorganisaties niet voldoende om zich door de gemeente gewaardeerd te voelen. In 2011 zijn twee avonden georganiseerd voor bestuurders van vrijwilligersorganisaties. Op deze avonden is inhoudelijk ingegaan op een aantal onderwerpen en tevens was er ruimte voor netwerken. De avonden zijn goed bezocht (ruim 180 deelnemers) en de reacties na afloop waren positief. Deze avonden verdienen een structureel vervolg. De verdere invulling van de avond is afhankelijk van de maatschappelijke ontwikkelingen en de actualiteit én de behoeften van het veld. Collega beleidsmedewerkers zijn hierbij belangrijke partners. De thema-avond vrijwilligerswerkbeleid wordt gezamenlijk met BVB georganiseerd. Concreet:
Gemeente en BVB organiseren jaarlijks samen een thema-avond vrijwilligerswerkbeleid. Begrote kosten € 2.000,--
5.3 Collectieve verzekering voor vrijwilligers De gemeente Borne heeft per 1 september 2009 een collectieve verzekering voor vrijwilligers en maatschappelijke stagiairs afgesloten. Er is gekozen voor het meest uitgebreide pakket: de VNG Vrijwilligers BasisPolis en VNG Vrijwilligers PlusPolis.
21
Alle vrijwilligers die in enig organisatorisch verband, onverplicht en onbetaald werkzaamheden verrichten ten behoeve van anderen en/of de samenleving waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend zijn verzekerd. Vrijwillige brandweerlieden en vrijwillige politiemedewerkers zijn uitgesloten van deze verzekeringen. Dit vloeit voort uit de speciaal voor hen getroffen rechtspositieregelingen. Mantelzorgers worden niet beschouwd als vrijwilliger. Dit hangt samen met de persoonlijke relatie die mantelzorgers hebben met degene die zij verzorgen bij aanvang van de zorgverlening. Door vragen vanuit diverse gemeenten hebben Centraal Beheer Achmea en VNG Verzekeringen besloten om de mantelzorgers, binnen het kader van de VNG Vrijwilligerspolis, een passende dekking te geven. Mantelzorgers zijn nu meeverzekerd op de Ongevallen- en Persoonlijke Eigendommenverzekering voor Vrijwilligers. De aansprakelijkheidsverzekering voor Vrijwilligers uit de BasisPolis en de onderdelen van de VNG Vrijwilligers PlusPolis zijn voor de mantelzorger niet van toepassing. Het bestaan van deze verzekeringen is nog niet bij alle vrijwilligersorganisaties bekend. Uit het 1 onderzoeksrapport ‘Vrijwilligerswerk, Beter geregeld’ blijkt dat het wenselijk is dat het bestaan van de verzekering en de inhoud ervan moet worden herhaald. Op 5 juli 2011 wordt de thema-avond vrijwilligerswerk gehouden en hier wordt het onderwerp geagendeerd. Ook in 2013 en 2015 moet het onderwerp worden geagendeerd. Concreet:
Het onderwerp vrijwilligersverzekering in 2013 en 2015 opnieuw agenderen op een thema-avond vrijwilligerswerkbeleid.
5.4 Stimuleren van samenwerking tussen organisaties met andere partners De jaarlijks te organiseren thema-avond is een middel om organisaties en partners met elkaar in gesprek te brengen, maar er zijn meerdere mogelijkheden. Vrijwilligersplatform In het vrijwilligersplatform Welzijn en Zorg Borne zijn ruim 25 organisaties vertegenwoordigd op het gebied van welzijn en zorg. De doelstelling van het platform is het op elkaar afstemmen van de werkzaamheden en het uitwisselen van ervaringen. Ook is het platform een gremium waar BVB en gemeente nieuwe ontwikkelingen kunnen delen en waar ervaringsdeskundigen BVB en gemeenten van input kunnen voorzien. In de praktijk blijkt dat steeds meer organisaties zich aansluiten bij het platform omdat zij verwachten er iets te kunnen halen. Er gaat een stimulerende werking uit van het platform en de werking van het platform sluit aan bij de Wmo gedachte. Het vrijwilligersplatform dient het belang van het vrijwilligersbeleid in Borne. Organisaties die daarin een bijdrage kunnen leveren mogen participeren in het platform. Het onderwerp maatschappelijke stages is een onderwerp dat regelmatig aan de orde is gekomen in het vrijwilligersplatform. De doelstelling is om een afvaardiging van het voortgezet onderwijs uit Borne afgevaardigd te krijgen in 2012 voor het platform. In 2011 is de denktank voor maatschappelijke stages (ROTOR) opgeheven. In Borne is gedurende drie jaar een pilot gedaan om te experimenteren met maatschappelijke stages. Een denktank in de vorm van ROTOR past niet langer bij de uitvoerende fase waarin het project maatschappelijke stage thans is beland. Concreet:
Afvaardiging van het voortgezet onderwijs vanuit Borne in het platform in 2012
1
Rapport gemaakt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), juli 2010
22
Recreatie, cultuur, toerisme en sport In deze werkvelden zijn tal van organisaties en vrijwilligers actief. De cultuurmakelaar heeft een inventarisatie gemaakt van bestaande samenwerkingsvormen. Getracht wordt te komen tot een optimalisering van de overlegstructuur passend bij de doelstellingen en de beoogde veranderingen in de gemeente Borne op het gebied van samenwerking tussen recreatie, cultuur, toerisme en sport. Door de coördinator BVB deel te laten nemen aan het Breed Overleg Recreatie en Toerisme (BORT) nieuwe stijl wordt samenwerking bevorderd en worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd. Van deelnemers aan het strategisch overleg wordt verwacht dat ze kunnen initiëren, verbinden, versterken en aanjagen. Deze kenmerken sluiten goed aan bij de basisfuncties zoals die door het ministerie van VWS zijn benoemd voor het vrijwilligerwerk. Concreet:
De coördinator van BVB structureel laten deelnemen aan de overlegstructuur Recreatie, Toerisme, Cultuur en Sport
5.5 Huisvesting Vrijwilligersorganisaties ervaren accommodatiebeheer als een lastig onderwerp. Regelgeving en voorschriften zijn hierbij onderwerpen die regelmatig worden genoemd. Er wordt gevraagd om ondersteuning vanuit de gemeente op dit punt. Bureaucratische procedures moeten worden vergemakkelijkt en begeleiding in deze procedures wordt wenselijk geacht. Dit probleem is niet direct oplosbaar. In Netwerkstad wordt reeds gewerkt aan deregulering voor het bedrijfsleven. Ten aanzien van het vrijwilligerswerkbeleid is dit onderwerp niet geagendeerd. Nu de werkgroep Sociaal binnen Netwerkstad is opgeheven is er niet direct een podium/agenda waar dit onderwerp kan worden ingebracht. Het is niet direct mogelijk om als gemeente Borne tegemoet te komen aan de wens van vrijwilligersorganisaties om te komen tot deregulering op het gebied van accommodatiebeleid. In het coalitieakkoord 2010-2014 is opgenomen dat er een onderzoek komt naar accommodatiebeheer. In het verlengde hiervan kan deregulering worden meegenomen. Concreet:
Het onderwerp accommodatiebeheer moet in de toekomst aan de orde komen tijdens een jaarlijkse thema-avond rondom vrijwilligerswerkbeleid.
5.6 Procedures voor subsidies en vergoedingen De gemeente is aan het onderzoeken of de Bornse subsidieverordening reeds voldoet aan de Algemene Subsidieverordening van de VNG. In 2011 wordt hierover gerapporteerd en tevens worden verbetervoorstellen gedaan. De maatregelen die door verschillende andere gemeenten zijn getroffen, zoals het instellen van een meldplicht voor lage subsidies, het verlengen van de subsidieduur, directe subsidievaststelling bij subsidietoekenning en het beperken van een uitgebreide verantwoordingsplicht voor meerjarige subsidie worden hierin meegenomen. Binnen Borne vindt thans een takendiscussie plaats, waarin het uitgangspunt is dat subsidieverstrekking tijdelijk is en gericht op afbouw. Doelstelling is om organisaties zelfstandig te laten draaien, waarbij subsidies niet (langer) nodig zijn. Concreet:
Het rapport over de subsidieverordening afwachten en na vaststelling beoordelen wat dit rapport betekent voor het vrijwilligerswerkbeleid.
23
5.7 Deskundigheidsbevordering De behoefte aan deskundigheidsbevordering heeft betrekking op de volgende gebieden: • • • •
Fondsenwerving Voorlichting, promotie en pr Bestuursvaardigheden Werving van vrijwilligers (inclusief bestuursleden)
Naar aanleiding van de uitkomsten van Digimon is in januari 2011 reeds aandacht besteed aan het onderwerp fondsenwerving. Tevens wordt in 2011 bij het ROC een speciale cursus voor de gemeente Borne ontwikkeld waarbij de onderwerpen pr, promotie en fondsenwerving worden gecombineerd. Deze cursus wordt gratis aan vrijwilligers aangeboden. In hoofdstuk 3 van deze nota is hierop reeds ingegaan. De gemeente Borne kan aan deze behoefte voldoen zonder dat hiervoor extra middelen beschikbaar moeten worden gesteld. Financiering is mogelijk vanuit het bedrijfsleven en verplichte inkoop van volwasseneneducatie bij het ROC. Concreet:
Vanaf 2012 is er in Borne een aanbod op het gebied van deskundigheidsbevordering ten aanzien van de onderwerpen:
Voorlichting, promotie en pr Bestuursvaardigheden Werving van vrijwilligers (inclusief bestuursleden)
24
HOOFDSTUK 6 VERBREIDEN
Het vrijwilligerswerk is de motor van de samenleving. Al die vrijwilligers zijn keihard nodig om een prettige samenleving te hebben. Daarnaast beleven vrijwilligers veel plezier aan het vrijwilligerswerk en vormt het een leuke vrijetijdsbesteding. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het inspireren en verleiden van mensen om vrijwilligerswerk te gaan doen en het waarderen van mensen die zich vrijwillig inzetten. Het doen van vrijwilligerswerk is een verrijking van je leven. Het zichtbaar maken van deze voorbeelden kan burgers inspireren om vrijwilligerswerk te gaan doen, of in bredere zin, zich actief op te stellen als burger. Ook het proactief, op een laagdrempelige en aantrekkelijk manier van verspreiden van kennis op welke gebieden burgers zichzelf kunnen ontplooien, kan ze verleiden om zich actief in te zetten. Daarnaast is het belangrijk om de gehele breedte van het vrijwilligerswerk in het zonnetje te zetten. Waarderen en promoten van vrijwilligerswerk vindt tot op heden vooral plaats door BVB. De gemeente Borne zet in 2011, het EJV2011, actief in op waardering en promotie. Er is in 2011 een zestal activiteiten opgezet waarin deze aspecten terugkomen. Het effect van deze acties dat het onderwerp meer is gaan leven en het beeld dat de gemeente vrijwilligerswerk waardeert blijft hangen. De gemeente Borne wil de volgende zaken bereiken met het waarderen van promotie van vrijwilligerswerk: • • • •
Inspireren tot het doen van vrijwilligerswerk Breed beeld geven van wat vrijwilligerswerk is Inzet van vrijwilligers erkennen Het bedrijfsleven als partner bereiken
De gemeente Borne wil de gehele breedte van het vrijwilligerswerk waarderen. Zowel de individuele vrijwilligers als de vrijwilligersorganisaties. De waardering en promotie kan door verschillenden partijen worden geboden waarbij de partijen elkaar kunnen versterken en kunnen samenwerken. De regierol ligt bij de gemeente. De partijen zijn o.a. het bedrijfsleven, de vrijwilligersorganisaties, BVB en de gemeente. Vanuit de gemeente wordt voor bestuurders van vrijwilligersorganisaties jaarlijks een thema-avond gehouden rondom zaken die samenhangen met vrijwilligerswerkbeleid. Het bedrijfsleven en de middenstand in Borne dragen het vrijwilligerswerk een warm hart toe. Vanuit BVB en de gemeente wordt getracht jaarlijks een waarderingsactie op te zetten die mogelijk is gemaakt door het bedrijfsleven, dit kan in de vorm van bijvoorbeeld een brunch of een feestavond. De doelgroep wordt gevormd door individuele vrijwilligers. Vanuit BVB wordt tweemaandelijks een vrijwilliger of vrijwilligersorganisatie in het zonnetje gezet. Dit initiatief dient in de periode 2012-2015 te worden gecontinueerd. Het is een manier om de volgende doelstellingen te realiseren: • •
Breed beeld geven van wat vrijwilligerswerk is Inzet van vrijwilligers erkennen
De gemeente tracht de gehele breedte van het vrijwilligerswerk te waarderen en promoten. Er zijn echter activiteiten die kortdurend zijn en waarbij de organisatiegraad laag is. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld het houden van collectes of inzet van vrijwilligers tijdens activiteiten in het openluchttheater in Hertme. Voor deze specifieke groep vrijwilligers organiseert BVB jaarlijks een activiteit. Dit gebeurt in samenspraak met de gemeente en er dient aansluiting te worden gezocht bij maatschappelijke ontwikkelingen. De gemeente stelt voor de organisatie van deze bijeenkomst financiële middelen beschikbaar, deze zijn opgenomen in het activiteitenbudget (zie hiervoor hoofdstuk 8 financiële paragraaf).
25
Jaarlijks wordt op de derde vrijdag en zaterdag van de maand maart NL DOET gehouden. De gemeente wil zich graag een maatschappelijk betrokken organisatie tonen en heeft ook een voorbeeldfunctie richting maatschappelijke organisaties. In het EJV2011 zijn bijvoorbeeld bij diverse activiteiten maatschappelijk stagiairs ingezet en begeleid. Voorgesteld wordt als gemeente Borne op de zaterdag deel te nemen aan de NL DOET. In het EJV 2011 blijkt dat het bedrijfsleven, de middenstand en serviceclubs de vrijwilligers in Borne een warm hart toedragen. Profitorganisaties profileren zich graag als maatschappelijk betrokken ondernemers en waardering en promotie van het vrijwilligerswerk kan ook uit die hoek komen. Concreet:
Gemeente: • •
Deelname door de gemeente aan NL DOET op de derde zaterdag van maart Voor bestuurders van vrijwilligersorganisaties jaarlijks een thema-avond houden rondom zaken die samenhangen met vrijwilligerswerkbeleid
BVB • •
Tweemaandelijks een vrijwilliger of vrijwilligersorganisatie in het zonnetje zetten en hier publiciteit aan geven Jaarlijks een waarderingsactie organiseren voor vrijwilligers die zich kortdurend inzetten en waarbij de organisatiegraad laag is
Bedrijfsleven en middenstand: •
Stimuleren dat jaarlijks een waarderingsactie voor individuele vrijwilligers wordt georganiseerd
26
HOOFDSTUK7 VERANKEREN
Vastgelegde kennis en ervaring dient beschikbaar te zijn, via bijvoorbeeld een informatiepunt of een trainingsaanbod. Daarnaast is het nodig om de uitvoering van het vrijwilligerswerk en de ondersteuning daarvan te evalueren, zodat waar nodig een verbeterslag en innovatie kan plaatsvinden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het onderwerp Verankeren. De gemeente wil de kennis en ervaringen vastleggen om hierop haar toekomstige beleid te kunnen ontwikkelen. Verdere groei van het vrijwilligerswerk is hierdoor mogelijk. Tevens kan worden geleerd van goede voorbeelden en het delen van kennis en ervaringen is hierbij wenselijk. Borging vindt plaats door de gemeente, waarbij input wordt geleverd door BVB. De vastgelegde kennis en ervaring wordt in de periode 2012-2015 op verschillende manieren gedeeld en vertaald: De jaarlijks te organiseren vrijwilligersbijeenkomst is een geschikt moment en de ervaringen vanuit het veld kunnen door BVB worden vertaald in aanbevelingen aan de gemeente. Het aanbod op het gebied van deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers kan een directe vertaling zijn van deze ervaringen. De kennis en ervaring wordt vastgelegd en gedeeld door BVB en de gemeente. In de periode 20122015 vindt per kwartaal overleg tussen deze instanties plaats. Evaluatie van het vrijwilligerswerkbeleid vindt op een aantal manieren plaats: •
•
Het project Goed voor Elkaar van het ministerie van VWS wordt in 2012 afgerond. De vorm waarin dit gebeurt is thans nog niet duidelijk, mogelijk vindt opnieuw een meting plaats van de 5 basisfuncties. In 2014 wordt het instrument Digimon opnieuw ingezet om het zicht op het vrijwilligerswerk te vergroten. Naast het zicht op de wijze waarop vrijwilligersorganisaties lokaal zijn georganiseerd, geeft Digimon ook inzicht in de knelpunten die spelen, de ondersteuningsbehoeften die vrijwilligersorganisaties hebben en de mate waarin zij actief zijn binnen tal van maatschappelijke thema’s. Ook de tevredenheid over de dienstverlening door BVB en de gemeente worden opnieuw gemeten.
Concreet:
Meting van de basisfuncties vrijwilligerswerk zoals benoemd door ministerie van VWS in 2012 In 2014 het instrument Digimon inzetten om het zicht op het vrijwilligerswerk te vergroten en nieuwe beleidsdoelen te formuleren. In 2014 is hiervoor een bedrag nodig van € 3.000,--.
27
HOOFDSTUK 8 FINANCIËLE PARAGRAAF In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat het de gemeente kost om uitvoering te geven aan de nota vrijwilligersbeleid 2012-2015. Gelet op de financiële positie van de gemeente Borne wordt geen nieuw beleid voorgesteld en wordt het product vrijwilligerswerk budgettair neutraal. Financieel overzicht vrijwilligerswerk Borne
2011
Structureel beschikbaar budget 5.326
Omschrijving
Uitgaven
Omschrijving
Variaverzekering
5.326
38.685
Structureel budget
38.685
VNG Vrijwilligers BasisPolis en VNG Vrijwilligers PlusPolis Personele inzet: Coördinator Bureau Vrijwilligerswerk Borne (14 uur per week)
3.115 47.126
Restant budget stagemakelaar Totaal budget
3.115
Stagemakelaar (6 uur per week) Activiteitenbudget
47.126
Totale uitgaven
Er is een bedrag van € 3.115,-- structureel nodig om activiteiten uit deze nota uit te kunnen voeren. Op 29 maart 2011 heeft het college deze gelden beschikbaar gesteld. In het verleden is gebleken dat het niet hebben van het budget om activiteiten te financieren een belemmering om het vrijwilligerswerk te promoten en te waarderen. In het EJV 2011 is reeds ervaring opgedaan met sponsoring en derde geldstromen. Indien een bijdrage van derden wordt gevraagd voor het vrijwilligerswerkbeleid is inzet van eigen (lees gemeentelijke) middelen gewenst. Voor het verankeren van beleid (vertalen maatschappelijke ontwikkelingen) is in 2014 een incidenteel bedrag van € 3.000,-- nodig, hetgeen binnen het budget beschikbaar is.
28
SAMENVATTING In het coalitieakkoord 2010-2014 ‘De kracht van Borne’ is het programma ‘Meedoen in Borne’ opgenomen, er wordt ingezet op actieve deelname aan en betrokkenheid van inwoners bij de samenleving. In de periode 2012-2015 zal het vrijwilligerswerkbeleid in Borne zich in hoofdzaak richten op flexibilisering van het vrijwilligerswerk en het toekomstbestendig maken van vrijwilligerswerkbeleid binnen organisaties. De gemeente wil de voorwaarden creëren om mee te kunnen doen. De peilers van deze nota worden gevormd door de vijf basisfuncties zoals die in het document ‘Basisfuncties Lokale ondersteuning vrijwilligerswerk en mantelzorg’ (juli 2009) van het ministerie van VWS zijn benoemd. De vijf basisfuncties zijn: • • • • •
Vertalen maatschappelijke ontwikkeling Verbinden en makelen Versterken Verbreiden Verankeren
Er wordt gewerkt met de volgende definities: Vrijwilligerswerk is werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving. Maatschappelijke stage is een vorm van leren binnen of buiten de school, waarbij leerlingen vanuit de school door het doen van onbetaalde activiteiten kennismaken met: o o o
vrijwilligerswerk; het dragen van verantwoordelijkheid voor een ander en/of een maatschappelijke belang; het reilen en zeilen van een vrijwilligers- of non-profitorganisatie.
Vertalen maatschappelijke ontwikkeling De gemeente Borne voert regie en zet in op breed beleid. De gemeente beperkt zich grotendeels tot faciliteren en ondersteunen van vrijwillige inzet en burgerinitiatieven in brede zin. Dit vanuit de visie dat vrijwillige inzet iets is wat vanzelf ontstaat en dus niet valt af te dwingen. In 2012 wordt aandacht besteed aan het Europees jaar van het actief ouder worden en de verbinding tussen generaties. In dit kader wordt in het voorjaar 2012 een bijeenkomst georganiseerd over inzet van mensen ouder dan 60 jaar. Deze bijeenkomst wordt georganiseerd vanuit de gemeente en BVB. In de periode 2012-2015 is het uitgangspunt dat 40% van de cursussen basiseducatie zijn gericht op de versterking van het vrijwilligerswerk in Borne Bij de in 2009 gehouden nulmeting basisfuncties is bij het onderwerp ‘het bestrijden van seksueel misbruik’ als aandachtspunt genoemd. In geval van niet pluisgevoelens wordt vrijwilligersorganisaties geadviseerd contact op te nemen met Steunpunt huiselijk geweld. Tevens wordt vrijwilligersorganisaties geadviseerd een vertrouwenspersoon aan te stellen.
29
Verbinden en makelen De hoofdtaken voor Bureau Vrijwilligerswerk Borne (BVB) worden in de periode 2012-2015:
Promotie van vrijwilligerswerk in Borne; Bemiddeling van vrijwilligers, o.a. door middel van het beheren van een vacaturebank; Advisering van vrijwilligersorganisaties; Het organiseren van één thema-avond vrijwilligerswerkbeleid per jaar; Het selecteren van kandidaten voor vrijwilligerscursussen.
De gemeente wil stageplekken blijven aanbieden aan maatschappelijke stagiairs. In de sportnota ‘Borne in Beweging’ is als doelstelling opgenomen dat in 2013 15 maatschappelijke stages in sport worden aangeboden. Voor het versterken van de maatschappelijke ondersteuning is het belangrijk dat burgers weten waar ze met vragen terecht kunnen, organisaties elkaars kwaliteiten kennen, overlap tussen kwaliteiten waar mogelijk voorkomen wordt, mogelijkheden bekend zijn en vrijwilligers begeleid en aangestuurd worden en signalen omgezet worden in kansen. Hiervoor wordt een pilot voorgesteld in 2012 waarbij samen met partners binnen Borne signalen uit de gemeente wordt vertaald naar kansen. Versterken In Digimon is aan organisaties in de gemeente Borne die met vrijwilligers werken gevraagd aan welke ondersteuning vrijwilligersorganisaties behoefte hebben. De behoeften van organisaties hebben betrekking op de volgende onderwerpen: • • • • • •
Gemeentelijke aandacht, waardering en promotie van het vrijwilligerswerk Collectieve verzekering voor vrijwilligers Stimuleren van samenwerking tussen organisaties met andere partners Huisvesting Procedures voor subsidies en vergoedingen Deskundigheidsbevordering: Fondsenwerving Voorlichting, promotie en public relations Bestuursvaardigheden Werving van vrijwilligers (inclusief bestuursleden)
Gemeente en BVB organiseren jaarlijks samen een thema-avond vrijwilligerswerkbeleid. Het onderwerp vrijwilligersverzekering wordt in 2013 en 2015 geagendeerd op een thema-avond vrijwilligerswerkbeleid. Het vrijwilligersplatform Welzijn en Zorg Borne voorziet in een behoefte. De doelstelling is: het op elkaar afstemmen van de werkzaamheden en het uitwisselen van ervaringen. Ook is het platform een gremium waar BVB en gemeente nieuwe ontwikkelingen kunnen delen en waar ervaringsdeskundigen BVB en gemeenten van input kunnen voorzien. Het platform wordt gecontinueerd. Het onderwerp maatschappelijke stages is een onderwerp dat regelmatig aan de orde is gekomen in het vrijwilligersplatform. De doelstelling is om een afvaardiging van het voortgezet onderwijs uit Borne afgevaardigd te krijgen in 2012 voor het platform. Door de coördinator BVB deel te laten nemen aan het Breed Overleg Recreatie en Toerisme (BORT) nieuwe stijl wordt samenwerking bevorderd en worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd. Van deelnemers aan het strategisch overleg wordt verwacht dat ze kunnen initiëren, verbinden, versterken en aanjagen. Deze kenmerken sluiten goed aan bij de basisfuncties zoals die door het ministerie van VWS zijn benoemd voor het vrijwilligerwerk. Het is niet direct mogelijk om als gemeente Borne tegemoet te komen aan de wens van vrijwilligersorganisaties om te komen tot deregulering op het gebied van accommodatiebeleid. In het coalitieakkoord 2010-2014 is opgenomen dat er een onderzoek komt naar accommodatiebeheer. In het verlengde hiervan kan deregulering worden meegenomen. 30
Het onderwerp accommodatiebeheer moet in de toekomst aan de orde komen tijdens een jaarlijkse thema-avond rondom vrijwilligerswerkbeleid. De gemeente is aan het onderzoeken of de Bornse subsidieverordening reeds voldoet aan de Algemene Subsidieverordening van de VNG. In 2011 wordt hierover gerapporteerd en tevens worden verbetervoorstellen gedaan. Vanaf 2012 is er in Borne een aanbod op het gebied van deskundigheidsbevordering ten aanzien van de onderwerpen: • • •
Voorlichting, promotie en pr Bestuursvaardigheden Werving van vrijwilligers (inclusief bestuursleden)
Verbreiden In het Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk (EJV 2011) blijkt dat het bedrijfsleven, de middenstand en serviceclubs de vrijwilligers in Borne een warm hart toedragen. Profitorganisaties profileren zich graag als maatschappelijk betrokken ondernemers en waardering en promotie van het vrijwilligerswerk kan ook uit die hoek komen. Inzet gemeente ten aanzien van verbreiden: • •
Deelname door de gemeente aan NL DOET op de derde zaterdag van maart Voor bestuurders van vrijwilligersorganisaties jaarlijks een thema-avond houden rondom zaken die samenhangen met vrijwilligerswerkbeleid
Inzet BVB ten aanzien van verbreiden: • • •
Deelname door de gemeente aan NL DOET op de derde zaterdag van maart Tweemaandelijks een vrijwilliger of vrijwilligersorganisatie in het zonnetje zetten en hier publiciteit aan geven Jaarlijks een waarderingsactie organiseren voor vrijwilligers die zich kortdurend inzetten en waarbij de organisatiegraad laag is
Inzet bedrijfsleven en middenstand ten aanzien van verbreiden: •
De gemeente stimuleert dat jaarlijks een waarderingsactie voor individuele vrijwilligers wordt georganiseerd
Verankeren De gemeente wil de kennis en ervaringen vastleggen om hierop haar toekomstige beleid te kunnen ontwikkelen. Borging vindt plaats door de gemeente, waarbij input wordt geleverd door BVB. De volgende instrumenten worden hiervoor ingezet: In 2012 meting van de basisfuncties vrijwilligerswerk zoals benoemd door ministerie van VWS. In 2014 het instrument Digimon inzetten om het zicht op het vrijwilligerswerk te vergroten en nieuwe beleidsdoelen te formuleren.
31
Bijlage 1 Maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen binnen het vrijwilligerswerk
2
Maatschappelijke ontwikkelingen Demografische ontwikkelingen De toenemende vergrijzing van de Nederlandse bevolking leidt tot een toename van hulpvragen. Vooral de ‘dubbele vergrijzing’ zorgt ervoor dat veel mensen veel en langdurig hulp nodig hebben. Dubbele vergrijzing wil zeggen dat niet alleen de groep 65-plussers binnen de totale bevolking toeneemt, maar daarbinnen vooral de groep 80-plussers (baby-boomers). De vergrijzing heeft op allerlei manieren effect op het vrijwilligerswerk. Niet alleen omdat het tot een grotere zorgvraag leidt, maar ook omdat het van invloed is op het vrijwilligersbestand. De vrijwilligers van de organisaties die een belangrijke rol spelen in de hulp en zorg voor ouderen vergrijzen ook. Deze vrijwilligers krijgen een steeds grotere rol in de informele zorg, zoals mantelzorg, maar bijvoorbeeld ook als oppasoma. Dit betekent dat zij minder tijd hebben voor vrijwilligerswerk. Daarentegen vormt de nieuwe generatie actieve, kritische, goed opgeleide, mondige en geëmancipeerde (jonge) ouderen een mogelijk nieuw potentieel vrijwilligers. Individualisering en keuzevrijheid De huidige samenleving kenmerkt zich door individualisering. Mensen hebben veel individuele keuzevrijheid en willen dat ook hebben. Daarnaast legt de terugtrekkende overheid de verantwoordelijkheid voor het maatschappelijk functioneren meer bij de burger zelf. Door de toegenomen behoefte aan autonomie gaat de voorkeur van meer mensen uit naar deelname aan vrijwillige inzet, zonder een vaste binding aan institutioneel georganiseerde groepen. Grotere keuzevrijheid leidt er ook toe dat (potentiële) vrijwilligers meer voorwaarden stellen. Binnen het palet aan vrijetijdsmogelijkheden willen mensen zelf hun tijd en werkzaamheden kunnen indelen en niet het gevoel hebben gebonden te zijn of verplichtingen te hebben. Het vrijwilligerswerk moet een aantrekkelijke keuzemogelijkheid vormen, die de moderne vrijwilliger zelf ook wat oplevert, zoals begeleiding, inspraak, scholing en leerervaringen. Informatisering Internet en het gebruik van mobiele telefoons zijn volkomen geïntegreerd in het leven van veel mensen. Internet is een belangrijke bron van informatie. Op een goedkope en snelle manier kunnen mensen netwerken opbouwen en met elkaar communiceren. De toenemende technologische mogelijkheden hebben impact op de inhoud van het werk van steunpunten vrijwilligerswerk. Dit geldt bijvoorbeeld voor de werving van vrijwilligers via digitale vacaturebanken en websites. Informatisering brengt ook met zich mee dat er naast face to face contacten nieuwe vormen van contactlegging ontstaan en andere vormen van vrijwillige inzet/vrijwilligerswerk. Zoals het vrijwillig upto-date houden van een website en online vrijwilligerswerk. Vanachter de computer kan iemand in zijn eigen tijd in de hele wereld als vrijwilliger aan de slag. Verhouding werk/vrije tijd De nog altijd groeiende arbeidsparticipatie van vrouwen, maakt dat een aanzienlijke groep mensen eerder minder vrije tijd heeft dan meer. Tweeverdieners, zeker als ze kinderen hebben, hebben een chronisch gebrek aan vrije tijd.
2
Bron Corrie van Dam, april 2009 Actuele ontwikkelingen en trends van invloed op de lokale ondersteuning van het vrijwilligerswerk
Dit geldt vooral voor vrouwen, omdat ze naast hun toenemende arbeidsparticipatie het grootste deel van de zorg voor gezin, hulpbehoevende familieleden of buren op zich nemen. Ook voor de zogenaamde ‘sandwich- generatie’, veertigers die hun (schoon)ouders verzorgen in combinatie met een baan en gezin, is het leven druk en hectisch. Ook onder andere groepen is de hoeveelheid vrije tijd eerder afgenomen dan toegenomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor studenten die onder een strenger studiefinancieringssysteem werken en veel minder vrije tijd hebben dan vroeger en werkenden die veeleisende banen hebben. Groepen die meer tijd krijgen (senioren) zijn onder bepaalde restricties beschikbaar voor het vrijwilligerswerk. Daarnaast wil het kabinet dat mensen langer doorwerken om te voorkomen dat grote personeelstekorten ontstaan door de vergrijzing. Fiscale prikkels moeten doorwerken stimuleren. Dit betekent minder tijd voor vrijwilligerswerk. Daarnaast spelen veranderingen in leefstijl een rol. Mensen hebben meer behoefte aan variatie en verandering en willen in de tijd die ze hebben kunnen schakelen tussen uiteenlopende activiteiten. Dit heeft impact op het werk van steunpunten, met name op de manier van matchen tussen vraag en aanbod. Multiculturalisering Een andere ontwikkeling is de multiculturele samenleving. De samenstelling van de bevolking (vooral in de grote steden) is ingrijpend aan het veranderen. Nederland kent een grote culturele diversiteit die ook steeds meer tot uitdrukking gaat komen in vrijwilligersorganisaties. Allochtonen zijn ondervertegenwoordigd in het vrijwilligerswerk, maar verrichten wel veel vrijwilligerswerk in hun eigen organisaties. Ontwikkelingen binnen het vrijwilligerswerk Marktwerking en professionalisering Overheden willen meer concurrentie bewerkstelligen tussen organisaties. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de verdeling van de financiën. Zij willen weten wat er met hun geld gebeurt, maken prestatieafspraken en stellen eisen aan de financiering in de vorm van verantwoording, transparantie en output. Een steunpunt vrijwilligerswerk is ook een aanbieder. Het gevolg van deze ontwikkeling kan zijn: concurrentie en competitie met andere organisaties in de gemeente en de regio. Voor vrijwilligersorganisaties is het daarom van belang om te weten welke andere spelers er op de markt zijn, zowel op lokaal als op regionaal niveau. Dit betekent dat een steunpunt zich helder zal moeten positioneren en profileren naar de gemeente en dat zij resultaatgericht en zakelijk werkt. Druk op vrijwilligerswerk Veel mensen zijn al op lokaal niveau actief binnen hun eigen leefomgeving. Scholen kennen oudercommissies, medezeggenschapscommissies, coördinatiecommissies, enzovoort. Binnen wijken en buurten zijn er allerlei initiatieven die zich richten op de verbetering van de leefomgeving. Op regionaal niveau zetten mensen zich vrijwillig in voor activiteiten die specifiek op het streekeigene gericht zijn. In de zorg zijn veel vrijwilligers actief. Vrijwilligerswerk wordt vanuit de overheid steeds vaker ingezet om problemen op te lossen. Zij ziet een grotere rol voor het vrijwilligerswerk weggelegd, onder meer als het gaat om; • • • •
het bevorderen van maatschappelijke participatie; het zelforganiserend vermogen van de samenleving te stimuleren; maatschappelijke integratie te stimuleren met als doel zelfvertrouwen te creëren en vaardigheden te ontwikkelen; te reïntegreren, als hulpmiddel om nieuwe sociale netwerken op te bouwen.
De druk op het vrijwilligerswerk neemt daarom toe.
Regionalisering Door decentralisatie van taken komt er steeds meer op het bordje van gemeenten te liggen. Daardoor ontstaan er regionale samenwerkingsverbanden om de uitvoering van nieuwe taken gezamenlijk op te pakken en uit te voeren. Dit biedt aan steunpunten uitgelezen mogelijkheden om op regionaal niveau met elkaar te gaan samenwerken. Dit vergroot de kansen op continuïteit en kwaliteit. Nieuwe groepen potentiële vrijwilligers Het aantal (vervroegd uitgetreden) gepensioneerden en arbeidsongeschikten is groot en vormt een potentieel aan nieuwe vrijwilligers. Vooral de (jongere) ouderen kunnen als een aanzienlijk 'human capital' worden beschouwd: ze zijn vaak gezond, actief, mondig en goed opgeleid en beschikken over veel ervaring, kennis en deskundigheid. Ook het toenemend aantal allochtonen in de Nederlandse samenleving vormt een potentiële bron van vrijwilligers. Door de maatschappelijke stages kan ook het potentieel aan jonge vrijwilligers toenemen. Er is dus sprake van een groeiende diversiteit in het vrijwilligerspotentieel waaruit vrijwilligersorganisaties kunnen en moeten putten. Nieuwe vormen van vrijwilligerswerk Er ontstaan steeds meer nieuwe initiatieven van vrijwillige inzet die niet meer een vrijwillig karakter hebben. Dit wordt ‘geleid vrijwilligerswerk’ genoemd. Volgens (Hustinx et al.) verwijst ‘geleid vrijwilligerswerk’ naar vormen van inzet waarbij anderen de voorwaarden tot deelname en de deelname initiëren en bepalen. Voorbeelden daarvan zijn de maatschappelijke stages, werknemersvrijwilligerswerk en vrijwilligerswerk dat verricht wordt in het kader van reïntegratietrajecten. Andere voorbeelden van nieuwe vormen van vrijwilligerswerk zijn vrijwillige inzet op scholen na de bezuiniging op de gesubsidieerde arbeid, en flexwerken (vrijwilligers die zich tijdelijk en vaak voor korte periodes of eenmalige klussen inzetten). Het gevolg van deze nieuwe vormen van vrijwilligerswerk is dat er een nieuw type vrijwilliger het vrijwilligerswerk instroomt. Voor steunpunten vrijwilligerswerk betekent dit dat er andere begeleidingsvragen op hen afkomen. Daar zullen zij zich op moeten voorbereiden. Meer maatwerk De interesse voor het soort vrijwilligerswerk verschuift: de meer `traditionele' vormen van vrijwilligerswerk lopen terug, terwijl activiteiten die tegemoet komen aan de persoonlijke interesses en behoeften meer mensen trekken. Mensen hebben meer belangstelling gekregen voor (kortdurende) activiteiten in losse verbanden die minder tijdrovend zijn. In dit verband wordt er steeds vaker over vrijwillige inzet gesproken. Traditioneel vrijwilligerswerk is meer gericht op formele verbanden zoals langdurig vrijwilligerswerk doen voor een stichting of vereniging. De kans dat mensen vrijwilligerswerk gaan doen neemt dus toe, wanneer de activiteiten aansluiten bij hun interesses, competenties en talenten. Op dat gegeven moeten organisaties waar vrijwilligers actief zijn, meer en meer met hun beleid inspelen. Voor steunpunten betekent dit meer maatwerk leveren bij het matchen tussen vraag en aanbod en vooral organisaties waar vrijwilligerswerk wordt gedaan op deze veranderingen voorbereiden. Steunpunten proberen ook ervaring op te doen met het mobiliseren van vrijwillige inzet in meer losse verbanden (NL DOET is daar een mooi voorbeeld van) maar slagen daar niet nog niet altijd in. Eisen aan vrijwilligerswerk Er is een grote maatschappelijke behoefte aan de bijdrage van vrijwilligers. Deze behoefte ligt in de zorgsector, maar ook in wijken en buurten. Door vrijwilligersorganisaties wordt gevreesd dat met de komst van de Wmo extra druk zal leggen op het vrijwilligerswerk, waardoor overbelasting kan ontstaan bij de nu al actieve vrijwilligers. Dit geldt vooral voor de welzijns- en zorgsector. Er worden hogere (kwantitatieve en kwalitatieve) eisen gesteld aan vrijwilligers door de toenemende professionalisering, uitbreiding van wettelijke voorschriften en hogere eisen aan de kwaliteit van dienstverlening in de sector (ook door klanten).
De toenemende aandacht voor kwaliteit stelt eisen aan de motivatie en deskundigheid van vrijwilligers, aan de kwaliteit van de organisatie en aan de afbakening van het aanbod ten opzichte van de professionele hulp- en dienstverlening. Daarnaast is het zo dat klanten veranderen. Dit betekent dat er van vrijwilligersorganisaties meer flexibiliteit wordt gevraagd, meer maatwerk en organiserend vermogen.
Bijlage 2: Terugkoppeling nulmeting basisfuncties vrijwilligerswerkbeleid, oktober 2009
Terugkoppeling nulmeting basisfuncties vrijwilligerswerk Gemeente:
3 4 5 11
Borne
Betrokken ambtenaar:
F. Pierik
Vertalen maatschappelijke ontwikkelingen som: 5,5 Algemeen:
som Algemeen:
In uw gemeente is deze basisfunctie goed voor elkaar. Andere gemeenten kunnen mogelijk iets van uw beleid en/of aanpak leren
In uw gemeente is deze basisfunctie goed voor elkaar. Andere gemeenten kunnen mogelijk iets van uw beleid en/of aanpak leren
In uw gemeente is deze basisfunctie goed voor elkaar. Andere gemeenten kunnen mogelijk iets van uw beleid en/of aanpak leren
In uw gemeente is deze basisfunctie goed voor elkaar. Andere gemeenten kunnen mogelijk iets van uw beleid en/of aanpak leren
Voor deze basisfunctie is uw gemeente goed op weg. Maak een bewuste keuze of onderstaande aandachtspunten wel of niet opgepakt gaan worden
Goed voor elkaar:
Goed voor elkaar:
Goed voor elkaar:
Goed voor elkaar:
Goed voor elkaar:
Visie op maatsch. ontwikkelingen Specifiek en actueel beleid Vrijwilligers betrekken bij beleid Uitvoering van beleid
Aandachtspunten 10 Bestrijding seksueel misbruik
Verbinden en makelen
# # # #
Versterken 4,5
Visie op verbinden en makelen Te verbinden partijen aangegeven Duidelijk wie verbindingen legt Uitvoering van beleid
Aandachtspunten # Plan voor geld maatsch. makelaar
Deze nulmeting is uitgevoerd door: Maaike Moulijn
Verbreiden
som Algemeen:
# # # #
5,5
Beleid geeft ondersteuner(s) weer Functies ondersteuner(s) duidelijk Steunpunt vrijwilligerswerk
som Algemeen:
# Visie op waarderen en promoten # Wijze van promotie in beleid # Uitvoering van beleid
Verankeren 4
som Algemeen:
# Duidelijk wie kennis borgt # Evaluatie van beleid & basisfuncties # Uitvoering van beleid
Uitvoering van beleid
Aandachtspunten
Aandachtspunten
# Rol gemeente richting organisaties
---
van: SVWO / Arcon
2,5
Aandachtspunten # Wijze van borging kennis in beleid # Gebruik van EVC-procedure # Kennis delen andere gemeenten
Bijlage 3: Conclusies en aanbevelingen onderzoek vrijwilligerswerk in Borne, december 2010
6 Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies (Bestuurs)leden en vrijwilligers Het aantal leden en vrijwilligers is bij veel organisaties in Borne is redelijk stabiel. Iets minder dan de helft van de organisaties is op dit moment op zoek naar nieuwe leden en vrijwilligers. Er is opvallend veel vraag naar mensen in een bepaalde leeftijdscategorie, vooral naar mensen in de leeftijd van 3150 jaar en ook jongeren. Als het gaat om het type vrijwilliger waar behoefte aan is, dan gaat het vooral om bestuurders en begeleiders bij activiteiten Werving, van zowel leden als vrijwilligers, staat bij veel organisaties hoog op prioriteiten lijst als belangrijk onderwerp om mee aan de slag te gaan. Inkomsten Vrijwilligersorganisaties zijn voor het grootste deel (ong. 55 %) afhankelijk van de contributies van hun leden, voor ongeveer 40 % van de organisaties is de gemeentelijke subsidie de belangrijkste inkomstenbron. Organisaties met professionals kennen ook vaak een andere financieringsbron. Er is bij een aantal organisaties behoefte om de bron(nen) van inkomsten te verbreden. Er is dan ook belangstelling bij een aantal organisaties om een cursus te volgen op het gebied van fondsenwerving. Ondersteuning aan vrijwilligers Over het algemeen hebben weinig organisaties iets geregeld voor hun vrijwilligers in de vorm van een vrijwilligersbeleidsplan of een vrijwilligerscontract. En ook de onkostenvergoeding is door weinig organisaties genoemd. Steunpunt vrijwilligerswerk Ruim 80 % van de organisaties kent het lokale steunpunt vrijwilligerswerk, ongeveer een kwart maakt er gebruik van. Over het algemeen zijn de organisaties tevreden over de dienstverlening van het steunpunt. Een mogelijk punt van aandacht is de telefonische bereikbaarheid, de openingstijden en het aanbod van sectorgerichte opleidingen. Opvallend is dat organisaties met beroepskrachten veel vaker gebruik maken van het steunpunt dan organisaties zonder beroepskrachten. Contacten met de gemeente Veel organisaties (ongeveer 80 %) hebben op de één of andere manier contact met de gemeente. De meeste organisaties zijn daar tevreden over, al willen organisaties wel graag meer duidelijkheid over wat men van de gemeente kan verwachten, en is er behoefte aan meer informatie en/of actie op het gebied van de vrijwilligersverzekeringen, huisvesting, promotie en subsidies en vergoedingen. Maatschappelijke activiteiten van vrijwilligersorganisaties Ongeveer een derde van de organisaties heeft interesse voor de maatschappelijke stages en sociale activering, iets minder dan de helft van deze organisaties is daarin al actief. Belangrijke knelpunten om hierin actief te zijn is het ontbreken van geschikte werkzaamheden en een gebrek aan (tijd voor) begeleiding, dat geldt ook voor organisaties die al ervaring hebben met de maatschappelijke stages. Bijna een kwart van de organisaties is actief of geïnteresseerd in maatschappelijk betrokken ondernemen. Het belangrijkste knelpunt is hier de onbekendheid en ook het gebrek aan geschikte werkzaamheden. Ongeveer een vijfde van de organisaties is actief op het gebied van de Wmo, met name organisaties in de zorg en welzijn en sociaal cultureel werk. Er is echter nog veel onbekendheid over de wet en men weet niet wat men op dat vlak kan doen. 32
Gewenste cursussen en ondersteuning De werving van leden en vrijwilligers staat voor vrijwilligersorganisaties hoog op de prioriteitenlijst. Een aantal organisaties wil daar ook een cursus of training in volgen. Bij gewenste ondersteuning worden daarnaast ook fondsenwerving en promotie als onderwerpen genoemd.
6.2 Aanbevelingen Bekend maken Vrijwilligersverzekering Borne heeft sinds september 2009 een collectieve vrijwilligersverzekering. Nog lang niet alle organisaties weten dat die er is. Het bestaan van deze verzekering kan dus beter onder de aandacht van vrijwilligersorganisaties gebracht worden. Bekend maken Steunpunt Veel organisaties zijn bekend met het steunpunt, maar maken er geen gebruik van. Uitgezocht zou kunnen worden wat daar de reden van is en hoe het steunpunt op lokaal niveau de organisaties nog verder kan ondersteunen. Omdat blijkt dat vooral organisaties met beroepskrachten gebruik maken van het steunpunt, zou ook nagedacht kunnen worden over hoe het steunpunt vrijwilligersorganisaties zonder beroepskrachten kan ondersteunen. De organisatie die wel van het steunpunt gebruik maken zijn daar over het algemeen tevreden over, wellicht kan de telefonische bereikbaarheid nog verbeterd worden. Tijdelijke vrijwilligersklussen Er is relatief veel behoefte aan (nieuwe) vrijwilligers tussen de 30 en 50 jaar. Veel van deze mensen zijn drukbezet en moeten de aandacht verdelen over hun kinderen, werk en andere taken (bijv. mantelzorg). Mensen willen zich ook niet meer direct voor langere tijd ‘binden’. Dat vraagt van vrijwilligersorganisaties een aanbod van flexibele en behapbare (tijdgebonden) vrijwilligerstaken. Het vraagt van organisaties ook dat zij anders aan gaan kijken tegen hun takenpakket en de verdeling daarvan over (meerdere) vrijwilligers. In cursussen op het gebied van werven van vrijwilligers moet daar zeker aandacht aan besteed worden. Bestuurders en begeleiders Er is veel behoefte bij de vrijwilligersorganisaties aan bestuurders en begeleiders. Vrijwilligersorganisaties kunnen erover nadenken om hun organisatie zo in te richten dat deze taken zo flexibel mogelijk uit te voeren zijn. Ook kan het bieden van scholingen en/of vergoedingen (of een ervaringscertificaat) dit soort functies aantrekkelijker maken. Jongeren en ouderen in vrijwilligersorganisaties Vrijwilligersorganisaties in Borne hebben relatief veel oudere vrijwilligers. Het is in het belang van de langere termijnvisie van de organisaties om ook jongere vrijwilligers te werven. Het is goed om na te denken wat jongeren (jonger dan 30 jaar) voor een organisatie kunnen betekenen en hoe je je organisaties voor deze groep mensen interessant kunt maken. Leden en vrijwilligers met een uitkering Mensen met een uitkering zijn door vrijwilligersorganisaties niet genoemd als doelgroep waar zij speciale aandacht voor hebben. De vraag is of dat terecht is. Voor verenigingen is het goed om te weten wat er onder de leden leeft, zo kan ook eerder ingegrepen worden op het moment dat iemand vanwege financiële redenen het lidmaatschap moet beëindigen. Ook de gemeente zou in haar beleid aandacht kunnen besteden aan het lidmaatschap van verenigingen van mensen met een uitkering. 33
In bepaalde situaties kunnen de vaardigheden die een vrijwilliger opdoet van pas komen om uit de uitkeringssituatie te komen. Daarbij zou gedacht kunnen worden om mee te doen aan een systeem van ervaringscertificaten (EVC’s). Verbreding van de inkomsten Veel vrijwilligersorganisaties zijn afhankelijk van de inkomsten die de organisaties ontvangen uit contributies van leden en/of de gemeentelijke subsidie. Er is dan ook interesse om bronnen van inkomsten te verbreden, o.a. door fondsenwerving en sponsoring. Het aanbieden van informatiebijeenkomsten, cursussen of ondersteuning bij fondsenwerving past bij die interesse. Ook het lokale bedrijfsleven kan daar wellicht een rol in vervullen. Onkostenvergoedingen Weinig organisaties geven aan hun vrijwilligers te waarderen met een onkostenvergoeding. Hoewel lang niet alle vrijwilligers daar behoefte aan hebben, zijn er waarschijnlijk ook een aantal vrijwilligers waarvoor de onkostenvergoeding een stimulans is om zich als vrijwilliger in te zetten. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan mensen in een kwetsbare financiële positie. Contacten met de gemeente Veel organisaties hebben contacten met de gemeente, en veel organisaties zijn daar tevreden over. Maar er zijn er ook een aantal die meer duidelijkheid willen over wat de gemeente voor hun vrijwilligersorganisatie kan betekenen (of wat hun organisatie voor de gemeente kan betekenen). Uit de enquête blijkt in ieder geval dat er behoefte is aan informatie op het gebied van de eerdergenoemde vrijwilligersverzekering, huisvesting, promotie en subsidies en vergoedingen. Sociale activering en maatschappelijke integratie Bij ongeveer een derde van de vrijwilligersorganisaties is er op dit moment behoefte om iets te doen op het gebied van sociale activering of maatschappelijke integratie en inburgering. Maar er zijn ook organisaties die geen geschikte werkzaamheden hebben of waarbij het aan (tijd voor) begeleiding ontbreekt. Goede voorbeelden van andere organisaties kan andere organisaties als voorbeeld dienen om met dit onderwerp aan de slag te gaan. Er zouden ook mensen ingezet kunnen worden die organisaties gaan helpen bij het bedenken van geschikte werkzaamheden en bij begeleiding. Ondersteuning bij Maatschappelijke stages Bij organisaties is nog veel onbekendheid over wat ze op het gebied van maatschappelijke stages kunnen bieden. Organisaties kunnen daar extra begeleiding bij gebruiken. De belangrijkste behoefte aan ondersteuning van organisaties liggen op het gebied van: - het bedenken van werkzaamheden die in een maatschappelijke stage uitgevoerd kunnen worden. - Het organiseren van begeleiding voor stagiaires Daarvoor zou bijvoorbeeld een jeugdmentor aangesteld kunnen worden die organisaties helpt om de vrijwilligersorganisaties aantrekkelijker te maken voor jongeren. Vooral organisaties met beroepskrachten zijn op dit moment actief met de maatschappelijke stages, het is aan te bevelen om te kijken hoe ook organisaties zonder beroepskrachten hiervoor te interesseren zijn. Organisaties zou ook geleerd kunnen worden om op een creatieve manier buiten hun eigen kaders (‘out of the box’) te denken. 34
Maatschappelijk betrokken ondernemen De bekendheid van maatschappelijk betrokken ondernemen kan nog vergroot worden. Niet alle organisaties denken aan ondernemers of bedrijven als er een klus geklaard moet worden of als er behoefte is aan een bepaalde expertise. Misschien kan eens over de gemeentegrenzen in Hengelo gekeken worden hoe ‘De Slinger’ aangepakt is. Wmo Deze wet is erg breed en omvat veel verschillende onderwerpen. Vrijwilligersorganisaties weten niet altijd precies hoe ze in het kader van de Wmo met de gemeente of met andere organisaties moeten samenwerken. Wellicht kunnen goede voorbeelden van vrijwilligersorganisaties gebruikt worden om ervoor te zorgen dat meer organisaties hierop actief worden. Promotie en PR Er is bij een aantal organisaties behoefte aan ondersteuning op het gebied van ondersteuning en PR. Voor die ondersteuning kan aangesloten worden bij het Europees jaar van de Vrijwilliger 2011 en de promotieacties die daarbij opgezet worden.
35
Bijlage 4: Opbrengsten panels interactieve beleidsvorming 19 en 21 januari 2011
WĂŶĞůƐŝŶƚĞƌĂĐƚŝĞǀĞďĞůĞŝĚƐǀŽƌŵŝŶŐ sƌŝũǁŝůůŝŐĞƌƐďĞůĞŝĚŽƌŶĞ ϭϵĞŶϮϭũĂŶƵĂƌŝϮϬϭϭ Aanleiding en aanpak Dit onderdeel van het traject om tot nieuw vrijwilligersbeleid te komen is een verdiepingsslag, gemaakt samen met de vrijwilligers zelf op een aantal thema’s van vrijwilligersbeleid. Centrale vraag wat Bornse vrijwilligers aangeven hoe het vrijwilligersklimaat in Borne wordt behouden en eventueel kan verbeteren. Aanpak: twee panels met daarin een mix van vrijwilligers en vertegenwoordigers uit vrijwilligersorganisaties. Aanvankelijk waren er drie panels van acht respondenten gepland, maar iedereen bleek op dezelfde twee van de drie dagen te kunnen. Er was een brede spreiding in de groepen, en de opkomst was hoog (1 afmelding): -
23 deelnemers van: voedselbank, het beste van Borne, VAC, Wmo platform, Unicef, Welzijn Ouderen, ABOB, gidsen, Rode Kruis, korfbal, bibliotheek, buurtbus, Bussemakershuis, Mediant GGZ, KBO, Heemkundevereniging, EHBO en op persoonlijke titel
De discussie is gevoerd aan de hand van twee hoofdvragen: Ͳ
Wat gaat op dit moment goed, wat kan er beter?
Ͳ
Wat moet er in de toekomst gebeuren voor een goed vrijwilligersklimaat, wie kan dat oppakken en welk advies geven we aan de gemeente voor haar beleid?
Daarbij moest in ieder geval antwoord komen op de door de gemeente gestelde vragen op de volgende thema’s: 1. Vrijwilligersmanagement; 2. Huisvesting; 3. Vrijwilligers met uitkering / sociale activering; 4; Het steunpunt vrijwilligerswerk. Er is overal spontaan antwoord op gegeven door de groepen, behalve op onderdeel 3.: Vrijwilligers met een uitkering / sociale activering. Daar moest specifiek naar gevraagd worden en op worden doorgevraagd. Daarnaast zijn er nog veel rechtstreekse adviezen gegeven en dan blijft er nog maar een hele kleine restcategorie over.
ϭ
De belangrijkste algemene uitkomsten, dwars door alle categorieën heen: Ͳ Organisaties zijn niet afwachtend, en kijken niet alleen wat de gemeente kan doen voor hun. Ze kijken vooral naar wat ze zelf kunnen bijdragen aan een goed vrijwilligersklimaat. Ͳ Eenduidige communicatie moet aan gewerkt worden: er is bijvoorbeeld regelmatig wisselingen van de wacht – zowel bij gemeente als bij vrijwilligersorganisaties. Ander voorbeeld is dat veel organisaties geen of weinig contact met de gemeente hebben – en dat zijn vooral de organisaties die geen subsidie van de gemeente hebben. Kennis verwatert dan snel (voorbeeld van vrijwilligersverzekering, leges of mogelijkheden voor cursussen.) Ͳ De mogelijkheid van het opzetten van een klussendienst / noodhulp is de moeite waard om uit te zoeken. Dit wordt vanuit verschillende invalshoeken ingebracht (sociale activering, handig binnen Wmo, goed voor vrijwilligersorganisaties met weinig middelen.) Er lijken wat haken en ogen aan te zitten, maar het is wel interessant en lijkt veel behoefte aan. Ͳ Mensen met uitkering inzetten/toeleiden/stimuleren voor vrijwilligerswerk. Er is bij iedereen een open houding en ook een positieve houding. (‘Voor wat hoort wat.’) Maar: Er is niet een spontante behoefte geuit door de panels: de onderzoekers moesten er expliciet naar vragen. Na de positieve houding zijn er een paar kanttekeningen geplaatst. Er zijn wat vragen over de begeleiding, de intrinsieke motivatie en er worden vraagtekens gezet bij het vluchtige karakter (ww’ ers zijn zo weer weg).
Ϯ
Belangrijkste conclusies per categorie: Ad. 1: Vrijwilligersmanagement (werven en behouden) De panels geven veel bevestiging van wat al wel bekend is in vrijwilligerswereld. De nieuwe vrijwilliger (maatschappelijke stage, incidenteel, projectgebonden, andere tijdstippen) geeft meer tijdgebonden vrijwillige inzet in plaats van langdurig vrijwilligerswerk. Dit geeft veel mogelijkheden, hier zit veel potentie. Het lijkt vooral lastig te zijn voor bestuurswerk en het vasthouden van je cultuur. De jongere vrijwilliger gedraagt (deels) zich anders. Hier zijn andere structuren voor nodig. Het behouden van je vrijwilligers is minstens even belangrijk als werven. Vrijwilligersverzekering wordt gewaardeerd. Hierbij wordt nog even de vraag gesteld of wel echt alles gedekt is. Ad. 2: Huisvesting De regelgeving bij verbouwing en beheer van gebouwen is complex. Regie, coördinatie en samenwerking met andere clubs en/of gemeente is hier gewenst. Het beschikbaar stellen van vergaderruimte wordt wel genoemd, maar lijkt niet een groot probleem. Concrete suggestie: Buma STEMRA centraal regelen door gemeente? Ad. 3: Vrijwilligers met een uitkering Voor het stimuleren van inzetten van vrijwilligers met een uitkering is er een positieve grondhouding. Er leven wel kanttekeningen bij de bestendigheid en de gewenste intrinsieke motivatie. (‘ mensen moeten wel zelf willen’ tegenover ‘ voor wat hoort wat ‘. ) Willen mensen wel echt, en zijn ze niet direct weer weg als ze een baan krijgen. Daarnaast vraagt men zich af of er wel goede begeleiding gegeven kan worden. Ad. 4: Rol Steunpunt Hier is eigenlijk maar 1 trefwoord: bekendheid kan beter. Niet zozeer het bestaan van het steunpunt zelf, die is namelijk redelijk goed. Maar het aanbod is niet goed bekend – zoals bijvoorbeeld de vacaturebank. Uit enquête blijkt dat 80% het punt kent, maar bij doordiscussiëren in de panels blijkt juist dat het aanbod eigenlijk niet zo goed bekend is. Ad. Overig Algemeen De meeste punten zijn onder te brengen in de categorieën zoals die door de gemeente zijn aangedragen. Daarbuiten is nog het opzetten van een klussendienst genoemd, als dienst voor de vrijwilligersorganisaties maar ook mooie oplossing binnen de Wmo. Directe adviezen aan de gemeente Er is behoefte aan meer heldere communicatie, vooral bij de clubs die geen formele subsidierelatie met de gemeente hebben. Een concrete suggestie is het aanstellen van een vertrouwenspersoon: dit zou iets voor gemeente kunnen zijn om te verzorgen. 1 individuele club heeft die bijna nooit nodig – en kan die dus ook moeilijk invullen. Maar alle organisaties bij elkaar hebben deze functie wel nodig..
ϯ
ALLE UITSPRAKEN (ruwe tekst): Vrijwilligersmanagement (werven en behouden) Ͳ
Ͳ
Ͳ Ͳ
Ͳ
Ͳ
Ͳ Ͳ Ͳ
Ͳ
Ͳ
Ͳ
Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ
Ͳ Ͳ
Behoefte aan jongere vrijwilligers. Bij de ene organisatie speelt dat meer dan bij de andere. Er zijn wel jonge vrijwilligers, maar die zitten niet verdeeld over alle organisaties. Vraag: zijn de huidige organisaties wel aantrekkelijk (genoeg) voor de jongeren? Idee is dat jongeren zich wel incidenteel willen inzetten, maar niet of minder voor structureel vrijwilligerswerk. Hier ligt een oplossing, maar ook een dilemma: hoe hou bouw je kwaliteit op en hoe hou je kwaliteit vast? In (sport)clubverband leeft: voor wat hoort wat: als je lid bent, moet je je ook voor de club inzetten. Aanspreken van ouders en kind werkt goed. Binnen de vereniging aparte jeugdcommissie opzetten levert jongere vrijwilligers. Voor het algemene bestuur krijg je ze (nog?) niet warm, maar wel voor hun eigen activiteiten. 'besturen' en 'vergaderen' schrikken potentiële, nieuwe, jonge vrijwilligers af. Voor eenmalige klussen kun je makkelijker mensen vinden dan voor 'ouderwets' bestuurswerk. Vraag: moeten we dat oude bestuurswerk wel in deze vorm overeind houden? Zijn er ook andere organisatiestructuren denkbaar, bijv. alles regelen via mail e.d. Pas het vrijwilligerswerk aan op mensen die niet het hele jaar door beschikbaar zijn. Maak dat ook bekend: veel van het vrijwilligerswerk kan ook 'parttime', bijvoorbeeld alleen in de wintermaanden. klussendienst, jongeren, maatschappelijke stage maatschappelijke stage inzetten voor klussendienst. Nodig: partnerschap met middelbare scholen vb Roermond: (vroeg-) gepensioneerden vragen voor vrijwilligerswerk. Gemeenten heeft veel informatie over ouderen die vrijwilligerswerk zouden willen / kunnen doen. Gaat dan mn over informatie over leeftijd, uitkering, Vasthouden van vrijwilligers, het werk aantrekkelijk houden is minstens even belangrijk als het werven. Tip is vooral: blijf communiceren en wees reëel over verwachtingen. Biedt ook iets terug: hou het werk aantrekkelijk, bijvoorbeeld door uitje. er lijkt een groeiend beroep te komen op vrijwilligersorganisaties om maatschappelijke stages in te vullen en te begeleiden – zeker nu de overheden zelf moeten bezuinigen. Het kweken van enthousiasme en daarmee nieuwe vrijwilligers is een uitdaging voor de vw-organisaties zelf. Er wordt veel aan mensen getrokken om maatschappelijke verantwoording te nemen. Moreel beroep is wel groot – kan iedereen dat wel even goed aan? Bv sandwichgeneratie mantelzorg: door het grotere beroep voor elkaar te zorgen, is er minder ruimte voor vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk groeit snel uit: je begint voor 1 activiteit 'op de vrijdagmiddag' – voor je het weet zit je overal in. Behouden van vrijwilliger is van net zo groot belang als werven van vrijwilligers. Gebrek aan jonge instroom is een groot probleem. Gemiddelde leeftijd van de vrijwilliger is hoog. Er komen steeds meer ouderen die behoefte hebben aan ondersteuning: beroep op vrijwilligerswerk wordt hier dus ook steeds groter, terwijl de capaciteit juist af lijkt te nemen. Type vrijwilliger verandert van structureel naar ad hoc Vrijwilligersmanagement: vinden van vrijwilligers, leeftijd, behouden, enthousiast ϰ
Ͳ
Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ
Ͳ
Ͳ
Ͳ Ͳ
Ͳ
houden, bijscholen, waarderen: Welke ideeën/ tips zijn er te geven? Stap 1: Organisaties moeten goed kijken wat ze zelf kunnen doen: hoe staat het er voor in onze vereniging, wat zouden we extra moeten doen voor onze vrijwilligers. Even jezelf doorlichten. Dit zou je kunnen opsturen naar een centrale organisatie/gemeente om alle signalen te bundelen en analyseren. Stap 2 is dan de vragen/problemen oplossen die daar uit voortkomen. Vraag: wie kan dit soort klussen uitvoeren, welke vrijwilligers doet dat? ĺ tip: inzetten van studenten (vraagt wel weer begeleiding.) Handboek van taken, functies en procedures als reminder, maar ook als leidraad voor nieuwe vrijwilligers. Vrijwilligersorganisatie moet goed laten zien / samen bepalen met haar vrijwilligers, wat haar missie is Hoe kom je aan nieuwe vrijwilligers die goede (bestuurs)kwaliteit kunnen leveren? ĺ kans: babyboomers, grotere groep jongere gepensioneerden PR om eigen organisatie en vw-werk goed neer te zetten netwerken opzetten/ondersteunen/onderhouden om clubs met elkaar in contact te brengen voor wat hoort wat: als je lid bent, moet je ook vrijwillige inzet tonen let op matchende culturen: een nieuwe vrijwilliger moet zich goed thuis voelen maatschappelijke stage zo opzetten, dat het nieuwe vrijwilligers oplevert. De jongere die stage loopt moet enthousiast worden: kan de organisatie ook zelf veel aan doen. maatschappelijk verantwoord ondernemen stimuleren: gemeente moet dit ook zelf laten zien (practice what you preach) Het lijkt makkelijker te zijn iemand voor 1 keer, of voor een paar weken per jaar te vinden: stem daar (zo mogelijk) de activiteiten van je organisatie ook op af. Knip activiteiten op. NB: voor bestuurswerk lijkt dit geen oplossing te bieden, o.a. met oog op continuïteit. Spoeling is dun: gevaar is dat je aan dezelfde vrijwilligers(kwaliteiten) gaat trekken. Geeft ook een oplossingsrichting aan: deel bijvoorbeeld bestuurstaken met andere / soortgelijke organisaties. NB: pas op voor 'super'besturen (besturen boven besturen boven besturen) Benader nieuwe doelgroepen actief: mensen die stoppen met werken vroeg en duidelijk laten zien wat vrijwilligerswerk biedt en vraagt. Tip: herhaal dit ook nog eens na een half jaar! Tip: organisatie moet zelf ook goed duidelijk hebben en duidelijk kunnen maken wat ze precies aan functies/taken hebben liggen Vraag: hoe weet je wie op punt van pensioneren staat. Praktische tip: Benader 62+ ers, vb van verjaardagsfeestje organiseren, waarbij organisaties zich kunnen presenteren. Je kunt ook jongeren actief benaderen – zoals dat gebeurt bij maatschappelijke stages. Noot: dit zijn wel relatief 'jonge' jongeren – 15, 16 jr. Organisaties zijn hier enthousiast over – behoefte aan meer info: wie kan wat, en wanneer doen in het kader van een maatschappelijke stage. Noot: scholen krijgen hier budget voor, gemeente heeft hier budget voor: organisaties zouden dat ook moeten hebben om een goede begeleiding te kunnen bieden.
Vrijwilligers met een uitkering −
Bijstand, andere uitkering, wajongers: men is positief om ook deze groep te benaderen voor vrijwilligerswerk. Wel aantal voorwaarden: het mag vinden van betaald werk niet in de weg zitten. Tweede aandachtspunt: hoe hou je deze vrijwilligers vast als ze een baan hebben gevonden (en: moet dat wel per se). Er moet ook een goede motivatie zijn bij deze vrijwilliger zelf: deze moet het zelf willen – anders is hij ook snel weer weg. Mogelijkheid bij bijstand/wajong lijkt beter dan bij ϱ
− − −
− −
−
−
mensen die (waarschijnlijk) kortdurend in een uitkeringssituatie zitten. Zelfde geldt voor oudere werkloze. Voor sommige klussen is ook een tijdelijke vrijwilliger aantrekkelijk, maar je moet dan wel weten als organisatie waar je aan toe bent. Wie kan hoe lang iets betekenen? Communiceer duidelijk en reëel naar nieuwe vrijwilliger wat het werk inhoudt: daarmee vergroot je de kans dat de vrijwilliger blijft. Is het wel zo vrijwillig als iemand met een uitkering vrijwilligerswerk gaat/moet doen? Stimuleren mag, verplichten niet. Gevaar/kans(?) is dat het wel die kant op kan gaat, met andere woorden: een uitkeringsgerechtigde mag eigenlijk niet weigeren. Dit heeft zowel een positieve kant (voor wat hoort wat) als een negatieve kant (je hebt eigenlijk liever iemand die echt wil.) Over vergoeding: voorzichtig mee zijn: alleen als je voor andere vrijwilligers dezelfde lijn aanhoudt. [Tips uit woonservicezones]; ligt er potentie bij mensen met een uitkering inzetten bij vrijwilligerswerk? Organisaties staan hier voor open, maar er zijn wel wat kanttekeningen. Er moet voldoende begeleiding zijn: 20 uur is teveel voor 1 club: “gemeente, laat die eis vallen!”; denk aan continuïteit/uitval (al er werk is gevonden, is de vrijwilliger weg); het moet complementair zijn (niet i.p.v. betaald werk – betaald werk gaat voor). Hand- en spandiensten lijken bij uitstek geschikt voor vw met uitkering: die diensten zijn ook relatief makkelijk in te zetten voor meerdere verenigingen – als een soort van uitzendbureau of klussendienst. NB: dit kan ook snel op vervanging van een betaalde functie lijken. Er is verschil in soorten uitkering (ww, wao, wajong, bijstand). Werkplein / gemeente heeft een rol om dit goed te coachen.
Huisvesting −
− − − −
−
−
−
−
Stel leegstaande panden van de gemeente beschikbaar voor vrijwilligersorganisaties (die daar behoefte aan hebben, natuurlijk: geldt niet voor iedereen.). Het gaat dan zowel om permanente ruimte, als vergaderruimte. Locatie als Kulturhus is wel beschikbaar voor vergaderen of activiteiten, hoewel in tijd en ruimte beperkt, maar het kost wel geld. Dilemma: vergaderen in goedkoop verhuurde, publieke of gratis beschikbaar gestelde ruimte wordt door de BEM gezien als oneigenlijke concurrentie. accommodatiebeheer is voor verenigingen lastig door overheidsbemoeienis en regels Verbouwen is al heel complex en procedures zijn vervelend: voor vrijwilligers geldt dat dubbel ĺ gemeente moet daar coulanter en meer ondersteunend in zijn. Maak bijv. verschil tussen commerciële situaties en maatschappelijk betrokken situaties. Idee: gemeentelijk bureau of ambtenaar om dit soort bureaucratische procedures te vergemakkelijken/begeleiden. Of stappenplannen e.d. Bieden. Geldt. m.n. Voor de kleinere verenigingen / verenigingen zonder professionals/professionele ondersteuning. veel werkzaamheden voeren we dubbel uit, neem salmonellacontroles bij sportaccommodaties: iedere club moet dat zelf steeds weer opnieuw regelen. Coördineer dat, maak dit efficiënter. Op dit soort werkzaamheden kan de gemeente een regierol spelen. iedere vereniging moet afdragen aan Buma/STEMRA: is een grote last voor kleine clubs. Is dit niet af te kopen door te bundelen en het bedrag eenmalig te betalen? Gemeente: coördineer dit! Voorbeeld: gemeente, betaal dit in 1 keer voor iedereen, is wellicht efficiënter. Koffieruimte: iedere activiteit biedt zelf haar eigen koffieochtend – er lijkt veel dubbeling te zijn. Niet alle ruimte wordt efficiënt benut. Kijk eerst eens wat er is! Vraag: is er een overzicht van activiteiten? ϲ
−
−
Kun je accommodaties ook delen? Organisaties willen leegstand voorkomen, staan open voor elkaar om elkaars ruimte te gebruiken. Gemeente kan hier regierol vervullen, kan bemiddelaar zijn naar woningcorporatie Kulturhus heeft vergaderruimte (en andere kantoorcapaciteit) die niet voor de volle 100% wordt benut. Gemeente kan zich buigen over deze onderbenutting, beetje extra subsidie kan tot veel betere benutting leiden.
Rol Steunpunt − − −
−
− − − − − −
−
Wat biedt bureau vrijwilligerswerk? Wat doet stichting welzijn ouderen / Gilde (?) Expertise steunpunt vrijwilligerswerk op o.a. werving en behoud vrijwilligers: deze is goed aanwezig, maar niet bij iedereen goed bekend. Niet iedereen vindt de weg naar het steunpunt. NB: dit geldt zowel voor organisaties, als voor mensen die geïnteresseerd zijn in het doen van vrijwilligerswerk. Vrijwilligerspunt incl. vacaturebank moet beter zichtbaar zijn. Hierbij extra aandacht nodig voor nieuw potentieel (nieuwe inwoners, uitkeringsgerechtigden, gepensioneerden, ..) Vrijwilligerscentrale is bij de organisaties zelf wel redelijk tot goed bekend, maar ze moeten wel goed zichtbaar blijven met hun aanbod. Ook al vanwege wisselingen van de wacht bij de organisaties. Ontplooiing, cursussen 'hoe ga je met vrijwilligers om’ (vrijwilligersmanagement). Handig om daar handvatten op te krijgen – en van elkaar te leren. Er is al een vrijwilligersplatform die onderling contact regelt tussen organisaties onderling. Vrijwilligerinformatiepunt bij bibliotheek Borne brengt vraag en aanbod van vrijwilligers bij elkaar. Informatiepunt biedt ook cursussen e.d. aan: het is belangrijk dat de randvoorwaarden om goed vrijwilligerswerk te kunnen verrichten goed zijn. Kunst/cultuur Overijssel heeft ook aanbod in cursussen e.d. wetgeving, regelgeving is zeer complex ĺ bemoeilijkt het om een goed bestuurder in een vrijwilligersorganisatie te zijn. Cursus notuleren is daarvoor niet voldoende. Het is überhaupt heel lastig goede bestuurders te vinden. Maak vacaturebank zichtbaar, maak pr – zowel richting vrijwilliger als richting organisatie. Maak het ook aantrekkelijk en duidelijk voor de potentiële vrijwilligers.
Direct advies aan de gemeente Ͳ
Ͳ
Ͳ Ͳ
Ͳ Ͳ
Het is niet goed bekend wat de gemeente aan vrijwilligersbeleid heeft. Wel bekend is dat er subsidie gegeven wordt en een rol in de huisvesting voor sommige organisaties. Maar wat doen/bieden ze verder? Leges betalen voor activiteiten die je voor vrijwilligerswerk doet is ongewenst. Voor collecteren hoeft het niet: voor reclame wel. Komt krom over. Gemeente zou dit soort reclame juist moeten stimuleren, niet belasten. gemeente kan faciliteren dat vraag een aanbod bij elkaar kan komen, bijvoorbeeld door werkplaatsje beschikbaar te stellen. Vraag: hoe is mogelijke schade voortkomend uit vrijwilligerswerk verzekerd? Wie is er verantwoordelijk? De gemeente heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor ALLE vrijwilligers afgesloten. Er is twijfel of dit wel alle calamiteiten dekt. Aandacht voor communicatie tussen gemeente en organisatie: gemeente moet gewekte verwachtingen nakomen. Gemeente is nu bezig met nota participatiebeleid, 'meedoen aan de samenleving'. ϳ
Ͳ
Ͳ
Ͳ
Ͳ
Ͳ
Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ
Ͳ
Ͳ
Ͳ Ͳ Ͳ Ͳ
Ͳ
Ͳ Ͳ
Nauwe aansluiting met vrijwilligersbeleid ligt zeer voor de hand. 1 heldere webpagina met standaardinfo voor vrijwilligersorganisaties. Linkjes naar subsidie, aanbod steunpunt, vergaderruimte, wie waar op aan te spreken is bij de gemeente (ook weer vanwege wisselingen v.d. wacht) etc. Gemeenteraad: mag meer belangstelling tonen voor jubilea e.d. van verengingen. Algemeen: meer waardering voor vrijwilligerswerk. Vooral ook de politiek mag zich hier van bewust zijn. Vrijwilligersbeleid is een 'ver van mijn bed-show’: geldt ook voor allerlei evenementen als 'europees jaar v.d. vrijwilliger”. Belangrijker is dicht bij huis blijven, zorgen dat je je eigen vrijwilligers enthousiast houdt, je eigen vrijwilligers zelf kunt koesteren. Waardering tonen is belangrijk, maar dat kunnen de organisaties het beste zelf doen. Gemeente zou middelen beschikbaar kunnen stellen zodat organisaties het zelf kunnen doen i.p.v. algemene evenementen. Zolang je een subsidierelatie hebt met de gemeente kent de gemeente je goed – als er bijvoorbeeld beleid wordt ontwikkeld . Als dat niet zo is, ziet de gemeente je minder goed staan. Onderhoud ook relaties met vrijwilligersorganisaties als de gemeente er geen subsidierelatie mee heeft. Vrijwilligers waarderingsavond in oktober: iedere club kan daar vrijwilligers voor waardering aanvragen. Subsidiebeleid van de gemeente is niet helemaal duidelijk. Met wie heeft de gemeente allemaal een relatie: wat zijn voorwaarden; … Verzekeringen voor vrijwilligers zijn in orde Bestuurswerk vraagt veel, zowel in complexiteit als uren. Schrikt potentiële kandidaten af. Wordt extra moeilijk door vele bestuurswisselingen. ==> gemeente kan hier in ondersteunen, bijvoorbeeld in het verkrijgen van vergunningen, inzicht in (doorlopen van) procedures, (bouw)vergunningen vergemakkelijken en evt. gratis verstrekken er is geen eenduidige communicatie vanuit de gemeente naar de vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld in de eisen t.a.v. Samenwerking met andere organisaties, die gekoppeld zijn aan subsidie. gemeente kan rol spelen in organisaties met elkaar in contact brengen; kennisuitwisseling tot stand brengen/kennisbank beheren; samenwerking tot stand brengen; gemeente moet vrijwilligersbeleid samen laten hangen met andere beleidsterreinen, bijv. participatiebeleid, algemene Wmo beleid. Voorbeeld Nordhorn: 1 medewerker die als 'vliegende keep' alle organisaties kan ondersteunen op alle soorten vragen Gemeente kan noaberschap stimuleren: misschien is dat meer ad hoc vrijwillige inzet stimuleren dan alleen richten op structureel vrijwilligerswerk. Vertrouwenspersoon: zou iets voor gemeente kunnen zijn om te verzorgen. 1 individuele club heeft die bijna nooit nodig – en kan die dus ook moeilijk invullen. Maar alle organisaties bij elkaar wel. Gemeente: maak het vrijwilligersbeleid niet in een dik onleesbaar rapport, maar in begrijpelijke taal. En SMART. Korte visie. Heldere weergave van politieke keuzes die gemaakt zijn. Met actielijst. Attitude ambtenaren: het moet gewoner zijn voor ambtenaren om samen te werken met organisaties – niet teveel verschuilen achter regels of onmogelijkheden. Zet rapport Digimom op internetsite van de gemeente en informeer de verenigingen.
Algemeen Ͳ Ͳ
Welke klussendiensten zijn er? Zijn er genoeg? (in het kader v o.a. Wmo). Assistentie op basisscholen is altijd meer behoefte aan. Voorbeeld: voorlezen, oversteekhulp. Ouders worden wel gevraagd, maar potentieel is veel groter, als opa's ϴ
Ͳ
en oma's. Kanttekening: scholen moeten hier wel open voor staan! Noodhulpdienst: even helpen met boodschappen of andere klussen als iemand er tijdelijk niet toe in staat is. Deze dienst bestaat voor ouderen, maar zou ook nuttig kunnen zijn voor een bredere doelgroep. Ook weer: koppeling met noaberschap. Hier ligt ook een link met de Wmo: een dergelijke dienst kan voor meer mensen nuttig zijn.
ϵ
Bijlage 5: Activiteiten met betrekking tot vrijwilligerswerk(beleid) 1-1-2010 tot 1-10-2011
Activiteiten
Het gehele jaar 2010
De eerste 9 maanden van 2011 338
Contacten met doelgroep
387
Contacten via website Contacten via balie VrijwilligersInformatiePunt Overige contacten, bijvoorbeeld door persoonlijke ontmoetingen met coördinator BVB
225 116
172 102
46
64
Vrijwilligers ingeschreven Organisaties ingeschreven Vacatures aangemeld
81 27 104
59 28 86
3
8
37
81 39
5
4
Aantal door de gemeente ingekochte vrijwilligerscursussen Aantal deelnemers cursussen Aantal aanmeldingen workshops mogelijk gemaakt door bijdrage uit het Rabofonds
Waarderingsactie Vrijwiliger in ’t Zonnetje Waarderingsactie voor rolstoelwandelgroep Aantal deelnemers waarderingsactie Stichting 3 Kearls
110 43
Aantal keren dat vrijwilligerswerk in Borne de pers haalde
29
42
Bijeenkomsten Vrijwilligersplatform
4
3
Aantal bezoekers aftrap EJV 2011 26 januari 2011 Aantal deelnemers brunch Borne op zijn Best Aantal bezoekers themabijeenkomst vrijwilligerswerk 5 juli 2011
120 170 120
Inwoners ¤ Gemeente Borne Bezoekadres: Rheineplein 1, 7622 DG Borne Postadres: Postbus 200, 7620 AE Borne
www.borne.nl