Memo Aan Van Datum Onderwerp
Commissie KZS Wethouder sport 14 juni 2012 Reactie op advies Sportraad en beantwoording vragen van de raadscommissie KSZ van 6 juni 2012 m.b.t het Sportplan 2013 -2016
Geachte commissieleden, In de commissievergadering van 6 juni jl. heeft u besloten de behandeling van het Sportplan 2013-2016 uit te stellen tot 4 juli aanstaande, i.v.m. het recent binnengekomen advies van de Sportraad Amsterdam. Tevens hebt u reeds enkele vragen gesteld, vooruitlopend op de behandeling. In dit memo reageer ik zoals afgesproken op het advies van de Sportraad en ga ik in op de door u gestelde vragen.
Advies Sportraad Amsterdam De Sportraad heeft adviezen geformuleerd over veertien onderwerpen. Per onderwerp vindt u steeds achtereenvolgens het advies van de Sportraad en mijn reactie daarop. 1. Focussporten Advies: De Sportraad vraagt zich af of de selectie van focussporten gebaseerd dient te zijn op de aanwezigheid van faciliteiten over de hele breedte, met als doel deze naar een hoger niveau te tillen. Redenerend vanuit de participatiedoelstelling zou het meer voor de hand liggen extra te investeren in die sporten waarbij een forse stijging van de sportparticipatie te verwachten valt. Dit doet ons inziens meer recht aan de actuele sportieve wensen en behoeften van de Amsterdammer. Minder traditionele sporten als kracht- en vechtsporten en dans (streetdance) zouden op deze manier de aandacht kunnen krijgen die ze verdienen. Deze meer vraaggerichte benadering zou op zijn minst meegenomen kunnen worden als één van de criteria in de tweejaarlijkse selectie door de onafhankelijke toetsingscommissie. Reactie De keuze voor focussporten die in het Sportplan 2009-2012 gemaakt is, kwam voort uit de wens om naast onze reguliere topsportondersteuning ook gerichter en met prioriteit op \\amsterdam\data\home\VeldkampB\Lopende zaken\actualisering sportplan 2009-2012\politiek\Memo commissie.doc
Memo 14 juni 2012 Pagina 2 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
een beperkt aantal specifieke takken van sport in te zetten. Alleen voor de focussporten werven wij proactief op grote topsportevenementen. Bij de focussporten nemen we zelf het initiatief om – indien nodig - begeleiding en ondersteuning aan topsporters, topsporttalenten en topsportverenigingen aan te bieden. De keuze voor focussporten is dus primair een onderdeel van ons topsportbeleid. De ondersteuning betreft bij de focussporten wel altijd ook de breedtesport. Om op het hoogste niveau te kunnen blijven presteren moet het in de breedtesport in die takken van sport ook goed geregeld zijn: dat is de kweekvijver. De focussporten zijn daarom verankerd in onze sportstimuleringsprogramma’s. Maar ons sportstimuleringsaanbod voor de breedtesport is natuurlijk veel breder dan alleen de focussporten. En dáár zijn primair sportparticipatie, quick wins en de populariteit van sporten aan de orde. In ons sportstimuleringsaanbod is bijvoorbeeld veel aandacht voor vechtsport en streetdance, naast de vele andere takken van sport. Overigens wordt door de onafhankelijke toetsingscommissie in het tweejaarlijkse toetsingsproces voor focussporten óók de populariteit van de tak van sport al meegewogen, al is dit geen vereiste. Ik ben er geen voorstander van om dit als hard criterium toe te voegen. Dit leidt tot een beperkter aantal takken van sport. Meer criteria betekenen minder matches. Als een topsportcriterium vervalt, zoals het uitkomen op het hoogste nationale niveau, heeft dat de consequentie dat juist veel meer takken van sport tot focussport worden benoemd.
2. Instrumentalisering sport Advies: In het nieuwe Sportplan wordt bewust gekozen voor een groter accent op sport en bewegen voor gezondheid. Hoewel dit een begrijpelijke reflex is wanneer men bijvoorbeeld de recente cijfers in ogenschouw neemt, waarschuwt de Sportraad voor te verregaande instrumentalisering van sport. Uit recent gedragswetenschappelijk onderzoek blijkt dat de keuze om te gaan sporten niet bijzonder wordt beïnvloed door het propageren van positieve neveneffecten, zelfs als dit op basis van rationele overwegingen wel te verwachten valt. Met andere woorden, (zeker) kinderen sporten omdat ze het leuk vinden, omdat hun vriendjes het doen en niet omdat het gezond voor ze is of omdat het hun schoolprestaties bevordert. Het gevaar bestaat zelfs dat een dergelijke instrumentele benadering contraproductief kan uitwerken. Reactie: Ik ben het volkomen eens met de Sportraad dat de intrinsieke motivatie “sport is leuk om 1 te doen” de belangrijkste is. Ik kies ook niet voor een instrumentele benadering als het gaat om het individu. De positieve effecten die wij nastreven, zoals gezondheid, zijn niet één op één geschikt om de Amsterdammers tot sporten te bewegen. In onze communicatie naar de Amsterdammers richten we ons daarom vooral op het plezier van 1
De Sportraad verwijst naar twee publicaties van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR): Landelijk overgewichtsbeleid gespiegeld aan kennis uit de gedragswetenschappen van K.J. Faddegon, Den Haag, april 2011, en De menselijke beslisser van W.L. Tiemeijer, C.A. Thomas en H.M. Prast (red.) Amsterdam 2009.
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
2
Memo 14 juni 2012 Pagina 3 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
sporten. De communicatie-uitingen van het jongerensportprogramma Topscore zijn daarvan een aansprekend voorbeeld. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat wij die positieve effecten op andere beleidsterreinen wel degelijk nastreven!
3. Bewegingsonderwijs Advies: De Sportraad pleit al jaren voor het aanbieden van meer gymnastiekuren in het onderwijs. Dat het Sportplan schoolbesturen oproept meer bewegingsonderwijs aan te bieden juichen wij dan ook ten zeerste toe. Hoewel wij ons realiseren dat de autonomie van schoolbesturen op dit terrein relatief omvangrijk is, constateren wij tegelijkertijd dat dergelijke goedbedoelde oproepen al tien jaar weinig effect sorteren. Gezien het belang van bewegingsonderwijs voor zowel de fysieke als mentale ontwikkeling van kinderen, is de Sportraad dan ook van mening dat gezocht moet worden naar manieren om verhoging van het aantal gymuren dwingender op te leggen. Later dit jaar zullen wij hier separaat een advies over uit brengen. Voor nu roepen wij raadsleden op de mogelijkheden hiertoe alvast te verkennen. Reactie De Sportraad wijst terecht op het belang van bewegingsonderwijs voor zowel de fysieke als mentale ontwikkeling van kinderen; te veel kinderen in Amsterdam sporten niet en bewegen te weinig omdat ze niet voldoende bewegingsvaardig zijn en daardoor geen plezier in bewegen hebben. De formulering “weinig effect” onderschrijf ik niet: Amsterdam kan trots zijn op het aantal scholen met een vakleerkracht. Winst is er m.i. vooral te behalen door ervoor te zorgen dat het bewegingsonderwijs in alle groepen door vakleerkrachten gegeven wordt. Ik zoek het daarbij niet zozeer in het dwingend opleggen van aantallen uren, maar meer in het onderzoeken van de mogelijke belemmeringen die scholen daarbij ondervinden. Ik wacht het advies van de Sportraad met belangstelling af.
4. Schoolsportverenigingen Advies De Sportraad kan zich vinden in de keuze om niet langer te investeren in naschools sportaanbod op alle scholen. Op de scholen waar nog wel in geïnvesteerd wordt, zal goed nagedacht moeten worden over de wijze waarop dit effectief kan worden georganiseerd. Schoolsportverenigingen kunnen een manier zijn om moeilijk bereikbare jeugd toch aan het sporten te krijgen. Dit vereist echter een andere aanpak. Er zal derhalve geïnvesteerd moeten worden in de ontwikkeling van een model dat aansluit bij de sportieve wensen en behoeften van deze jeugd. Vasthouden aan het primaire doel om kinderen te laten doorstromen naar reguliere sportverenigingen of andere aanbieders behoeft wat ons betreft hierbij niet per definitie het uitgangspunt te zijn. Reactie Het Sportplan onderschrijft m.i. bovenstaand advies van de Sportraad. Het primaire doel van de schoolsportvereniging is niet het lidmaatschap van een sportvereniging. Het gaat er juist om kinderen die niet zo makkelijk lid worden van een reguliere vereniging, toch
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
3
Memo 14 juni 2012 Pagina 4 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
structureel (een seizoen lang) te laten sporten. In de periode 2009-2012 is de schoolsportvereniging uitgegroeid tot een essentieel onderdeel van de Amsterdamse sportstimulering, juist zoals de Sportraad schrijft, gericht op de moeilijk bereikbare jeugd. De schoolsportvereniging kent verschillende vormen, aangepast aan de situatie van de wijk of het stadsdeel. De komst van de combinatiefunctionarissen heeft het mogelijk gemaakt de verbinding te leggen tussen de schoolsportverenigingen en de reguliere sportverenigingen. Daarmee kan tevens onderlinge concurrentie worden voorkomen.
5. Sportverenigingen Advies Het loslaten van de doelstelling om het aantal maatschappelijk actieve sportverenigingen te verhogen kan op instemming van de Sportraad rekenen. Zoals eerder door ons betoogd verdienen verenigingen die zich maatschappelijk inspannen ondersteuning, verenigingen die er voor kiezen zich te beperken tot het aanbieden van sport verdienen waardering. Mits zij daarbij uiteraard financiële en organisatorisch stabiliteit kunnen garanderen. Wel raadt de Sportraad aan om een brede toekomstvisie te ontwikkelen op het aanbod van sportverenigingen in Amsterdam en daar specifieker beleid op te maken. Deze visie schetst het landschap van sportverenigingen, zoals dat er over tien jaar volgens de gemeente idealiter uit ziet. Zoals eerder aangekondigd is de Sportraad voornemens hier dit jaar eveneens een advies over uit brengen. Reactie Met de vaststelling van het Sportplan 2009-2012 hebben college en raad gekozen voor een integrale benadering van het beleidsveld sport, waarbij o.a. is afgestapt van separaat specifiek beleid voor sportverenigingen. Beleid voor verenigingen kan niet los worden gezien van bijvoorbeeld het beleid op sportaccommodaties, sportstimulering en gezondheidsbevordering. Uiteraard kan het zijn dat bepaalde specifieke onderwerpen m.b.t. sportverenigingen daarbij volgens de Sportraad onderbelicht zijn gebleven. Ik wacht het advies op dit onderwerp daarom met belangstelling af.
6. Centraliseren sportaccommodaties Advies: De Sportraad is voorstander van het introduceren van de nieuwe verhuursystematiek voor sportparken. De regie hierop moet volgens ons bij de centrale stad liggen. Ook de uitbreiding van de centrale indeling en verhuur van sporthallen steunen wij. De Sportraad zou echter nog een stap verder willen gaan en alle sportaccommodaties van Amsterdam willen onderbrengen in één afdeling onder Sportservice Amsterdam. Niet alleen kan dit leiden tot kostenreductie en efficiëntere inkoop van bijvoorbeeld kunstgrasvelden. Ook, en dat is veel belangrijker, biedt dit de mogelijkheid om zowel sportvelden als sporthallen centraal aan te bieden, wat het gebruik zal stimuleren. Uiteraard dient dit te geschieden via een gebruiksvriendelijke website (zie ook Centrale informatievoorziening). Naar mening van de Sportraad past het stadsdelen niet om zich nu te onttrekken aan genoemde ontwikkelingen, laat staan aan bestaande afspraken.
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
4
Memo 14 juni 2012 Pagina 5 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Reactie In de kadernota 2013 is in het kader van Eén stad één opgave een businesscase voorgesteld voor de centrale verhuur van sportaccommodaties. Verdergaande maatregelen zouden vooruitlopen op een mogelijke bestuurlijke reorganisatie.
7. Sportaccommodatieplan Advies: Het uitgangspunt van het sportaccommodatieplan is het gebruik van sportvelden door sportverenigingen. Niet alleen is de verenigingssporter al lang niet meer de enige gebruiker van sportvelden, het is zelfs een uitgesproken ambitie van Amsterdam om het gegroeide alleenrecht van verenigingen te doorbreken en multifunctioneel gebruik te stimuleren. Lovenswaardige ambities die het sportaccommodatieplan echter tot een enigszins achterhaald beleidsinstrument maken, omdat dit immers een eenzijdig beeld (namelijk dat van verenigingen) van de werkelijke vraag naar sportieve ruimte geeft (zie ook Hoofd Sport Structuur). Het nieuwe sportaccommodatieplan zal hier op aangepast moeten worden. Het verdient daarnaast aanbeveling dit plan te incorporeren in het Sportplan, zodat sportieve doelstellingen direct een ruimtelijke vertaling krijgen. 8. Hoofd Sport Structuur (HSS) Advies Uit voorliggend concept blijkt dat beleid wordt vastgesteld voor de hoeveelheid, spreiding en kwaliteit van sportvoorzieningen in Amsterdam op basis van prognoses uit de actualisatie van het Sportaccommodatieplan (zie ook Sportaccommodatieplan). Niet alleen blijft onduidelijk hoe dit beleid er uit ziet, ook reikt het doel van de door de Sportraad geïntroduceerde HSS verder. Deze is immers specifiek ontworpen om enerzijds de bestaande sportieve ruimte te borgen (noodzakelijk; zie de saneringsplannen in de stadsdelen Noord en Nieuw-West) en anderzijds de gekunstelde en belemmerende vorm van bescherming die de Hoofd Groen Structuur biedt te compenseren. Wij raden aan deze twee doelstellingen te verwerken in het nieuw te vormen beleid. Reactie op 7) Sportaccommodatieplan en 8) Hoofd Sport Structuur (HSS) De Sportraad wijst er terecht op dat de sportparken niet meer uitsluitend het domein van sportverenigingen (mogen) zijn. Door de beperkte bespelingscapaciteit van natuurgras was dat vroeger niet mogelijk, maar door de komst van kunstgras tegenwoordig wel. Dat leidt er m.i. echter geenszins toe dat het Sportaccommodatieplan achterhaald is. De prognoses uit het Sportaccommodatieplan zijn onlangs geactualiseerd. De resultaten weken niet significant af van de prognoses uit 2006. Als er voldoende kunstgrasvelden zijn voor georganiseerde sport, zijn er ook voldoende mogelijkheden voor allerlei ander gebruik. Wij geven hier invulling aan door in nauwe samenwerking met de stadsdelen een nieuwe systematiek van verhuur van sportvelden te ontwikkelen voor sportparken waar intensivering van het gebruik wenselijk is. Een veld wordt dan niet meer integraal voor een heel seizoen aan een vereniging ter beschikking gesteld, maar alleen voor de
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
5
Memo 14 juni 2012 Pagina 6 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
dagdelen dat de vereniging het daadwerkelijk nodig heeft. Per sportpark is maatwerk nodig. Het ruimtelijk beleid voor de sportparken is behalve in het Sportaccommodatieplan, verankerd in de Structuurvisie. Op basis hiervan is in bijlage 2 van het Sportplan 20132016 de behoefte aan sportvoorzieningen aangegeven. Die leidt tot een investeringsbehoefte, die echter nog slechts in de meeste gevallen met PM kan worden aangegeven omdat nog niet bekend is wat de hoogte van de investering is, wanneer de sportvoorziening er komt, en welke partijen de kosten dragen.
9. Sportieve openbare ruimte Advies Ook op dit dossier zou de Sportraad graag zien dat de centrale stad meer de regie naar zich toe trekt. Het verbinden van afzonderlijke locaties en aanleggen van verschillende beweegroutes houdt immers niet op bij de stadsdeelgrenzen. Een gecoördineerde aanpak biedt bij uitstek de kans om tot een geïntegreerde benadering van grootstedelijke sportinfrastructuur te komen. Met als belangrijkste doel het verweven van sport met de stad. Tevens zal er meer aandacht besteed kunnen worden aan dubbel ruimtegebruik en integratie van voorzieningen. De Sportraad ziet een deel hier van al wel terug in het Sportplan, maar mist nog de noodzakelijke concrete uitwerking. Reactie In de Structuurvisie Amsterdam 2040 is o.a. de hoofdgroenstructuur vastgelegd, die de minimale benodigde hoeveelheid groen borgt en een visie bevat op de inrichting en het gebruik van parken en sportparken. Dit instrument biedt mijns inziens voldoende mogelijkheden voor centrale regie op dit vlak. De uitvoering is, met uitzondering van het Amsterdamse Bos, een bevoegdheid en taak van de stadsdelen.
10. Sportas Advies De Sportraad is teleurgesteld over de wijze waarop het Sportplan aandacht besteedt aan de Sportas. Begin 2010 wezen wij voor de tweede maal op de mogelijkheden van dit gebied om uit te groeien tot een prominente (top)sportlocatie die een belangrijke bijdrage zal leveren aan de internationale uitstraling van de stad Amsterdam. De afwachtende aanpak, waar wij destijds voor waarschuwden, lijkt met dit Sportplan gecontinueerd. Het vergroten van de sportsignatuur is wat ons betreft dan ook een veel te vage en vrijblijvende formulering. De Sportraad vraagt (vooralsnog) niet om omvangrijke gemeentelijke investeringen in dit gebied, wel om een stevige ambitie, heldere totaalvisie en een doortastende aanpak. Alle actuele ontwikkelingen ten spijt hebben wij nog altijd niet het idee dat de centrale stad de potentie van de Sportas op waarde weet te schatten.
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
6
Memo 14 juni 2012 Pagina 7 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Reactie De ambities ten aanzien van de ontwikkeling van de Sport-as zijn onverkort hoog. Begin 2012 is een kwartiermaker Sport-as aangesteld die als opdracht heeft meegekregen de mogelijkheden voor de ontwikkeling van de Sport-as verder te verkennen en partijen enthousiast te maken. Dit heeft geleid tot het opstellen van een Strategische Agenda en een voorstel voor een organisatievorm, die deze ontwikkeling ondersteunt. Nog deze zomer zal het College van B&W in samenspraak met het DB van stadsdeel Zuid een besluit nemen over de verdere voortgang van de Sport-as. De aanbeveling van de Sportraad zie ik daarbij als een stevige steun in de rug.
11. Olympische Ambitie Advies Het is voor de Sportraad volstrekt onbegrijpelijk waarom de Olympische Ambitie van Amsterdam inmiddels is veroordeeld tot enkele bijzinnen in het Sportplan. Temeer daar 2016 in beide opzichten een belangrijk evaluatiemoment oplevert. Uiteraard is de Sportraad op de hoogte van de turbulente tijden die zowel de Amsterdamse als nationale Olympische Ambitie heeft gekend. Naar onze mening is dit echter reden om nog veel duidelijker en krachtiger uit te leggen wat deze ambitie nou precies inhoudt en wat hij beoogt. Dit kan door te beginnen met alsnog de aanbevelingen uit onze Verkenning Sportplan 2013 – 2016 ongewijzigd over te nemen. Reactie Ik ben blij met het enthousiasme van de Sportraad over de Olympische Ambitie, maar m.i. doet zij daarmee het Sportplan 2013-2016 te kort. De formuleringen in het Sportplan laten voldoende ruimte voor invulling van de Olympische Ambitie, die dit College onverkort handhaaft. De Olympische Ambitie strekt zich uit over andere domeinen dan sport alleen, zoals economie, city marketing en ruimtelijke ordening. In het Sportplan worden de accenten benadrukt op de sportonderdelen van die ambitie. Die betreffen naast topsport en evenementen vooral ook breedtesport, sportstimulering en de aanpak van obesitas.
12. Centrale informatievoorziening Advies De Sportraad onderschrijft de ambitie om de rol van Sportservice Amsterdam als centraal informatiepunt te verbeteren. Sportservice zou zowel fysiek, maar zeker ook digitaal dé loket- en informatiefunctie op het gebied van sport in Amsterdam moeten vervullen. Hiertoe dient het nog flink te investeren in herkenbaarheid en toegankelijkheid. Bijvoorbeeld door één aantrekkelijke en gebruiksvriendelijke website voor de sport in Amsterdam te creëren. Deze zal beheerd moeten worden door Sportservice Amsterdam en informatie moeten bevatten over alle in Amsterdam gevestigde sportmogelijkheden, inclusief het complete aanbod van te huren sportvelden en –hallen.
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
7
Memo 14 juni 2012 Pagina 8 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Reactie: Ik onderschrijf, zoals ook in hoofdstuk 5 van het Sportplan 2013-2016 is geformuleerd, de wens van de Sportraad om de rol van SportService als centraal informatiepunt nog verder te versterken. Ook de mogelijke bestuurlijke reorganisatie biedt daarvoor kansen. Op dit moment wordt de website van SportService Amsterdam reeds omgebouwd tot een dynamische portal die de Amsterdammer in één oogopslag een duidelijk overzicht geeft wat Amsterdam te bieden heeft op het gebied van sport met een overzicht van onder andere: alle sportevenementen, hardlooproutes, Cruyffcourts, sportverenigingen en een online reserveringssysteem.
13. Side-events Advies De Sportraad is verheugd te kunnen constateren dat side-events voor de jeugd die als doel hebben sport te promoten structureel aan grote topsportevenementen worden gekoppeld. De kwaliteit van deze side-events kan evenwel nog een stuk beter. Hoewel hier in goed overleg met ieder afzonderlijk organisatiecomité aan gewerkt zal moeten worden, acht de Sportraad het uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de gemeente dat alle mogelijkheden van side-events optimaal benut worden. Reactie De Sportraad geeft desgevraagd aan dat de side-events nog te veel als op zichzelf staande en vrijblijvende fun-activiteiten worden ingezet. Die mening deel ik niet. Wij organiseren side-events met een tweeledig doel: diverse doelgroepen in de aanloopperiode naar het evenement kennis laten maken met een tak van sport, en bekendheid geven aan het evenement. Dat doen we in nauwe samenwerking met de bonden en verenigingen. Recente voorbeelden hiervan zijn de diverse side events bij de Amsterdam Marathon, Judo Grand-Prix, EK-Badminton, de Davis Cup en het EKHandboog. De meeste hiervan zijn bijzonder goed bezocht en gewaardeerd door de verschillende betrokken partijen, en de opgedane ervaringen worden benut om de kwaliteit steeds verder te verbeteren. De Sportraad wil de maatschappelijke spin-off van side-events verder vergroten. Dat doel onderschrijf ik.
14. Statistieken O&S, Sportmonitor Advies Hoewel de Sportraad zeker geen voorstander is van (te) uitvoerig en kostbaar onderzoek naar tal van relevante en minder relevante gegevens, zou een meer vraaggerichte benadering van beleidsformulering niet misstaan. De statistieken van O&S die hier al jaar en dag voor worden gebruikt bieden een (te) beperkte blik op de belangrijkste kenmerken van het Amsterdamse sportlandschap. De Sportraad raadt het stadsbestuur aan bestaande onderzoeksvragen en - technieken grondig te evalueren.
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
8
Memo 14 juni 2012 Pagina 9 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Reactie De sportmonitor, die periodiek wordt uitgevoerd volgens de landelijke Richtlijn Sportdeelname Onderzoek, biedt naar mijn mening veel relevante informatie over de sport in Amsterdam. Om de resultaten van ons beleid nog preciezer te kunnen volgen, gaan we daarnaast jaarlijks de in hoofdstuk 6 van het Sportplan opgenomen indicatoren meten. Aansluitend op het advies van de Sportraad is het mijn intentie om de komende jaren meer aandacht te geven aan monitoring, objectieve effectmeting en onderzoek, waarbij ik er tegelijkertijd, zoals de Sportraad ook al aangeeft, voor zal moeten waken dat er een goed evenwicht blijft tussen kosten en baten. De volgende Sportmonitor staat gepland voor eind 2012.
Vragen uit de commissie Hierna ga ik in op de vragen die in de commissievergadering van 6 juni 2012 zijn gesteld over de volgende onderwerpen: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n.
Huurverhoging gymnastiekzalen en de gevolgen daarvan voor het gebruik Evaluatie schoolsportvereniging Koggeschip Inhoud van gecombineerde leefstijlinterventies Grondkosten Gevolgen nieuwe verhuursystematiek voor sportverenigingen BTW Verhouding tot Sportplan 2009-2012 Streefcijfers Aantal scholen JUMP-in Effectmeting Topscore Do-it Uitwerking Openbare ruimte en Groen Sportmonitor 2012-06 Voetbal als focussport PM-posten
Ad a. Gymnastiekzalen. Over het aantal gymnastiekzalen dat naschools voor sport wordt gebruikt, heeft de raad bij de begrotingsbehandeling 2007 een motie van de heer De Goede aangenomen die door ons College is beantwoord en verstuurd aan raadscommissie Sport van 4 september 2008. In het Sportplan 2013 is opgenomen dat wij samen met de stadsdelen willen inventariseren welke kleinschalige sportvoorzieningen (inclusief gymnastieklokalen) in Amsterdam beschikbaar zijn. Daarbij past echter de kanttekening vooraf dat in het verleden is gebleken dat het - door de verregaand gedecentraliseerde bevoegdheidsverdeling bij de verhuur van gymnastieklokalen – uitermate lastig is de cijfers over het medegebruik van gymnastieklokalen boven water te krijgen. Ook de stadsdelen zullen naar verwachting grote moeite hebben deze cijfers te leveren, o.a. omdat niet alle schoolbesturen hun medewerking verlenen.
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
9
Memo 14 juni 2012 Pagina 10 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Ad b. Evaluatie Schoolsportverenigingen Koggeschip De kinderen die deelnemen aan de schoolsportclub betalen een bijdrage. Die bijdrage, in combinatie met de inzet van de combinatiefunctionaris, maakt voortzetting van de schoolsportvereniging mogelijk. Zodoende is een structuur opgezet die na het wegvallen van de subsidie intact kan blijven. De evaluatie van de schoolsportvereniging op het Koggeschip wordt in het najaar afgerond. Deze evaluatie zal aan u worden voorgelegd. Ad c. Inhoud Gecombineerde leefstijlinterventies Vanaf 2012 versterken we de netwerken van zorgaanbieders en sportaanbieders in de stadsdelen. Gemeentebreed moeten al in 2012 de netwerken worden uitgebreid met 14 fitnesscentra en 14 sportverenigingen. Doel van de netwerken is dat zorg- en sportaanbieders elkaar op wijkniveau weten te vinden, waardoor een gecombineerde leefstijlinterventie uitmondt in sportbeoefening. De sportaanbieders worden speciaal opgeleid om met de doelgroep te werken. Door de verandering in rijksregelgeving mogen buurtsportcoaches (voorheen combinatiefunctionarissen) nu ook ingezet worden voor volwassenen. Deze zullen met name worden ingezet in achterstandswijken. Hoeveel dat er zijn, zal in het najaar bekend worden. Dit is er mede van afhankelijk of we in 2013 van 2 het Rijk mogen groeien van 92,5 fte combinatiefunctionarissen naar 111 fte en of we voldoende partijen bereid vinden tot cofinanciering. Ad d. Grondkosten Bij een toenemend aantal accommodaties wordt actueel of de waarde van de grond in rekening wordt gebracht. Van oudsher was dit niet het geval en was er slechts sprake van verhuur van de velden. De clubhuizen en kleedkamers bij die velden zijn op gemeentegrond gebouwd. Dit heeft tot gevolg dat het juridisch eigendom daarvan (door natrekking) bij de gemeente ligt. Bij gedwongen verplaatsingen van clubs, zijn de clubs overigens altijd schadeloos gesteld, ook al ging het niet om hun juridisch eigendom. Niettemin is er regelmatiger dan vroeger behoefte om de eigendomssituatie duidelijker vast te leggen, bijv. door het vestigen van een recht van opstal of het overgaan op erfpacht. Dat heeft ook financiële consequenties. In § 3.6.3.van het Sportplan 2013-2016 hebben we aangegeven de eigendomssituatie juridisch beter te gaan vastleggen. Daarbij zullen wij ook de kosten in ogenschouw nemen. Ad e. Gevolgen voor verenigingen van nieuwe verhuursystematiek Aanpassing van de verhuursystematiek is vooral voorzien voor grote sportparken waar intensivering van het gebruik mogelijk en nodig is. Dat zijn sportparken waar naast het reguliere verenigingsgebruik nog veel ruimte is voor gebruik door anderen, en waar we dat gebruik willen stimuleren. Voor de verenigingen heeft dat tot gevolg dat ze de velden niet permanent tot hun beschikking hebben, en dat ook anderen de velden kunnen gebruiken. Dat leidt tot optimalisering van het gebruik. Ad. f. BTW Het fiscale Sportbesluit van 2011 (Ministerie van Financiën) maakt het voor de lokale overheid mogelijk om (naast de sporthallen en zwembaden waarbij deze werkwijze al 2
Zijnde 120% van de 92 fte die er eind 2012 zullen zijn. Mogelijk staat het Rijk zelfs nog verdere uitbreiding tot
140% toe (= 129,5 fte)
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
10
Memo 14 juni 2012 Pagina 11 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
gemeengoed is) ook de buitensportaccommodaties als BTW-belaste ondernemer te exploiteren. Dat houdt in dat de BTW over nieuwe investeringen, meerjarig onderhoudsinvesteringen en over de exploitatiekosten en -opbrengsten verrekend mag worden. Omdat de kosten voor de gemeente veel hoger zijn dan de opbrengsten, en er over de kosten ook nog eens 19% kan worden ontvangen terwijl er over de opbrengsten 6% moet worden betaald, levert dit grote fiscale voordelen op. De wijze van exploitatie moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen, globaal: “gelegenheid geven tot sportbeoefening”. Daarmee wordt bedoeld dat niet kan worden volstaan met het leveren van een stukje grond eventueel met een sportveld erop. Maar dat er een volledig pakket ten dienste van de sporter moet worden geleverd, inclusief onderhoud, materialen, programmering en dergelijke. De laatste jurisprudentie over de interpretatie van het begrip “gelegenheid geven tot sportbeoefening” is van november 2011. Naar aanleiding van een inventarisatie in heel Amsterdam afgelopen jaar is gemeentebreed afgesproken de exploitatie zodanig vorm te geven dat overal een BTW belaste exploitatie mogelijk is. Dat houdt in dat de BTW lasten (19%) over de investeringen (indicatie: een nieuw kunstgrasveld kost ruim € 500.000 euro) en over het planmatig onderhouden de exploitatie niet meer op de begroting drukken. De stadsdelen Nieuw West en Oost hebben alles gereed om de BTW-belaste exploitatie in te voeren en ook de overige stadsdelen bereiden dit momenteel voor. Ad g. Verhouding met Sportplan 2009-2012 Het Sportplan 2013-2016 is een vervolg op Sportplan 2009-2012. Een aantal doelstellingen uit het Sportplan 2009-2012 is inmiddels gerealiseerd en kan vervallen, andere kunnen worden gecombineerd in één programma, of worden aangepast. Bijlage 1 van het Sportplan 2013-2016 geeft hierin inzicht voor elk van de separate doelstellingen uit het Sportplan 2009-2012 en is te beschouwen als de laatste thermometerrapportage, dit keer in de vorm van een uitgebreidere tekstuele toelichting. De belangrijkste accentverleggingen in grotere lijnen voor de komende jaren zijn: - Naschools sportaanbod voortaan alleen op basisscholen waar minder dan 50% van de kinderen lid is van een sportvereniging. - Kennismakingsactiviteiten met sport wel op alle basisscholen, maar minder vaak (minder takken van sport) per jaar. - Vermindering van subsidieregelingen voor sportverenigingen (waarderingssubsidie toernooien en vervoersregeling). - Geen verdere investeringen in de kwantiteit van de geboden topsportondersteuning (aantallen takken van sport, aantallen sporters). Ad h. Streefcijfers Uit de Sportmonitor 2009 bleek dat 73% van de 6-12 jarigen minimaal één keer per week sport, en 69% van de 13-17 jarigen. Op grond van de resultaten die we hebben geboekt bij JUMP-in, lijkt 80% ambitieus maar haalbaar, waarbij het streven is om in de periode van het Sportplan het aantal JUMP-in scholen uit te breiden naar 100. Ad i. Aantal scholen JUMP-in Voor 2013 is, op basis van de beschikbare middelen, op 70 scholen het programma JUMP-in mogelijk. Het streven blijft om voor de jaren erna uit te breiden naar 100 scholen. .
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
11
Memo 14 juni 2012 Pagina 12 van 12
Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Ad j. Effectmeting Topscore Do-it De evaluatie van Topscore Do-it wordt in het derde kwartaal 2012 aan uw raad voorgelegd. Vanwege het verschil in omvang tussen beide projecten is dit geen vergelijkbare effectmeting. Ad k. Uitwerking Openbare ruimte en Groen De vraag naar concrete uitwerking van plannen voor Openbare ruimte en Groen komt overeen met advies 9 van de Sportraad. Ik verwijs daarom naar mijn reactie op dat advies. Ad l. Sportmonitor 2012 De sportmonitor is gepland voor eind 2012. Deze monitor zal inzicht bieden in de ontwikkelingen gedurende de looptijd van het Sportplan 2009-2012 en zal fungeren als nulmeting voor het Sportplan 2013-2016. Ad m. Voetbal focussport Het is uitermate zinvol voetbal als focussport te hebben. Voetbal en atletiek beschouwen wij als de belangrijkste takken van sport voor Amsterdam. Op basis van het aantal sporters wint voetbal het van die twee. Uiteraard ligt het niet op onze weg om Ajax te helpen nòg beter te worden. Maar op alle (amateur)niveaus daaronder, ook bij de jeugd en juist ook voor het vrouwenvoetbal, verdient voetbal in Amsterdam de hoogste prioriteit. Aandacht voor sportiviteit en respect, en met name ook voor homo-acceptatie in het voetbal verdient de komende jaren extra aandacht. De gemeente Amsterdam heeft – met het oog op die thema’s - met de KNVB, District West 1 èn met Ajax het Amsterdams voetbalverdrag gesloten, en bevordert op die manier gezamenlijk een gezonde structuur van deze tak van sport in Amsterdam. Ad n. PM-posten Op basis de geactualiseerde cijfers van het Sportaccommodatieplan is in bijlage 2 van het Sportplan 2013-2016 de behoefte aan sportvoorzieningen aangegeven. Die leidt tot een investeringsbehoefte, die echter nog slechts in de meeste gevallen met PM kan worden aangegeven omdat nog niet bekend is wat de hoogte van de investering is of gedurende de komende jaren zal zijn, wanneer de sportvoorziening er komt, en welke partijen de kosten dragen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, mede met het oog op de behandeling van het Sportplan op 4 juli aanstaande. Met vriendelijke groet,
Eric van der Burg Wethouder Sport
memo bespreking Sportplan 2013-2016 commissie KSZ 4 juli 2012
12