Meerjarenplan Wmo Rotterdam 2010-2014 Zelfredzaamheid is de basis Publieksversie
3
1 2
Inhoudsopgave
3
4
Voorwoord
5
Inleiding
7
Samenwerking stad, deelgemeenten en maatschappelijk middenveld De Woonservicegebieden Het Programma Ieder Kind Wint II De Lokale Zorgnetwerken Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang II
11 11 12 13 14
Het versterken van de Rotterdammer …door de VraagWijzer …door het stimuleren van bewonersinitiatieven …door het stimuleren van vrijwilligerswerk …door mantelzorgondersteuning …door actieprogramma’s voor ouderen en mensen met een beperking …door preventieve ondersteuning van de jeugd
16 18 22 26 30 34 38
Wmo-klankbordgroep
43
Deze brochure is een publieksversie van het meerjarenplan Wmo 2010-2014, Zelfredzaamheid is de basis. Het complete plan vindt u op de website www.rotterdam.nl.
Voorwoord
5
De zelfredzaamheid van Rotterdammers en daarmee de Rotterdamse samenleving versterken. Dat is het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Sinds de invoering van de Wmo in 2007 zijn er vele successen geboekt en deed Rotterdam kennis en ervaring op. Voorbeelden hiervan zijn de VraagWijzer en de Woonservicegebieden. Rotterdam gebruikt deze expertise om de Wmo de komende jaren op een zo goed mogelijke manier voort te zetten. Met de uitvoering van de Wmo vertrouwt het college van B&W op de kracht van de mensen zelf. Een aanpak waarbij Rotterdammers die hulp nodig hebben, zoveel mogelijk hun maatschappelijke rollen kunnen blijven vervullen. We kijken vooral naar wat mensen zelf al of nog kunnen. We staan hierbij voor de uitdaging zo goed mogelijk om te gaan met de veranderingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Daarbij is er de opgave om met minder geld, meer te doen. De gemeente Rotterdam streeft ernaar dat de veertien deelgemeenten samen met zorg- en welzijnsinstellingen, maatschappelijke partners en corporaties de beste ondersteuning bieden. In deze publieksversie van het Meerjarenplan Wmo leest u hoe wij dit in Rotterdam doen. Korrie Louwes Wethouder Arbeidsmarkt, Hoger onderwijs, Innovatie en Participatie
1
6
7
Alle Rotterdammers moeten kunnen deelnemen aan de maatschappij. Ondanks eventuele beperkingen die iemand heeft. Dit is waar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor staat. De stad en deelgemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. Hun taken staan beschreven in negen prestatievelden [zie kader].
Inleiding
Uw eigen kracht Rotterdam kiest ervoor de komende jaren stevig in te zetten op het versterken van de eigen kracht van Rotterdammers. Door u in staat te stellen het maximale uit uzelf te halen. In ruil daarvoor verwachten wij dat u alles op alles zet om uw beperkingen te overwinnen en mee te doen in de samenleving. Rotterdammers zijn de stad. Investeer als Rotterdammer in uw buurt en medebewoners. Bouw een sterk sociaal netwerk op. Toon interesse in elkaar, zorg voor elkaar. Waar nodig ondersteunen de stad en deelgemeenten u hierin. Hoe doet Rotterdam dat? Om uw zelfredzaamheid te vergroten zet de stad een aantal middelen in. Zoals de VraagWijzers en het verder ontwikkelen van de Woonservicegebieden. Daarnaast blijft Rotterdam bewonersinitiatieven en vrijwilligerswerk ondersteunen. Maar ook hebben we aandacht voor ondersteuning van mantelzorgers en een optimale
8
deelname van ouderen en mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking aan onze samenleving. Voor onze jeugd is er preventieve ondersteuning vanuit het uitvoeringsplan Ieder Kind Wint II. Voor kwetsbare Rotterdammers met psychische problemen en verslavingen is er het Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang II. In het meerjarenplan Wmo 2010-2014 Zelfredzaamheid is de basis leest u het volledige Rotterdamse Wmo-beleid. In deze publieksversie van het meerjarenplan licht de gemeente Rotterdam haar beleid toe met voorbeelden uit de praktijk.
De negen prestatievelden 1. Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid. 2. Het ondersteunen van jeugdigen die problemen hebben met opgroeien en van ouders die problemen hebben met opvoeden. 3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. 4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. 5. Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. 6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem waardoor zij zelfstandig kunnen functioneren of deelnemen aan het maatschappelijke verkeer. 7. Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang. 8. Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg. 9. Het bevorderen van verslavingsbeleid.
9
Samenwerking stad, deelgemeenten en maatschappelijk middenveld
10
2
11
In onze stad werken we op verschillende manieren samen om de eigen kracht van de Rotterdammer te versterken en waar nodig een zetje in de rug te geven. Dit doet Rotterdam bijvoorbeeld met:
De Woonservicegebieden Een Woonservicegebied is een prettige wijk of buurt waar u zo lang mogelijk met veel plezier in uw eigen huis kunt blijven wonen. Ondanks dat u door ouderdom of een lichamelijke of verstandelijke beperking minder zelfstandig wordt. Rotterdam werkt eraan om zestien van deze Woonservicegebieden te organiseren. Deze gebieden dienen als voorbeeld voor de rest van de stad. In deze wijken of buurten kunnen senioren en mensen met een beperking zo zelfstandig mogelijk blijven wonen, met behoud van de regie op het eigen leven. Afspraken maken en afstemmen De gemeente, zorg- en welzijnsorganisaties, woningcorporaties en bewonersorganisaties maken afspraken over het bouwen van levensloopbestendige woningen of het aanpassen van bestaande woningen. Ook stemmen zij diensten af van zorgaanbieders, zoals restaurants en dagactiviteiten in de buurt, thuiszorg, of de inzet van vrijwilligers.
12
En zorgen ze voor één goed bereikbare plek in de wijk of buurt waar u terecht kunt voor allerlei services en al uw zorg- en welzijnsvragen. Gebiedsgericht werken De deelgemeenten nemen de Woonservicegebieden op in hun gebiedsgericht werken en stemmen de uitvoering ervan af op wat een buurt en zijn bewoners nodig heeft en vraagt. In het wijkactieplan en de toekomstige gebiedsplannen wordt het plan van aanpak per Woonservicegebied opgenomen. Een gebiedsmanager is er samen met de zorgaanbieders, corporaties en welzijnsorganisaties verantwoordelijk voor dat het dienstenaanbod goed blijft afgestemd op de vraag van het gebied en de leefstijlen van de bewoners.
Het Programma Ieder Kind Wint II Er zijn veel organisaties betrokken bij de zorg en ondersteuning aan gezinnen met problemen. Allemaal met een eigen rol en werkwijze. Daarom maakten deze organisaties als de jeugdgezondheidszorg, het onderwijs, de welzijnssector, Bureau Jeugdzorg, de Jeugd-GGZ, de Raad voor de Kinderbescherming, de politie en het Openbaar Ministerie samen afspraken om goed afgestemd met elkaar een kind of gezin te helpen. Dit werd het Programma Ieder Kind Wint I. Vervolg programma Het programma zit nu in een tweede fase: Ieder Kind wint II (IKW II). Het volgt de uitkomsten van de evaluatie van Ieder Kind Wint I: versterk het Centrum voor Jeugd en Gezin, verbeter de aansluiting tussen onderwijs en zorg en versterk de samenhang van het aanbod aan gezinscoaching en -interventies.
13
Extra ondersteuning Het uitvoeringsplan Ieder Kind een Gezond Gezin is één van de onderdelen van IKW II. Dit plan biedt gezinnen die het nodig hebben extra ondersteuning, door het inzetten van Sociale Teams en maximaal 35 extra gespecialiseerde gezinscoaches in de zes deelgemeenten met focuswijken. Dit zijn wijken die relatief laag scoren in de Sociale Index. De Sociale Teams ondersteunen gezinnen in het zelf aanpakken van zaken als werkloosheid, schulden en het huishouden. Zo voorkomen ze het vergroten van hun problemen. De gespecialiseerde gezinscoaches richten zich op de psychosociale problemen binnen het gezin.
De Lokale Zorgnetwerken Er zijn Rotterdammers die op meerdere gebieden problemen hebben. Soms kan één instelling niet voldoende hulp bieden. Deze mensen verwaarlozen zichzelf, verkeren in een sociaal isolement, hebben vaak financiële problemen en zijn in de war en/ of veroorzaken overlast. Regelmatig gaan deze mensen zorg uit de weg, reden waarom hulpverleners hen zelf actief benaderen. Hulpverlenen in de wijk De meerdere problemen van deze Rotterdammers en hun neiging tot het ontlopen van zorg, vragen snel en intensief samenwerken tussen verschillende instanties in de directe leefomgeving van deze mensen. De hulpverleners die in de wijk werken zijn het beste in staat om problemen in de buurt vroegtijdig te signaleren en in de directe leefomgeving aan te pakken. Hulpverlenen in de wijk vormt het uitgangspunt van een Lokaal Zorgnetwerk (LZN). Per wijk of gebied nemen organisaties of instellingen deel aan een LZN.
14
15
Instellingen en organisaties De instellingen en organisaties die deelnemen aan een LZN zijn bijvoorbeeld het Algemeen Maatschappelijk Werk, woningcorporaties, Ouderenwerk, dienst SoZaWe Rotterdam, politie (met name buurtagenten), geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en verslavingszorg. Het LZN zorgt voor afstemming met andere zorgverleners of organisaties binnen en buiten de wijk, zoals huisartsen en bewonersverenigingen.
Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang II Voorkomen dat mensen op straat komen en de voormalige daklozen van de straat houden. Dit is de kern van het plan van aanpak Maatschappelijke Opvang 2006-2010. De afgelopen jaren kregen mensen die op straat leefden dankzij die aanpak een op maat gesneden zorgtraject en een dak boven hun hoofd. Een goed door hulpverleners afgestemde, op de persoon gerichte benadering zorgde ervoor dat veel dak- en thuislozen de juiste zorg, huisvesting en een inkomen kregen. Hierdoor namen overlast en criminaliteit af. Het eerste plan van aanpak MO was de succesvolle uitkomst van de samenwerking tussen de vier grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht), het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Justitie. Een volgende stap Als er nu niets meer gebeurt, raken opnieuw mensen dakloos en blijven voormalig daklozen hangen in de maatschappelijke opvang. Daarom zetten de gemeente Rotterdam, corporaties, deelgemeenten en zorginstellingen samen een volgende stap tegen dakloosheid. Dit doen deze partners door zich te richten op de doelgroepen die riskeren dakloos te worden. Dat zijn vooral mensen met meervoudige GGZ- of verslavingsproblemen en zwerfjongeren.
Weer (zelfstandig) wonen Er blijft zeker ook aandacht voor de (moeilijke) groep huidige dak- en thuislozen. Dit is de groep die lange tijd of voor altijd zorg en/of begeleiding nodig heeft. Naast het voorkomen van nieuwe dak- en thuisloosheid, is het ook van belang dat ex-daklozen zoveel mogelijk groeien naar een zo hoog mogelijk niveau van zelfredzaamheid. Zij gaan zoveel mogelijk weer (zelfstandig) wonen in de Rotterdamse wijken en nemen zo weer deel aan onze samenleving.
Het versterken van de Rotterdammer
16
3 17
18
19
…door de VraagWijzer
Voorbeeld uit de stad
Rotterdammers kunnen met allerlei vragen over zorg, inkomensondersteuning, welzijn en wonen terecht bij een VraagWijzer. Door de hele stad zijn inmiddels VraagWijzers te vinden. Speciaal opgeleide consulenten helpen u daar in een persoonlijk gesprek verder. VraagWijzer adviseert, ondersteunt, verwijst door en begeleidt.
VraagWijzers deelgemeente Prins Alexander en Pernis
Passende oplossing Misschien heeft u behoefte aan iemand die kan helpen met boodschappen doen? Of kan een vrijwilliger u een hand toesteken als het mantelzorgen u even te veel wordt? Ook weten de VraagWijzerconsulenten hoe u met een handicap of ziekte gebruik kunt maken van de bij uw situatie passende voorzieningen zoals vervoer, uitgaan en huisaanpassingen. Of hoe mensen met een kleinere beurs in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage van de gemeente voor bijvoorbeeld een lidmaatschap voor een sportclub. Onafhankelijk advies De consulenten zijn goed bekend met alle relevante (deel)gemeentelijke organisaties, afdelingen en maatschappelijke organisaties in de wijk die u kunnen ondersteunen. Ook kennen zij de huidige wetten en regels. En heel belangrijk: ze geven u een onafhankelijk advies, dat past bij uw persoonlijke situatie. Als dat niet direct kan, vertellen ze u binnen welke tijd ze u verder kunnen helpen. Of u wordt doorverwezen naar de persoon of instantie die een oplossing kan bieden.
VraagWijzer Alexander eindigde in 2010 op de achtste plaats in de Nederlandse Wmo-loket Top 100. Met de uitslag werd deze VraagWijzer weer de beste van Rotterdam (in 2009 behaalde het VraagWijzer-team de zesde plaats). Onder meer op onderdelen als kwaliteit, public relations, personeelsbeleid, bereikbaarheid, beleid en innovatie scoorde Prins Alexander goed. De organisatie van de VraagWijzer in Prins Alexander ligt in handen van de organisatie Maatschappelijke Dienstverlening Alexander (MDA). De VraagWijzer in Pernis kwam in 2010 voor het eerst binnen in de Top 100 op de 97e plaats. Deze VraagWijzer in een relatief kleine deelgemeente toont ambitie door verschillende diensten en services goed te integreren, zoals mantelzorgondersteuning en ouderenadvisering in een servicepunt zorg. Stichting Welzijn Hoogvliet is verantwoordelijk voor de uitvoering van VraagWijzer Pernis. De Top 100 is een initiatief van de onafhankelijke stichting VraagWijzer Nederland die gemeenten gevraagd en ongevraagd adviseert. Meer dan tweehonderd loketten in Nederland deden mee. Gekeken werd onder meer naar de dienstverlening, de faciliteiten en de deskundigheid van het VraagWijzer-loket, soms ook Wmo-loket genoemd.
20
Francien van Zundert, VraagWijzerconsulente Deelgemeente Prins Alexander ‘Mensen zijn vaak onbekend met bepaalde wet-en regelgeving en procedures. Ik kan daarbij ondersteunen en voorkomen dat ze van het bekende kastje-naar-de-muur worden gestuurd en men dieper in de problemen komt. Het geeft veel voldoening om voor cliënten te bemiddelen in bijvoorbeeld financiële kwesties. Door ze een steuntje in de rug te geven en ze te vertellen hoe het anders (beter) geregeld kan worden, verlaat mijn cliënt mijn spreekkamer vaak opgelucht en met meer moed dan toen hij binnenkwam. En dat geldt niet alleen voor financiële zaken, maar voor allerlei kwesties waarmee cliënten zich bij de VraagWijzer melden.’
21
22
23
…door het stimuleren van bewonersinitiatieven
Voorbeeld uit de stad
Bewonersinitiatieven zijn heel belangrijk voor onze stad. U als Rotterdammer geeft met ideeën voor de buurt en buurtbewoners uiting aan uw stadsburgerschap. Met creativiteit, zelfwerkzaamheid, en betrokkenheid. Maar vooral uw bereidheid om verantwoordelijkheid te dragen voor een leefbare en sociaal sterke buurt of wijk.
De Vitale Buurt in deelgemeente Hoogvliet
Extra impuls aan bewonersinitiatieven De stad heeft verschillende programma’s om bewonersinitiatieven te stimuleren en mogelijk te maken. Deze zijn gebundeld in de Beleidsregel Bewonersinitiatieven. Hiermee geeft de gemeente een impuls aan bewonersinitiatieven en steun aan de deelgemeenten die het beleid voor bewonersinitiatieven in hun wijken en buurten uitvoeren. De stad zorgt hierbij voor een expertise- en servicecentrum waar de deelgemeenten en bewoners terecht kunnen voor advies en steun. Eén loket De deelgemeenten zorgen voor één loket waar u terecht kunt met het initiatief voor uw buurt en buurtbewoners. U kunt dit loket vinden bij een Stadswinkel of de VraagWijzer. Ook kunt u surfen naar www.rotterdamidee.nl voor informatie en hulp bij uw idee. U treft er ook goede voorbeelden aan van eerdere succesvolle bewonersinitiatieven. Met dit alles heeft Rotterdam één doel: nog méér Rotterdammers uitdagen tot bewonersinitiatieven en ‘mee laten doen’.
De Vitale Buurt is een succesvol bewonersinitiatief. Hoogvlieter Maikel Pierau bedacht een concept om oudere en jongere bewoners van de wijken in Hoogvliet in gesprek met elkaar te laten gaan, over allerlei onderwerpen die hun wijk of buurt aangaan. Dit moet volgens de betrokken Hoogvlieter resulteren in bewoners die zich meer gehoord voelen, meer betrokken bij elkaar en hun wijk raken en uiteindelijk samen oplossingen aandragen voor eventuele problemen in hun omgeving. In opdracht van de deelgemeente en verschillende partners als corporaties en jongerenorganisaties, nodigt Pierau nu een aantal keren per jaar bewoners uit om een avond mee te komen praten over hun wijk, buurt of straat. Eten en drinken, bereid door vrijwilligers, staan klaar. Na een inleidend gesprek worden de bewoners ingedeeld in groepen. Elke groep krijgt een eigen kleur T-shirt. Dit zorgt voor een soort verbondenheid onder de deelnemers. Iedere deelnemer van de groep krijgt de kans zijn mening te geven en ideeën in te brengen. De bijeenkomsten van De Vitale Buurt leiden naar meer kennis en inzicht in wat er speelt en leeft in de straten en buurten. Jongeren worden tijdens de bijeenkomsten gestimuleerd hun verantwoordelijkheid te nemen voor bijvoorbeeld het schoon, heel en veilig houden van hun leefomgeving. Daarnaast zet De Vitale Buurt het proces in gang dat leidt tot binding in de straten en buurten.
24
25
Maikel Pierau, bewoner Hoogvliet en initiatiefnemer De Vitale Buurt ‘Een buurt wordt beter als bewoners met elkaar praten. Ik ben jongerenwerker geweest. Daarin zag ik de kracht van het gesprek met elkaar aangaan. Maar ook wat het doet als mensen niet met elkaar praten. Iedereen heeft soms een beeld over de ander dat niet direct met de werkelijkheid strookt. Onbekend maakt onbemind. Door te praten leer je elkaar kennen en blijk je over bepaalde dingen soms hetzelfde te denken. Tijdens een bijeenkomst van De Vitale Buurt komen buurtbewoners daar achter en zijn ze daarna vaker bereid problemen samen aan te pakken in hun wijk.’
26
27
Voorbeeld uit de stad
…door het stimuleren van vrijwilligerswerk Rotterdam kent 140.000 vrijwilligers, in alle lagen van de samenleving en op allerlei terreinen. Ze zijn het cement van de stad. Die vrijwilligers spelen een belangrijke rol in de sport, de zorg, op scholen, in de kunst en cultuur, de kerk, voor jongeren, voor ouderen, voor gehandicapten, voor elkaar, voor bekenden en onbekenden. Omdat het leuk en zinvol is iets te doen voor een ander. Het geeft u de kans om uzelf te ontplooien en andere mensen te ontmoeten. Of het biedt de ervaring die noodzakelijk is om betaald werk te vinden. Ook kan vrijwilligerswerk als een stageplek dienen om werkervaring op te doen. Iets terugdoen Rotterdam wil het makkelijker maken voor vrijwilligersorganisaties om vrijwilligers te vinden. En voor toekomstige vrijwilligers om vrijwilligerswerk te vinden. We vinden het belangrijk dat iedereen die iets kan doen zich ook inzet voor onze stad, op wat voor manier dan ook. Als u een uitkering ontvangt, verwachten we dat u de stad daarvoor iets teruggeeft door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen. Bovendien kan het u helpen om toe te groeien naar een betaalde baan. Maatschappelijke stage Met ingang van het schooljaar 2011-2012 gaan de scholieren uit het voortgezet onderwijs verplicht op maatschappelijke
stage. Dit houdt in dat zij (minimaal) 30 uur vrijwilligerswerk doen als onderdeel van hun schoolcarrière. Scholieren leren zo hun directe omgeving op een andere manier kennen en leveren een actieve bijdrage aan de samenleving. De verantwoordelijkheid voor het verplicht maatschappelijk stagelopen ligt bij het onderwijs zelf. De gemeente stimuleert dat er voldoende stageplekken zijn binnen het vrijwilligerswerk. Zo verstrekte de gemeente middelen om een maatschappelijke stagecentrale (www.maatschappelijkestagerotterdam.nl) te organiseren. Deze centrale heeft het aanbod aan vrijwilligerswerk in kaart en zorgt met zogenoemde makelaars voor verlichting en ondersteuning van de scholen en scholieren.
Signalerend huisbezoek door de vrijwilligers van Vitis Welzijn Vitis Welzijn is een welzijnsorganisatie die al jaren vrijwilligers inzet. Bijvoorbeeld voor het Signalerend huisbezoek in Hoek van Holland. De vrijwilligers gaan hiervoor langs bij Hoekenezen van 80 jaar en ouder in de deelgemeente. Onder hun arm een uitgebreide vragenlijst. Deze nemen zij door met de oudere. De vragen gaan over de gezondheid, woonsituatie, de zorg die de oudere ontvangt, regelingen met betrekking tot financiën, maar ook simpelweg over hoe het met de oudere gaat. De vrijwilliger verstrekt tegelijkertijd veel informatie over het welzijnsaanbod en alle mogelijkheden die er zijn voor ouderen in Hoek van Holland. Het doel van het Signalerend Huisbezoek is 80-plussers te informeren over de verschillende voorzieningen en activiteiten voor senioren, maar ook om knelpunten te signaleren en daarop zo nodig actie te ondernemen. Als tijdens het gesprek blijkt dat de oudere een zorgvraag heeft, kan een ouderenadviseur aanvullende informatie, advies of ondersteuning bieden. De deelgemeenten en de ouderenorganisaties kunnen met de verkregen informatie meer inspelen op de wensen en behoeften van de Hoekse senioren.
28
29
Anneke Roskam (58 jaar), vrijwilligster Signalerend Huisbezoek in Hoek van Holland ‘Twee jaar geleden stopte ik met werken. Ik voelde mij een bevoorrecht mens en wilde wat doen voor andere mensen. Het werd uiteindelijk het Signalerend Huisbezoek voor 80-plussers. Mijn beeld van ouderen was eerst: oud, ziek of gebrekkig. Ik zat er flink naast. Bij 90% van mijn bezoeken verbaas ik mij erover hoe energiek mensen nog zijn. Ik krijg er ook energie van! Natuurlijk zijn er momenten dat je in een trieste situatie komt. Daar maak je melding van. Het geeft mij dan voldoening dat ik hulp in gang kan zetten.’
30
31
…door mantelzorgondersteuning
Voorbeeld uit de stad
Mantelzorgers zijn mensen die zorgen voor vrienden, familie, ouders of kinderen die thuis extra zorg nodig hebben. Zonder mantelzorgers zouden veel meer mensen een beroep moeten doen op professionele zorg in Rotterdam.
Mantelzorgsalon in deelgemeente Rozenburg
Goede ondersteuning In onze stad zijn ongeveer 74.000 mantelzorgers actief. Volgens onderzoek zijn ongeveer 11.000 Rotterdamse mantelzorgers zwaar- of overbelast. Zij houden minder tijd over voor zichzelf. Sociale contacten kunnen hierdoor afnemen. Rotterdam neemt zijn medeverantwoordelijkheid voor ondersteuning van mantelzorgers in hun vaak zware taak. Daarom kunt u als mantelzorger terecht binnen de VraagWijzers voor advies, informatie en steun. Sterk mantelzorgnetwerk Samen met de deelgemeenten zorgen we voor een sterk mantelzorgnetwerk van vrijwilligers-, zorg- en welzijnsorganisaties die u als mantelzorger, wanneer nodig, hulp kunnen bieden. Bijvoorbeeld als u gebruik wilt maken van respijtzorg. Dit is vervangende zorg door een vrijwilliger of professional voor de mantelzorger die er even tussenuit wil. Bijeenkomsten van mantelzorgers De mantelzorgnetwerken zorgen ervoor dat u als mantelzorger ook gezien wordt. Betrokken instellingen geven mantelzorgers bijvoorbeeld de mogelijkheid elkaar te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen, met ondersteuning van professionals. Deze bijeenkomsten worden in verschillende deelgemeenten georganiseerd.
Eén keer per maand organiseert een medewerker van zorgorganisatie Careyn Het Baken en een betrokken vrijwilliger de Mantelzorgsalon. Dit is een bijeenkomst in een gezellige ruimte waar Rozenburgse mantelzorgers elkaar ontmoeten. Ze vinden er dat belangrijke luisterend oor en steun, maar ook professioneel advies en informatie. Zo zijn er bijvoorbeeld lezingen met onderwerpen waar een mantelzorger mee te maken kan krijgen of al heeft. In de Mantelzorgsalon wordt met elkaar gezocht naar oplossingen voor eventuele problemen waar mantelzorgers tegenaan lopen. De bijeenkomst biedt ook een ingang naar vrijwilligers die tijdelijk de zorg uit handen nemen als een mantelzorger er eens tussenuit wil. Maar bovenal is er ruimte voor ontspanning met een gezellig kopje koffie, een hapje of een uitstapje. Een moment van even op adem komen voor de mantelzorger.
32
33
Yvonne Versluis (48 jaar), mantelzorger en vaste bezoeker Mantelzorgsalon ‘Ik weet niet beter dan dat ik voor familieleden zorg. Als jong kind werd mijn vader ziek. Mijn moeder moest uit werken en ik zorgde voor mijn broertje en zusje. Ik ben altijd blijven zorgen. Voor mijn nu helaas overleden vader, mijn moeder en ook nu voor mijn man. Hij is volledig afgekeurd door ziekte. Ik vind het vanzelfsprekend, maar in de Mantelzorgsalon zeggen ze dat het ook bijzonder is. Omdat ik al zolang mantelzorger ben, komen mensen ook met vragen naar mij toe. Het is er heel gezellig, we wisselen onze ervaringen uit en er is informatie voorhanden. Als mantelzorger word je er gewoon een stuk wijzer van. Maar je bent er ook even uit.’
34
35 35
…door actieprogramma’s voor ouderen en mensen met een beperking
Voorbeeld uit de stad
Uit onderzoek blijkt dat de meeste 65-plussers in Rotterdam bijzonder actief zijn. Ongeveer de helft is lid van een vereniging of een andere organisatie en tweederde is regelmatig te vinden in de bioscoop of het museum. De mantelzorg en het vrijwilligerswerk zouden zelfs niet kunnen zonder deze groep actieve Rotterdammers en hetzelfde geldt voor allerlei bewonersinitiatieven en buurtactiviteiten.
Woonservicegebied Pendrecht in Charlois, project Buren voor Buren
Gezond en actief blijven Rotterdam ziet graag dat u als oudere Rotterdammer zo lang mogelijk gezond en actief blijft. Door bijvoorbeeld te sporten houdt u uw lichaam én hersenen gezond. Daarom zorgen de gemeente en haar partners ervoor dat u door de gehele stad heen allerlei sportmogelijkheden heeft. Deze vindt u terug op www.rotterdamsportstad.nl of via COSBO Rotterdam, de belangenorganisatie voor Rotterdamse senioren. U kunt ook actief blijven door vrijwilliger te worden. En Vrijwilligerswerk doen betekent veel voor anderen. Het kan ook veel betekenen voor uzelf, als vrijwilliger. U merkt dat u erom gewaardeerd wordt. Uw kwaliteiten komen tot hun recht en u doet nieuwe kennis op. Toegankelijkheid verbeteren Rotterdammers met een (licht)verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperking moeten meer mogelijkheden
krijgen om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. De stad zet daarom in op wonen, sport en het versterken van eigen kracht. In vijf wijken onderzoekt de gemeente de mogelijkheid tot het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Met een grotere toegankelijkheid van uw woonomgeving kunt u beter gebruik maken van de buitenruimte en reguliere voorzieningen, als winkels, bibliotheek en openbaar vervoer. Daarnaast onderzoeken we waar mensen met een beperking wonen en waaraan behoefte bestaat. De resultaten van dit onderzoek geven de gemeente de informatie om de juiste voorzieningen op de juiste plek te krijgen. Sporten meer mogelijk maken Sporten draagt bij aan het vergroten van de zelfredzaamheid, gezondheid en participatie van mensen met een beperking. Jammer genoeg ervaren Rotterdammers met een beperking nog te vaak drempels om te gaan sporten. Daarom werkt de gemeente Rotterdam aan het verlagen van die drempels. Het Sportservicepunt van Rotterdam Sportsupport, heeft opdracht gekregen ervoor te zorgen dat meer Rotterdamse sportverenigingen het sporten met een beperking mogelijk maken. Voor individuele begeleiding bij het vinden van een voor u geschikte sport, kunt u terecht bij MEE Rotterdam Rijnmond (www.meerotterdamrijnmond.nl).
In Pendrecht werken corporatie Woonstad en zorg- en welzijnsorganisaties Charlois Welzijn en Aafje samen om van Pendrecht een goed Woonservicegebied te maken. Eén van de geslaagde resultaten is het project Buren voor Buren. Dit project is er speciaal om kwetsbare, oudere bewoners die zelfstandig wonen, te ondersteunen bij het ouder worden. Sommige van hen hebben behoefte aan contact, ondersteuning bij klusjes of begeleiding naar activiteiten. Anderen willen graag die hulp bieden, bijvoorbeeld door af en toe samen koffie te drinken of mee te gaan naar een bingo. Buren voor Buren brengt wijkbewoners met elkaar in contact, zodat zij iets voor elkaar kunnen betekenen. Hierin zijn twee doelgroepen. De klant, diegene die de hulp ontvangt en de deelnemer die de hulp geeft. Een ‘matchmaker’ maakt een goede match tussen ‘de buren’. Inmiddels is het project ook gestart in andere deelgemeenten, zoals IJsselmonde.
36
Corrie Le Comte (81 jaar), vrijwilligster project Buren voor Buren ‘Ik dank elke dag dat ik er nog zo goed aan toe ben. Ik kan gelukkig nog van alles. Anderen hebben dat geluk niet. Dus waarom zou ik niet helpen? Je krijgt er veel dankbaarheid voor terug. Ik ga al twee jaar op bezoek bij vier verschillende dames die ongeveer van mijn leeftijd zijn. Hoeveel keer ik langs ga, hangt af van de behoefte. De één is nu eenmaal eenzamer dan de ander. Ik doe het met plezier, het is gezellig en we hebben veel lol met elkaar. Achter een rolstoel lopen, gaat mij ook nog goed af. Dus we kunnen ook nog samen lekker naar buiten.’
37
38
…door preventieve ondersteuning van de jeugd
39 39
Voorbeeld uit de stad
Alle kinderen en jongeren hebben recht op bescherming, een fijne opvoeding en een goede opleiding. Met veel jonge Rotterdammers gaat het goed. Een aantal kinderen in Rotterdam heeft echter kans op al dan niet ernstige opvoeden opgroeiproblemen. Dit eist een preventieve aanpak van ons. Deze aanpak staat in het eerder genoemde Ieder Kind Wint II. Omdat de jeugdproblematiek verschilt per deelgemeente, ontwikkelen zij eigen aanvullende middelen samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Overschie Sport Gratis
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Het centrale punt voor alle vragen over opvoeding en opgroeien is het CJG. Voor ouders/verzorgers, voor jongeren zelf en voor professionals. U kunt er terecht voor advies, begeleiding en hulp, vanaf het begin van de zwangerschap tot aan het moment dat een kind volwassen is. Het CJG verzorgt de jeugdgezondheidszorg, maar ook ondersteuning bij de opvoeding en hulpverlening aan ouders en jongeren. Binnen het CJG werken verschillende partners samen. Zoals Bureau Jeugdzorg en welzijnswerk. De samenwerking met het onderwijs, met name de zorg- en adviesteams (ZAT’s) op de scholen, wordt de komende jaren intensiever.
Daarom koos deelgemeente Overschie ervoor om sporten eerst voor kinderen, en later ook ouderen, gratis te maken. De deelgemeente staat in elk geval garant voor de betaling van het abonnementsgeld voor één sport- of scoutingvereniging naar keuze. En kinderen die al een sport beoefenen, krijgen door dit aanbod de kans om een tweede sport te kiezen. Ouderen krijgen gratis sportmogelijkheden aangeboden in de deelgemeente.
Elke school een ZAT Een zorg- en adviesteam (ZAT) is een multidisciplinair team dat aansluit bij de leerlingenzorg van het onderwijs. Elke school voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs moet in 2011 beschikken over een goed werkend zorg- en adviesteam. De professionals in het ZAT beoordelen snel en vakkundig signalen van leerkrachten die wijzen op de behoefte aan extra zorg voor een leerling. Zij schakelen zo snel mogelijk via het CJG de juiste hulp en ondersteuning in voor de leerling, zijn ouders en leerkrachten. Dit doen de ZAT’s ook voor de voorschoolse voorzieningen.
Sporten is gezond. Hoe meer bewegen, hoe sterker het lichaam, hoe groter de lichamelijke zelfredzaamheid. Deelnemen aan sporten is een sociale bezigheid. Mensen ontmoeten elkaar tijdens het sporten, leggen contacten. En mensen die met elkaar in contact komen en blijven, zullen minder gemakkelijk terugvallen in een sociaal isolement.
Maar het project OverschieSportGratis is méér. Overschie zet in op een actiever verenigingsleven, deelname van (nog) meer ouders bij die verenigingen, betere voeding, spelenderwijs beter de Nederlandse taal leren en sport als brede schoolactiviteit. Sport- en scoutingactiviteiten op een plein of in het park leveren een positieve bijdrage aan de sociale samenhang en de veiligheid in de wijk.
40
Marco Lansbergen en Frank Bierkens, van Ambition Sportburo, Projectleiders Overschie Sport Gratis (OSG) ‘In 2008 nam de deelgemeente Rotterdam Overschie, als eerste (deel) gemeente in Nederland, een resolute beslissing. Het contributiegeld voor een sportvereniging bleek voor veel gezinnen in de deelgemeente een obstakel. Overschie besloot deze drempel uit de weg te ruimen. Sporten is namelijk goed voor de gezondheid én het brengt kinderen en hun ouders in contact met andere mensen. Bovendien zorgt een gezond en fit lichaam ook voor betere prestaties op school. Het traject loopt nu 2 jaar en met veel succes. Kinderen kunnen sporten en verenigingen worden vitaler. Het mes snijdt zo aan twee kanten. Door OSG is de sportparticipatie aanzienlijk gestegen en is het verenigingsleven in Overschie enorm versterkt.’
41
4 Wmo-klankbordgroep
42
43 43
Belangrijke partners in het verbeteren en uitvoeren van de Wmo zijn de vele vertegenwoordigers van burgercliënten, patiënten- en mantelzorgorganisaties, zorg- en welzijnsinstellingen, woningcorporaties en kerken. Met Stichting Platform Agenda 22 (SPA22), het Rotterdamse adviesorgaan voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking en senioren, vormen zij met een wisselende groep deelnemers de Klankbordgroep Wmo. De Klankbordgroep adviseert de gemeente in haar Wmo-beleid. De Klankbordgroep is een belangrijke drager van het gedachtegoed van de Wmo: burgers en hun (zorgzame) netwerken zijn de basis van de Wmo. Voor meerdere onderwerpen in het meerjarenplan gaven de leden hun inbreng. Denk hierbij aan de Woonservicegebieden, de VraagWijzer, mantelzorgondersteuning en het vrijwilligersbeleid, omgaan met diversiteit binnen de Wmo en het thema ‘zelfredzaamheid’. De komende jaren blijft de Klankbordgroep betrokken bij de Wmo in Rotterdam. Per jaar komt de Klankbordgroep drie à vier keer bijeen voor een themabijeenkomst. Deze bijeenkomsten leiden tot verdere verbetering van het Wmobeleid en toezicht op de uitvoering ervan. Twee leden van de Klankbordgroep Wmo stellen zich graag uitgebreider aan u voor.
44
45 45
Heili Bassa, directeur van Pluspunt, expertisecentrum voor senioren en
Remie Bhugwansing, adviseur Centrum Maatschappelijke
‘Mijn deelname aan de Klankbordgroep is vanuit een praktisch idee. Er is een grote groep mensen die te maken heeft met de Wmo en zij moeten een stem hebben. Ik spreek vanuit mijn werk voornamelijk voor de groep senioren in Rotterdam. Het is belangrijk dat zij goed geïnformeerd zijn over de Wmo. Ze moeten weten wat de wet voor hen kan betekenen, maar ook wat zij binnen die wet zélf voor anderen kunnen betekenen. Voor mede-senioren, maar ook voor andere generaties, zoals de jeugd. In de Klankbordgroep breng ik dan ook in dat ouderen misschien kwetsbaar zijn, maar ook heel veel te bieden hebben.
‘In mijn werk adviseer ik de gemeenten en grote maatschappelijke organisaties in Zuid-Holland op het gebied van de veranderingen binnen de Wmo. Bijvoorbeeld hoe organisaties zoals Thuiszorg cliënten goed kunnen uitleggen dat zij eerst hulp binnen hun eigen netwerk moeten zoeken voordat ze eventueel aanspraak kunnen maken op hulp. In de Klankbordgroep heb ik de rol van bemiddelaar tussen de (kleine) lokale migrantengroepen en de lokale overheid.
participatie. Het doel van Pluspunt is het stimuleren van deelname van senioren aan de samenleving. Pluspunt geeft advies, ontwikkelt projecten en methodieken en organiseert trainingen en cursussen.
In vrijwilligerswerk en mantelzorg spelen senioren bijvoorbeeld een grote rol. Dit is een stuk zingeving aan hun eigen leven en dat van anderen. Als Klankbordgroep waken we er voor dat die o zo belangrijke Rotterdamse vrijwilligers en ook mantelzorgers niet op de stoel van professionals worden gezet. We willen voorkomen dat zij zo’n zware verantwoording krijgen. Daarnaast is er nog de kwestie van waardering. Als je wilt dat mensen vrijwilligerswerk doen en mantelzorger zijn, moet je daar als stad regelmatig je waardering voor laten blijken. Áls Klankbordgroep zijn wij een soort van vinger aan de pols. Wat is voor de mensen die met de Wmo in aanraking komen belangrijk? Wat heeft het beleid voor invloed op hun leven? Daarom nodigen wij ze tijdens de themabijeenkomsten ook uit om ons te vertellen waar zij knelpunten zien’
Ontwikkeling (CMO) Stimulans In de regio Rijnmond en Zuid-Holland Zuid adviseert, ondersteunt en begeleidt CMO Stimulans gemeenten, algemene instellingen en maatschappelijke organisaties bij de uitvoering van het integratie- en inburgeringsbeleid.
Ik wil er voor zorgen dat deze kwetsbare groepen in onze samenleving mee kunnen denken over het Wmo-beleid. Hiervoor moet misschien extra inspanning worden geleverd. Bijvoorbeeld letterlijk zorgen dat zij vervoer hebben naar de themabijeenkomst of dat er een tolk aanwezig is. De Wmo zet in op het deelnemen van álle Rotterdammers aan onze maatschappij. Daaruit voortvloeiend richt de uitvoering van de wet zich op een sterk vrijwilligersbeleid. Migranten kunnen daar zeker hun steentje aan bijdragen. Binnen de migrantengroepen is er een grote vijver van potentiële vrijwilligers. Het is belangrijk dat het Rotterdamse maatschappelijk middenveld zich bindt aan de Klankbordgroep. De Klankbordgroep moet een goede afspiegeling zijn van de organisaties en groepen die te maken hebben met de Wmo. In Rotterdam zijn er veel mensen waarvoor de basisvoorzieningen niet voldoende zijn. Zij hebben de ondersteuning vanuit de Wmo nodig. Als Klankbordgroep kunnen wij ze vertegenwoordigen, betrekken en invloed laten uitoefenen. Het is belangrijk hun stem te laten horen.’
46
47
48
Gemeente Rotterdam, juni 2011 Zelfredzaamheid is de basis Meerjarenplan Wmo 2010-2014 publieksversie Dit verslag is een coproductie van de bij de Wmo betrokken Rotterdamse diensten en deelgemeenten Redactie: Jeugd, Onderwijs en Samenleving i.s.m. Communicatiediensten (Servicedienst) Vormgeving en concept: Manon Jamin Fotografie: Jan van der Ploeg Rotterdam Image Bank
© 2011