MEDUMAT Standard2 Beademingsapparaat Gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Gebruik volgens de voorschriften ................................................... 5
1.2
Kwalificatie van exploitant/gebruiker ............................................. 6
1.3
Contra-indicaties ........................................................................... 6
1.4
Bijwerkingen ................................................................................. 6
Veiligheid
7
2.1
Veiligheidsaanwijzingen ................................................................ 7
2.2
Algemene aanwijzingen .............................................................. 15
2.3
Waarschuwingen in dit document ................................................ 16
3
Beschrijving
17
3.1
Overzicht .................................................................................... 17
3.2
Bedieningsveld ............................................................................ 18
3.3
Display ........................................................................................ 19
3.4
Symbolen in het display ............................................................... 21
3.5
Componenten ............................................................................. 24
3.6
Accessoires ................................................................................. 27
3.7
Optionele functies ....................................................................... 28
3.8
Markeringen en symbolen ........................................................... 29
4
NL
5
1.1
2
2
Inleiding
Voorbereiding en bediening
35
4.1
Apparaat monteren ..................................................................... 35
4.2
Energievoorziening aansluiten ..................................................... 35
4.3
Accu gebruiken ........................................................................... 36
4.4
Componenten aansluiten ............................................................. 40
4.5
Apparaat inschakelen .................................................................. 44
4.6
Apparaat uitschakelen ................................................................. 45
4.7
Patiënt beademen ....................................................................... 45
4.8
Patiënt bewaken ......................................................................... 59
4.9
Akoestische alarmuitvoer ............................................................. 60
4.10
Apparaat transporteren ............................................................... 61
4.11
Zuurstof op gang brengen ........................................................... 61
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
1
Inhoudsopgave
4.12
Na het gebruik ............................................................................ 65
4.13
Slangsysteem voor meermalig gebruik demonteren/monteren ....... 65
5
68
In het gebruikersmenu navigeren ................................................. 68
5.2
Structuur van het gebruikersmenu ............................................... 70
5.3
Instellingen in het gebruikersmenu .............................................. 71
6 6.1
Beschrijving van de modi
86
Rangschikking van de beademingsmodi ....................................... 86
6.2
Beademingsparameters ............................................................... 87
6.3
Beademingsmodi ......................................................................... 88
6.4
Extra functies .............................................................................. 93
7
Hygiënische zuivering
95
7.1
Algemene aanwijzingen .............................................................. 95
7.2
Termijnen .................................................................................... 96
7.3
Hygiënsche zuivering van het apparaat ........................................ 96
7.4
Hygiënsche zuivering van het slangsysteem voor meermalig gebruik ...................................................................... 98
7.5
Meetslangsysteem desinfecteren .................................................. 99
8
Functiecontrole
101
8.1
Termijnen .................................................................................. 101
8.2
Functiecontrole voorbereiden ..................................................... 101
8.3
Functiecontrole uitvoeren .......................................................... 102
8.4
Geslaagde functiecontrole met onderhoudsaanwijzing ............... 106
8.5
Niet geslaagde functiecontrole .................................................. 108
8.6
Slangsysteem voor meermalig gebruik controleren ..................... 109
8.7
Dichtheid van het systeem controleren ....................................... 110
8.8
Lekkages van het systeem verhelpen .......................................... 110
9 WM 68015a 11/2013
Menu-instellingen
5.1
Alarmen en storingen
112
9.1
Alarmmeldingen ........................................................................ 113
9.2
Storingen .................................................................................. 116
10 10.1
Onderhoud
118
Algemene aanwijzingen ............................................................ 118 MEDUMAT Standard2
NL
3
Inhoudsopgave
10.2
Termijnen .................................................................................. 118
10.3
Slangsysteem voor meermalig gebruik onderhouden .................. 119
10.4
Apparaatingangsfilter vervangen ............................................... 120
11
Opslag en afvalverwijdering
122
11.1
Opslag ...................................................................................... 122
11.2
Afvalverwijdering ...................................................................... 123
12
Bijlage
124
Technische gegevens ................................................................. 124
12.2
Berekening van het lichaamsgewicht via de lengte ..................... 134
12.3
Geëxporteerde logbestanden ..................................................... 135
12.4
Omvang van de levering ............................................................ 137
12.5
Garantie ................................................................................... 139
12.6
Conformiteitsverklaring ............................................................. 139
WM 68015a 11/2013
12.1
4
NL
MEDUMAT Standard2
1 Inleiding
1
Inleiding 1.1 Gebruik volgens de voorschriften MEDUMAT Standard2 is een automatisch zuurstof-beademingsapparaat met bewakingsfuncties van respiratorische grootheden. MEDUMAT Standard2 dient voor de behandeling van kleine kinderen, kinderen en volwassen met een uitgevallen of onvoldoende spontane ademhaling. Het apparaat kan worden gebruikt voor invasieve en non-invasieve-beademing. MEDUMAT Standard2 beschikt over beademingsmodi voor gecontroleerde, geassisteerde en handmatige beademing. Bovendien maakt het apparaat zuurstofinhalatie en preoxygenatie mogelijk. Bij een volumegecontroleerde beademing zijn beademingsvolumes vanaf 50 ml mogelijk. Het apparaat is niet geschikt voor de beademing van pasgeborenen. Toepassingsgebied Noodgeval: •
voor reanimatie op de plaats van het noodgeval
•
voor langduriger gebruik bij een noodsituatie die langer duurt
•
voor ondersteunende inleiding van een narcose (TIVA: totaal intraveneuze anesthesie)
Toepassingsgebied Transport: •
voor hulpverlening op de grond, op het water en in de lucht
•
tussen de kamers en afdelingen van een ziekenhuis
•
tussen een ziekenhuis en andere plekken (secundair transport)
WM 68015a 11/2013
MEDUMAT Standard2 is ook geschikt voor behoedzame beademing van patiënten onder narcose (TIVA: totaal intraveneuze anesthesie).
MEDUMAT Standard2
NL
5
1 Inleiding
1.2 Kwalificatie van exploitant/gebruiker MEDUMAT Standard2 mag uitsluitend worden gebruikt door personen die een medische opleiding en instructie in de beademingstechniek hebben gekregen. Als exploitant of gebruiker moet u vertrouwd zijn met de bediening van dit medische hulpmiddel. Neem goed nota van de wettelijke eisen voor gebruik en toepassing (in Duitsland met name de 'Medizinprodukte-Betreiberverordnung'). Principieel advies: laat u door een door WEINMANN Emergency geautoriseerde persoon adequaat instrueren in de hantering, toepassing en het gebruik van dit medische hulpmiddel.
1.3 Contra-indicaties Mogelijke contra-indicaties voor beademing zijn: •
hoog risico op een barotrauma
•
pneumothorax of pneumomediastinum
1.4 Bijwerkingen Mogelijke bijwerkingen van een beademing zijn: atrofiëren van de ademhalingsspieren
•
uitdroging van de luchtwegen
•
gastro-intestinale luchtinsufflatie bij maskerbeademing
WM 68015a 11/2013
•
6
NL
MEDUMAT Standard2
2 Veiligheid
2
Veiligheid 2.1 Veiligheidsaanwijzingen Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zij is bestanddeel van het beschreven apparaat en moet te allen tijde beschikbaar zijn. Gebruik het apparaat uitsluitend voor het beschreven toepassingsdoel (zie „1.1 Gebruik volgens de voorschriften“, pagina 5). Neem voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw patiënt en conform de eisen van de richtlijn 93/42/EEG goed nota van de volgende veiligheidsaanwijzingen.
2.1.1 Omgang met het apparaat
WM 68015a 11/2013
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftiging door gebruik van het apparaat in een toxische atmosfeer! Wanneer het apparaat in een toxische atmosfeer wordt gebruikt, kan het toxische gassen uit de omgevingslucht aanzuigen. Deze toxische gassen kunnen in de longen van de patiënt komen en deze vergiftigen. Gebruik het apparaat niet in een toxische atmosfeer. Gevaar voor infectie door gebruik van het apparaat in een besmette atmosfeer! Wanneer het apparaat in een besmette atmosfeer wordt gebruikt, kan het besmette of geïnfecteerde omgevingslucht aanzuigen en de patiënt letsel toebrengen. Gebruik het apparaat niet in een besmette atmosfeer. Gevaar voor letsel door gebruik van het apparaat in een stoffige atmosfeer! Wanneer het apparaat in een stoffige atmosfeer wordt gebruikt, kan het stof en verontreinigingen uit de omgevingslucht aanzuigen. Stof en verontreinigingen kunnen in de longen van de patiënt komen en deze letsel toebrengen. Gebruik het apparaat uitsluitend met een apparaatingangsfilter. Vervang de apparaatingangsfilter na gebruik in een zeer stoffige atmosfeer. MEDUMAT Standard2
NL
7
Explosiegevaar door gebruik van het apparaat op plekken waar ontploffingsgevaar heerst! Ontvlambare gassen en narcosemiddelen kunnen leiden tot spontane explosies en zodoende tot letsel bij de patiënt, de gebruiker en omstanders. Gebruik het apparaat niet in samenhang met ontvlambare gassen of gasvormige narcosemiddelen. Gevaar voor letsel door geïnfecteerd apparaat! Een geïnfecteerd apparaat of een geïnfecteerde apparaatingangsfilter kan infecties overbrengen naar de volgende patiënt en deze letsel toebrengen. Vervang na elk infectietransport met Air Mix-modus de apparaatingangsfilter. Gebruik het apparaat uitsluitend met een apparaatingangsfilter. Controleer de apparaatingangsfilter vóór gebruik en vervang deze indien nodig. Gevaar voor letsel door functiestoringen van het apparaat of de componenten! Een beschadigd apparaat of beschadigde componenten kunnen de patiënt, de gebruiker of omstanders letsel toebrengen. Gebruik apparaat en componenten uitsluitend, wanneer deze uitwendig geen beschadigingen vertonen. Gebruik apparaat en componenten uitsluitend, wanneer de functiecontrole met succes werd voltooid. Gebruik het apparaat uitsluitend, wanneer het display functioneert. Houd een alternatieve mogelijkheid voor beademing bij de hand. Gevaar voor letsel door verstopte of geblokkeerde pneumatische verbindingen in het apparaat! Bij de toevoer van zuurstof via niet juist gereinigde of vochtige centrale gasinstallaties (CGI) kunnen de pneumatische verbindingen in het apparaat door verontreinigingen of deeltjes verstopt raken of vocht trekken. Gebruik het apparaat uitsluitend op gereinigde en droge centrale gasinstallaties (CGI).
8
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
2 Veiligheid
2 Veiligheid
WM 68015a 11/2013
Gevaar voor letsel bij uitval van het apparaat door geblokkeerde aanzuigsleuven bij de apparaatingangsfilter! Geblokkeerde aanzuigsleuven bij de apparaatingangsfilter kunnen de patiënt bij een uitval van het apparaat door te hoge drukken letsel toebrengen en het zelfstandig ademen van de patiënt verhinderen. Houd de aanzuigsleuven van de apparaatingangsfilter altijd vrij. Gevaar voor letsel door vonkvorming bij defibrillatie in combinatie met zuurstof en brandbare materialen! Bij gelijktijdig gebruik van beademingsapparaat en defibrillator kunnen er bij defibrillatie in een met zuurstof verrijkte atmosfeer en in aanwezigheid van brandbare materialen (bijv. textiel) in verbinding met vonkvorming door de defibrillatie explosies en brand ontstaan, die de patiënt, de gebruiker of omstanders letsel kunnen toebrengen. Gebruik bij de defibrillatie uitsluitend plakelektroden of let erop dat het uit het uitademventiel stromende zuurstof-luchtmengsel niet in de richting van het bovenlichaam van de patiënt kan ontsnappen. Gevaar voor letsel door afgedekte alarmmelders! Door een afgedekt alarmlampje, een afgedekte luidspreker en een afgedekt display kan de gebruiker alarmen niet opmerken en niet op gevaarlijke situaties reageren. Dit kan leiden tot letsel bij de patiënt. Houd alarmmelders (alarmlampje, luidspreker en display) altijd vrij. Gebruik het apparaat niet in een gesloten tas. Gevaar voor letsel door fout toegediend volume in hyperbare omgevingen! Het gebruik van het apparaat in hyperbare omgevingen (drukkamers) leidt tot fout toegediende volumes en kan de patiënt letsel toebrengen. Gebruik het apparaat niet in hyperbare omgevingen.
MEDUMAT Standard2
NL
9
2 Veiligheid
Voorzichtig
10
NL
Gevaar voor letsel door elektrische schok bij aanraken van het apparaat! Op het apparaat aangesloten accessoires kunnen een spanning bij het apparaat veroorzaken. Deze kan bij aanraken van het apparaat leiden tot een elektrische schok en de gebruiker letsel toebrengen. Gebruik uitsluitend accessoires van WEINMANN Emergency. Gevaar voor letsel door drukschommelingen bij het gebruik van apparaten van de WEINMANN Emergency-serie MODUL! Wanneer het apparaat samen met apparaten van de WEINMANN Emergency-serie MODUL wordt gebruikt, kan de door apparaten van de WEINMANN Emergency-serie MODUL opgeëiste flow leiden tot drukschommelingen bij het apparaat. Gebruik apparaat en apparaten van de WEINMANN Emergency-serie MODUL uitsluitend in de door WEINMANN Emergency goedgekeurde combinaties. Therapievertraging door storingen vanwege elektrische en magnetische velden! Elektrische en magnetische velden kunnen de werkwijze van het apparaat belemmeren en de therapie vertragen. Houd veiligheidsafstanden tot mobiele telefoons, radiozendinstallaties en röntgenapparatuur aan.
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Gevaar voor letsel door gebruik van het apparaat buiten de voorgeschreven omgevingscondities! Het gebruik van het apparaat buiten de voorgeschreven omgevingscondities kan leiden tot niet aangehouden toleranties en tot uitval van het apparaat en kan de patiënt letsel toebrengen. Gebruik het apparaat uitsluitend binnen de voorgeschreven omgevingscondities (zie „12.1.1 Technische gegevens apparaat“, pagina 118). Gevaar voor letsel door hergebruik van wegwerpartikelen! Wegwerpartikelen zijn bestemd voor eenmalig gebruik. Hergebruikte wegwerpartikelen kunnen besmet en/of in hun werking belemmerd zijn en zodoende tot letsel bij de patiënt leiden. Gebruik wegwerpartikelen niet opnieuw.
2 Veiligheid Opmerking
Materiële schade door binnendringende vloeistoffen! Het apparaat is conform IP54 beschermd tegen spatwater. Dit geldt alleen, wanneer de accu zich in het accuvak bevindt. Binnendringende vloeistoffen kunnen het apparaat, componenten en accessoires beschadigen. Dompel apparaat, componenten en accessoires niet in vloeistoffen. Reinig het accuvak voorzichtig, zodat geen vloeistoffen in het apparaat komen.
WM 68015a 11/2013
2.1.2 Energievoorziening Waarschuwing
Gevaar voor letsel door ontbrekende, ontladen of defecte accu! Een ontbrekende, ontladen of defecte accu verhindert de therapie. Gebruik het apparaat altijd met geladen accu. Houd een alternatieve mogelijkheid voor beademing bij de hand. Verhinderde therapie door defecte netkabel of defecte voedingseenheid! Een defecte netkabel of een defecte voedingseenheid verhindert het laden van de accu in het apparaat en zodoende de paraatheid van het apparaat. Controleer netkabel en voedingseenheid regelmatig. Gebruik het apparaat altijd met geladen accu. Houd een alternatieve mogelijkheid voor beademing bij de hand. Gevaar voor letsel door elektrische schok bij de aansluiting van een verkeerde voedingseenheid op de netvoeding! De voedingseenheid bevat een veiligheidsvoorziening tegen elektrische schok. Gebruik van een niet-originele voedingseenheid kan leiden tot letsel bij de gebruiker. Gebruik het apparaat uitsluitend met de door WEINMANN Emergency aanbevolen voedingseenheid op de netvoeding.
Voorzichtig
Gevaar voor letsel door elektrische schok bij het aanraken van de contacten in het accuvak! De contacten in het accuvak staan onder spanning. Het aanraken van de contacten kan leiden tot letsel. Raak de contacten in het accuvak niet aan.
MEDUMAT Standard2
NL
11
2 Veiligheid
2.1.3 Omgang met het patiëntslangsysteem Waarschuwing
Gevaar voor letsel door besmet of geïnfecteerd patiëntslangsysteem! Een patiëntslangsysteem dat is besmet of geïnfecteerd door geen of een verkeerd uitgevoerde hygiënische zuivering, kan besmettingen of infecties overbrengen naar de volgende patiënt en deze letsel toebrengen. Zuiver slangsystemen voor eenmalig gebruik niet opnieuw. Zuiver slangsystemen voor meermalig gebruik correct en hygiënisch (zie „7.3 Hygiënsche zuivering van het apparaat“, pagina 90).
Waarschuwing
12
NL
Gevaar voor letsel door ontbrekende bewaking van de patiënt! Als de patiënt tijdens de beademing niet onder toezicht staat, kunnen vertraagde reacties van het medisch personeel op alarmen en storingen leiden tot ernstig letsel bij de patiënt. Bewaak patiënten tijdens de beademing altijd. Reageer direct op alarmen en storingen en op een verslechtering van de toestand van de patiënt. Gevaar voor vergiftiging door een te hoge concentratie zuurstof bij de beademing! Hoog geconcentreerde zuurstof kan bij te lang gebruik en afhankelijk van de leeftijd van de patiënt de patiënt vergiftigen. Beadem patiënten niet te lang met hoog geconcentreerde zuurstof. Pas de toediening van zuurstof aan de leeftijd van de patiënt aan. Gevaar voor letsel door te hoge of te lage luchtwegdrukken! Te hoge of te lage luchtwegdrukken kunnen de patiënt letsel toebrengen. Controleer de correcte beademing op de getoonde manometer op het display. Pas de drukbegrenzing (Pmax) aan de aangesloten patiënt aan.
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
2.1.4 Beademing
2 Veiligheid Voorzichtig
Gevaar voor letsel door gebruik van het apparaat met perslucht! Bij gebruik met perslucht dient het apparaat te grote volumes en een te geringe zuurstofconcentratie toe. Dit kan bij de patiënt leiden tot een volutrauma en hypoxie. Gebruik het apparaat uitsluitend met medische zuurstof. Gevaar voor letsel door uitdroging van de luchtwegen! Een te lange beademing met het apparaat kan de luchtwegen van de patiënt uitdrogen en de patiënt letsel toebrengen. Gebruik het apparaat niet voor langdurige beademing. Gevaar voor letsel door afgedekt patiëntventiel! Door de ligging van de patiënt kan het patiëntventiel afgedekt en in zijn werking belemmerd worden. Houd het patiëntventiel altijd vrij. Gevaar voor letsel door niet in aanmerking genomen dood volume! De patiëntslangsystemen voor het apparaat hebben verschillende dode volumes. Vooral bij de beademing van kleine kinderen met zeer kleine tidale volumes kan er bij een niet in aanmerking genomen dood volume onvoldoende beademing ontstaan. Neem het dode volume bij het kiezen van de beademingsparameters in aanmerking.
2.1.5 Omgang met zuurstof
WM 68015a 11/2013
Waarschuwing
Brandgevaar door het gebruik van zuurstof in combinatie met brandbare stoffen! Zuurstof in combinatie met brandbare stoffen kan leiden tot spontane explosies. Bij onvoldoende ventilatie kan de omgeving (bijv. kleding, haren, beddengoed) worden verrijkt met zuurstof en dit kan leiden tot letsel bij de patiënt, de gebruiker en omstanders. Rook niet. Gebruik geen open vuur. Zorg voor voldoende ventilatie. Houd apparaat en schoefverbindingen vrij van olie en vet. Sluit de SD-kaartafdekking na het plaatsen en wegnemen van de SD-kaart altijd weer.
MEDUMAT Standard2
NL
13
2 Veiligheid Gevaar voor letsel door het ontsnappen van zuurstof uit beschadigde zuurstofflessen of drukregelaars! Uit beschadigde zuurstofflessen of drukregelaars kan zuurstof ongecontroleerd ontsnappen. Dit kan leiden tot explosies en de patiënt, de gebruiker en omstanders letsel toebrengen. Draai alle schroefverbindingen op de zuurstoffles en op de drukregelaar alleen met de hand vast. Beveilig de zuurstoffles tegen omvallen. Brandgevaar door onvoldoende ventilatie in een met zuurstof verrijkte omgeving! Bij onvoldoende ventilatie kan de omgeving worden verrijkt met zuurstof en dit kan leiden tot brand. Dit kan de patiënt, de gebruiker en omstanders letsel toebrengen. Zorg voor voldoende ventilatie. Gevaar voor letsel door lege zuurstoffles! Een lege zuurstoffles verhindert de beademing en kan de patiënt letsel toebrengen. Houd een gevulde zuurstoffles bij de hand. Houd een alternatieve mogelijkheid voor beademing bij de hand. Materiële schade door corrosie! In helemaal lege zuurstofflessen kan vochtige omgevingslucht binnendringen en leiden tot corrosie. Maak zuurstofflessen niet helemaal leeg. Materiële schade door drukstoten op koppelstukken. Te snel openen van het ventiel op de zuurstoffles kan leiden tot drukstoten op het koppelstuk. Open het ventiel van de zuurstoffles altijd langzaam.
WM 68015a 11/2013
Opmerking
14
NL
MEDUMAT Standard2
2 Veiligheid
2.2 Algemene aanwijzingen Het gebruik van producten van derden kan tot het uitvallen van functies en een beperkte gebruiksgeschiktheid leiden. Bovendien kunnen de eisen aan de bio-compatibiliteit eventueel niet zijn vervuld. Houd er rekening mee dat in deze gevallen elke aanspraak op garantie en aansprakelijkheid vervalt als de in de gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires niet of geen originele reserveonderdelen gebruikt zijn. Artikelen van derden kunnen het uitgestraald vermogen verhogen of de immuniteit verlagen.
•
Laat maatregelen zoals reparatie- en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren door de fabrikant WEINMANN Emergency of door geschoold personeel dat door de fabrikant uitdrukkelijk werd geautoriseerd.
•
Laat modificaties van het apparaat uitsluitend uitvoeren door de fabrikant WEINMANN Emergency of door geschoold personeel dat door de fabrikant uitdrukkelijk werd geautoriseerd.
•
Elke constructieve verandering van het apparaat kan leiden tot een gevaar voor de patiënt en gebruiker en is niet toegestaan.
•
Het apparaat is middels een gekleurd zegelloodje op de achterkant van de behuizing beveiligd tegen openen door onbevoegden. Let erop dat bij beschadiging van het zegelloodje alle aanspraak op garantie vervalt.
•
Neem voor het vermijden van een infectie of bacteriële besmetting goed nota van het hoofdstuk over hygiënische zuivering (zie hoofdstuk „Hygiënische zuivering“).
•
Neem ook goed nota van de gebruiksaanwijzingen van het apparaat, de componenten en de accessoires.
•
Voer vóór elk gebruik een functiecontrole uit (zie „8 Functiecontrole“, pagina 95).
WM 68015a 11/2013
•
MEDUMAT Standard2
NL
15
2 Veiligheid
2.3 Waarschuwingen in dit document Waarschuwingen duiden op informatie die relevant is voor de veiligheid. U vindt waarschuwingen binnen het verloop van een handeling vóór een handelingsstap die een gevaar voor personen of voorwerpen bevat. Waarschuwingen bestaan uit •
het waarschuwingssymbool (pictogram)
•
een signaalwoord voor aanduiding van het gevaarniveau
•
informatie over het gevaar en
•
instructies voor het vermijden van het gevaar.
De waarschuwingen verschijnen afhankelijk van de mate van gevaar in drie gevaarniveaus:
WM 68015a 11/2013
Gevaar! Duidt op een buitengewoon grote gevaarlijke situatie. Wanneer u deze aanwijzing niet in acht neemt, leidt dit tot ernstig irreversibel letsel of dood. Waarschuwing! Duidt op een buitengewoon grote gevaarlijke situatie. Wanneer u deze aanwijzing niet in acht neemt, kan dit leiden tot ernstig irreversibel of dodelijk letsel. Voorzichtig! Duidt op een gevaarlijke situatie. Wanneer u deze aanwijzing niet in acht neemt, kan dit leiden tot licht of matig letsel. Let Op! Duidt op een schadelijke situatie! Wanneer u deze aanwijzing niet in acht neemt, kan dit leiden tot materiële schade. Duidt op nuttige aanwijzingen binnen het verloop van een handeling.
16
NL
MEDUMAT Standard2
3 Beschrijving
3
Beschrijving 3.1 Overzicht 1
3
2
4
5
6
7
8
ER FILT
12
11
10
9
3-1 Apparaat
WM 68015a 11/2013
Nr.
Benaming 1
Display
2
Service-afdekking
3 4 5 6 7
Alarmlampje Aansluiting voor MEDUtrigger Filtervak met apparaatingangsfilter Accuvak met accu Aansluiting voor spanningsvoorziening
8
Persgasaansluiting
9 10
SD-kaartsleuf Luidspreker
Beschrijving Toont instellingen en actuele waarden (zie „3.4 Symbolen in het display“, pagina 21). Dient voor servicedoeleinden. Mag uitsluitend worden geopend door de fabrikant of door personen die door de fabrikant zijn geautoriseerd. Geeft alarmen van hoge prioriteit optisch aan. Verbindt het apparaat met de MEDUtrigger. Bevat de apparaatingangsfilter. Bevat de accu. Verbindt het apparaat met de spanningsvoorziening. Dient voor de aansluiting van de zuurstofvoorziening (bijv. een zuurstoffles). Bevat een SD-kaart. Laat alarmen en metronoomgeluiden akoestisch horen. MEDUMAT Standard2
NL
17
3 Beschrijving Nr.
Benaming
11
Aansluiting voor meetslangsysteem
12
Aansluiting voor beademingsslang
Beschrijving Verbindt het apparaat met het meetslangsysteem van het patiëntslangsysteem. Verbindt het apparaat met de beademingsslang van het patiëntslangsysteem.
3.2 Bedieningsveld 1 2 3 4 5 6
7
8
Nr. 1
Benaming Aanduiding netvoeding
2
Aanduiding accustatus
3
Alarm-uit-toets
18
NL
MEDUMAT Standard2
Beschrijving Geeft aan of het apparaat via het net wordt gevoed. • Brandt groen: de accu is vol of deze wordt niet geladen, omdat deze vol of buiten het laadtemperatuurbereik is. • Knippert groen: de accu wordt geladen. • Brandt rood: de accu is defect of bevindt zich niet in het apparaat. • Brandt niet: het apparaat werkt met de accu en wordt niet via het net gevoed. Schakelt het alarm gedurende 120 s stil.
WM 68015a 11/2013
3-2 Bedieningselementen
3 Beschrijving Nr.
Benaming 4
Menutoets
5
Air Mix-toets
6 7
CPR-toets Aan/uit-toets
8
Navigatieknoppen
Beschrijving Biedt toegang tot het menu, tot de beademingsmodi en tot het gebruikersmenu. Schakelt om tussen Air Mix-modus en No Air Mixmodus. Activeert of deactiveert de CPR-modus. Schakelt het apparaat in of uit. • Hiermee kunnen waarden voor beademingsparameters worden gekozen. • Bevestigen voor beademingsparameters gekozen waarden.
3.3 Display 3.3.1 Startmenu 1
2
3
4 5
6
7 8 9
WM 68015a 11/2013
3-3 Display in het startmenu
Nr. 1
Benaming Accustatus
2
Alarm
Beschrijving Geeft de accustatus aan. Geeft aan of de akoestische alarmuitvoer actief of uitgeschakeld is. MEDUMAT Standard2
NL
19
3 Beschrijving Nr.
5 6
Benaming Tijd 100% O2 Air Mix Aanduiding beademingsmodus Noodgevalmodi
7
Laatste patiënt
8
Nieuwe patiënt
9
Functiecontrole
3 4
Beschrijving Geeft de actuele tijd aan. Geeft aan of de 100% O2-modus of de Air Mix-modus is geactiveerd. Geeft de actueel gekozen beademingsmodus aan. Biedt toegang tot de noodgevalmodi Biedt toegang tot de noodgevalmodus en de ingestelde beademingsparameters van de laatst beademde patiënt. Biedt toegang tot de instellingen voor een nieuwe patiënt. Biedt toegang tot de functiecontrole.
3.3.2 Beademingsmodus 1
2
3
4 5 6
13
12
7 8 9 11
10
Nr. 1
Benaming Accustatus
2
Alarm
3
Tijd
20
NL
MEDUMAT Standard2
Beschrijving Geeft de accustatus aan. Geeft aan of de akoestische alarmuitvoer actief of uitgeschakeld is. Geeft de actuele tijd aan.
WM 68015a 11/2013
3-4 Display in de beademingsmodus IPPV
3 Beschrijving Nr. 4 5 6 7 8
9
10 11
12
13
Benaming 100% O2 Air Mix Aanduiding beademingsmodus
Beschrijving Geeft aan of de 100% O2-modus of de Air Mix-modus is geactiveerd. Geeft de actueel gekozen beademingsmodus aan. Geeft de inspiratietijd aan. Inspiratietijd Als een alarm wordt aangegeven, dan vervalt deze aanduiding. Noodgevalmodi Biedt toegang tot de noodgevalmodi. Geeft de maximale drukbegrenzing van de inspiratiedruk aan. Drukbegrenzing (Pmax) Maakt de instelling van de maximale drukbegrenzing mogelijk. Geeft de positieve eindexpiratorische druk aan. Positieve eindexpiratorische druk (PEEP) Maakt de instelling van de positieve eindexpiratorische druk mogelijk. Geeft de beademingsfrequentie aan. Frequentie Maakt de instelling van de beademingsfrequentie mogelijk. Geeft het tidaal volume aan. Tidaal volume (Vt) Maakt de instelling van het tidaal volume mogelijk. Geeft het beademingsverloop aan. Geeft Pmax als rode lijn aan. Manometer Geeft de maximale luchtwegdruk die actueel wordt ingesteld, als groene lijn aan. Geeft het voorberekende minuutvolume aan. Minuutvolume Als een alarm wordt aangegeven, dan vervalt deze aanduiding.
3.4 Symbolen in het display Symbool
Benaming
Beschrijving Akoestische alarmuitvoer actief
WM 68015a 11/2013
Alarmsymbool
Akoestische alarmuitvoer gedurende 120 s uitgeschakeld (uitzondering: alarm voedingsdruk < 2,7 bar)
MEDUMAT Standard2
NL
21
3 Beschrijving Symbool
Benaming
Beschrijving Accustatus > 90% Accustatus ca. 60%-90% Accustatus ca. 40%-60% Accustatus ca. 10%-40% Accustatus < 10%
Accustatussymbool
Accu leeg Op het display verschijnt Accu leeg en het apparaat meldt: Accu leeg. Het apparaat kan nog precies 15 minuten lang worden gebruikt. • Accu is defect. of • Accu is niet aanwezig. of • Accu heeft niet de geschikte temperatuur. Groene pijl: accu bezig met opladen
ᅛ ᅟ
Apparaat gereed voor gebruik Apparaat niet gereed voor gebruik Functiecontrolesymbool
Fout vastgesteld bij functiecontrole
Onderhoudsinterval overschreden.
22
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Goed nota nemen van de gebruiksaanwijzing.
3 Beschrijving Symbool
Benaming
Beschrijving Metronoomgeluid in CPR-modus is ingeschakeld. Metronoomgeluid in CPR-modus is uitgeschakeld.
CPR RSI
Beademingsmodisymbolen
Tijd die het apparaat zich in de CPR-modus bevindt. Tijd die het apparaat zich in de RSI-modus bevindt. Tijd sinds de laatste beademingsslag Instelling voor geïntubeerde patiënten (continue hartdrukmassage) Noodgevalmodus klein kind
Noodgevalmodi-symbolen Noodgevalmodus kind
WM 68015a 11/2013
Noodgevalmodus volwassene
MEDUMAT Standard2
NL
23
3 Beschrijving
3.5 Componenten 3.5.1 Overzicht 1
2
3
7
6
5
4
Nr.
Benaming 1
Patiëntslangsysteem
2 3 4
Apparaatingangsfilter Inhalatie-adapter Beademingsmasker
5
SD-kaart
6
Testzak
7
Accu
24
NL
MEDUMAT Standard2
Beschrijving Dient de patiënt het inspiratiegas via een masker of een tube toe (zie „3.5.2 Patiëntslangsysteem“, pagina 25). Filtert de uit de omgeving aangezogen lucht. Maakt een inhalatie mogelijk. Verbindt het patiëntslangsysteem met de patiënt. Dient voor het uitlezen van inzetgegevens en logbestanden en het updaten van de apparaatsoftware. Simuleert bij de functiecontrole een beademde patiënt. Maakt de mobiele stroomvoorziening mogelijk en kan indien nodig worden gewisseld.
WM 68015a 11/2013
3-5 Componenten
3 Beschrijving
3.5.2 Patiëntslangsysteem 14
15
13 1
12
2
3
11
10
9
8
7
6
5
4
WM 68015a 11/2013
3-6 Patiëntslangsysteem en patiëntventiel
Nr. Benaming Beschrijving Patiëntventiel (slangsysteem voor meermalig gebruik) Produceert samen met het PEEP-regelmembraan een 1 Regeldeksel drukkamer voor de PEEP-regeling. 2 Aansluiting voor PEEP-regelslang Verbindt het patiëntventiel met de PEEP-regelslang. Produceert samen met het regeldeksel een drukkamer 3 PEEP-regelmembraan voor de PEEP-regeling. Biedt een aansluiting voor een masker, een tube of het 4 Basishuis bochtstuk. 5 Aansluiting voor drukmeetslang Verbindt het patiëntventiel met de drukmeetslang. Door het terugslagklep-membraan stroomt het 6 Terugslagklep-membraan ademgas alleen in richting van de patiënt. Er vindt geen terugademing plaats. Verbindt het patiëntventiel met de beademingsslang 7 Opname voor terugslagklep-membraan en bevat het terugslagklep-membraan.
MEDUMAT Standard2
NL
25
3 Beschrijving
WM 68015a 11/2013
Nr. Benaming Beschrijving Patiëntslangsysteem (slangsysteem voor meermalig gebruik/slangsysteem voor eenmalig gebruik) Verbindt het patiëntventiel met het masker/de tube en 8 Bochtstuk kan worden weggenomen. 9 Patiëntventiel Schakelt om tussen inspiratie en expiratie. Door de beademingsslang stroomt het ademgas van 10 Beademingsslang het apparaat naar het patiëntventiel. Beschermt de beademingsslang tegen vervuiling en 11 Slangbeschermhoes beschadiging. 12 Drukmeetslang Meet de beademingsdruk bij de patiënt. Via de PEEP-regelslang regelt het apparaat het 13 PEEP-regelslang patiëntventiel en de PEEP. Verbindt het meetslangsysteem (PEEP-regelslang en 14 Aansluitstekker meetslangsysteem drukmeetslang) met de aansluiting voor het meetslangsysteem op het apparaat. 15 Aansluiting voor MEDUtrigger Verbindt de MEDUtrigger met het apparaat.
26
NL
MEDUMAT Standard2
3 Beschrijving
3.6 Accessoires 1
2
3
8 7
6
5
4
3-7 Accessoires
WM 68015a 11/2013
Nr. 1
Benaming Laadstation
2
12-V-kabel
3
LIFE-BASE light XS
4
Voedingseenheid
5
Testlong
6
MEDUtrigger
7
Drukregelaar
Beschrijving Maakt de externe lading van de accu mogelijk. Voorziet het apparaat van spanning uit het boordnet in het voertuig. Draagsysteem voor montage van het apparaat aan frame en apparaatrails. Voorziet het apparaat van spanning. Simuleert bij presentatiedoeleinden en de functiecontrole een beademde patiënt. Dient voor het handmatig activeren van beademingsslagen. Vermindert de druk van de zuurstof uit de zuurstoffles naar de werkdruk voor het apparaat.
MEDUMAT Standard2
NL
27
3 Beschrijving Nr.
Benaming 8
Beschrijving Verbindt de voedingseenheid of de 12-V-kabel met het apparaat.
Laadadapter
3.7 Optionele functies U kunt de functie-omvang van het apparaat door optionele functies aanpassen aan uw behoeften. Er zijn de volgende optionele functies: Mogelijke opties Optionele functie S-IPPV Optionele functie SIMV Optionele functie Inhalatie
Beschrijving Maakt de modus S-IPPV mogelijk. Maakt de modus SIMV mogelijk. Maakt de modus Inhalatie mogelijk.
WM 68015a 11/2013
Voor elke optionele functie die niet bij de aankoop van het apparaat was inbegrepen, moet u een toegangscode kopen. Hiermee kunt u de optionele functie vrijschakelen en vervolgens activeren of deactiveren (zie „5.3.8 Optionele functies vrijschakelen“, pagina 83).
28
NL
MEDUMAT Standard2
3 Beschrijving
3.8 Markeringen en symbolen 3.8.1 Markeringen op het product 5
1
ER FILT
4
3
2
3-8 Markeringen op het product
Nr. Symbool Apparaatplaatje SN
Beschrijving Serienummer Toepassingsdeel van het type BF Ingang
1
Gelijkspanning
WM 68015a 11/2013
Beschermingstype tegen elektrische schok: apparaat van beschermingsklasse II
Apparaat niet via het huisvuil afvoeren.
MEDUMAT Standard2
NL
29
3 Beschrijving Nr. Symbool Beschrijving Apparaatplaatje (vervolg)
Fabrikant en fabricagedatum
IP54 1
Beschermingsgraad tegen: • binnendringen van vreemde vaste voorwerpen • binnendringen van stof • binnendringen van water met schadelijke werking Goed nota nemen van de gebruiksaanwijzing. CE-markering (bevestigt dat het product voldoet aan de geldende Europese richtlijnen)
Overige markeringen en symbolen 2/5
Goed nota nemen van de gebruiksaanwijzing. Gebruiksaanwijzing opvolgen.
4
Ingang
WM 68015a 11/2013
3
30
NL
MEDUMAT Standard2
3 Beschrijving
3.8.2 Markeringen op de accu 2
1
3
4 5 6
9
8
7
3-9 Markeringen op de accu
Nr.
Symbool 1
Accufout, indien foutaanduiding rood brandt
2
Accustatus
3/9
Goed nota nemen van de gebruiksaanwijzing.
4 5
WM 68015a 11/2013
Beschrijving
Fabricagedatum SN
Serienummer
6
Fabrikant
7
Accu niet via het huisvuil afvoeren.
8
RoHS-markering voor China (bevestigt dat het product voor de aangegeven periode in jaren geen giftige stoffen afscheidt)
MEDUMAT Standard2
NL
31
3 Beschrijving
3.8.3 Markeringen op het patiëntslangsysteem
10 1
2 9
8 3 4 7
6
5
3-10 Markeringen op het patiëntslangsysteem
1
Geeft de correcte flowrichting tijdens de inspiratie aan.
2
Geeft de correcte inbouwpositie van het PEEP-regelmembraan aan.
3
CE-markering (bevestigt dat het product voldoet aan de geldende Europese richtlijnen)
4
Datumklok voor jaar en maand
5
Goed nota nemen van de gebruiksaanwijzing.
6 7
32
>PC< 134°C
NL
Materiaalbenaming: polycarbonaat Stoomsterilisatie bij 134°C
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Nr. Symbool Beschrijving Slangsysteem voor meermalig gebruik en slangsysteem voor eenmalig gebruik
3 Beschrijving Nr. Symbool Beschrijving Extra alleen slangsysteem voor eenmalig gebruik 8 / 10
Wegwerpartikel, niet opnieuw gebruiken Geeft de datum van het volgende onderhoud aan (positie: op de servicebanderol).
9
3.8.4 Markeringen op het apparaatplaatje van de MEDUtrigger Symbool Beschrijving Apparaatplaatje Beschermingsgraad tegen elektrische schok: apparaat type BF Apparaat niet via het huisvuil afvoeren. CE-markering (bevestigt dat het product voldoet aan de geldende Europese richtlijnen)
IP54
Beschermingsgraad tegen: • binnendringen van vreemde vaste voorwerpen • binnendringen van stof • binnendringen van water met schadelijke werking Beschermingstype tegen elektrische schok: apparaat van beschermingsklasse II Fabrikant en fabricagedatum
WM 68015a 11/2013
3.8.5 Markeringen op de verpakking Symbool Apparaat
Beschrijving
Apparaat beschermen tegen natheid.
MEDUMAT Standard2
NL
33
3 Beschrijving Symbool
Beschrijving Toegestane temperatuur voor opslag: -40°C tot +70°C
4
Toegestane luchtvochtigheid voor opslag: maximaal 95% relatieve vochtigheid
Breekbaar SN
Serienummer CE-markering (bevestigt dat het product voldoet aan de geldende Europese richtlijnen)
Patiëntslangsysteem (slangsysteem voor meermalig gebruik en slangsysteem voor eenmalig gebruik) Latex
Latexvrij Toegestane temperatuur voor opslag: -30°C tot +70°C
Toegestane luchtvochtigheid voor opslag: 15% tot 95% relatieve vochtigheid 15
CE-markering (bevestigt dat het product voldoet aan de geldende Europese richtlijnen) Fabrikant en fabricagedatum Extra alleen slangsysteem voor eenmalig gebruik Wegwerpartikel, niet opnieuw gebruiken
WM 68015a 11/2013
Vervaldatum
34
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening
4
Voorbereiding en bediening 4.1 Apparaat monteren Het apparaat is standaard op een draagsysteem gemonteerd en gereed voor gebruik. Neem goed nota van de gebruiksaanwijzingen voor de draagsystemen.
4.2 Energievoorziening aansluiten Vermogensverlies door apparaatcombinatie met verkeerde voedingseenheid! Wanneer u een draagsysteem met de apparaatcombinatie MEDUMAT Standard2 en MEDUCORE Standard gebruikt, kan er bij het gebruik van de voedingseenheid met 70 W een vermogensverlies van de apparaten ontstaan. Gebruik uitsluitend de krachtigere voedingseenheid met 100 W bij de apparaatcombinatie MEDUMAT Standard2 en MEDUCORE Standard. 1. Controleer de accustatus (zie „4.3 Accu gebruiken“, pagina 36). 2. Indien nodig: laad de accu (zie „4.3.2 Accu in het apparaat laden“, pagina 36).
WM 68015a 11/2013
ER FILT
3. Schuif de volle accu in het accuvak tot deze vastklikt.
MEDUMAT Standard2
NL
35
4 Voorbereiding en bediening 4. Indien nodig: Hang bij gebruik op het draagsysteem het draagsysteem in een wandhouder met laadaansluiting. of Sluit het apparaat met laadadapter (WM 28979) en voedingseenheid met 50 W of voedingseenheid 100 W op de netvoeding aan. of Sluit het apparaat met laadadapter (WM 28979) en 12-V-kabel op het boordnet in het voertuig aan. Resultaat
Het apparaat is gereed voor gebruik.
4.3 Accu gebruiken 4.3.1 Algemene aanwijzingen •
Gebruik het apparaat altijd met de accu WM 45045.
•
De verwachte levensduur van de accu bedraagt 2 jaar. Advies: vervang de accu na 2 jaar. Wanneer de looptijd van de accu al van tevoren duidelijk is verminderd, vervang de accu dan eerder.
4.3.2 Accu in het apparaat laden Voorwaarde
•
Het draagsysteem is in een wandhouder met laadaansluiting gehangen. of Het apparaat is met de voedingseenheid op de netvoeding aangesloten.
1. Plaats de accu in het accuvak. Het laadproces start automatisch, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
36
NL
•
externe spanning met ten minste 10 V aangesloten
•
accu niet vol geladen (< 95% lading)
•
accutemperatuur tussen 0°C en 45°C
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
•
4 Voorbereiding en bediening 2. Bij ingeschakeld apparaat verschijnt in het display de groene pijl bij het accustatussymbool (voorbeeld: ) en op het apparaat knippert de aanduiding accustatus groen. Bij uitgeschakeld apparaat knippert alleen de aanduiding accustatus groen. 3. Wanneer de aanduiding accustatus groen brandt en/of in het display het symbool verschijnt: apparaat kan van de laadaansluiting of van de voedingseenheid worden losgekoppeld. Resultaat
De accu is vol geladen.
4.3.3 Accu met laadstation laden U kunt de accu ook met het laadstation WM 45190 laden. Neem goed nota van de gebruiksaanwijzing van het laadstation.
4.3.4 Accustatusaanduiding Accu U kunt de accustatus direct op de accu aflezen. De accustatus wordt door 4 groene status-LED's aangegeven. Druk hiervoor op de statustoets op de accu.
WM 68015a 11/2013
Foutaanduiding
Status-LED's
Statustoets
4-1 Statusaanduiding op de accu
MEDUMAT Standard2
NL
37
4 Voorbereiding en bediening Statusaanduiding
Toelichting
Betekenis
4 LED's branden
Accustatus > 90%
3 LED's branden
Accustatus ca. 60%-90%
2 LED's branden
Accustatus ca. 40%-60%
1 LED brandt
Accustatus ca. 10%-40%
1 LED knippert
Accustatus < 10%
Geen LED brandt Foutaanduiding brandt rood
Accu is diep ontladen. Accu direct laden. Laadproces duurt langer dan normaal. Accu defect. Accu vervangen.
Apparaat Wanneer het apparaat is ingeschakeld, kunt u de accustatus op het display aflezen: Statusaanduiding
Betekenis Accustatus > 90% Accustatus ca. 60%-90% Accustatus ca. 40%-60%
WM 68015a 11/2013
Accustatus ca. 10%-40%
38
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening Statusaanduiding
Betekenis Accustatus < 10% Accu leeg Op het display verschijnt Accu leeg en het apparaat meldt: Accu leeg. Het apparaat kan nog precies 15 minuten lang worden gebruikt. • Accu is defect. of • Accu is niet aanwezig. of • Accu heeft niet de geschikte temperatuur.
4.3.5 Accu wisselen Voorwaarde
De reserveaccu is vol geladen. 1. Schakel het apparaat uit (zie „4.6 Apparaat uitschakelen“, pagina 45) of sluit het op een netvoeding aan. 2. Trek de accu uit het accuvak. 3. Schuif de reserveaccu in het accuvak tot deze hoorbaar vastklikt. 4. Schakel het apparaat in (zie „4.5 Apparaat inschakelen“, pagina 44). Op het display verschijnt het symbool . Het apparaat werkt met een volledig geladen accu.
WM 68015a 11/2013
Resultaat
MEDUMAT Standard2
NL
39
4 Voorbereiding en bediening
4.4 Componenten aansluiten 4.4.1 Patiëntslangsysteem aansluiten Gevaar voor letsel door beademing met inhalatiemasker, sonde of inhalatiebril! Een beademing met aangeslotene inhalatiemasker of sonde of inhalatiebril kan de patiënt letsel toebrengen. Gebruik inhalatiemasker of sonde of inhalatiebril niet voor de beademing.
ER FILT
1. Sluit de beademingsslang op de aansluiting voor de beademingsslang aan.
WM 68015a 11/2013
ER FILT
40
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening 2. Sluit de aansluitstekker meetslangsysteem op de aansluiting voor de PEEP-regelslang en de aansluiting voor de drukmeetslang aan.
3. Bij tubebeademing: steek het patiëntventiel van het patiëntslangsysteem na de intubatie met of zonder bochtstuk op de tube. of Bij maskerbeademing: steek het beademingsmasker met of zonder bochtstuk op het patiëntventiel van het patiëntslangsysteem. 4. Bij een functiecontrole: sluit de testballon op het patiëntventiel aan. Resultaat
Het patiëntslangsysteem is op het apparaat aangesloten en gereed voor gebruik.
4.4.2 Apparaatingangsfilter plaatsen
WM 68015a 11/2013
1. Controleer de apparaatingangsfilter op uitwendige beschadigingen. Indien nodig: vervang de apparaatingangsfilter.
MEDUMAT Standard2
NL
41
4 Voorbereiding en bediening Materiële schade door een in elkaar geschoven apparaatingangsfilter in het filtervak te plaatsen! Bij levering is de filtercassette voor de helft in de apparaatingangsfilter geplaatst en door een transportbeveiliging in deze positie vastgezet. Als de filtercassette al vóór het plaatsen in het filtervak op het apparaat helemaal in de apparaatingangsfilter is geschoven, dan kan de werking van de apparaatingangsfilter niet meer worden gewaarborgd. Verander de geleverde apparaatingangsfilter niet. Schuif de filtercassette niet eigenhandig in de apparaatingangsfilter.
Transportbeveiliging
Filtercassette met filtervlies 2. Verwijder de transportbeveiliging uit de apparaatingangsfilter. 3. Schuif de apparaatingangsfilter met de voor de helft geplaatste filtercassette in het filtervak op het apparaat. Daarbij schuift de filtercassette helemaal in de apparaatingangsfilter. 4. Druk de apparaatingangsfilter in het filtervak tot de apparaatingangsfilter hoorbaar vastklikt en één geheel met het apparaat vormt. 5. Voer de functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 102). De apparaatingangsfilter is geplaatst. WM 68015a 11/2013
Resultaat
42
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening
4.4.3 MEDUtrigger aansluiten MEDUtrigger De paraatheid van de MEDUtrigger wordt aangegeven door 2 groene LED's op de MEDUtrigger. Wanneer de MEDUtrigger op het apparaat is aangesloten en de groene LED's op de MEDUtrigger branden, kunt u door het indrukken van de MEDUtrigger-toets beademingsslagen handmatig activeren. MEDUtrigger-toets
LED's
WM 68015a 11/2013
4-2 MEDUtrigger
1. Sluit de stekker van de MEDUtrigger op de aansluiting voor MEDUtrigger op het apparaat aan.
MEDUMAT Standard2
NL
43
4 Voorbereiding en bediening
2. Steek de MEDUtrigger: •
op het patiëntventiel van het patiëntslangsysteem
of •
op het bochtstuk van het patiëntslangsysteem
Wanneer u een ademsysteemfilter gebruikt, steek de MEDUtrigger dan altijd tussen masker en ademsysteemfilter. Resultaat
De MEDUtrigger is op het apparaat aangesloten en gereed voor gebruik.
4.5 Apparaat inschakelen Voorwaarde
•
De verbinding tussen apparaat en patiënt is losgekoppeld.
•
Er zit een vol geladen accu in het apparaat.
•
Het apparaat is op de zuurstofvoorziening aangesloten.
1. Druk kort op de aan/uit-toets
.
44
NL
•
Alarmlampje knippert twee keer en er zijn tegelijkertijd twee korte testtonen te horen.
•
Startscherm verschijnt
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Een automatische zelftest begint, die achtereenvolgens de volgende punten omvat:
4 Voorbereiding en bediening De zelftest is succesvol, wanneer is voldaan aan alle punten. Op het apparaat verschijnt na de zelftest het startmenu:
2. Wanneer aan één of meerdere punten niet is voldaan: neem het apparaat niet in gebruik. 3. Voer de functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 102). Resultaat
Het apparaat is gereed voor gebruik.
4.6 Apparaat uitschakelen 1. Houd gedurende ten minste 2 seconden de aan/uit-toets ingedrukt. 2. Sluit de zuurstofvoorziening. Resultaat
Het apparaat is helemaal uitgeschakeld.
WM 68015a 11/2013
4.7 Patiënt beademen 4.7.1 Noodgevalmodus in het startmenu kiezen Voorwaarde
Het apparaat is uitgeschakeld.
MEDUMAT Standard2
NL
45
4 Voorbereiding en bediening 1. Schakel het apparaat in. Op het apparaat verschijnt na de zelftest het startmenu:
Een countdown in het veld Laatste patiënt telt 20 seconden af. Wanneer u niet binnen 20 seconden een menu heeft gekozen, gaat het apparaat automatisch naar het menu Laatste patiënt en begint direct met de beademing van de patiënt. Daarbij gebruikt het apparaat de beademingsmodus en de beademingsparameters van de laatst beademde patiënt. Om de countdown uit te schakelen, beweegt u een navigatieknop.
•
noodgeval klein kind
•
noodgeval kind
•
noodgeval volwassene
Het apparaat gaat naar de modus IPPV met de voor de patiëntgroep vooringestelde beademingsparameters (zie „12.1.8 Fabrieksinstellingen noodgevalmodi“, pagina 133). Resultaat
46
NL
Een noodgevalmodus voor een bepaalde patiëntgroep is geactiveerd.
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
2. Kies de noodgevalmodus:
4 Voorbereiding en bediening
4.7.2 Parameters van de laatst beademde patiënt opvragen Voorwaarde
Het apparaat is uitgeschakeld. 1. Schakel het apparaat in. Op het apparaat verschijnt na de zelftest het startmenu:
Een countdown in het veld Laatste patiënt telt 20 seconden af. 2. Kies het veld Laatste patiënt. of Laat de countdown aflopen. De noodgevalmodus en de ingestelde beademingsparameters van de laatst beademde patiënt verschijnen. De noodgevalmodus van de laatst beademde patiënt is opgevraagd.
WM 68015a 11/2013
Resultaat
MEDUMAT Standard2
NL
47
4 Voorbereiding en bediening
4.7.3 Beademingsmodus voor nieuwe patiënt kiezen Voorwaarde
Het apparaat is uitgeschakeld. 1. Schakel het apparaat in. Op het apparaat verschijnt na de zelftest het startmenu:
Een countdown in het veld Laatste patiënt telt 20 seconden af. Wanneer u niet binnen 20 seconden een menu heeft gekozen, gaat het apparaat automatisch naar het menu Laatste patiënt en begint direct met de beademing van de patiënt. Daarbij gebruikt het apparaat de beademingsmodus en de beademingsparameters van de laatst beademde patiënt. Om de countdown vóór afloop van de 20 seconden uit te schakelen, beweegt u een van de navigatieknoppen.
WM 68015a 11/2013
2. Kies het veld Nieuwe patiënt.
48
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening
3. Kies lengte en geslacht: de lengte wordt in stappen van 5 cm van 50 cm - 250 cm aangegeven (zie „12.2 Berekening van het lichaamsgewicht via de lengte“, pagina 134)
WM 68015a 11/2013
of
Navigeer naar het veld Lengte en draai de navigatieknop verder om de gewenste patiëntgroep te kiezen: •
volwassene MEDUMAT Standard2
NL
49
4 Voorbereiding en bediening •
kind
•
klein kind
4. Druk op de navigatieknop volgende.
5. Kies de beademingsmodus. Het apparaat gaat naar de gekozen modus. Resultaat
Een beademingsmodus voor een nieuwe patiënt is ingesteld.
4.7.4 Noodgevalmodus uit een beademingsmodus kiezen •
Het apparaat is ingeschakeld.
•
Eén van de beademingsmodi RSI, IPPV, SIMV of S-IPPV is ingesteld.
WM 68015a 11/2013
Voorwaarde
50
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening
1. Kies met de rechter navigatieknop het veld voor noodgevalmodus. 2. Kies de noodgevalmodus: •
noodgeval klein kind
•
noodgeval kind
•
noodgeval volwassene
Het apparaat gaat naar de modus IPPV met de voor de patiëntgroep vooringestelde beademingsparameters (zie „12.1.8 Fabrieksinstellingen noodgevalmodi“, pagina 133). U kunt de vooringestelde beademingsparameters voor de noodgevalmodi in het gebruikersmenu aanpassen: Gebruikersmenu | Voorinstellingen patiënt. Resultaat
Een noodgevalmodus voor een bepaalde patiëntgroep is geactiveerd.
WM 68015a 11/2013
4.7.5 Beademingsmodus kiezen Voorwaarde
•
Het apparaat is ingeschakeld.
•
Een beademingsmodus is ingesteld.
1. Druk kort op de menutoets
.
MEDUMAT Standard2
NL
51
4 Voorbereiding en bediening
2. Kies de beademingsmodus. Het apparaat gaat naar de gekozen modus. Resultaat
Een beademingsmodus is ingesteld.
4.7.6 Apparaat in 100% zuurstof- of Air Mix-modus gebruiken Voorwaarde
•
Het apparaat is ingeschakeld.
•
Een beademingsmodus is ingesteld.
1. Druk kort op de Air Mix-toets . In de statusbalk verschijnt Air Mix $LU en het apparaat wordt 0L[ in de Air Mix-modus gebruikt. 2. Druk kort op de Air Mix-toets . In de statusbalk verschijnt 100% O2 2ĸ en het apparaat wordt in de 100% zuurstof-modus gebruikt.
Resultaat
52
NL
Het apparaat wordt in de Air Mix-modus of in de 100% O2-modus gebruikt.
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Voor alle noodgevalmodi is standaard de 100% O2-modus geactiveerd.
4 Voorbereiding en bediening
4.7.7 Inhalatie uitvoeren Verhinderde therapie in de inhalatiemodus bij gebruik van een vernevelaar! Het apparaat is niet geschikt voor vernevelaars. Het apparaat produceert voor deze functie niet voldoende druk. Gebruik geen vernevelaars bij dit apparaat. Voorwaarde
•
De patiënt wordt niet via een tube aangesloten.
•
Het apparaat is ingeschakeld.
•
Het startmenu wordt getoond.
1. Kies het veld Nieuwe patiënt. 2. Kies lengte en geslacht (zie „12.2 Berekening van het lichaamsgewicht via de lengte“, pagina 134).
WM 68015a 11/2013
3. Kies met de linker navigatieknop het veld Inhalatie. Het apparaat gaat naar de inhalatiemodus.
MEDUMAT Standard2
NL
53
4 Voorbereiding en bediening
4. Steek de inhalatie-adapter op de aansluiting voor beademingsslang. 5. Sluit het inhalatiemasker of de sonde of de inhalatiebril aan. 6. Kies met de rechter navigatieknop de flow voor de inhalatie. Resultaat
De inhalatie wordt uitgevoerd.
4.7.8 Beademing in CPR-modus uitvoeren
Therapievertraging door gelijktijdig afgegeven metronoomgeluiden van beademingsapparaat en defibrillator! Wanneer het beademingsapparaat met een defibrillator die eveneens metronoomgeluiden kan afgeven (MEDUCORE Standard), wordt gebruikt, kunnen de gelijktijdig afgegeven metronoomgeluiden van defibrillator en beademingsapparaat de gebruiker verwarren en leiden tot therapievertragingen. Schakel bij gelijktijdig gebruik van beademingsapparaat en defibrillator het metronoomgeluid van de MEDUMAT Standard² uit.
54
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
In de CPR-modus bepaalt u de toegediende ademfrequentie zelf. Met de MEDUtrigger activeert u handmatig afzonderlijke beademingsslagen met het ingestelde tidale volume.
4 Voorbereiding en bediening Voorwaarde
•
Het apparaat is ingeschakeld.
•
Een beademingsmodus is ingesteld.
•
De MEDUtrigger is op het apparaat aangesloten.
1. Druk kort op de CPR-toets . Het apparaat gaat naar de modus CPR 30:2/CPR 15:2/ CPR cont. (afhankelijk van de voorinstelling). De groene LED's op de MEDUtrigger gaan branden.
2. Indien nodig: wissel het ritme. •
30:2
•
15:2
•
Continu
3. Houd in de beademingsfase de MEDUtrigger-toets ingedrukt tot twee beademingsslagen werden uitgevoerd.
WM 68015a 11/2013
of Wanneer de groene LED's op de MEDUtrigger branden, drukt u kort op de MEDUtrigger-toets en voert u de beademingsslagen telkens handmatig uit. 4. Om de CPR-modus na beëindiging van de cardiopulmonaire reanimatie te verlaten, drukt u op de CPR-toets .
MEDUMAT Standard2
NL
55
4 Voorbereiding en bediening U kunt het startgedrag van de CPR-modus in het gebruikersmenu aanpassen: Gebruikersmenu | Voorinstellingen patiënt | CPRmodus. Resultaat
De beademing wordt in de CPR-modus uitgevoerd.
Beademing op pauze zetten in de CPR-modus Tijdens de analyse van de defibrillator kunt u de beademing op pauze zetten, om artefacten bij de analyse te vermijden. Voorwaarde
•
Het apparaat is ingeschakeld.
•
De CPR-modus is ingesteld.
•
De continue beademing
is geactiveerd.
WM 68015a 11/2013
1. Kies het veld Pauze . De beademing wordt 50 seconden op pauze gezet. Een countdown telt de resterende tijd.
56
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening
Resultaat
De beademing is op pauze gezet. Na afloop van de countdown start de beademing automatisch weer.
4.7.9 Beademing in RSI-modus uitvoeren Voorwaarde
•
Het apparaat is ingeschakeld.
•
De MEDUtrigger is op het apparaat aangesloten.
•
Een beademingsmodus is ingesteld. .
WM 68015a 11/2013
1. Druk kort op de menutoets
MEDUMAT Standard2
NL
57
4 Voorbereiding en bediening
3. Navigeer voor de functie Handmatig naar het veld Demand en kies het veld Handmatig. Om de functie Handmatig te kunnen kiezen, moet een MEDUtrigger zijn aangesloten. Anders wordt deze functie niet aangegeven.
58
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
2. Kies de modus RSI. Het apparaat gaat naar de RSI-modus. De Demand-functie start automatisch.
4 Voorbereiding en bediening
4. Om een continue beademing na luchtwegmanagement uit te voeren, kiest u het veld Continu. Het apparaat gaat naar de RSI IPPV-modus. Resultaat
De beademing wordt in de RSI-modus uitgevoerd.
4.8 Patiënt bewaken Tijdens de beademing moet u de patiënt voortdurend bewaken. Het beademingsverloop kunt u aan de hand van de manometer en de getoonde meetwaarden op het display van het apparaat aflezen (zie „3.3.2 Beademingsmodus“, pagina 20). Alle weergegeven meetwaarden voor flow, tidaal volume of minuutvolume hebben betrekking op de omgevingstemperatuur en de omgevingsluchtdruk.
WM 68015a 11/2013
Hoge luchtwegweerstanden, bijv. ten gevolge van obstructies van de luchtwegen of bij externe hartmassage, kunnen naargelang beademingsmodus het adem-minuutvolume veranderen. Bij vermindering van de compliance van de longen reageert het apparaat met een verhoging van de beademingsdruk tot de ingestelde drukgrens bij een constant beademingsvolume. Daarna daalt het toegediende volume.
MEDUMAT Standard2
NL
59
4 Voorbereiding en bediening
Beademingsverloop voor en na compliance-vermindering Druk mbar
Pmax 30
20
Pinsp
10
0
Tijd
4-3 Beademingsverloop voor en na compliance-vermindering
4.9 Akoestische alarmuitvoer 4.9.1 Akoestische alarmuitvoer uitschakelen Voorwaarde
Er is een alarm actief en dit is akoestisch te horen. 1. Druk kort (< 2 s) op de alarm-uit-toets
Resultaat
.
De akoestische alarmuitvoer is gedurende 120 s stil geschakeld. In het display verschijnt het symbool .
4.9.2 Uitschakeling van akoestische alarmuitvoer opheffen Voorwaarde
Er is een alarm actief en dit is stil geschakeld. 1. Druk kort (< 2 s) op de alarm-uit-toets
De uitschakeling van de akoestische alarmuitvoer is opgeheven. Op het display verschijnt het symbool .
WM 68015a 11/2013
Resultaat
.
60
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening
4.10 Apparaat transporteren
4-4 Transport op een draagsysteem U kunt het apparaat als volgt transporteren: •
op het draagsysteem LIFE-BASE 3 NG
•
op het draagsysteem LIFE-BASE 1 NG XL
•
met het draagsysteem LIFE-BASE light XS
4.11 Zuurstof op gang brengen 4.11.1 Zuurstofvoorziening aansluiten
WM 68015a 11/2013
Gevaar voor letsel door hoog gecomprimeerde zuurstof in combinatie met koolwaterstofverbindingen! Koolwaterstofverbindingen (bijv. oliën, vetten, reinigingsalcoholen, handcrème of hechtpleister) kunnen in verbinding met hoog gecomprimeerde zuurstof tot explosies leiden en de patiënt, de gebruiker en omstanders letsel toebrengen. Was vóór het gebruik van hoog gecomprimeerde zuurstof grondig uw handen en verwijder hechtpleisters.
MEDUMAT Standard2
NL
61
4 Voorbereiding en bediening Gevaar voor letsel door het ontsnappen van zuurstof uit beschadigde zuurstofflessen of drukregelaars! Uit beschadigde zuurstofflessen of drukregelaars kan zuurstof ongecontroleerd ontsnappen. Dit kan leiden tot explosies en de patiënt, de gebruiker en omstanders letsel toebrengen. Draai alle schroefverbindingen op de zuurstoffles en op de drukregelaar alleen met de hand vast. Beveilig de zuurstoffles tegen omvallen. Gevaar voor letsel door weggeblazen vuildeeltjes! Wanneer u de zuurstoffles opent, kunnen met hoge druk weggeblazen vuildeeltjes de gebruiker of omstanders letsel toebrengen. Houd de ventielopening zodanig dat deze van het lichaam weg wijst. Houd de ventielopening zodanig dat omstanders niet kunnen worden getroffen. Vermogensverlies door aansluiting van meerdere apparaten op dezelfde zuurstofvoorziening. Wanneer u meerdere apparaten op dezelfde zuurstofvoorziening aansluit, kan het prestatievermogen van het apparaat en de afzonderlijke componenten verminderd zijn. Gebruik het apparaat niet met andere componenten gelijktijdig op dezelfde zuurstofvoorziening. Voorwaarde
•
De patiënt is niet op het apparaat aangesloten.
•
De zuurstoffles is gevuld.
WM 68015a 11/2013
1. Open het ventiel van de zuurstoffles kort en sluit dit weer, om vuildeeltjes weg te blazen.
62
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening
2. Sluit de drukregelaar met de geribbelde wartelmoer op het ventiel van de zuurstoffles aan en draai deze met de hand vast. 3. Indien nodig: sluit de drukslang met de wartelmoer op de uitgang van de drukregelaar aan.
4. Indien nodig: sluit de drukslang op de persgasaansluiting van het apparaat aan. Resultaat
Het apparaat is op de zuurstofvoorziening aangesloten.
4.11.2 Zuurstofvoorziening verwijderen
WM 68015a 11/2013
1. Sluit het ventiel van de zuurstoffles. 2. Druk kort op de aan/uit-toets en laat het apparaat zonder zuurstofvoorziening lopen. De resterende zuurstof wordt uit het apparaat gespoeld. 3. Houd gedurende ten minste 2 seconden de aan/uit-toets ingedrukt, om het apparaat uit te schakelen. MEDUMAT Standard2
NL
63
4 Voorbereiding en bediening 4. Koppel de drukslang van de persgasaansluiting van het apparaat los. 5. Indien nodig: vervang de lege zuurstoffles. Resultaat
Het apparaat is van de zuurstofvoorziening losgekoppeld.
4.11.3 Gebruiksduur berekenen 1. Bereken het vulniveau van de zuurstoffles (zuurstofvoorraad): zuurstofvoorraad = inhoud van de zuurstoffles x druk in de zuurstoffles Voorbeeld inhoud van de zuurstoffles 10 l 2l druk in de zuurstoffles 200 bar 200 bar vulniveau van de zuurstoffles 2000 l 400 l (zuurstofvoorraad) 2. Bereken de gebruiksduur: 100% zuurstof-modus: Zuurstofvoorraad l Tijd min = ------------------------------------------------------------Vt l * f min –1 + 0 3l Voorbeeld zuurstofvoorraad Vt f tijd
2000 l 500 ml 12 min-1 317 min = 5 u 17 min
Air Mix-modus:
Voorbeeld zuurstofvoorraad Vt f tijd Resultaat 64
NL
De gebruikstijd is berekend.
MEDUMAT Standard2
2000 l 500 ml 12 min-1 634 min = 10 u 34 min
WM 68015a 11/2013
Zuurstofvoorraad l Tijd min = ---------------------------------------------------------------------------- Vt l * f min – 1 + 0 3l * 2
4 Voorbereiding en bediening
4.12 Na het gebruik 1. Koppel het patiëntslangsysteem van het beademingsmasker of de tube los. 2. Indien nodig: voer het beademingsmasker of de tube af. 3. Indien nodig: koppel het patiëntslangsysteem van het apparaat los. 4. Indien nodig: voer het slangsysteem voor eenmalig gebruik af. 5. Indien nodig: pak een nieuw slangsysteem voor eenmalig gebruik. 6. Zuiver apparaat, componenten en accessoires hygiënisch (zie „7 Hygiënische zuivering“, pagina 95). 7. Indien nodig: pak een nieuw beademingsmasker of een nieuwe tube. 8. Indien nodig: berg componenten en accessoires op het draagsysteem op. 9. Indien nodig: sla apparaat, componenten en accessoires op (zie „11 Opslag en afvalverwijdering“, pagina 122).
4.13 Slangsysteem voor meermalig gebruik demonteren/monteren 4.13.1 Slangsysteem voor meermalig gebruik demonteren
WM 68015a 11/2013
Voorwaarde
•
De verbinding tussen apparaat en patiëntslangsysteem is losgekoppeld.
•
De verbinding tussen patiënt en patiëntslangsysteem is losgekoppeld.
1. Koppel de slangbeschermhoes los van het patiëntslangsysteem. 2. Koppel het meetslangsysteem (PEEP-regelslang en drukmeetslang) bij de klitsluitingen los van de beademingsslang. MEDUMAT Standard2
NL
65
4 Voorbereiding en bediening 3. Koppel de PEEP-regelslang en de drukmeetslang los van het patiëntventiel. 4. Koppel het bochtstuk los van het patiëntventiel. 5. Koppel het patiëntventiel los van de beademingsslang.
6. Demonteer het patiëntventiel. Het slangsysteem voor meermalig gebruik is gedemonteerd.
WM 68015a 11/2013
Resultaat
66
NL
MEDUMAT Standard2
4 Voorbereiding en bediening
4.13.2 Slangsysteem voor meermalig gebruik monteren Voorwaarde
Het slangsysteem voor meermalig gebruik is gedemonteerd.
1. Monteer het patiëntventiel. Let daarbij op het volgende: •
De met "TOP" gemarkeerde zijde van het PEEPregelmembraan moet naar boven naar het regeldeksel wijzen.
•
De pijl op het regeldeksel moet naar de patiënt wijzen.
2. Sluit het patiëntventiel op de beademingsslang aan. 3. Sluit het meetslangsysteem (PEEP-regelslang en drukmeetslang) op het patiëntventiel aan. Let daarbij op het volgende: beide slangen moeten stevig op het patiëntventiel zijn bevestigd. 4. Indien nodig: sluit het bochtstuk op het patiëntventiel aan. 5. Bevestig het meetslangsysteem (PEEP-regelslang en drukmeetslang) met de klitsluitingen op de beademingsslang.
WM 68015a 11/2013
6. Leg de slangbeschermhoes om het patiëntslangsysteem en sluit deze. 7. Voer de functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 102). Resultaat
Het slangsysteem voor meermalig gebruik is gemonteerd.
MEDUMAT Standard2
NL
67
5 Menu-instellingen
5
Menu-instellingen 5.1 In het gebruikersmenu navigeren 1. Schakel het apparaat in. Het startmenu verschijnt. 2. Druk kort op de menutoets
.
3. Draai aan de rechter navigatieknop, om het eerste cijfer van de toegangscode in te voeren. 4. Druk op de navigatieknop volgende, om het eerste cijfer van de toegangscode te bevestigen. 5. Voer de volgende cijfers van de toegangscode volgens hetzelfde principe in.
6. Druk op de navigatieknop ok, om de toegangscode te bevestigen. Op het display verschijnt het gebruikersmenu.
68
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
In leveringstoestand heeft het gebruikersmenu de toegangscode 0000. U kunt de toegangscode wijzigen: Gebruikersmenu | Toegangscode wijzigen.
5 Menu-instellingen
7. Draai een van de drie navigatieknoppen om submenu's te kiezen. 8. Druk op een van de drie navigatieknoppen om submenu's op te vragen. 9. Draai een van de drie navigatieknoppen om gewenste waarden te kiezen. 10. Druk op een van de drie navigatieknoppen om waarden te bevestigen. 11. Druk op het menupunt Terugzetten om waarden naar hun oorspronkelijke waarde terug te zetten. 12. Druk op het menupunt terug tot het menu sluit om het menu te verlaten. U bent vertrouwd met de navigatie in het menu.
WM 68015a 11/2013
Resultaat
MEDUMAT Standard2
NL
69
5 Menu-instellingen
5.2 Structuur van het gebruikersmenu Apparaatinformatie
Accu-informatie
Logbestanden exporteren Import/export
Configuratie exporteren Configuratie importeren
Software-update
Toegangscode wijzigen
Geluidssterkte Helderheid Apparaatinstellingen
Filterbelasting Taal Datum/tijd
PEEP waarschuwing Voorinstellingen patiënt
Lengte patiënt CPR-modus Klein kind Kind Ki d Volwassene
Optie S-IPPV Opties
Optie SIMV
Optie Inhalatie
Optie O ti RSI Optie Demand Optie O ti vrijschakelen ij h k l
5-1 Structuur gebruikersmenu 70
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Optie MEDUtrigger
5 Menu-instellingen
5.3 Instellingen in het gebruikersmenu 5.3.1 Apparaatinformatie
5-2 Submenu Apparaatinformatie Hier kunt u de volgende informatie over het apparaat bekijken: geïnstalleerde softwareversie
•
apparaat-ID
•
serienummer apparaat
•
datum van de laatste geslaagde functiecontrole
•
vervaldatum van het volgende onderhoud
WM 68015a 11/2013
•
MEDUMAT Standard2
NL
71
5 Menu-instellingen
5.3.2 Accu-informatie
5-3 Submenu Accu-informatie Hier kunt u de volgende informatie over de accu bekijken: serienummer
•
accucapaciteit
•
laadcycli
•
accustatus
WM 68015a 11/2013
•
72
NL
MEDUMAT Standard2
5 Menu-instellingen
5.3.3 Import/export
5-4 Submenu Import/export
Logbestanden exporteren Het apparaat slaat de gebruiksgegevens altijd in zijn interne apparaatgeheugen op. Om de gegevens te analyseren, kunt u deze naar een SD-kaart exporteren. Gedetailleerde informatie over de geëxporteerde logbestanden vindt u in de bijlage (zie „12.3 Geëxporteerde logbestanden“, pagina 135).
WM 68015a 11/2013
Configuratie exporteren Met deze functie kunt u alle op het apparaat uitgevoerde configuratie-instellingen naar een SD-kaart exporteren. In principe worden bij het exporteren alle configuratie-instellingen overgebracht. Hiervan uitgezonderd zijn de volgende waarden: • datum en tijd • serienummer • looptijd van het apparaat • looptijd van de filter • datum van de laatste functiecontrole • datum van het laatste onderhoud • aantal inschakelgebeurtenissen
MEDUMAT Standard2
NL
73
5 Menu-instellingen
Configuratie importeren Met deze functie kunt u de door een apparaat naar een SD-kaart geëxporteerde configuratie-instellingen naar een tweede apparaat importeren. Na de import is het tweede apparaat precies hetzelfde geconfigureerd als het uitgangsapparaat. De import van een configuratie wordt in de logbestanden opgeslagen. De configuratie kan alleen tussen apparaten met dezelfde softwareversie worden overgebracht. Opties waarvoor moet worden betaald, worden alleen geïmporteerd wanneer deze opties al zijn vrijgeschakeld.
SD-kaart plaatsen Gegevensverlies door foute SD-kaart! Bij SD-kaarten die niet via WEINMANN Emergency werden gekocht, kan de functionaliteit beperkt zijn of er kan zich gegevensverlies voordoen. Gebruik uitsluitend SD-kaarten van WEINMANN Emergency. Gebruik SD-kaart niet voor vreemde bestanden.
2. Schuif de SD-kaart in de SD-kaartsleuf tot deze hoorbaar vastklikt. Let daarbij op het volgende: het ontbrekende hoekje van de SD-kaart moet zich bij het inschuiven rechtsvoor bevinden. 3. Sluit de spatwaterbeveiliging. Resultaat
74
NL
De SD-kaart bevindt zich gereed voor gebruik in het apparaat.
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
1. Open de spatwaterbeveiliging van de SD-kaartsleuf.
5 Menu-instellingen
Gegevens naar SD-kaart exporteren Voorwaarde
•
Er zit een SD-kaart in de SD-kaartsleuf.
•
Het gebruikersmenu is opgevraagd (zie „5.1 In het gebruikersmenu navigeren“, pagina 68).
1. Kies het menupunt Import/export. 2. Kies het submenupunt Logbestanden exporteren. of Kies het submenupunt Configuratie exporteren. Het apparaat begint automatisch de gewenste gegevens naar de SD-kaart te exporteren. 3. Na einde van de export: druk op de navigatieknop ok om te bevestigen dat alle gegevens correct werden geëxporteerd. 4. Druk op de navigatieknop terug om het gebruikersmenu te verlaten. 5. Verwijder de SD-kaart (zie „ SD-kaart verwijderen“, pagina 76). Resultaat
De gewenste gegevens bevinden zich op de SD-kaart.
Configuratie in apparaat importeren Voorwaarde
•
Er zit een SD-kaart met de gewenste configuratie in de SDkaartsleuf.
•
Het gebruikersmenu is opgevraagd (zie „5.1 In het gebruikersmenu navigeren“, pagina 68).
1. Kies het menupunt Import/export. 2. Kies het submenupunt Configuratie importeren. Het apparaat begint automatisch de configuratie vanaf de SDkaart te importeren.
WM 68015a 11/2013
3. Na einde van de import: druk op de navigatieknop ok om te bevestigen dat de configuratie correct werd geïmporteerd. 4. Druk op de navigatieknop terug om het gebruikersmenu te verlaten. 5. Verwijder de SD-kaart (zie „ SD-kaart verwijderen“, pagina 76). Resultaat
De gewenste configuratie bevindt zich op het apparaat. MEDUMAT Standard2
NL
75
5 Menu-instellingen
SD-kaart verwijderen Voorwaarde
Er zit een SD-kaart in de SD-kaartsleuf. 1. Open de spatwaterbeveiliging van de SD-kaartsleuf. Gegevensverlies of materiële schade door verkeerde hantering! Wanneer u de SD-kaart verwijdert tijdens het exporteren van logbestanden of het updaten van de software van het apparaat, kunnen gegevens verloren gaan of het apparaat kan worden beschadigd. Verwijder de SD-kaart alleen, wanneer geen logbestanden worden geëxporteerd of wanneer de apparaatsoftware niet wordt bijgewerkt. 2. Druk kort op de SD-kaart. De SD-kaart komt een stukje naar buiten.
3. Verwijder de SD-kaart. 4. Sluit de spatwaterbeveiliging om het apparaat te beschermen tegen het binnendringen van vocht of met zuurstof verrijkte atmosfeer. De SD-kaart is verwijderd.
5.3.4 Software-update uitvoeren Voorwaarde
76
NL
•
Het apparaat is op de netvoeding aangesloten.
•
Er zit een vol geladen accu in het apparaat.
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Resultaat
5 Menu-instellingen •
Er zit een SD-kaart met nieuwe software in de SD-kaartsleuf.
•
Het gebruikersmenu is opgevraagd (zie „5.1 In het gebruikersmenu navigeren“, pagina 68).
1. Kies het menupunt Software-update.
2. Kies software-update. Materiële schade door bewegen van het apparaat en/of indrukken van toetsen tijdens het updateproces! Het bewegen van het apparaat en/of het indrukken van toetsen tijdens het updateproces kan het updateproces annuleren en het apparaat beschadigen. Beweeg het apparaat niet. Druk niet op toetsen van het apparaat.
WM 68015a 11/2013
3. Druk op de navigatieknop ok, om de software te updaten. Het apparaat werkt de software bij. 4. Na het einde van de update: druk op de navigatieknop reboot, om het apparaat opnieuw te starten. Het apparaat start opnieuw en in het display verschijnt het startmenu. 5. Voer de functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 102).
MEDUMAT Standard2
NL
77
5 Menu-instellingen 6. Houd gedurende ten minste 2 seconden de aan/uit-toets ingedrukt, om het apparaat uit te schakelen en de instellingen op te slaan. Resultaat
De software is bijgewerkt.
5.3.5 Toegangscode wijzigen
5-5 Submenu Toegangscode wijzigen
WM 68015a 11/2013
Hier kunt u de toegangscode voor het gebruikersmenu wijzigen. In leveringstoestand heeft het gebruikersmenu de toegangscode 0000.
78
NL
MEDUMAT Standard2
5 Menu-instellingen
5.3.6 Apparaatinstellingen
5-6 Submenu Apparaatinstellingen In het submenu Apparaatinstellingen kunt u de volgende parameters voor het apparaat instellen:
Parameter Geluidssterkte
WM 68015a 11/2013
Helderheid
Filterbelasting
Instelbare waarden 50% 100% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 100% 150% 200%
Beschrijving Hier kunt u het volume van de akoestische signalen en gesproken meldingen instellen.
Hier kunt u de helderheid van het display instellen.
Hier kunt u de belasting door invloeden van buitenaf (bijv. stof) voor de apparaatingangsfilter instellen. Bij een gemiddelde belasting (100%) is de filter ca. 20 beademingsuren in de Air Mix-modus beschikbaar.
MEDUMAT Standard2
NL
79
5 Menu-instellingen
Parameter Duits Engels Frans Spaans Portugees (BR) Nederlands Tsjechisch Pools Russisch
Taal
Datum/tijd
Instelbare waarden Deutsch English Français Español Português (Br) Nederlands Cesky Polski Русский Jaar Maand Dag Uur Minuut
Beschrijving
Hier kunt u de taal van de displayteksten instellen. Afhankelijk van de stand van de apparaatsoftware kunnen extra talen beschikbaar zijn.
Hier kunt u de actuele datum en tijd instellen.
5.3.7 Voorinstellingen patiënt
In het submenu Voorinstellingen patiënt kunt u instellen met welke voorinstellingen de beademingsparameters voor de verschillende patiëntgroepen zijn bezet:
80
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
5-7 Submenu Voorinstellingen patiënt
5 Menu-instellingen
Parameter
PEEP waarschuwing
Lengte patiënt*
Beschrijving
Hier kunt u voor de positieve eindexpiratorische druk een grenswaarde instellen, bij het bereiken of overschrijden 1 mbar - 21 mbar waarvan een waarschuwing op het display verschijnt. In dit geval kleurt het veld PEEP rechtsonder op het display rood. Hier kunt u het tidaal volume in milliliter per kilogram lichaamsgewicht instellen. Daarbij Vt in ml per kg dient een variabele voor het omrekenen van 4 ml/kg - 10 ml/kg de lengte naar een tidaal volume (zie „12.2 lichaamsgewicht Berekening van het lichaamsgewicht via de lengte“, pagina 134). Hier kunt u de akoestische uitvoer van het Metronoom metronoomgeluid deactiveren of activeren. Hier kunt u het ritme van de metronoomslagen in de CPR-modus 30:2 instellen: CPR-modus 15:2 • 30:2 • 15:2 • : Continu Hier kunt u instellen of bij een stijgende Luchtwegdr. ☑ luchtwegdruk een alarm moet worden Alarm ☐ gegeven. Hier kunt u de frequentie van het Metronoom freq. 100/min - 120/min metronoomgeluid instellen. 2s 3s Hier kunt u de tijdsafstand voor de Beademingspauze 4 s beademing tussen de hartdrukmassages 5s instellen. 6s
WM 68015a 11/2013
CPR-modus
Instelbare waarden
MEDUMAT Standard2
NL
81
5 Menu-instellingen
Parameter Vt Klein kind
Freq. PEEP
Kind Volwassene
Pmax Pmax CPR
Instelbare Beschrijving waarden 50 ml - 2000 ml, in Hier kunt u het tidaal volume instellen. stappen van 50 ml 5/min - 50/min Hier kunt u de frequentie instellen. Hier kunt u de positieve eindexpiratorische 1 mbar - 20 mbar druk instellen. Hier kunt u de maximale inspiratiedruk 10 mbar - 65 mbar instellen. Hier kunt u de maximale inspiratiedruk in 10 mbar - 65 mbar de CPR-modus instellen.
*Lengte patiënt instellen Afhankelijk van de hoogte van de gekozen lengte patiënt (Tidaal volume Vt in ml per kg lichaamsgewicht) is de instelbare lengte beperkt tot de volgende minimumwaarden:
Tidaal volume Vt in ml per kg lichaamsgewicht 4 5 6 7 8 9 10
Minimaal instelbare lengte in cm 90 80 70 65 60 55 50
WM 68015a 11/2013
Bij de kleinste instelbare lengte bedraagt het tidaal volume altijd ten minste 50 ml.
82
NL
MEDUMAT Standard2
5 Menu-instellingen
5.3.8 Optionele functies vrijschakelen
5-8 Submenu Opties Als exploitant kunt u voor de gebruiker in het submenu Opties optionele functies vrijschakelen en de vrijgeschakelde opties activeren of deactiveren: Voorwaarde
Het gebruikersmenu is opgevraagd (zie „5.1 In het gebruikersmenu navigeren“, pagina 68).
WM 68015a 11/2013
1. Kies het menupunt Opties.
MEDUMAT Standard2
NL
83
5 Menu-instellingen
2. Kies het menupunt Optie vrijschakelen.
4. Druk op de navigatieknop volgende, om het eerste cijfer van de optiecode te bevestigen. 5. Voer de volgende cijfers van de optiecode volgens hetzelfde principe in.
84
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
3. Draai aan de rechter navigatieknop, om het eerste cijfer van de optiecode in te voeren.
5 Menu-instellingen 6. Druk op de navigatieknop ok, om de optiecode te bevestigen. In het display verschijnt de vrijgeschakelde optionele functie in het menupunt Opties van het gebruikersmenu. 7. Kies de optionele functie. 8. Activeer of deactiveer de optionele functie met de rechter navigatieknop. 9. Druk op de navigatieknop terug om het gebruikersmenu te verlaten. Een optionele functie is voor gebruik vrijgeschakeld en geactiveerd of gedeactiveerd.
WM 68015a 11/2013
Resultaat
MEDUMAT Standard2
NL
85
6 Beschrijving van de modi
6
Beschrijving van de modi 6.1 Rangschikking van de beademingsmodi Ademarbeid 100%
Patiënt
Beademingsapparaat
0%
gecontroleerde beademing
geassisteerde beademing
spontane ademhaling
De volgende beademingsmodi zijn met het apparaat mogelijk: Regelingsparameter Druk
WM 68015a 11/2013
Volume
Gecontroleerde Geassisteerde Spontane beademing beademing ademhaling CPAP IPPV S-IPPV RSI Demand CPR SIMV Demand RSI-IPPV RSI handmatig
86
NL
MEDUMAT Standard2
6 Beschrijving van de modi
6.2 Beademingsparameters Beademingsparameter Vt Freq. Pmax PEEP
Eenheid Beschrijving ml 1/min mbar mbar
Air Mix
-
100% zuurstof
-
Tidaal volume (ademteugvolume) Beademingsfrequentie Maximale inspiratiedruk Positieve eindexpiratorische druk (CPAP) Beademing door bijmenging van atmosferische lucht Beademing met 100% zuurstof
Bij een ingestelde PEEP-waarde > 0 mbar moet de patiënt door zijn spontane ademinspanning een onderdruk van ten minste -1,3 mbar onder de ingestelde PEEP-waarde produceren, om een inspiratorische trigger van het apparaat te activeren. Wanneer geen PEEP-waarde is ingesteld (PEEP-waarde = 0), moet de patiënt een onderdruk van ten minste -0,8 mbar produceren, om een inspiratorische trigger te activeren. Stel bij het gebruik van geassisteerde beademingsmodi veilig dat de patiënt voldoende ademinspanningen vertoont. Als dit niet het geval is, dan kan de trigger-gevoeligheid worden verhoogd door een PEEPwaarde > 2 mbar in te stellen. Mocht de patiënt dan ook niet in staat zijn een trigger te activeren, dan moet de verplichte frequentie dienovereenkomstig hoog worden gekozen om een voldoende beademing van de patiënt te waarborgen. •
WM 68015a 11/2013
•
Bij een wissel naar de CPR-modus zet het apparaat de PEEPwaarde automatisch op 0 mbar. Bij een wissel van de CPR-modus naar een andere beademingsmodus wisselt het apparaat automatisch van de vooringestelde Pmax-waarde voor CPR naar de vooringestelde Pmax-waarde voor alle andere beademingsmodi (zie „5.3.7 Voorinstellingen patiënt“, pagina 80).
De beademingsparameters zijn onderling afhankelijk. Voorbeeld: Pmax is altijd groter dan de PEEP-waarde.
MEDUMAT Standard2
NL
87
6 Beschrijving van de modi
6.3 Beademingsmodi 6.3.1 CPAP-modus Beschrijving Afkorting Lange vorm Soort Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden Navigatieknop rechts
CPAP Continuous Positive Airway Pressure Drukgecontroleerd • •
PEEP Pmax
CPAP
Druk
Pmax CPAP
CPAP / PEEP Tijd
1/freq. (spontaan)
De instelwaarde CPAP/PEEP dient voor verhoging van het drukniveau van de ademhaling ter verhoging van de functionele residuale capaciteit FRC van spontaan ademende patiënten. De patiënt kan zonder beperking spontaan op het ingestelde drukniveau ademen. De modus CPAP wordt uitsluitend gebruikt bij patiënten met voldoende spontane ademhaling. De druk wordt in principe aan het einde van de expiratie (PEEP) ingesteld. De ingestelde maximale drukbegrenzing (Pmax) waarborgt de veiligheid van de patiënt.
88
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
1/freq. (spontaan)
6 Beschrijving van de modi
6.3.2 IPPV-modus Beschrijving Afkorting
IPPV Intermittent Positive Pressure Ventilation Volumegecontroleerd
Lange vorm Soort Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden
Vt Freq. • PEEP • Pmax • Noodgevalmodus
Navigatieknop rechts
Druk
Pmax
IPPV
machinale beademing
machinale beademing
PEEP Tijd
1/freq. (ingesteld)
1/freq. (ingesteld)
WM 68015a 11/2013
De IPPV-modus dient voor verplichte, volumegecontroleerde beademing met vast tidaal volume. Deze modus wordt gebruikt bij patiënten zonder spontane ademhaling. Een spontaan ademende patiënt kan echter tijdens de expiratie vrij doorademen. De ingestelde maximale drukbegrenzing (Pmax) waarborgt de veiligheid van de patiënt.
MEDUMAT Standard2
NL
89
6 Beschrijving van de modi
6.3.3 S-IPPV-modus Beschrijving Afkorting
S-IPPV Synchronized Intermittent Positive Pressure Ventilation Volumegecontroleerd
Lange vorm Soort Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden
Vt Freq. • PEEP • Pmax • Noodgevalmodus
Navigatieknop rechts
S-IPPV
Druk
gesynchroniseerde machinale beademing
machinale beademing Pmax
Pplateau
PEEP Tijd 1/freq. (actueel)
ΔT
1/freq. (ingesteld) Synchronisatietijdvenster
Gevaar voor hyperventilatie! Bewaak de patiënt permanent.
WM 68015a 11/2013
Gevaar voor Air Trapping! Bewaak de luchtwegdruk permanent.
90
NL
MEDUMAT Standard2
6 Beschrijving van de modi Gevaar voor een intrinsieke PEEP! Door een te korte expiratie kan de druk aan het einde van de expiratie langzaam stijgen. Wanneer de ingestelde PEEP wordt overschreden, geeft het apparaat een alarm van hoge prioriteit (PEEP ). De S-IPPV-modus dient voor volumegecontroleerde beademing met variabel verplicht minuutvolume. Tijdens de gehele expiratiefase is een trigger actief die de patiënt in staat stelt een hernieuwde beademingsslag te activeren. De patiënt heeft zodoende de mogelijkheid om de ademfrequentie en daarmee het minuutvolume te verhogen en aan zijn behoefte aan te passen. Gewoonlijk wordt deze modus gebruikt bij patiënten met onvoldoende spontane ademhaling.
WM 68015a 11/2013
De beademing in de S-IPPV-modus komt overeen met de beademing in de IPPV-modus met dit verschil, dat een synchronisatie met de inademinspanningen van de patiënt mogelijk is. Door de geringer ingestelde ademfrequentie kan de patiënt spontaan verplichte beademingsslagen activeren. Voor de synchronisatie is een triggervenster beschikbaar dat zich uitstrekt over de gehele expiratietijd.
MEDUMAT Standard2
NL
91
6 Beschrijving van de modi
6.3.4 SIMV-modus Beschrijving Afkorting
SIMV Synchronized Intermittent Mandatory Ventilation Volumegecontroleerd
Lange vorm Soort Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden
Vt Freq. • PEEP • Pmax • Noodgevalmodus
Navigatieknop rechts
Druk
Pmax
SIMV
machinale beademing
gesynchroniseerde machinale beademing spontane ademhaling
Patiënttrigger
PEEP Tijd 1/freq. (actueel)
ΔT
1/freq. (ingesteld)
De SIMV-modus dient voor volumegecontroleerde beademing met vast verplicht minuutvolume. Tussen de verplichte beademingsslagen kan de patiënt spontaan ademen en zo het minuutvolume verhogen. Bij aanwezige spontane ademhaling wordt de verplichte beademingsslag gesynchroniseerd met de ademhaling van de patiënt. Het verplichte minuutvolume en de verplichte ademfrequentie blijven daarbij onveranderd. De ingestelde maximale drukbegrenzing (Pmax) waarborgt de veiligheid van de patiënt.
92
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Synchronisatietijdvenster
6 Beschrijving van de modi
6.4 Extra functies 6.4.1 CPR-modus Beschrijving Afkorting Lange vorm Soort Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden Navigatieknop rechts
CPR Cardiopulmonary Resuscitation Volumegecontroleerd Vt Freq. • PEEP • Pmax • Metronoom • Ritme
De CPR-modus ondersteunt u bij de cardiopulmonaire reanimatie (volgens de richtlijnen voor reanimatie). MEDUMAT Standard² laat een metronoomgeluid horen dat de frequentie van de hartdrukmassage in het algoritme 15:2, 30:2 of continu (bij geïntubeerde patiënten) vastlegt. Tijdens de analyse van de defibrillator kunt u de continue beademing op pauze zetten, om artefacten tijdens de analyse van de defibrillator te vermijden.
WM 68015a 11/2013
Met de meegeleverde MEDUtrigger worden de algoritmen 15:2 en 30:2 ondersteund. In deze algoritmen worden telkens 15 of 30 metronoomslagen gegeven, waarvan de laatste 5 tonen een toenemende toonfrequentie hebben en zo de beademingsfase aankondigen. In de beademingsfase dient u de beademingsslagen handmatig via de MEDUtrigger toe. De ingestelde maximale drukbegrenzing (Pmax) waarborgt de veiligheid van de patiënt.
MEDUMAT Standard2
NL
93
6 Beschrijving van de modi
6.4.2 RSI-modus Beschrijving Afkorting Lange vorm Soort Beademingsparameter
RSI Rapid Sequence Induction Volumegecontroleerd
Navigatieknop rechts
• • •
Demand Handmatig Continu
De RSI-modus ondersteunt u bij het inleiden van een narcose (TIVA). Deze wordt gebruikt bij alle patiënten met een verhoogd risico op pulmonale aspiratie. Na het kiezen van de RSI-modus start het apparaat direct met de 100%-zuurstof-demandfunctie voor de preoxygenatie van de spontaan ademende patiënt. Voor de intubatie schakelt u om naar de functie Handmatig. Deze functie maakt nu met de meegeleverde MEDUtrigger de handmatige beademing met vastgelegd volume en vastgelegde drukbegrenzing mogelijk. De functie Handmatig kan voor controle van de tubepositie worden gebruikt of als terugvalniveau bij een moeilijk luchtwegmanagement. Na een succesvol luchtwegmanagement schakelt u om naar de continue beademing.
De inhalatiemodus dient voor de toediening van een vastgelegde zuurstofflow van 1-10 l/min via een dienovereenkomstige interface. Voor de aansluiting van de interface is een inhalatieadapter nodig, die op het apparaat op de aansluiting voor de beademingsslang wordt gestoken. De inhalatie-adapter is bij levering met een kabelbandje op de aansluiting voor de beademingsslang bevestigd.
94
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
6.4.3 Inhalatiemodus
7 Hygiënische zuivering
7
Hygiënische zuivering 7.1 Algemene aanwijzingen Dit product kan wegwerpartikelen bevatten. Wegwerpartikelen zijn uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. Gebruik deze daarom slechts een maal en bereid deze niet meer voor. Een hernieuwde voorbereiding van het wegwerpartikel kan de functie en de veiligheid van het product in gevaar brengen en tot niet voorspelbare reacties door veroudering, broos worden, slijtage, thermische belasting, chemische inwerkprocessen enz. leiden.
•
Draag bij de desinfectie een geschikte beschermingsuitrusting.
•
Neem goed nota van de gebruiksaanwijzing van het gebruikte desinfectiemiddel.
•
Neem ook goed nota van de gebruiksaanwijzingen van het therapie-apparaat, de componenten en de accessoires.
•
Voer na elke hygiënische zuivering een functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 96).
•
Meer aanwijzingen voor de hygiënische zuivering en een lijst met alle bruikbare reinigings- en desinfectiemiddelen vindt u in een brochure op internet op www.weinmann-emergency.de
•
De levensduur van de componenten van het slangsysteem voor meermalig gebruik bedraagt ten minste 30 zuiveringscycli.
•
U kunt het meetslangsysteem van het slangsysteem voor meermalig gebruik ook met stoom steriliseren. Een stoomsterilisatie verwijdert echter niet alle (ziekte)kiemen. Om ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk (ziekte)kiemen aanwezig zijn, moet u het meetslangsysteem desinfecteren (zie „7.5 Meetslangsysteem desinfecteren“, pagina 99).
WM 68015a 11/2013
•
MEDUMAT Standard2
NL
95
7 Hygiënische zuivering
7.2 Termijnen Reinig apparaat, componenten en accessoires na elk gebruik (ten minste echter 1x per week).
7.3 Hygiënsche zuivering van het apparaat Gevaar voor letsel door hergebruik van wegwerpartikelen! Wegwerpartikelen zijn bestemd voor eenmalig gebruik. Hergebruikte wegwerpartikelen kunnen besmet en/of in hun werking belemmerd zijn en zodoende tot letsel bij de patiënt leiden. Gebruik wegwerpartikelen niet opnieuw. Materiële schade door binnendringende vloeistoffen! Het apparaat is conform IP54 beschermd tegen spatwater. Dit geldt alleen, wanneer de accu zich in het accuvak bevindt. Binnendringende vloeistoffen kunnen het apparaat, componenten en accessoires beschadigen. Dompel apparaat, componenten en accessoires niet in vloeistoffen. Reinig het accuvak voorzichtig, zodat geen vloeistoffen in het apparaat komen. 1. Koppel de verbinding tussen apparaat en patiënt los. 2. Schakel het apparaat uit (zie „4.6 Apparaat uitschakelen“, pagina 45). 3. Indien nodig: koppel het apparaat los van de netvoeding. 4. Verwijder de accu.
WM 68015a 11/2013
5. Koppel het patiëntslangsysteem los van het apparaat.
96
NL
MEDUMAT Standard2
7 Hygiënische zuivering 6. Voer een hygiënische zuivering van apparaat, componenten en accessoires uit volgens de volgende tabel:
Onderdeel Apparaat Accu Voedingseenheid MEDUtrigger
Testzak
Zuurstofkoppelstukken Slangsysteem voor meermalig gebruik Slangsysteem voor eenmalig gebruik Apparaatingangsfilter Inhalatieadapter
Beademingsmaskers
Reiniging
Thermische desinfectie
Desinfectie
Sterilisatie
Niet toegestaan Droog of vochtig afvegen: water of milde zeep gebruiken.
Wisdesinfectie (advies: terralin® protect)
Niet toegestaan Stoomsterilisatie op 134°C (ten minste 5 min tot 18 min met apparaten volgens EN 285)
Droog of vochtig afvegen: schoon Niet toegestaan Niet toegestaan Niet toegestaan water gebruiken. Zie „7.4 Hygiënsche zuivering van het slangsysteem voor meermalig gebruik“, pagina 98. Wegwerpartikel, niet opnieuw gebruiken Wegwerpartikel, niet opnieuw gebruiken Wegwerpartikel, niet opnieuw gebruiken Spoelen tot 95°C (advies: In warm water met Dompeldesinfectie(2) thermosept® mild schoonmaak- (advies: alkaclean forte middel reinigen(1). gigasept® FF (nieuw)) en thermosept® NKZ)
Stoomsterilisatie op 134°C (ten minste 5 min tot 18 min met apparaten volgens EN 285)
(1) Onderdelen
aan binnen- en buitenkant grondig borstelen met een in laboratoria gebruikelijke, zachte flessenborstel.
WM 68015a 11/2013
(2)Alle oppervlakken aan binnen- en buitenkant zonder luchtbellen
bevochtigen. Inwerktijd helemaal laten verstrijken. Onderdelen na de desinfectie grondig afspoelen met gedestilleerd water en laten drogen. Belangrijk zijn de gegevens in de gebruiksaanwijzingen die de fabrikanten bij de afzonderlijke componenten of accessoires meeleveren. Neem goed nota van deze gebruiksaanwijzingen. MEDUMAT Standard2
NL
97
7 Hygiënische zuivering 7. Sluit het patiëntslangsysteem op het apparaat aan. 8. Plaats de accu. 9. Indien nodig: breng de netvoeding weer tot stand. 10. Voer de functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 96). Resultaat
Het apparaat, de componenten en de accessoires zijn hygiënisch gezuiverd.
7.4 Hygiënsche zuivering van het slangsysteem voor meermalig gebruik Voorwaarde
Het slangsysteem voor meermalig gebruik is gedemonteerd (zie „4.13.1 Slangsysteem voor meermalig gebruik demonteren“, pagina 65). 1. Voer een hygiënische zuivering van het slangsysteem voor meermalig gebruik uit volgens de volgende tabel:
Onderdeel
Reiniging
Patiëntventiel Membranen Beademingsslang
Dompeldesinfectie(2) (advies: gigasept® FF (nieuw)) Dompeldesinfectie(2) (advies: gigasept® FF (nieuw)) Zie „7.5 Meetslangsysteem desinfecteren“, pagina 99.
Thermische desinfectie
Sterilisatie
Spoelen tot 95°C (advies: thermosept® alkaclean forte en thermosept® NKZ)
Stoomsterilisatie op 134°C (ten minste 5 min tot 18 min met apparaten volgens EN 285)
WM 68015a 11/2013
Meetslangsysteem: • PEEP-regelslang • drukmeetslang • aansluitstekker meetslangsysteem
In warm water met mild schoonmaakmiddel reinigen(1).
Desinfectie
98
NL
MEDUMAT Standard2
7 Hygiënische zuivering
Onderdeel
Reiniging •
Slangbeschermhoes
•
Thermische desinfectie
Desinfectie
Vochtig • afvegen: water of milde zeep gebruiken Op 30°C in de wasmachine • spoelen (zonder centrifugeren)
Op 30°C in de wasmachine spoelen (zonder centrifugeren, met toevoeging van geschikt desinfectiemiddel) Dompeldesinfectie (advies: gigasept® FF (nieuw))
Sterilisatie
Spoelen tot 95°C (advies: thermosept® Niet toegestaan alkaclean forte en thermosept® NKZ)
(1)
Onderdelen aan binnen- en buitenkant grondig borstelen met een in laboratoria gebruikelijke, zachte flessenborstel. (2)
Alle oppervlakken aan binnen- en buitenkant zonder luchtbellen bevochtigen. Inwerktijd helemaal laten verstrijken. Onderdelen na de desinfectie grondig afspoelen met gedestilleerd water en laten drogen. 2. Monteer het slangsysteem voor meermalig gebruik (zie „4.13.2 Slangsysteem voor meermalig gebruik monteren“, pagina 66).
Resultaat
Het slangsysteem voor meermalig gebruik is hygiënisch gezuiverd.
WM 68015a 11/2013
7.5 Meetslangsysteem desinfecteren Gevaar voor letsel door verkeerde desinfectie van het meetslangsysteem! Het spoelen van het meetslangsysteem in omgekeerde richting dan de opgegeven richting zorgt er niet voor dat er zo weinig mogelijk (ziekte)kiemen aanwezig zijn en kan de patiënt letsel toebrengen. Spoel de drukmeetslang uitsluitend in de opgegeven richting. Voorwaarde
Het meetslangsysteem is van het patiëntslangsysteem losgekoppeld.
MEDUMAT Standard2
NL
99
7 Hygiënische zuivering 1. Sluit een steriele spuit voor eenmalig gebruik (20 ml) op het vrije uiteinde van de drukmeetslang aan. 2. Dompel de aansluitstekker meetslangsysteem in een verdunde desinfectie-oplossing. 3. Zuig de desinfectie-oplossing door de drukmeetslang in de spuit voor eenmalig gebruik tot deze helemaal is gevuld. (desinfectieduur: 15 min). 4. Koppel de spuit voor eenmalig gebruik los van de drukmeetslang. 5. Maak de spuit voor eenmalig gebruik helemaal leeg. 6. Voer het proces 6 keer volgens dit principe uit. 7. Spoel het meetslangsysteem (drukmeetslang en PEEPregelslang) 8 keer volgens dit principe met gedestilleerd water. Gevaar voor letsel door vervalste meetresultaten! Vloeistof in het meetslangsysteem kan de meetresultaten vervalsen en de patiënt letsel toebrengen. Laat het meetslangsysteem helemaal drogen. 8. Laat het meetslangsysteem helemaal drogen. Indien nodig: droog dit met medische perslucht of medische zuurstof. Resultaat
Het meetslangsysteem is gedesinfecteerd.
WM 68015a 11/2013
Na het desinfecteren en drogen kan het slangsysteem aan een sterilisatie worden onderworpen.
100
NL
MEDUMAT Standard2
8 Functiecontrole
8
Functiecontrole 8.1 Termijnen Voer met regelmatige tussenpozen een functiecontrole uit:
Betrokken onderdeel Apparaat
Patiëntslangsysteem (slangsysteem voor meermalig gebruik)
Termijn • Vóór elk gebruik • Na elke hygiënische zuivering • Na elke reparatie • Vóór elk gebruik • Na elke hygiënische zuivering • Na elke demontage • Ten minste om de 6 maanden
8.2 Functiecontrole voorbereiden 1. Controleer de accustatus: De accu moet volgeladen zijn. Indien nodig: laad accu op of wissel deze. 2. Controleer het apparaat op uitwendige beschadigingen. Indien nodig: Gebruik het apparaat niet. 3. Controleer stekkers en kabels op uitwendige beschadigingen. Indien nodig: vervang onderdelen. 4. Controleer het patiëntslangsysteem op uitwendige beschadigingen. Indien nodig: vervang het patiëntslangsysteem.
WM 68015a 11/2013
5. Controleer het patiëntventiel van het patiëntslangsysteem (zie „8.6 Slangsysteem voor meermalig gebruik controleren“, pagina 109). Indien nodig: vervang het patiëntslangsysteem. 6. Controleer het vulniveau van de zuurstoffles. Indien nodig: verwissel de zuurstoffles.
MEDUMAT Standard2
NL
101
8 Functiecontrole 7. Controleer de dichtheid van het systeem (zie „8.7 Dichtheid van het systeem controleren“, pagina 110). Indien nodig: verhelp lekkages van het systeem (zie „8.8 Lekkages van het systeem verhelpen“, pagina 110). 8. Controleer accessoires op uitwendige beschadigingen. Indien nodig: vervang accessoires. Resultaat
De functiecontrole is voorbereid.
8.3 Functiecontrole uitvoeren Voorwaarde
•
De verbinding tussen apparaat en patiënt is losgekoppeld.
•
Er zit een vol geladen accu in het apparaat.
•
De apparaatingangsfilter zit in het apparaat.
•
De functiecontrole is voorbereid.
1. Schakel het apparaat in (zie „4.5 Apparaat inschakelen“, pagina 44).
3. Bereid het apparaat voor: •
102
NL
Sluit het patiëntslangsysteem op het apparaat aan.
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
2. Kies het menupunt Functiecontrole.
8 Functiecontrole •
Sluit testzak of testlong op het patiëntslangsysteem aan.
•
Open de zuurstoffles.
4. Druk op de navigatieknop starten.
5. Controleer het alarmsysteem: •
Het alarmlampje moet rood knipperen.
•
Het apparaat moet een alarmsignaal laten horen.
6. Wanneer het alarmsysteem functioneert: druk op de navigatieknop ja.
WM 68015a 11/2013
7. Wanneer het alarmsysteem niet functioneert: druk op de navigatieknop nee.
MEDUMAT Standard2
NL
103
8 Functiecontrole
9. Indien nodig: druk twee keer op de menutoets toetsentest af te breken.
. , om de
10. Ga met de apparaatingangsfilter volgens de volgende tabel te werk:
104
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
8. Druk in de toetsentest achtereenvolgens op alle bedieningselementen behalve op de aan/uit-toets
8 Functiecontrole Kleur Groen
Geel Rood
Maatregel Blijf de apparaatingangsfilter gebruiken. • Apparaatingangsfilter bij de hand houden. of • Apparaatingangsfilter bestellen. Vervang de apparaatingangsfilter.
11. Wanneer de apparaatingangsfilter werd vervangen: zet de filterwisselaanduiding met de navigatieknop terugzetten terug.
WM 68015a 11/2013
12. Druk op de navigatieknop volgende. De statusmelding verschijnt.
MEDUMAT Standard2
NL
105
8 Functiecontrole 13. Ga met het apparaat volgens de volgende tabel te werk:
Aanduiding Apparaat gereed voor gebruik
ᅛ ᅛ
ᅟ
Apparaat gereed voor gebruik, + onderhoudssymbool
Betekenis
Maatregel
Geslaagde functiecontrole.
Gebruik het apparaat onbeperkt.
Geslaagde functiecontrole.
Gebruik het apparaat en tref maatregelen (zie „8.4 Geslaagde functiecontrole met onderhoudsaanwijzing“, pagina 106).
Apparaat niet gereed Niet geslaagde functiecontrole. voor gebruik
Tref maatregelen (zie „8.5 Niet geslaagde functiecontrole“, pagina 108).
14. Druk op de navigatieknop beëindigen. Resultaat
De functiecontrole is voltooid.
8.4 Geslaagde functiecontrole met onderhoudsaanwijzing De functiecontrole is met Apparaat gereed voor gebruik en de aanwijzing Onderhoud nodig over XX dagen voltooid.
WM 68015a 11/2013
Variant 1
106
NL
MEDUMAT Standard2
8 Functiecontrole Deze aanwijzing begint 60 dagen vóór verstrijken van de onderhoudstermijn in het statusbericht van de functiecontrole te verschijnen. Ondanks deze aanwijzing kunt u uw apparaat ook tot het verstrijken van de onderhoudstermijn onbeperkt gebruiken (zie „10.2 Termijnen“, pagina 118). Het onderhoud is nodig, om een onbeperkt gebruik van uw apparaat te waarborgen. Neem tijdig contact op met WEINMANN Emergency of een door WEINMANN Emergency geautoriseerde servicepartner, om het noodzakelijke onderhoud van uw apparaat te laten uitvoeren. Variant 2
De functiecontrole is met Apparaat gereed voor gebruik en de aanwijzing Onderhoud nodig voltooid. Bovendien knippert in het display het onderhoudsymbool .
WM 68015a 11/2013
Dit symbool verschijnt, wanneer de onderhoudstermijn is verstreken. Ondanks deze aanwijzing kunt u uw apparaat verder blijven gebruiken. Apparaatstoring of uitval van apparaat, als onderhoudsinterval niet wordt nageleefd! Een onderhoudsinterval die niet wordt nageleefd, kan leiden tot een apparaatstoring of een uitval van het apparaat. Met name slijtonderdelen worden bij het onderhoud preventief vervangen, omdat anders een onbeperkt gebruik van uw apparaat niet gewaarborgd is. Neem de onderhoudstermijn in acht. MEDUMAT Standard2
NL
107
8 Functiecontrole
8.5 Niet geslaagde functiecontrole Gevaar voor letsel door apparaat dat niet gereed is voor gebruik! Wanneer u het apparaat na een niet geslaagde functiecontrole gebruikt, kan er letsel bij de patiënt ontstaan. Gebruik het apparaat altijd alleen na een geslaagde functiecontrole. De functiecontrole is met Apparaat niet gereed voor gebruik voltooid.
WM 68015a 11/2013
Voorwaarde
108
NL
MEDUMAT Standard2
8 Functiecontrole
1. Volg de instructies op het display. 2. Herhaal de functiecontrole. 3. Wanneer de functiecontrole weer met Apparaat niet gereed voor gebruik wordt voltooid: neem contact op met speciaalzaak of WEINMANN Emergency.
8.6 Slangsysteem voor meermalig gebruik controleren Voorwaarde
Het patiëntventiel van het slangsysteem voor meermalig gebruik is gedemonteerd (zie „4.13.1 Slangsysteem voor meermalig gebruik demonteren“, pagina 65).
WM 68015a 11/2013
1. Controleer alle onderdelen van het patiëntventiel op uitwendige beschadigingen. Indien nodig: vervang beschadigde onderdelen. 2. Controleer PEEP-regelmembraan en terugslagklep-membraan: wanneer het membraan ingescheurd, gerimpeld, scheef of kleverig is: vervang het membraan. 3. Monteer het slangsysteem voor meermalig gebruik (zie „4.13.2 Slangsysteem voor meermalig gebruik monteren“, pagina 66). MEDUMAT Standard2
NL
109
8 Functiecontrole Resultaat
Het patiëntventiel van het slangsysteem voor meermalig gebruik is gecontroleerd en gereed voor gebruik.
8.7 Dichtheid van het systeem controleren Voorwaarde
•
Het apparaat is op de zuurstofvoorziening aangesloten.
•
Het patiëntslangsysteem is op het apparaat aangesloten.
•
De testzak is op het patiëntslangsysteem aangesloten.
1. Open het ventiel van de zuurstoffles langzaam. De inhoudsmanometer op de drukregelaar geeft de druk in de zuurstoffles aan. 2. Sluit het ventiel van de zuurstoffles. 3. Observeer de inhoudsmanometer op de drukregelaar ca. 1 minuut lang: •
Wijzerstand blijft constant: systeem is dicht
•
Wijzer valt omlaag: er is sprake van een lekkage
4. Indien nodig: verhelp de lekkage (zie „8.8 Lekkages van het systeem verhelpen“, pagina 110). Resultaat
De dichtheid van het systeem is gecontroleerd.
8.8 Lekkages van het systeem verhelpen Voorwaarde
Er is een lekkage van het systeem aanwezig.
Materiële schade door binnendringende vloeistoffen! Binnendringende vloeistoffen kunnen apparaat, componenten en accessoires beschadigen. Dompel apparaat, componenten en accessoires niet in vloeistoffen.
110
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
1. Maak een zeepsopje van parfumvrije zeep.
8 Functiecontrole 2. Bevochtig alle schroefverbindingen en slangen met het zeepsopje. Bij een lekkage worden luchtbellen gevormd. 3. Bij een lekkage: sluit het ventiel van de zuurstoffles. 4. Druk kort op de aan/uit-toets en laat het apparaat zonder zuurstofvoorziening lopen. De resterende zuurstof wordt uit het apparaat gespoeld. 5. Houd gedurende ten minste 2 seconden de aan/uit-toets ingedrukt, om het apparaat uit te schakelen. 6. Vervang de lekkende componenten. 7. Controleer de dichtheid van het systeem opnieuw (zie „8.7 Dichtheid van het systeem controleren“, pagina 110). 8. Indien nodig: zoeken verdere lekkages en vervang lekkende componenten. 9. Wanneer de lekkage niet kan worden verholpen: laat het apparaat repareren. De lekkage van het systeem is verholpen.
WM 68015a 11/2013
Resultaat
MEDUMAT Standard2
NL
111
9 Alarmen en storingen
9
Alarmen en storingen
Alarmen worden in de alarmregel in het display als tekst weergegeven. Afhankelijk van de prioriteit van de alarmen verschijnt de tekst met een bepaalde achtergrondkleur: Alarmkleur Rood Geel Turkoois
Betekenis Hoge prioriteit Gemiddelde prioriteit Lage prioriteit
112
NL
•
Meerdere alarmen van verschillende prioriteit: het apparaat geeft het alarm met de hoogste prioriteit aan. Alarmen van een lagere prioriteit verschijnen pas, wanneer de alarmen van hogere prioriteit niet meer actief zijn.
•
Meerdere alarmen van dezelfde prioriteit: het apparaat geeft de alarmen afwisselend aan.
•
Technische alarmen overheersen en kunnen niet worden uitgeschakeld. Technische alarmen volgen, wanneer geen beademing door het apparaat mogelijk is (bijv. stroomuitval, voedingsdruk < 2,7 bar).
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Bij meerdere alarmen gedraagt het apparaat zich als volgt:
9 Alarmen en storingen
9.1 Alarmmeldingen 9.1.1 Alarm van hoge prioriteit (rood) Alarm
Oorzaak
Accu leeg
Zeer geringe accustatus
Accutemperatuur kritisch
Accutemperatuur > 80°C
Apneu
Geen inspiratie sinds 30 s, uitzondering: in CPR-modus sinds 59 s
Apparaatstoring/uitval van apparaat
Apparaattemperatuur
Apparaattemperatuur kritisch
Toestand van patiënt controleren. Verplichte beademing kiezen.
Apparaat uitschakelen (zie 4.6, pag. 45) en weer inschakelen (zie Tijdelijke apparaatstoring 4.5, pag. 44). Functiecontrole uitvoeren. Apparaat defect Apparaat laten repareren. Apparaat binnen toegestaan Apparaattemperatuur < -20°C temperatuurbereik gebruiken (zie 12.1.1, pag. 124). Apparaat binnen toegestaan Apparaattemperatuur > 75°C temperatuurbereik gebruiken (zie 12.1.1, pag. 124). Obstructie van de luchtwegen van Luchtwegen van de patiënt van de patiënt obstructie bevrijden. Tube verkeerd gelegd Tube correct leggen. Pmax aanpassen. Pmax te laag ingesteld Slangen zo leggen dat deze niet Slangen geknikt of bekneld geknikt of bekneld raken.
WM 68015a 11/2013
Luchtwegdruk
Verhelpen Accu wisselen (zie 4.3.5, pag. 39). Apparaat op netvoeding aansluiten (zie 4.2, pag. 35) en accu laden (zie 4.3.2, pag. 36). Accu binnen toegestaan temperatuurbereik gebruiken (zie 12.1.2, pag. 126).
MEDUMAT Standard2
NL
113
9 Alarmen en storingen Oorzaak Patiëntslangsysteem lek Patiëntslangsysteem niet correct aangesloten Tube verkeerd gelegd
Luchtwegdruk
PEEP
Stroomuitval
Voedingsdruk < 2,7 bar
Voedingsdruk > 6 bar
114
NL
Verhelpen Patiëntslangsysteem vervangen. Patiëntslangsysteem correct aansluiten. Tube correct leggen. Slangen zo leggen dat deze niet Slangen geknikt of bekneld geknikt of bekneld raken. Beademingsinstellingen verkeerd Beademingsinstellingen ingesteld aanpassen. Masker goed aansluitend opzetten Masker zit niet correct of lekt of vervangen. Obstructie van de luchtwegen van Luchtwegen van de patiënt van de patiënt obstructie bevrijden. tube verkeerd gelegd Tube correct leggen. Slangen zo leggen dat deze niet Slangen geknikt of bekneld geknikt of bekneld raken. Patiëntventiel defect Patiëntventiel vervangen. Beademingsinstellingen verkeerd Beademingsinstellingen ingesteld aanpassen. Apparaat op netvoeding aansluiten (zie 4.2, pag. 35) en accu correct plaatsen (zie 4.2, pag. 35). Waneer het apparaat het alarm blijft aangeven, start het Energietoevoer uitgevallen apparaat automatisch opnieuw. Schakel anders het apparaat handmatig in (zie 4.5, pag. 44). In beide gevallen blijven alle voorinstellingen behouden. Zuurstoffles niet geopend Zuurstoffles openen. Zuurstoffles bijna leeg Zuurstoffles vervangen. Persgasbron niet correct Persgasbron correct aansluiten. aangesloten Persgasbron defect Persgasbron vervangen. Persgasslang zo leggen dat deze Persgasslang geknikt of bekneld niet geknikt of bekneld raakt. Drukregelaar defect Drukregelaar vervangen. Persgasbron < 6 bar gebruiken. Apparaat uitschakelen (zie 4.6, Druk van het persgas te hoog pag. 45) en van persgasbron loskoppelen.
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Alarm
9 Alarmen en storingen
De alarmen luchtwegdruk , PEEP en luchtwegdruk worden pas gegeven, wanneer bij twee op elkaar volgende ademcycli aan de desbetreffende voorwaarde is voldaan.
9.1.2 Alarm van gemiddelde prioriteit (geel) Alarm
Oorzaak
Accu defect
Accu plaatsen
Accu zwak
Loskoppeling MEDUtrigger
Vt niet realiseerbaar
Verhelpen Apparaat in accumodus zonder netvoeding tot uitschakelen laten werken. Accu helemaal opladen Accu defect of te kalibreren (zie 4.3.2, pag. 36). Wanneer het apparaat het alarm blijft weergeven: accu wisselen (zie 4.3.5, pag. 39). Accu correct plaatsen (zie 4.2, Accu niet of niet correct geplaatst pag. 35). Accu wisselen (zie 4.3.5, pag. 39). Apparaat op netvoeding Geringe accustatus aansluiten (zie 4.2, pag. 35) en accu laden (zie 4.3.5, pag. 39). MEDUtrigger tijdens een MEDUtrigger weer op het handmatige beademing van het apparaat aansluiten. apparaat verwijderd. Beademingsparameters Ongeldige beademingsparameters aanpassen. Persgastoevoer niet voldoende Persgastoevoer aanpassen. Sinterfilter verstopt Apparaat laten repareren.
9.1.3 Alarm van lage prioriteit (turkoois) Alarm
WM 68015a 11/2013
Apparaattemperatuur
Geen acculading mogelijk
Oorzaak
Verhelpen Apparaat binnen toegestaan Apparaattemperatuur > 65°C temperatuurbereik gebruiken (zie 12.1.1, pag. 124). Accu binnen toegestaan Accutemperatuur < 0°C of > 45°C temperatuurbereik laden (zie 12.1.2, pag. 126). Accu defect Accu vervangen.
MEDUMAT Standard2
NL
115
9 Alarmen en storingen Alarm
Oorzaak
Werking op accu
Netvoeding te zwak of netuitval
Verhelpen Het alarm verschijnt: • wanneer u het draagsysteem uit de wandhouder neemt • wanneer u het apparaat met de voedingseenheid gebruikt en het net uitvalt In beide gevallen verdwijnt het alarm na 10 s.
9.2 Storingen Wanneer u storingen niet meteen met behulp van de tabel kunt verhelpen, neem dan contact op met de fabrikant WEINMANN Emergency of uw speciaalzaak om het apparaat te laten repareren. Gebruik het apparaat niet verder, om grotere schade te vermijden.
9.2.1 Apparaat Verhelpen In het gebruikersmenu Alarmuitvoer te stil Geluidssterkte op 50% ingesteld. geluidssterkte op 100% instellen (zie 5.3.6, pag. 79). Accu niet correct in het apparaat Accu controleren. geplaatst of leeg Apparaat kan niet worden Accu leeg en apparaat niet op de ingeschakeld Energietoevoer controleren. netvoeding aangesloten Apparaat defect Apparaat laten repareren. Apparaat kan niet worden Aan/uit-toets min. Bedieningsfout uitgeschakeld 2 seconden ingedrukt houden. In het gebruikersmenu helderheid Helderheid van het display te Display te donker van het display verhogen (zie gering ingesteld. 5.3.6, pag. 79). Rood kruis in statusbericht van de Niet correct functionerende Zie „8.5 Niet geslaagde functiecontrole component functiecontrole“, pagina 108.
116
Oorzaak
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Storing
9 Alarmen en storingen Storing
Oorzaak
Verhelpen Software-update met een andere SD-kaart uitvoeren. Software-update functioneert niet Update-bestand of SD-kaart defect Kan de update nog steeds niet met succes worden uitgevoerd, dan het apparaat laten repareren.
9.2.2 Accu Storing Foutaanduiding brandt rood, wanneer de statustoets op de accu wordt ingedrukt of aanduiding accustatus op het apparaat brandt rood
Oorzaak Accu defect
Verhelpen Accu vervangen.
Accutemperatuur buiten het toegestane bereik (> 70°C)
Accu binnen toegestaan temperatuurbereik gebruiken (zie 12.1.2, pag. 126).
Accu opladen (zie 4.3.2, pag. 36): Accu werd helemaal ontladen en is laadproces duurt langer dan uitgeschakeld, om diepontlading gebruikelijk. Wanneer het laden te verhinderen. niet succesvol is: accu is te diep ontladen. Accu vervangen. Looptijd van apparaat in Accu heeft einde van zijn Accu vervangen. accumodus te gering levensduur bereikt. Accu binnen toegestaan Accu wordt niet geladen, hoewel Accutemperatuur < 0°C of > 45°C temperatuurbereik laden (zie 12.1.2, pag. 126). deze niet vol is Accu defect Accu vervangen. Accu vertoont geen reactie, wanneer op statustoets wordt gedrukt.
9.2.3 Beademing Storing
Oorzaak Lekkage in de zuurstofaanvoerleiding
WM 68015a 11/2013
Ongewoon hoog zuurstofverbruik Patiëntventiel sluit niet helemaal Lekkage bij maskerbeademing MEDUtrigger functioneert niet
MEDUtrigger gedeactiveerd
Verhelpen Lekkage zoeken en verhelpen (zie 8.8, pag. 110). Slangsysteem (PEEP-regelleiding en patiëntventiel) controleren. Masker bij de patiënt zo goed aansluitend mogelijk opzetten. In het gebruikersmenu optionele functie MEDUtrigger activeren (zie 5.3.8, pag. 83).
MEDUMAT Standard2
NL
117
10 Onderhoud
10 Onderhoud 10.1 Algemene aanwijzingen Onderhoudswerkzaamheden, veiligheidstechnische controles en servicemaatregelen zoals inspecties en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door de fabrikant of geschoold personeel dat door de fabrikant uitdrukkelijk werd geautoriseerd, worden uitgevoerd.
10.2 Termijnen
Betrokken onderdeel
Termijn
Apparaat
Elke 2 jaar onderhoud en veiligheidstechnische controle
Accu
Onderhoudsvrij Advies: accu na 2 jaar vervangen.
Slangsysteem voor eenmalig gebruik
Onderhoudsvrij
Slangsysteem voor meermalig gebruik
Apparaatingangsfilter
Gebruiker/exploitant (zie „10.3 Slangsysteem voor meermalig Elke 2 jaar onderhoud gebruik onderhouden“, pagina 119) Gebruiker/exploitant (zie „10.4 Na verzoek in de functiecontrole Apparaatingangsfilter vervangen“, pagina 120) Voor de accessoires gelden eigen termijnen. Neem goed nota van de gebruiksaanwijzingen van de accessoires.
WM 68015a 11/2013
Accessoires (bijv. laadstation)
Degene die de werkzaamheden uitvoert Fabrikant of geschoold personeel dat door de fabrikant uitdrukkelijk werd geautoriseerd
118
NL
MEDUMAT Standard2
10 Onderhoud
10.3 Slangsysteem voor meermalig gebruik onderhouden Voorwaarde
Het slangsysteem voor meermalig gebruik is gedemonteerd (zie „4.13.1 Slangsysteem voor meermalig gebruik demonteren“, pagina 65). 1. Controleer alle onderdelen van het slangsysteem voor meermalig gebruik op uitwendige beschadigingen en complete tekst. Indien nodig: vervang beschadigde of niet correct van tekst voorziene onderdelen. 2. Vervang PEEP-regelmembraan en terugslagklep-membraan (onderhoudsset WM 15779). 3. Monteer het slangsysteem voor meermalig gebruik (zie „4.13.2 Slangsysteem voor meermalig gebruik monteren“, pagina 66). 4. Stans het tijdstip van het volgende onderhoud op de servicebanderol (onderhoudsset WM 15779) uit. 5. Bevestig de service-banderol aan het uiteinde van de beademingsslang aan apparaatzijde. 6. Voer de functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 102). Het slangsysteem voor meermalig gebruik is onderhouden en gereed voor gebruik.
WM 68015a 11/2013
Resultaat
MEDUMAT Standard2
NL
119
10 Onderhoud
10.4 Apparaatingangsfilter vervangen Voorwaarde
Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Trek de apparaatingangsfilter uit het filtervak van het apparaat. 2. Voer de apparaatingangsfilter met de filtercassette af (zie „11.2.4 Apparaatingangsfilter“, pagina 123).
WM 68015a 11/2013
Materiële schade door een in elkaar geschoven apparaatingangsfilter in het filtervak te plaatsen! Bij levering is de filtercassette voor de helft in de apparaatingangsfilter geplaatst en door een transportbeveiliging in deze positie vastgezet. Als de filtercassette al vóór het plaatsen in het filtervak op het apparaat helemaal in de apparaatingangsfilter is geschoven, dan kan de werking van de apparaatingangsfilter niet meer worden gewaarborgd. Verander de geleverde apparaatingangsfilter niet. Schuif de filtercassette niet eigenhandig in de apparaatingangsfilter.
120
NL
MEDUMAT Standard2
10 Onderhoud
Transportbeveiliging
Filtercassette met filtervlies 3. Verwijder de transportbeveiliging uit de apparaatingangsfilter. 4. Schuif de apparaatingangsfilter met de voor de helft geplaatste filtercassette in het filtervak op het apparaat. Daarbij schuift de filtercassette helemaal in de apparaatingangsfilter. 5. Druk de apparaatingangsfilter in het filtervak tot de apparaatingangsfilter hoorbaar vastklikt en één geheel met het apparaat vormt. 6. Voer de functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 102). De apparaatingangsfilter is vervangen.
WM 68015a 11/2013
Resultaat
MEDUMAT Standard2
NL
121
11 Opslag en afvalverwijdering
11 Opslag en afvalverwijdering 11.1 Opslag 11.1.1 Algemene aanwijzingen •
Sla het apparaat onder de voorgeschreven omgevingscondities op (zie „12.1 Technische gegevens“, pagina 118).
•
Sla de accu bij langdurigere opslag (meer dan één week) apart op en lade deze om de 6 maanden na.
•
Na opslag bij extreme omgevingscondities (buiten de werkomgevingscondities, Zie „12.1.1 Technische gegevens apparaat“, pagina 118): Voordat u het apparaat weer in gebruik neemt, bewaart u het apparaat eerst gedurende ten minste 12 uur bij kamertemperatuur.
•
Apparaat opslaan
1. Schakel het apparaat uit (zie „4.6 Apparaat uitschakelen“, pagina 45). 2. Indien nodig: koppel het apparaat los van de netvoeding. 3. Verwijder de accu. 4. Reinig en desinfecteer het apparaat (zie „7.3 Hygiënsche zuivering van het apparaat“, pagina 90). 5. Sla apparaat en accu droog op. Het apparaat en de accu zijn droog opgeslagen.
WM 68015a 11/2013
Resultaat
122
NL
MEDUMAT Standard2
11 Opslag en afvalverwijdering
11.2 Afvalverwijdering 11.2.1 Elektronisch afval Voer het product niet via het huisvuil af. Voor een vakkundige afvoer kunt u contact opnemen met een erkend, gecertificeerd afvalverwijderingsbedrijf voor elektronisch afval. Het adres hiervan kunt u opvragen bij uw milieuconsulent of uw gemeente. De verpakking van het apparaat (kartonnen doos en inlegdelen) kunt u als oud papier afvoeren.
De volgende producten gelden als elektronisch afval: •
apparaat
•
voedingseenheid
11.2.2 Accu Verbruikte accu's mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. Neem contact op met WEINMANN Emergency of uw gemeentelijke verzamelpunt voor klein chemisch afval.
11.2.3 Patiëntslangsysteem Voer het patiëntslangsysteem na gebruik af naar een recyclingbedrijf voor kunststoffen.
11.2.4 Apparaatingangsfilter
WM 68015a 11/2013
Voer de apparaatingangsfilter met de filtercassette via het huisvuil af.
MEDUMAT Standard2
NL
123
12 Bijlage
12 Bijlage 12.1 Technische gegevens 12.1.1 Technische gegevens apparaat
Loskoppeling van net Werkwijze Classificatie volgens EN 60601-1: • Beschermingstype tegen elektrische schok • Beschermingsgraad tegen elektrische schok
124
NL
Apparaat IIb 206 mm x 137 mm x 130 mm Ca. 2 kg Ca. 2,5 kg -18°C tot +50°C 0% RH tot 95% RH zonder condensvorming 540 hPa tot 1100 hPa -500 m tot 5000 m -40°C tot +70°C (maximaal 48 u) 0% RH tot 95% RH zonder condensvorming 12 V tot 15 V 30 W 0,1 tot 3 A 6u 12 V 500 m 15 V Door de netstekker uit te trekken wordt het apparaat over alle polen van het net gescheiden. Continuwerking
beschermingsklasse II beschermingsgraad BF
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Specificatie Productklasse volgens richtlijn 93/42/EEG Afmetingen (B x H x D) Gewicht: zonder accu met accu Werking: temperatuurbereik luchtvochtigheid luchtdruk hoogte boven normaal nulpunt Opslag/transport: temperatuurbereik luchtvochtigheid Elektrische aansluiting (nominale spanning) Maximaal opgenomen vermogen Stroomopname Gebruiksduur met accu Werking op het boordnet: nominale spanning maximale inwendige weerstand van het boordnet Werking op net nominale spanning
WM 68015a 11/2013
12 Bijlage Specificatie Apparaat Beschermingsgraad tegen: • binnendringen van vreemde vaste voorwerpen IP54 • binnendringen van stof • binnendringen van water met schadelijke werking Testparameters en grenswaarden kunnen indien nodig bij de Elektromagnetische compatibiliteit fabrikant (WEINMANN Emergency Medical Technology GmbH + Co. KG, (EMC) volgens EN60601-1-2: radio-ontstoring Frohbösestrasse 12, 22525 Hamburg) worden opgevraagd. bestendigheid tegen radiostoringen EN 55011 EN 61000-4 (delen 2 tot 6, 8 en 11) RTCA DO 160 G 5" TFT-kleurendisplay Display Resolutie 320 pixels x 240 pixels Geluidssterke alarmen 60 dbA tot 88 dbA EN 60601-1 EN 1789 Toegepaste normen EN 794-3 ISO 10651-3 RTCA DO-160 G Regeling beademingsmodi: • Volumegecontroleerd IPPV, CPR, SIMV (optioneel), S-IPPV (optioneel), RSI, Inhalatie (optioneel) CPAP • Drukgecontroleerd Inhalatie 0 l/min tot 10 l/min, in stappen van 1 l/min Bedrijfsgas Medische zuurstof Werkdrukbereik 2,7 bar tot 6 bar 4,5 bar (statisch) Aanbevolen gastoevoer 2,7 bar bij 80 l/min Ten minste 80 l/min bij ingangsdruk 4,5 bar in Air Mix- en No Air Maximale uitgangsflow Mix-modus I:E 1:1,7 verplicht, anders triggerafhankelijk (±10%) Beademingsfrequentie 5 min-1 tot 50 min-1 (±1 min-1) Ten minste 0,45 s Inspiratietijd Maximaal 4,5 s Tidaal volume 50 ml tot 2000 ml (±40 ml of ±20%) Ten minste 0,25 l Adem-minuutvolume Maximaal 20 l Drukbegrenzing (Pmax) 10 mbar tot 65 mbar (±3 mbar of ±15%) Mechanisch veiligheidsventiel Drukbegrenzing op maximaal100 mbar MEDUMAT Standard2
NL
125
12 Bijlage Specificatie PEEP
Apparaat 0 mbar tot 20 mbar (±3 mbar of ±15%) Inspiratorische trigger: -1,3 mbar bij PEEP > 0 -0,8 mbar bij PEEP = 0
Trigger
Expiratorische trigger: 30% van maximumflow Zuurstofconcentratie: • Air Mix-modus • No Air Mix-modus Persgasschroefdraad Aansluiting beademingsslang Aansluitingen patiëntventiel Levensduur apparaatingangsfilter
Zie „12.1.6 Zuurstofconcentratie bij Air Mix-modus“, pagina 132. 100% O2 Buitendraad G 3/8 WEINMANN Emergency-specifiek WEINMANN Emergency-specifiek 24 u in Air Mix-modus of 6 maanden
Constructiewijzigingen voorbehouden.
12.1.2 Technische gegevens accu Specificatie Type Afmetingen (B x H x D) Gewicht Nominale capaciteit Nominale spanning Laadtijd (0% tot 95%) Laadtemperatuur Temperatuurbereik werking Transport/opslag: temperatuurbereik
-30°C tot +70°C (bij meer dan +60°C maximaal één week) 0% RH tot 95% RH zonder condensvorming Ten minste 300 laadcycli WM 68015a 11/2013
luchtvochtigheid Levensduur
Accu Li-Ion 97 mm x 127 mm x 33 mm 450 g 4,3 Ah ( 46,4 Wh) 10,8 V 3,5 u 0°C tot +45°C -18°C tot +50°C
126
NL
MEDUMAT Standard2
12 Bijlage
12.1.3 Technische gegevens patiëntslangsysteem Specificatie
Patiëntslangsysteem Lengte 3 m
-18°C tot +50°C 15% tot 95% IIa -30°C tot +70°C Maximaal 95% 15 mm binnenconus 22 mm buitenconus EN ISO 5356-1 Niet te verbinden expiratie-opening
0,79 ml/hPa (ml/cmH2O) 0,90 ml/hPa (ml/cmH2O)
1,11 ml/hPa (ml/cmH2O) 1,26 ml/hPa (ml/cmH2O)
ca. 573 ml ca. 573 ml
ca. 857 ml ca. 857 ml
Zonder bochtstuk: ca. 16 ml
Met bochtstuk: Zonder bochtstuk: ca. 28 ml ca. 16 ml
Met bochtstuk:
ca. 12 ml
ca. 21 ml
ca. 21 ml
ca. 12 ml
ca. 28 ml
PC, silicone, TPE, PA, poleolefine, PP, TPR, PE, PU, polyisopreen
WM 68015a 11/2013
Werking: • temperatuurbereik • relatieve luchtvochtigheid Productklasse volgens richtlijn 93/42/EEG Opslag: • temperatuurbereik • relatieve luchtvochtigheid Patiëntventiel: patiëntaansluiting masker/ endotracheale tube Patiëntventiel: expiratie-opening Compliance: • Slangsysteem voor meermalig gebruik • Slangsysteem voor eenmalig gebruik Binnenvolume van het gehele ademsysteem: • Slangsysteem voor meermalig gebruik • Slangsysteem voor eenmalig gebruik Dode volume: • Patiëntventiel (slangsysteem voor meermalig gebruik) • Patiëntventiel (slangsysteem voor eenmalig gebruik) Gebruikte materialen:
Patiëntslangsysteem Lengte 2 m
MEDUMAT Standard2
NL
127
12 Bijlage
Drukvermindering [hPa] over het traject van de inspiratorische en expiratorische stroming bij verschillende flows [l/min] volgens EN 794-3 (in combinatie met MEDUMAT Standard2, meetpunt 1: patiëntaansluitopening) Patiëntslangsysteem (voor Patiëntslangsysteem Patiëntslangsysteem eenmalig (voor meermalig (voor eenmalig gebruik), gebruik), Flow gebruik), 2 m 2m 2 m, met [l/min] gereduceerd dood volume Met Zonder Met Zonder Met bochtstuk bochtstuk bochtstuk bochtstuk bochtstuk 2,5 0,35 0,26 0,23 0,10 0,13 Spontane ademhaling 15 1,35 1,08 0,15 0,50 1,18 bij stroomuitval, 2,82 2,72 2,93 1,30 3,27 inspiratorisch 30 (1) (STP) Spontane 2,5 0,62 0,66 1,17 0,60 0,75 ademhaling 15 1,52 1,53 1,99 1,00 1,82 bij stroomuitval, 2,05 2,00 2,60 1,20 3,26 expiratorisch 30 (2) (BTPS) Normale 5 0,00 0,00 0,10 0,00 0,00 modus, 30 0,13 0,00 0,26 0,10 0,12 inspiratorisch 60 0,34 0,14 0,93 0,20 0,27 (STP)(1) 5 30
0,85 2,01
0,92 2,01
1,41 2,58
0,70 1,20
0,96 3,24
60
2,80
2,59
3,67
1,70
7,28
WM 68015a 11/2013
Normale modus, expiratorisch (BTPS)(2)
128
NL
MEDUMAT Standard2
12 Bijlage
Drukvermindering [hPa] over het traject van de inspiratorische en expiratorische stroming bij verschillende flows [l/min] volgens EN 794-3 (in combinatie met MEDUMAT Standard2, meetpunt 1: patiëntaansluitopening) Patiëntslangsysteem (voor Patiëntslangsysteem meermalig gebruik), 3 m (voor eenmalig gebruik), 3 m Flow [l/min] Zonder Zonder Met bochtstuk Met bochtstuk bochtstuk bochtstuk Spontane 2,5 0,35 0,32 0,26 0,27 ademhaling 15 1,25 1,19 1,23 1,18 bij stroomuitval, inspiratorisch 30 2,75 2,68 2,96 2,81 (STP)(1) 2,5 0,54 0,83 1,30 1,15 Spontane ademhaling 15 1,29 1,35 2,03 1,85 bij stroomuitval, expiratorisch 30 1,75 1,75 2,63 2,38 (BTPS)(2) 0,00 0,00 0,00 0,00 Normale modus, 5 30 0,15 0,12 0,18 0,10 inspiratorisch (STP)(1) 60 0,40 0,15 0,76 0,21 5 0,80 1,05 1,50 1,33 Normale modus, 30 1,75 1,72 2,60 2,36 expiratorisch (BTPS)(2) 60 2,39 2,29 3,86 3,27 (1)
STP (Standard Temperature and Pressure): volume bij 21°C en 1013 hPa
(2)
WM 68015a 11/2013
BTPS (Body Temperature and Pressure, saturated): volume bij actuele omgevingsdruk en 37°C bij 100% verzadigd vochtig gas
Realiseerbaar tidaal volume bij tegendruk Afwijking van het tidaal volume (ml) Tegendruk Patiëntslangsysteem 2 m Patiëntslangsysteem 3 m (mbar) Voor meermalig Voor eenmalig Voor meermalig Voor eenmalig gebruik gebruik gebruik gebruik 0 0 0 0 0 5 -3,95 -4,5 -5,55 -6,3 15 -11,85 -13,5 -16,65 -18,9 30 -23,7 -27 -33,3 -37,8 60 -47,4 -54 -66,6 -75,6 MEDUMAT Standard2
NL
129
12 Bijlage
12.1.4 Blokschakelschema .
Medumat Standard²
Patiëntslangsysteem
Drukse nso rs
Persgas
Drukregela ar
App araatingan gsfilter
AirMixventiel
Flowsensor
Veil igheidsen noo dluchtven tiel
Patiëntventiel
Optione el: HME-filte r
Patiënt
Injector
WM 68015a 11/2013
Omgeving slucht
Doseerventiel
130
NL
MEDUMAT Standard2
0
10
20
30
40
50
60
70
PEEP = 20 mbar
PEEP = 15 mbar
PEEP = 10 mbar
PEEP = 5 mbar
PEEP = 0 mbar
131
NL
MEDUMAT Standard2
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
0
PInsp / mbar
WM 68015a 11/2013
12 Bijlage
12.1.5 Eigen O2-verbruik van het apparaat .
Eigen verbruik [l/min]
12 Bijlage
12.1.6 Zuurstofconcentratie bij Air Mix-modus Het volgende diagram toont de zuurstofconcentratie voor de Air Mix-modus bij verschillende tegendrukken en adem-minuutvolumes.
O2 in %
100
15 mbar tegendruk
95
85
10 mbar tegendruk
90
80
75
70
65
60
55
50 2 4 6 8 10 12 16 20
WM 68015a 11/2013
18
NL
30 mbar tegendruk
14
Adem-minuutvolume in l/min 132
MEDUMAT Standard2
12 Bijlage
12.1.7 Technische gegevens elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Medische elektrische hulpmiddelen zijn onderworpen aan bijzondere voorzorgsmaatregelen wat betreft elektromagnetische compatibliteit (EMC). Zij moeten volgens de in de begeleidende documentatie vermelde EMC-aanwijzingen geïnstalleerd en in gebruik genomen worden.
Veiligheidsafstanden Aanbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare en mobiele HF-telecommunicatie-apparaten en MEDUMAT Standard2 MEDUMAT Standard2 is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin de HFstoringen gecontroleerd zijn. De klant of de gebruiker van MEDUMAT Standard2 kan helpen bij het vermijden van elektromagnetische storingen door de minimumafstand tussen draagbare en mobiele HFtelecommunicatie-apparaten (zenders) en MEDUMAT Standard2 aan te houden (afhankelijk van het uitgangsvermogen van het HF-telecommunicatie-apparaat, zie onder). Veiligheidsafstand afhankelijk van de zendfrequentie in m Nominaal vermogen van 150 MHz 150 kHz 80 MHz 800 MHz het HF-apparaat 800 MHz in de 80 MHz 800 MHz 2,5 GHz in W ISM-banden 0,01 0,12 0,12 0,04 0,08 0,1 0,38 0,38 0,13 0,24 1 1,2 1,2 0,4 0,77 10 3,8 3,8 1,3 2,4 100 12 12 4 7,7
12.1.8 Fabrieksinstellingen noodgevalmodi Volwassene 600 ml 12/min 0 hPa 30 hPa
Kind 200 ml 20/min 0 hPa 25 hPa
Klein kind 100 ml 30/min 0 hPa 20 hPa
WM 68015a 11/2013
Beademingsparameter Vt Frequentie PEEP Pmax
MEDUMAT Standard2
NL
133
12 Bijlage
12.2 Berekening van het lichaamsgewicht via de lengte In het startmenu kunt u onder het menupunt Nieuwe patiënt (zie „4.7.3 Beademingsmodus voor nieuwe patiënt kiezen“, pagina 48) de lengte van de patiënt instellen. Uit de ingestelde lengte en het bijbehorende ideale lichaamsgewicht (IBW = Ideal Body Weight) berekent het apparaat de passende beademingsparameters. De IBW-waarde wordt als volgt berekend: •
kind(1) (lengte ≤ 154 cm):
IBW = 2,05 x e0,02 x lengte •
volwassene(2) (lengte > 154 cm):
IBW man = 50 + 2,3 x [lengte/2,54 - 60] IBW vrouw = 45 + 2,3 x [lengte/2,54 - 60]
Met behulp van het IBW kan het tidaal volume als volgt worden berekend:
(KG = lichaamsgewicht) Voorbeeld
•
Patiënt, man, lengte 185 cm
•
Instelling voor Vt/kg KG = 6 ml/kg
IBW = 50 + 2,3 x [185 cm/2,54 - 60] = 79,51 kg
80 kg
(1)
Bron: TRAUB, S. L.; JOHNSON, C.E.: Comparison of methods of estimating creatinine clearance in children. In: American journal of hospital pharmacy 37, 1980, no. 2, pag. 195–201. (2) Bron: DEVINE, Ben J. Gentamicin therapy. The Annals of Pharmacotherapy, 1974, 8e jaarg., no. 11, pag. 650-655.
134
NL
MEDUMAT Standard2
WM 68015a 11/2013
Vt= 80 kg x 6 ml/kg = 450 ml
12 Bijlage
12.3 Geëxporteerde logbestanden Wanneer u logbestanden naar een SD-kaart heeft geëxporteerd (zie „5.3.3 Import/export“, pagina 73), vindt u op de SD-kaart de volgende bestanden:
Bestandsnaam debug status fcheck update
Beschrijving Ondersteunt bij de communicatie in geval van service. Ondersteunt bij de communicatie in geval van service. Registratie van de uitgevoerde functiecontroles (zie 12.3.1, pag. 135). Registratie van de uitgevoerde software-update (zie 12.3.2, pag. 136)
12.3.1 Geregistreerde functiecontroles
WM 68015a 11/2013
airmix
inputpressure
tightness
bleeding
flow
pressure
temperature
buttontest
alarmsystem
result*
fcheck
uid
sequence
time
#date
In het bestand fcheck worden de uitgevoerde functiecontroles met datum, tijd en hun resultaten opgeslagen. Deze informatie helpt u bij de documentatie binnen het kader van uw kwaliteitsmanagementsysteem. U kunt het bestand fcheck met een tabelcalculatieprogramma (bijv. Microsoft Excel®) openen. Hieronder een voorbeeld voor een uitgelezen fcheck-bestand:
28. 01. 15:28: 2013 42
14
6001 fcheck failed ok
ok
ok
ok
ok
ok
failed ok
ok
30. 01. 10:29: 2013 03
16
6000 fcheck ok
ok
ok
ok
ok
ok
ok
ok
ok
ok
*In de kolom result vindt u het resultaat van een functiecontrole (ok = geslaagd, failed = niet geslaagd). Als een functiecontrole niet geslaagd is, dan wordt de oorzaak ervan in de erop volgende kolommen met failed aangegeven. In het getoonde voorbeeld is de functiecontrole vanwege een lekkage (kolom tightness) niet geslaagd.
MEDUMAT Standard2
NL
135
12 Bijlage
Kolombenaming #date time sequence uid fcheck result alarmsystem buttontest temperature pressure flow bleeding tightness inputpressure airmix
Beschrijving Datum van de functiecontrole Tijd van de functiecontrole Doorlopend gebruiksnummer Alleen voor servicedoeleinden Alleen voor servicedoeleinden Resultaat van de functiecontrole Controle van de optische en akoestische alarmen Controle van de toetsen en navigatieknoppen Controle van de temperatuur binnenin het apparaat Controle van de interne druksensors Controle van de interne flowsensor Controle van de pneumatische ontluchtingstijd Controle van de dichtheid van het apparaat inclusief patiëntslangsysteem Controle van de ingangsdruksensor Controle van de Air Mix-modus
12.3.2 Geregistreerde software-updates
WM 68015a 11/2013
In het bestand update worden de uitgevoerde software-updates opgeslagen. Deze informatie helpt u bij de documentatie binnen het kader van uw kwaliteitsmanagementsysteem. U kunt het bestand update met een tekstverwerkingsprogramma openen. De volgende informatie vindt u in het bestand:
136
NL
MEDUMAT Standard2
12 Bijlage
12.4 Omvang van de levering 12.4.1 Standaard omvang van de levering MEDUMAT Standard2 met MEDUtrigger
WM 28700-01-000
Artikelnummer Basisapparaat met MEDUtrigger-bus WM 28710-01 Patiëntslangsysteem Basic, 2 m, voor meermalig gebruik WM 28860 Accu WM 45045 MEDUtrigger 2 m WM 28992 Testzak voor MEDUMAT WM 1454 Set CPAP-/NIV-maskers voor eenmalig gebruik met WM 15807 luchtkussen Beademingsmasker met zelfvullende verdikking van WM 5074 silicone voor volwassene mt. 5 Apparaatingangsfilter WM 28745 Logboek medische apparatuur WM 16430 Overdrachtprotocol WM 16318 WM 68015 Gebruiksaanwijzing MEDUMAT Standard2 Onderdeel
12.4.2 Accessoires U kunt indien nodig accessoires apart bestellen. Een actuele lijst met accessoires kunt u op internet op www.weinmannemergency.de of via uw speciaalzaak verkrijgen.
WM 68015a 11/2013
Onderdeel MEDUtrigger 3 m Laadadapter Voedingseenheid 50 W Voedingseenheid 100 W 12-V-kabel Laadstation EasyLung voor WEINMANN Emergency SD-kaart
MEDUMAT Standard2
Artikelnummer WM 28993 WM 28979 WM 28305 WM 28937 WM 28356 WM 45190 WM 28625 WM 29791
NL
137
12 Bijlage Artikelnummer T-verdeler met sluitkoppeling WM 22395 Set, bevestigingsplaat voor apparaatrail WM 15845 Set, wandhouder voor voedingseenheid WM 15846 Set, wandhouder voor accu WM 15847 Set, aanbouw ziekenhuisnormrail WM 15795 Set, aanbouw stanghouder WM 15806 Patiëntslangsysteem Basic, 2 m, voor eenmalig gebruik WM 28865 Patiëntslangsysteem Basic, 3 m, voor meermalig gebruik WM 28861 Patiëntslangsysteem Basic, 3 m, voor eenmalig gebruik WM 28866 Patiëntslangsysteem Basic, 2 m, voor eenmalig gebruik, WM 28867 met gereduceerd dood volume Ademsysteemfilter voor MEDUMAT WM 22162 beademingsapparaten Inhalatieadapter WM 28263 Beschermkapje AD22 WM 28942 2-l-zuurstoffles, gevuld, G 3/4, WM 1822 max. vuldruk 200 bar 2-l-zuurstoffles (licht), gevuld, G 3/4, WM 1814 max. vuldruk 200 bar Drukregelaar OXYWAY Fix III, G 3/4 WM 30301 Drukregelaar OXYWAY Fast II High Flow, G 3/4 WM 31891 Drukslang, 10 bar, met aansluitnippel G 3/8, Artikelnummer aan de andere kant naar keuze wartelmoer G 3/8 of op aanvraag stekker voor zuurstoftoevoer Onderdeel
12.4.3 Reserveonderdelen
WM 68015a 11/2013
U kunt indien nodig reserveonderdelen apart bestellen. Een actuele lijst met reserveonderdelen kunt u op internet op www.weinmann-emergency.de of via uw speciaalzaak verkrijgen.
138
NL
MEDUMAT Standard2
12 Bijlage
12.5 Garantie WEINMANN Emergency verleent de klant van een nieuw origineel WEINMANN Emergency-product en een door WEINMANN Emergency gemonteerd reserveonderdeel een beperkte fabrieksgarantie volgens de voor het desbetreffende product geldende garantievoorwaarden en hierna vermelde garantieperiodes vanaf datum aankoop. De garantievoorwaarden kunnen op internet op www.weinmann-emergency.de worden opgevraagd. Desgewenst sturen wij u de garantievoorwaarden ook toe. Neem bij een garantiekwestie contact op met uw speciaalzaak. Product WEINMANN Emergency-apparaten inclusief accessoires (uitzondering: maskers) voor zuurstofgeneeskunde en geneeskunde in noodsituaties Maskers inclusief accessoires, accu's, batterijen (indien niet anders vermeld in de technische documentatie), sensors, slangsystemen Producten voor eenmalig gebruik
Garantieperiodes 2 jaar
6 maanden Geen
12.6 Conformiteitsverklaring
WM 68015a 11/2013
Hierbij verklaart WEINMANN Emergency Medical Technology GmbH & Co. KG dat het product voldoet aan de desbetreffende voorschriften van de richtlijn 93/42/EEG voor medische hulpmiddelen. De volledige tekst van de conformiteitsverklaring vindt u op: www.weinmann-emergency.de
MEDUMAT Standard2
NL
139
Center for Production, Logistics, Service WEINMANN Emergency Medical Technology GmbH + Co. KG Siebenstuecken 14 24558 Henstedt-Ulzburg GERMANY
medical technology made in germany
WM 68015a 11/2013 NL
WEINMANN Emergency Medical Technology GmbH + Co. KG Frohboesestrasse 12 22525 Hamburg GERMANY E:
[email protected] www.weinmann-emergency.de T: +49 40 88 18 96-120 F: +49 40 88 18 96-481