GEBRUIKSAANWIJZING
RN10 VL-2
[email protected]
2
Inhoudsopgave:
Algemeen: . .....................................................................................................................................................................2 Veiligheid: . .....................................................................................................................................................................2 Installatie van een nieuwe machine:....................................................................................................................................2 VL2 bedieningspaneel – overzicht van diverse bedrijfssituaties:........................................................................................3 Voorbeelden van machtsverbindingen:...............................................................................................................................3 Bediening van de planeetmenger:.......................................................................................................................................4 De Remix-functie:..............................................................................................................................................................5 Vaste snelheden wijzigen:.................................................................................................................................................5 Timer resetten:.................................................................................................................................................................5 Overbelasting:..................................................................................................................................................................5 Procedure bij overbelasting:............................................................................................................................................5 Aanbevolen maximumsnelheden:.........................................................................................................................................5 Constructie van de planeetmenger:...................................................................................................................................6 Maximum capaciteit van de planeetmenger:.........................................................................................................................6 Aanbevolen toepassing van de meng- en roerhulpstukken:................................................................................................7 Reiniging: . .....................................................................................................................................................................7 Onderhoud en smering:......................................................................................................................................................7 Hulpstukaandrijving:........................................................................................................................................................7 Aanbevolen max.snelheden voor hulpstukaandrijving:..............................................................................................................7 Maatschetsen:...................................................................................................................................................................7 VL-2 bediening, foutcodes en mogelijke oplossingen:........................................................................................................8 Testprogramma’s:.............................................................................................................................................................9 Service-instructies:.........................................................................................................................................................10 Bedradingsschema:..........................................................................................................................................................14 Stroomschema’s:.............................................................................................................................................................15 De hendel voor de bekkenlift kan aan beide kanten van de planeetmenger worden gemonteerd:......................................16
Algemeen: In geval van een defect aan de planeetmenger dient u met de leverancier contact op te nemen. De garantie geldt niet voor defecten die zijn ontstaan door onjuiste hantering, overbelasting alsmede onachtzaamheid wat betreft de onderhoudsvoorschriften. Controleer of alle onderdelen zijn inbegrepen, zoals bekken, hulpstukken, vetspuit en rubberen voetjes. Indien de machine is voorzien van een hulpstukkenaansluiting, mogen alleen originele hulpstukken van A/S WODSCHOW & CO worden gebruikt.
Aansluiting op elektriciteitsnet: Controleer of de spanning en frequentie op het machineplaatje geschikt zijn voor de installatielocatie. Het machineplaatje zit bovenaan op de achterkant van de planeetmenger.
Gebruik fase + nul + aarde of fase + fase + aarde wanneer u de planeetmenger aansluit. Het is in beide gevallen van belang dat het voltage tussen de twee onder spanning staande pennen overeenkomt met het voltage op het machineplaatje. (Zie de voorbeelden op pagina 3).
De planeetmenger moet worden geaard
Veiligheid: Het constante geluidsniveau van de werkplek voor de operator is lager dan 70 dB (A). Deze planeetmenger is bedoeld voor de vervaardiging van producten, die tijdens het bewerkingsproces geen reacties veroorzaken, of stoffen afgeven die schadelijk voor de gebruiker kunnen zijn.
Indien u uw handen in de planeetmenger steekt terwijl deze draait kan dit persoonlijk letsel veroorzaken.
Installatie van een nieuwe machine: Montage en bevestiging: De hendel voor de bekkenlift kan aan beide kanten van de mixer worden gemonteerd, zie pagina 16. Bij plaatsing van de mixer op een tafel moet deze met bouten worden vastgezet aan de tafel. Gebruik 4 M6-bouten met een lengte van 90 mm + de dikte van het tafelblad. Bij plaatsing van de planeetmenger op een standaard kan deze rechtstreeks op de vloer worden geplaatst. Geadviseerd wordt gebruik te maken van ankerbouten in de vloer. Als de vloer niet helemaal egaal is, kunnen er tussenstukken onder de poten van de planeetmenger worden geplaatst.
Als dat niet het geval is, zal het EMC-filter niet functioneren en bestaat het gevaar dat de frequentieomvormer beschadigd raakt.
• •
• •
Sluit de planeetmenger alleen aan op eenfasestroom met aarding. Gebruik een geaarde stekker met twee pennen. Eventueel kunt u ook twee geleiders plus aarding gebruiken met een driefasenvoeding. De planeetmenger moet worden beveiligd met een differentieelschakelaar De machine is beveiligd met een zekering van 5 A. De zekering is ingebouwd in de stekker die aan de onderkant achter op de planeetmenger zit. Daar komt nog een zekering van 10 A bij, die in de frequentieomvormer is gemonteerd, zie “Service-instructies” op pagina 10.
3
VL2 bedieningspaneel – overzicht van diverse bedrijfssituaties: Op de volgende afbeeldingen ziet u diverse bedrijfssituaties met de bijbehorende uitleg:
2
1
De planeetmenger wordt aangesloten op de stroom en is dan klaar voor gebruik. Dit wordt aangegeven door het knipperen van de groene diode bij ! U kunt een startsnelheid instellen door te drukken op één van de vaste snelheden of , voordat u op drukt. Als u op drukt, start de planeetmenger met de minimale snelheid. De bedrijfstijd geeft u aan door te drukken op of .
Noodstop geactiveerd. Er is geen licht in het display. Als de rode diode bij knippert, is de planeetmenger gestopt omdat het veiligheidscircuit is onderbroken doordat de bekkenarmen omlaag zijn gebracht of doordat de beschermkap is geopend.
U voert een programma uit door eerst op te drukken en vervolgens op het gewenste nummer, bijv. voor programma 1.
4
3
is ingedrukt. Gele diode bij knippert. U start de planeetmenger door te drukken op . De timer gaat weer verder en de snelheid wordt opgevoerd naar de geselecteerde snelheid. Als , wordt ingedrukt, wordt de timer gereset en zal de planeetmenger niet starten. Hij is dan echter wel klaar voor gebruik. De groene diode bij knippert (zie afbeelding 2).
De planeetmenger draait en er is een snelheid geselecteerd. Er branden vier diodes op de snelheidsindicatie. U kunt de snelheid wijzigen door te drukken op één van de knoppen voor de vier vaste snelheden of of . De planeetmenger kan worden gestopt zonder de timer te resetten. Dit doet u door te drukken op of door de beschermkap te openen. U start de planeetmenger weer door te drukken op
Voorbeelden van machtsverbindingen: Spanning bij installatie: 50/60 Hz.
Het machineplaatje
Vermogen: Fasen x spanning
Met nul
Aarding
Spanning
Fasen Nul ge
Aarding bruiken gebruiken
1 x 220-240V
Nul
ja
230V
1
ja
ja
2 of 3 x 220-240V
-
ja
230V
2
-
ja
2 of 3 x 380-415V
Nul
ja
230V
1
ja
ja
2 of 3 x 380-480V
-
ja
380-480V
2
-
ja
2 of 3 x 110-220V
Nul
ja
100-110V
1
ja
ja
1 x 100-120V
Nul
ja
100-110V
1
ja
ja
3 x 100-120V
-
ja
100-110V
2
-
ja
Opmerkingen Let op: de planeetmenger kan zonder aardaansluiting werken, maar hierdoor wordt het functioneren van het EMC-filter beperkt vanwege het ontbreken van een aardcontact.
Het aansluiten van de planeetmenger zonder aardaansluiting wordt afgeraden!
4
Bediening van de planeetmenger: Tekstveld (timer)
Vaste snelheden
Snelheidsindicatie Snelheid omhoog
Tijd omlaag
REMIX-functie
Tijd omhoog
Start/Stop Noodstop
Snelheid omlaag
Pauze
Voordat u de planeetmenger start:
Aangeven van bedrijfstijd:
Bevestig het benodigde gereedschap in de bajonetaansluiting. Plaats het bekken in de bekkenarmen en breng het omhoog naar de werkstand met behulp van de hendel voor de bekkenlift. Sluit de beschermkap.
Voordat u de planeetmenger start, kunt u een bedrijfstijd voor de planeetmenger kiezen door te drukken op of . De bedrijfstijd wordt aangegeven in minuten en seconden in het timerveld tussen en .
De planeetmenger is klaar voor gebruik.
De maximale bedrijfstijd bedraagt 60 minuten.
Inspectie van de ingrediënten tijdens bedrijf:
Start de planeetmenger: Druk op
om de planeetmenger te starten.
Druk op
om de snelheid op te voeren.
Druk op
om de snelheid te verlagen.
, , U kunt ook drukken op vaste snelheden te selecteren.
of
om één van de
tot en met De snelheidsindicatie onder de velden geeft de mengsnelheid van het gereedschap aan.
Vier vaste snelheden: Voor een snelle selectie van de snelheid gebruikt u de velden tot en met . Veld
staat voor de laagste snelheid, ca. 110 tpm.
Veld
staat voor ca. 212 tpm.
Veld
staat voor ca. 318 tpm.
Veld
staat voor de maximale snelheid, ca. 420 tpm.
U kunt de vaste snelheden wijzigen. Raadpleeg hiervoor de sectie “Vaste snelheden wijzigen”.
Als u de planeetmenger wilt stopzetten zonder de bedrijfstijd en snelheid te verkorten/verlagen, drukt u op . De planeetmenger zal de snelheid afbouwen en vervolgens stoppen. De bedrijfstijd wordt ook stopgezet. U kunt nu de beschermkap openen om de ingrediënten te bekijken. Sluit de beschermkap en druk op , om de planeetmenger te starten en de snelheid weer op te voeren naar de snelheid die was geselecteerd voordat op werd gedrukt. Ook zal de bedrijfstijd weer verder gaan lopen Als het bekken omlaag wordt gebracht terwijl de planeetmenger is gestopt, wordt de bedrijfstijd gerest en moet op worden gedrukt om de planeetmenger weer te starten
Voor oud-gebruikers van het oude 10 L-model, AR10 Bij de AR10 kwamen de snelheden 1, 2 en 3 overeen met de onderstaande TPM-waarden: Snelheid 1 kwam overeen met ca. 110 TPM. Snelheid 2 kwam overeen met ca. 150 TPM. Snelheid 3 kwam overeen met ca. 380 TPM.
5
De Remix-functie: De speciale Remix-functie is een snelkoppeling voor het programmeren van recepten. Tijdens het bedienen van de planeetmenger worden alle commando’s opgeslagen en als na afronding van een recept op , wordt gedrukt, kan het volledige recept worden opgeslagen onder een programmanummer.
•
Er zijn vier programmanummers.
•
Een programma kan niet worden verwijderd, maar wel worden vervangen.
•
Bij stroomuitval worden de programma’s niet verwijderd.
Timer resetten: U kunt de timer resetten door gelijktijdig op en . te drukken. Als de timer wordt gereset terwijl de planeetmenger draait, zal de planeetmenger stoppen
Overbelasting: Zorg ervoor dat u de planeetmenger niet overbelast. Kleverig en zwaar deeg kan de capaciteit van het bekken met 75% beperken. De capaciteit wordt nog verder beperkt als de snelheid van het menggereedschap wordt opgevoerd boven de aanbevolen waarden of bij gebruik van een verkeerd menggereedschap. Grote klompen vet of gekoelde ingrediënten moeten in kleinere stukken worden verdeeld voordat ze in het bekken worden gedaan
Zo slaat u een programma op: •
Druk eerst op
•
Doorloop het volledige recept, inclusief pauzes en veranderingen in de snelheid.
.
•
Druk op
•
Sla het programma op als programma 1 door zowel als in te drukken en vast te houden tot de totale lengte van het programma wordt weergegeven in het timerveld. Het timerveld zal vervolgens drie keer knipperen met de aanduiding “P1”.
Bij langdurige overbelasting zal het thermische overbelastingsrelais de planeetmenger uitschakelen. Volg de beschrijving onder “Procedure bij overbelasting”.
.
Zo voert u een programma uit: •
Druk eerst kort op en vervolgens op . In het timerveld verschijnt nu “P1”. Direct daarna wordt de totale lengte van het programma weergegeven. U voert het programma uit door te drukken op .
•
Als de snelheid of de tijd wordt veranderd of als wordt ingedrukt tijdens een programma, wordt het programma beëindigd en moet de planeetmenger handmatig worden aangestuurd.
•
U kunt de beschermkap openen tijdens het uitvoeren van een programma. Als de beschermkap weer dicht is, kunt u het programma hervatten door te drukken op .
•
Als er een pauze in het programma zit, zal de planeetmenger stoppen en wordt tegelijkertijd een geluidssignaal afgegeven. Als de operator de planeetmenger weer wil starten, drukt hij op waarna het programma wordt hervat.
Vaste snelheden wijzigen: Voor de velden en kan de snelheid voor toekomstige mengtaken worden gewijzigd. Druk op of om de snelheid te verhogen of verlagen of Als u de aangepaste snelheid wilt opslaan, drukt u op tot u twee piepjes hoort en de diodes van de snelheidsindicatie knipperen. De aangepaste snelheid is nu opgeslagen in het geheugen. Om de fabrieksinstellingen weer in te stellen voor knop en drukt u tegelijkertijd op en tot u een piepje hoort.
Procedure bij overbelasting: •
Druk op de noodstop.
•
Ontgrendel de noodstop
•
Start de planeetmenger door te drukken op
.
Aanbevolen maximumsnelheden:
Aanbevolen maximumsnelheden (fabrieksinstelling).
6
Constructie van de planeetmenger: Bekkenlift Hulpstukaandrijving
Machineplaatje Poly-V-riem
Planeetkop Bajonetbus
Motor
Bekkenhefarmen Frequentieomvormer
Transformator, alleen bij x<220V - 240V<x
Maximum capaciteit van de planeetmenger: RN10 VL-2
Producten
Eiwit 1L = 30 eieren
1L
Roomschuim
4,5 L
Mayonaise (L olie)
5L
Aardappelpuree
5 kg
Quichebodem
4,5 kg
Brooddeeg
4,5 kg
cake
6 kg
AR = Absorption Ratio (%AR)
(vloeistof in aantal % van droog materiaal) Bijv.: een basisrecept bevat 1 kg droog materiaal en 0,5 kg vloeistof: Dit geeft een AR = 0,5 kg x 100 = 50% 1 kg Indien de maximale capaciteit van de planeetmenger moet worden benut, moet de berekende AR = 50% worden gebruikt om de hoeveelheid droog materiaal en vloeistof van het deeg te bepalen. Indien een planeetmenger van 10 liter wordt gebruikt om een deeg met AR = 50% te kneden is de maximum capaciteit = 4,5 kg. Nu kan de hoeveelheid droog materiaal voor dit deeg als volgt worden berekend: Droog materiaal = Max.cap. x 100 = 4,5 kg x 100 = 3 kg AR + 100 50 + 100 Vloeistofgewicht = 4,5 kg - 3 kg = 1,5 kg
7
Aanbevolen
toepassing van de meng- en roerhulpstukken: Garde
Mengarm
Deeghaak
Slagroom
Koekdeeg
Brooddeeg
Eiwit
Boter room
Roggebrood
Mayonaise
Pannekoekbeslag
e.d.
e.d.
Fijngehakt vlees
Aanbevolen max.snelheden voor hulpstukaandrijving:
e.d.
De garde mogen niet in contact komen met harde objecten zoals bijvoorbeeld de rand van het bekken. Dit verkort de levensduur van het instrument door de toenemende vervorming. Voor bereiding van aardappelpuree moet de speciale roergarde en niet de opklopgarde worden gebruikt.
Reiniging: De planeetmenger dient dagelijks of na gebruik te worden gereinigd. De machine dient met een zachte borstel en schoon water te worden schoongemaakt. Reinigingsmiddel met sulfaten dient met de nodige voorzichtigheid te worden gebruikt, aangezien dergelijke reinigingsmiddelen van nadelige invloed op de smering van de planeetmenger zijn.
Aanbevolen max.snelheden voor hulpstukaandrijving (fabrieksinstelling).
Maatschetsen:
Voor het reinigen van de planeetmenger mag geen hogedrukspuit worden gebruikt. Een aluminium bekken en aluminium roer- en menghulpstukken mogen niet in sterk alkalische middelen worden afgewassen (max. pH-waarde 9,0). Uw leverancier van reinigingsmiddelen kan zeker van dienst zijn wat betreft de aanbeveling van een geschikt afwasmiddel.
Onderhoud en smering: De planeetmenger is bij levering levenslang gesmeerd. U hoeft dus nooit opnieuw te smeren. Bij reparatie van de planeetkop moeten het tandwiel en de tandwielkrans worden gesmeerd met STATOIL Greaseway ALX 82. Smeer de naaldlagers van de planeetkop niet met dit type vet.
Maatschets voor RN10 op vloerstandaard.
Als de planeetmenger is voorzien van een hulpstukaandrijving, moet de transmissie van de hulpstukaandrijving worden gesmeerd met STATOIL Greaseway ALX 82. Gebruik alleen de hierboven genoemde vettypes.
Hulpstukaandrijving: De planeetmenger kan worden voorzien van een hulpstukaandrijving voor het bevestigen van extra accessoires, zoals een vleesmolen of een groentesnijder. Raadpleeg voor nadere informatie over het bevestigen en gebruiken van extra accessoires de handleiding die u bij het accessoire hebt gekregen Zorg ervoor dat de planeetmenger is losgekoppeld tijdens het bevestigen van het accessoire in de hulpstukaandrijving! Maatschets voor RN10 tafelmodel
8
VL-2 bediening, foutcodes en mogelijke oplossingen: Foutcodes en mogelijke oplossingen: De VL2-bediening zal bij bepaalde fouten een foutcode weergeven op het display:
Temperatuur in frequentieomvormer te hoog.
Oplossing: Schakel de planeetmenger uit en laat deze afkoelen.
Voeding met onjuiste spanning.
Oplossing: Vergelijk de spanning op het machineplaatje met die van de voeding.
De motor is gedurende langere tijd constant overbelast geweest. De belasting lag tussen 100 – 150% van de maximale belasting. Overbelasting treedt meestal op bij mixen/kloppen met constante belasting.
Oplossing: Schakel de planeetmenger uit en zorg dat er kleinere hoeveelheden ingrediënten in het bekken zitten. Gebruik een lagere snelheid als u weer opstart.
De motor is kort overbelast geweest en de belasting bedroeg meer dan 150% van de maximale belasting. Deze overbelasting treedt meestal op bij kneden met variabele belasting.
Oplossing: Schakel de planeetmenger uit en zorg dat er kleinere hoeveelheden ingrediënten in het bekken zitten. Activeer de noodstop en ontgrendel deze weer. Gebruik een lagere snelheid als u weer opstart. Als de foutcode niet is verdwenen, is de frequentieomvormer defect. In de “Service-instructies” op pagina 10 wordt uitgelegd hoe u bij de frequentieomvormer kunt komen.
Temperatuur in de motor te hoog
Oplossing: Schakel de planeetmenger uit en laat deze afkoelen. Zorg dat er kleinere hoeveelheden ingrediënten in het bekken zitten. Gebruik een lagere snelheid als u weer opstart.
Fouten die geen foutmelding in het display veroorzaken: De planeetmenger start niet bij een druk op het display
, maar de timer loopt wel normaal. Er wordt geen foutcode weergegeven in
Oplossing: De frequentieomvormer is defect en moet worden vervangen. In de “Service-instructies” op pagina 10 wordt uitgelegd hoe u bij de frequentieomvormer kunt komen. De planeetmenger start niet als u op
drukt. Er wordt geen foutcode weergegeven in het display
Oplossing: Activeer de noodstop en ontgrendel deze weer. Als het goed is, worden er nu twee verschillende codes weergegeven in het display. De eerste code is een vierkantje boven het eerste cijfer van het display, gevolgd door een versiecode. Dit is de softwareversie van het bedieningspaneel. De volgende code is een vierkantje onder het eerste cijfer van het display, gevolgd door een versiecode. Dit is de softwareversie van het frequentieomvormer. Als er geen codes worden weergegeven of als alleen de eerste code wordt weergegeven, kan dat komen door een defecte communicatiekabel tussen het bedieningspaneel en de frequentieomvormer of een defecte frequentieomvormer. De planeetmenger is helemaal “dood”. Geen licht in het bedieningspaneel. Oplossing: Controleer de aansluiting op de voeding. Als de aansluiting en de voeding in orde zijn, is er sprake van een defecte communicatiekabel tussen het bedieningspaneel en de frequentieomvormer of een defecte zekering in de frequentieomvormer. In de “Service-instructies” op pagina 10 wordt uitgelegd hoe u bij de frequentieomvormer kunt komen.
9
Testprogramma’s: Als u de testmodus van de planeetmenger wilt starten, doet u het volgende: Breng het bekken omhoog en sluit de beschermkap. Druk op de noodstop. Houd
en
ingedrukt en ontgrendel tegelijkertijd de noodstop. Doorloop nu de vier testprogramma’s:
Testprogramma 1: Velden testen. Druk op
om testprogramma 1 te activeren:
Let op! De velden moeten in de onderstaande volgorde worden geactiveerd:
Druk kort op de volgende velden:
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
.
De planeetmenger voert nu automatisch de volgende drie programma’s uit:
Testprogramma 2: Lichtdiodes testen. Druk op
om testprogramma 2 te activeren: Gedurende de eerste 20 seconden knippert het cijfer 2 in het display. Het remix-geheugen wordt gewist. Vervolgens gaan één voor één de lichtdiodes van de snelheidsindicatie branden terwijl de andere lichtdiodes van het bedieningspaneel branden
Testprogramma 3: Testen van stroommeetcircuit in de frequentieomvormer. Druk op
om testprogramma 3 te activeren: De motor start en blijft ongeveer 20 seconden doorlopen. Na deze 20 seconden wordt er een tekst weergegeven in het display. Deze tekst varieert en kan alleen worden gebruikt voor het testen van de functie.
Testprogramma 4: Testen van microschakelaars in veiligheidscircuit. Druk op
om testprogramma 4 te activeren:
Let op! Het is belangrijk om de juiste volgorde aan te houden. Op het display wordt 1 aangegeven tot de beschermkap wordt geopend.
• • •
Open en sluit de beschermkap. Op het display moet nu 2 komen te staan. Als dat niet gebeurt, is de microschakelaar bij de beschermkap defect Breng het bekken omlaag en weer omhoog. Op het display moet nu 3 komen te staan. Als dat niet gebeurt, is de microschakelaar bij de bekkenlift defect. Sluit de test af door op de noodstop te drukken en deze weer te ontgrendelen. Op het display moeten nu versiecodes staan voor respectievelijk bedieningspaneel en frequentieomvormer, zoals eerder aangegeven bij “VL2-bediening, foutcodes en mogelijke oplossingen, fout .
Bij het uitvoeren van de testprogramma’s is de volgorde niet belangrijk. De programma’s kunnen afzonderlijk worden uitgevoerd.
10
Service-instructies: Voorafgaand aan een eventuele reparatie of afstelling moet de stroomtoevoer worden uitgeschakeld door de aansluitkabel uit de voeding te halen.
5A
5B
3B
3C
6D 13C
6
6E
6A
6B
6C
6E
2
13A 13B
5C 3 1A 5 1
4B
4A 4 3A
7
3D
8B
8
8A 11
De planeetmenger wordt met 4 M6bouten vastgezet aan de tafel. De lengte van de bouten moet 90 mm + de dikte van het tafelblad zijn
12B
12
8F
8E
8C
8D
11 1
Verwijder het achterdeel door de 2 schroeven (1A) te verwijderen.
2
Het deksel van de planeetmenger kan eraf worden gehaald als het achterdeel (1) is verwijderd. Druk het deksel wat naar achteren en til het op.
3
Haal het bedieningspaneel eraf door de rubberen pakking (3A) en de handschroef (4A) van de hulpstukaandrijving te verwijderen. Verwijder de moer (3B) en maak de 2 schroeven (3C) los. De schroeven moeten nog wel de twee bevestigingen (3D) vasthouden die samen met de schroeven moeten worden opgetild.
4
Haal de hulpstukaandrijving eruit door de handschroef (4A), de rubberen pakking (3A) en het bedieningspaneel (3) te verwijderen. Tenslotte maakt u de puntschroef (4B) los.
5
Haal de displayprintplaat eraf door de schroef (5A) los te maken en de plastic kap (5B) eraf te halen. Vervolgens maakt u de vier schroeven (5C) los.
6
Vervang op de volgende wijze de Poly-V-riem:
a) Verwijder het achterdeel van de planeetmenger (1) en het deksel (2). b) Maak de vier schroeven (6A) los waarmee de motorplaat (6B) vastzit. Door de plaat richting de voorkant van de planeetmenger te duwen, laat u de riem los hangen en kan deze van de motorpoelie (6C) en de planeetkoppoelie (6D) worden getild. c) Monteer de nieuwe Poly V-riem door deze over de twee poelies omlaag te drukken . d) U kunt de Poly-V-riem aanhalen door de motorplaat richting de achterkant van de planeetmenger te duwen. Gebruik een grote schroevendraaier o.i.d. om de plaat vast te houden terwijl de schroeven worden aangehaald
6C
6G
De motorpoelie kan eraf worden gehaald door de borgring (6E) te verwijderen en vervolgens een trekgereedschap te gebruiken.
D 6
Haal de planeetkoppoelie er als volgt af:
a) Haal het achterdeel (1), het deksel van de planeetmenger (2) en de Poly V-riem (6) eraf. b) Schroef de puntschroeven (6F) uit de poelie. De poelie kan nu van de klemring af worden getild. c) Om de klemring los te kunnen maken van de as, schroeft u één van de puntschroeven ca. één slag omlaag in het middelste gat (6G). De klemring kan worden verwijderd.
7
Haal de motor er als volgt uit:
a) b) c) d)
6F
6D
Schakel de stroomtoevoer naar de planeetmenger uit of haal de stoomkabel uit het aansluitpunt. Haal het achterdeel (1), het deksel van de planeetmenger (2) en de Poly V-riem (6) eraf. Ontkoppel de motorkabel. Verwijder de vier schroeven (6A). De motorplaat (6B) met de motor (7) kan nu van de planeetmenger worden getild
9
8
Haal de frequentieomvormer er als volgt uit: a) Verwijder de afdekplaat (8A) door de schroeven los te maken (8B). b) Verwijder de schroeven (8C) in de onderkant van de planeetmenger c) De frequentieomvormer kan nu, inclusief bevestigingen (8D) en transformator (8E) achterwaarts uit de planeetmenger worden geheven. d) De transformator kan worden losgemaakt van de frequentieomvormer door de schroef (8F) te verwijderen.
8H
9
Vervang de zekering van 10 A door de frequentieomvormer (8) eruit te halen en de schroeven (8G) los te maken, waarna u de afdekkap (8H) kunt verwijderen.
8G 8
12
10B 10A
10
10
Haal de planeetkop er als volgt uit:
a) Haal het deksel van de planeetmenger (2), het bedieningspaneel (3), de hulpstukaandrijving (4), de Poly-V-riem (6) en de planeetkoppoelie (6D) eraf.
b) Verwijder de borgring (10A). De planeetkop kan nu los worden gemaakt door met een plastic hamer tegen de as (10B) te tikken. Zorg ervoor dat u de planeetkop niet laat vallen.
c) Om de planeetkop terug te monteren, gebruikt u een speciaal gereedschap om het in de juiste positie te trekken. Vervolgens doorloopt u de bovenstaande instructies in omgekeerde volgorde.
11 Zekering van 5 A kan worden vervangen door het kleine “laatje” (11A) aan de bovenkant van de stekker (11B) eruit te trekken. Als de zekering is doorgebrand, kan deze worden vervangen door de reservezekering (11C).
11
11A
11 11B
Stekker (11B)
11C
13 12
Vervang op de volgende wijze de microschakelaar voor de bekkenlift:
a) Haal de afdekplaat (8A) aan de achterkant van de planeetmenger eraf.
b) Haal de frequentieomvormer (8) met bevestigingen (8D) eruit.
c) De microschakelaar voor de bekkenlift (12) plus bevestigingen (12A) kan eruit worden gehaald door de twee schroeven (12B) los te maken en de twee draden te verwijderen. De microschakelaar kan nu worden vervangen.
d) De nieuwe microschakelaar monteert u door de instructies in omgekeerde volgorde te doorlopen. Afstellen is niet nodig.
12 12A
13
Vervang op de volgende wijze de microschakelaar voor de beschermkap:
a) Verwijder het achterdeel (1), het deksel van de planeetmenger (2) en het bedieningspaneel (3).
b) Haal de planeetkoppoelie (6D) eraf.
c) Verwijder de bovenplaat (13A) door eerst de vier schroeven (13B) te verwijderen en vervolgens de schroeven (13C).
d) Maak de schroeven (13D) aan beide kanten los. Draai de beschermkap in horizontale positie. U kunt nu de beschermkap inclusief bevestigingen (13E) met microschakelaar optillen. De microschakelaar kan nu worden vervangen.
e) Schroef de nieuwe microschakelaar op de bevestigingen en doorloop de instructies in omgekeerde volgorde.
13 13E 13D
Zwart Groen Geel Wit Blauw Rood
RN20-194.27M rev 02
RN20-194.26M rev 03
RN20-194.25M rev 01
Beschermkap
CE
4 - Zwart
Noodstopkabel
3 - Blauw 4 - Zwart
Noodstopkabel
3 - Blauw
4 - Zwart
3 - Blauw
2 - Blauw
2 - Blauw
Blauw
Blauw
Zwart
Zwart
CR10-194.38M rev 00
Oranje
Oranje Oranje
RN20-194.37M rev 00 Micro beschermkap
1 - Zwart
220-240V <X 1- Groen/Geel 23- Blauw 4- Bruin, 380-420V 5- Bruin, 420-460V 6- Bruin, 460-500V
Blauw - Blauw Op NC-schakelaar 2
Zwart - Zwart Op NC-schakelaar 1
Micro beschermkap
X< 220-240V 220-240V <X 1- Groen/Geel 1- Groen/Geel 223- Zwart 3- Zwart 4- Bruin, 90-105V 4- Rood,380-420V 5- Rood,105-120V 5- Blauw, 420-460V 66- Geel, 460-500V
X< 220-240V 1- Groen/Geel 23- Blauw 4- Bruin,90-105V 5- Bruin,105-120V 6-
Oranje
CE-micro
3 - Groen/ Geel
1 - Bruin
� 2 - Blauw
Van achteren gezien
CR10-194.35M rev 00
Voor spanning x < 220-240 < x
Thermoschakelaar
CR10-194.17M rev 00
Motor
1 - Bruin � 23 -- Blauw Groen/ Geel
OF
2 - Blauw
Rood
Rood
Bruin
Bruin
Thermoschakelaar
2 - Bruin
1 - Bruin
1 - Groen/Geel 2 - Wit 3 - Zwart 4 - Rood
CR10-194.15M rev 00
RN20-194.29M rev 00
1 - Zwart
6 - Bruin
5 - Rood
4 - Oranje
3 - Bruin
2 - Rood
1 - Oranje
Veiligheidscircuit
1 - Geel/Groen 2 - Bruin 3 - Blauw 4 - Zwart
1 - Bruin 2 - Blauw 3 - Groen/ Geel
RN20-194.19M rev 00
1 - Rood 2 - Blauw 3 - Wit 4 - Geel 5 - Groen 6 - Zwart
1 - Zwart
RN20-194.28M rev 02
Thermoschakelaar in motor
Noodstopkabel
6 - Bruin
5 - Rood
4 - Oranje
3 - Bruin
2 - Rood
1 - Oranje
1 - Geel/ Groen 2 - Bruin 3 - Blauw 4 - Zwart
1 - Bruin 2 - Blauw 3 - Groen/ Geel
RN20-194.39M rev 00
1 - Rood 2 - Blauw 3 - Wit 4 - Geel 5 - Groen 6 - Zwart Zwart Groen Geel Wit Blauw Rood
Van achteren gezien
14
Bedradingsschema:
1 - Rood
2 - Blauw
3 - Wit
4 - Geel
5 - Groen
Rood
Blauw
Wit
Geel
Groen
Zwart
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
Rood
Blauw
Wit
Geel
Groen
Zwart
1
2
3
4
5
6
Rood
Blauw
Wit
Geel
Groen
Zwart
Beschermkap
1
2
3
4
5
6
1 - Rood
2 - Blauw
3 - Wit
4 - Geel
5 - Groen
6 - Zwart
6
CE/bekken
3
5
2
4
1
3
2
1
4
4
3
2
1
6
3
5
2
4
4 - Zwart
3 - Blauw
2 - Blauw
1 - Zwart
1
6 - Bruin (T2)
5 - Rood (kedel)
4 - Zwart (sikkerhedsskærm)
3 - Blauw (T1)
2 - Rood (kedel)
1 - Oranje (sikkerhedsskærm)
1 - Bruin (L)
2 - Blauw (N)
Noodstop
3 - Geel/Groen (PE)
1 - Geel/Groen, (PE)
2 - Bruin (M3)
3 - Blauw (M2)
4 - Zwart (M1)
Oranje
Zwart
6 - Zwart
Frequentieomvormer
Oranje
Oranje
Rood
Oranje
Rood
Rood
Bruin
Rood
Bruin
Bruin
Zwart
Bruin
Blauw
Blauw
Blauw
Blauw
Zwart
Zwart
Bedieningspaneel
Geel/Groen
Bruin
Blauw
Zwart
2 1
2 1
1
2
3
1
2
3
3
3
2
1
1
2
2
2
1
3
3
1
4
4
Oranje
Blauw
Geel/Groen
Bruin
Blauw
Geel/Groen
Bruin
Blauw
Geel/Groen
Bruin
Bruin
Geel/Groen
Wit
Rood
Zwart
1
2
3
380-420V
420-460V
460-500V
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6 90-105V
105-120V
Voor spanning x<220V
Geel/Groen
Zwart
Bruin
Rood
1
2
3
4
5
6
Voor spanning x>240V
Geel/Groen
Zwart
4
5
Blauw Rood
6
Geel
T=145o
Motor
15
Stroomschema’s:
16
De hendel voor de bekkenlift kan aan beide kanten van de planeetmenger worden gemonteerd: De hendel voor de bekkenlift wordt, net als het afdekkapje en een zeskantsleutel, in het bekken van de planeetmenger geplaatst. De hendel kan aan de linker- of rechterzijde van de planeetmenger worden gemonteerd. Het grote afdekkapje is bedoeld voor de opening aan de andere kant van de planeetmenger.
Hendel voor bekkenlift
1.
Plaats de sleutel in de hendel.
2.
Plaats de hendel met de sleutel op de planeetmenger, en wel zo dat de hendel naar voren wijst.
3.
Draai de schroef in de hendel met behulp van de bijgeleverde zeskantsleutel.
4.
Plaats het kleine afdekkapje in de handgreep.
2 1 3
1.
Het grote afdekkapje plaatst u in de opening aan de andere kant van de planeetmenger.
1
Afdekkapje
4