Montagehandleiding/gebruiksaanwijzing
In uw eigen belang: Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Fabrikant HOPPE Holding AG CH-7537 Müstair Zwitserland Contact HOPPE AG Am Plausdorfer Tor 13 D-35260 Stadtallendorf Duitsland
+49 (0)6428 932-0 +49 (0)6428 932-220
[email protected] www.hoppe.com
Inhoud 1 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.1 Het product: SecuSignal®-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.2 Wegwijzer voor deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.3 Veiligheidsbepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 1.4 Reglementair gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 1.5 Omvang levering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2 Overzicht van apparaten en functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2.1 De montage- en bedieningsonderdelen van het SecuSignal®-systeem . . . . . . . . 7 2.2 De werking van het SecuSignal®-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2.3 Toestandindicatoren op de ontvanger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 3 De radiografische zender voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 4 Programmering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 4.1 De programmeermodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 4.2 De radiografische zender programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 4.3 De radiografische zender na stroomuitval actualiseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 4.4 Wisfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 5 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 5.1 Oude raamgrepen demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 5.2 SecuSignal®-raamgreep op het raam monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 5.3 SecuSignal®-ontvanger installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 6 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 7 Lijst met storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 8 Technische specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 9 Onderhoud en reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 10 Afvalbehandeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 11 CE-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 12 Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 13 Garantieverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 14 Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Bijlage: Secustik®-raamgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
1
Algemeen
In dit handboek vindt u alle belangrijke informatie m.b.t. de montage, het programmeren en het gebruik van uw SecuSignal®-systeem. Bovendien bevat het handboek informatie alsmede belangrijke aanwijzingen t.a.v. uw veiligheid. Neem a.u.b. het volgende in acht: het SecuSignal®-systeem maakt een snel overzicht van de openingstoestanden van de in het systeem geprogrammeerde ramen mogelijk. Het is echter geen veiligheids- of alarmsysteem!
1.1 Het product: SecuSignal®-systeem SecuSignal® is een draadloos systeem dat minimaal uit één SecuSignal®-raamgreep alsmede de centrale ontvanger bestaat. In de ontvanger kunnen voor ieder geprogrammeerd raam 3 openingstoestanden worden opgeslagen: • raam gesloten • raam gekanteld • raam geopend Op de ontvanger worden de kritische openingstoestanden • raam gekanteld • raam geopend voor ieder raam apart d.m.v. lichtindicatoren aangegeven.
1.2 Wegwijzer voor deze handleiding Gebruikte signaalwoorden en symbolen Symbool
Signaalwoord
Betekenis
Gevaar
Waarschuwing tegen mogelijk zwaar lichamelijk tot dodelijk letsel bij personen Het bliksemsymbool waarschuwt expliciet tegen de gevaren door elektrische stroom
Waarschuwing
Waarschuwing tegen mogelijk licht letsel van personen of mogelijke materiële schade
Voorzichtig
Waarschuwing tegen mogelijke defecten c.q. mogelijke onherstelbare beschadiging van het apparaat
Belangrijke aanwij Hier wordt een voor de werking belangrijke aanwijzing zing of tip gegeven Belangrijke tip
1.3 Veiligheidsbepalingen Voorzichtig: de onderstaande veiligheids- en gevaarsaanwijzingen dienen voor uw veiligheid, die van derden alsmede bescherming van het apparaat. U moet deze aanwijzingen derhalve absoluut in acht nemen. Bedrijfsomgeving • • •
De radiografische zenders mogen niet rechtstreeks met vocht c.q. water in contact komen. Het SecuSignal®-systeem is uitsluitend geschikt voor droge ruimtes binnenshuis. Laat de apparaten, wanneer deze vanuit een koude in een warme omgeving worden geplaatst, voor de inbedrijfstelling enkele uren op temperatuur komen, aangezien anders beschadigingen door het ontstaan van condens op kunnen treden. Installeer de SecuSignal®-ontvanger niet in de buurt van apparaten, die sterke elektromagne tische velden genereren. Hierdoor zou de werking negatief kunnen worden beïnvloed. Voorkom ook een omgeving met direct zonlicht, hoge temperaturen, kou, vocht of water.
Voedingsspanning • • •
Sluit de voedingsadapter uitsluitend op een geaarde wandcontactdoos met een netspanning van 230V~/50 Hz aan. Gebruik uitsluitend de originele voedingsadapter. Wanneer een andere voedingsadapter wordt gebruikt vervalt de aanspraak op garantie. Bovendien gaat dit gepaard met gevaren door elektrische stroom, zoals elektrische schokken, brand of kortsluiting! Wanneer u storingen opmerkt, moet u de voedingsadapter uit de wandcontactdoos trekken. Wanneer de voedingsadapter beschadigd is, mag u deze niet gebruiken. Laat het apparaat door gekwalificeerd personeel controleren en eventueel repareren.
Kinderen • •
Installeer de SecuSignal®-ontvanger buiten het bereik van kinderen. Leer kinderen het SecuSignal®-systeem c.q. de raamgrepen correct gebruiken. Hier is de verwijzing naar de correcte stand van de raamgrepen bijzonder belangrijk (zie „Bediening“ verderop).
De apparaten •
•
Op grond van veiligheids- en goedkeuringsoverwegingen (CE) is het eigenmachtige ombouwen en/of veranderen van de apparaten verboden. De apparaten niet openen, aangezien anders de veiligheid niet meer kan worden gegarandeerd en de garantieaanspraken vervallen. De ontvanger mag tijdens het gebruik niet door materiaal enz. (bijv. kleding in de garderobe) worden afgedekt, aangezien dit warmtestuwing c.q. brand kan veroorzaken.
Bediening •
Het SecuSignal®-systeem geeft alleen na correcte montage en bediening de kritische openingstoestanden van uw ramen aan. U moet tijdens storingen of onduidelijke bedrijfstoestanden uw ramen controleren en de storing verhelpen (zie hoofdstuk 7 „Lijst met storingen“) c.q. laten verhelpen.
• • • •
Om een correcte werking te kunnen garanderen, moeten de openings- c.q. sluithandelingen van de raamgrepen te allen tijde volledig worden uitgevoerd. De raamgrepen moeten zodoende altijd in een exact verticale (kantel- c.q. sluitstand) c.q. horizontale stand (openingsstand) worden gedraaid. Om risico‘s t.a.v. schade door inbraak of weersinvloeden te minimaliseren, moet u het huis uitsluitend verlaten wanneer alle ramen zijn gesloten. Om gevaar voor lichamelijk letsel (vallen) te voorkomen, mogen kinderen of anderen die hulp of ondersteuning nodig hebben nooit alleen in de buurt van geopende ramen worden gelaten.
1.4 Reglementair gebruik SecuSignal® dient voor het aangeven van de openingstoestanden van gebruikelijke draai-/ kantelramen. Het systeem geeft m.b.v. een gele c.q. rode LED in combinatie met de numerieke toewijzing voor ieder geprogrammeerd raam de „kritische“ toestanden „Raam gekanteld“ en „Raam geopend“ aan. Het product is niet bedoeld voor de veiligheidstechnische bewaking. Een ander gebruik als hierboven beschreven is niet reglementair en kan letsel van personen evenals materiële schade tot gevolg hebben (zie hoofdstuk 3 „Veiligheidsbepalingen“).
1.5 Omvang levering SecuSignal ® -ontvanger • Ontvanger met voedingsadapter • Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing • Beschrijfbare stickers • Bezettingsschema • Bevestigingsmateriaal SecuSignal ® -raamgreep • Raamgreep met radiografische zender • 2 nokkenopsteekringen • Bevestigingsmateriaal
2
Overzicht van apparaten en functies
Hier krijgt u allereerst een overzicht van de bedieningsonderdelen en aanduidingen van het SecuSignal®-systeem alsmede een korte beschrijving van de werking.
2.1 De montage- en bedieningsonderdelen van het SecuSignal®-systeem
Afb. 1: Overzicht van de apparaten van het SecuSignal®-systeem: Bedieningsonderdelen
SecuSignal® -ontvanger Pos.
Omschrijving
Bedieningsonderdeel/ Functie indicatie
1
Voedingsadapter
2
Voedingsstekker
3
Schroef met plug (Ø 6 mm)
4
Aansluitbus
Bus
Aansluiting van de voedingsadapter op de ontvanger
5
Geheugentoets
Toets met korte slag
- Raamgrepen programmeren
Voedingsspanning Haakse stekker
Aansluiting van de voedingsadapter op de ontvanger Om de SecuSignal®-ontvanger op de muur te monteren
- Programmeermodus beëindigen
Pos.
Omschrijving
Bedieningsonderdeel/ Functie indicatie
6
Pijltjestoets „omhoog“ Toets met korte slag
Groepsnummer verhogen
7
Pijltjestoets „omlaag“
Toets met korte slag
Groepsnummer verlagen
8
Wistoets
Toets met korte slag
Programmering wissen
9
Openings- en programmeer indicaties
Lichtdioden
Openingstoestanden Groene LED brandt: alle ramen gesloten Gele LED brandt: raam gekanteld Rode LED brandt: raam geopend Programmeerindicaties zie hfdst. 2.3 „Toestandindicatoren“
10
Display
11
Antenne
Twee-digit numeriek display
Aanduiding van de raam- c.q. groepsnummers en programmeer indicatie (zie hfdst. 2.3) Ontvangst van de zendersignalen
Tabel 1: De montage- en bedieningsonderdelen van de SecuSignal®-ontvanger
SecuSignal® -raamgreep Pos.
Omschrijving
Bedieningsonderdeel/ Functie indicatie
12
Radiogestuurde zender
Herkent aan de hand van de stand van het vierkant van de raamgreep de openingstoestand van het raam en stuurt deze radiografisch naar de SecuSignal®-ontvanger
13
Raamgreep
Raam openen/sluiten Het verdraaien zorgt voor de energie voor de radiografische signalen
14
2 nokkenopsteek ringen
15
2 bouten M5
Kunststof hulzen
Reduceert te grote gaten in het raamprofiel (12 naar 10 mm) Voor het monteren van de SecuSignal®-raamgreep
Tabel 2: De montage- en bedieningsonderdelen van de SecuSignal®-raamgreep
2.2 De werking van het SecuSignal®-systeem Wanneer de SecuSignal®-ontvanger bedrijfsklaar is (230 V-aansluiting) en minimaal één raamgreep is geprogrammeerd, stuurt de radiografische zender, wanneer de raamgreep wordt bediend, de informatie m.b.t. de desbetreffende stand van de raamgreep door naar de ontvanger. Daar worden de openingstoestanden m.b.v. gekleurde LED‘s aangegeven. De bijbehorende raam- c.q. groepsnummers worden met een of twee digits op het display (afb. 1, pos. 10) aangegeven. Daardoor heeft u de openingstoestanden van uw ramen altijd centraal in het zicht (zie afb. 2 en 3). Afzonderlijke ramen die gesloten zijn worden niet aangegeven, aangezien deze toestand niet kritisch is. Wanneer alle ramen gesloten zijn, brandt de groene LED. De SecuSignal ® -raamgreep werkt zonder bedrading en zonder de anders gebruikelijke batterij. Op grond hiervan is geen bewaking of het vervangen van batterijen noodzakelijk. De energie en het radiografische signaal worden door het draaien van de SecuSignal®-raamgreep m.b.v. een gepatenteerd systeem* rechtstreeks gegenereerd. *EnOcean-technologie Voor een absoluut betrouwbare overdracht wordt het radiosignaal bij het bedienen van de raamgreep meermaals kort achtereen doorgegeven aan de ontvanger. De reikwijdte in een gebouw bedraagt ca. 30 meter. Door de vooruitstrevende techniek werkt SecuSignal® met een gering zendvermogen, waardoor het systeem geen enkel gevaar voor elektrosmog vormt.
Afb. 2: Voorbeeldtabel voor de bezetting en identificatie van uw kamers
Afb. 3: Werking SecuSignal®
10
2.3 Toestandindicatoren op de ontvanger In dit hoofdstuk krijgt u een overzicht omtrent de mogelijke toestandindicaties en de betekenis hiervan. De openingstoestanden worden hier niet meer aangegeven (openingstoestanden overeenkomstig afb. 3). Toestandindicatie
Betekenis Programmaversie Tijdens de inbedrijfstelling alsmede na iedere onderbreking in de voedingsspanning wordt de programmaversie van uw systeem (bijv. P1) op het display weergegeven
Geheugen leeg/reset Na het wissen van alle geprogrammeerde radiografische zenders • verschijnt de aanduiding „00“ op het display en • alle 3 de LED‘s knipperen.
Programmering in orde Wanneer de programmering in orde is, reageert het apparaat als volgt: • op het display verschijnt de aanduiding „SA“ (= „safe“). • de groene LED gaat 4 seconden lang branden. Geheugen vol Er kunnen max. 128 radiografische zenders in max. 99 groepen worden geprogrammeerd. Wanneer geprobeerd wordt om nog meer zenders te programmeren • verschijnt de melding „FU“ (= „full“ - geheugen vol) en • alle 3 de LED‘s branden.
11
Toestandindicatie
Betekenis Wissen in orde Wanneer met succes is gewist, reageert het apparaat als volgt: • op het display verschijnt de aanduiding „CL“ (= „clear“). • de gele LED gaat 4 seconden lang branden. Programmeermodus actief Wanneer de programmeermodus is ingeschakeld reageert het apparaat als volgt: • op het display verschijnt de aanduiding „1“ voor de eerste geheugenplaats. • de groene LED knippert.
Wisfunctie actief Nadat de wisfunctie is ingeschakeld, reageert het apparaat als volgt: • op het display wordt niets aangegeven. • de gele LED knippert.
Wissen Tijdens het wissen • brandt de rode LED 4 seconden lang
Aanduiding van de radiografische zenders die niet zijn geactualiseerd Na een stroomuitval of een onderbreking in de voedingsspanning die langer duurt dan 30 seconden, reageert het apparaat als volgt: • met tussenpozen van 2 seconden worden op het display die radiografische zenders getoond, waarmee geen verbinding meer bestaat. • de rode LED knippert. 12
3
De radiografische zenders voorbereiden
Het programmeren van de radiografische zenders is het eenvoudigst wanneer deze nog niet op de ramen zijn gemonteerd. Op grond hiervan wordt de montage na het programmeren uitgevoerd. Ga als volgt te werk om de radiografische zenders en raamgrepen voor het programmeren voor te bereiden: • Neem alle SecuSignal®-raamgrepen uit de verpakking. • Pak het meegeleverde bezettingsschema er bij (zie ook afb. 2). • Controleer de ramen, waarop de SecuSignal®-radiografische zenders moeten worden gemonteerd. De totale breedte van de radiografische zender bedraagt 36 mm. Wanneer er sier- of opzetstrippen op de raamprofielen zitten, moet u controleren of u kunt beschikken over een vlak oppervlak van 18 mm vanaf het midden van het vierkante gat tot aan de strip (zie afb. 4). Wanneer dat het geval is, kunt u zonder problemen SecuSignal®-raamgrepen op uw ramen monteren
Afb. 4: Raamprofiel controleren
•
Bedenk een nummering c.q. volgorde voor de ramen waarop u de SecuSignal ® raamgrepen monteert. Daarbij heeft u onderstaande mogelijkheden:
A) Doorlopende nummering voor ieder afzonderlijk raam
B) Een deel van de ramen of alle ramen worden als groepen geprogrammeerd U kunt bijv. meerdere ramen van een kamer onder hetzelfde nummer programmeren. Ook is het mogelijk om radiografische zenders uit verschillende kamers onder hetzelfde groepsnummer te programmeren. 13
Belangrijk: Neem hierbij echter wel in acht dat de openingstoestanden dan voor de gehele groep worden aangegeven en niet voor elk raam uit deze groep afzonderlijk. • •
• •
Voer nu de volledige nummering in het bezettingsschema in. Zet het in het bezettingsschema genoteerde groepsnummer op de meegeleverde beschrijfbare stickers. Wanneer meerdere radiografische zenders onder hetzelfde groepsnummer worden opgeslagen, moet u in het bezettingsschema aangeven waar deze zich bevinden. Plak de stickers nu op de achterkant van de radiografische zenders, zodat geen vergissingen kunnen ontstaan en leg nu alle raamgrepen op volgorde op een voldoende grote ondergrond. Controleer de draaistand van het vierkante gat in iedere radiografische zender: trek de raamgreep van de radiografische zender en vergelijk de stand van de draaipositie van het vierkante gat met de weergave in afb. 5. Corrigeer de draaipositie eventueel en monteer de raamgreep voorzichtig met een omlaag wijzende handgreep weer op de radiografische zender (zie afb. 5).
Afb. 5: Draaipositie van het vierkante gat controleren
Gevaar: bij een verkeerde stand van het vierkante gat in de radiografische zender, worden de openingstoestanden verkeerd weergegeven, hetgeen gevaren kan veroorzaken (zie hoofdstuk 1.3 „Veiligheidsbepalingen“)! 14
4
Programmering
Dit hoofdstuk beschrijft de programmeer- en wisfunctie van de SecuSignal®-ontvanger. De radiografische zenders worden afzonderlijk op de ontvanger geprogrammeerd en kunnen afzonderlijk of allemaal tegelijk weer worden gewist. Neem allereerst de ontvangers in gebruik, zodat u kunt beginnen met het programmeren:
Stap
Handeling
1
De ontvanger in gebruik nemen Sluit de ontvanger aan op een 230 V-wandcontactdoos. Sluit de haakse stekker (zie afb. 1, pos. 2) aan op de aansluitbus van de ontvanger (zie afb. 1, pos. 4).
2
Displayweergave Gedurende 2 seconden wordt de programmaversie op het display weergegeven.
3
Toestandindicatie Wanneer het geheugen leeg is verschijnt de aanduiding „00“ en alle drie de LED‘s knipperen.
Uitleg/afbeelding
15
4.1 De programmeermodus Hert programmeren kan uitsluitend in de programmeermodus worden uitgevoerd. Voor het in- c.q. uitschakelen gaat u als volgt te werk: Stap
Handeling
1
Programmeermodus inschakelen Druk de -toets in (zie afb. 1, pos. 5) en houdt deze ingedrukt tot de groene LED gaat knipperen. Op het display verschijnt de aanduiding „1“ voor de eerste geheugenplaats.
2
Programmeermodus uitschakelen Druk de -toets in.
Uitleg/afbeelding
De programmeermodus wordt beëindigd en het apparaat schakelt over naar de normale bedrijfstoestand: Wanneer het programmeren met succes is afgerond, knippert de groene LED, wanneer alle ramen gesloten zijn en de gele c.q. rode LED brandt afhankelijk van de openingstoestand van de ramen. Belangrijk: de programmeermodus blijft 30 seconden lang actief, wanneer gedurende deze tijd geen enkele toets wordt ingedrukt. Binnen deze tijd moet een programmering worden uitgevoerd. Wanneer 30 seconden geen invoer plaatsvindt (er wordt geen enkele toets ingedrukt), wordt de programmeermodus automatisch beëindigd.
16
4.2 De radiografische zenders programmeren Belangrijk: neem onderstaande punten in acht aangezien anders storingen tijdens het programmeren kunnen ontstaan. • Hou tijdens het programmeren een minimum afstand van 50 cm tussen de desbetreffende radiografische zender en de ontvanger in acht. • Draai de raamgrepen altijd volledig 90°, d.w.z. dat de handgrepen altijd exact verticaal of horizontaal moeten staan. • U kunt maximaal 128 radiografische zenders in maximaal 99 groepen programmeren.
Afb. 6: De raamgrepen altijd volledig draaien en nauwkeurig uitlijnen
•
De te programmeren SecuSignal®-raamgrepen moeten in de gesloten stand stevig tegen de desbetreffende radiografische zender aanliggen:
Afb. 7: De raamgreep moet tijdens het programmeren goed stevig tegen de radiografische zender aanliggen
17
Stap
Handeling
1
Programmeermodus inschakelen Overeenkomstig hoofdstuk 4.1.
2
Groepsnummer kiezen Stel d.m.v. het indrukken van één van de pijltjestoetsen (zie afb. 1, pos. 6 en 7) het groepsnummer in, waaronder u de eerste klaarliggende radiografische zender wilt programmeren. Tip: wanneer een pijltjestoets langer wordt ingedrukt, gebeurt het verstellen sneller.
3
De radiografische sender programmeren Draai de raamgreep van de te programmeren radiografische zender binnen 5 seconden vanuit de gesloten stand naar de open stand en weer terug.
4
Programmering in orde? Wanneer de programmering in orde is, reageert het apparaat als volgt: • •
op het display verschijnt de aanduiding „SA“ (= „safe“). de groene LED gaat 4 seconden lang branden. Daarna is de radiografischer zender geregistreerd en opgeslagen.
Belangrijk: gedurende deze tijd kan geen andere programmeerstap worden uitgevoerd. 18
Uitleg/afbeelding
Stap 5
Handeling
Uitleg/afbeelding
Nog meer zenders programmeren? Herhaal nu de stappen 2 tot 4 voor iedere radiografische zender die u wilt programmeren.
Opmerking: u kunt meerdere radiografische zenders onder hetzelfde groepsnummer programmeren.
Neem daarbij in acht dat de programmeermodus uitsluitend actief blijft, wanneer binnen 30 seconden een verdere invoer plaatsvindt (overeenkomstig hoofdstuk 4.1). 6
Programmeermodus beëindigen Druk de -toets in of wacht 30 seconden tot de programmeermodus automatisch wordt beëindigd.
7
Programmeringen controleren Test achtereenvolgens alle 3 de standen van de geprogrammeerde raamgrepen • • •
gesloten open gekanteld
Controleer daarbij de correcte aanduiding van de LED‘s (overeenkomstig hoofdstuk 2.2) alsmede de groepsnummers.
19
4.3 De radiografische zender na stroomuitval actualiseren Na een stroomuitval c.q. een onderbreking in de voedingsspanning die langer duurt dan 30 seconden, moeten de radiografische zenders worden geactualiseerd (echter niet opnieuw worden geprogrammeerd). Stap
Handeling
1
Aanduiding van de radio grafische zenders die niet zijn geactualiseerd De rode LED knippert en met tussenpozen van 2 seconden worden op het display die radiografische zenders getoond, waarmee geen verbinding meer bestaat.
2
Radiografische zenders actualiseren Draai alle SecuSignal®-raamgrepen, waarvan de radiografische zenders moeten worden geactualiseerd, vanuit de gesloten stand in de open stand en weer terug.
3
De actualisatie controleren Controleer op het display de volledigheid van de actualisatie. Tip: vraag iemand anders om de desbetreffende actualisaties uit te voeren en controleer zelf op het display of dit succes heeft.
20
Uitleg/afbeelding
Actualisatie volledig? Wanneer volledig is geactualiseerd geeft het display de actuele openingstoestand van uw ramen aan (zie hoofdstuk 2.2).
4.4 Wisfuncties Onderstaande wisfuncties zijn mogelijk: • de programmering van de afzonderlijke radiografische zenders wissen • de programmering van niet meer benodigde radiografische zenders wissen • de programmering van alle radiografische zenders wissen (reset, geheugen compleet wissen) Opmerking: tijdens het wissen wordt de programmering van een radiografische zender uit alle bijbehorende groepsnummers verwijderd! A) De programmering van de afzonderlijke radiografische zenders wissen Stap
Handeling
1
Wisfunctie activeren Druk de -toets in (zie afb. 1, pos. 8) en houdt deze ingedrukt tot de gele LED gaat knipperen. Op het display wordt niets aangegeven..
2
Radiografische zenders wissen Draai de raamgreep van de radiografische zender die u wilt wissen binnen 5 seconden vanuit de gesloten stand naar de open stand en weer terug.
3
Wissen in orde? Wanneer een zender met succes is gewist, reageert het apparaat als volgt: • •
Uitleg/afbeelding
op het display verschijnt de aanduiding „CL“ (= „clear“). de gele LED brandt
21
Stap 4
Handeling
Uitleg/afbeelding
Nog meer radiografische zenders wissen Om nog meer radiografische zenders te kunnen wissen, moet u steeds de wisfunctie beëindigen: Druk de -toets in en houdt deze ingedrukt, tot het apparaat overschakelt naar de normale bedrijfstoestand.
Opmerking: het is niet mogelijk om de programmering van meerdere radiografische zenders direct achter elkaar te wissen. Dit voorkomt dat andere raamgrepen per ongeluk worden gewist wanneer de wisfunctie is geactiveerd.
Herhaal de stappen 1 tot 4 voor iedere andere radiografische zender die moet worden gewist.
B) De programmering van niet meer benodigde radiografische zenders wissen Stap
22
Handeling
1
De voedingsspanning onderbreken Trek de voedingsadapter uit de wandcontactdoos en wacht 1 minuut, voordat u de adapter opnieuw in de wandcontactdoos steekt.
2
De radiografische zenders activeren Draai alle raamgrepen, waarvan de radiografische zenders in de programmering opgeslagen moeten blijven, vanuit de gesloten stand in de open stand en weer terug.
3
Wisfunctie activeren Druk de --toets in (zie afb. 1, pos. 8) en houdt deze ingedrukt tot de gele LED gaat knipperen. Op het display wordt niets aangegeven.
Uitleg/afbeelding
Stap 4
Handeling
Uitleg/afbeelding
De programmering van niet meer benodigde radiografische zenders wissen Druk de -toets in (zie afb. 1, pos. 7) en houdt deze ingedrukt tot de rode LED 4 seconden lang gaat branden. Daarmee zijn alle radiografische zenders gewist, die niet als onder stap 2 beschreven zijn geactualiseerd.
C) Programmering van alle radiografische zenders wissen Stap
Handeling
1
De voedingsspanning onderbreken Trek de voedingsadapter uit de wandcontactdoos en steek deze na 10 seconden opnieuw in de wandcontactdoos.
2
Wisfunctie activeren Druk de -toets in (zie afb. 1, pos. 8) en houdt deze ingedrukt tot de gele LED gaat knipperen. Op het display wordt niets aangegeven.
3
Alle radiografische zenders wissen Druk de -toets in (zie afb. 1, pos. 7) en houdt deze ingedrukt tot de rode LED 4 seconden lang gaat branden.
Uitleg/afbeelding
23
Stap 4
Handeling Wissen in orde? Na 4 seconden schakelt het apparaat automatisch over naar de programmeermodus: •
5
Uitleg/afbeelding
de groene LED en het groepsnummer „1 “ knipperen.
De wisfunctie beëindigen Druk de -toets in en houdt deze ingedrukt, tot het apparaat overschakelt naar de normale bedrijfstoestand. Wanneer het geheugen volledig is gewist knipperen alle 3 de LED‘s en op het display verschijnt de melding „00“.
Nieuwe programmering? Programmeer de radiografische zenders opnieuw, zoals in hoofdstuk 4.2 is beschreven.
24
5
Montage
Voordat u uw nieuwe SecuSignal®-raamgrepen kunt monteren, moet u uw oude raamgrepen verwijderen.
5.1 Oude raamgrepen demonteren Stap
Handeling
1
Zet de oude raamgreep in de 90°stand (geopend).
2
Draai het schild 90°.
3
Draai m.b.v. een schroevendraaier de bevestigingsboutjes los.
4
Trek uw oude raamgreep van het raamprofiel.
Uitleg/afbeelding
Belangrijk: voer uw oude raam grepen op een milieuvriendelijke manier af (zie tevens hoofdstuk 10 „Afvalbehandeling“).
25
5.2 SecuSignal®-raamgreep op het raam monteren Stap 1
Handeling
Uitleg/afbeelding
Zet de SecuSignal -raamgreep in de 90°-stand (geopend). ®
Belangrijk: de raamgreep moet stevig tegen de radiografische zender aanliggen (overeenkomstig hoofdstuk 4.2)!
2
Draai het schild 90°.
3
Draai-/kantelramen zijn standaard voorzien van 10 mm gaten. Het kan echter gebeuren dat uw raamprofiel gaten met een diameter van 12 mm heeft. Controleer derhalve de gaten voor de nokken in het raamprofiel. Bij een diameter van 12 mm moet u deze gaten m.b.v. de meegeleverde nokkenopsteekringen (zie afb. 1, pos. 14) aanpassen.
26
Stap
Handeling
Uitleg/afbeelding
4
Steek nu de SecuSignal -raamgreep inclusief de radiografische zender op het raamprofiel.
5
Schroef de SecuSignal®-handgreep en de radiografische zender met de meegeleverde boutjes op het raamprofiel vast.
6
Draai het schild 90° terug in de sluitstand. Draai de raamgreep ter controle van de werking in de kantelalsmede sluitstand.
®
27
5.3 SecuSignal®-ontvanger installeren Wij adviseren om de SecuSignal®-ontvanger in de buurt van de buitendeur (hal) te plaatsen. Zo kunt u bij het verlaten van uw huis snel en eenvoudig in één oogopslag zien of alle ramen gesloten zijn of in welke kamer u het raam nog moet sluiten. Neem voor de installatie onderstaande punten in acht: • in de onmiddellijke nabijheid van de plaatsings- c.q. wandmontagelocatie moet een 230 V-wandcontactdoos zitten. Deze wandcontactdoos mag uitsluitend voor de ontvanger worden gebruikt, aangezien bij een onderbreking in de stroomtoevoer de verbinding met de radiografische zenders wordt verbroken (zie hoofdstuk 4.3). • installeer de ontvanger buiten het bereik van kinderen. • wij adviseren om de ontvanger op ooghoogte te monteren, zodat u het display eenvoudig kunt aflezen.
Tip: test de verbinding met de radiografische zenders voordat u de ontvanger monteert, door deze op de plaats van montage proefondervindelijk te plaatsen. Vraag iemand anders om het display in de gaten te houden en bedien alle raamgrepen. Wanneer de overdracht van ver verwijderde radiografische zenders niet echt goed is, moet u een andere montageplaats zoeken en/of de aanwijzingen opvolgen in hoofdstuk 7 „Lijst met storingen“ (alleen bij ongunstige omstandigheden moet eventueel een signaalversterker (repeater) worden geïnstalleerd). U heeft bij de montage twee mogelijkheden: A) De ontvanger vrij neer zetten U kunt de ontvanger op een dressoir o.i.d. neer zetten. Voorzichtig: kies de plaats zodanig dat de ontvanger noch uit zichzelf noch door het aanstoten van het apparaat of door aan de kabel te trekken kan vallen. B) Wandmontage ZVoor de wandmontage kunt u de meegeleverde bevestigingsschroef met de plug (zie afb. 1, pos. 3) gebruiken. Wanneer u de plug gebruikt, moet u een gat met een diameter van 6 mm boren. Draai de schroef in de muur en hang de ontvanger met het ophangoogje over de schroefkop (zie afb. 8). Druk de ontvanger iets naar beneden, om deze vast te zetten, en controleer of de ontvanger stevig tegen de muur hangt.
28
Afb. 8: Wandmontage van de SecuSignal®-ontvanger
Sluit de haakse stekker van de voedingsadapter (zie afb. 1, pos. 4) op de ontvanger aan en steek de voedingsadapter in de wandcontactdoos. Controleer de correcte werking: • wanneer alle ramen gesloten zijn, brandt de groene LED. • wanneer ramen gekanteld of geopend zijn, knippert de gele c.q. de rode LED en het desbetreffende groepsnummer wordt op het display weergegeven.
Gevaar: de SecuSignal®-ontvanger mag tijdens het gebruik niet door materiaal enz. (bijv. kleding in de garderobe) worden afgedekt, aangezien dit warmtestuwing c.q. brand kan veroorzaken!
29
6
Bediening
In de normale gebruikstoestand wordt de openingstoestand van elk geprogrammeerd raam weergegeven, zoals deze door de radiografische zender aan de ontvanger is gemeld (overeenkomstig hoofdstuk 2.3 „Toestandindicatoren op de ontvanger“). Op het display ziet u de groepsnummers van de ramen c.q. raamgroepen die gekanteld of geopend zijn. Deze weergave gebeurt automatisch oplopend (nummer 1 tot 99), waarbij ieder nummer ongeveer 2 seconden lang wordt weergegeven. Om de groepsnummers c.q. de openingstoestand handmatig op te kunnen vragen, kunt u eenvoudig op één van de pijltjestoetsen drukken. U kunt zo door de lijst van de groepsnummers „bladeren“. Dit kan helpen wanneer u veel radiografische zenders heeft geprogrammeerd. Groepsnummers handmatig opvragen Stap 1
30
Handeling Groepsnummer kiezen Stel d.m.v. het herhaald indrukken van één van de pijltjestoetsen (zie afb. 1, pos. 6 en 7) het groepsnummer van de radiografische zender in, waarvan u de openingstoestand van het bijbehorende raam wilt opvragen.
Uitleg/afbeelding
7
Lijst met storingen
Gevaar: laat reparaties aan het 230 V-stroomnet door een gekwalificeerde vakman uitvoeren. Anders bestaat levensgevaar door elektrische stroom! Probleem/storing Mogelijke oorzaak(oorzaken) Remedie Het display geeft niets aan, er brandt geen enkele LED.
• De stroom is uitgevallen of er Controleer de zekeringen in de is een zekering defect stoppenkast. • De 230 V-wandcontactdoos Laat de wandcontactdoos door een gekwalificeerde vakman is defect. repareren. • De voedingsadapter of de Laat het apparaat door een gekwalificeerde vakman ontvanger is defect. controleren.
De radiografische signalen worden slechts onregelmatig of zelfs helemaal niet ontvangen.
• De afstand tussen zender(s) en ontvangers is te groot of te klein.
Verander de afstand(en) en/of probeer eventueel een andere plaats voor de ontvanger.
• De plafonds c.q. wanden absorberen de signalen te veel (zie afb. 9).
Installeer bij te grote afstanden een signaalversterker (repeater; aanvragen aankoopadressen via HOPPE AG) Installatie(s) controleren
• Raamgrepen zijn niet correct met de radiografische zenders gemonteerd.
Houten wanden, glas en gipswanden Verlies 5 - 20%
Metselwerk Verlies 20-40%
Wanden van gewapend beton Verlies 40-90%
Metalen wanden Verlies 90-100%
Abb. 9: Signaalverlies door plafonds c.q. kamermuren
Storingscode op display, bijv. „E1“
• Interne storing
Voedingsspanning gedurende 1 minuut onderbreken. Herhaal deze maatregel eventueel weemaal. 31
Probleem/storing
Mogelijke oorzaak(oorzaken) Remedie
De weergave op het display komt niet overeen met de daadwerkelijke toestand van de ramen.
• De raamgreep is niet exact verticaal of horizontaal uitgelijnd.
Draai de raamgrepen altijd volledig 90° (zie hoofdstuk 4.2). Neem contact op met de ramenfabrikant om onderhoud aan het draai-/kantelbeslag (= raamaandrijving) uit te laten voeren.
Belangrijk: in een omgeving met een onvoordelige elektromagnetische invloed kunnen storingen in de radiografische overdracht ontstaan. Voorzichtig: geen manipulaties aan het apparaat uitvoeren!
32
8
Technische specificaties
„SecuSignal® -systeem“ Radiogestuurde zender Frequentie 868,3 MHz Bandbreedte 280 KHz Modulatie ASK (Amplitude-Shift-Keying) Overdrachtssnelheid 120 kbps +/- 5% Zendvermogen max. 10mW EIRP Temperatuurbereik -20°C bis 65°C Opslag op een droge plaats binnenshuis Ontvanger Voedingsadapter, ingang 230V~ / 30mA / 50 Hz UK-voedingsadapter, ingang 230-240V~ / 28mA / 50 Hz Voedingsadapter, uitgang 9,5V / 400mA Temperatuurbereik 0°C bis 35°C Opslag op een droge plaats binnenshuis
33
9
Onderhoud en reiniging
De SecuSignal®-radiografische zender werkt draad- en batterijloos. Daarom is hij onderhoudsvrij. Maak de behuizing van de apparaten met een licht vochtige doek schoon. Gebruik geen scherpe reinigings- c.q. schuurmiddelen.
10 Afvalbehandeling Het symbool op het product of de verpakking verwijst naar het feit dat het product niet met het normale huisvuil mag worden weggegooid. Gebruikers zijn verplicht om oude apparaten in te leveren bij een inzamelplaats voor oude elektrische en elektronische apparaten. De gescheiden inzameling en correcte afvalverwerking van uw oude apparaten dragen bij tot behoud van de natuurlijke bronnen en garanderen een hergebruik, die de gezondheid van de mensen beschermt en het milieu ontziet. Informatie waar u inzamelplaatsen voor uw oude apparaten kunt vinden, zijn verkrijgbaar bij uw gemeente, de plaatselijke afvalbedrijven of in de winkel waar u het apparaat heeft gekocht.
11 CE-verklaring van overeenstemming Het SecuSignal®-systeem is voorzien van de CE-markering en voldoet daarmee aan de dienovereenkomstige Europese richtlijnen. HOPPE AG bevestigt daarmee voor dit product de overeenstemming met onderstaande richtlijnen: • EU-richtlijn 1999/5/EG „R&TTE-Direktive“ • EU-richtlijn 89/336/EWG „Elektromagnetische verdraagzaamheid“ De verklaring van overeenstemming wordt bij de fabrikant bewaard.
12 Service Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met onze Hotline: Tel. 00800 6428 932-0
34
13 Garantieverklaring HOPPE-werkingsgarantie voor deur- en vensterbeslag
Garantieaanspraken: Naast de wettelijke garantie van de verkoper garanderen wij als fabrikant onder de onderstaande voorwaarden een probleemloze houdbaarheid van deskundig gebruikt beslag van HOPPE. De garantie heeft betrekking op de werking van het HOPPE deur- en vensterbeslag en omvat alle gebreken, die aantoonbaar op fabricage- of materiaalfouten terug te voeren zijn. De werkingsgarantie is van toepassing op de volgende kenmerken: • overdracht van de draaibeweging op het deurslot of het draai-/kantelbeslag van het raam • blokkeermechanisme (bij venstergrepen met de speciale functies: afsluitbaar, automatische vergrendeling, Secustik®) Uitsluiting van garantie: Alle te vervangen losse onderdelen zoals schroeven, verbindingspennen, enz. zijn uitgesloten van deze garantie. Bovendien zijn wij niet aansprakelijk voor schade als gevolg van: • ongeoorloofd en ondeskundig gebruik, • onjuiste en nalatige behandeling, • het niet in acht nemen van de inbouw- en onderhoudsinstructies, wijzigingen en eigenmachtig uitgevoerde reparaties, • chemische en fysieke, niet door een correct gebruik ontstane inwerkingen op het materiaaloppervlak, bijv. beschadigingen door scherpe voorwerpen, • niet correct functionerende elementen (deuren, ramen) en of beslagonderdelen (zoals bijv. slot, band enz.) Wij kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor vervolgschade! Bij materiële schade of lichamelijk letsel, die worden veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsaanwijzingen, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld. In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op garantie.
35
Garantievoorwaarden: Onze garantie bestaat uitsluitend hieruit, dat wij binnen de garantieperiode bij de eerste eindgebruiker naar eigen keuze een gratis reparatie van het product uitvoeren of dit gratis vervangen. Kosten die de garantienemer maakt, zoals portokosten of andere onkosten, worden niet vergoed. Aanspraak op garantie is alleen mogelijk op vertoon van het product en de kassabon en bedraagt maximaal de hoogte van het eerdere aankoopbedrag. Garantieperiode: De garantieperiode bedraagt 10 jaar en begint op de dag van aankoop door de eerste eindgebruiker. Bij reclamaties verzoeken wij u zich met het product en de kassabon te melden bij de verkoper of contact op te nemen met de fabrikant. Wij verstrekken een garantie van 10 jaar op het systeem vanaf de datum van aankoop. De datum van de kassabon c.q. factuur is daarbij doorslaggevend HOPPE AG Am Plausdorfer Tor 13 D-35260 Stadtallendorf Duitsland
36
+49 (0)6428 932-0 +49 (0)6428 932-220
[email protected] www.hoppe.com
14 Index A Afvalbehandeling . . . . . . . . . . . . . . . . 34 B Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Bedieningsonderdelen . . . . . . . . . . . . . 7 Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 C CE-verklaring van overeenstemming . . . . 34 G Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 L Lijst met storingen . . . . . . . . . . . . . . . 31 M Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 - Oude raamgrepen demonteren . . . 25 - Radiografische zenders monteren . 26 - Wandmontage . . . . . . . . . . . . . . . . 28 O Omvang levering . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Overzicht van de apparaten . . . . . . . . . 7 Overzicht van de functies . . . . . . . . . . . 7 P Productinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Programmeermodus . . . . . . . . . . . . . . 16 Programmering . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 R Raamprofiel controleren . . . . . . . . . . 13 Radiografische zenders actualiseren . . 20
Radiografische zenders programmeren . 17 Radiografische zenders voorbereiden . 13 Reglementair gebruik . . . . . . . . . . . . . 6 Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 S Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Signaalverlies . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Signaalwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Stroomuitval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 T Technische specificaties . . . . . . . . . . . 33 Toestandindicatoren . . . . . . . . . . . . . . 11 V Veiligheidsbepalingen . . . . . . . . . . . . . 5 Verwijderen van oude raamgrepen . . 25 Vierkant gat controleren . . . . . . . . . . 14 W Wandmontage . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Wegwijzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Werkingswijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Wisfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 - Afzonderlijke radiografische zenders . . 21 - Alle radiografische zenders . . . . . . . 23 - Radiografische zenders die niet meer nodig zijn . . . . . . . . . . . . . . . . 22
37
Bijlage: Secustik®-raamgrepen Secustik® - de raamgreep met het hoorbare extra aan veiligheid De raamgrepen van het SecuSignal®-systeem zijn in principe voorzien van de Secustik®functie. De Secustik®-raamgrepen zijn voorzien van een gepatenteerd vergrendelingsmechanisme als geïntegreerde basisveiligheid. Dit voorkomt het ongeoorloofde verschuiven van het raambeslag van buitenuit. Een koppelingselement tussen raamgreep en vierkante stift werkt daarbij als „mechanische diode“. Dit maakt de bediening van binnen normaal mogelijk, blokkeert de raamgreep echter indien iemand probeert om de raamgreep van buitenaf via het beslag te verdraaien. Daarmee voldoen de raamhandgrepen aan de eisen overeenkomstig AhS RAL-RG607/13. Bij een bediening van 180° van de Secustik®-raamgrepen van de sluit- naar de kantelstand vergrendelt het zelfborgende spermechanisme met een precisieklik in de verschillende handgreepstanden. Dit typische Secustik®-geluid is het hoorbare extra voor meer veiligheid bij ramen. Zie voor meer informatie m.b.t. de Secustik®-techniek het internet onder www.hoppe.com. www.hoppe.com.
38
Montage- en gebruikshandleiding SecuV200D/06-2007 39