IVT BlueSoleil™ Standard Editie Gebruiksaanwijzing Versie: 2.3
1
Content 1
Kennismaken met BlueSoleil™ ............................................................4 1.1
Bluetooth-functies .........................................................................4
1.2
Hoofdvenster ................................................................................5
2
Claim ..................................................................................................7
3
Basisbewerkingen ..............................................................................8
4
5
3.1
De adapter aansluiten ....................................................................8
3.2
De software installeren...................................................................8
3.3
BlueSoleil starten ..........................................................................8
3.4
Controleren op upgrades ................................................................9
3.5
Activering .....................................................................................9
3.6
Andere Bluetooth-geactiveerde apparaten zoeken............................ 10
3.7
Een verbinding maken.................................................................. 12
3.8
Bluetooth-beveiliging ................................................................... 14
Aan de slag .......................................................................................15 4.1
AV-hoofdtelefoon......................................................................... 15
4.2
Standaard Imaging ...................................................................... 15
4.3
Inbelnetwerk............................................................................... 16
4.4
FAX ........................................................................................... 17
4.5
Bestandsoverdracht ..................................................................... 18
4.6
Headset...................................................................................... 20
4.7
Human interface-apparaat ............................................................ 20
4.8
LAN-toegang............................................................................... 21
4.9
Object verzenden ........................................................................ 23
4.10
Particulier netwerk .................................................................... 25
4.11
Printer ..................................................................................... 28
4.12
Seriële poort ............................................................................ 29
4.13
Bluetooth-synchronisatie ........................................................... 30
BlueSoleil-gebruiksaanwijzingen......................................................32 5.1
BlueSoleil-omgeving .................................................................... 32
2
5.2
5.3
5.1.1
Hoofdvenster ...................................................................... 32
5.1.2
Servicevenster .................................................................... 34
5.1.3
Menu’s ............................................................................... 35
Apparaatconfiguraties .................................................................. 39 5.2.1
Hardwareconfiguratie........................................................... 39
5.2.2
Configuratie eigenschappen .................................................. 40
Beveiligingsconfiguratie ................................................................ 41 5.3.1
Pair / Un-pair Devices .......................................................... 41
5.3.2
Algemene beveiliging........................................................... 42
5.3.3
Beheer gekoppelde apparaten............................................... 43
5.3.4
Beveiliging lokale services .................................................... 43
3
1
Kennismaken met BlueSoleil™ BlueSoleil is een op Windows gebaseerde software van IVT waarmee u een draadloze verbinding kunt maken tussen uw Bluetooth®-geactiveerde desktop of notebook met andere Bluetooth-geactiveerde apparaten. Met BlueSoleil kunnen gebruikers van MS Windows draadloos toegang krijgen tot een ruim aanbod Bluetooth-geactiveerde digitale apparaten, zoals camera's, mobiele telefoon, headsets, printers en GPS-ontvangers. U kunt ook netwerken vormen en gegevens uitwisselen met andere Bluetooth-geactiveerde computers of PDA’s. BlueSoleil ondersteunt de volgende platforms: Windows 2000 and XP.
1.1 Bluetooth-functies Om services te verbinden en te delen via draadloze Bluetooth-technoloige, moeten twee apparaten hetzelfde Bluetooth-profiel (of profielen) en tegenoverliggende apparaatrollen (de ene moet de server en de andere de client zijn) ondersteunen. Bluetooth-geactiveerde apparaten ondersteunen vaak meerdere profielen en als ze in meerdere verbindingen zijn betrokken, kunnen ze verschillende rollen tegelijk uitvoeren. BlueSoleil ondersteunt de volgende Bluetooth-functies (profielen) in de volgende apparaatrollen:
Bluetooth- functies (profielen)
Client
Server
AV-hoofdtelefoon*
√
√
Standaard beeldprofiel
√
√
Inbelnetwerk
√
Fax
√
Bestandsoverdracht
√
√
Headset*
√
√
Human interface-apparaat
√
LAN-toegang
√
√
Object verzenden
√
√
Particulier netwerk
√
√
Printer
√
4
Seriële poort
√
√
Synchronisatie
√
√
Opmerkingen: •
Er kan slechts één headset- of AV-hoofdtelefoon-verbinding tegelijk bestaan aangezien er slechts één virtueel Bluetooth-audioapparaat is.
•
De Headset- en AV-hoofdtelefoonprofielen werken niet met Windows 98SE of Windows Me.
1.2 Hoofdvenster Opmerking: Raadpleeg Hoofdstuk 4 voor meer gedetailleerde informatie over het hoofdvenster (met inbegrip van de betekenis van de pictogrammen), het Servicevenster en de menu’s van BlueSoleil. Bij het starten van BlueSoleil wordt het hoofdvenster standaard geopend. Gebruik het hoofdvenster om uw eerste bewerkingen voor het maken van de verbinding uit te voeren. Het hoofdvenster toont het lokale apparaat (rode bol) en de externe apparaten die binnen het bereik werden gedetecteerd. Verschillende pictogrammen maken het onderscheid tussen de verschillende types externe apparaten. Bovenaan in het hoofdvenster vindt u de serviceknoppen. Nadat u de services die door een extern apparaat worden ondersteund hebt gezocht, worden de services van het geselecteerde apparaat gemarkeerd. Lokaal Bluetooth-apparaat — Bewerkingen: •
Beweeg de muis over het pictogram om de naam of het adres (als er geen naam is) van het lokale Bluetooth-apparaat weer te geven.
•
Klik op de rode bol om het zoeken naar Bluetooth-apparaten binnen het bereik te starten of te stoppen.
•
Klik met de rechtermuisknop op de rode bol om een pop-upmenu met verwante bewerkingen weer te geven (bijv. Algemene aanvraag, Mijn services, Beveiliging, enz.).
Externe Bluetooth-apparaten — Betekenis van pictogrammen •
Wit – inactief. De normale status van het apparaat.
•
Geel – geselecteerd. U hebt het apparaat geselecteerd.
•
Groen – verbonden. Het apparaat is verbonden met uw computer.
Externe Bluetooth-apparaten — Bewerkingen
5
•
Klik eenmaal op het pictogram om het te selecteren.
•
Dubbelklik op het pictogram om de services die door het externe Bluetooth-apparaat worden ondersteund, te zoeken.
•
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram om een pop-upmenu met verwante bewerkingen weer te geven (bijv. Services vernieuwen, Apparaten koppelen, Verbinden, enz.).
serviceknoppen — Betekenis van pictogrammen •
Wit – inactief. De normale status.
•
Geel – beschikbaar. De Bluetooth-service is beschikbaar op het geselecteerde externe apparaat.
•
Groen – verbonden. De Bluetooth-service heeft een actieve verbinding met het externe apparaat.
serviceknoppen •
— Bewerkingen
Beweeg uw muis over het servicepictogram om de naam van de service weer te geven.
•
Klik eenmaal op het servicepictogram om het te verbinden.
•
Klik met de rechtermuisknop op het servicepictogram om een pop-upmenu met verwante bewerkingen weer te geven.
6
2
Claim De fabrikant kan op elk ogenblik en zonder kennisgeving wijzigingen of verbeteringen aanbrengen aan de aangeboden producten en zal de noodzakelijke aanvullingen aan deze handleiding leveren of een nieuwe versie van deze handleiding uitgeven. De inhoud in deze handleiding wordt geleverd “zoals ze is”, behalve zoals vereist door de toepasselijke wetgeving, worden geen garanties van enigerlei aard verleend, hetzij uitdrukkelijk of impliciet, met inbegrip van, maar niet beperkt tot impliciete garanties op verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doe, met betrekking tot de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van deze handleiding. Copyright ©2006, IVT Corporation. Alle rechten voorbehouden. IVT behoudt zich het recht voor alle informatie of specificaties te wijzigen of aan te passen zonder enige kennisgeving. Bluetooth® is een handelsmerk in eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en als licentie verleend aan IVT Corporation.
7
3
Basisbewerkingen
3.1 De adapter aansluiten BlueSoleil ondersteunt Windows-systemen met draadloze Bluetooth-technologie die via een USB-adapter of een CompactFlash (CF)-kaart wordt geactiveerd. BELANGRIJK! Zorg ervoor dat u de Bluetooth-adapter aansluit VOORDAT u de software installeert! USB-adapter: 1.
Stop de USB-adapter in de USB-poort van uw computer.
CompactFlash-kaart: 1.
Plaats de CompactFlash-kaart in uw computer. Als u een CF-kaart in een PC-kaartsleuf (PCMCIA) wilt gebruiken, moet u de kaart eerst in een CF-naar-PC-kaartadapter stoppen.
2.
De Wizard Nieuwe hardware gevonden wordt automatisch gestart. Controleer of de installatie-cd nog steeds in uw computer zit. Volg de wizard om de stuurprogramma’s voor de kaarten te installeren.
3.2 De software installeren BELANGRIJK! Als u eerder Bluetooth-software op uw computer hebt geïnstalleerd, dient u deze software eerst volledig te verwijderen! 1.
Plaats de installatie-cd voor de BlueSoleil-software in het cd-romstation van uw computer.
2.
Gebruik Deze computer of Windows Verkenner om uw cd-station te openen. Klik in de cd op het bestand SETUP.EXE.
3.
Volg de richtlijnen op het scherm om de software te installeren.
4.
Start de computer opnieuw op wanneer u dit wordt gevraagd nadat de installatie van de software is voltooid.
3.3 BlueSoleil starten 1. Start BlueSoleil op. Klik op het pictogram BlueSoleil op uw bureaublad of ga naar Start | Programma’s | IVT BlueSoleil | BlueSoleil.
8
Opmerking BlueSoleil zal telkens detecteren als de USB-adapter wordt aangesloten of losgekoppeld. U kunt BlueSoleil ook starten voordat u de USB-adapter aansluit. 2. Wanneer u BlueSoleil voor de eerste keert opstart, verschijnt het scherm Welcome to Bluetooth. Geef uw Windows-systeem de naam en het apparaattype die aan andere Bluetooth-geactiveerde apparaten moeten worden getoond. In de meeste gevallen dient u de beveiligingsinstelling ingeschakeld te laten. Klik op OK.
3.4 Controleren op upgrades Tijdens het opstarten zal BlueSoleil de upgradeversie controleren op www.bluesoleil.com. Als er een upgrade beschikbaar is, wordt een infobericht (figuur 3.1) weergegeven waarin de gebruiker van de nieuwste versie-informatie op de hoogte wordt gebracht. De gebruiker kan de site rechtstreeks bezoeken door in het bericht op de koppeling te klikken om de nieuwe versie te downloaden en te evalueren.
Figuur 1: Upgrade-informatie
Opmerking: Om de nieuwste upgrade-informatie te ontvangen, moet uw computer over een netwerkverbinding beschikken voor toegang tot het internet.
3.5 Activering Het nieuwe activeringsmechanisme wordt toegevoegd aan de opstartprocedure van BlueSoleil om iBluetooth-apparaat zonder licentie te herkennen en een waarschuwingsbericht (figuur 2) weer te geven om de gebruiker hiervan op de hoogte te brengen.
9
Figuur 3.2: Bluetooth-apparaat zonder licentie. Bovendien zal de versie automatisch schakelen naar de evaluatiekopie waarmee in totaal slechts 5 MB gegevens kan worden overgedragen. (Figuur 3.3)
Figuur 3.3: Evaluatiekopie (gegevenslimiet van 5MB) Deze activering wordt automatisch op de achtergrond uitgevoerd zonder enige tussenkomst van de gebruiker en zal geen enkele invloed hebben op een wettige gebruiker.
3.6 Andere Bluetooth-geactiveerde apparaten zoeken Voordat uw computer een verbinding maakt, moet deze eerst andere Bluetooth-geactiveerde apparaten binnen het bereik detecteren. Een zoekactie naar apparaten starten 1. Controleer of het Bluetooth-geactiveerde apparaat waarmee u een verbinding wilt maken, ingeschakeld is, voldoende batterijvermogen heeft
10
en in detecteerbare modus is ingesteld. Zorg ervoor dat u de nodige wachtwoordsleutels bij de hand hebt. Indien nodig kunt u ook de service die u wilt gebruiken, inschakelen op het externe apparaat. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het externe apparaat voor richtlijnen. Als u dat nog niet hebt gedaan, wilt u wellicht ook een Bluetooth-naam toewijzen aan het apparaat. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor richtlijnen. 2. Klik in het hoofdvenster op de rode bol om het zoeken naar apparaten te starten. U kunt ook klikken op My Bluetooth | My Device Inquiry or View (Mijn apparaataanvraag of –weergaven)| Refresh Devices (Apparaten vernieuwen) of u kunt op F5 drukken. 3. Na enkele seconden verschijnt een pictogram rond de middelste bol voor elk Bluetooth-geactiveerd apparaat dat binnen het zendbereik is gedetecteerd. Opmerking: •
Het hoofdvenster kan acht gedetecteerde apparaten tegelijk weergeven. Als BlueSoleil meer dan acht apparaten heeft gedetecteerd, kunt u de schuifbalk gebruiken om de overige apparaten die door BlueSoleil zijn gevonden, weer te geven.
•
Om de apparaten te sorteren op apparaatnaam, apparaatadres of apparaattype, klikt u op View (Weergave) | Arrange Devices (Apparaten schikken).
4. Wacht enkele seconden tot BlueSoleil de naam van elk apparaat rapporteert. 5. Als het gewenste apparaat niet wordt weergegeven, controleert u of het apparaat is ingeschakeld en op detecteerbaar is ingesteld en vervolgens de zoekactie opnieuw starten. U hebt meerdere opties om een nieuwe zoekactie te starten: •
Als u een andere zoekactie start door te dubbelklikken op de rode bal of door te klikken op My Bluetooth | My Device Inquiry or View (Mijn apparaataanvraag of –weergave) | Refresh Devices (Apparaten vernieuwen), wordt de lijst met de eerder gedetecteerde apparaten niet gewist.
•
Als u een andere zoekactie start door te drukken op F5, wordt de lijst met de eerdere gedetecteerde apparaten gewist.
11
3.7 Een verbinding maken Opmerking:Dit zijn algemene instructies voor elk type Bluetooth-geactiveerd apparaat. Raadpleeg de instructies in Hoofdstuk 3 voor specifieke details over het type service dat u wilt gebruiken. Normaal wordt een verbinding tot stand gebracht vanaf de client. Raadpleeg de tabel in Hoofdstuk 1 om te controleren welke apparaatrol BlueSoleil ondersteunt voor de service die u wilt gebruiken. •
Start de service vanaf de zijde van de server
•
Breng de verbinding tot stand vanaf de zijde van de client
De service starten Als u de computer als een server wilt gebruiken in een Bluetooth-verbinding, moet u eerst de geschikte service(s) op uw systeem starten (inschakelen). 1. Open het Servicevenster. Klik op View (Weergave) | Service Window (Servicevenster). 2. Als het pictogram voor een service is gemarkeerd (geel), betekent dit dat de service al is gestart. Als het pictogram wit is, moet u de service starten om deze te kunnen gebruiken. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram. Selecteer Start Service in het pop-upmenu. Het pictogram zou nu moeten gemarkeerd zijn (geel). Pictogrammen voor de seriële poorten zullen ook melden welke COM-poort aan hen is toegewezen. Opmerking: •
Er zullen alleen pictogrammen verschijnen voor Bluetooth-functies (Profielen) die BlueSoleil ondersteunt in de apparaatrol van server. Raadpleeg de tabel in 1.1 Bluetooth-functies.
•
Afhankelijk van uw systeem kunnen meerdere pictogrammen voor seriële COM-poorten verschijnen.
3. Nadat u de service in BlueSoleil hebt gestart bent u klaar om de verbinding met het externe apparaat tot stand te brengen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het externe apparaat voor richtlijnen.
De verbinding tot stand brengen Als u uw computer wilt gebruiken als een client in een Bluetooth-verbinding, moet u ervoor zorgen dat u de service op het externe apparaat hebt gestart (ingeschakeld). Anders zal BlueSoleil de service niet kunnen vinden en geen verbinding met de service kunnen maken. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor richtlijnen. 1. Keer terug naar het hoofdvenster. Klik op View (Weergave)| Main Window (Hoofdvenster).
12
2. Dubbelklik op het pictogram voor het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken. BlueSoleil zal beginnen zoeken naar informatie over de services die door het apparaat worden ondersteund. 3. Na het zoeken, worden de pictogrammen voor de services die door het apparaat worden ondersteund bovenaan in het hoofdvenster van BlueSoleil gemarkeerd (geel). Controleer of de service die u wilt gebruiken, wordt ondersteund. 4. Klik met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram. Klik in het pop-upmenu op Connect (Verbinden) en selecteer vervolgens de service. BlueSoleil zal de verbinding starten. Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen van elk apparaat, kunt u dezelfde wachtwoordsleutel op elk apparaat invoeren om de twee apparaten te koppelen. 5. Er kan een scherm verschijnen waarin u wordt gevraagd de automatische verbindingen in te stellen. Klik op Yes (Ja) of No (Nee). 6. Als u een verbinding maakt met een telefoon, kan de telefoon u vragen of u de BlueSoleil-computer wilt toevoegen aan uw apparaatlijst. Selecteer Yes (Ja) en selecteer een wachtwoordsleutel. 7. Wanneer de verbinding tussen de apparaten is gemaakt, wordt het apparaatpictogram in het hoofdvenster groen en verschijnt een groene lijn tussen de rode bol en het apparaatpictogram. Een rood punt zal langs de groene lijn bewegen van de client naar de server. Naast het apparaatpictogram zal ook een pictogram voor de signaalsterkte worden weergegeven. Het BlueSoleil-pictogram in de taakbalk zal ook groen worden om een actieve verbinding aan te duiden. Opmerking: Er zal een rood vinkje verschijnen naast de naam van elk apparaat dat u eerder aan uw computer hebt gekoppeld. 8. Afhankelijk van de services die u gebruikt, kunnen extra schermen verschijnen en/of zult u mogelijk extra verbindingsinstellingen (bijv. gebruikersnaam, wachtwoord, COM-poortnummer, enz.) moeten configureren. Raadpleeg de richtlijnen in Hoofdstuk 3 voor uw specifieke service. Nadat u de correcte verbindingsinstellingen hebt geconfigureerd, zou u moeten klaar zijn om uw toepassing te gebruiken. 9. Om een verbinding te verbreken, klikt u in het hoofdvenster met de rechtermuisknop op het pictogram van een verbonden apparaat. Klik op Disconnect (Verbinding verbreken) in het pop-upmenu. Opmerking: U kunt de verbinding alleen op deze manier verbreken als uw computer optreedt als een client-apparaat. Als uw computer optreedt als een
13
server-apparaat, kunt u de verbinding verbreken in BlueSoleil door te klikken op View (Weergave) | Service Window (Servicevenster) en vervolgens rechts te klikken op het servicepictogram. Klik op Stop Service (Service stoppen) in het pop-upmenu. U kunt ook de verbinding met het externe apparaat verbreken.
3.8 Bluetooth-beveiliging Klik op My Bluetooth | Security (Mijn Bluetooth | Beveiliging) om de beveiligingsinstellingen van uw verbinding te wijzigen. BlueSoleil biedt drie beveiligingsniveaus: •
Low (Laag) (Beveiligingsmodus 1, geen beveiliging) Er is geen beveiligingsprocedure nodig voor de verbindingen
•
Medium (Gemiddeld) (Beveiligingsmodus 2, geforceerde beveiliging op serviceniveau) Verificatie of machtiging is vereist wanneer andere Bluetooth geactiveerde apparaten proberen toegang te krijgen tot een specifieke service. Als twee apparaten voor de eerste maal een verbinding maken, of als twee apparaten geen vertrouwde relatie hebben, moet dezelfde wachtwoordsleutel aan beide zijden worden opgegeven om de verificatie te voltooien. In deze modus kunt u verschillende toegangsrechten toewijzen voor elke service die door de server wordt ondersteund
•
High (Hoog) (Beveiligingsmodus 3, geforceerde beveiliging op verbindingsniveau) Als een van de twee apparaten in beveiligingsmodus 3 is ingesteld, is telkens verificatie vereist wanneer een verbinding tussen twee Bluetooth-geactiveerde apparaten wordt gestart. De wachtwoordsleutel moet aan beide zijden worden opgegeven om de verificatie te voltooien.
Opmerking: In beveiligingsmodus 2 kan de gebruiker elk geverifieerd apparaat toevoegen aan een lijst met vertrouwde apparaten om toekomstige verbindingen sneller te laten verlopen.
14
4
Aan de slag
4.1 AV-hoofdtelefoon Met het AV-hoofdtelefoonprofiel kan de gebruiker een Bluetooth-geactiveerde hoofdtelefoon gebruiken om via de computer stereomuziek met hoge kwaliteit te beluisteren.
Standaard gebruik •
Muziek beluisteren met een Bluetooth-geactiveerde AV-hoofdtelefoon.
Stappen 1: Sluit het toestel aan op de AV-hoofdtelefoon. Stappen 2: Speel muziek af op uw computer met software voor mediaspeler. De muziek wordt draadloos uitgezonden naar de hoofdtelefoon.
4.2 Standaard Imaging Met het BIP (Basic Imaging Profile= standaard imagingprofiel) kunnen gebruikers foto’s ontvangen van een Bluetooth-apparaat, zoals een digitale camera, een mobiele telefoon of een ander compatibel apparaat. Hiermee is ook bediening op afstand mogelijk voor opname-, weergave- en andere imagingfuncties.
Standaard gebruik •
De camera bedienen om foto’s te maken
•
Foto’s ontvangen die vanaf BIP-geactiveerde digitale apparaten zijn verzonden
De camera bedienen om foto’s te maken Stappen 1: Sluit het toestel op de camera aan. Een Bluetooth-cameracontroller wordt weergegeven, figuur 3.1.
15
Figuur 3.1 Bluetooth-cameracontroller Stappen 2: Klik op de knop om het beeld op te nemen. Het opgenomen beeld wordt naar uw computer verzonden en daar weergegeven.
Foto’s ontvangen Stappen 1:
Geef de map op waarin u afbeeldingsbestanden die van het clientapparaat werden verzonden, wilt opslaan. Klik op My Services (Mijn services) | Properties (Eigenschappen). Klik op het tabblad Basic Image Push (Standaard beeld verzenden). Blader in het veld Set the image directory (afbeeldingsmap instellen) om de bestandslocatie te selecteren. Klik op OK.
Stappen 2: Start de BIP-service. Stappen 3: Verzend foto’s vanaf het externe apparaat. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het externe apparaat voor richtlijnen.
4.3 Inbelnetwerk Met het profiel van het Bluetooth-inbelnetwerk (DUN = Dial-up networking) kunnen gebruikers draadloos inbellen op het Internet via een Bluetooth-modem of een mobiele telefoon die het DUN-profiel ondersteunt.
Standaard gebruik •
Inbellen op het Internet via een Bluetooth-geactiveerde mobiele telefoon.
•
Inbellen op het Internet via een Bluetooth-geactiveerde modem.
Inbellen op het Internet via een Bluetooth mobiele telefoon. Stappen 1: Maak een verbinding met de inbelnetwerkservice van de
16
telefoon. Stappen 2: Het dialoogvenster Dial-Up (Figuur 3.2). wordt weergegeven. Voer het inbelnummer, de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Controleer of het correcte inbelnummer is ingevoerd en klik vervolgens op de knop Dial (kiezen). Opmerking: Het standaard inbelnummer *99***1# werkt alleen met bepaalde GPRS-telefoons en serviceproviders. Geef, indien nodig, het correct inbelnummer voor uw Internet-provider (ISP) op. Opmerking: Nadat u de verbinding hebt gemaakt, verschijnt een scherm waarin u wordt gevraagd of u een snelkoppeling voor het inbellen wilt maken op uw bureaublad. Door gewoon op de snelkoppeling te klikken, kunt u gemakkelijk inbellen en een verbinding maken zonder dat u BlueSoleil handmatig hoeft te starten.
Figure 3.2 Dialoogvenster Inbellen
4.4 FAX Met het profiel Bluetooth-FAX kunnen gebruikers een fax verzenden vanaf een computer via een Bluetooth-geactiveerde mobiele telefoon of modem.
Standaard gebruik •
Fax verzenden via Bluetooth–geactiveerde mobiele telefoon.
•
Fax verzenden via Bluetooth–geactiveerde modem.
17
Fax verzenden via Bluetooth–geactiveerde mobiele telefoon Stappen 1:
Maak een verbinding met de FAX-service van de mobiele telefoon.
Stappen 2:
Gebruik uw faxsoftware om het bericht te verzenden.
Fax verzenden via Bluetooth–geactiveerde modem Stappen 1:
Maak een verbinding met de FAX-service van de modem.
Stappen 2:
Start uw faxsoftware. Configureer uw faxsoftware voor de Bluetooth-faxmodem. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw faxsoftware voor richtlijnen.
Stappen 3:
Gebruik uw faxsoftware om het bericht te verzenden.
4.5 Bestandsoverdracht Met het bestandsoverdrachtprofiel (FTP = File transfer protocol) kunnen gebruikers bestanden en/of mappen overdragen tussen Bluetooth-geactiveerde laptops, desktops, PDA’s, mobiele telefoons, enz.
Standaard gebruik •
Een verbinding maken met een Bluetooth-geactiveerde mobiele telefoon en bestanden of mappen overdragen naar/van de telefoon.
•
Een map op uw computer delen met andere Bluetooth-geactiveerde apparaten.
•
Een gedeelde map openen op een ander Bluetooth-geactiveerd apparaat.
Verbinden met een telefoon Stappen 1:
Maak een verbinding met de FTP-service van de telefoon.
Stappen 2:
De telefoonmappen worden weergegeven in een venster. Gebruikers kunnen bestanden of mappen kopiëren/plakken/verwijderen.
Een map op uw computer delen met andere Bluetooth-geactiveerde apparaten Stappen 1:
Selecteer de map die u wilt gebruiken voor het delen van bestanden en definieer de bevoegdheden van de externe
18
gebruiker. Klik op My Services (Mijn services) | Properties (Eigenschappen). Klik op het tabblad File Transfer (Bestandsoverdracht). Deze map delen: Blader om de map die u wilt delen, te selecteren. Machtigingen voor het delen: Selecteer Read (Lezen) en Write (Schrijven) om anderen toe te staan bestanden/mappen van deze map te kopiëren, te plakken of te verwijderen. Selecteer Read Only (Alleen lezen) om anderen alleen toe te laten bestanden/mappen van deze map weer te geven en te kopiëren. Stappen 2:
Start de FTP-service in BlueSoleil. Start de verbinding niet in BlueSoleil.
Stappen 3:
Blader in uw computer vanaf het externe apparaat. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het externe apparaat voor richtlijnen. Wanneer het externe apparaat probeert een verbinding te maken met uw computer, kan het scherm Bluetooth Service Authorization (Machtiging Bluetooth-service) verschijnen. Klik op Yes (Ja).
Stappen 4:
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, kan het externe apparaat bestanden op uw computer weergeven, kopiëren, plakken en/of verwijderen, afhankelijk van de bevoegdheden van de externe map die u hebt toegestaan. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het externe apparaat voor richtlijnen.
Een gedeelde map openen op een ander Bluetooth-geactiveerd apparaat Stappen 1:
Duid de bestanden/mappen die moeten worden gedeeld aan op het externe apparaat. Schakel het delen van bestanden in op het externe apparaat. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het externe apparaat voor richtlijnen. Opmerking: Als u het delen van bestanden niet inschakelt op het externe apparaat, zal BlueSoleil de service voor het delen van bestanden van het apparaat niet kunnen vinden.
Stappen 2:
Start de FTP-service en maakt de verbinding tot stand in BlueSoleil.
Stappen 3:
Een scherm Remote Shared Folder (Externe gedeelde map) wordt weergegeven met de gedeelde bestanden/mappen op het externe apparaat. Gebruik dit scherm om bestanden weer te geven, te kopiëren, te plakken en/of te verwijderen,
19
afhankelijk van uw mapbevoegdheden.
4.6 Headset Met het headsetprofiel kan de gebruiker een Bluetooth-headset gebruiken als draadloze oortelefoon of microfoon.
Standaard gebruik •
De headset gebruiken als een apparaat voor audio-invoer/-uitvoer.
Stappen 1:
Maak een verbinding met de Bluetooth-geactiveerde headset.
Stappen 2:
Speel muziek af op uw computer of chat via netmeetingprogramma’s. U zult mogelijk de multifunctionele knop op uw headset moeten indruk om audio tussen de computer en de headset te verzenden.
Opmerking: Bij de meeste Bluetooth-geactiveerde headsets kunt u, nadat u voor de eerste maal een verbinding hebt gemaakt, snel opnieuw een verbinding maken met BlueSoleil door gewoon op een multifunctionele knop op de headset te drukken.
4.7 Human interface-apparaat Met het profiel van het Bluetooth Human Interface Device (HID) kan een gebruiker een Bluetooth-geactiveerd HID-apparaat, zoals een toetsenbord, muis of joystick, gebruiken om de computer te besturen.
Standaard gebruik •
Een Bluetooth-geactiveerde muis en toetsenbord verbinden met uw computer
Stappen 1: Stappen 2:
Verbind de Bluetooth-geactiveerde muis met uw computer. Verbind het Bluetooth-geactiveerde toetsenbord met uw computer. Voordat u BlueSoleil kunt gebruiken om een verbinding te maken, zult u mogelijk een knop op het toetsenbord moeten indrukken om het detecteerbaar te maken.
Opmerking:
20
•
Wanneer u de muis of het toetsenbord voor de eerste maal verbindt met uw computer, wordt de Wizard Nieuwe hardware gevonden automatisch gestart. PLAATS GEEN CD in het eerste scherm van de wizard en klik op Volgende. Volg de richtlijnen in de volgende vensters tot de wizard is voltooid. Als de wizard opnieuw verschijnt, klikt u op Annuleren. U zou nu de muis of het toetsenbord met uw computer moeten kunnen gebruiken.
•
De Bluetooth-geactiveerde muis/het toetsenbord kunnen automatisch opnieuw een verbinding maken met uw computer nadat u de eerste verbinding met succes hebt uitgevoerd.
4.8 LAN-toegang Met het profiel van de Bluetooth LAN-toegang (LAP=Lan acces profile) kan de gebruiker toegang krijgen tot een lokaal netwerk (LAN) via een Bluetooth-geactiveerd LAN-toegangspunt.
Standaard gebruik •
Toegang tot een lokaal netwerk via een Bluetooth-ingeschakeld LAN-toegangspunt
•
Uw computer gebruiken als een LAN-toegangspunt
Toegang tot een LAN via een Bluetooth-ingeschakeld toegangspunt (AP = Access point) Stappen 1:
Maak een verbinding met de LAP-service van het LAN-AP.
Stappen 2:
Geef, indien nodig, de gebruikersnaam en het wachtwoord op in het dialoogvenster Connect Bluetooth LAP Connection (Bluetooth LAP-verbinding verbinden). Klik op Connect (Verbinden).
Uw computer gebruiken als een LAN-toegangspunt (alleen geavanceerde gebruikers) Stappen 1:
Start de Bluetooth LAP-toegangsservice op BlueSoleil.
Stappen 2:
Geef statische IP-adressen op voor LAP-clients (u kunt ook DHCP gebruiken om het systeem op dynamische wijze IP-adressen te laten toewijzen). (1) Klik in het venster Network Connections (Netwerkverbindingen) met de rechtermuisknop op
21
Incoming Connection (Binnenkomende verbinding) en selecteer Eigenschappen (figuur 3.3).
Figuur 3.3: Selecteer Properties (Eigenschappen) in het pop-upmenu
(2) Selecteer Incoming Connections Properties (Eigenschappen binnenkomende verbindingen) | Networking (Netwerk) -> Internet Protocol (TCP/IP) en klik op de knop Properties (Eigenschappen). (Figuur 3.4).
Figuur 3.4: Netwerkcomponent Internetprotocol (TCP/IP)
22
(3) Selecteer Specify TCP/IP addresses (TCP/IP-adressen opgeven) en geef het bereik op van de IP-adressen die aan LAP-clients zijn toegewezen (figuur 3.5).
Figuur 3.5: Voer de IP-adressen in
4.9 Object verzenden Met het profiel van Bluetooth Object verzenden (OPP = Object push profile) kan de gebruiker PIM-gegevensobjecten (Personal Information Management = persoonlijk gegevensbeheer) verzenden en ontvangen (inclusief berichten, notities, agenda-items en visitekaartjes) naar en van een Bluetooth-geactiveerde PDA of mobiele telefoon. De ondersteunde objecten zijn: •
Contactpersonen (*.vcf)
•
Agenda’s (*.vcs)
•
Notities (*.vnt)
•
Berichten (*.vmg)
Standaard gebruik •
Objecten verzenden naar een Bluetooth-geactiveerde mobiele telefoon of PDA
•
Objecten ontvangen van een Bluetooth-geactiveerde mobiele telefoon of PDA
Opmerking: Als u PIM-objecten wilt verzenden naar een PDA, moet u ervoor zorgen dat de PDA, voordat u begint, klaar is om een PIM-object te ontvangen.
23
Schakel, indien nodig, de optie Object Push in op de PDA. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de PDA voor richtlijnen.
Objecten verzenden naar een Bluetooth mobiele telefoon Er zijn twee manieren om objecten te verzenden: Method 1:
Vanaf het Hoofdvenster van BlueSoleil: Dubbelklik op het pictogram van de mobiele telefoon of de PDA om te zoeken naar service-informatie. Het pictogram Object Push Service zou bovenaan op het scherm moeten gemarkeerd zijn. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Object Push Service en klik in het pop-upmenu op Send My Card (Mijn kaart verzenden). (Figuur 3.6)
Figuur 3.6: Object verzenden Send My Card (Mijn kaart verzenden): Uw standaard visitekaartje verzenden. Get Card (Kaart ophalen): Het standaard visitekaartje van de telefoon ophalen. Send Objects (Objecten verzenden): Enkele objecten (PIM-bestanden in *.vcf, *.vcs, *.vnt, *.vmg) selecteren en verzenden naar de telefoon. Exchange cards (Kaarten uitwisselen): Uw computer en de telefoon kunnen hun standaard visitekaartjes uitwisselen.
24
Method 2:
Vanaf MS Outlook: (1) Selecteer de contactpersoon die u wilt verzenden. (2) Klik in Outlook op de knop Push (Verzenden) in de werkbalk of klik op File (Bestand) | Push (Verzenden). (3) Het scherm Bluetooth Neighbors (Bluetooth-buren) wordt weergegeven). Selecteer de telefoon of PDA waarnaar u de contactpersoon wilt verzenden in de apparaatlijst. Klik op de knop Push.
Objecten ontvangen van een Bluetooth-telefoon Stappen 1:
Configureer de paramaters voor het verzenden van het object. Klik in het hoofdvenster op My Service | Properties (Mijn service | Eigenschappen).. Klik op het tabblad Object Push (Object verzenden)
Stappen 2:
Start de service Object Push Breng geen verbinding tot stand, maar start alleen de service zodat uw computer klaar is om objecten te ontvangen.
Stappen 3:
Verzend objecten vanaf de telefoon. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon voor richtlijnen.
Opmerkingen: •
BlueSoleil maakt een Bluetooth-map (met submappen Postvak IN en UIT) in uw map Mijn documenten voor gebruikt met Object verzenden. Het Postvak IN wordt gebruikt om objecten die van andere apparaten zijn ontvangen, op te slaan. Het Postvak UIT wordt gebruikt om objecten die vanaf uw computer werden verzonden, op te slaan.
•
U kunt uw standard visitekaartje instellen door te klikken op My Services | Object Push (Mijn services | Object verzenden). Blader in het veld Send My Business Card (Mijn visitekaartje verzenden) om een contactpersoon als uw standaard visitekaartje te selecteren.
4.10 Particulier netwerk Met het profiel van het Bluetooth particulier netwerk (PAN = Personal Area Networking) kunnen pc’s, laptops, PDA’s en andere Bluetooth-geactiveerde apparaten een van de twee PAN-netwerktypen vormen. In een groep ad hoc netwerk (GN) dat werkt als een geïsoleerd netwerk, worden meerdere
25
PAN-gebruikers (PANU’s) samen gekoppeld via een GN-controller. Een PAN kan ook bestaan uit meerdere PANU’s die zijn gekoppeld aan een netwerktoegangspunt (NAP= network access point) dat toegang verleent tot de externe LAN (Local Area Network)-infrastructuur. BlueSoleil ondersteunt deze drie apparaatrollen — GN (controller), PANU en NAP.
Standaard gebruik •
Groep Ad-hoc netwerk (peer-to-peer-netwerk) Eén apparaat treedt op als GN en de andere apparaten werken als PANU-apparaten. Deze computers kunnen elkaar bezoeken of een toepassing via TCP/IP gebruiken.
Figuur 3.7: Groep Ad-hoc Netwerk •
Zoek toegang tot een LAN via een netwerktoegangspunt (of een computer die optreedt als NAP). Nadat de computer verbonden zijn met het NAP, worden ze lid van het LAN en kunnen ze rechtstreeks communiceren met andere computers in het LAN.
Figuur 3.8: Toegang tot LAN via PAN-NAP
De PAN-gebruiker (PANU) verbinden Stappen 1:
Maak een verbinding met de particuliere netwerkservice van de server.
26
Stappen 2:
Wacht enkele seconden tot BlueSoleil het IP-adres van uw computer heeft opgehaald en weergegeven.
Het NAP/GN configureren Klik op Bluetooth Service | Properties ( Bluetooth-service | Eigenschappen) en klik op het tabblad Personal Area Network (Particulier network). Scenario 1
Groep Ad-hoc netwerk Selecteer Set up Bluetooth Personal Area Network (Particulier Bluetooth-netwerk instellen) en Enable DHCP Server (DHCP-server inschakelen) (Figuur 3.9). Een DHCP-server wordt gestart op het GN. De PANU kan automatisch een IP-adres van deze DHCP-server verkrijgen als de PANU geen statisch IP-adres heeft ingesteld voor de BT Network Adapter (BT-netwerkadapter).
Figuur 3.9: Een particulier Bluetooth-netwerk instellen Scenario 2
Toegang tot LAN via PAN-NAP Selecteer Acces LAN Network (Toegang LAN-netwerk) en selecteer een fysische netwerkadapter waarmee het NAP wordt verbonden met het LAN, als de LAN-adapter (Figuur 3.10).
27
Figuur 3.10: Toegang LAN-netwerk
4.11 Printer Met het Bluetooth-printerprofiel (HCRP) kan uw computer een verbinding maken met een Bluetooth-geactiveerde printer.
Standaard gebruik •
Documenten afdrukken naar een Bluetooth-geactiveerde printer.
Stappen 1:
Maak een verbinding met de printerservice van de printer. (a) Als de correcte printerstuurprogramma’s niet op uw computer zijn geïnstalleerd, zal BlueSoleil u vragen dit te doen. Installeer het stuurprogramma voor de printer en denk eraan de printerpoort op het correcte COM-poortnummer in te stellen. Klik in het hoofdvenster met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram om het correcte COM-poortnummer vast te stellen. Selecteer Status in het pop-upmenu. (b) Als het printerstuurprogramma werd geïnstalleerd, geeft een bericht aan dat de Bluetooth-printer klaar is.
Stappen 2:
Druk documenten af met de Bluetooth-geactiveerde printer.
28
Zorg ervoor dat u in de toepassing de correcte printer en printerpoort selecteert.
4.12 Seriële poort Het Bluetooth seriële poortprofiel (SPP) voorziet PC’s, laptops, PDA’s, GPS-ontvangers, draadloze seriële adapter en andere Bluetooth-geactiveerde apparaten van een virtuele seriële poort, zodat ze onderling draadloos een verbinding kunnen maken via Bluetooth in plaats van met een seriële kabel. BlueSoleil ondersteunt vier Bluetooth seriële poorten voor uitgaande verbindingen en twee Bluetooth seriële poorten voor binnenkomende verbindingen.
Standaard gebruik •
Verbinden met andere Bluetooth-geactiveerde apparaten via de seriële poort
Verbinden met een PDA Stappen 1:
Maak een verbinding met de seriële poortservice van de PDA.
Stappen 2:
Gebruik ActiveSync of een ander programma dat een seriële verbinding gebruikt.
Opmerking: •
De functie Automatische verbinding seriële poort Zodra een doelapparaat is toegewezen aan een specifieke seriële poort (bijv. COM5) zal BlueSoleil, zodra een toepassing die seriële poort openen, automatisch een verbinding maken met het doelapparaat. Hetzelfde geldt wanneer een toepassing de Bluetooth seriële poort sluit. In dat geval zal BlueSoleil de verbinding verbreken. Klik op Tools | Configurations | Quick Connect... (Extra | Configuraties | Snel verbinden…om te controleren welke apparaten aan welke COM-poorten zijn toegewezen.
•
Sommige toepassingen laten slechts een beperkt bereik van COM-poortnummers toe. Als de toepassing niet toelaat dat u een COM-poortnummer gebruikt dat door BlueSoleil werd toegewezen, zult u BlueSoleil niet kunnen gebruiken met deze toepassing.
29
4.13 Bluetooth-synchronisatie Met het profiel van de Bluetooth synchronisatie (SYNC) kan de gebruiker PIM-objecten op de computer synchroniseren met deze van andere Bluetooth-geactiveerde computers en Bluetooth-geactiveerde mobiele telefoons, PDA’s en andere apparaten. Er worden vier typen objecten ondersteund: •
Contactpersonen (*.vcf)
•
Agenda’s (*.vcs)
•
Notities (*.vnt)
•
Berichten (*.vmg)
Ondersteunde Outlook-versies: MS Outlook 2000, Outlook 2002 (xp), Outlook 2003.
Standaard gebruik •
Uw computer synchroniseren met een Bluetooth-geactiveerde mobiele telefoon
Stappen 1:
Maak een verbinding met de synchronisatieservice van de mobiele telefoon.
Stappen 2:
Een synchronisatievenster wordt geopend (zie figuur 3.12). Klik op de knop Start om te synchroniseren. De contactpersonen, agenda’s, notities en e-mails in MS Outlook zullen met deze gegevens op de telefoon worden gesynchroniseerd.
figuur 3.12: Starten met het synchroniseren van gegevens Opmerking:
30
•
Gebruikers kunnen de synchronisatie vanaf MS Outlook starten met de Bluetooth Add-in-menu’s en knoppen die bij BlueSoleil zijn geïnstalleerd.
•
BlueSoleil kan optreden als een synchronisatieserver. Klik op My Services (Mijn services) | Properties (Eigenschappen). Klik op het tabblad Information Synchronization (Gegevenssynchronisatie) (figuur 2) en selecteer het type PIM-objecten waarmee u wilt synchroniseren.
31
5
BlueSoleil-gebruiksaanwijzingen
5.1 BlueSoleil-omgeving 5.1.1 Hoofdvenster Het hoofdvenster toont het lokale apparaat (rode bol) en de externe apparaten die binnen het bereik werden gedetecteerd. Hier worden de bewerkingen voor het maken en verbreken van verbindingen gemaakt. Verbindingen zijn aangegeven met lijnen tussen het lokale apparaat en de verbonden externe apparaten. Bij het starten van BlueSoleil wordt het hoofdvenster standaard geopend. Klik op View | Main Window (Weergave | Hoofdvenster) om terug te keren naar het hoofdvenster nadat u de weergave hebt geschakeld.
Lokaal Bluetooth-apparaat Het lokale Bluetooth-geactiveerde apparaat, bekend als “My Device” (Mijn apparaat), vertegenwoordigt de computer van de gebruiker waarop BlueSoleil wordt uitgevoerd. Bewerkingen •
Beweeg de muis over het pictogram om de naam of het adres (als er geen naam is) van het lokale Bluetooth-apparaat weer te geven.
•
Klik op de rode bol om het zoeken naar Bluetooth-apparaten binnen het bereik te starten of te stoppen.
•
Klik met de rechtermuisknop op de rode bol om een pop-upmenu met verwante bewerkingen weer te geven (bijv. Algemene aanvraag, Mijn services, Beveiliging, enz.).
Externe Bluetooth-apparaten Externe apparaten zijn andere Bluetooth-geactiveerde apparaten die binnen het Bluetooth-zendbereik van uw lokaal apparaat aanwezig zijn. BlueSoleil
32
gebruikt verschillende pictogrammen om verschillende typen externe apparaten aan te duiden. PC
Laptop
Modem
Mobiele telefoon
PDA
LAN-toegangspu nt
Toetsenbor
Muis
d Microfoon
HiFi Audio
Luidspreker
Headset
Printer
Scanner
Fax
Camera
Gamebalk
Server
Onbekend apparaat Betekenis van pictogrammen Externe apparaten kunnen een van drie statussen hebben. Deze wordt door BlueSoleil aangegeven met verschillende kleuren. •
Wit – inactief. De normale status van het apparaat.
•
Geel – geselecteerd. U hebt het apparaat geselecteerd.
•
Groen – verbonden. Het apparaat is verbonden met uw computer.
Bewerkingen •
Klik eenmaal op het pictogram om het te selecteren.
•
Dubbelklik op het pictogram om de services die door het externe Bluetooth-apparaat worden ondersteund, te zoeken.
•
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram om een pop-upmenu met verwante bewerkingen weer te geven (bijv. Services vernieuwen, Apparaten koppelen, Verbinden, enz.).
Bluetooth–serviceknoppen van extern apparaat
33
Serviceknoppen bovenaan in het hoofdvenster vertegenwoordigen een reeks Bluetooth-services die potentieel worden ondersteund door externe apparaten. PAN
DUN
SPP
LAP
FTP
SYNC
OPP
HCRP
HID
FAX
BIP
AV
Headset
Betekenis van pictogrammen
Voor de servicepictogrammen zijn er drie statussen die met verschillende kleuren zijn aangegeven. •
Wit – inactief. De normale status.
•
Geel – beschikbaar. De Bluetooth-service is beschikbaar op het geselecteerde externe apparaat.
•
Green — Connected. The Bluetooth service is active in a connection with the remote device.
Bewerkingen •
Beweeg uw muis over het servicepictogram om de naam van de service weer te geven.
•
Klik eenmaal op het servicepictogram om het te verbinden.
•
Klik met de rechtermuisknop op het servicepictogram om een pop-upmenu met verwante bewerkingen weer te geven.
5.1.2 Servicevenster Het Servicevenster toont de lokale Bluetooth-services (m.a.w. de Bluetooth-services die door BlueSoleil worden ondersteund). Gebruik het Servicevenster om services te starten en te stoppen en om de
34
service-eigenschappen te configureren. Klik op View | Service Window (Weergave | Servicevenster) om het Servicevenster te openen. Lijst lokale services De Local Service List toont alle Bluetooth-services die door de lokale computer worden ondersteund. Gebruik dit scherm om services te starten/stoppen.
Services
Icons
Services
PAN
SPP
OPP
FTP
SYNC
LAP
AV
BIP
Icons
Betekenis van pictogrammen Voor de lokale Bluetooth-services zijn er drie statussen die met verschillende pictogramkleuren zijn aangegeven. •
Wit – inactief. De service is niet gestart.
•
Geel – gestart. De lokale Bluetooth-service is gestart.
•
Groen – verbonden. Een extern apparaat heeft een verbinding gemaakt met de service.
Bewerkingen •
Klik eenmaal op het pictogram om de service selecteren.
•
Dubbelklik op het pictogram om een service te starten/stoppen.
•
Klik met de rechtermuisknop om een pop-upmenu met verwante bewerkingen weer te geven.
5.1.3 Menu’s BlueSoleil bevat de volgende zes menu’s: •
File Menu
•
View Menu
35
•
My Bluetooth Menu
•
My Services Menu
•
Tools Menu
•
Help Menu Menu File (Bestand) Hide (Verbergen) --- Verbergt het BlueSoleil-venster. De verbindingen kunnen behouden blijven wanneer het venster verborgen is. Always on Top (Altijd op voorgrond) --- Het BlueSoleil-venster wordt altijd op de voorgrond weergegeven. Exit (Afsluiten)--- Sluit BlueSoleil af. U kunt BlueSoleil ook afsluiten door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram in het systeemvak rechtsonder op uw scherm. Klik op Exit (Afsluiten) in het pop-upmenu. Menu View (Weergave) Main Window (Hoofdvenster) --- Geef het hoofdvenster van BlueSoleil weer. Service Window (Servicevenster) --- Geef het servicevenster van BlueSoleil weer. Arrange Devices (Apparaten schikken) --- Schik alle externe apparaten op Apparaatnaam, Apparaatadres of Apparaattype. Refresh Devices (Apparaten vernieuwen) --- Vernieuw de lijst van externe apparaten die door BlueSoleil zijn gedetecteerd. Opmerking: Als u Refresh Devices (Apparaten vernieuwen) selecteert, zal de lijst van eerder gedetecteerde apparaten niet worden gewist. Druk op F5 om een nieuwe zoekactie naar apparaten te starten waarbij de lijst eerst wordt gewist. Menu My Bluetooth (Mijn Bluetooth) Bluetooth Device Discovery (Detectie Bluetooth-apparaat) --- Zoek andere Bluetooth-geactiveerde apparaten in het bereik. Bluetooth Service Discovery (Detectie Bluetooth-service) --- Zoek de services van het geselecteerde externe apparaat. Security (Beveiliging) --- Configureer de beveiligingsinstelling van het lokale apparaat (bijv. vereisten wachtwoordsleutel, gegevenscodering, enz.). Properties (Eigenschappen) --- Configureer de eigenschappen van het locale apparaat (bijv. apparaatnaam, toegankelijkheid, enz.). Menu My Services (Mijn services)
36
Start Service (Service starten) --- Start de geselecteerde lokale Bluetooth-service. Stop Service (Service stoppen) --- Stop de geselecteerde lokale Bluetooth-service. Status --- Geef de status weer van de geselecteerde Bluetooth-service. Properties (Eigenschappen) --- Configureer de eigenschappen van de locale Bluetooth-service (bijv. automatische verbindingen, locaties gedeelde bestanden, enz.). Menu Tools (Extra) Find Device(Apparaat zoeken) --- klik hier om een apparaat te zoeken met een van de twee zoekcriteria: Op Bluetooth Device Address (Bluetooth-apparaatadres): Geef een adres op voor het Bluetooth-apparaat in standaard formaat: (xx:xx:xx:xx:xx:xx) en klik op de knop Find (Zoeken). Het apparaat met het opgegeven adres wordt gemarkeerd weergegeven in het Hoofdvenster. Op naam: Schakel het selectievakje By Name (Op naam) in, voer de naam in van het apparaat en klik op de knop Find (Zoeken). Het apparaat met de opgegeven naam wordt gemarkeerd weergegeven in het Hoofdvenster. Add New Device (Nieuw apparaat toevoegen) --- Voeg een extern apparaat toe door het Bluetooth-apparaatadres in te voeren. Add Device From History(Apparaat uit geschiedenis toevoegen) --Voeg een extern apparaat toe vanaf de geschiedenislijst. Add (Toevoegen): Voeg het geselecteerde apparaat toe aan het Hoofdvenster. Delete (Verwijderen): Hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat uit de geschiedenislijst. Configurations-> Quick Connect(Configuraties -> Snel verbinden)--U kunt desgewenst een extern apparaat toewijzen om, telkens wanneer een toepassing een opgegeven Bluetooth seriële poort opent, automatisch een verbinding te maken. Assign (Toewijzen): Wijs een apparaat toe aan de geselecteerde poort. Remove (Verwijderen): Verwijder de toewijzing van het apparaat voor de automatische verbinding voor de geselecteerde poort. Configurations->Unplug HID(Configuratie -> HID loskoppelen) --Verwijder Human Interface-apparaten uit BlueSoleil.
37
Unplug (Loskoppelen): Koppel het geselecteerde HID-apparaat los. Wanneer u het HID-apparaat voor de eerste maal verbindt met uw computer, stelt BlueSoleil de apparaten zo in dat ze automatisch een nieuwe verbinding zullen maken wanneer de verbinding wordt verbroken. Nadat u een HID-apparaat hebt losgekoppeld, zal het niet langer automatisch opnieuw verbinden met uw computer. My Bluetooth Device (Mijn Bluetooth-apparaat) --- Geavanceerde hardwareconfiguratie, alleen aanbevolen voor gevorderde gebruikers. Raadpleeg Hardwareconfiguratie voor meer details. Opties --- Hiermee kunt u bepaalde andere functies in/uitschakelen. Deze functies zijn bijvoorbeeld het opstarten van BlueSoleil wanneer Windows wordt opgestart, het automatisch online controleren op updates of het in/uitschakelen van vragen wanneer bepaalde bewerkingen worden uitgevoerd door de verwante optie in/uit te schakelen. Opstarten: (1) Start BlueSoleil when I start Windows (BlueSoleil opstarten bij opstarten Windows) --- BlueSoleil wordt samen met Windows opgestart wanneer deze optie is ingeschakeld.
(2) Check for updates automatically (Automatisch controleren op updates) --Tijdens het opstarten van BlueSoleil wordt een bericht wordt weergegeven waarin de gebruiker wordt gevraagd de website van BlueSoleil te controleren op updates. Opmerking: De functie voor het controleren op updates is standaard ingeschakeld. Overige: (1) Prompt me before adding a "Quick Connect" item (Mij vragen voordat een item “Snel verbinden” wordt toegevoegd) --- De gebruiker moet worden gevraagd of een nieuw item Snel verbinden moet worden toegevoegd zodra een nieuwe uitgaande Seriële poort -verbinding wordt gemaakt.
(2) Prompt me before stopping a service to connect out (Mij vragen voordat een service wordt gestopt om verbinding te maken) --- De gebruiker wordt gevraagd of de locale service moet worden gestopt om de verbinding te maken. Dit is alleen van toepassing voor Particulier netwerk- en Synchronisatie-profielen.
38
Menu Help Contents and Index (Inhoudsopgave en Index) --- Open de on line Help van BlueSoleil. Check for Update (Controleren op update) --- Ga naar de website van BlueSoleil om te controleren of er updates beschikbaar bij. Buy (Kopen) --- Open de pagina van de online winkel van BlueSoleil om een licentie voor de huidige versie aan te schaffen. Register (Registreren) --- Voer de licentiecode in om van het huidige BlueSoleil-exemplaar een volledige versie te maken. Online Support (Online ondersteuning) About BlueSoleil (Over BlueSoleil) --- Informatie over uw versie van BlueSoleil. Opmerking: Bezoek www.bluesoleil.com voor meer informatie over het aanschaffen en registreren van een BlueSoleil-versie.
5.2 Apparaatconfiguraties 5.2.1 Hardwareconfiguratie BlueSoleil ondersteunt de volgende typen Bluetooth-radioadapters: USB, CompactFlash-kaart (UART of BCSP). Om toegang te krijgen tot de schermen voor de hardwareconfiguratie, klikt u op Tools | My Bluetooth Device... (Extra | Mijn Bluetooth-apparaat). Bluetooth Device (Bluetooth-apparaat) Selecteer het type Bluetooth-geactiveerde apparaat dat u wilt gebruiken. Dit kan een USB-adapter of een CompactFlash (CF)-kaart zijn. Advanced Configuration (Geavanceerde configuratie) De pagina Advanced Configuration zal alleen worden ingeschakeld als u CF-kaart hebt geselecteerd in het scherm Bluetooth Device. Gebruik het scherm Advanced Configuration (Geavanceerde configuratie) voor de
39
configuratie van gedetailleerde parameters, zoals COM-poort, baudsnelheid, bytegrootte, pariteit, stopbits en datatransportbesturing.
5.2.2 Configuratie eigenschappen Om de eigenschappen van uw lokaal apparaat te configureren, klikt u op My Bluetooth | Device Properties… (Mijn Bluetooth | Apparaateigenschappen), Algemeen Device Name (Apparaatnaam) De naam van het lokale apparaat data aan andere Bluetooth-geactiveerde apparaten zal worden getoond. Device Type (Apparaattype) Het apparaattype van uw locale computer (d.i. Desktop, Laptop of Server). Device Address (Apparaatadres) Het adres van het lokale apparaat. Elk Bluetooth-geactiveerd apparaat heeft een uniek adres. Toegankelijkheid Verbindingsmodus •
Connectable (Verbindbaar): in dit geval kunnen andere Bluetooth-geactiveerde apparaten een verbinding maken met uw computer.
•
Non-Connectable (Niet verbindbaar): in dit geval kunnen andere Bluetooth-geactiveerde apparaten geen verbinding maken met uw computer.
Detectiemodus •
General Discoverable (Algemeen detecteerbaar): Hiermee kunnen andere Bluetooth-geactiveerde apparaten uw computer detecteren.
•
Limited Discoverable (Beperkt detecteerbaar): Hiermee kunnen andere Bluetooth-geactiveerde apparaten uw computer detecteren met een beperkte aanvraag.
•
Non-Discoverable(Niet detecteerbaar): in dit geval kunnen andere Bluetooth-geactiveerde apparaten uw computer niet detecteren.
40
Bondingmodus (Koppelingsmodus) •
Accepts Bonding (Aanvaardt koppeling): Hiermee kunnen andere Bluetooth-geactiveerde apparaten koppelen met uw computer. Als het andere apparaat een koppelingsprocedure met uw computer inzet, moet elk apparaat dezelfde wachtwoordsleutel invoeren voordat ze zullen worden gekoppeld.
•
Does Not Accept Bonding (Aanvaardt geen koppeling): Weigert koppelingspogingen die door andere Bluetooth-geactiveerde apparaten werden gestart.
Hardware Geef informatie weer over uw Bluetooth-hardware. •
Manufacturer: De fabrikant van het lokale Bluetooth-apparaat.
•
HCI Version: De HCI-versie van het lokale Bluetooth-apparaat.
•
HCI Revision: De HCI-revisie van het lokale Bluetooth-apparaat.
•
LMP Version: De LMP-versie van het lokale Bluetooth-apparaat.
•
LMP Subversion: De LMP-subversie van het lokale Bluetooth-apparaat.
5.3 Beveiligingsconfiguratie Gebruik de schermen voor de beveiligingsconfiguratie om de beveiligingsinstellingen voor uw lokaal apparaat te definiëren.
5.3.1 Pair / Un-pair Devices Zodra een extern apparaat werd gekoppeld aan uw computer door het uitwisselen van wachtwoordsleutels, zullen er geen wachtwoordsleutels meer worden vereist voor verdere verbindingen tussen uw computer en het apparaat. Koppelen met een ander apparaat Automatically (Automatisch) Als een wachtwoordsleutel vereist is voor de verbinding, zullen de apparaten automatisch worden gekoppeld wanneer ze voor de eerste maal de wachtwoordsleutels uitwisselen en een verbinding maken. Nadat een apparaat met succes aan uw computer is gekoppeld, verschijnt een rood vinkje naast het pictogram van het externe apparaat in het hoofdvenster. Manually (Handmatig)
41
Klik in het hoofdvenster met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram en selecteer Pair Device (Apparaat koppelen) in het pop-upmenu. Geef in het dialoogvenster Enter Bluetooth Passkey (Bluetooth-wachtwoordsleutel invoeren) dezelfde wachtwoordsleutel op die in u op het externe apparaat hebt ingesteld. Nadat een apparaat met succes aan uw computer is gekoppeld, verschijnt een rood vinkje naast het pictogram van het externe apparaat. De koppeling met een ander apparaat opheffen Klik in het hoofdvenster met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram en selecteer Unpair (Koppeling opheffen) in het pop-upmenu. Het rode vinkje naast het apparaatpictogram zal verdwijnen.
5.3.2 Algemene beveiliging Om toegang te krijgen tot de schermen voor de beveiligingsconfiguratie, klikt u op My Bluetooth | Security… (Mijn Bluetooth | Beveiliging…). Beveiligingsniveau Low (Laag) Als dit vakje is aangekruist, zullen andere apparaten vrij toegang krijgen tot uw apparaat zonder dat hiervoor een wachtwoordsleutel nodig is. Als het externe apparaat echter een wachtwoordsleutel vereist voor de verbinding, moeten beide apparaten wachtwoordsleutels uitwisselen.
Medium (Gemiddeld) Het gemiddeld niveau is de beveiliging op serviceniveau. U kunt het geschikte toegangsniveau voor elke specifieke service toewijzen. Zie Beveiliging lokale services voor meer details. High (Hoog) Als dit vakje is aangekruist moeten wachtwoordsleutels worden uitgewisseld voor elke binnenkomende en uitgaande verbinding, tenzij twee apparaten reeds eerder werden gekoppeld. Bluetooth-wachtwoordsleutel Set Default Passkey (Standaard wachtwoordsleutel instellen)
42
Gebruik deze instelling om een standaard wachtwoord in te stellen voor alle verbindingen. BlueSoleil zal deze wachtwoordsleutel telkens gebruiken wanneer deze wordt vereist. Gegevenscodering Enable Data Encryption (Gegevenscodering inschakelen) Als dit vakje is aangekruist, worden de overgedragen gegevens gecodeerd.
5.3.3 Beheer gekoppelde apparaten Klik op My Bluetooth | Security (Mijn Bluetooth | Beveiliging) en klik op het tabblad Devices (Apparaten) om het configuratiescherm voor de apparaatbeveiliging te openen. Vervolgkeuzelijst Paired Devices (Gekoppelde apparaten) Dit scherm toont de apparaten die reeds met het lokale apparaat werden gekoppeld. De knop Remove Pairing (Koppeling verwijderen) Klik om de gekoppelde relatie tussen het geselecteerde en het lokale apparaat te verwijderen. De knop Authorize Services (Services machtigen) Klik op deze knop om te selecteren voor welke services u het geselecteerde gekoppelde apparaat de machtiging verleent. Een lijst met de lokale services wordt weergegeven. Selecteer de services die het externe apparaat mag gebruiken en klik vervolgens op OK. Opmerking: Het scherm zal alleen de lokale diensten die verificatie vereisen, weergeven. De lokale services die geen verificatie vereisten, zijn vrij toegankelijk. De knop Machtiging wordt alleen ingeschakeld als het beveiligingsniveau is ingesteld op Gemiddeld.
5.3.4 Beveiliging lokale services Klik op My Bluetooth | Security (Mijn Bluetooth | Beveiliging) en klik op het tabblad Services om het configuratiescherm voor de beveiliging van lokale
43
services te openen. U kunt de beveiliging voor lokale services alleen configureren als het beveiligingsniveau is ingesteld op Gemiddeld. (Stel het beveiligingsniveau in onder Algemene beveiliging.) Local Services (Lokale services): Authentication (Verificatie) Als dit selectievakje is ingeschakeld, is telkens een wachtwoordsleutel vereist wanneer een extern apparaat probeert een verbinding te maken met deze service. Encryption (Codering) Als u dit selectievakje hebt ingeschakeld, worden de gegevens die voor deze service tussen de apparaten worden overgedragen, gecodeerd. De knop Authorization (Machtiging): Klik om de apparaten waaraan u de toestemming wilt geven om de geselecteerde service te gebruiken, te selecteren. Geef de volgende instellingen op in het scherm Service Authorization (Servicemachtiging): Trusted Devices (Vertrouwde apparaten) Selecteer deze optie om vertrouwde apparaten die op het scherm worden weergegeven, te gebruiken om de geselecteerde service op uw apparaat te gebruiken. Als een apparaat vertrouwd is, kan dit vrij toegang krijgen tot de service van uw lokaal apparaat. Klik op Add/Remove (Toevoegen/Verwijderen) om de apparaatlijst te bewerken Trust all devices (Alle apparaten vertrouwen) Verbindingsaanvragen zullen door elk apparaat worden geaccepteerd. Prompt to user if the device is not a trusted device of this service (Gebruiker vragen of apparaat een vertrouwd apparaat van deze service is)
44
Als een niet-vertrouwd apparaat probeert toegang te krijgen tot de service, verschijnt een dialoogvenster waarin u de verbinding kunt accepteren of weigeren. Reject the device to use the service if it is not a trusted device of this service (Weigeren dat het apparaat de service gebruikt als het geen vertrouwd apparaat van deze service is) Als een niet-vertrouwd apparaat probeert toegang te krijgen tot de service, zal de verbinding automatisch worden geweigerd zonder de gebruiker op de hoogte te brengen. Opmerkingen: Als een apparaat vertrouwd is voor een service, kan het een verbinding maken met deze service op uw lokaal apparaat zonder dat u hiervan op de hoogte wordt gebracht.
45