MEDEDELING INZAKE SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING WATERSCHAPPEN EN RIJKSWATERSTAAT

DB-vergadering 05-02-2013

MEDEDELING INZAKE SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING WATERSCHAPPEN EN RIJKSWATERSTAAT Achtergrond Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Voor de waterschappen en Rijkswaterstaat betekende dit een impuls naar meer uniformiteit. De samenvoeging van diverse waterwetgeving tot één Waterwet betekende ook een belangrijke efficiencyslag. In het voorjaar van 2011 is het Bestuursakkoord Water gesloten tussen de bestuurlijke waterpartners. Hiermee wordt een verdere doelmatigheidswinst beoogd die geleidelijk oploopt tot 750 miljoen euro in 2020. Om dit te realiseren, zijn onder andere afspraken gemaakt op het gebied van vergunningverlening en handhaving tussen de waterschappen en Rijkswaterstaat. Versterkte samenwerking vergunningverlening en handhaving Uit een verkenning van 2011 bleek dat er zowel op landelijke als op regionale schaal al inhoudelijk succesvol wordt samengewerkt tussen partijen. Ook kwam naar voren dat er nog veel kansen liggen om die samenwerking te versterken en om daar structureel (minder op ad hoc basis) invulling aan te geven. Om deze kansen verder in beeld te brengen en uit te werken, zijn de afdelingshoofden vergunningverlening en handhaving twee keer bijeen geweest. De samenwerkingsafspraken, welke in september 2012 zijn vastgesteld door de heer Verwolf (als portefeuillehouder van de UvW) en de heer Dronkers (directeur generaal van RWS), vloeien voort uit deze bijeenkomsten. Beoogd resultaat De afspraken dragen bij aan: 1. een efficiënter waterbeheer; 2. hogere kwaliteit van de uitvoering; 3. versterking van de robuustheid; en 4. hogere klanttevredenheid.

./.

Uitvoering In het document ‘Samenwerkingsafspraken vergunningverlening en handhaving Rijkswaterstaat – waterschappen’ (zie bijlage) is een lijst met onderwerpen en bijbehorende concrete samenwerkingsafspraken opgenomen. In deze lijst zijn een elftal onderwerpen opgenomen waarop de huidige samenwerkingsafspraken betrekking hebben. Deze afspraken moeten in 2013 gerealiseerd worden. Voor elk onderwerp is een trekker van zowel RWS alsook waterschappen benoemd. Onderwerpen & Voortgang Over de onderstaande onderwerpen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Daarbij is tevens aangegeven wat de actuele stand van zaken is dan wel waarover besloten is in de stuurgroep (RWS - UvW) van december 2012.

130142/HSO

1/2

1. Opleidingen: opleidingen zijn in oktober 2012 gestart. 2. Uitwisseling personeel: in totaal zullen 20 medewerkers worden uitgewisseld tussen de waterschappen en Rijkswaterstaat. 3. BRZO (gezamenlijke teams): besluitvorming bij UvW moet nog plaatsvinden met betrekking tot draagvlak voor samenwerken. 4. Handhaving (met name op regionaal gebied): lopende initiatieven moeten worden uitgebreid. 5. Samenloop (o.a. het opstellen werkafspraken): afspraken zijn gemaakt, worden geëvalueerd en eventueel bijgesteld. 6. Kader (afstemming met als doel vergroting van de uniformiteit en consistente besluitvorming): het kader van Rijkswaterstaat zal mogelijk ook gebruikt gaan worden door de waterschappen. Gewenstheid wordt in het voorjaar 2013 onderzocht. 7. Bouwvoorschriften strand: niet van toepassing voor WRO. 8. Lean/KR8 (= methode om de (werk)processen en uitvoering te verbeteren): de implementatie voor deze methode voor vergunningen en handhaving bij de waterschappen staat ‘on hold’. Voor dit principe bestaan vele methoden en de specifieke methode is niet kritisch om op dit inhoudelijk onderwerp tot resultaten te komen. Er is afgesproken dat deze actie een jaar wordt uitgesteld (tot na de reorganisatie van Rijkswaterstaat). 9. Bedrijfsvergelijking: De UvW heeft een benchmark opgezet die uiteindelijk in de uitvraag van de Waterspiegel zal worden opgenomen. 10. Riolering: GRP advisering door waterschappen samen met RWS. 11. ICT (gezamenlijke aanschaf en beheer van een standaardpakket voor vergunningverlening en handhaving): naast Rijkswaterstaat nemen in totaal acht waterschappen deel aan dit proces. Het DB wordt nader geïnformeerd over de verdere voortgang van de samenwerkingsafspraken zodra hierover nieuws te melden is.

130142/HSO

2/2

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN

VERGUNNINGVERLENING & HANDHAVING

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN Inleiding

Rijkswaterstaat en de waterschappen zijn natuurlijke partners in het waterbeheer en werken daarin al jaren samen. Door de komst van de Waterwet in 2009 en het Bestuursakkoord Water in 2011 heeft de samenwerking op het gebied van vergunningverlening en handhaving een extra impuls gekregen. In deze samenwerkingsafspraken wordt uitgewerkt op welke manier Rijkswaterstaat en de waterschappen de samenwerking de komende tijd verder structureel vorm willen geven en wat de bijdrage van deze afspraken is voor de verbetering van de kwaliteit en de doelmatigheid van het waterbeheer.

Achtergrond

De inwerkingtreding van de Waterwet is van grote betekenis geweest voor Rijkswaterstaat en waterschappen. Zo heeft de Waterwet gezorgd voor een impuls om meer uniform te gaan werken. Zo heeft de Waterwet niet alleen gezorgd voor meer uniformiteit tussen de waterschappen en de regionale diensten van Rijkswaterstaat onderling, maar ook tussen Rijkswaterstaat en waterschappen. Daarnaast heeft de komst van de Waterwet een belangrijke efficiencyslag tot gevolg gehad.

In het voorjaar van 2011 is het Bestuursakkoord Water gesloten tussen de bestuurlijke partners op het gebied van water, waarmee een doelmatigheidswinst wordt beoogd, die geleidelijk oploopt tot 750 mln. euro in 2020. In het Bestuursakkoord Water staan verschillende thema’s die bijdragen aan een doelmatiger waterbeheer in Nederland. Eén van de thema’s betreft de samenwerking tussen de waterbeheerders op het gebied van vergunningverlening en handhaving.

In het Bestuursakkoord Water is daarover de volgende passage opgenomen:

“Rijkswaterstaat en de waterschappen verkennen gezamenlijk de mogelijkheden om samenwerking op het gebied van vergunningverlening en handhaving te versterken. Op basis van deze verkenning wordt een voorstel uitgewerkt op welke punten deze samenwerking kan worden versterkt (…)”

2

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN Versterkte samenwerking Rijkswaterstaat - waterschappen

In 2011 is een verkenning uitgevoerd naar de mogelijke samenwerking op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Tijdens de verkenning bleek dat er zowel op landelijke als op regionale schaal al inhoudelijk, succesvol wordt samengewerkt. Er worden bijvoorbeeld gezamenlijke luchtsurveillances uitgevoerd, en er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van elkaars expertise.

Uit de verkenning bleek ook dat er nog veel kansen liggen om die samenwerking te versterken en om daar structureel (minder op ad hoc basis) invulling aan te geven. Om deze kansen verder in beeld te brengen en uit te werken zijn de afdelingshoofden vergunningverlening en handhaving twee keer bijeen geweest. Het waren energieke en motiverende bijeenkomsten waarbij tevens een prioritering is aangebracht in de samenwerkingsmogelijkheden. De voorliggende samenwerkingsafspraken vloeien voort uit deze bijeenkomsten en aangebrachte prioritering.

Beoogd resultaat Het beoogde resultaat van de versterkte samenwerking tussen Rijkswaterstaat en waterschappen is drieledig. De afspraken dragen bij aan:

1) een efficiënter waterbeheer 2) hogere kwaliteit van de uitvoering 3) versterking van de robuustheid

Het beoogde resultaat moet uiteindelijk resulteren in ook een hogere klanttevredenheid.

Efficiënter waterbeheer Door meer samen op te trekken, kunnen kosten bespaard worden. Niet telkens hoeft het wiel opnieuw uitgevonden te worden. Zo willen Rijkswaterstaat en waterschappen het waterbeheer in ons land efficiënter maken. Concreet kunnen bijvoorbeeld kosten bespaard worden door: gezamenlijke inkoop van bijvoorbeeld luchtsurveillances en opleidingen.

Verbetering van kwaliteit Met de intensivering van de samenwerking wordt ook een verbetering van de kwaliteit van het werk beoogd. Bijvoorbeeld door meer kennis te delen en gebruik te maken van elkaars expertise, meer 3

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN uniform te werken (kaders, standaarddocumenten) en gezamenlijk personeel op te leiden. Zo worden kennis en ervaring goed benut. De klant wordt op deze manier het beste bediend.

Versterking robuustheid Door als waterbeheerders samen op te trekken wordt ook de robuustheid van de organisaties versterkt. Naast het gebruik maken van elkaars expertise (beleid en uitvoering) kunnen Rijkswaterstaat en waterschappen elkaar ook op het strategische niveau versterken. Denk bijvoorbeeld aan het gebruikmaken van bestaande netwerken. Daarnaast kunnen de waterbeheerders elkaar versterken waar het arbeidsmarkt(communicatie) betreft.

Hogere klanttevredenheid De onderhavige samenwerkingsafspraken moeten leiden tot een hogere klanttevredenheid. Het is van belang dat de overheid ‘achter het loket’ zijn zaken op orde heeft. Samenwerking tussen de waterbeheerders en samenwerking met andere overheden is daarbij van groot belang. Waterschappen en Rijkswaterstaat zetten in op het optimaliseren van de dienstverlening voor/aan het loket. Het digitale loket (Omgevingsloket Online) speelt daarin een belangrijke rol. Burgers en bedrijven moeten de waterbeheerder weten te vinden en op een adequate manier worden geholpen. Bij volgende klanttevredenheidsonderzoeken willen Rijkswaterstaat en waterschappen hun ambities concreet terugzien in hogere scores in klanttevredenheidsonderzoeken.

Scope

Momenteel wordt al veel tussen Rijkswaterstaat en waterschappen samengewerkt. De samenwerkingsafspraken die in dit document zijn opgenomen beogen die samenwerking verder te versterken en daaraan meer structureel invulling te geven. Eind 2013 moeten de afspraken in dit document uitgevoerd zijn. Naar verwachting zal met het uitvoeren van de afspraken een zodanige vorm van samenwerken bereikt worden die na 2013 natuurlijk over gaat in een permanente samenwerking.

In dit document is een lijst met onderwerpen en bijbehorende concrete samenwerkingsafspraken opgenomen, waarvan op basis van de uitgevoerde verkenning is bepaald dat deze kansrijk zijn om de samenwerking tussen Rijkswaterstaat en waterschappen te versterken. Deze lijst is dan ook een niet-limitatieve opsomming van onderwerpen. Zij biedt veeleer een aanzet voor verbreding en/of verdieping van de samenwerking. 4

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN Uitvoering

De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze samenwerkingsafspraken ligt bij de leden van de Adviesgroep Vergunningverlening en Handhaving (AgVH) en het Landelijk Overleg Vergunningverlening en Handhaving (LOVH), waarin de afdelingshoofden vergunningverlening en handhaving van Rijkswaterstaat respectievelijk de waterschappen vertegenwoordigd zijn. Per onderwerp zijn twee trekkers (één namens Rijkswaterstaat en één namens de waterschappen) benoemd (in de bijlage schematisch weergegeven).

Monitoring voortgang en resultaten

Om de voortgang van de samenwerking te bewaken, wordt vanuit zowel de AgVH als de LOVH in 2012 een ‘coördinator’ benoemd die de voorzitters van beide gremia zullen ondersteunen bij de uitvoering van de afspraken.

In de reguliere vergaderingen van de AgVH en de LOVH zullen voortgang en resultaten worden besproken. Ook komen de afdelingshoofden van Rijkswaterstaat en waterschappen (half)jaarlijks bijeen om de voortgang gezamenlijk te bespreken.

Rapportage over de voortgang wordt periodiek (halfjaarlijks) gedaan door de voorzitters van AgVH en LOVH in samenwerking met de coördinators aan het Bestuurlijk Overleg Rijkswaterstaat - Unie van Waterschappen. Daarnaast wordt ook de werkgroep ‘Slim Samenwerken’, die de uitvoering van het Bestuursakkoord Water monitoort, geïnformeerd.

Status

De samenwerkingsafspraken vloeien voort uit het Bestuursakkoord Water. Hoewel landelijk ingestoken zijn de afspraken in dit document bottum up vormgeven. Het vastleggen van de afspraken in dit document heeft een tweeledige doelstelling. Enerzijds zijn de afspraken bedoeld om te laten zien waar we als waterbeheerders mee bezig zijn. We geven uitvoering aan het Bestuursakkoord Water en boeken resultaten. Anderzijds neemt het vastleggen van afspraken vrijblijvendheid bij het uitvoeren weg. We kunnen elkaar als Rijkswaterstaat en waterschappen scherp houden op de voortgang en de resultaten.

5

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN

Inhoudsopgave Samenwerkingsafspraken

1. Opleidingen 2. Uitwisseling personeel 3. BRZO 4. Handhaving 5. Samenloop 6. Kader 7. Bouwvoorschriften strand 8. Lean/KR8 9. Bedrijfsvergelijking 10. Riolering 11. ICT

6


1. Opleidingen Achtergrond

In Nederland zijn 1.300 medewerkers bij waterschappen en Rijkswaterstaat actief op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Een brede basisopleiding voor de medewerkers vergunningverlening voor de waterbeheerders was er tot op heden nog niet. Waterschappen en Rijkswaterstaat zorgen op ad hoc basis voor scholing en trainingen via diverse opleidingsinstituten. Bij zowel Rijkswaterstaat als de waterschappen bestaat behoefte om te komen tot een landelijk georganiseerde opleiding met certificering. Rijkswaterstaat en waterschappen hebben daarom het initiatief genomen een opleiding voor de medewerkers vergunningverlening en handhaving te ontwikkelen.

Doel

Het doel is het gezamenlijk vormgeven van een praktijkgerichte basisopleiding voor vergunningverleners en handhavers. Deze opleiding wordt door medewerkers van Rijkswaterstaat en waterschappen tegelijkertijd gevolgd (gemengde groepen). Samenwerken is de rode draad in de opleiding. Cursisten leren nieuwe dingen, maar net zo belangrijk is het leren van elkaar en het samenwerken met elkaar.

Status: ‘lopend’

Sinds het najaar van 2011 werkt een groep medewerkers van Rijkswaterstaat en waterschappen aan het opzetten van een gezamenlijke (basis)opleiding met drie modules voor vergunningverleners. De module voor de handhavers volgt later. Inmiddels is de ontwikkeling en uitvoering van de opleiding aanbesteed. Het Corporate Learning Center van Rijkswaterstaat speelt hierbij een belangrijke rol. De opleiding gaat van start in oktober 2012.

De opleiding bestaat in eerste instantie uit drie afzonderlijk van elkaar te volgen modules voor vergunningverleners. De modules vullen elkaar aan en kunnen daarmee goed als één basisopleiding worden gevolgd. De complete basisopleiding betreft in totaal negen dagen en bestrijkt verschillende deelgebieden die van belang zijn om de taak als vergunningverlener goed te kunnen uitvoeren, zoals wetgeving en beleid, techniek en de integraliteit van het proces van vergunningverlening. 7


De opleiding zal nog worden aangevuld met een module voor de handhavers, die in een volgende fase wordt ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van de opleiding is veel gekeken naar het versterken van de samenwerking tussen de organisaties. Zowel Rijkswaterstaat als de waterschappen leveren inhoudelijke input en medewerkers als docenten voor de opleiding. De leverancier die de opleiding ontwikkelt krijgt input van zowel Rijkswaterstaat als de waterschappen. Zij signaleren daarmee ook de verschillen en overeenkomsten tussen beide organisaties. Hier kunnen ze tijdens de opleiding op inspelen.

Wat levert het op?

Door gezamenlijk een opleiding te ontwikkelen wordt voorkomen dat dubbele kosten worden gemaakt. Het aantal deelnemers dat de opleiding volgt wordt daarmee hoger en de kosten per deelnemer nemen af. Door zelf een opleiding te ontwikkelen en optimaal gebruik te maken van de kennis die de beide organisaties in huis hebben, wordt efficiënt omgegaan met kennis en kosten. De medewerkers die als docenten zullen optreden in de cursus zullen worden begeleid door de leverancier en krijgen voorafgaand een train de trainer aangeboden. Het onderwijzen draagt daarmee ook bij aan de ontwikkeling van de competenties van deze groep medewerkers.

Door de focus op samenwerking tussen de organisaties wordt inzichtelijk gemaakt waar de werkwijze beter en efficiënter kan. De deelnemers worden tevens gestimuleerd om ook naast de opleiding contact met elkaar te zoeken. Dit komt de kwaliteit van het werk ten goede.

Doorkijk De opleiding wordt modulair opgezet en zal nog worden uitgebreid met een module voor de handhavers. Gezamenlijk en in overleg met bestaande partners zal worden vastgesteld wat de gewenste opleidingsgraad hiervoor moet zijn. In het najaar van 2012 wordt gestart met het ontwerpen van die module. Deze module komt in 2013 beschikbaar.

8


Afspraak In oktober 2012 wordt gestart met een praktijkgerichte basisopleiding op het gebied van vergunningverlening. De opleiding wordt door medewerkers van Rijkswaterstaat en waterschappen tegelijk gevolgd. Medewerkers van beide organisaties treden op als docenten.

9


2. Uitwisseling personeel Achtergrond

Rijkswaterstaat en waterschappen zijn beide waterbeheerder. Hoewel de organisaties verschillen als het gaat om (bestuurlijke) omgeving en organisatiestructuur zijn er met betrekking tot de werkzaamheden die zij uitvoeren veel overeenkomsten. Zo verlenen zij vergunningen en handhaven zij op basis van grotendeels dezelfde wetgeving.

De processen vergunningverlening en handhaving bij de waterbeheerders zijn vergelijkbaar. De medewerkers die werkzaam zijn binnen deze processen hebben in veel gevallen ook vergelijkbare competenties en opleidingsachtergronden. Dat maakt dat het uitwisselen van medewerkers (incl. management) die werkzaam zijn binnen de processen vergunningverlening en handhaving een goede kans biedt om de samenwerking te versterken en het uitwisselen van kennis en expertise te intensiveren. Tegelijkertijd heeft een ander waterschap of andere dienst van Rijkswaterstaat soms meer van een bepaalde expertise en kunnen organisaties en medewerkers elkaar goed aanvullen.

Doel

Doel van de uitwisselingen is om de bij de organisaties beschikbare kennis en expertise beter voor elkaar te ontsluiten. Daarnaast kan op deze wijze de capaciteit beschikbaar worden gesteld voor een andere organisatie wanneer deze ook daadwerkelijk nodig is.

Het Platform Water ontmoet Water (WOW) faciliteert de uitwisseling van medewerkers tussen de deelnemende organisaties, zoals waterschappen, provincies, gemeenten en Rijkswaterstaat. Binnen de scope van deze samenwerkingsafspraken worden de mogelijkheden van dit platform gebruikt.


Momenteel zijn op regionaal niveau al enkele uitwisselingen ontstaan tussen waterschappen en regionale diensten van Rijkswaterstaat. Dit wordt voor het komende half jaar verder uitgebreid. De wijze waarop uitwisseling plaatsvindt, zal regionaal verder ingevuld worden. Uitwisseling is geen doel op zich, maar een middel om kennis en expertise te ontsluiten.

10

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN Wat levert het op?

Uitwisseling van personeel verbetert sterk de uitwisseling van kennis. Daarnaast verlaagt het de drempel om verder samen te werken en geeft het inzicht in elkaars manier van werken. Ook is het eenvoudiger om onderling flexibel gebruik te maken van specifieke kennis die beide organisaties hebben. Hoewel het erg moeilijk in geld is uit te drukken wat het oplevert, is de uitwisseling van personeel een investering in het verbeteren van onderlinge samenwerking en het leren van elkaars successen.

Doorkijk

Eind 2013 zal een evaluatie plaatsvinden. Indien de uitwisselingen succesvol zijn, wordt overwogen dit uit te breiden naar andere raakvlakken tussen beide partijen.

Afspraak Voor de periode eind 2012 en verder wordt het uitwisselen van medewerkers tussen Rijkswaterstaat en de waterschappen verder ingevuld, waarbij als doelstelling wordt opgenomen om op het gebied van vergunningverlening en handhaving voor eind 2013 in minimaal de helft van de betrokken waterschappen en diensten van Rijkswaterstaat medewerkers te hebben uitgewisseld.

11


3. BRZO Achtergrond

Zware ongevallen, zoals de brand in Moerdijk begin 2011, kunnen grote gevolgen hebben voor de werking van afvalwaterzuiveringsinstallaties en de kwaliteit van het oppervlaktewater in beheer bij waterschappen of Rijkswaterstaat.

Bij bedrijven die vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (zogenaamde BRZO-bedrijven) hebben de waterbeheerders een wettelijke advies- en handhavingstaak. Naast het feit dat zij Wabo bevoegd gezag zijn, spelen de waterbeheerders ook een rol bij het beschermen van de externe veiligheid bij deze bedrijven. Omdat voor deze taak specialistische kennis van het onderwerp nodig is, is er binnen Rijkswaterstaat een team van BRZO-specialisten opgericht, dat via een ‘netwerkconstructie’ de BRZO-adviezen en handhavingsbezoeken voor Rijkswaterstaat voor zijn rekening neemt. Deze werkwijze heeft de waterschappen in 2011 doen besluiten ook een dergelijk team in het leven te roepen.

Het aantal BRZO-bedrijven dat binnen het beheergebied van Rijkswaterstaat water loost, bedraagt ongeveer 125 bedrijven. Voor het beheergebied van de waterschappen is dat aantal ongeveer 200 bedrijven. Daarnaast zijn er BRZO-bedrijven (ongeveer 75 en 150 voor Rijkswaterstaat respectievelijk de waterschappen) die geen water lozen, maar wel aandacht verdienen ingeval van calamiteiten (bijvoorbeeld vanwege bluswater).

Doel

Het doel is om kennis en kunde op het gebied van BRZO-advisering en handhaving te bundelen door het oprichten van een gezamenlijk BRZO-team. Door samen op te trekken en landelijk te opereren via een ‘netwerkconstructie’ kunnen waterschappen en Rijkswaterstaat elkaar versterken.


Rijkswaterstaat heeft al enkele jaren ervaring met een BRZO-team, dat voor alle regionale diensten werkt. De waterschappen zijn zo ver nog niet. Via een groeimodel moet het doel van één gezamenlijk BRZO-team voor Rijkswaterstaat en waterschappen gerealiseerd worden. Eerst 12

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN bundelen waterschappen de krachten om te komen tot één gezamenlijk BRZO-team voor de waterschappen. Vervolgens worden de teams van Rijkswaterstaat en waterschappen samengebracht.

Wat levert het op?

Voor deze specialistische taak gelden zware kwaliteitseisen. Dit maakt het uitvoeren van deze taak per waterschap of regionale dienst van Rijkswaterstaat erg kostbaar. Door de krachten rond deze specialistische taak te bundelen, kunnen waterschappen en Rijkswaterstaat elkaar versterken. Enerzijds door goedkoper te werken. Anderzijds wordt door uitwisseling van kennis en kunde de kwaliteit van vergunningverlening en handhaving verbeterd en kunnen de effecten van calamiteuze situaties (in preventieve zin) beter worden beoordeeld.

Doorkijk

Eind 2013 zal het groeiproces moeten uitmonden in een gezamenlijk BRZO-team voor Rijkswaterstaat en waterschappen, dat gesteld staat om de dan opgerichte specialistische regionale uitvoeringsdiensten (BRZO-RUD’s) van advies kan dienen.

Afspraak Eind 2013 hebben waterschappen en Rijkswaterstaat een gezamenlijk BRZO-team, dat gesteld staat om de dan opgerichte specialistische regionale uitvoeringsdiensten (BRZO-RUD’s) van advies kan dienen.

13


4. Handhaving Achtergrond Naast het verlenen van vergunningen en het beoordelen van meldingen zijn Rijkswaterstaat en waterschappen ook verantwoordelijk voor de handhaving op een correcte naleving van onder meer de verleende vergunningen en meldingen. Het uitoefenen van handhaving is een belangrijke taak. Uit een gezamenlijke inventarisatie is gebleken dat de waterschappen en Rijkswaterstaat verder willen gaan met de samenwerking op het gebied van handhaving, zowel op regionaal als op landelijk niveau.

Samenwerking in handhaving is van belang om meerdere redenen. Kosteneffectiviteit en efficiency is daar een belangrijk onderdeel van. Ook van belang is dat activiteiten in oppervlaktewater in veel gevallen de belangen voor zowel Rijkswaterstaat als de waterschappen raken. Onderlinge samenwerking versterkt de integrale handhaving in dat geval. Een kwaliteitsimpuls in de integrale handhaving van de waterbeheerders.

Inspectievluchten maken onderdeel uit van de uitvoering van de handhavingstaken door waterschappen en Rijkswaterstaat. Dergelijke luchtsurveillances maken het mogelijk om in korte tijd een groot gebied te controleren. Samenwerking levert reductie op in de kosten en een kwalitatieve impuls omdat van elkaars kennis en expertise gebruik wordt gemaakt. Dat geldt ook bij bijvoorbeeld het gezamenlijk uitvoeren van controles in het kader van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (LOTV).

Doel De samenwerking zal stapsgewijs vorm worden gegeven. Daarbij zal de regionale samenwerking verder worden versterkt. Regionale initiatieven en best practices zullen vervolgens op landelijk niveau worden opgeschaald wanneer dit mogelijk is. Daarnaast wordt gekeken in hoeverre regionale successen in de samenwerking navolging kunnen vinden bij andere waterschappen en regionale diensten van Rijkswaterstaat.


Tussen Rijkswaterstaat en de waterschappen worden momenteel al op verschillende niveaus samengewerkt op het gebied van handhaving. Op regionaal niveau worden ambtenaren met 14

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN opsporingsbevoegdheid uitgewisseld. Rijkswaterstaat organiseert inspectievluchten op landelijk niveau. Samenwerking tussen de regionale diensten van Rijkswaterstaat en de waterschappen is nu nog regionaal georganiseerd.

Wat levert het op?

Uitwisseling van medewerkers levert het delen van kennis en expertise op. Lagere kosten en meer en beter (integraal) handhaven met minder medewerkers. Daarnaast worden inspectievluchten naar verwachting tegen lagere kosten gerealiseerd.

Doorkijk

Regionale samenwerkingsverbanden zullen bij meerwaarde worden opgeschaald, waarbij regionale uitwerking binnen afgesproken (landelijke) kaders mogelijk blijft.

Afspraak 1) In 2013 heeft de helft ieder waterschap of regionale dienst van Rijkswaterstaat minimaal één vorm van samenwerking op het gebied van handhaving. 2) De te bereiken doelmatigheidswinst bij gezamenlijke inspectievluchten wordt nader beschouwd. Op basis van deze uitkomsten maken Rijkswaterstaat en waterschappen voor 1 juli 2013 concrete afspraken over gezamenlijk uit te voeren inspectievluchten, bij voorkeur op basis van één landelijk contract, waarbij regionale uitwerking mogelijk blijft.

15


5. Samenloop Achtergrond Rijkswaterstaat en waterschappen zijn als waterbeheerders bevoegd gezag op grond van de Waterwet. In de Waterwet is voorzien in één watervergunning en één loket, ook als er meerdere aspecten van het waterbeheer (zoals waterkwaliteit en waterveiligheid) in het geding zijn. Als voor een watervergunning met meerdere wateraspecten zowel Rijkswaterstaat als een of meerdere waterschappen bevoegd zijn, is sprake van samenloop. De Waterwet bepaalt dat er slechts één bevoegd gezag is. De waterbeheerders zijn dan samen verantwoordelijk voor het verlenen van een integrale watervergunning. Samenloop biedt de mogelijkheid voor de waterschappen en Rijkswaterstaat om het proces van vergunningverlening en advisering nog efficiënter te laten verlopen.

De basisregel is dat bij een dubbele bevoegdheid, de bevoegdheid wordt toegekend aan het hoogste bevoegd gezag. Dat is in dit geval Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat kan deze bevoegdheid delegeren aan een waterschap. De andere waterbeheerder adviseert dan over de overige wateraspecten.

Samenloop heeft ook consequenties voor de handhaving. Het bevoegd gezag voor de vergunning is namelijk ook het bevoegd gezag voor de handhaving. Omdat de handhaving bij samenloop de belangen van beide waterbeheerders betreft, is het belangrijk om goede afspraken te maken over handhaving.

Doel

Het doel van deze samenwerkingsactie is het opstellen van werkafspraken die zorgen dat er op uniforme en transparante wijze wordt omgegaan met samenloop. De werkafspraken gelden zowel voor vergunningverlening als voor handhaving. Het gaat bijvoorbeeld over in welke gevallen Rijkswaterstaat de bevoegdheid overdraagt aan het waterschap, of over reactietermijnen bij vergunningverlening. Slanke procesafspraken worden daarbij het uitgangspunt.

De inzet van capaciteit en expertise dient efficiënt, doelmatig en transparant te zijn. De ‘overlap’ die kan bestaan tussen de bevoegdheden van Rijkswaterstaat en waterschappen kan dan slim benut worden.

16

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN Status: ‘lopend’

Tussen Rijkswaterstaat, Unie van Waterschappen en IPO zijn reeds bij de inwerkingtreding van de Waterwet landelijke afspraken gemaakt over delegatie van bevoegdheden. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Leidraad samenloop bevoegdheden watervergunning. Verdere uitwerking voor een uniforme en transparante werkwijze blijkt echter in de praktijk nog nodig.

Om tot een uniforme en soepele werkwijze bij samenloop te komen, wordt op dit moment een voorstel uitgewerkt over de praktische uitwerking van de landelijke afspraken, onder andere over uniforme (reactie)termijnen. Zo weten vergunningverleners bijvoorbeeld wanneer ze een advies van de andere waterbeheerder kunnen verwachten.

Een werkgroep, bestaande uit medewerkers van waterschappers en Rijkswaterstaat, bereidt de afspraken voor die landelijk kunnen worden toegepast. De best practices van de afspraken die nu in sommige gevallen op regionaal niveau bestaan, worden daarbij zo goed mogelijk benut. Deze afspraken zullen deel gaan uitmaken van het ‘kader’ (uitgewerkt onder 6).

Wat levert het op?

De afspraken bij samenloop leiden tot een uniforme werkwijze in het land. Hierdoor wordt de transparantie en daarmee de klanttevredenheid bevorderd. Afspraken over bijvoorbeeld termijnen leiden tot een soepel en vlot verloop van vergunningprocedures en daar is de aanvrager uiteraard ook bij gebaat.

Goede afspraken bij handhaving leiden tot een betere benutting van de gezamenlijke handhavingscapaciteit en moeten daardoor tot een verbetering van het naleefgedrag met dezelfde handhavingscapaciteit leiden. Een meer uniforme en gezamenlijke werkwijze leidt tevens tot een robuustere organisatie, doordat kennis beter wordt uitgewisseld.

17


Afspraak 1) Eind 2012 is een uniforme set werkafspraken gereed over vergunningverlening in geval van samenloop. Het doel is dat na accordering tenminste vijf diensten van Rijkswaterstaat en 12 waterschappen hier mee gaat werken. 2) Eerste kwartaal van 2013 zullen de landelijke afspraken over samenwerking bij handhaving in geval van samenloop gereed zijn en door tenminste vijf diensten van Rijkswaterstaat en 12 waterschappen gebruikt worden. 3) Het doel is dat eind 2013 Rijkswaterstaat en alle waterschappen gebruik maken van deze afspraken.

18


6. Kader Achtergrond

Sinds de invoering van de Waterwet op 22 december 2009 verlenen onder meer de waterschappen en Rijkswaterstaat vergunningen op grond van de Waterwet. Ook verrichten beide organisaties handhaving op de naleving van de verleende vergunningen en beoordeelde meldingen.

Alle informatie die beschikbaar is voor de werkprocessen van vergunningverlening en handhaving wordt veelal gebundeld. Denk hierbij bijvoorbeeld aan weten regelgeving, standaardbrieven, modelvergunning en FAQ-lijsten. Dit wordt het kader genoemd. Rijkswaterstaat heeft een dergelijk kader en ook de waterschappen hebben in de loop der tijd dergelijke kaders ontwikkeld.

Doel

Het doel is om de uniformiteit en consistente besluitvorming naar de klant toe op termijn te vergroten. Daartoe vergelijken Rijkswaterstaat en waterschappen de beschikbare kaders met elkaar.


Deze kaders vormen een hulpmiddel om meer uniformiteit te realiseren met betrekking tot het verlenen van vergunningen, de beoordeling van meldingen en de handhaving daarop. Deze kaders bestaan onder meer uit modelvergunningen, modelkeur, standaardbrieven, een forum, beschikbaarheid van weten regelgeving en de toepassing daarvan.

Momenteel zijn Rijkswaterstaat en de waterschappen bezig om een gezamenlijk kader en daarmee uniformiteit te realiseren specifiek ten aanzien van bouwvoorschriften. Tevens wordt onderzocht wat de technologische en beheermogelijkheden zijn van een gezamenlijk digitaal platform.

Wat levert het op? 19


De ontwikkeling van elkaars kaders zal kennis en expertise gedeeld worden. Werken volgens dezelfde kaders zal uniformiteit opleveren richting de klant. Daarnaast zal dit resulteren in snellere doorlooptijden van vergunningen.

Doorkijk

Eind 2013 hebben Rijkswaterstaat en de waterschappen bij de inventarisatie van de kaders in gezamenlijkheid een kader ontwikkeld, dat gebruikt zal worden bij de werkprocessen van beide organisaties. Hiervoor zullen de volgende stappen doorlopen worden:

1)

Rijkswaterstaat zal in 2012 voor de waterschappen het kader beschikbaar stellen.

2)

Waterschappen en Rijkswaterstaat bekijken waar het kader gebruikt kan worden voor de processen vergunningverlening en handhaving.

3)

In het tweede kwartaal van 2013 zal worden geëvalueerd in hoeverre het ter beschikking gestelde kader daadwerkelijk toepasbaar is voor de waterschappen. Onderdeel van de vraagstelling is wat de toegevoegde waarde is van één gemeenschappelijk kader. Deze evaluatie zal in het derde kwartaal van 2013 afgerond zijn.

4)

Bij een positief resultaat zal eind 2013 het kader toegepast worden.

Afspraak Rijkswaterstaat zal in 2012 het kader aan de waterschappen beschikbaar stellen. Samen met Rijkswaterstaat zal worden bekeken waar het kader gebruikt kan worden voor de processen vergunningverlening en handhaving. Bij een positief evaluatieresultaat zal uiterlijk eind 2013 het kader daadwerkelijk toegepast worden.

20


7. Bouwvoorschriften Achtergrond

Met betrekking tot het realiseren van bouwwerken op het strand loopt een initiatiefnemer tegen verschillende regels aan. Rijkswaterstaat en de waterschappen hebben een eigen verantwoordelijkheid en hanteren daarbij verschillende bouwvoorschriften.

Doel

De werkgroep, bestaande uit medewerkers van Rijkswaterstaat en waterschappen, komt met een gedeelde visie op bouwvoorschriften op het strand. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de huidige werkwijze en problemen die Rijkswaterstaat en de waterschappen daarbij ondervinden. Een set bouwvoorschriften wordt opgesteld in de gevallen waar overeenstemming over is. Er wordt een aanbeveling opgesteld tot uniformering bij de overige gevallen. De klanten (strandtenthouder, gemeenten en particuliere initiatiefnemers) zullen hierover door regionale partners worden geïnformeerd.

Status: ‘lopend’ Genoemde werkgroep van medewerkers van Rijkswaterstaat en waterschappen is momenteel bezig om eenduidigheid te geven hoe om te gaan met bouwvoorschriften voor bebouwing op het strand.

Wat levert het op?

Op basis van een gedeelde visie op bouwvoorschriften en een overzicht van de knelpunten in de huidige werkwijzen, wordt een uniforme set bouwvoorschriften opgesteld en een aanbeveling voor een uniforme werkwijze. Dit gezamenlijke ‘kader’ geeft duidelijkheid in beide organisaties, en ook richting de klant. De werkwijze draagt daarmee bij aan een betere klanttevredenheid. Daarnaast zal het leiden tot een efficiëntere manier van werken, omdat er minder capaciteit verloren gaat in het oplossen van onduidelijkheden.

21

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN Doorkijk

Wanneer uniformering ten aanzien van de bouwvoorschriften welke toegepast worden op het strand geslaagd is zullen bouwvoorschriften ten aanzien van andere gebieden tegen het licht worden gehouden. Ook hier zal worden gestreefd naar uniformering.

Afspraak 1) Op basis van een eerste inventarisatie van de huidige werkwijze, die recent is afgerond, worden de verschillen en overeenkomsten in kaart gebracht en in oktober 2012 aan medewerkers vergunningverlening van de waterschappen en Rijkswaterstaat voorgelegd. Dat betreffen de waterschappen en regionale diensten van de kustprovincies. 2) Het voorstel tot uniformering van de bouwvoorschriften zal medio maart 2013 gereed zijn. 3) Implementatie binnen de organisaties zal gereed zijn in het vierde kwartaal van 2013.

22


8. Lean/KR8 Achtergrond

Rijkswaterstaat en steeds meer waterschappen zijn bezig om hun werkprocessen te verbeteren. Om dit te realiseren wordt gebruik gemaakt van de LEAN methode die bij Rijkswaterstaat bekend is onder de naam KR8. Bij zowel de waterschappen als bij Rijkswaterstaat is inmiddels een fors aantal werkprocessen verbeterd volgens de LEAN/KR8 methode.

Doel

Het doel is meer uitwisseling van kennis en ervaring met LEAN/KR8, binnen verschillende doelgroepen (leidinggevenden, procesbegeleiders en medewerkers). Daartoe zullen per doelgroep verschillende activiteiten worden opgezet.


Rijkswaterstaat en de waterschappen willen van elkaar leren en elkaar versterken op het gebied van LEAN/KR8. Niet alleen wat betreft vergunningverlening en handhaving, want de methode is op alle werkprocessen toepasbaar en verbreding is bevorderlijk voor de uitwisseling.

Wat levert het op?

De LEAN/KR8 methode wordt gebruikt om de kwaliteit en efficiency van werkprocessen te verbeteren. Het elimineren van verspillingen resulteert in kortere doorlooptijden, minder inzet en lagere kosten. Voor medewerkers brengt het bovendien meer ‘rust, reinheid en regelmaat’ op de werkvloer.

Uitwisseling van kennis en ervaring draagt indirect bij aan een effectieve toepassing van de LEAN/KR8 methode en een betere samenwerking tussen de waterbeheerders.

23

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN Doorkijk

Bij voldoende belangstelling kan op termijn jaarlijks een LEAN/KR8 conferentie worden georganiseerd, samen met Water Ontmoet Water (WOW).

Afspraak 1) Voor leidinggevenden van Rijkswaterstaat en waterschappen zullen drie regionale leerkringen worden opgezet (start: begin 2013, vier bijeenkomsten per jaar); daarnaast kunnen waterschappers deelnemen aan de KR8-trainingen van Rijkswaterstaat. 2) Voor procesbegeleiders zullen drie regionale platforms worden ontwikkeld (start: begin 2013, vier bijeenkomsten per jaar); daarnaast kan meegedraaid worden in elkaars verbetertrajecten. 3) Voor medewerkers wordt personele uitwisseling rond LEAN/KR8 georganiseerd (vanaf 2013 tenminste 5 medewerkers per jaar), waarbij uitwisseling een middel is om uitwisseling van kennis en ervaring te bereiken. 4) Voor alle doelgroepen zal samen met de organisatie van Water Ontmoet Water een digitale kennisbank (aanbod kennismakingsbezoeken) en een discussiegroep worden opgezet.

24


9. Bedrijfsvergelijking Achtergrond De Unie van Waterschappen brengt tweejaarlijks in het kader van Waterschapspeil de belangrijkste prestaties van de waterschappen in beeld. Eén van de onderdelen van ‘Waterschapspeil’ betreft basisinformatie over vergunningverlening en handhaving. Naast deze algemene informatie is voor vergunningverlening en handhaving behoefte gebleken aan een meer uitgebreidere en kwalitatieve bedrijfsvergelijking. Met deze verdiepingsslag wordt ook gekeken naar ‘outcome’ en effectiviteit van het werk. In het Bestuurlijk Overleg tussen Rijkswaterstaat en Unie van Waterschappen is afgesproken dat Rijkswaterstaat ook meedoet met de vergelijking voor de vergunningverlening en handhaving.

Doel

Voor Rijkswaterstaat en waterschappen wordt basisinformatie in beeld gebracht, zoals aantallen vergunningen, meldingen, handhavingsbezoeken en overtredingen. Dit zal vanaf 2012 elk jaar gebeuren. Daarnaast zal één keer per drie jaar een meer diepgaande (kwalitatieve) benchmark bedrijfsvergelijking worden uitgevoegd. Het doel van deze vergelijking is van elkaar te leren en waar mogelijk werkprocessen te verbeteren en efficiëntiewinst te bereiken. De resultaten van de vergelijking zijn bedoeld voor de interne organisatieonderdelen die zich bezig houden met vergunningverlening en handhaving.


In 2011 is een projectplan opgesteld. Er is vervolgens een projectgroep opgericht waarin zowel waterschappen als Rijkswaterstaat vertegenwoordigd zijn. Er is een opzet gemaakt voor onderwerpen die in de bedrijfsvergelijking inzichtelijk gemaakt zullen worden. In het najaar van 2012 zullen in workshops de onderwerpen, indicatoren en vragenlijsten verder worden uitgewerkt. In 2013 zal de uitvraag plaatsvinden die zal gaan over de werkzaamheden van 2012.

Wat levert het op?

De bedrijfsvergelijking zal inzicht geven in de verbeterpunten rond de processen vergunningverlening en handhaving bij zowel Rijkswaterstaat als waterschappen. De organisaties 25

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN zullen gestimuleerd worden om van elkaar te leren en om te blijven verbeteren. Dit zal positief bijdragen aan de uniformiteit, efficiëntie en kwaliteit van het werk, en aan de robuustheid van de organisaties.

Doorkijk

Na afloop van de eerste bedrijfsvergelijking in 2013 zal worden bezien dit gezamenlijke initiatief na drie jaar weer herhaald zal worden en in welke vorm dat zal gebeuren.

Afspraak 1) In 2012 wordt een onderzoeksopdracht voor een gezamenlijke bedrijfsvergelijking geformuleerd. 2) In 2013 wordt een bedrijfsvergelijking uitgevoerd door Rijkswaterstaat en waterschappen op het gebied van vergunningverlening en handhaving. 3) De resultaten worden besproken in de AgVH en de LOVH waar tevens afspraken zullen worden gemaakt over de follow-up.

26


10. Riolering Achtergrond

Op grond van de Wet milieubeheer en de Waterwet moeten gemeenten een verbreed gemeentelijk rioleringsplan opstellen (GRP). Op grond van de Waterwet zijn zowel Rijkswaterstaat als de waterschappen verantwoordelijk voor het beoordelen van dergelijke GRP’s.

Doel Rijkswaterstaat en waterschappen vergroten de samenwerking bij het beoordelen van de GRP’s. Regelmatig zal bij het opstellen van een GRP tussen waterschap en Rijkswaterstaat contact zijn om de rolverdeling af te stemmen. Rijkswaterstaat heeft hierbij de mogelijkheid om bij kleinere gevallen zich te laten vertegenwoordigen door het waterschap en vice versa. Rijkswaterstaat kan daarbij gebruik maken van de vaak intensievere contacten tussen waterschap en gemeente.


Bij lozingen op het oppervlaktewater, bijvoorbeeld bij overstorten, is de gemeente verplicht Rijkswaterstaat en de waterschappen als bevoegd gezag bij het opstellen te betrekken. Het initiatief hiervoor ligt bij de gemeente. In Noord-Nederland wordt momenteel al structureel samengewerkt tussen de noordelijke waterschappen en het landelijke rioleringsteam van Rijkswaterstaat. Het rioleringsteam overlegt regelmatig met 10 waterschappen in het Noordelijk overleg riolering. Verder wordt bij individuele gevallen onderling afstemming gezocht (afvalwaterakkoord). Bij kleinere gevallen kan Rijkswaterstaat haar taak laten uitvoeren door het waterschap.

Wat levert het op?

Door de samenwerking wordt capaciteit efficiënter ingezet bij zowel Rijkswaterstaat als waterschappen, wat tot een betere (advies)productie leidt. Ook is er sprake van kennisuitwisseling tussen de organisaties. Tenslotte wordt de afstemming voor gemeenten eenvoudiger.

27

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING RIJKSWATERSTAAT - WATERSCHAPPEN Doorkijk Naast advisering zal ook de samenwerking op het gebied van handhaving worden uitgewerkt. Conform de afspraken bij het thema ‘samenloop’ (uitgewerkt onder 5) zullen in het eerste kwartaal van 2013 landelijke afspraken over samenwerking bij handhaving in geval van samenloop gereed zijn en door Rijkswaterstaat en 12 waterschappen gebruikt worden. Dit geldt ook rondom riolering. Het doel is dat eind 2013 Rijkswaterstaat en alle waterschappen gebruik maken van deze afspraken.

Afspraak Eind 2013 werken Rijkswaterstaat en waterschappen samen bij de GRP advisering aan gemeenten en op het vlak van kennisuitwisseling. De uitwerking vindt vanuit de regio plaats, waarbij regio’s invulling kunnen geven op de manier zoals dat nu plaatsvindt in Noord-Nederland.

28


11. ICT Achtergrond

Rijkswaterstaat en waterschappen hanteren diverse informatiesystemen (onder meer HAVIK en IRISV&H) voor de ondersteuning van vergunningverlening en handhaving. Zowel van de zijde van Rijkswaterstaat als van de waterschappen zijn trajecten gestart met betrekking voor de vervanging van de huidige informatiesystemen. Er zal een keuze gemaakt moeten worden tussen verbeteren bestaande systemen of implementeren van nieuwe systemen.

In het bestuurlijk overleg van 4 juni 2012 is geconstateerd dat er mogelijkheden zijn om samen te werken bij de vervanging van de bestaande informatiesystemen. Daarbij wordt gezocht naar een aanpak die recht doet aan de belangen van alle betrokkenen. Voor Rijkswaterstaat en enkele waterschappen is de aanschaf op korte termijn urgent, voor andere waterschappen is de urgentie kleiner.

Doel

De gezamenlijke aanschaf en beheer van een standaard pakket voor de ondersteuning van Vergunningverlening en Handhaving, met een eenduidige basisinrichting voor alle deelnemers en (voldoende) flexibiliteit voor specifieke inrichting per organisatie.

Status: ‘lopend’ Momenteel wordt onderzocht in hoeverre de functionele wensen van Rijkswaterstaat en de waterschappen met elkaar overeen komen. Op basis daarvan wordt geadviseerd over het vervolg. Inventarisatie heeft plaatsgevonden van de mate waarin de functionele wensen van Rijkswaterstaat overeenkomen met de waterschappen. Ook wordt een structuur opgezet voor de governance.

Wat levert het op?

Samenwerken in de vorm van een gezamenlijke ICT applicatie geeft voordelen ten aanzien van uitwisseling van informatie tussen waterbeheerders onderling en met de ketenpartners. Naast verwachtte voordelen op projectkosten, zijn er kansen ten aanzien van een goedkoper beheer van het systeem. 29


Doorkijk Het tijdspad is erop gericht in januari 2013 over te kunnen gaan tot publicatie van de aanbesteding, zodat Rijkswaterstaat en de eerste waterschappen het nieuwe systeem begin 2014 in gebruik kunnen nemen.

Afspraak Rijkswaterstaat en de waterschappen onderzoeken voor eind 2012 de mogelijkheden voor het gezamenlijk aanschaffen en beheren van één informatiesysteem vergunningverlening en handhaving. Op basis hiervan maken zij begin 2013 een keuze tussen het verbeteren van bestaande systemen of implementeren van nieuwe systemen.

30


BIJLAGE

Overzicht onderwerpen en trekkers

1. Opleidingen

Rob Muyrers (DLB) en Izakjan Dekker (WHD)

2. Uitwisseling personeel

Volkert Bakker (WD) en Arjan Guijt (UvW)

3. BRZO

Raymund Valkhof (DZH) en Henny Sonnemans (WRO)

4. Handhaving

Rob Muyrers (DLB) en Geert Vogels (WPM)

5. Samenloop

Simon Jan Smit (DNH), Margo de Wolf (DON) en Anne Heins (HDSR)

6. Kader

Volkert Bakker (WD en Erik Vollenbroek (WRIJ)

7. Bouwvoorschriften strand

Harry de Looff (WD)

8. Lean/KR8

Margreet Hobbelen (WD) en Marion Wierda (WSRL)

9. Bedrijfsvergelijking

Simon Jan Smit (DNH), Willem Faber (WD) en Eric Gloudemans (UvW)

10. Riolering

Agatha Bos (DZH) en Erica Mosch (WHA)

11. ICT

Paul Bielen (WD) en Izakjan Dekker (WHD)

31

MEDEDELING INZAKE SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING WATERSCHAPPEN EN RIJKSWATERSTAAT

Recommend Documents