Ver. Uitg. Marc Thoulen - N°7317
Nieuwsbrief Stad en Gemeenten van Brussel-Hoofdstad
Nr 2008/01 - februari / maart 2008
vsgb.be in 3G !
DE VERENIGING IN ACTIE
3 maart 2008 wordt wellicht een historische datum in de geschiedenis van de Vereniging: de derde generatie van de website gaat online. Bij de creatie van de eerste website aan het einde van de jaren '90 was de Vereniging bij de pioniers in het Brusselse gemeentelijke landschap. De gemeenten die toen al een webstek hadden, waren op één hand te tellen. Maar in de wereld van de elektronische media gaat de evolutie snel en vandaag moet iedere gemeente absoluut op het web aanwezig zijn en moet een website meer zijn dan een uitstalraam: er moeten echte diensten aan de bevolking aangeboden worden. De Vereniging is die uitdaging aangegaan en na de eerste website die niet meer was dan een visitekaartje en de tweede website (online in 2003) die inhoudelijk meer te bieden had, bieden we sinds 3 maart een ruimere waaier aan diensten (met name door de invoering van nieuwsberichten), is het geheel gemakkelijker te raadplegen (logischere structuur, handige zoekfuncties) en wordt er gebruik gemaakt van nieuwe mogelijkheden (RSS-stromen). Surfers die reeds met onze site vertrouwd waren, zullen in het begin wat verbaasd zijn. Wie is dat trouwens niet als zijn gewoonten door elkaar geschud worden? Wij zijn zeker dat ze snel verrukt zullen zijn over de nieuwe mogelijkheden van de website. Voordat deze nieuwe interface, die wij in het midden van dit nummer voorstellen, zijn definitieve vorm kreeg, werd twee jaar lang nagedacht, overleg gepleegd en bijgestuurd. In de eerste plaats wil ik daarvoor het team bedanken voor hun mateloze inzet.
EDITO
En ook nog dit: deze opvallende innovatie toont niet alleen dat de website aangevuld werd met enkele nieuwigheden, maar eveneens dat wij onze taak van informatieverspreiding onder de gemeenten ter harte nemen en ons algemeen communicatiebeleid vernieuwen en aanpassen. Achter het computerscherm zit immers de hele Vereniging die u haar project aanbiedt, namelijk van de Brusselse gemeenten nog sterkere, actievere en meer solidaire gemeenten maken.
Marc Thoulen
Ondanks het kerstreces en het feit dat we slechts over een voorlopige regering beschikken, zijn verschillende politieke dossiers goed vooruitgegaan. Aan het einde van het jaar was de Vereniging bijzonder alert voor het dossier van de BTW, dat al een jaar aan de gang is, in verband met de gevolgen van artikel 39 van de programmawet van 27 december 2006 tot wijziging van artikel 6 van het BTW-wetboek, dat gemeenten en OCMW's verplicht om BTW te betalen op werken die uitgevoerd worden door hun personeel in gebouwen die gebruikt worden voor domeinen zoals onderwijs, kinderopvang, dienstverlening aan bejaarden, socio-culturele activiteiten, … De inwerkingtreding van deze beschikkingen naderde, maar onze contactpersonen wezen erop dat slechts weinig gemeenten en OCMW's klaar waren om ze toe te passen. Heel wat ontvangers en leidinggevende figuren uit gemeenten meldden moeilijkheden om de nieuwe verplichtingen op te nemen in boekhouding, informatica en organisatie. Velen waren terughoudend om tijd en middelen te investeren in de uitvoering van een beschikking die aangevallen wordt voor het Grondwettelijk Hof, in een zaak met onzekere afloop. Daarom hebben onze drie verenigingen gevraagd de zogenaamde tolerantieperiode te verlengen tot 31 december 2008, een verzoek waar het overlegcomité van 16 januari mee ingestemd heeft. Er zal ook een werkgroep samengesteld worden met leden van de Administratie en de Verenigingen om de toepassingsmodaliteiten te bespreken. Het Bureau heeft zich ook gebogen over een initiatief van onze Waalse zustervereniging, om in een betere vergoeding te voorzien voor de bezetting en het gebruik van het openbaar domein door concessiehouders. Aangezien de Brusselse situatie specifiek is, Vervolg p 2
INHOUDSTAFEL pagina De nieuwe website van de Vereniging Een nieuwe functie: RSS Nuttige RSS-feeds voor de gemeenten De wetgeving betreffende de overheidsopdrachten De financiën van de Brusselse OCMW's Gemeentelijke internationale samenwerking: Marokko en Congo Wetgeving
4 10 13 14 16 21 24
DE VERENIGING IN ACTIE
was er aan de studiedienst van de Vereniging gevraagd om de mogelijkheden in ons Gewest en op federaal niveau te onderzoeken, en meer bepaald de problematiek belasting versus retributie, de mogelijkheid voor het Gewest om deze materie wettelijk te regelen, de mogelijkheden en de toestand van de materies waarvoor er reeds een bijzonder stelsel bestaat. Het Bureau is voor een gewestelijke oplossing, gebaseerd op het instrument van de retributie, ruim beschouwd, omdat de bezetting van het openbaar domein niet de minst belangrijke is. De motivering heeft op meer zaken betrekking dan zuiver financiële overwegingen, en verwijst naar hinder in de openbare ruimte en billijkheid tussen concessiehouders. Op 4 februari werd dit advies en de nota overgemaakt aan de minister-voorzitter van het Gewest Charles Picqué en werd de medewerking van de Vereniging aangeboden om de kwestie verder te bestuderen. Op 22 januari 2008 heeft de Vereniging in een brief aan minister van Leefmilieu, Energie en Waterbeleid Evelyne Huytebroeck geantwoord op een verzoek om advies betreffende een ontwerp van ordonnantie tot vervanging van de ordonnantie van 13 mei 2004 betreffende het beheer en de sanering van vervuilde bodems. De Regering wil het principe van "de vervuiler betaalt" toepassen en de rechtszekerheid versterken door de verbetering van de huidige procedures. De Vereniging heeft de opmerkingen van de Brusselse gemeenten gebundeld en die synthese afgewerkt in het kader van een werkgroep die op 14 januari vergaderde. Het advies dat verstuurd werd, is dus het resultaat van nauwe samenwerking met de colleges en de gemeentelijke technische diensten. Naast vele technische opmerkingen heeft de Vereniging de Gouverneur gevraagd de ordonnantie bodems, het Brussels wetboek voor ruimtelijke ordening en de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen beter op elkaar af te stemmen. Ze heeft ook een betere begeleiding gevraagd in het kader van de nieuwe verplichtingen voor de gemeenten op het vlak van de participatieve democratie. Tot slot heeft de Vereniging zich op 31 januari aangesloten bij de ontmoeting van de steden en gemeenten die genieten van het grootstedenbeleid, met minister Christian Dupont, die bevoegd is voor dit programma. Het doel van de vergadering was het memorandum af te geven van die steden en gemeenten, die bezorgd zijn om de continuïteit van het programma en het lot ervan na 23 maart. Door zich bij dit initiatief aan te sluiten heeft de Vereniging de aandacht gericht op de coherentie tussen het federaal beleid en dat van de gewesten, die ondermeer de fondsen van Objectief 2 beheren. Op 20 februari heeft de Raad van Bestuur het actieprogramma goedgekeurd dat voorgesteld zal worden aan de Brusselse gemeenten in de Europese Week van de Lokale Democratie. Het is een
2
Nieuwsbrief 2008/01
olg v r e V
jaarlijkse Europese manifestatie die gebaseerd is op acties naar de bevolking toe, die gelijktijdig georganiseerd worden door de lokale overheden van de 47 lidstaten van de Raad van Europa. Het doel is de burgers iets bij te brengen over hun lokale besturen en ze aan te moedigen om aan dit niveau deel te nemen. Op die manier trachten we de lokale democratie te bevorderen en te bevestigen als gemeenschappelijke waarde van Europa. 15 oktober werd als scharnierdatum gekozen voor de Europese Week van de Lokale Democratie, omdat men op die manier herdenkt dat het Europese Handvest van de Lokale Autonomie vanaf 15 oktober 1985 ondertekend kon worden. De Week zal lopen van maandag 13 oktober tot en met zondag 19 oktober 2008. Onze Vereniging is van oordeel dat de lokale democratie met dit initiatief een kans krijgt die ze moet grijpen en waartoe ze kan bijdragen, door haar steentje bij te dragen tot de zichtbaarheid en de coördinatie van de acties van de Brusselse gemeenten. Aangezien de Brusselse gemeenten reeds verschillende acties voerden die door de Raad van Europa voorgesteld werden, stelde de Raad van Bestuur voor daar een inventaris van op te maken. Het eerste doel zou zijn die acties op hetzelfde moment te doen plaatsgrijpen, om er de zichtbaarheid van te verhogen, om ze vervolgens uit te diepen, er de toegevoegde waarde van te verbeteren. Na een rondvraag onder de gemeenten werden er tien acties uitgekozen, waarmee onze gemeenten reeds ervaring hebben en die bovendien niet te veel financiële middelen vergen. We stellen voor om er minstens twee en hoogstens vier te behouden per gemeente. Op het ogenblik dat u dit leest, zullen de gemeenten de lijst reeds ontvangen hebben en zullen zij hun keuze kunnen maken. Wij zullen uiteraard regelmatig blijven verslag uitbrengen van dit project. Wat de vormingen of soortgelijke vergaderingen betreft, was de opvallendste ongetwijfeld het Forum van de Gemeentelijke Beleidsvoerders, een co-organisatie met Dexia, op 24 januari, gewijd aan de onroerende voorheffing. Een honderdtal ambtenaren en mandatarissen uit de Brusselse gemeenten kwamen ernaartoe, allemaal overtuigd van het belang van deze heffing voor de gemeentelijke ontvangsten en de evolutie ervan ten aanzien van de Brusselse vastgoedmarkt. Er werd een stand van zaken opgemaakt van de vertragingen en de vele factoren die kunnen wegen op de inkohieringen en de invorderingen, de inhoud van de achterstand en de bijdrage van de gemeenten tot het goede verloop van de invordering. De organisatie van deze ontmoeting, met uiteenzettingen van de FOD Financiën waarin de complexheid van de operaties aangetoond werd, was opportuun op een moment dat het Gewest overweegt om die zelf geheel of gedeeltelijk te organiseren. De vergadering onderstreepte ook dat er betere communicatie moet komen tussen de gemeenten en de Administratie, en er werd ook gewezen
DE VERENIGING IN ACTIE
op de rol van de Vereniging in de opvolging van de cijfers van de inkohieringen en de inningen. Diezelfde dag organiseerde de Afdeling Maatschappelijk Welzijn haar Algemene Vergadering, traditioneel gewijd aan de presentatie van het jaarverslag, in aanwezigheid van een ook traditioneel talrijk opgekomen publiek. Het dagthema was dit keer "dde normen voor degelijk sociaal werk". Na de presentatie van de studie daaromtrent op initiatief van de FOD Maatschappelijke Integratie werden de standpunten van Brusselse OCMW-voorzitters, secretarissen en hoofden van de sociale diensten vergeleken, alsook van verenigingen die strijden tegen armoede en uitsluiting. De vastlegging van normen voor kwaliteitsvol sociaal werk is immers één van de grote dossiers die minister van maatschappelijke integratie Christian Dupont aangekondigd heeft. De studie in kwestie geeft een schets van de toestand en de behoeften van de OCMW's terzake: ze biedt de minister een referentiekader, dat heel waarschijnlijk als basis zal dienen voor een debat over de herwaardering van de staatstussenkomst in de personeelskosten. De vragen van de OCMW's hebben van hun kant voornamelijk betrekking op het verband tussen de doelstellingen van de wet en de financiële middelen, het administratieve meerwerk en de tijd voor kwaliteitsvol werk dat de basis van integratie vormt. De voornaamste aanpassingen hebben niet specifiek betrekking op de wet zelf: het gaat veeleer om verbeteringen die aangebracht moeten worden op het vlak van het onthaal, de informatie en de organisatie van de OCMW's. Het Europees Parlement en de Raad hebben op 12 december 2006 de richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne markt goedgekeurd. De voornaamste doelstellingen van de richtlijn zijn tussen lidstaten te streven naar een vrij verkeer van diensten en een betere kwaliteit van de diensten, echte administratieve samenwerking, zo dicht mogelijk bij de ambtenaren die bevoegd zijn voor de dossiers, en echte administratieve vereenvoudiging. Dit dossier belangt de gemeenten rechtstreeks aan. Zij hebben heel wat werk voor de boeg, dat vóór de inwerkingtreding van de richtlijn op 28 december 2009 afgerond moet zijn. Daarom organiseren Dexia en onze Vereniging, met de steun van het ministerie van het Brussels Gewest, in het kader van het For um van de Gemeentelijke Beleidsvoerders, een infosessie betreffende de toepassing van de richtlijn "diensten" op lokaal vlak. Tijdens het eerste deel, dat plaatsvond op 22 februari, werd het algemeen kader geschetst met betrekking tot de inhoud en de draagwijdte van de richtlijn, de screening die de lokale besturen niet zal sparen, en de hulpmiddelen en de procedures voor de follow-up. Op de tweede infosessie, die zal plaatshebben op 19 maart, zal ingegaan worden op de vraagstukken die na het eerste deel aangebracht werden. Wat de publicaties betreft, heeft ons tijdschrift zijn achterstand ingehaald toen op 18 december het zesde nummer van het jaar van de persen rolde, en het elektronische broertje, de Newsletter, werd
olg v r e V
4 maal verstuurd. Het werk aan de derde generatie van de website van de Vereniging woog door op de publicatie van nieuwsberichten en de bijwerking van de website, maar op het moment dat u dit leest, zal u het resultaat van dit naarstige werk reeds kunnen bewonderen. De opdrachten beginnen we bij duur zame ontwikkeling, waar het kader ter ondersteuning van de Lokale Agenda 21, dat vastgelegd werd in samenwerking met het kabinet van minister Evelyne Huytebroeck en Leefmilieu Brussel, het voorwerp uitmaakte van een projectoproep "Agenda Iris 21" die op 28 september van start ging en afgesloten werd op 21 december. De jury – waarbij qua samenstelling rekening gehouden werd met de 3 pijlers van de duurzame ontwikkeling – vergaderde op 11 januari 2008 en de Vereniging stond in voor het secretariaat. De jury selecteerde 14 dossiers van de 23 ingediende: 9 voor een Lokale Agenda 21 (8 gemeenten en 1 OCMW) en 5 voor een bepaald project (3 gemeenten en 2 OCMW's). In totaal werd er door het Gewest 575.000 euro toegekend aan de lokale besturen, voor de bevordering van duurzame acties en programma's. Op 11 december 2007 organiseerde de Vereniging in samenwerking met de Stichting voor de Toekomstige Generaties de derde thema-workshop 2007 van de projectoproep Agenda Iris 21. Die was gewijd aan de transversaliteit, met name aan de vraag "Wie moet ik erbij betrekken opdat mijn project zou slagen?" Het einde van het jaar was ook het moment voor de indiening van de geprogrammeerde acties voor 2008 en net zoals in 2007 blijven die gericht op de steun van de Lokale Agenda 21. De Vereniging zal in samenwerking met de Stichting voor de Toekomstige Generaties haar werk van begeleiding en follow-up voortzetten van de projecten die laureaat waren voor de oproep Agenda Iris 21, bij de start van de oproep 2009 en de begeleidingscomités van de gekozen projecten. Een andere verwezenlijking van de cel is de Monitor van de duurzame ontwikkeling, waarvan nr. 4 verspreid werd op 22 januari. Op het menu van het winternummer: de pragmatische diagnose, participatie en ook tips voor een bestek "Lokale Agenda 21". In de loop van de maand januari werd die Monitor 6.942 maal gedownload in het Frans en 1.441 keer in het Nederlands. Wat de gemeentelijke internationale samenwerking betreft, moest – nadat het kader van het meerjarenprogramma 2008-2012 gevalideerd was – het actieprogramma 2008 vastgelegd worden, wat gedaan werd ondanks het feit dat om gekende maar toch verontrustende redenen nog steeds gewacht wordt op een definitieve federale begroting.
Vervolg p 23 Om aan de aanzienlijk toegenomen eisen van het programma te Nieuwsbrief 2008/01
3
VSGB.BE, VERSIE 3.0 Goed nieuws! Het is zover: de derde versie van de website van de Vereniging is online. Hij maakt gebruik van de nieuwste technologieën, de inhoud is uitgebreid (actualiteit), er zijn nieuwe functies (specifieke zoekfuncties, RSS, log-in) en de moderne grafiek biedt meer plaats voor beelden. 1999: allereerste website, "visitekaartje" van de Vereniging 2003: uitgebreidere website met inhoud 2004: invoering van de digitale newsletter 2008: vernieuwing van de website en de newsletter
Cogito ergonomie sum: vlotter surfen
n
n
Naarmate de website groeide, werd het steeds moeilijker om het gewenste document te vinden. De structuur van de tweede generatie van de website volgde het leven van de Vereniging: er werden nieuwe rubrieken gecreëerd naargelang nieuwe opdrachten toegevoegd of uitgebreid werden, zoals de gegevensbank subsidies.
Daarom werd er een inspanning geleverd op twee vlakken: de structuur van de webstek vereenvoudigen en rationaliseren enerzijds en de zoekfuncties uitbreiden anderzijds.
4
Nieuwsbrief 2008/01
Bovenaan elke pagina ziet de surfer voortaan de weg die hij reeds afgelegd heeft, zodat hij duidelijk ziet in welke rubriek hij zich bevindt. En de klassieke sitemap geeft de algemene structuur in een oogopslag. Daarenboven hebben wij in de mate van het mogelijke getracht voor alle rubrieken een ve r g e l i j k b a r e s t r u ct u u r te behouden.
Verschillende wegen brengen u bij de informatie: n
n
n
De regelmatige bezoeker die geïnteresseerd is in alle aspecten van het gemeentelijk leven, begint bij de homepage. Die biedt immers een link naar de laatste nieuwigheden in de drie grote inhoudblokken van de website: agenda, actualiteit en documenten. De regelmatige bezoeker die gespecialiseerd is in een bepaalde materie, vindt de laatste nieuwtjes terzake in de subrubriek die aan de materie gewijd is. Via de pagina's betreffende die materie kom je bij documenten die ermee verwant zijn, maar ook – en dat is nieuw – bij de nieuwsberichten en de agenda met betrekking tot die materie. De occasionele gebruiker of wie oudere informatie wil terugvinden, kan terecht in het archief van de nieuwsberichten en documenten, waarvoor wij de opzoekingsmogelijkheden vergemakkelijkt hebben (verschillende zoekfuncties, volledige lijst of per materie).
Nieuwsbrief 2008/01
5
Inhoud Meer dan ooit wil de Vereniging de gemeenten zo veel mogelijk nuttige informatie aanbieden. De trouwe bezoekers van www.vsgb.be kennen al lang onze artikels en documenten (beide zijn voortaan ondergebracht onder "documenten") en de agenda. Dan zijn er ook nog de publicaties, die op de vorige website verspreid waren, maar nu verzameld zijn in één rubriek. U vindt er al onze tijdschriften, studies, brochures, modelreglementen en de gecoördineerde wetgeving die wij up-to-date houden. De gecoördineerde tekst van de Nieuwe Gemeentewet is nu ook makkelijker te raadplegen.
Newsletter & RSS De rubriek Afdeling OCMW is bereikbaar via het hoofdmenu en bevat uiteraard nog steeds informatie over de Afdeling en haar organen, maar ook over de recentste acties en documenten met betrekking tot de sectoren van de maatschappelijke bijstand, socio-professionele inschakeling of senioren. De rubriek Internationale samenwerking biedt nu - bovenop de actualiteit, evenementen of publicaties terzake - ook informatie over het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking (GIS) per land, wat duidelijker en bondiger is. Een nieuwe subrubriek Agenda 21 werd toegevoegd aan de rubriek "duurzame ontwikkeling": deze bevat heel wat methodologisch advies en goede praktijkvoorbeelden die de gemeenten aanmoedigen om een Agenda 21 op te stellen.
6
Nieuwsbrief 2008/01
De Newsletter, onze elektronische nieuwsbrief, wordt eveneens in een nieuw jasje gestoken: deze krijgt een nieuwe look en sluit ook aan bij de structuur van de website. Voortaan biedt de Newsletter 2 soorten informatie: • rechtstreeks uit de website: documenten, agenda en actualiteit • informatie die uitsluitend in de Newsletter aan bod komt, zoals een overzicht van de parlementaire werkzaamheden en de nieuwe wetgeving. Bepaalde nieuwtjes die niet in de rubriek actualiteit behandeld worden, zullen als kortnieuws opgenomen worden. De laatste innovatie is zeker niet onbelangrijk: de website bevat RSS-stromen. Toelichting daaromtrent vanaf bladzijde 10 van dit nummer.
Actualiteit, de ontbrekende schakel tussen kortnieuws en documenten In 2003 was onze eerste uitgebreide website voornamelijk gericht op het aanbieden van technische documenten of wetenschappelijke artikels. Die strategische keuze hebben wij gecompenseerd door in 2004 de Newsletter in het leven te roepen, waarin bondige nieuwsberichten met betrekking tot het gemeentelijk leven bekendgemaakt werden. Toen wij begonnen na te denken over de redactionele aanpak van de nieuwe site, stelden wij vast dat er een tussenformaat ontbrak: uitgebreider dan een beknopt berichtje maar bondiger dan een exhaustief document. Dat formaat kreeg vorm in de rubriek actualiteit, die voortaan bijkomende informatie aanbiedt over allerlei thema's die de gemeenten aanbelangen. Totnogtoe werd deze zone enkel gebruikt voor de debriefing van activiteiten van de Vereniging. In de toekomst zal ze dus uitgebreid worden tot alle dossiers die voor de gemeente van belang zijn.
De meerwaarden • Wij hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om de vormgeving van de website te moderniseren. Er ging bijzondere aandacht naar de toevoeging van foto's, die de website aangenamer maken maar toch de informatie tot haar recht laten komen. •
De knop "aafdrukken" zorgt voor een printvriendelijke versie van de pagina.
•
In de rubriek Materies voert een link de abonnees van de juridische gegevensbank Infor um naar de nieuwe documenten die er de afgelopen maand voor iedere materie toegevoegd werden.
•
Er zijn RSS-stromen voor de rubriek Actualiteit en Agenda.
•
En tot slot zal in de loop van 208 een afzonderlijke zone met beperkte toegang uitgebouwd worden, zodat bij voorbeeld leden van specifieke werkgroepen notulen van hun vergaderingen en welbepaalde informatie kunnen downloaden.
Nieuwsbrief 2008/01
7
Wat de meer statische inhoud betreft, hebben wij aan de presentatie van de 19 Brusselse gemeenten nog nuttige gegevens toegevoegd, zoals de samenstelling van de gemeenteraad (met vermelding van de politieke partij van ieder lid), de OCMW-raad en de politieraad. Aangezien dit soort inlichtingen in zekere mate aan veranderingen onderhevig is, rekenen wij ook op onze lezers om ons te verwittigen indien er wijzigingen aan te brengen zijn
Deze website is ook de uwe. Aarzel niet om contact op te nemen met de Vereniging om samen te bespreken hoe wij uw informatie voor de gemeenten kunnen weergeven.
Zo kan u bij voorbeeld rechtstreeks een evenement voor de agenda aanbrengen aan de hand van een formulier.
8
Nieuwsbrief 2008/01
Zoekrobot Documentatie kan men op verschillende manieren klasseren. De eerste manier is een boomstructuur waarin men de logische weg volgt van algemeen naar specifiek om het gezochte document te vinden. De oorspronkelijke structuur van een bekende portaalsite, zoals Yahoo, volgde die logica. Naarmate de inhoud uitbreidt, wordt het klassement moeilijker en de structuur te ingewikkeld. Daarom wordt documentatie nu meestal ondergebracht in een databank, die aan de hand van een zoekrobot doorzocht wordt. Het voorbeeld dat we reeds aanhaalden, Yahoo, gebruikt die structuur al enkele jaren. Voor onze website hebben wij er nu ook voor geopteerd.
De boomstructuur is niet echt verdwenen. Als u de materie kent, zal u de informatie ook wel vinden: ofwel via de pagina van die materie, ofwel - voor de actualiteit en de agenda - door de nieuwsberichten en data met betrekking tot deze materie uit de algemene gegevensbank te halen. Maar voor bepaalde materies zal de inhoud in de loop der jaren fel uitbreiden. Dan zal het moeilijk worden om de volledige inhoud te doorlopen om te vinden wat je nodig hebt.
Er zijn verschillende zoekfuncties beschikbaar op de website: n
n
n
Via de knop "EEen document zoeken": deze knop vindt u op de homepage, op de pagina "Nieuwe documenten" en de onthaalpagina van iedere materie. Deze functie doorloopt de hele website. Deze zoekmotor zoekt de trefwoorden die u opgeeft, in de titels en de samenvattingen van al onze documenten. Algemene zoekmotor. Deze functie is ruimer en zoekt niet alleen in de documenten, maar ook in de nieuwsberichten, de agenda, de 'statische' pagina's van de website … Deze zoekmotor is toegankelijk op alle pagina's, in de banner, bovenaan rechts.
Volledigheidshalve vermelden wij ook dat er een gespecialiseerde zoekmotor gecreëerd werd voor onze gegevensbank subsidies.
En nu, afspraak op www.vsgb.be Kinderziekten ? Problemen ? Meld het ons !
[email protected]
Nieuwsbrief 2008/01
9
NIEUW
RSS, GA MEE MET DE STROOM Eén van de nieuwe diensten op de website van de Vereniging is RSS: het brengt u nieuwe informatie op een gouden schoteltje.
"Aarzel niet, dit gebruiksvriendelijke middeltje zal uw leven vereenvoudigen."
Vereenvoudigt uw leven "Een nieuwe techniek ? Goed, maar waarom?" of "Ik heb mijn gewoontes: waarom zou ik die veranderen ?" Je kan de RSS vergelijken met een dienst voor thuislevering. Je hoeft niet meer naar de winkel te lopen (de website die je geregeld raadpleegt) of de hele stad doorkruisen (de verschillende websites die je na elkaar bezoekt), want je aggregator brengt (links naar) alle info waarop je geabonneerd bent op één pagina samen. In een oogopslag zie je alle nieuwigheden en je kan klikken op de informatie die je interesseert. De tijdswinst is duidelijk, zeker omdat je niet meer naar sites zal surfen waarop geen wijzigingen gebeurd zijn. Het andere voordeel is dat men stelselmatig verwittigd wordt als er iets veranderd is, zodat wijzigingen nooit meer ongemerkt voorbijgaan.
10
Nieuwsbrief 2008/01
Handleiding Een video die de RSS feed in 3’50’’ uitlegt: http://www.youtube.com > “RSS in plain english”. Handige definities omtrent RSS zijn te vinden in de encyclopedie wikipedia (www.nl.wikipedia.org) of op de informatieblog www.ifeedgood.com
NIEUW
Wat is het precies? RSS is een techniek die u verwittigt telkens als er een aanpassing aangebracht werd op een website die een RSS"abonnement" aanbiedt. Alle wijzigingen aan de websites waarop u (gratis) geabonneerd bent, worden automatisch op een webpagina verzameld. Deze technologie is onder meer tot stand gekomen omdat het web permanent uitbreidt en men dus steeds meer tijd nodig zou hebben om alle interessante sites te raadplegen. RSS kadert in het zogenaamde "web 2.0", de tweede fase in de ontwikkeling van het World Wide Web. Het gaat over de verandering van een verzameling websites naar een platform voor interactieve webapplicaties voor eindgebruikers op het wereldwijde web.
Enkele nieuwe termen: aggregator en stroom - De aggregator of RSS-lezer is een script dat op gezette tijdstippen automatisch het bestand registreert van de website waarop u geabonneerd bent. - De stroom of feed: beide termen staan voor de inhoud die u via een RSS-abonnement ontvangt. Zie ook woordenlijst in Nieuwsbrief 2007-5 op blz. 9.
Netvibes is één van de vele mogelijkheden voor de aggregatie van stromen.
Nieuwsbrief 2008/01
11
NIEUW
olg Verv
Gebruiksvriendelijk •
Men hoeft geen programma te installeren. Aggregatoren zijn gratis beschikbaar op het net.
•
Steeds meer websites bieden RSS-stromen aan (u vindt een selectie op blz. 13) en zijn herkenbaar aan het oranje icoontje.
•
Zich abonneren kan met enkele muisklikken.
•
De stromen raadplegen en verwerken is eenvoudig.
« Ik gebruik reeds RSS » Als u reeds vertrouwd bent met de technologie van de RSS, hebt u geen toelichting meer nodig. Momenteel bieden wij RSS-stromen aan voor twee specifieke aspecten: de agenda en de actualiteit. Maar op termijn krijgen ook de documenten hun eigen RSS-feed. U hoeft zich niet op alle stromen te abonneren: als u klikt op het RSS-tekentje onderaan onze website, kan u de materies selecteren die u interesseren.
“RSS, je bent er zo mee weg !”
Hoe werkt het? •
aggregator : u kan er alle stromen raadplegen waarop u zich abonneert, via een zelfde nieuwsaggregator.
Overal aggregatoren beschikbaar
•
zich abonneren op een stroom: meestal bevat de website die een feed aanbiedt, een oranje tekentje dat men kan aanklikken om naar de abonnementspagina te gaan en er de instructies te volgen. Het tekentje bevindt zich doorgaans op de homepage of in de rechterhoek van de adresbalk.
Het gebruik ervan varieert lichtjes van de ene tot de andere, maar vergt niet veel toelichting: ze zijn zeer vlot bruikbaar voor een beginneling. - Verschillende br ow s e rs kunnen RSS-stromen lezen: Microsoft Internet Explorer 7.0, Maxthon, Mozilla Firefox, Opera, Safari - Er bestaan ook nieuwslezers in de e-mailclient Mozilla Thunderbird en Outlook 2007. - Windows Vista, het nieuwste besturingssysteem van Microsoft, beheert ook RSS. - Het is ook mogelijk om zijn RSS-stromen samen te brengen op pagina's die men zelf kan inrichten, zoals Netvibes, Pageflakes of Igoogle. - De zoekrobotten (bv. Yahoo en Google) bieden ook aggregatie van RSS-stromen aan op hun homepage.
12
Nieuwsbrief 2008/01
Truukje Veel websites bieden nog geen RSS aan. Dus moet men er vaak naartoe surfen om naar nieuwe informatie te gaan rondsnuffelen. Toch kan de gebruiker een RSS-feed "ineenknutselen" via een website zoals www.page2rss.com: deze website doorloopt de wijzigingen in de website van uw keuze en stuurt dat resultaat naar uw aggregator. www.page2rss.com
NIEUW
olg Verv
Enkele nuttige RSS-stromen voor de gemeenten In de websites die verband houden met de overheidssector, is het aantal RSS-applicaties fel aan het toenemen. Een kort overzicht, uiteraard niet exhaustief, van stromen die nuttig zijn voor de gemeenten.
Enkele internationale stromen • Comité van de Regio's: www.cor.europa.eu • Europese Commissie: 14 verschillende nieuwsfeeds: http://ec.europa.eu • NAVO: www.nato.int • VN: de 13 stromen zijn te vinden via www.un.org/french/radio/rss.asp • UNESCO biedt ook verschillende stromen aan: http://portal.unesco.org • Local Governments for Sustainability - ICLEI: het adres van de website is eenvoudig (www.iclei.org) maar de stroom zit verborgen achter http://mel.iclei.org/eic-wiki/feed.php Gewesten en gemeenschappen Het Brussels Parlement heeft onlangs RSS in gebruik genomen (www.parlbruparl.irisnet.be, nog leeg bij ons bezoek). De Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Br u s s e l s Ge we s t b i e d t ve r s c h i l l e n d e f e e d s : www.gomb.irisnet.be. De Franse Gemeenschap biedt twee stromen aan (www.cfwb.be: "à la une" & "l’hebdo").
Federaal Op federaal vlak biedt de portaalsite "belgium.be" vier feeds, waarvan één voor de ambtenaren (www.belgium.be). De FOD en de POD stellen reeds tal van RSS-stromen ter beschikking, zoals Economie, KMO, Middenstand en Energie (www.economie.fgov.be), Justitie ( w w w. j u s t . f g o v. b e ) , Volksgezondheid en Leefmilieu (https://por tal.health.fgov.be), Te w e r k s t e l l i n g (www.werk.belgie.be), Sociale Zekerheid (http://socialsecurity.fgov.be),
Mobiliteit en Transport (www.mobilit.fgov.be), Binnenlandse Zaken (2 stromen op www.ibz.be) en tot slot de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid (www.ocmw.fgov.be). We vinden er ook reeds eentje op de website van het Federaal Planbureau: www.plan.be. Zeer interessant zijn ook de stromen van het perscentrum van de regering (2 stromen, www.presscenter.org) of van het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties OIVO (www.oivo.be)
Onze zuster verenigingen • Union des Villes et Communes de Wallonie : www.uvcw.be • Conseil de l'Enseignement des Communes et des Provinces: www.cecp.be En de Brusselse gemeenten • Elsene (www.elsene.be) en Koekelberg (www.koekelberg.be) bieden RSS-feeds aan. • Van de politiezones is alleen zone Brussel-West reeds op de kar gesprongen (www.zpz5340.be). Aangezien het binnenkort plaatsvindt en samenvalt met de ingebruikname van onze nieuwe webstek en onze RSS, mogen we niet voorbijgaan aan de Digitale Week en de Brusselse versie. Als u niets meer wil missen, is er de feed http://bru.digitaleweek.fete-internet.be Het is geenszins de bedoeling van dit lijstje om een volledig overzicht te geven, maar het bevat tips voor nuttige RSS-feeds. Aan ieder de keuze op welke nieuwsfeeds hij ingaat naar gelang van wat er beschikbaar is terzake.
RSS, je bent er zo mee weg! Nieuwsbrief 2008/01
13
ONDER DE LOEP
STAND VAN ZAKEN BETREFFENDE DE REGELGEVING INZAKE OVERHEIDSOPDRACHTEN In het Belgisch Staatsblad van 7 december 2007 verscheen het KB van 23 november 2007 tot wijziging van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en van sommige koninklijke besluiten tot uitvoering van deze wet (Inforum nr. 224411). De bekendmaking van dit KB is een goede gelegenheid om een stand van zaken op te maken van de regelgeving omtrent de overheidsopdrachten in België.
In den beginne waren er … de Europese richtlijnen
In afwachting is er uiteraard geen juridische leemte
Het recht met betrekking tot de overheidsopdrachten komt al jarenlang tot stand op Europees niveau. Het zijn immers Europese richtlijnen die de grondslag leggen voor de regelgeving terzake, die in ieder nationaal recht omgezet moeten worden. De meest recente richtlijnen zijn enerzijds richtlijn 2004/17/EG van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (Inforum 203242) en anderzijds richtlijn 2004/18/EG van 30 maart 2004 betr. de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (Inforum 197244). Beide richtlijnen werden in het Belgische recht omgezet door twee wetten: de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (Inforum 208581) en de wet van 16 juni 2006 betreffende de gunning, informatie aan kandidaten en inschrijvers en wachttermijn inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten 1.
In de eerste plaats stippen wij aan dat de richtlijnen enkel betrekking hebben op de opdrachten die onderworpen zijn aan Europese bekendmaking (d.w.z. boven de 5.150.000 euro voor de opdrachten van werken of 206.000 euro voor de opdrachten van leveringen of diensten) 3.
Deze richtlijnen moesten in werking treden op 31 januari 2006 2, maar twee jaar na die datum zijn we er nog lang niet! Niet alleen werden de transpositiewetten na de uiterste datum goedgekeurd, maar er zijn nog uitvoeringsbesluiten nodig (tot vervanging van het KB van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, het KB van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessie voor openbare werken, en diens bijlage, de algemene aannemingsvoorwaarden). De optimisten onder ons rekenen op een inwerkingtreding eind 2008 …
14
Voor deze opdrachten moet men zich rechtstreeks op de richtlijnen baseren, voor zover die toepasbaar zijn op zich, d.w.z. dat de rechten en procedures die ze in het leven roepen, gebruikt en opgeëist kunnen worden, zelfs zonder dat er sprake is van omzetting 4 – in afwachting van de inwerkingtreding van de wetten van 2006. Voor de opdrachten die niet aan Europese bekendmaking onderworpen zijn, blijft de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van toepassing. De Koning heeft deze wet 5 evenwel onlangs gewijzigd (en ook het KB van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken en het KB van 18 juni 1996 betreffende de mededinging in het raam van de Europese Gemeenschap van sommige opdrachten voor aanneming van werken en leveringen in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten) door de uitvaardiging van het KB van 23 november 2007. Het doel van die wijziging is de aanpassing aan de Europese regelgeving, gezien de enorme achterstand in de omzetting van de richtlijnen.
1 De wetgever heeft twee wetten goedgekeurd om de dualiteit van de grondwettelijke basis te respecteren – artikel 78 van de Grondwet voor de eerste, artikel 77 voor de tweede – maar de Koning werd gemachtigd om ze te coördineren bij artikel 79bis van de wet van 15 juni 2006 (artikel 79bis ingevoegd bij de wet van 12 januari 2007 tot wijziging van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten). 2 Art. 71.1 van richtlijn 2004/17/EG en art. 80 van richtlijn 2004/18/EG. 3 Deze nieuwe grensbedragen werden ingevoerd bij verordening (EG) nr. 1422/2007 van de Commissie van 4 december 2007 tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft hun toepassingsdrempels inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten. Deze bedragen gelden enkel voor de klassieke sectoren; de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten hebben andere, hogere drempelbedragen. 4 Wij hebben bij voorbeeld vernomen dat een Brusselse gemeente de splinternieuwe procedure voor competitie-dialoog gebruikt. 5 Op basis van artikel 43, § 1, 1e lid, en 65, 1e lid, van de wet kan de Koning de nodige maatregelen nemen voor de omzetting van de verplichte beschikkingen van het Verdrag en de internationale handelingen die eruit voortvloeien. Nieuwsbrief 2008/01
olg v r e V
ONDER DE LOEP
Wij vestigen de aandacht op de volgende wijzigingen 6: - een wijziging van het stelsel van de concessies van werken (nieuw art. 25bis van de wet); - een nieuwe definitie van de exclusieve rechten (art. 48, 6°, van de wet); - de toepassing van EMAS, het Europese stelsel van milieumanagement, of milieunormen die gebaseerd zijn op de Europese of internationale normen terzake en gecertifieerd zijn door organismen conform de Europese wetgeving of de Europese of internationale normen betreffende de certifiëring, wanneer de aanbestedende overheid de aanmaak vraagt van certificaten opgesteld door onafhankelijke instellingen, waarin bevestigd wordt dat de ondernemer bepaalde milieunormen naleeft. Wij stippen ook aan dat de wet van 15 juni 2006 ondanks alles reeds gedeeltelijk van kracht is. Bepaalde artikelen zijn in werking getreden op de dag van de bekendmaking in het Staatsblad, zijnde 15 februari 2007: - Primo de beschikkingen betreffende de aankoopcentrale en de opdrachtencentrale (art. 2, 4° en 15). Een aankoopcentrale wordt gedefinieerd als een aanbestedende overheid die leveringen of diensten verwerft die bestemd zijn voor aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten. Een opdrachtencentrale is een aanbestedende overheid die overheidsopdrachten gunt of raamovereenkomsten sluit met betrekking tot werken, leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten. Een aanbestedende overheid
die een beroep doet op een aankoop- of opdrachtencentrale als bedoeld in artikel 2, 4°, is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren (art. 15). Deze juridische figuur is niet nieuw, maar had tot nog toe geen enkele wettelijke basis, wat voortaan dus wel het geval is. - Secundo de bepaling die de mogelijkheid biedt dat voor overheidsopdrachten die betrekking hebben op het ontwerp en de bouw van een complex van sociale woningen, een bijzondere gunningsprocedure vastgelegd kan worden die tot doel heeft de aannemer te kiezen die het meest geschikt is om te worden opgenomen in een team dat ook uit afgevaardigden van de aanbestedende overheid en deskundigen bestaat (art. 31). - Tertio de versterking van het stelsel van erkenning van ondernemers, in die zin dat ambtshalve uitgesloten zijn voor overheidsopdrachten: de ondernemers die veroordeeld zijn wegens deelname aan een criminele organisatie, omkoping, fraude, witwassen van geld of elk ander misdrijf dat door zijn aard de beroepsmoraal van de aannemer aantast (art. 77, 3°). Veel moed voor de dappere ambtenaren die met zo veel wettelijke bepalingen moeten jongleren.
Vincent Ramelot
Help ons u te helpen De Vereniging tracht voortdurend haar dienstverlening te optimaliseren. Daartoe is zij steeds op zoek naar jurispr udentie met betrekking tot rechtszaken waarbij gemeenten betrokken zijn. Het gaat immers vaak om beslissingen die niet gepubliceerd worden. Met behulp van zulke informatie kan de Vereniging haar adviezen baseren op concrete uitspraken, tegenargumenten zoeken bij ongunstige beslissingen, een andere benaderingswijze aanbevelen of een andere gemeente een gunstig vonnis overmaken als die in een soortgelijke zaak verwikkeld is.
« Documentatie ter beschikking stellen kan dus ook u ten goede komen ! »
6 Enkel geldig voor opdrachten boven de Europese grensbedragen.
Nieuwsbrief 2008/01
15
ONDER DE LOEP
DE BRUSSELSE OCMW’S : MEESTERS MET CASH TEKORT ! In december 2007 stelde Dexia, naar aanleiding van een uiteenzetting over de nationale en internationale socio-economische context en een aantal vooruitzichten 1, zijn analyses voor over de financiën van gemeenten en OCMW’s. Deze waren gebaseerd op de rekeningen 2005 en de begrotingen 2007. Dexia sloot deze uiteenzetting af met een aantal uitdagingen voor de toekomst, zoals het ontstaan van nieuwe behoeften, de evolutie van de personeelslasten, van de gemeentefinanciën en tot slot van de toelage aan OCMW’s. Laten we even de cijfers 2 per inwoner bekijken voor de OCMW’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
In een notendop Uit de Dexia studie blijkt dat OCMW’s in 2007 een verhoging verwachten van de exploitatieontvangsten en –uitgaven. Dit is vooral toe te schrijven aan een stijging van de ontvangsten uit federale toelagen en een herverdeling van lasten, vooral voor de hulpverlening in het kader van de wet van 1965. Het exploitatiesaldo is echter positief, wat aantoont dat de uitgaven onder controle blijven. In de RH en RVT zullen de uitgaven proportioneel verhogen met de globale exploitatie-uitgaven van de OCMW’s. Toch blijven hun nettolasten per inwoner op 16 €. De OCMW’s zullen 2007 afsluiten met een negatief saldo courant voor het eigen dienstjaar. Vermeerderd met het overgedragen resultaat is dit saldo in evenwicht. In 2005 hebben de OCMW’s het hoofd moeten bieden aan een achteruitgang van de rubriek beschikbare waarden en een toename van de vorderingen op minder dan één jaar. Verder hadden de Brusselse OCMW’s een netto bedrijfskapitaal dat hen niet toeliet om de totale terugkerende
Begroting 2007 In vergelijking met 2006 zijn de exploitatieontvangsten in 2007 gestegen met 6,2 %. Deze bedroegen 596 € per inwoner. De toelagen voor het leefloon en de wet van 1965 stijgen met respectievelijk 15,3 % en 10,9 % en vormen samen net geen 30 % van de exploitatieontvangsten in de begro-
exploitatiebehoeften te dekken, waardoor meer gebruik gemaakt moest worden van thesauriefinancieringen en vrij lange termijnen voor de inning van kortetermijnvorderingen. Dit zorgde voor een stijging van de intrestkosten. Voor wat de schuld betreft, hadden de Brusselse OCMW’s gemiddeld een grotere kortetermijnschuld dan de twee andere Belgische gewesten, vooral in de OCMW’s van de zones kanaal en eerste gordel. Dankzij het grote aandeel eigen vermogen van het OCMW van Brussel, was de verhouding van schulden in het passief op een niveau dat vergelijkbaar was met dat in Vlaanderen of Wallonië. Zonder het aandeel van Brussel zou deze verhouding hoger geweest zijn. Toch hadden de Brusselse OCMW’s voldoende liquiditeiten om de kortetermijnschulden te dekken, zelfs de OCMW’s van de eerste gordel, die een stijging kenden van het aandeel schulden op minder dan één jaar. Op het vlak van de schulden tonen de verschillende ratio’s dat de OCMW’s van het Brussels Gewest niet veel afwijken van de OCMW’s van de andere gewesten. Het OCMW van Brussel blijft natuurlijk wel een geval apart. ting. De andere belangrijke post, de gemeentetoelage (1/3 van de exploitatieontvangsten) stijgt met bijna 6 %, waardoor deze dus binnen het gemiddelde van de stijging van de ontvangsten blijft. Het bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn (BFMW) stijgt met slechts 3 % in een jaar en maakt dus een kleiner aandeel uit in de inkomsten.
1 De belangrijkste vooruitzichten op korte termijn zijn een daling van de prijs voor een vat ruwe olie met ongeveer 25 USD (met een invloed op de energieprijzen), een status quo of daling van de basisrentevoet van de ECB, een daling van de kortetermijnrente (met impact op kortetermijnkredieten) en lichte stijging van de langetermijnrente (met invloed op schuld- en investeringslasten), eens de liquiditeitscrisis achter de rug is. 2 De cijferresultaten van de exploitatierekeningen bevatten geen gegevens voor de rusthuizen (RH) en de rust- en verzorgingstehuizen (RVT). De ontvangsten en uitgaven voor RH en RVT zijn wel opgenomen in de totalen voor de analyse van de financiële toestand.
16
Nieuwsbrief 2008/01
olg v r e V
ONDER DE LOEP
Exploitatieontvangsten en -uitgaven
Overdrachten
61
5,1
10,2
534
6,4
89,6
Gemeentetoelage
199
BFMW Leefloon Wet van 1965 Financiële opbrengsten
% van het totaal
% variatie 2007-2006
€ / inwone r Prestaties
3
5,8
33,4
16
3,0
2,7
102
15,3
17,1
70
10,9
11,7
1
15,9
0,2
To t a a l o n t v a n g s t e n
596
6,2
100
Personeel
204
4,9
35,6
34
6,8
5,9
328
6,3
57,2
Werkingsuitgaven Herverdeling
Leefloon Wet van 1965 Financiële lasten To t a a l u i t g a v e n
151
1,9
26,4
76
16,3
13,3
7
37,3
1,2
573
6,1
100
De exploitatie-uitgaven bedragen 573 € per inwoner, een stijging met 6,1 % ten opzichte van het vorige dienstjaar. De bijstand verleend in het kader van de wet van 1965 kent de grootste stijging (meer dan 16 %), terwijl die voor het leefloon het minst toeneemt (slechts 2 %). Deze twee vormen van bijstand zijn goed voor respectievelijk 13,3 % en 26,4 % van de lopende uitgaven. De personeelslasten (35 % van de exploitatie-uitgaven) blijven, met een groei van 4,9 %, onder controle. Als we de variatie van de inkomsten en uitgaven tussen 2006 en 2007 vergelijken, stellen we enerzijds vast dat de overdrachten voor het leefloon sneller vooruitgaan dan de uitgaven, en anderzijds zien we de omgekeerde trend voor de bijstand in het kader van de wet van 1965. In het vervolg van deze analyse werden de Brusselse OCMW's ingedeeld in verschillende coherente groepen,
clusters genaamd. Er werden vier clusters gevormd, maar omdat het OCMW van de stad Brussel buiten deze groepen valt wordt het enkel meegerekend in de gemiddelden en totalen voor het Gewest. Bij de analyse van de grote activiteiten stellen we, naast de belangrijkste activiteiten in termen van nettolasten per inwoner in euro per inwoner, d.w.z. het verschil tussen de inkomsten verkregen voor deze functie en de overeenkomstige uitgaven (“sociale bijstand” en “algemeen bestuur”), aanzienlijke verschillen vast in de bedragen tussen de clusters. In de OCMW’s van de eerste gordel bedraagt het verschil tussen de uitgaven en de inkomsten voor sociale bijstand en de algemene administratie respectievelijk 132 € en 105 €, terwijl dit in de OCMW’s van de residentiële gemeenten zuidoosten slechts 71 € en 43 € bedraagt.
De netto-exploitatielasten per activiteit € / inwoner
z u i d o o s t e n n o o rd w e s t e n
kanaal
1 e g o rd e l
tot aal
Algemene administratie
-43
-66
-66
-105
-68
Sociale bijstand
-71
-70
-97
-132
-103
Gezinshulp
-21
-31
-24
-32
-26
-1
-1
-1
0
-1
1
1
0
0
1
Andere
160
199
218
289
224
To t a a l
25
31
30
20
27
Volksgezondheid Sociale huisvesting
5
3 4 -
De eerste 4 tabellen zijn gebaseerd op begroting 2007 (uitgez. RH en RVT voor de eerste 2). De clusters zijn als volgt samengesteld: de residentiële gemeenten van het zuidoosten: Oudergem, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel en Watermaal-Bosvoorde; de residentiële gemeenten van het noordwesten: Evere, Ganshoren, Jette, Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem; de industriegemeenten van de kanaalzone: Anderlecht, Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek en Vorst; de gemeenten van de eerste gordel: Elsene, Etterbeek, Sint-Gillis en Sint-Joost-ten-Node; “Totaal” omvat het resultaat voor de 19 OCMW’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 5 De analyse van de 19 Brusselse OCMW’s onderscheidt vier socio-economische categorieën. De vijfde, die enkel de stad Brussel bevat, is in het totaal van het gewest opgenomen omdat deze een atypische toestand kan weergeven voor de desbetreffende rubrieken. Dit is de reden waarom het gemiddelde van alle OCMW’s kan afwijken van de cijfers van de eerste vier categorieën. Nieuwsbrief 2008/01
17
olg v r e V
ONDER DE LOEP
Binnen gezinshulp 6 neemt socioprofessionele herinschakeling het grootste deel (70 %) in van de nettolasten. Vervolgens, met 20 % van de nettolasten, vinden we gezins-
en bejaardenhulp terug. De cluster van residentiële gemeenten noordwesten verschilt van de andere door het grotere aandeel van gezins- en bejaardenhulp (35 %).
Rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen Structuur van de nettolasten voor de activiteit gezinshulp %
z u i d o o s t e n n o o rd w e s t e n
kan aal
1 e g o rd e l
tot aal
Gezins- en bejaardenhulp
18,6
34,6
14,7
17,6
19,4
Thuisbezorgde maaltijden
3,2
7,2
2,5
1,8
2,8
Dienst socio-professionele herinschakeling (SPI)
61,6
57,4
69,2
79,9
70,6
Andere
16,6
0,8
13,6
0,7
7,2
To t a a l
100
100
100
100
100
De exploitatie-uitgaven voor rusthuizen (RH) en r ust- en ver zorgingstehuiz en (RVT) zijn gemiddeld goed voor 17 % van de exploitatie-uitgaven van de OCMW’s en blijven stabiel ten opzichte van 2006. Dit aandeel is veel hoger in de
residentiële gemeenten. Deze lopende uitgaven voor RH en RVT worden bijna uitsluitend verdeeld tussen de uitgaven voor personeel (70 %) en werking (30 %).
Exploitatie-uitgaven en nettolasten z u i d o o s t e n n o o rd w e s t e n
Uitgaven in % van het exploitatiebudget Nettolasten per inwoner (€/inw.)
kanaal
1 e g o rd e l
tot aal
26,8
25,1
14,2
15,0
17,2
-17
-23
-20
-14
-16
Nog steeds op het niveau van de RH en RVT, vormen de ontvangsten voor prestaties (42,5 %) en overdrachten (47,5 %) de twee belangrijkste bronnen. In vergelijking met 2006 (52,2 % van de middelen) is de eerste aanzienlijk verminderd, hoewel de dekkingsgraad van de lasten door de bewonersbijdrage van 32,5 % naar 37,5 % is gestegen.
Met 16 € per inwoner blijft de nettolast van de RH en RVT stabiel ten opzichte van 2006, met uitzondering van de OCMW’s van de residentiële gemeenten van het zuidoosten, waar deze sterk stijgt (+ 30 %).
In het kader van de berekening van het financiële evenwicht 7 stellen wij vast dat de balans van de investeringsdienst van het eigen dienstjaar 2007 op hetzelfde niveau blijft als het vorige jaar, namelijk 10 € per bewoner. Het exploitatiesaldo van het dienstjaar schommelt rond de 8 € per inwoner. Als bij het saldo courant (dat licht negatief is met -2 € per inwoner) het overgedragen resultaat wordt opgeteld, zijn de OCMW’s in financieel evenwicht.
6 De dienst voor socioprofessionele herinschakeling (SPI) is geïntegreerd in gezinshulp omdat de functieclassificatie van de boekhouding gevolgd werd. Die bevat de functie 84492 (binnen de algemene functie 84X gezinshulp). De cijfers van deze rubriek bevatten de vergoedingen voor het personeel, de tussenkomsten van de centrale overheid in de lasten voor gesubsidieerde contractuelen, het lenteplan, de werkingskosten, enz. Men kan zich de vraag stellen of het niet logischer zou zijn om de cijfers van de dienst voor socioprofessionele herinschakeling op te nemen in de functie 83X van de sociale bijstand. 7 De ontvangsten en uitgaven van de RH en RVT zijn opgenomen in de totalen.
18
Nieuwsbrief 2008/01
olg v r e V
ONDER DE LOEP
Balansen en rekeningen van dienstjaar 2005 Hier kunnen verschillende vaststellingen gedaan worden.
dat het licht daalt ten opzichte van de balansen 2004. In de OCMW’s van de eerste gordel en de kanaalzone is het aandeel van de vlottende activa het hoogst.
Uit de balansen 2005 blijkt dat het aandeel van de vaste activa hoog is (vooral door het hoge investeringsniveau), maar
Het aandeel van de belangrijkste rubrieken in het totaal van de balans %
z u i d o o s t e n n o o rd w e s t e n
kanaal
1 e g o rd e l
to taal
Vaste activa
65,2
65,5
51,7
50,6
71,2
Vlottende activa
34,8
34,5
48,3
49,4
28,8
Vorderingen < 1 jaar
40,7
36,3
58,4
48,0
27,7
Beschikbare waarden
-8,8
-4,7
-17,6
-5,6
-2,8
2,9
2,9
7,5
7
2,9
Andere vlottende activa To t aa l a ct i e f
100
100
100
100
100
Eigen vermogen
56,1
52,5
51,0
47,4
63,3
0,0
6,8
0,0
2,6
0,5
43,9
40,7
49,0
50,0
Voorzieningen, uitgestelde belastingen Schulden
36,2
Schulden > 1 jaar
24,8
18,8
19,5
17,5
15,0
Schulden < 1 jaar
13,6
17,6
25,3
24,6
18,6
Overlopende rekeningen To t a a l p a s s i e f
5,5 100
4,3 100
Binnen de vlottende activa gaat de rubriek beschikbare waarden achteruit in de meeste clusters, en behaalt een aandeel van -17,6 % in de OCMW’s van de kanaalzone. Die achteruitgang gaat gepaard met een proportionele groei van de vorderingen op minder dan één jaar. Dit zijn de thesauriefinancieringen 8 verkregen door de OCMW’s om de betalingsachterstallen van de vastgestelde rechten 9 dekken. Om de problematiek rond achterstallen op te lossen, zijn verschillende maatregelen genomen. De OCMW’s sturen voortaan de formulieren rechtstreeks naar de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (FOD MI) via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid 10. Verder zijn binnen de FOD MI nieuwe procedures om een regelmatige betaling te verzekeren, zoals het automatisch opstellen van maandstaten 11 in het kader van de RMI-wet en de wet van 1965. Deze maatregelen zullen de thesaurietoestand van OCMW’s aanzienlijk verbeteren en de vorderingen op minder dan één jaar doen dalen. Dit zal logischerwijs de rubriek beschikbare waarden verbeteren.
4,2 100
7,9 100
1,0 100
van schulden, waarvan 50 % schulden op minder dan één jaar . Deze percentages liggen op respectievelijk op 40 % en 35 % in Vlaanderen en op 31 % en 33 % in Wallonië. Op basis van de studiegegevens zijn verschillende ratio’s berekend om de financiële toestand van de Brusselse OCMW’s te analyseren. Alle OCMW’s, met uitzondering van het OCMW van Brussel, hebben voldoende permanent kapitaal om de vaste activa te dekken (ratio bedrijfskapitaal boven 1), maar dat was op 31 december 2005 onvoldoende om de behoeften aan bedrijfskapitaal te dekken (ratio hoger dan ratio bedrijfskapitaal). Dit verklaart het gebruik van thesauriekredieten. Om te kunnen nagaan of de toestand houdbaar is, moeten maandelijks de behoefte aan bedrijfskapitaal en het ideale niveau van het netto-bedrijfskapitaal berekend worden. Het financieren van alle exploitatieoperaties door middel van het bedrijfskapitaal zou leiden tot periodes waarin liquiditeiten ongebruikt zouden blijven.
We merken ook op dat, in de OCMW’s van de kanaalzone en de 1e gordel, ongeveer 50 % van het passief afkomstig is 8 Er bestaan verschillende methodes, zoals de toevlucht tot thesaurievoorschotten en/of kredietlijnen bij een financiële instelling of een thesauriefinanciering bij de eigen gemeente. 9 In de loop van 2007 heeft de afdeling Maatschappelijk Welzijn een studie uitgevoerd bij 5 Brusselse OCMW’s over de evolutie van de betalingstermijn door de Staat van de toelagen in het kader van de RMI-wet en de wet van 1965. We hebben bij deze gelegenheid ook de Voorzitter van de FOD Maatschappelijke Integratie geïnterpelleerd en een monitoring opgezet. U kunt hierover meer informatie vinden in de CPAS+ van oktober (nr. 10/2007) en december (nr. 12/2007). 10 Sinds 1 januari 2006 voor de RMI-formulieren en sinds 1 april 2007 voor die van de wet van 1965. 11 Zie o.a. de omzendbrief van 2 mei 2006 voor het automatisch opstellen en uitbetalen van de maandstaten in het kader van de RMI-wet (inforum 209660); de omzendbrief van 27 april 2007 over de fusie van de diensten leefloon en terugbetaling wet 65 (inforum 218746); de omzendbrief van 21 december 2007 over de automatisering van betalingen in het kader van de wet van 2 april 1965 (inforum 225184). Nieuwsbrief 2008/01
19
olg v r e V
ONDER DE LOEP
De liquiditeitsratio’s z u i d o o s t e n n o o rd w e s t e n
kanaal
1 e g o rd e l
totaal
Ratio bedrijfskapitaal
1,22
1,05
1,25
1,21
1,06
Ratio van behoefte aan bedrijfskapitaal
2,24
1,67
2,08
1,59
1,37
Acid test ratio
2,40
1,80
1,79
1,80
1,42
Ontvangsttermijn van vorderingen < 1 jaar (in dagen)
143
113
148
102
149
De acid test ratio 13 of de liquiditeit in enge zin gaat na in welke mate de OCMW’s beschikken over liquiditeiten. In alle clusters is deze ratio hoger dan 1 en het gewestelijke gemiddelde (1,42) is iets lager dan in Vlaanderen (1,58). Met 2,4 is deze het hoogst voor de OCMW’s van het zuidoosten. Dit wil zeggen dat de desbetreffende activa meer dan tweemaal de schulden dekken op minder dan één jaar. De termijn voor de inning van de vorderingen op minder dan één jaar 14 geeft het aantal dagen weer die de cliënten gemiddeld nodig hebben voor de betaling. Voor Brusselse OCMW’s
bedraagt deze termijn gemiddeld iets minder dan 150 dagen of 4,9 maanden. Met uitzondering van het OCMW van Brussel hebben de OCMW’s van de kanaalzone en het zuidoosten de langste termijnen. De solvabiliteit van de OCMW’s (totale schuld / totaal actief) bedraagt 36 % en, voor alle clusters samen, blijft deze onder de 50 % 15. In vergelijking met 2004 is de solvabiliteit 16 van de OCMW’s van de 1e gordel verminderd, voornamelijk door de kortetermijnschulden. De andere OCMW’s hebben hun solvabiliteit verbeterd.
Schuldratio’s z u i d o o s t e n n o o rd w e s t e n
1 e g o rd e l
to t aa l
Totale schuld / totaal actief
43,9
40,7
49,0
50,0
36,2
Totale schuld / bevolking
179
162
196
226
347
Totale schuld / exploitatieontvangsten
0,43
0,34
0,32
0,32
0,54
De schuldenlast van de OCMW’s per inwoner bedraagt 340 € 17 en is met 8 % gedaald ten opzichte van 2004. Het OCMW van Brussel niet meegerekend, blijft de ratio onder 230 € in alle clusters. Door de verhoging van het aandeel van de schulden op minder dan één jaar hebben de OCMW’s van de 1e gordel de schuldratio op één jaar zien toenemen met 33 %. Tegelijkertijd is deze in de OCMW’s van de kanaalzone gedaald met 16 %. De verhouding 18 tussen de totale schuld en de totale exploitatieontvangsten geeft eveneens een aanwijzing over de schuldenlast. Die ratio bedraagt 0,54 19 en betekent een daling met 10 % ten opzichte van 2004. Het OCMW van Brussel niet meegerekend, blijft in alle clusters deze verhouding onder 0,45. De ratio is het laagst (0,31) in de cluster van de OCMW’s Op basis van de cijfers van de Dexia-studie kunnen we besluiten dat de schuldenlast van de meeste Brusselse OCMW’s in 2005 binnen redelijke proporties leek te blijven, maar dat de inning van bepaalde vorderingen, vooral de toelagen, zorgde voor een grotere toevlucht tot thesauriefinancieringen.
20
kanaal
van de 1e gordel. Dit toont aan dat hun schuldenlast binnen het gewestelijke gemiddelde blijft. Christian Lejour Samengevat kunnen we stellen dat de Brusselse OCMW's in 2005 geconfronteerd werden met een stijging van de vorderingen op minder dan één jaar, voornamelijk gecompenseerd door een achteruitgang van de beschikbare waarden. Ze beschikken over voldoende liquiditeiten en de schuldenlast is redelijk. Het grootste probleem voor de OCMW's houdt dus verband met de inning van de vorderingen.
Meer info Lokale financiën – OCMW's en politiezones – Trimestriële studie van Dexia (december 2007, 52 blz). Deze studie 2007 is beschikbaar op www.dexia.be > Public Finance > Rapporten en publicaties over lokale financiën > Trimestriële studies De beschrijving van de clusters van de Brusselse gemeenten en de tabellen met de resultaten per cluster zijn eveneens beschikbaar op www.dexia.be > Public Finance > Rapporten en publicaties over lokale financiën > Trimestriële studies
13 De acid test ratio wordt verkregen door de vorderingen op minder dan één jaar, de thesauriebeleggingen en de beschikbare waarden te delen door de schulden op minder dan één jaar. Hoe meer deze ratio boven 1 ligt, des te hoger de liquiditeit. 14 Deze inningstermijn wordt verkregen door het bedrag van de vorderingen op minder dan één jaar te delen door de exploitatieontvangsten, zonder financiële opbrengsten. Om een overzicht te krijgen van de termijn voor de inning van toelagen van de federale overheid en de evolutie sinds 2003, kunt u de studie van de afdeling Maatschappelijk Welzijn over dit thema raadplegen (cf. supra). 15 In Vlaanderen bedraagt de solvabiliteitratio 40 %, of zelfs 44 % in de OCMW’s van gemeenten met meer dan 50.000 inwoners. In Wallonië bedraagt de ratio 31 %. 16 Hoe lager de solvabiliteitratio, des te hoger de solvabiliteit. 17 In Vlaanderen bedraagt de gemiddelde schuld per inwoner 325 €. In Wallonië ligt deze op 135 €. In de OCMW’s van gemeenten met meer dan 50.000 inwoners, bedraagt de ratio 583 € in Vlaanderen en 207 € in Wallonië. 18 Deze ratio is bij voorkeur zo laag mogelijk. 19 De ratio exploitatieschulden / ontvangsten bedraagt 0,90 in Vlaanderen en 0,33 in Wallonië. In de OCMW’s van gemeenten met meer dan 50.000 inwoners, bedraagt die 1,05 in Vlaanderen en 0,40 in Wallonië. Nieuwsbrief 2008/01
ACTUALITEIT
Internationale samenwerking
MAATSCHAPPELIJK WELZIJN IN MAROKKO, BURGERLIJKE STAND IN CONGO. Zoals vermeld in een vorig artikel van de Nieuwsbrief, werd het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking, dat de Belgische Ontwikkelingssamenwerking lanceerde in 2001, meermaals herwerkt. Een van de belangrijkste wijzigingen is de geografische en sectorale concentratie. De partnerlanden werden gekozen op basis van de bestaande situatie, waaruit bleek dat de Brusselse en Waalse gemeenten 1 zich voornamelijk concentreren op de Democratische Republiek Congo (DRC), Marokko, Benin en Senegal. Bovendien behoren deze landen tot de achttien concentratielanden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. De prioritaire sectoren werden dan weer bepaald aan de hand van vier programmeringworkshops 2 die gecoördineerd werden door de Vereniging en haar Waalse zustervereniging en die dus zowel de zuidelijke als de noordelijke gemeenten verenigden. Tijdens deze brainstorming werden de vier landenprogramma's uitgewerkt, waarvan wij in dit artikel de eerste twee voorstellen. Hoewel sommigen de concentratieformule wellicht een beperking van de gemeentelijke autonomie 3 zullen vinden, biedt zij toch heel wat grote voordelen, zoals de mogelijkheid om krachten te bundelen. Via geografische en sectorale werkgroepen die samen met het programma werden opgericht, kunnen de gemeenten die voor een bepaald land dezelfde doelstellingen delen, bij de verwezenlijking van deze doelstellingen steunen op hun partnerschap. Beter nog, zij kunnen vanaf nu in bepaalde landen samen stappen ondernemen. Het potentieel van de noordelijke gemeenten wordt als het ware ter beschikking gesteld van alle zuidelijke partnergemeenten door middel van een collectieve benadering van gedecentraliseerde samenwerking (een netwerk).
Het sociaal beleid in Marokko Momenteel beschikken de meeste Marokkaanse gemeenten niet over een gemeentelijk programma voor sociale ontwikkeling en zelfs niet over een degelijke gemeentedienst voor maatschappelijk welzijn. Het sociaal beleid is maar al te vaak verspreid over verschillende diensten die geen duidelijk overzicht bieden. Deze situatie is grotendeels toe te schrijven aan het groeiende belang dat de lokale overheden hechten aan het lokaal economisch beleid, evenals het gebrek aan sensibilisering van deze overheden voor de sociale aspecten. Het gemeentepersoneel dat instaat voor het sociaal beleid, is ontoereikend maar ook onvoldoende geschoold, vooral op het gebied van sociale aangelegenheden die dan ook vaak aan verenigingen worden overgedragen. Het personeel beschikt over te weinig ervaring op het gebied van social engineering, planning, participatie, formulering, het beheer van sociale voorzieningen en de follow-up/evaluatie van projecten, waardoor het wordt gehinderd in de uitwerking
of de begeleiding van sociale projecten. Die situatie wordt nog verergerd door tal van andere factoren, zoals het gebrek aan financiële en materiële middelen, de trage en ingewikkelde gemeentelijke procedures, de onduidelijke bevoegdheden van de verschillende machtsniveaus en het gebrek aan verantwoordelijkheid bij de gemeenteambtenaren (de ambtenaren hebben weinig of geen bevoegdheden). De Marokkaanse overheid heeft reeds een aanzet tot oplossing geboden en ontwikkelde in 2005 een groot nationaal programma, Initiative Nationale de Développement Humain (INDH) genaamd, dat gericht is op de duurzame verbetering van het welzijn van de meest achtergestelde Marokkaanse bevolkingsgroepen. Het INDH heeft meer bepaald als doel de Marokkaanse lokale overheden te sterken in hun rol van tussenpersoon, stuwende kracht en katalysator van het sociaal-economisch en cultureel beleid dat eigen is aan een instelling die dicht bij de bevolking staat. Hoewel dankzij het INDH zeker en vast nieuwe voorzieningen en diensten kunnen worden gecreëerd, heeft het initiatief misschien te lijden onder het gebrek aan een degelijk opleidingsbeleid gericht op de lokale situatie met het oog op de opleiding van gemeenteambtenaren voor sociale ontwikkeling, die een degelijk lokaal beleid kunnen uitstippelen en dit beleid kunnen uitvoeren in coördinatie met alle sociale actoren. Op basis van deze vaststellingen heeft het programma 2008-2012 zich specifiek ten doel gesteld het vermogen van de partnergemeenten te versterken om sociale projecten ten gunste van de burgers in het algemeen en van kansarmen in het bijzonder te plannen, te volgen en te evalueren. Concreet tracht het programma de
1 Het meerjarenprogramma 2008-2012 werd uitgewerkt in nauwe samenwerking met de UVCW. De Waalse en Brusselse programma’s werden immers vanaf het begin in synergie uitgedacht omwille van het schaalvoordeel en de kritische massa. 2 De workshops vonden plaats in Mbanza Ngungu (Congo), Al Hoceima (Marokko), Cotonou (Benin) en Dakar (Senegal). 3 Of meer bepaald een beperking van de externe financiële middelen voor de gemeenten in het kader van het gemeentelijk beleid voor ontwikkelingssamenwerking.
Nieuwsbrief 2008/01
21
ACTUALITEIT
mandatarissen van de Marokkaanse gemeenten nauwer te betrekken bij de uitwerking van een degelijk gemeentelijk sociaal beleid waarvoor voldoende personeel en financiële middelen worden ingezet. Ter aanmoediging van deze beleidskeuzen zullen de Belgische mandatarissen en ambtenaren de oprichting (of reorganisatie) van diensten voor maatschappelijk welzijn in Marokko steunen. De Marokkaanse gemeenteambtenaren die verantwoordelijk zijn voor sociale ontwikkeling, zullen een beroep kunnen doen op de knowhow van hun Belgische collega’s om hun kennis van zaken uit te breiden, met name op het gebied van social engineering (het gemeentebeleid plannen, volgen en evalueren). Bovendien hebben de partners zich ten doel gesteld het beheer en de werking van de sociale voorzieningen in de Marokkaanse gemeenten, die voorhanden zijn maar vaak te weinig worden gebruikt, te stimuleren om sociale basisvoorzieningen van betere kwaliteit te kunnen bieden 4. Behalve deze verwachte resultaten heeft het Programma eveneens als doel de betrokken Marokkaanse gemeenten permanent informatie te verschaffen over goede gemeentelijke praktijken op het gebied van maatschappelijk welzijn. Actieve samenwerkingsverbanden Schaarbeek – Al Hoceima, Jette – Sidi Bibi, Sint-Gillis – Berkane, Vorst – Jerada, Luik – Tanger, Etterbeek – Essaouira, Oudergem – Timdline/Amerzgane
Burgerlijke stand en bevolking in Congo Tijdens de programmeringworkshop in Mbanza Ngungu werden verscheidene problemen opgetekend met betrekking tot de werking van de Congolese gemeenten en hun diensten burgerlijke stand en bevolking. In de huidige institutionele context van de Democratische Republiek Congo en in afwachting van de uitvoering van de eerste grote stap van het decentralisatieproces (lokale verkiezingen), beschikken de Congolese burgemeesters over te weinig autonomie en lokale legitimiteit, vooral omdat ze niet werden verkozen maar benoemd door het centraal bestuur. Het hiërarchische systeem tussen de centrale overheid en de gedecentraliseerde entiteiten wordt soms als dwingend ervaren (inopportuun tot de orde roepen, regelmatig afzetten van burgemeesters) en remt de initiatieven en de wilskracht van sommige burgemeesters af. Hierbij komt nog de zo goed als afwezigheid van materiële middelen (onvoldoende financiële middelen) en personeel (onvoldoende en weinig gemotiveerd staatspersoneel) om de lokale taken
op het gebied van openbare dienstverlening te vervullen. Dit verklaart dan ook de administratieve traagheid, die de gemeenten lam legt. De partners hebben eveneens gewezen op het gebrek aan samenhang in de initiatieven die het globale aspect koppelen aan het lokale (nauw verbonden met het gebrek aan communicatie en coördinatie op alle gebieden). In het kader van andere projecten weten bepaalde partners soms niet wie hun gesprekspartner is en hoe zij de administratieve grenzen kunnen overschrijden. In het algemeen is het vooruitzicht van lokale ontwikkeling weinig aanwezig, waardoor de gemeenten over te weinig middelen, sociale voorzieningen en/of een te beperkt institutioneel kader beschikken om de lokale ontwikkeling op participatieve en burgerlijke wijze te plannen. Wat de diensten burgerlijke stand en bevolking betreft, hebben de gemeenten niet alleen te maken met ongemotiveerde en onvoldoende gekwalificeerde ambtenaren, maar ook met een gebrek aan degelijke bevolkingsdiensten (aantal inwoners en adressen, …) en archivering van de akten van de burgerlijke stand. Bovendien wordt deze situatie versterkt door een gebrekkige overeenstemming en soepelheid van de procedures (bv. geen delegatie van handtekeningen) en door de non-conformiteit of niet-beschikbaarheid van bepaalde wettelijke documenten. Tot slot onderstrepen de Belgische en Congolese verantwoordelijken van de burgerlijke stand de ontoereikende dekkingsgraad van de bevolking. Dit kan worden verklaard enerzijds door het ontbreken van secundaire “wijkbureaus” die het mogelijk maken dichter bij de bevolking te staan en de toegang tot het gemeentebestuur te bevorderen, en anderzijds doordat de bevolking te weinig op de hoogte is van het belang van de burgerlijke stand. Dit resulteert in een gebrekkig beheer van de (weinige) inkomsten die de burgerlijke stand ontvangt. Om enig antwoord te bieden op deze vele problemen, heeft het Programma 2008-2012 ter versterking van de capaciteiten van de Congolese steden en gemeenten als doel 50 % van de bevolking te dekken, wat al een mooie toename zou zijn. Om dat doel te bereiken is het programma gericht op de versterking van de capaciteiten op het gebied van planning, beheer en evaluatie, ten tweede professionele technieken met betrekking tot burgerlijke stand en ten slotte informatie- en bewustmakingstechnieken. Voor een grotere samenhang en harmonisering van het programma wordt er in overleg met alle partners gezocht naar synergie inzake opleidingen.
4 Hiervoor zijn de gemeenten ondermeer van plan het communicatie- en participatiebeleid te versterken.
22
Nieuwsbrief 2008/01
olg v r e V
olg v r e V
ACTUALITEIT
Aangezien het grootste deel van de bevolking dagelijks strijdt om te overleven en dus niet altijd geïnteresseerd is in burgerlijke stand, zullen gerichte bewustmakingsacties moeten zorgen voor een beter inzicht in deze uitdagingen met betrekking tot de identiteit van de individuen, burgerzin, kortom de rechten en plichten van de burgers. Bovendien vormt het tekort aan specifieke materiële middelen die ter beschikking worden gesteld van de dienst burgerlijke stand en bevolking en van de gemeente in het algemeen, een primaire handicap bij de uitwerking van een kwaliteitsvolle dienstverlening. Het programma is dan ook gericht op de renovatie van de werk- en onthaalruimten van de ambtenaren en de bevolking en op de uitrusting van deze ruimten met voldoende en geschikt materiaal. Er wordt ook specifiek aandacht besteed aan archivering, wat zo goed als onbestaande is in de betrokken gemeenten. Ten slotte onderstrepen alle partners het belang om gezamenlijk overleg te plegen, maar ook om ervaringen uit te wisselen met de
buitenwereld, procedures op elkaar af te stemmen en hun eisen te bundelen. Het programma zal dan ook waken over de creatie van een permanent uitwisselings- en overlegplatform. Actieve samenwerkingsverbanden Brussel – Kinshasa, Elsene – Kalamu, Luik – Lubumbashi, Dalhem – Mbanza-Ngungu, Namen – Massina, Herve – Ngaliema, Court-Saint-Etienne – Kasa-Vubu, Watermaal-Bosvoorde – Limete
In een volgend nummer van deze Nieuwsbrief zal er een presentatie gegeven worden van de landenprogramma's met betrekking tot Benin en Senegal. Jean-Michel Reniers Met de medewerking van Frank Willemans
DE VERENIGING IN ACTIE
voldoen, werd er een vorming georganiseerd door South Research. Die dag werden de indicatoren voor ontwikkeling besproken. Deze materie stelt immers bijzondere problemen voor de gemeenten, terwijl die onvermijdelijk zijn in het kader van de nieuwe programmatie 2008-2012. Ook in die zin gingen de vergaderingen van de deelnemende gemeenten door, per land gegroepeerd: het doel is de coherentie van de acties in het nieuwe programma te vergemakkelijken. Op 6 december ging het om de groep Senegal en op 31 januari Burkina Fasso, een land dat in 2009 tot het programma toetreedt, naast Congo, Benin, Marokko en Senegal.
olg Verv
reglement. Op de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid werd de aanbeveling gedaan het verkeersreglement te herschrijven om enerzijds de regels te vereenvoudigen en anderzijds het aantal verkeersborden op onze wegen te verminderen.
De eerste twee nummers van de Mobiliteitsgids verschijnen in februari en maart 2008. De eerste is grotendeels gewijd aan de technologie ISA (Intelligent Speed Adaptation) en maakt een balans op van "Winkelen per fiets". Het tweede nummer brengt een verslag van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid in het Brussels Gewest, waar de spots gericht werden op de aanbevelingen voor het actieplan 2007-2010. Er wordt ook gekeken naar goede praktijkvoorbeelden uit de Week van Vervoering 2007, een Zweeds experiment met stadstol en de recentste wijzigingen in het verkeersreglement.
Op 13 december 2007, tweede fase van het For um "vrachtverkeer in de stad" georganiseerd in samenwerking met Mobiel Brussel, werd een voormiddag gewijd aan de volgende workshops: 1. goederen in beweging: bestel- en vrachtwagens in het Brusselse verkeer, 2. goederen ter bestemming: de problematiek van de leveringen, en 3. StadsDistributieCentrum versus Logistieke BuurtRuimten. Een zestigtal personen van het Gewest, de gemeenten, de MIVB en de politiezones hebben aan het debat deelgenomen. Het is een thematiek die op de voet gevolgd wordt door de Vereniging en de Conferentie van Burgemeesters, die gevraagd heeft op de hoogte gehouden te worden.
We sluiten dit overzicht af met het beheer van de Vereniging. Qua personeel was er het vertrek van de Secretaris van de afdeling Maatschappelijk Welzijn, mevrouw Marie Wastchenko. De aanwerving verliep volgens de gebruikelijke procedures, onder toezicht van het Directiecomité. Op 21 januari heeft de jury die door de afdeling samengesteld werd, een gesprek gehad met een aantal kandidaten en uiteindelijk viel de keuze op mevrouw Christine Dekoninck, die in dienst zal treden op 1 april a.s.
De Mobiliteitscel heeft ook deelgenomen aan 2 vergaderingen in de FOD Mobiliteit en Vervoer, op 21 december en 22 januari, in het kader van het project voor de vereenvoudiging van het verkeers-
Marc Thoulen
Nieuwsbrief 2008/01
23
Nieuwsbrief
WETGEVING bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14.01.2008 t/m 17.02.2008 GEMEENTEBEHEER [Vlaamse Gemeenschap] 07.12.2007 Dec. betr. energieprestaties in scholen 225631 B.S.,25.01.2008 –
MANDATARISSEN 31.01.2008 Bericht - Wetgevende assemblees [Cumulatiegrens wedde lokale mandataris en wedde parlementslid] 167725 B.S.,31.01.2008 –
20.12.2007 KB wijz. KB 05.09.2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de lokale politie 225629 B.S.,25.01.2008 – 20.12.2007 KB wijz. KB 26.03.1965 betr. de kinderbijslag voor bepaalde categorieën van het door de Staat bezoldigd personeel alsmede voor de personeelsleden van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de korpsen van de lokale politie B.S.,31.01.2008 – 225758
Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw
SOCIALE ZAKEN
Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Fax 02 280 60 90
[email protected] Redactie :
[email protected]
PERSONEEL 20.12.2007 KB wijz. KB 28.09.1984 tot uitvoering van de wet 19.12.1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel B.S.,23.01.2008 – 225521
POLITIEPERSONEEL 20.12.2007 KB wijz. KB 30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten met betrekking tot de wijkagenten B.S.,16.01.2008 – 225353 Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 146/2007 van 28.11.2007 - De beroepen tot vernietiging van de art. 73 en 74 van de wet 20.07.2006 houdende diverse bepalingen [taalgebruik] B.S.,14.01.2008 – 225311 20.12.2007 KB wijz. KB 30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, B.S.,18.01.2008 – 225436 20.12.2007 KB wijz. KB 16.01.2003 tot toekenning van een Copernicuspremie aan bepaalde personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus B.S.,23.01.2008 – 225517 20.12.2007 MB houdende de toekenning van de nabijheidstoelage aan sommige personeelsleden van de politiediensten B.S.,23.01.2008 – 225519 20.12.2007 KB houdende de toekenning van de nabijheidstoelage aan sommige personeelsleden van de politiediensten B.S.,23.01.2008 – 225525 20.12.2007 KB wijz. KB 20.11.2001 betr. de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse overgangsbepalingen B.S.,23.01.2008 – 225527 20.12.2007 KB tot uitvoering van de art. XII.VII.15quater, par. 2, eerste lid en XII.VII.16quinquies, par. 2, eerste lid, van het KB 30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten B.S.,23.01.2008 – 225529
24
Nieuwsbrief 2008/01
Rusthuizen
[Franse Gemeenschapscommissie] 22.03.2007 Decreet betreffende het te voeren beleid inzake de huisvesting en het onthaal van bejaarden B.S.,23.01.2008 – 225533 Sociale tarieven 07.01.2008 Wet strekkende tot een verruiming van de doelgroep die een toelage van het Sociaal Stookoliefonds kan genieten en tot verhoging van de hoeveelheid stookolie die recht geeft op die toelage B.S.,23.01.2008 – 225539 Omzendbrief van de POD MI van 22.01.2008 betreffende de uitbreiding van het Sociaal Stookoliefonds - Info op www.mi-is.be
www.vsgb.be Algemeen tel. : 02 238 51 40 Andere nummers : www.vsgb.be > Vereniging > Het team Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias
Tewerkstelling Omzendbrief van de POD MI van 15.01.2008 m.b.t. de toewijzing van het contingent 2008 – Verhoogde toelage van de staat aan de OCMW’s voor de aanwer ving van leefloon- of steungerechtigden in toepassing van artikel 60 §7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s die ter beschikking worden gesteld aan socialeeconomie-initiatieven. 198329 - Info op www.mi-is.be
SPORT / CULTUUR 07.12.2007 BVR wijz. BVR 11.01.2002 ter uitvoering van het dec. 13.07.2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurb e le i d B.S.,22.01.2008 – 225502
STEDENBOUW 21.12.2007 BBHR tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen B.S.,05.02.2008 – 225845
VERKEERSVEILIGHEID 27.01.2008 KB betr. praalwagens 225692 B.S.,29.01.2008 –
Nr 2008-01 februari / maart 2008 Directie : Marc Thoulen Coördinatie : Philippe Delvaux Redactie : Philippe Delvaux, Céline Lecocq, Christian Lejour, Vincent Ramelot, Jean-Michel Reniers, Marc Thoulen, Frank Willemans Vertaling : Liesbeth Vankelecom, Annelies Verbiest, Kevin Cuppens Secretariaat : Céline Lecocq, Chantal Matthys Abonnementen : Patricia De Kinne : 02 238 51 49
[email protected] Nieuwsbrief wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd papier